AANBEVELINGEN VOOR PREVENTIE
Gebaseerd op het Euregio onderzoek voor Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen. 14 november 2005
Peer van der Kreeft, hoofd preventie, De Sleutel Alle significante gegevens van het onderzoeksrapport kunnen bijdragen tot een meer solide basis voor je preventieprojecten of –programma’s. Het is niet alleen voer voor werkgroepen van drugpreventie, maar ook voor fundamentele change agents zoals ouders, vrienden, jeugdleiders, trainers en niet in het minst leerkrachten. De vertaling van de onderzoeksresultaten naar preventie-initiatieven is een volgend project,dat in overleg met de opdrachtgevers en de lokale besturen zal moeten worden uitgewerkt. De lijst met aanbevelingen hieronder, die niet alleen voor de betrokken scholen bedoeld zijn maar ook voor organisaties die met ouders en jongeren werken in de gemeenschap, is niet volledig. Sommige zijn ook niet nieuw. Maar ze wegen wel zwaarder omdat ze vasthangen aan de antwoorden van de leerlingen in de scholen van de drie provincies. Dit rapport zet ons samen op weg naar evidentie om aan te tonen hoe onze preventie kan verbeteren. Zo dragen we bij tot de nood om evidence based te werken, een term die de jongste jaren veel gebruikt wordt: je baseren op evidentie, op bewijzen. En tegelijk hanteren we de principes van het actie-onderzoek die we al langer geleden geleerd hebben. De aanbevelingen hieronder staan niet elk op zichzelf, zoals we in het preventielandschap weten werkt alleen een gecombineerde en simultane aanpak. Toch hoef je niet met alles tegelijk te beginnen. Maar bij elk preventievoorstel hoort er wél bij te staan: “…en maak duidelijk hoe deze interventie in verband staat met het onderzoek.”
OVERZICHT: A.
B.
GEBASEERD OP DE BESCHRIJVENDE ANALYSE: Beginleeftijd Premix drankjes Druggebruik en lifestyle GEBASEERD OP DE VERKLARENDE ANALYSE: Afkeuring door vrienden Gebruik door vrienden Afkeuring en gebruik door ouders Toegang tot het product Risico-inschatting Activiteiten buitenshuis Probleemgedrag Zelfbeeld Assertiviteit in de klas Jongen of meisje
© 2005 Peer van der Kreeft, De Sleutel, Gent
2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 5 5 5 6 6
A. GEBASEERD OP DE BESCHRIJVENDE ANALYSE: Beginleeftijd De beginleeftijd voor roken en alcohol is voor een grote groep jongeren 13 jaar of jonger, 10% rookte al op zijn 11de jaar. Er is een duidelijke samenhang tussen gebruik van één middel en een ander. Het blijft een belangrijke concrete doelstelling om de beginleeftijd zo veel mogelijk uit te stellen. Dat heeft, gezien de gateway functie, een effect op het algemene druggebruik onder de bevolking. Dus moeten schoolgebonden preventieactiviteiten in de lagere school geïntegreerd worden, congruent met de programma’s in de middelbare school.
Premix drankjes Alcopops zoals breezers en premix drankjes worden evenveel door 2de graders als 3de graders gedronken. Specifieke informatie over de samenstelling en de aard van deze dranken is nodig voor jongeren van 14 tot 16 jaar en hun ouders, die soms veronderstellen dat het alcoholgehalte lichter is. Ook informatie over de functie van het suikergehalte in deze drankjes is nuttig. Suiker heeft een gewenningsbevorderende functie in combinatie met alcohol (“wijn is vies, maar een zoete breezer is lekker”) Zo kan de preventiedienst de marketinginstrumenten en reclame van de producenten aanvullen. In combinatie met zo’n specifiek informatieproject heeft strengere controle op de beschikbaarheid van deze drankjes voor min 16-jarigen, bijvoorbeeld op jongerenfuiven, meer kans op slagen.
Druggebruik en lifestyle De motieven voor gebruik van drugs zijn vooral omdat het lekker is, uit nieuwsgierigheid, omdat het bij het uitgaan hoort. Bij roken is uit verveling een uitschieter en 30% gebruikt cannabis om problemen te voorkomen. De motivatie omdat mijn vrienden het ook doen of om bij de groep te horen wordt veel minder aangevinkt door de scholieren. Gebruik van drugs, ook cannabis, is voor jongeren onderdeel van een lifestyle, een leefstijl. Niet iedereen zijn leefstijl, maar wel een leefstijl die gewoon is. Dat is het uitgangspunt voor gesprekken met deze tieners over drugs. Het heeft weinig zin om te proberen druggebruik (althans cannabisgebruik) voor middelbare scholieren als marginaal te betitelen. Dat druggebruik hoort bij een lifestyle betekent dat ook het druggebruikpatroon kan veranderen door een veranderende lifestyle. Preventie moet zich dus niet enkel richten op druggebruik zelf. Ook je manier van uitgaan, je vrije tijdsbesteding, je omgang met vrienden zijn aangrijpingspunten voor preventie.
© 2005 Peer van der Kreeft, De Sleutel, Gent
B. GEBASEERD OP DE VERKLARENDE ANALYSE: Afkeuring door vrienden Hier heeft het onderzoek een heel duidelijk verband aangetoond. Voor alle producten, uitgezonderd slaap- en kalmeermiddelen, is afkeuring door vrienden een beschermende factor. Een standpunt innemen over legale en illegale drugs kan bijdragen tot minder druggebruik bij een ander. Daarvoor moet je wel de kans krijgen dat te verwoorden. Je mag als ouder of leerkracht niet te snel denken dat gesprekken over drugs toch niets uithalen. Discussielessen op school, gesprekken thuis en debatten in de jeugdbeweging kunnen een klimaat scheppen waarin de goed- of afkeuring kan ingeschat worden. Let er wel op dat het hier gaat om perceptie van afkeuring, en die gaat niet alleen uit van wat de ander zegt, maar ook van wat je veronderstelt dat de ander vindt.
Gebruik door vrienden Gebruik door vrienden is voor alle producten een duidelijke risicofactor voor druggebruik. De inleiding van het onderzoeksrapport wijst op het verschil tussen samenhang en oorzakelijk verband. Betreffende de risicofactor gebruik door vrienden wordt in de samenleving courant een foute redenering gemaakt. Deze risicofactor vertaalt zich in de praktijk niet in het overtuigende gedrag van slechte vrienden die de jongere zouden aanzetten om drugs te gebruiken. Het gaat veeleer om normatief denken: de jongere gaat het gedrag vertonen dat zijn vrienden vertonen (of dat hij veronderstelt dat ze vertonen). Lifeskills lessen die specifiek op dit fenomeen willen ingaan moeten zich dan ook niet toespitsen op weigeringstechnieken, maar op groepsdynamiek: wat gebeurt er als ik bij een groep wil horen. Ook lessen van het hoofdstukje kritisch denken zijn op hun plaats: jonge scholieren overschatten vaak de prevalentiecijfers van 18-jarigen die dronken worden, cannabis roken of andere illegale drugs gebruiken.
Afkeuring en gebruik door ouders Ook hier is het verband sterk: afkeuring is een beschermende factor en gebruik door de ouders vormt een risicofactor voor gebruik. Het gaat dan vooral over legale drugs. De samenhang is voor cannabis minder uitgesproken en is er voor andere illegale drugs hoegenaamd niet. De socio-culturele sector, instellingen voor welzijns- en gezondheidszorg,maar ook de bedrijven die een beleid willen voeren omtrent roken, alcohol of andere drugs, kunnen hier een relevante rol spelen. Afkeuring van druggebruik wordt door ouders soms ondergewaardeerd omdat ze het effect ervan betwijfelen. Voorlichters kunnen ouders het verschil duidelijk maken tussen perceptie van afkeuring en het opgeheven vingertje als versteende uitdrukking. Soms zegt een blik of een zijdelingse verwijzing meer dan een expliciete preek. Verder bevestigt dit resultaat de voorbeeldfunctie van ouders. Zeker voor wat betreft gebruik van alcohol en slaap- of kalmeermiddelen mag dit in
© 2005 Peer van der Kreeft, De Sleutel, Gent
stedelijke, gemeentelijke of provinciale campagnes wel in de kijker worden gesteld. Dat zijn bij uitstek producten die vader of moeder in een heel gewoon geworden patroon gebruiken, zonder over een voorbeeldfunctie na te denken.
Toegang tot het product De sterke samenhang van de aanbodzijde met het gebruik van alle producten, ook andere illegale drugs dan cannabis, maakt ook hiervan een belangrijke risicofactor. De school moet in haar drugbeleid ook maatregelen en protocols opnemen die met drugbezit en distributie te maken hebben. Soms wordt in de polarisatie van preventie en repressie te gemakkelijk gedacht dat de aanbodzijde een werkterrein is voor wetsdienaars. Maar ook strikte controles op school of op schooluitstap inzake illegale drugs zijn op zijn plaats. De gemeentelijke politie die samen met de preventiedienst organisatoren van jongerenfuiven en feestjes samenbrengt om de meest praktische en haalbare oplossingen uit te wisselen voor de leeftijdcontrole voor sterke drank, bier en wijn zet zo een belangrijke stap in de lokale drugpreventie. Daar hoort ook het agendapunt securitydiensten bij, die voor grote events lang niet meer door vrijwillige ouders of oud-leden mogen worden uitgevoerd. Goede en betrouwbare relaties met deze securityfirma’s zijn een voorwaarde voor een effectieve vermindering van de toegang tot illegale drugs.
Risico-inschatting Dit vormt een beschermende factor: wie de risico’s van gebruik hoog inschat, gebruikt minder legale drugs, minder cannabis en veel minder andere illegale drugs. Goede preventie heeft altijd een component voorlichting: informatie over de producten waarin effecten en risico’s naast elkaar worden gezet. Zulke voorlichting op school moet niet per se worden gegeven door de mentor of de klastitularis, evenmin door de leraar godsdienst, zedenleer of sociale vaardigheden. Voorlichting over effecten en risico’s hoort in veel gevallen thuis in de les chemie of biologie. De effecten/risico’s op esthetisch vlak (je adem stinkt ervan, je krijgt bruine nagels, je ogen lijken uit te puilen) passen in sommige scholen bij de lessen hygiëne. En de leraar economie kan uittekenen welke weg de betaling van een pakje cocaïne volgt tussen de klant in onze Euregio en de cocaboer in Columbia: zulke sociale risico’s dragen ook bij tot de risico-inschatting van sommige leerlingen. Maar voorlichting over effecten en risico’s is niet voorbehouden aan het onderwijs. Een lokale of regionale overheid bewijst haar bewoners een grote dienst door ook op het internet een aantrekkelijke, leesbare en vooral correcte weergave te doen van de feiten over drugs.
© 2005 Peer van der Kreeft, De Sleutel, Gent
Activiteiten buitenshuis Het onderzoek toont een cruciaal verband aan tussen uitgaan (in de vragenlijst onder de noemers fuif, café, dancing, jeugdhuis, optreden) en druggebruik behalve kalmeeren slaapmiddelen. Partywise.be biedt voor Vlaanderen prima materiaal aan voor initiatieven van selectieve preventie: sensibilisatie en voorlichting voor de jonge genieters van het uitgaansleven. De campagnes geven ook voldoende aandacht aan harm reduction boodschappen. Uiteraard is het oppassen geblazen als je zulk voor het hard core uitgaansleven bedoelde materiaal gaat verdelen op school, waar je een veel breder publiek bereikt. Of op de openbare weg zoals de City Parade in Gent, op momenten dat daar veel jonge tieners rondlopen. Zowel in Nederland als in België zijn er groepen peer-to-peer werkers die gericht zijn op uitgaansplekken. Dat zijn niet altijd dancings, maar in de summer campaigns vakantieoorden, meestal aan de kust. De expertise die deze vrijwilligers hebben opgebouwd om met jongeren ongekunsteld te praten over hun uitgaansleven kan vertaald worden naar de kuststeden in Zeeland en West-Vlaanderen.
Probleemgedrag De verbanden die het onderzoek aantoont op voor roken of dronkenschap en voor illegale drugs (behalve cannabis), maken ook hier een risicofactor van. Op preventief vlak betekent dit in sommige gevallen een mogelijkheid voor selectie van groepen, op school of daarbuiten, waar we met harm reduction strategieën kunnen werken. Ook specifieke voorlichting over de drugs waar de jongeren mee in contact komen kan onderwerp van gesprek zijn. De bijzondere jeugdzorg en de jeugdwerking voor risicogroepen zijn partners die betrokken moeten worden. Voor ouders van jongeren die ernstig of minder ernstig probleemgedrag vertonen, is het Tupperware project dat in Nederland zowel als in België al ingang heeft gevonden, een good practice die zowel voor universele preventie als selectieve preventie toepasbaar is.
Zelfbeeld Met roken en gebruik van slaap- en kalmeermiddelen is er een sterk beschermend verband, ook met alcohol en cannabis, maar niet met andere illegale drugs. Hier ligt een taak voor zowel het onderwijs als de jeugdsector om de juiste toon te zoeken voor opkrik campagnes: het is goed dat jij er bent. Als algemene preventie is dat een onmisbare onderbouw voor meer specifieke drugprogramma’s of –projecten. Daar kan, met het oog op het sterke verband met niet voorgeschreven medicatie, ook de nadruk gelegd worden op zelfmedicatie. Samenwerking met apothekers, de lokale gezondheidsdiensten en de preventie-instanties kan rond het thema hoe kun je iets bij jezelf veranderen? een effectieve bijdrage leveren.
© 2005 Peer van der Kreeft, De Sleutel, Gent
Assertiviteit in de klas Dit gedrag (getoetst aan de vragen “Ik vind het vervelend om voor de klas te komen - Als de leerkracht boos is op mij, voor iets wat ik niet gedaan heb, durf ik dat best zeggen - Als de leerkracht mij iets vraagt in de klas, voel ik mij verlegen - Als ik namens mijn klas iets moet zeggen tegen de leerkracht, dan durf ik dat best”) is in tegenstelling tot wat sommige mensen zullen denken
een risicofactor voor gebruik van drugs, inclusief cannabis. Het verband is er niet voor andere illegale drugs. Voor preventie op school impliceert deze vaststelling dat je ook aan deze groep jongeren, als je ze kunt samenbrengen, selectieve preventie kunt aanbieden: drugspecifieke informatie en harm reduction voor jongeren die zich assertief opstellen en dus meer risico lopen om te experimenteren. Buiten school biedt dit een belangrijk element voor sensibilisatie omtrent druggebruik bij tieners. Zowel voor volwassenen als voor jongeren is het nodig om duidelijk te maken dat cannabisgebruik niet hetzelfde is als een problematische situatie en evenmin samenhangt met een zwak sociaal profiel.
Jongen of meisje Jongens lopen meer risico op dronkenschap of frequent cannabisgebruik, meisjes op gebruik van kalmeer- en slaapmiddelen. Behalve dit klaar en duidelijke verschil dat uit het onderzoek blijkt, zijn er nog verschillen in gebruikspatroon tussen jongens en meisjes die ook in andere onderzoeken worden getoetst. Bovendien veranderen of verschuiven die patronen nog eens extra in de leeftijdperiode van 14-18 jaar. Dat is niet alleen een reden om dat gender aspect nader te onderzoeken, maar ook om voor lessen over drugpreventie de klas af en toe op te splitsen in een jongens- en een meisjesgroep. Als het gebruikspatroon en de beleving van alcohol drinken, dronken of stoned worden verschilt tussen jongens en meisjes, verschillen ook de strategieën om dat te voorkomen. Er zijn manuals voorhanden om zulke aparte lessen te geven.
© 2005 Peer van der Kreeft, De Sleutel, Gent