Aan: Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Postbus 20019 2500 EA ’s Gravenhage
Van: Natuur- en Milieuvereniging gemeente Heusden (NMVH) Zonnebloemlaan 213, 5151 TA Drunen. hierna ook te noemen : “belanghebbende”
Datum: 6 maart 2013
Betreft: Beroepschrift van de in de gemeente Heusden gevestigde Natuur- en Milieuvereniging gemeente Heusden (NMVH) tegen het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan Heusden Buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Heusden op 18 december 2012 hierna ook te noemen: bestemmingsplan-. Dit beroep wordt volledig ondersteund door de te Tilburg gevestigde Stichting Brabantse Milieufederatie (BMF) die met de NMVH zienswijzen indiende, maar wegens capaciteitsbeperkingen moet afzien van een verdere procedure.
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
Geachte Raad, De gemeenteraad van de gemeente Heusden heeft in haar vergadering van 18 december 2012 besloten tot vaststelling van een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Heusden. Gemeld besluit is met ingang van 7 februari 2013 ter inzage gelegd. In het voorbereidingstraject van gemeld bestemmingsplanwijzigingsbesluit heeft het College van Heusden het ontwerp “Bestemmingsplan Heusden Buitengebied“ ter inzage gelegd, waarop belanghebbende tijdig zienswijzen heeft ingediend.
Belanghebbende heeft een aantal bezwaren tegen het bestemmingsplan, welke zij hierna aan de orde stelt:
1. De kwaliteiten van het buitengebied -en dan vooral die van natuur en landschapvan de gemeente Heusden zijn in het bestemmingsplan onvoldoende benoemd en door-vertaald en daardoor onvoldoende beschermd. Naast de uitdrukkelijk tot “natuur” en “bos” bestemde gebieden zijn er in het buitengebied nog andere te beschermen kwaliteiten, waaronder bijvoorbeeld: restanten van het oude slagenlandschap, oude cultuurlandschappen, zoals in “de Bosschen” met haar zandpaden, mooie cultuurhistorisch zeer waardevolle oude eiken houtwal en de oude beukenbossen met de daartussen gelegen wei/akkerlandjes, deel uitmakend van de in de gemeentelijke structuurvisie (21 juli 2009) opgenomen centrale landschapszone, landschappelijke zone met recreatieve potentie (onderdeel deelgebied parkzone, Ontwikkelingsvisie Buitengebied d.d. 20 juli 2010). Ook zijn er dassenburchten, vogelweidegebieden en is er een zandafgraving met zeer zeldzame glanswieren, teer vederkruid, kruipende moerasweegbree en oeverkruid. Als de waarden van een gebied in het bestemmingsplan beter kenbaar zijn, kunnen zij beter worden beschermd, kan er een zorgvuldiger afweging worden gemaakt en Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
kunnen er voorrangsregels worden opgenomen. Het enkel terugvallen op bijvoorbeeld de Groen Blauwe Mantel beschermt wellicht de provinciale belangen goed, maar is voor de specifieke bescherming te globaal. De flora- en faunawet beschermt wel de flora en fauna, maar in het bestemmingsplan dienen de randvoorwaarden te worden beschermd om aantasting van “de omgeving” te voorkomen. Schaalvergroting en intensivering van de landbouw zijn zeer schadelijk voor natuur en landschap. Er zijn minder heggen en ruige perceelranden, er is minder braakliggend land en er is minder variatie in gewassen. Daarnaast is er een gebrek aan insecten en aan onkruiden, voedsel dus, vanwege het gebruik van pesticiden en herbiciden. In de voormalige bestemmingsplannen was er nog enige specifieke bescherming, doordat gebieden werden aangeduid met bijvoorbeeld “agrarisch gebied met landschappelijke waarden en/of natuurwaarden. Slechts de kwaliteit “openheid” is nu benoemd, met daarnaast de gebieden: Cultuurhistorisch vlak van de Beerse en Baardwijkse Overlaat, de provinciale Groenblauwe mantel en de EHS-zones. De Verordening Ruimte (hierna te noemen : VR) 2012 van de provincie Noord Brabant stelt in artikel 2 uitdrukkelijk dat het bestemmingsplan dient bij te dragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke / landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied van Heusden. Zoals hiervoor aangegeven is de doorvertaling van de in het buitengebied aanwezige kwaliteiten onvoldoende concreet. De landschappelijke waarden én de natuurwaarden moeten in het bestemmingsplan beter worden benoemd, zodat zij beter kunnen worden beschermd. De commissie MER gaf in haar advies aan dat het PlanMER geen inzicht gaf in welke door de Flora- en Faunawet beschermde soorten in het Heusdense buitengebied voorkomen, waar die soorten zich bevinden en welk beschermingsregime voor de betreffende soort geldt. Zo blijven de mogelijke effecten op de beschermde soorten van de ontwikkelingsmogelijkheden in het bestemmingsplan buiten beeld. Zo is niet inzichtelijk in hoeverre de Flora- en Faunawet de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat.
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
Naar aanleiding van deze kritiek is planMER aangevuld. (paragraaf 8.1.2.) In deze paragraaf wordt ingegaan op de effecten van ontwikkelingsmogelijkheden op de beschermde soorten door de verzuring, de schaalvergroting van bedrijven en de hydrologische veranderingen. De effecten van de ontwikkelingsmogelijkheden worden “licht negatief” en in ’n enkel geval als “negatief” ingeschat. Onder meer opvallend is dat niet blijkt dat is gelet op het effect van de plastic tunnelkassen (die er in het hele buitengebied mogen komen) op de kwaliteit van flora, fauna en hydrologie. De constatering van de (licht) negatieve effecten heeft tot nu toe ten onrechte niet geleid tot goede aanpassingen in het bestemmingsplan die de bestaande natuurwaarden degelijk beschermen. De vraag “welk beschermingsregime voor de beschermde soorten in het bestemmingsplan is opgenomen” is ten onrechte onbeantwoord gebleven. Slechts algemene mogelijkheden worden aangegeven: “de best beschikbare technieken in de stallen toepassen”(ammoniak), “er kunnen landschapselementen in de ontwikkelingsplannen worden opgenomen”(schaalvergroting), “rond kwetsbare zones kunnen bufferzones worden ingesteld” (hydrologie).
2. Het water heeft overal de bestemming “water”, ook daar waar het water midden in een natuurgebied ligt of grote natuurwaarden kent. Te midden van natuurgebieden gelegen water, dan wel water met grote natuurwaarden dient de beschermende bestemming “natuur” te krijgen. Zo zijn onlangs in de Zandafgraving van de Baardwijkse Overlaat niet alleen zeer zeldzame glanswieren (doorschijnend glanswier, kleinhoofdig glanswier, sierlijk glanswier en donker glanswier) aangetroffen, maar ook het zeer zeldzame teer vederkruid, de zeer zeldzame kruipende moerasweegbree en het zeldzame oeverkruid. In gebieden zoals deze Zandafgraving dienen de natuurbelangen leidend te zijn en is de bestemming “natuur” op zijn plaats. In een soortgelijk geval achtte U, Raad van State, wanneer de natuurfunctie boven de waterhuishoudkundige functie staat, de bestemming “natuur” passender is. (zie 201003878/1/R3 Alphen-Chaam)
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
De bestemming “natuur” dient met name ook te worden toegekend aan de in de natuurgebieden (EHS) gelegen wateren. In het natuurbeheerplan Noord-Brabant zijn deze wielen, eendenkooien, poelen en andere wateren ook aangeduid met een specifiek natuurtype.
3. De extensiveringsgebieden staan niet op de Verbeelding (plankaart). Dit dient alsnog te gebeuren. Dit is ernstig, want ook het slot op de muur van VR 9.2 lid 1 sub c is niet vertaald. De gemeente stelt dat dit gebied vanwege de leesbaarheid van het plan niet op de kaart is opgenomen. (en omdat het verwevingsgebied wél is opgenomen en de gemeente geen landbouwontwikkelingsgebied kent er toch duidelijkheid zou bestaan) Het argument van de gemeente dat in de VR de extensiveringsgebieden én de gebieden waarvoor geen zonering geldt zouden zijn gelijkgesteld, zodat het extensiveringsgebied materieel wél verwerkt zou zijn, vinden wij allesbehalve afdoende. Volstrekte duidelijkheid en degelijkheid is hier nodig.
4. De Intensieve veehouderij ( IV-bedrijf) aan de Oosterseweg 15 te Elshout is een biologische varkenshouderij maar óók een Intensieve veehouderij en dient als zodanig (IV) op de plankaart te worden opgenomen. (zie ook reactieve aanwijzing van de provincie) 5. Bouwvlakken voor agrarische bedrijven -ook die voor grondgebonden bedrijven- mogen niet groter zijn dan 1,5 ha, zulks i.p.v. de in artikel 3.7.2 van het bestemmingsplan toegestane maximale grootte voor grondgebonden agrarische bedrijven van maximaal 2,5 ha. (de mogelijke schaalvergroting tot 2,5 ha is ten onrechte niet meegenomen in PlanMER.) Het buitengebied is er voor iedereen en iedereen is voor zijn welbevinden (lichamelijke en fysieke gezondheid) afhankelijk van een buitengebied dat “in balans” is. Agrariërs zijn heel belangrijke gebruikers en beheerders van het buitengebied. Zij zijn voor hun inkomen afhankelijk van de opbrengst van hun land. Vooral door de heel grootschalige agrarische ontwikkelingen in het buitengebied van de afgelopen tientallen jaren -wenselijk voor een productie en inkomen op een aanvaardbaar niveau- staat de kwaliteit van het buitengebied (natuur, landschap, biodiversiteit en duurzaamheid) nu onder enorm grote druk.
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
Om een aanvaardbare situatie te creëren dient een beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of extensieve recreatieve mogelijkheden. Het gaat er dus niet alleen om dat de bestaande kwaliteit niet verder achteruit gaat , maar dat die kwaliteit bij ruimtelijke ontwikkelingen gaat toenemen. Aldus ook de VR, die verder zegt dat “de omvang van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling , in het bijzonder wat betreft omvang van de beoogde bebouwing, past in de omgeving”. Grondgebonden agrarische bedrijven kunnen nu in het bestemmingsplan hun bouwvlakken vergroten van maximaal 1,5 ha tot mogelijk 2,5 ha. Daarnaast mag er op basis van het bestemmingsplan nu nóg hoger (10 meter i.p.v. de tot nu toe gebruikelijke 8 meter!) worden gebouwd. (met gebruikmaking van een omgevingsvergunning kunnen bedrijfsgebouwen in het buitengebied zelfs 12 meter hoog worden.) Een mogelijkheid tot reële kwaliteitsverbetering lijkt hierdoor heel ver weg. Ook voor grondgebonden bedrijven dient het bouwvlak maximaal 1,5 ha te zijn, zo mogelijk -net als bij de IV-bedrijven- met de voorwaarde dat 10 % van een 1,5 ha groot bouwvlak van erfbeplanting wordt voorzien. Belanghebbende begrijpt niet heel goed waarom -bij zorgvuldig gebruik van ruimtegrondgebonden bedrijven een groter bouwvlak nodig hebben dan een bedrijf met een intensieve veehouderij. Deze visie sluit aan bij de afspraken die begin februari 2013 tijdens het zogenaamde Brabantberaad (met als deelnemers o.m. de provincie, gemeenten, ZLTO, BMF, Brabants Landschap, burgers, agribedrijven, gezondheidsadviseurs) in St Michielsgestel zijn gemaakt. Blijkens de slotverklaring van dit beraad zijn o.m.: a. de algemene uitgangspunten: - de nieuwe denklijn geldt voor alle vormen van veehouderij - Brabant zet zich in voor verduurzaming en vernieuwing van de veehouderij - Leidend zijn gezondheid en een integrale benadering van duurzame landbouw en gezonde voeding b. Conclusies o.m.: - Bestaand beleid en regelgeving blijven gehandhaafd tot de nieuwe aanpak zich heeft bewezen en is ingevoerd - Overheden verbinden zich om snel en adequaat regelgeving aan te passen - Bedrijven profileren zich op duurzaamheid, maatschappelijke en landschappelijke inpassing
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
-
-
-
Uitbreiding van bebouwing en bouwblok wordt alleen mogelijk via de maatlat Uitsluitend in bijzondere gevallen, om overbelaste situaties op te lossen en passend binnen de gebiedsprofilering worden uitbreidingen boven de 1,5 ha via maatwerk
mogelijk Marginale uitbreidingen boven de 1,5 ha t.b.v. landschappelijke inpassing worden bespreekbaar Grondgebonden veehouderij is voor veel ondernemers een kansrijk en duurzaam perspectief en zal worden verankerd binnen de maatlat en kan basis zijn voor uitbreidingen boven de 1,5 ha bouwblok.
Mede ook gezien de uitkomsten van gemeld beraad dient te worden voorkomen dat het bestaand beleid wordt uitgebreid tot de mogelijkheid van een uitbreiding voor grondgebonden agrarische bedrijven tot een grootte van maximaal 2,5 ha. Het bestemmingsplan is nu nog geen bestaand beleid aangezien het nog niet is ingevoerd omdat de beroepstermijn nog niet is verstreken en vervolgens op grond van de gevraagde voorlopige voorziening op dit punt (hopelijk) wordt geschorst. Belanghebbende acht het van groot belang dat de uitbreiding van bouwvlakken tot maximaal 2,5 ha op dit moment -in afwachting van nieuwe provinciale regelgevingin de ijskast gaat. Ook dient te worden voorkomen dat in geval straks in de nieuwe regelgeving bestaande rechten worden uitgezonderd, daarop een beroep kan worden gedaan door diegenen die met gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid van het college een bouwvlak van 2.5 ha zouden kunnen krijgen. Goed nieuw beleid -dat belanghebbende verwelkomt- dient in het geheel niet te worden gefrustreerd.
6. Kwaliteitsverbetering: landschappelijke inpassingsplannen zijn onvoldoende geregeld Mede om aan de hiervoor bedoelde kwaliteitseisen te voldoen moet er bij een ontwikkeling in het buitengebied voor worden gezorgd dat de bebouwing op het gehele bouwvlak goed landschappelijk wordt ingepast. Niet alleen de VR rept hierover, maar ook de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010” (hierna ook te noemen: ontwikkelingsvisie). Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
In de ontwikkelingsvisie zijn daarvoor per landschappelijk deelgebied ontwerprichtlijnen opgenomen die er mogelijk voor kunnen zorgen dat de beeldkwaliteit van het gebied blijft behouden of verbetert. Voor ontwikkelingen in het buitengebied is er in het bestemmingsplan veelal de volgende voorwaarde opgenomen: “er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden”. Uit artikel 2.2 lid 1 van de VR blijkt dat “financieel, juridisch en feitelijk is [ /moet zijn] verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van etc.” In de toelichting op de VR staat onder meer : “De kwaliteitsverbetering van het landschap moet op het moment van vaststelling van het planologisch besluit (bestemmingsplan, wijzigingsplan of omgevingsvergunning) van de gemeente zijn zeker gesteld. Ook moet duidelijk zijn dat er inderdaad sprake is van versterking van de landschapskwaliteiten. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een verwijzing naar afspraken op regionaal niveau, een door de gemeente vastgesteld of erkend landschapsplan of uit een advies van onafhankelijke landschapsdeskundigen over de voorgestelde ingreep”. Om aan de (meestal) landschappelijke inpassing van bebouwing te voldoen moet er een gedegen erfbeplantingsplan worden gemaakt, waarbij duidelijk wordt waar welke beplanting wordt aangebracht en hoe die beplanting vervolgens wordt onderhouden. Niet slechts een tekening waarop de plantvakken staan aangegeven met daarbij een lijstje met de te planten bomen, struiken etc.
Een goed erfbeplantingsplan dient in te houden: A. Algemeen.
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
-
Een tekening waarop staat aangegeven waar welke beplanting is geprojecteerd ; De kwaliteit van de te beplanten grond: zand, klei, droog, nat en de dikte van de teellaag; B. Per beplantingsvak: 1. de lengte, de breedte en de oppervlakte ervan; (noodzakelijk om bij IV-bedrijf de 10 % erfbeplantingsoppervlakte te kunnen vaststellen) 2. een plantenlijst met de aantallen; 3. het plantverband en de menging; 4. de grondbewerking; 5. het beheer gedurende de eerste seizoenen én het beheer op termijn op termijn (bv hoe hoog dient de geprojecteerde (afscherm)haag te worden; wanneer en hoe gaat het snoeien en terugzetten van een houtwal).
Pas als deze gegevens helemaal compleet zijn, kan een deskundige, die verstand heeft van landschap, bomen en struiken, die de kwaliteit van de grond kan beoordelen en die verstand heeft van onderhoud (en die dan ook moet weten welke bebouwing waar komt en hoe hoog die bebouwing wordt) gaan beoordelen of de volgroeide beplanting in de toekomst het beoogde effect van de ter plaatse gewenste landschappelijke kwaliteit heeft. Het argument van de gemeente, dat stelt dat het lastig is om het beheer in het plan op te nemen, aangezien dat moeilijk gecontroleerd zou kunnen worden, vindt belanghebbende mager. De door belanghebbende ingeziene en door de gemeente goedgekeurde erfbeplantingsplannen (zij maakten deel uit van de in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingswensen) voldoen niet aan gemelde criteria en zijn praktisch allemaal beneden de maat. Het is dan ook zeer onduidelijk of het beoogde doel (verwoord in de VR) is zeker gesteld. Als er niet serieus werk wordt gemaakt van een goede erfbeplanting, holt ,-ondanks het mooie beleid- de kwaliteit van het landschap hard achteruit.
7. Kwaliteitsverbetering: de zekering van een blijvende handhaving daarvan is onvoldoende
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
Het erfbeplantingsplan moet worden gerealiseerd én er dient te worden gezorgd voor een blijvende handhaving/nakoming van de afspraken in het plan vastgelegd. De borging kan geschieden in het bestemmingsplan zelf door een bestemming op het bouwvlak en de daarbij behorende regeling, dan wel via het vestigen van kwalitatieve verplichtingen. Een stevige verankering. Dit geeft meteen veel duidelijkheid en een opvolgend eigenaar / gebruiker van het desbetreffende perceel is rechtstreeks gebonden. De gemeente heeft ervoor gekozen de borging te regelen door middel van het afsluiten van een desbetreffende overeenkomst met de initiatiefnemer. De overeenkomsten die de gemeente kennelijk op het oog heeft, zijn de overeenkomsten zoals die behoren bij de in dit bestemmingsplan gehonoreerde ontwikkelingswensen. In zo’n overeenkomst staat o.m. : Artikel 4 vervreemding/ overdracht contractpositie 4.1 Vervreemding van de onroerende zaak waarop de tegenprestatie is verricht, dan wel de vestiging van welk recht dan ook op de onroerende zaak, laat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de initiatiefnemer ten aanzien van de instandhouding van de tegenprestatie onverlet. 4.2 De initiatiefnemer verbindt zich de in deze overeenkomst opgenomen verplichtingen, bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van de in de tegenprestatie omschreven onroerende zaak, alsmede bij elke verlening van enig goederenrechtelijke of persoonlijke gebruiks- of genotsrecht, aan de nieuwe eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker op te leggen en ten behoeve van dezen aan te nemen en, in verband daarmede, in een akte tot levering, vestiging van beperkt gebruiks- of genotsrecht of verlening van een persoonlijke gebruiks- of genotsrecht woordelijk op te nemen, behoudens de vervanging van de naam van de initiatiefnemer door die van de nieuwe (gebruiks- of genots)gerechtigde. Artikel 8 Niet nakoming van de verplichtingen door de initiatiefnemer 8.1 De Gemeente kan bij niet-nakoming, niet tijdige nakoming of niet behoorlijke nakoming van het bepaalde in artikelen 2, 3 en 4 de initiatiefnemer een boete
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
opleggen van € 100,-- voor elke dag dat de niet (tijdige/behoorlijke) nakoming voortduurt, één en ander onverminderd het recht van de Gemeente om alsnog nakoming en schadevergoeding te verlangen, met een maximum van 200% van de totale compensatie. Belanghebbende vindt met bedoelde overeenkomst de borging van de kwaliteitsverbetering/ landschappelijke inpassing zeer onvoldoende is verzekerd, en wel hierom: - élke opvolgende gebruiker/eigenaar dient middels een stevig geformuleerd kettingbeding te worden gebonden. Dit gebeurt in deze overeenkomst niet goed. De tekst is onduidelijk. De tekst analyserend komt het er op neer dat de initiatiefnemer zich verbindt om de in de overeenkomst opgenomen verplichtingen bij overdracht aan zijn opvolger op te leggen en (vrij vertaald) in verband daarmee in de overdrachtsakte woordelijk op te nemen, behoudens de vervanging van de naam van de initiatiefnemer door die van de opvolger. Dus in verband met de overdracht van zijn verplichtingen aan de opvolger moet de initiatiefnemer de verplichtingen woordelijk opnemen. Dat lijkt duidelijk, de opvolger moet weten waar hij aan toe is. Maar dan komt vervolgens uit de lucht vallen “behoudens de vervanging van de naam van de initiatiefnemer door die van de opvolger”. Er staat niet dat de opvolger(s) zijn (hun) opvolgers(s) moeten binden. Je kunt hier raden wat de bedoeling is, maar het is gewoon niet goed geformuleerd (zeker gesteld) en dat is een misser. - het op zich nemen van de verplichtingen door de opvolger wordt ten behoeve van “dezen” aangenomen; de tekst volgend is “dezen” de oplegger, terwijl er ten behoeve van de gemeente dient te worden aangenomen, die moet partij worden. - de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer (en zijn erfgenamen) ná de overdracht met oplegging verplichtingen is niet geheel duidelijk; - de belangrijke boetebepaling is erg onduidelijk: a. is slechts de boete van € 100 per dag voor niet tijdige of onbehoorlijke nakoming gemaximaliseerd op 200% van de compensatie; (en is de tekst ”een en ander onverminderd het recht van de gemeente om alsnog nakoming en schadevergoeding te vorderen” een tussenzinnetje, waardoor de schadevergoeding niet gemaximaliseerd is;
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
-
b. Is de boete van € 100 per dag niet gemaximaliseerd en slaat de maximalisatie op de schadevergoeding; c. Is het maximum van boete + schadevergoeding 200 % van de compensatie; d. Bestaat de compensatie uit het bedrag dat de initiatiefnemer aan de gemeente op grond van artikel 7 van de overeenkomst aan de gemeente moet voldoen in geval de gemeente wordt aangesproken voor planschade. (dit is de enige plaats waar in de overeenkomst sprake is van compensatie) Dit kan betekenen dat de boete en/of schadevergoeding nihil is/zijn als er geen sprake is van planschade; of wordt een (slechte) link bedoeld naar het compensatiebedrag vermeld in de bijlage van de overeenkomst, de waarde van de investering in het landschap;; e. hoe stel je hier schade vast; kan de gemeente niet beter óók het recht krijgen om op kosten van de initiatiefnemer /zijn opvolgers de beplanting aan te leggen en te onderhouden (wel prettig als dan het nodige onderhoud ook duidelijk is)
8. A. De landschappelijke inpassing is voor wat betreft het erfbeplantingsplan van de aan de initiatiefnemers in het bestemmingsplan toegekende ontwikkelingswensen is -mede in acht genomen het hiervoor onder 6 gemelde- onvoldoende en derhalve moet de hiervoor in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkeling niet worden toegestaan voor wat betreft de percelen: 1. Achterweg 16 Herpt 2. Bernsestraat 9 Herpt 3. Bokhovenseweg 2 Hedikhuizen 4. Bosscheweg 66 Drunen 5. De Omloop 10 Haarsteeg (bij dit IV-bedrijf is ook niet duidelijk of inderdaad de 10% erfbeplanting wordt gerealiseerd) 6. Dekkerseweg Elshout 7. Groenewoud 1 Herpt 8. Groenewoud 37 Drunen 9. Groenstraat 18 Hedikhuizen 10. Honderdbunderweg 1 Drunen 11. Kanaalweg 8 Drunen
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
12. Oosterseweg 15 Elshout 13. Vendreef 8 Vlijmen 14. D’Oultremontweg 26 Elshout (zelfs geen tekening toegevoegd) 15. Groenstraat 14 Herpt 16. Grotestraat 41 te Heesbeen (zelfs geen tekening toegevoegd) 17. Maashoeveweg 2 Haarsteeg 18. Vendreef 1 Vlijmen 19. Vendreef 3 Vlijmen 8
B. De landschappelijke inpassing is voor wat betreft de borgingsovereenkomst –in acht genomen het hiervoor onder 7 gemelde- onvoldoende, en derhalve moet op grond hiervan de hiervoor in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkeling niet worden toegestaan voor wat betreft de percelen: a. Alle hiervoor onder 8 A onder 1 tot en met 20 genoemd, alsmede: b. Duinweg 17 Drunen (inclusief rectificatie wegens kennelijk schrijffouten) c. Oosterseweg 1 Elshout d. Groenstraat 14 Herpt
9. Ook bij (latere) nieuwbouw/verbouwing binnen een bij of na in werking treden van
dit bestemmingsplan toegekend bouwvlak (nieuw, gewijzigd of vergroot), c.q. bij hoger bouwen dan tot nu toe als recht mogelijk is dient er bij het verlenen van de omgevingsvergunning gelet te worden op landschappelijke inpassing. De Verordening Ruimte (VR) van de provincie stelt dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de kwaliteit van het gebied aantoonbaar moet verbeteren. De VR verstaat onder “ruimtelijke ontwikkelingen”: • bouwactiviteiten én • planologische gebruiksactiviteiten. De gewenste kwaliteitsverbetering zal meestal gebeuren door goede landschappelijke inpassing. In de toelichting op de VR staat uitdrukkelijk: “De kwaliteitsverbetering van het landschap moet op het moment van vaststelling van het planologisch besluit (bestemmingsplan, wijzigingsplan of omgevingsvergunning) van de gemeente zijn zeker gesteld.”
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
In het bestemmingsplan is die inpassing niet goed door vertaald omdat daarin alleen naar landschappelijke inpassing wordt gekeken in geval bij een bestemmingsplanwijziging een bestemming wordt gewijzigd, een nieuw bouwvlak wordt gecreëerd, de vorm van een bouwvlak wordt veranderd, dan wel een bouwvlak wordt vergroot, en derhalve de landschappelijke inpassing -in strijd met de VR- onvoldoende aan de orde komt bij de ruimtelijke ontwikkeling die “bouwen” heet. Uit contact met medewerkers van de provincie bleek dat de provincie bij de landschappelijke inpassing niet zo let op de hoogte van de bouwmassa (behalve bij IV-bedrijven), maar meer op het bij-de-grondse-bouwvolume. Indien dat het feitelijke uitgangspunt is, doet dat ernstig tekort aan goede landschappelijke inpassing. De regels van de VR en op de toelichting daarop onderbouwen dat uitgangspunt niet. Hoe dan ook: belanghebbende ziet graag een gedegen landschappelijke inpassing.
Het betreft twee -eenvoudig te repareren- gaten: a. In geval, na inwerkingtreden van het nieuwe bestemmingsplan een nieuwe/vergrote/gewijzigde bouwvlakken worden toegekend, dan wel bestemmingen worden gewijzigd (in veel gevallen is dan ook landschappelijke inpassing vereist) wordt de landschappelijke inpassing waarschijnlijk afgestemd op de op dat moment geplande/aanwezige bebouwing ( en niet op de bouwmogelijkheden die het (nieuwe) bouwvlak biedt). Later kan nieuwe bouwmassa zonder nieuwe inpassingsverplichting worden toegevoegd. Dat kan de gewenste landschappelijke inpassing frustreren. Oplossing : aan de afgifte van een latere omgevingsvergunning (met betrekking tot de hier bedoelde bouwvlakken, waaronder begrepen die waarvan de bestemming is gewijzigd) opnieuw de voorwaarde verbinden dat de nieuwe bouwmassa landschappelijk wordt ingepast. b. Alle bestaande bedrijven krijgen nu zonder verplichting tot inpassing extra ruimte en mogen zonder toestemming tot 10 meter hoog bouwen (was vroeger praktisch altijd 8 meter, op enkele loon-, toeleverings-, afzet-, en veehandelsbedrijven na én bedrijven aan de Naulandseweg en het westelijk gedeelte van de Kapelstraat). Bij dit planologisch besluit krijgen in strijd met de VR (bijna) alle betrokkenen derhalve planologische gebruiksactiviteiten zonder dat er landschappelijk hoeft te worden ingepast. [Uit de toelichting VR blijkt dat
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
in tegenstelling tot de werking van VR art 2.1, waar de zorgplichtbepaling geen betrekking heeft “op ruimtelijke ontwikkelingen welke zich voltrekken binnen het kader van een geldend bestemmingsplan, met inbegrip van de uitwerking daarvan en van de binnenplanse en buitenplanse afwijkingsmogelijkheden etc.”, de werking van de in VR art. 2.2 bedoelde landschappelijke inpassing wél geldt voor alle rechten die ruimer zijn dan de thans werkelijk bestaande (die zonder toestemming voor de afwijking kunnen worden gerealiseerd). Is nu nog geen vergunning afgegeven voor het bouwen hoger dan de als recht bestaande 8 meter, dan is voor hoger bouwen altijd landschappelijke inpassing nodig. Oplossing: de maximale bouwhoogten als recht houden op het niveau van vóór de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan én hogere bouwhoogtes toestaan mits in/bij de omgevingsvergunning landschappelijke inpassing wordt zeker gesteld. De hierboven gesignaleerde gaten moeten worden gedicht, hetgeen betekent dat het bestemmingsplan op een aantal plaatsen dient te worden aangepast.
10. Teeltondersteunende voorzieningen (art. 3.2.3) en de afwijkingsmogelijkheden in artikel 3.3.4. Artikel 3.2.3. onder c luidt: “buiten het bouwvlak zijn de volgende teeltondersteunende voorzieningen en permanente palen ten behoeve van hoge tijdelijke teeltondersteunende (constructies) toegestaan: 1. Lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, met uitzondering van de nieuwvestiging van plastic- of glazen constructiesin het gebied van de Baardwijkse Overlaat ten zuiden van de Koningsvliet en ten noorden van het Drongelens Kanaal; 2. Palen ten behoeve van hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen met een maximale bouwhoogte van 4 m, uitsluitend ter plaatse van het perceel N 1573; 3. Hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen met een maximale oppervlakte van 1,5 ha per bedrijf, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding “openheid”. Blijkens artikel 3.3.4 kan bij omgevingsvergunning toch van het bepaalde in lid 3.2.3, sub c onder 3 (zie hierboven) worden afgeweken, indien deze voorzieningen noodzakelijk zijn voor de agrarische bedrijfsvoering én het
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
landschap, de waterhuishouding en omliggende functies niet niet in onevenredige mate worden aangetast/belemmerd. Opmerkingen: a. In artikel 1 dient onder bl te worden aangegeven dat de hoge teeltondersteunende voorzieningen niet hoger mogen zijn dan 4 meter, zulks conform de hoogte die (wél) in de toelichting staat vermeld; b. Uit de formulering van lid 1 zou kunnen blijken dat het gehele cultuurhistorisch vlak van de Beerse en Baardwijkse Overlaat (met als noordgrens de Koningsvliet en als zuidgrens het Drongelens kanaal) is vrijgesteld van lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen. Uit nader overleg met de gemeente bleek dat hier niet het gehele cultuurhistorisch vlak wordt bedoeld, maar slechts het westelijke (Baardwijkse) gedeelte. De begrenzing is, wat ons betreft, niet helemaal duidelijk. c. in het gehele cultuurhistorisch vlak van de Baardwijkse en Beerse overlaat dienen zonder afwijkingsmogelijkheden niet slechts lage, maar ook hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten de bouwvlakken verboden zijn; d. in de gebieden waar de openheid wordt beschermd met de aanduiding “openheid”, dienen -zonder afwijkingsmogelijkheden- lage én hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten de bouwvlakken verboden te zijn; e. in gebieden die als groenblauwe mantel worden beschermd omdat zij zijn bestemd voor behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en de kenmerken van de onderscheidene gebieden, dienen -zonder afwijkingsmogelijkheden- lage én hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten de bouwvlakken verboden te zijn. f. De gebieden met zowel de bescherming openheid als groenblauwe mantel, dienen helemaal goed te worden beschermd en daar dienen zeker -zonder afwijkingsmogelijkheden- lage én hoge teeltondersteunende voorzieningen buiten de bouwvlakken verboden te zijn. In dit gebied liggen o.m. ook te beschermen vogelweidegebieden en een dassenburcht.
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9
11. Lichtmasten bij Natura 2000-gebieden en bij EHS-gebieden. In het belang van de waarden die de natura 2000-gebieden en de EHS-gebieden dienen te beschermen, dient in deze gebieden de duisternis te worden beschermd. Dat betekent dat lichtmasten (die maximaal 12 meter mogen zijn) in de buurt van deze gebieden geen invloed mogen hebben op de duisternis van deze gebieden en dus in hoogte zodanig worden beperkt (tot bijvoorbeeld 8 meter), terwijl de afstand van de masten tot bedoelde gebieden, zodanig groot moet zijn dat zij geen uitdrukkelijk licht werpen (van belang: de lichtsterkte en lichtrichting) op bedoelde gebieden. Deskundigen dienen de maten (hoogte, afstand en sterkte -en mogelijke combinaties-) te berekenen.
12. Artikel 3.7.6. wijziging naar bestemming “wonen” Wordt een agrarisch bouwvlak bestemd naar “wonen”, dan moet de overtollige bebouwing worden gesloopt en de bestemming van het resterende bouwvlak worden ingeperkt tot de woonruimte die over blijft. Zulks conform VR art.11.1.
13. Artikel 42.1 waterwingebied en teeltondersteunende voorzieningen Volgens VR artikel 5.5 lid 1 mag een waterwingebied enkel worden gebruikt voor drinkwaterwinning met eventueel medebestemming bos of natuur. In zo’n gebied mogen derhalve geen teeltondersteunende voorzieningen worden geplaatst.
Hoogachtend,
Natuur- en Milieuvereniging gemeente Heusden
H. Nijënstein, voorzitter
Adres Zonnebloemlaan 213 5151 TA Drunen
Contact Telefoon: 06-38 246 912 Email:
[email protected]
Informatie Internet: www.natuurenmilieuheusden.nl Giro: 53 77 88 9