Aan het door Nederland gedetacheerd personeel aan de Europese Scholen
Datum: Ons kenmerk: Betreft:
17 oktober 2007 07333/ES/lb/eg Wijzigingsblad notitie Terugkeerbegeleiding
Geachte mevrouw, mijnheer, In het DGO-overleg (formeel overleg van vakcentrales en werkgever) van 12 juni jl. is een aantal aanpassingen op de beleidsnotitie "Terugkeerbegeleiding" vastgesteld. Deze wijzigingen zijn opgenomen in het addendum beleidsnotitie Terugkeerbegeleiding 2005. Een kopie van het wijzigingsblad treft u hierbij aan. Ik verzoek u vriendelijk dit blad toe te voegen aan de Terugkeerbegeleidingsnotitie. Met vriendelijke groet,
F. van de Kerkhof Coördinator Bestuurlijke Dienstverlening
Bijlage
Wijzigingsblad bij beleidsnotitie Terugkeerbegeleiding 2005 Vastgesteld in DGO 12 juni 2007 Pagina 3, voetnoot:
Op basis van artikel 17 van de Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (PO/KO-06.64S6, 23 april 2007). Pagina 6, 2e alinea Momenteel zijn aan 10 van de 14 Europese Scholen Nederlandse afdelingen verbonden. Pagina 6, 4e alinea: Dit mandaat is geregeld in de Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland d.d. 2007. Pagina 7, 5e alinea: Ingeval van beëindiging van de detachering wegens opheffing van de (Bij beëindiging van functie als bedoeld in c) vindt altijd alvorens tot ontslag wordt … t/m … overgegaan een herplaatsingsonderzoek plaats om te beoordelen vastgestelde of de werknemer naar een andere Europese School kan worden afvloeiingsvolgorde) gedetacheerd. Wordt een functie opgeheven binnen een functiecategorie waarin meerdere gedetacheerden werkzaam zijn, dan vindt beëindiging van de detachering plaats met in achtneming van de door de minister vastgestelde afvloeiingsvolgorde, welke wordt bepaald door middel van de berekening van de diensttijd van de betrokken werknemers conform de diensttijdcriteria als vermeld in de Afvloeiingsregeling Rijksscholen W.V.O. 1987 van 19 augustus 1987, nr. VO/AV/RVO-871.2S4", en waarbij geldt dat de detachering van de werknemer met de minste diensttijd als eerste zal worden beëindigd. Indien een detachering van een werknemer eindigt, en de betreffende werknemer niet naar een andere Europese School kan worden gedetacheerd zal deze werknemer door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, overeenkomstig de van toepassing zijnde CAO of rechtspositieregeling, ontslag worden verleend op grond van gewichtige redenen bestaande uit het vervallen van de detacheringsmogelijkheid aan de Europese School en het niet beschikbaar zijn van andere passende werkzaamheden. Namens ACOP,
Namens CCOOP,
Namens CMHF,
Deze beschikking is door de Stichting NOB namens de minister van OCW opgemaakt op basis van artikel 17 van de Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (PO/KO-06.6456, 23 april 2007). Een belanghebbende kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het besluit hem is toegezonden schriftelijk bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij de minister/staatssecretaris van OCW, onder vermelding van 'Bezwaar', ter attentie van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs), Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl.
Terugkeerbegeleiding 2005 Beleidsnotitie ten behoeve van de terugkeer van leerkrachten die door Nederland gedetacheerd zijn aan een Europese School.
Januari 2005 Stichting NOB
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Inleiding Achtergronden Ontslag en werkgelegenheid Terugkeerbegeleiding
………………… ………………… ………………… …………………
4 5 6 8
Hoofdstuk 2
Achtergronden
Op basis van het Statuut van de Europese Scholen (Verdrag houdende het Statuut van de Europese Scholen, van 21 juni 1994) worden door de Europese Unie in verschillende landen in totaal 13 (stand per I september 2004) zogenaamde Europese Scholen in stand gehouden. De scholen welke in de eerste plaats bestemd zijn voor kinderen van circa 4 tot circa 18 jaar van personen werkzaam bij Europese instellingen, worden in stand gehouden door een supranationaal orgaan naar Europees recht, de Raad van Bestuur van de Europese Scholen, gevestigd in Brussel (België). De Nederlandse overheid participeert in dit bestuursorgaan via één afgevaardigde, zijnde een vertegenwoordiger van de Nederlandse Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het onderwijs op de Europese Scholen is ingericht op basis van een Europees curriculum, nader beschreven in het Statuut Europese Scholen. De scholen kennen afdelingen naar land, waaronder ook Nederlandse afdelingen. De Raad van Bestuur van de Europese Scholen bepaalt welke afdelingen aan een bepaalde Europese School verbonden zijn. Momenteel zijn aan 9 van de 13 Europese Scholen Nederlandse afdelingen verbonden. De personele bezetting van deze afdelingen bestaat uit circa 85 personeelsleden en wordt per schooljaar bepaald door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen. Op basis van art. 4 en art. 12 lid 4 van het Statuut Europese Scholen dienen personeelsleden verbonden aan de Europese Scholen aangesteld te zijn bij de nationale overheid van het land waaruit ze afkomstig zijn. Deze nationale overheid dient het betrokken personeelslid ter beschikking te stellen aan een bepaalde Europese school. Deze ter beschikking stelling dient plaats te vinden voor bepaalde tijd, te weten voor ten hoogste negen jaar2 (art. 29 Statuut van het Gedetacheerd Personeel van de Europese Scholen). Voor personeelsleden afkomstig uit Nederland betekent dit concreet dat zij worden aangesteld in een dienstverband bij de minister van OCW en worden gedetacheerd naar de betreffende Europese School. Zij verrichten hun werkzaamheden dus ook buiten Nederland en vestigen zich als regel ook voor langere tijd buiten Nederland. De minister van OCW heeft de uitvoering van zijn formele werkgeverschap voor deze personeelsleden opgedragen aan Stichting NOB in Voorburg. Dit mandaat is geregeld in de Bekostigingsbeschikking van Stichting NOB d.d. 1999. 2
Op basis van artikel 83 lid 1 van het Statuut van het Gedetacheerd Personeel van de Europese Scholen, geldt dat personeel aangesteld
vóór 1989 een detachering voor onbepaalde tijd heeft.
Detachering aan een Europese School veronderstelt een dienstverband met de Nederlandse overheid i.c. de minister van OCW door Stichting NOB. Op dit dienstverband is het arbeidsvoorwaardelijk en rechtspositioneel regime voor onderwijspersoneel in Nederland van toepassing: het Rechtspositiebesluit WPO/WEC en de CAO PO dan wel het Kaderbesluit rechtspositie VO en de CAO VO. Ten tijde van de detachering vallen de personeelsleden onder het arbeidsvoorwaardelijk en rechtspositioneel regime van de Raad van Bestuur van de Europese Scholen, geregeld in het 'Statuut van het Gedetacheerd Personeel van de Europese Scholen' (Ref. 3l2-D2004-nl-l), alsmede daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften. De personeelsleden staan onder het directe gezag van de directeur van de desbetreffende Europese School. Deze wordt in de uitoefening van zijn gezag geadviseerd en bijgestaan door vertegenwoordigers van nationale onderwijsinspecties. Voor wat betreft personeelsleden verbonden aan de Nederlandse Afdelingen van de Europese Scholen spelen vertegenwoordigers van de Nederlandse Inspectie daarbij een rol. Ontslag op eigen verzoek De werknemer die ontslag wenst te nemen, dient het verzoek met inachtneming van de geldende opzegtermijn schriftelijk in bij de werkgever. De werkgever verleent het gevraagde ontslag, zoveel als mogelijk overeenkomstig de gevraagde beëindigingsdatum, doch met inachtneming van het feit dat ontslag niet eerder kan plaatsvinden dan na beëindiging van de detachering met inachtneming van art. 32 van het Statuut Gedetacheerd Personeel.
Externe ondersteuning arbeidsbemiddeling enlof loopbaanbegeleiding De werkgever kan besluiten tot inschakeling van een andere organisatie (derde) bij invulling van de terugkeerbegeleiding. Te denken valt hierbij aan een organisatie die specifieke expertise heeft op het terrein van arbeidsbemiddeling en/of loopbaanbegeleiding. Het besluit hiertoe kan de werkgever eigenstandig nemen dan wel na overleg met de werknemer.
Scholing Met het oog op de terugkeer in het onderwijs in Nederland neemt de werknemer één maal per twee jaar deel aan door de werkgever geïnitieerde scholing. De kosten voor deze collectieve scholing zijn voor rekening van de werkgever. Daarnaast kan in overleg met de werknemer overeengekomen worden dat extra scholing in het laatste jaar van detachering gewenst is. Voor deze individuele scholing geldt dat de kosten door werkgever en werknemer gedragen worden. De mate waarin de werknemer aan de scholing moet bijdragen is ter beoordeling aan de werkgever. Voorwaarden hierbij zijn
dat de scholing naar het oordeel van de werkgever een reële verbetering van het werkgelegenheidsperspectief inhoudt en dat op de werknemer de verplichting rust zich in te spannen om de scholing te laten slagen. Het initiatief voor scholing ligt bij de werknemer.
Loopbaanadvies en outplacementbegeleiding Een werknemer die een functie buiten het onderwijs ambieert, kan indien de werkgever hiermee instemt, gebruik maken van de mogelijkheid van loopbaanadvies. Vorm en inhoud van het loopbaanadvies en de maximale kosten die daaraan verbonden worden, zullen in nader overleg met betrokkene worden vastgesteld. Voor een werknemer die een functie buiten het onderwijs ambieert kan, indien de werkgever hiermee instemt, de mogelijkheid van outplacement worden onderzocht. Voorwaarden voor het in gang zetten van een outplacementprocedure zijn in ieder geval: - Het outplacementtraject wordt ingezet op basis van een 'no cure no pay' afspraak; - Er moet sprake zijn van een gerede kans op succes - De outplacementprocedure kent een maximale tijdsduur van een half jaar, eventueel te verlengen met nogmaals een half jaar.
e. Contact met instanties voor sociale zekerheid en arbeidsvoorziening De werkgever legt al dan niet op verzoek van de werknemer contact met instanties voor arbeidsvoorziening en sociale zekerheid onderwijs (Loyalis, CWI, UWV -USZO). Kosten Behoudens hetgeen hierover in bovenstaande is geregeld, zijn de kosten voor de terugkeerbegeleiding, alsmede de reiskosten welke gemaakt worden ten behoeve van contactmomenten tussen werknemer en werkgever in principe voor rekening van de werkgever. (E.e.a. conform de voor betrokkene geldende reiskostenvergoedingsregeling). Voortzetting ondersteuning Wanneer na beëindiging van de detachering de werknemer nog geen reguliere nieuwe betrekking heeft gevonden zal de terugkeerbegeleiding nog drie maanden voortgezet worden, onverlet beëindiging van het dienstverband.