DORDRECHT
Aan Gemeentebestuur Spuibouievard 300 3311GR DORDRECHT
de gemeenteraad
Datum Onskenmerk Begrotingsprogramma en -thema Betreft
23 november 2010 PM/2010/484208 Ondernemerschap en Bereikbaarheid economische structuurversterking samenwerking met havenbedrijf Rotterdam(HbR)
Samenvatting Het afgelopen jaar is onderhandeld met het Havenbedrijf Rotterdam (verder te noemen HbR) over een intensieve vorm van samenwerking bij de ontwikkeling, exploitatie en beheer van het Dordtse Zeehavengebied. Het resultaat van deze onderhandelingen is neergelegd in een Hoofdlijnendocument dat, onder voorbehoud van bekrachtiging door de gemeenteraad, op 17 december 2010 is ondertekend. Uw raad wordt gevraagd dit Hoofdlijnendocument te bekrachtigen, de eventuele geheimhouding van stukken in verband met een due diligence onderzoek op te heffen en een krediet beschikbaar te stellen voor het vervolgproces, te weten het opstellen van een Samenwerkingsovereenkomst. 1. Wat is de aanleiding? In mei 2007 heeft uw raad het Masterplan Revitalisering Zeehavengebied Dordrecht vastgesteld. De overwegingen om tot dat besluit te komen lagen in de verwachting dat een goed ontwikkeld Zeehavengebied een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan de ontwikkeling van de stad en de regio. In de achter ons liggende jaren is gebleken dat het voor de Dordtse organisatie lastig is om die revitalisering op eigen kracht tot stand te brengen. Deinvesteringen die het vraagt zijn dusdanig omvangrijk dat het niet verantwoord leek die geheel voor eigen rekening en risico te dragen. Er is derhalve gezocht naar een partner die adequater dan de overheid kan inspelen op ontwikkelingen in de markt en de (internationale) concurrentieverhoudingen en die met ons die ontwikkeling tot stand kan brengen. Daarnaast speelde in 2009 de discussie binnen rijk en provincie over het voorlopig niet doorgaan van de ontwikkeling van een bovenregionaal bedrijventerrein in de Hoeksche Waard voor opvang van de behoefte aan havengerelateerde bedrijventerreinen vanuit de Rotterdamse regio.Twee alternatieve locaties kwamen in beeld: Nieuw Reijerwaard in Ridderkerk en de Westelijke Dordtse Oever in onze gemeente. In dat kader is op 20 april 2009 het WDO-convenant getekend. Daarbij hebben het rijk, de provincie Zuid Holland, HbRen degemeente Dordrecht zich verplicht om ieder een substantiële bijdrage te leveren in de investeringen die nodig zijn voor het versneld ontwikkelen en herontwikkelen van de bedrijventerreinen op de Westelijke Dordtse Oever. Daaraan verbonden het rijk en de provincie de voorwaarde dat er in de loop van 2010 een overeenstemming zou worden bereikt tussen HbR en de gemeente Dordrecht op het punt van de havensamenwerking. Daartoe is op 21 april 2009 een intentieverklaring getekend (zie bijlage 2) waarin HbRen de gemeente Dordrecht een bestuurlijke basis hebben gelegd voor de verkenning van de mogelijkheden voor samenwerking. Voor de revitalisering van de Zeehaven heeft het WDO-convenant derhalve een dubbele betekenis. In de eerste plaats wordt de Zeehaven veel meer dan voorheen ruimtelijk-functioneel verankerd,zowel in het WDO-gebied als in het Haven- en Industriële Complex van de mainport Rotterdam. En in detweede plaats wordt HbR als professionele partner gekoppeld aan de revitalisering van de Zeehaven. Pagina 1/8 ;
rs Mixed Ö < ._
SourcesCen
Datum 23 november 2010 Onskenmerk PM/2010/484208
Eenderde aanleiding isdestrategische politiek-bestuurlijke discussie over consequenties en oplossingsrichtingen van de verwachte enorme groei van de goederenstromen in de zuidwestelijke delta. Daartoe wordt in opdracht van het Bestuurlijk Overleg MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) gestudeerd opde positionering van het zogenaamde VAR-gebied (Verkenning Antwerpen - Rotterdam) in de Europese context. Belangrijke sleutelkwestie daarbij is de accommodatie van havengerelateerde bedrijvigheid en de ook door het rijk nadrukkelijk gewenste samenwerking tussen de zeehavens in dit gebied. Deverkenningen en onderhandelingen met HbRover samenwerking zijn zo ver gevorderd dat de afspraken zijn uitgewerkt in een Hoofdlijnendocument (zie bijlage 3), dat op 17 december 2010 - onder voorbehoud van bekrachtiging door de raad - is ondertekend. 2. Wat willen we bereiken? In het Masterplan Revitalisering Zeehavengebied (2007) werden voor de periode tot 2015 doelen geformuleerd met betrekking tot havenexploitatie, werkgelegenheid en benutting van de haventerreinen. De havensamenwerking zoals die nu wordt beoogd heeft betrekking op een langere periode (minimaal 15jaar, dus tot 2026). Bovendien zijn de doelstellingen ambitieuzer: a. versterking van de (sociaal-)economische positie van het Zeehavengebied Dordrecht door samenwerking met een sterke strategische partner die beschikt over een bewezen internationale concurrentiepositie met betrekking tot de uitbating van een internationaal georiënteerd zeehavengebied. Door deze samenwerking wordt het zeehavengebied Dordrecht expliciet onderdeel van het Haven Industrieel Complex van de mainport Rotterdam; b. optimalisatie van de bijdrage van het Zeehavengebied Dordrecht aan de stad Dordrecht en de regio Drechtsteden door het genereren van meer bedrijvigheid en het creëren van extra directe en indirecte werkgelegenheid; c. optimalisatie van het ruimtegebruik en de bereikbaarheid van het Zeehavengebied Dordrecht door de benutting van leegstaande en extensief gebruikte terreinen; d. veiligstellen van de bijdragen van de partijen uit het WDO-convenant (rijk € 17 miljoen, provincie Zuid-Holland € 8 miljoen en HbR€ 10 miljoen). De havensamenwerking dient tot stand te komen onder devoorwaarde van een voldoende financieel evenwicht voor de gemeente Dordrecht. 3. Hoe willen we dit bereiken? De samenwerking tussen de gemeente Dordrecht en HbR richt zich op drie terreinen, te weten: 1. de ontwikkeling; 2. de exploitatie; en 3. het beheer van het Zeehavengebied. Ad.1. De ontwikkeling van het Zeehavenaebied HbR heeft een Ontwikkelprofiel opgesteld (zie bijlage 3) waarin het streefbeeld voor invulling van het Zeehavengebied Dordrecht is beschreven,tegen de achtergrond van de doelstelling "versterking van de (sociaal-)economische positie van het Dordtse zeehavencomplex en optimalisatie van het ruimtegebruik en de bereikbaarheid van het zeehavencomplex". Pagina 2/8
Datum
23 november 2010
Ons kenmerk
PM/2010/484208
Op basisvan een locatie- en marktsegmentenonderzoek worden drie clusters onderscheiden: maritieme industrie en dienstverlening, stukgoed en natte bulk. In de eerste fase van deontwikkeling wordt ingezet op de ontwikkeling van drie locaties: 1. Stukgoedcluster PWA-kade en achterliggend terrein: een terminal voor projectlading, forest products,ferro en non-ferro metalen; 2. Stukgoedcluster Wilhelminahaven, daarvoor wordt gedacht aan demping van een deel van de haven; 3. Maritiem cluster Duivelseiland-Noord: afbouw- en reparatiebedrijven voor de binnenvaart. Daarnaast wordt benadrukt dat ontwikkeling van de zeehaven en van Dordtse Kil IV (DK IV) een relatie hebben: de zeehaven kan spin-off genereren voor DKIV en omgekeerd kan een goede invulling van DKIV leiden tot een vergroting van de capaciteit van de kades in de zeehaven. Daarbij wordt gedacht aan logistieke bedrijvigheid en waardetoevoegende activiteiten voor het stukgoedcluster. In verband hiermee zal HbRin de eerste vijftien jaar van de samenwerking voor in totaal tenminste € 10 miljoen investeren in havengeëigende projecten, conform de afspraken in het WDO-convenant. HbR heeft aangegeven dat voor de realisatie van het Ontwikkelprofiel fase 1in totaal wordt uitgegaan van een investeringsniveau van ruim € 50 miljoen. Ad 2. De exploitatie van het Zeehavenaebied Degemeente Dordrecht zal een recht van erfpacht vestigen ten behoeve van HbR voor het hele beheergebied en de haventerreinen, voor zover thans eigendom van de gemeente (inclusief de openbare ruimte). Daarmee komt HbR in de positie om bedrijventerreinen - in (onder)erfpacht - uit te geven. Voorwaarde daarbij isdat die bedrijfsactiviteiten aansluiten bij het ontwikkelprofiel. Voor zover daarvan afgeweken wordt, is - behoudens bij uitgifte van kleinere (< 5 ha) percelen toestemming van de gemeente nodig. Degemeente ontvangt van HbReenjaarlijkse vergoeding (zie hierna onder Financiële aspecten) terwijl HbRalle vergoedingen uit zee- en binnenhavengelden en erfpachtovereenkomsten die worden gegenereerd in het beheergebied en de haventerreinen, int. Deze inkomsten komen ten goede aan HbR. Ad 3. Het beheer van het Zeehavenqebied Ten aanzien van het droge beheer is een pakket afspraken over verdeling van verantwoordelijkheden entaken in het Hoofdlijnendocument opgenomen (art. 16). De hoofdlijn isdat, met enkele uitzonderingen, de gemeente het droge beheer blijft verrichten, maar dan in opdracht van HbR. Nat en nautisch beheer wordt overgedragen aan HbR (art. 17 en 18). Financiële aspecten Dejaarlijkse vergoeding van HbR komt in aanvang overeen met de jaarlijkse inkomsten uit de lopende erfpachtcontracten, € 2.050.000,— perjaar. Een deel van de vergoeding bestaat uit het verzorgen van het nautisch beheer van de Merwedehavens en de havens van Papendrecht en Zwijndrecht, waardoor nog een bedrag van € 1.800.000,— resteert. Deze bijdrage zal,éénjaar na het ingaan van de samenwerking,jaarlijks worden verhoogd met een bedrag van € 100.000,— totdat de netto basisvergoeding € 2.250.000,— bedraagt. Aangezien de samenwerking halverwege 2011 in zal gaan heeft de vergoeding in dat jaar betrekking op de periode van 1juli tot en met 31 december.
Pagina 3 / 8
Datum Ons kenmerk
23 november 2010 PM/2010/484208
Daarnaast zal HbRde hogere inkomsten uit erfpachten als gevolg van de canonherzieningen t/m 2016 aan Dordrecht vergoeden. Detotale vergoeding zal jaarlijks worden geïndexeerd. Gedurende 5jaar is 50% van de CPI (Consumenten Prijs Index) hiervoor het uitgangspunt. Vervolgens zal de indexatie gefaseerd toenemen tot het volledige percentage van de CPI (zie ook artikel 20 van het Hoofdlijnendocument). In bijlage 4 zijn de financiële gevolgen van dit Hoofdlijnendocument over een reeks vanjaren weergegeven. Wij stellen uvoor dejaarlijkse vergoeding van HbRaan de gemeente geheel ten goede te laten komen aan de vermogenspositie van het Grondbedrijf, ter compensatie van de gemiste inkomsten uit erfpacht. Voorbehouden Beide partijen hebben in het Hoofdlijnendocument enkele voorbehouden opgenomen (artikel 7). VoorbehoudenHbR HbRheeft een drietal voorbehouden vastgelegd om de samenwerking niet aan te gaan indien: a. Uit het onderzoek naar de geluidszonering blijkt dat er belemmeringen bestaan die de exploitatie van het Zeehavengebied in belangrijke mate remmen. b. Uit het onderzoek naar de geluidszonering blijkt dat zonder implementatie van een hersteltraject de mogelijke uitvoering van het ontwikkelprofiel voor langere tijd nadelig zal worden beïnvloed door de geluidsproblematiek in het Zeehavengebied en de Gemeente besluit om geen medewerking te verlenen aan de implementatie van het hersteltraject. c. Uit het due diligence onderzoek blijkt dat de financiële afspraken herzien moeten worden. Voorbehouden gemeente en HbR Beide partijen hebben het recht om de samenwerking niet aan te gaan indien: a. Rijk en provincie zouden besluiten om hun financiële verplichtingen in het kader van de WDO niet of slechts gedeeltelijk na te komen 1 b. Ersprake isvan te hoge kosten voor sanering van vervuilde en aan HbRover te dragen terreinen. c. De gemeente zich niet bereid verklaart een aangepast bod van HbR te accepteren, als HbR het bod wijzigt op grond van de uitkomsten van het due diligence onderzoek. Genoemde voorbehouden kunnen ertoe leiden dat de samenwerkingsovereenkomst niet tot stand komt dan wel dat de afspraken,vastgelegd in het Hoofdlijnendocument, aangepast worden en deze aangepaste afspraken in de samenwerkingsovereenkomst worden vastgelegd. Risico's Enerzijds leidt het Hoofdlijnendocument er toe dat een aantal financiële risico's voor de gemeente afneemt. Dit betreft: a. Het ondernemersrisico ten aanzien van inkomsten uit havengelden en erfpachtinkomsten; 1 Van het ministerie van EZ en de provincie Zuid-Holland is een beschikking ontvangen. Pagina 4 / 8
Datum 23 november 2010 Onskenmerk PM/2010/484208
b. Het risico op investeringen en beheer- en onderhoudsuitgaven, inclusief de onrendabele top op het Masterplan Revitalisering Zeehavengebied 2007 (circa € 10 miljoen); c. het risico ten aanzien van ontwikkelkosten (onderzoekskosten, plankosten en functionele aanpassingen van infrastructuur). Deze risico's komen bij HbRte liggen. Anderzijds zijn aan het Hoofdlijnendocument voor de gemeente devolgende risico's verbonden: a. Risico'shoogoplopende kosten bodemsanering Voor verontreinigd land, inclusief openbare ruimte, is bepaald dat de gemeente in beginsel de kosten voor sanering draagt, maar dat degemeente van saneren kan afzien als de gemeente de kosten onevenredig vindt. Voor verontreinigde waterbodem is bovenstaande escape niet ingebouwd. Dat betekent dat de gemeente altijd de kosten voor afvoeren van vervuild slib betaalt. Echter, als uit de inventarisatie van de staat van het gebied blijkt dat er sprake isvan vervuild slib (wat te verwachten valt) en dat daardoor hoge kosten gemaakt moeten worden, kan de gemeente alsnog afzien van het aangaan van de Samenwerkingsovereenkomst (zie hierboven onder "voorbehouden". b. Risico'shoge kosten met betrekking tot vestigen erfpachtrecht In het Hoofdlijnendocument isvastgelegd dat partijen ieder voor de helft bijdragen aan kosten die met het vestigen van het erfpachtrecht ten behoeve van HbRzijn gemoeid.Aangezien het hier om een omvangrijk gebied/recht gaat, is de fiscale belasting potentieel groot. Door partijen wordt een fiscaal advies opgevraagd om deze kosten zoveel als mogelijk te beperken. c. Beëindiging samenwerking Na 15jaar zal een evaluatie plaatsvinden. Onder omstandigheden kan dan besloten worden de samenwerking te beëindigen.Als zulks het geval is, dienen investeringen die door HbRzijn gepleegd, door de gemeente te worden vergoed. Om de gevolgen hiervan te beperken,wordt in de Samenwerkingsovereenkomst een exitregeling opgenomen. Decontouren hiervan zijn opgenomen in het Hoofdlijnendocument, art. 22. Uitwerking van het Hoofdlijnendocument in een Samenwerkingsovereenkomst richt zich ook op verdere risicovermindering. Resterende risico's worden opgenomen in de risicoparagraaf van de gemeente, met - zo nodig - dekking vanuit de Algemene Reserve. Conclusies Desamenwerking met HbR bij de revitalisering van het Zeehavengebied conform het streefbeeld uit het ontwikkelprofiel zal naar onze overtuiging niet alleen leiden tot realisatie van de oorspronkelijke doelen van het Masterplan Revitalisering Zeehavengebied, maar ook tot realisatie van de bredere sociaal-maatschappelijke doelstellingen zoals hiervoor verwoord in paragraaf 2. De sociaal-economische positie van de Zeehaven wordt aanzienlijk versterkt, niet alleen in het WDO-gebied (de Zeehaven als multimodale spil), maar ook door de verankering van de Zeehaven in het Haven Industrieel Complex (HIC) van de mainport Rotterdam. De bijdrage aan de locale en regionale economie qua bedrijvigheid en werkgelegenheid wordt vergroot en het ruimtegebruik in het gebied wordt geoptimaliseerd: de Zeehaven wordt (meer dan nu het geval is) weer als Zeehaven gebruikt. Pagina 5/8
Datum Ons kenmerk
23 november 2010 PM/2010/484208
Daarnaast levert de samenwerking een belangrijke bijdrage aan de politiekbestuurlijke opgaven ten aanzien van deverwachte groei van de goederenstromen in de mainport. Tenslotte ontstaat naar onze mening met devoorwaarden voor de voorgenomen samenwerking per saldo ook een financieel verantwoorde overeenkomst tussen de gemeente en HbR: - optermijn bereiken we een evenwicht tussen dewegvallende inkomsten (uitgaande van de in het verleden gerealiseerde cijfers) en de vergoeding van HbR2. - we hoeven geen investeringen voor het upgraden of voor vervanging van havenvoorzieningen en -faciliteiten voor gemeenterekening te nemen. - we stellen de bijdrage van het Rijk (€ 17 miljoen) en de provincie Zuid-Holland (€ 8 miljoen) in het kader van de WDO-ontwikkeling veilig, doordat het HbReen investering van € 10 miljoen in havengerelateerde ontwikkeling voor zijn rekening neemt. 4. Wat gaan we daarvoor doen: vervolgstappen Uw raad wordt gevraagd het Hoofdlijnendocument zoals dat nu voorligt te bekrachtigen. Zoals gezegd zal dit Hoofdlijnendocument moeten worden uitgewerkt in een Samenwerkingsovereenkomst. Daartoe zal een projectorganisatie worden ingericht. Dedirecteuren sector Stadsontwikkeling en sector Stadsbeheer zullen in opdracht van ons college hieraan invulling geven. De beoogde ingangsdatum van de Samenwerkingsovereenkomst is 1juli 2011 3 . Ter voorbereiding op die Samenwerkingsovereenkomst zal de directeur sector Stadsontwikkeling een aantal onderzoeken uit laten vóejen. Het betreft: - een onderzoek naar de wettelijke basis en conformiteit van de door de gemeente vastgestelde geluidszonering, af te ronden uiterlijk in april2011; - een onderzoek naar de mogelijkheden tot het verhaal van schade bij de NSin verband met de verontreiniging van het perceel aan deVan Leeuwenhoekweg. Dit onderzoek zal in april 2011 moeten worden opgeleverd; - een onderzoek naar de aanwezigheid van verontreiniging van enkele potentieel verontreinigde gebieden in het zeehavengebied. Oplevering onderzoek dient in april 2011 plaats te vinden; - een onderzoek naar defiscale consequenties en mogelijke oplossingen voor fiscale problemen als gevolg van de wijze waarop de samenwerking met HbR in het Hoofdlijnendocument isvormgegeven (afronding februari 2011). Indien dit advies ertoe leidt dat een "ruling" bij de Belastingdienst moet worden aangevraagd dient die uiterlijk in mei 2011tot stand te komen. Daarnaast zullen de directeur sector Stadsontwikkeling en de directeur sector Stadsbeheer zich belasten met het verzamelen van informatie ten behoeve van een door HbRte verrichten due diligence onderzoek. In het kader van dit onderzoek hebben wij besloten de eventuele vertrouwelijkheid van stukken op te heffen ten 2 Ten aanzien van de havengeldinkomsten worden we over een reeks vanjaren geconfronteerd met een tekort op de ramingen van gemiddeld 5 ton. Wij zullen in de Kadernota 2012 voorstellen doen over de afwikkeling hiervan. 3 Toerekenings- en verdelingsvraagstukken vanwege inwerkingtreding in de loop van een kalenderjaar worden nauwelijks verwacht, omdat bij de inkomsten (erfpacht en havengeld) een verdeling over het jaar nauwkeurig is aan te geven en omdat aan de kostenkant goede afspraken te maken zijn over wat de gemeente nog doet in het Ie halfjaar. Pagina 6 / 8
Datum 23 november 2010 Onskenmerk PM/2010/484208
behoeve van HbR. Uw raad wordt gevraagd te besluiten de eventuele geheimhouding van stukken die noodzakelijk zijn voor dit onderzoek opte heffen. In het kader van de samenwerking heeft HbRde bereidheid uitgesproken maximaal zes personeelsleden van de gemeente Dordrecht in dienst nemen of op basis van een detachering over te nemen.Ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst per 1juli 2011zal door de directeur sector Stadsbeheer een reorganisatie worden voorbereid voor het Havenbedrijf Dordrecht. De CORis hierover al geïnformeerd en wordt hierbij uiteraard verder betrokken in verband met de uitoefening van haar adviesrecht indezen. 5. Wat mag het kosten? De hierboven bedoelde onderzoeken en de gemeentelijke deelname aan de projectorganisatie vraagt naar verwachting een krediet van € 335.000,—. Voor een specificatie verwijzen wij u naar bijlage 5. 6. Inspraak en communicatie Dedirecteuren sector Stadsbeheer en sector Stadsontwikkeling zullen samen met HbReen communicatieplan opstellen, met als uitgangspunt dat HbRde lead heeft bij de externe communicatie. 7. Fatale beslisdatum In het hoofdlijnendocument isvastgelegd dat de gemeenteraad vóór 31januari 2011 instemt met devoorgenomen samenwerking. Besluitvorming over de Samenwerkingsovereenkomst dient plaats te vinden voor 1juli 2011 (gemeenteraad juni). 8. Bij dit raadsvoorstel behoren de volgende bijlagen: ontwerp besluit; begrotingswijziging; 1. Hoofdlijnendocument d.d. 8 november 2010 (met bijlagen); 2. Intentieverklaring Dordrecht - Havenbedrijf Rotterdam inzake havensamenwerking d.d. 21april 2009; 3. Ontwikkelprofiel Zeehaven d.d. september 2010; 4. Financiële gevolgen Hoofdlijnendocument; 5. Kosten projectorganisatie en onderzoeken t.b.v. opstellen samenwerkingsovereenkomst; 6. Brieven van HbRvan 19juli, 10 september en 27 oktober 2010. 9. Voorstel Wij stellen uw raad voor: 1. het aangaan van de samenwerking met Havenbedrijf Rotterdam N.V. conform het Hoofdlijnendocument d.d. 8 november 2010 te bekrachtigen; 2. de uit het Hoofdlijnendocument voortvloeiende jaarlijkse vergoeding van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. aan de gemeente geheel ten goede te laten komen aan de vermogenspositie van de afdeling Grondbedrijf van de sector Stadsontwikkeling; 3. de eventuele geheimhouding van stukken die noodzakelijk zijn voor uitsluitend het door Havenbedrijf Rotterdam N.V. te verrichten due diligence onderzoek, omschreven in het Hoofdlijnendocument d.d. 8 november 2010, op te heffen ten behoeve van Havenbedrijf Rotterdam N.V.;
Pagina 7 / 8
Datum Ons kenmerk
23 november 2010 PM/2010/484208
krediet beschikbaar te stellen van een bedrag van € 335.000,-- voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van: a. het opstellen van een Samenwerkingsovereenkomst met Havenbedrijf Rotterdam N.V.; b. een onderzoek naar verontreiniging in (water)bodem- en grondwater op enkele potentieel vervuilde plaatsen in het zeehavengebied, welke dienst doen als openbare ruimte; c. een onderzoek naar de wettelijke basis en conformiteit van de door de gemeente vastgestelde geluidszonering; d. een onderzoek naar defiscale consequenties en mogelijke oplossingen voor fiscale problemen als gevolg van de wijze waarop de samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. in het Hoofdlijnendocument d.d. 8 november 2010 isvormgegeven, waarvan mogelijk een vooroverleg met de Belastingdienst deel uitmaakt; e. het verzamelen enverstrekken van informatie ten behoeve van een door Havenbedrijf Rotterdam N.V. te verrichten due diligence onderzoek, omschreven in het Hoofdlijnendocument d.d. 8 november 2010; f. het verrichten van de noodzakelijke voorbereidingen voor de overgang van personeel van het Havenbedrijf van de gemeente naar Havenbedrijf Rotterdam N.V.; g. het opstellen van een communicatieplan, alsmede voor de kosten voor externe advisering ten behoeve van de onder a. tot en met g. genoemde onderzoeken en werkzaamheden, een en ander ten laste van de Bestemmingsreserve Strategische Investeringen, conform bijgaande ontwerp begrotingswijziging.
Het college van Burgemeester en Wethouders vanDe de secretaris de burge
J.H. de Baas
ontwerp besluit -
Pagina 8 / 8
drecht eester '
__A.Ar^rl