fnv-voorzitter ton heerts
‘Aan de slag in plaats van ontslag’ nummer 5, november 2012
VERZEKERD!
11
Hij moet even terugbladeren in zijn agenda voor de precieze datum, maar verder staat het hem helder voor de geest. In de vroege ochtend van 15 juni werd hij gebeld of hij voorzitter van de FNV wilde worden. ‘Natuurlijk heb ik getwijfeld. Het is niet zo dat ik na vijf minuten gelijk “ja” zei. Maar hé, we leven in een land dat een rechts kabinet achter de rug heeft, stevig in polarisatie zit, met een vakbeweging die het verre van makkelijk heeft. Tja, toen dacht ik al snel: misschien moet ik zelf maar eens achter de kruiwagen aan.’
aan werkgevers- en werknemerskant veel efficiënter kunnen doen. Tot voor kort hadden wij als FNV bijvoorbeeld twee zetels in het dagelijks bestuur van de SER. Vind ik onzin. Dat kan prima met één zetel. Daarnaast hebben we geen katholieke pensioenen in dit land en ook geen katholieke arbeidsmarkt. Er is nog een wereld te winnen.’ Is de polder op sterven na dood?
‘Nee. Een van de redenen waarom ik “ja” heb gezegd tegen het voorzitterschap van de FNV is dat ik een voorstander ben van de overlegeconomie en een aanhanger van het Rijnlandse model. Als de polder al was overleden, dan was ik zeker niet gekomen om te gaan reanimeren.’ U zei net dat er geen katholiek pensioen bestaat. Wat bedoelt u daarmee?
‘Dat we niet met drie mensen van drie vakcentrales in Den Haag hoeven te praten over pensioenen. We kunnen ook één beleidsmedewerker namens ons alle drie het werk laten doen. Nu kost het ons onnodig veel tijd, energie en mankracht. Dat is zonde. Als we minder beleidsmensen nodig hebben, kunnen we meer ledenwervers inzetten. We moeten zowel polderen als folderen.’
En? Opgelucht?
‘In zekere zin wel ja. Het is goed dat de voorzitters van de bonden unaniem hebben ingestemd. Het betekent weer een stap op weg naar de Nieuwe Vakbeweging. We liggen goed op koers, hoewel ik nu wel durf te bekennen dat het dit keer een heel scherpe bocht was. Dit besluitvormingsproces stond later dit jaar of begin volgend jaar pas gepland. Gelukkig zitten we nu weer op een rechte weg en gaan we vol gas vooruit.’ Vanwaar die haast?
‘Twee redenen. Aan de ene kant hebben we al onze tijd en energie nodig voor de belangenbehartiging, zeker met het oog op het formatieakkoord. Daarnaast was het fundament waarop we het huis verder kunnen (ver)bouwen, wel duidelijk. Vergeet niet dat de bonden in juni hebben aangegeven dat het terugkijken lang genoeg had geduurd en we vooruit moeten. Dan kan het snel gaan.’
Klinkt bijna politiek: met minder mensen meer doen. Maakt u zich geen zorgen over zo’n credo in politieke kringen?
‘Ha, je doelt nu zeker op het ontslagrecht. Ik maak me daar inderdaad zorgen om, omdat ik vind dat we niet moeten praten over het ontslag van mensen, maar over werk voor mensen. Daarom melden we ons zo nadrukkelijk in de discussie. De plannen die er liggen, moeten van tafel. Ik wil graag praten over manieren waarop mensen van werk naar werk kunnen komen, niet hoe je van ze af komt. Wij hanteren het credo “aan de slag” in plaats van ontslag.’ Hoe moet dat vorm krijgen?
‘Dat is niet zo ingewikkeld hoor. Het belangrijkste is dat je mensen weer een perspectief kan bieden. Het even zonder werk zitten hoeft niet erg te zijn, als het vooruitzicht naar ander werk maar vooropstaat.’
In eerdere interviews klinkt door dat u graag een eigen geluid bij de FNV wilt terugbrengen. Wat is dat eigen geluid?
‘Ik weet niet of je het een geluid moet noemen. We moeten een duidelijke gemeenschappelijke vakbondsagenda neerleggen. Ik heb vooral steeds benadrukt dat we niet meer automatisch bij het kruisje onze handtekening zetten.’ U legt een aardige bom onder de polder?
‘Vind ik niet. Kijk, hoe je het ook wendt of keert, het wordt nooit meer zoals het was. Bovendien vind ik dat we een aantal dingen
12 VERZEKERD!
nummer 5, november 2012
‘We moeten zowel polderen als folderen’
fotografie: ivar pel
Ton Heerts zit er helemaal klaar voor. Strijdlustig als altijd gooit hij De Telegraaf van die ochtend op tafel. Zo pal voor onze neus. Vette grijns. De kop liegt er niet om: Klant ontevreden over verzekeraar. ‘Toen ik dat vanmorgen las, dacht ik meteen: die moet ik bewaren voor vanmiddag!’ Na een radiostilte deze zomer van zo’n acht weken heeft Heerts de media weer gevonden. En de media hem. Heerts is een dankbare gesprekspartner die een stevige uitspraak niet schuwt. In een eerder interview in de Volkskrant zegt hij bijvoorbeeld over de versoepeling van het ontslagrecht: ‘Weg ermee. Ik vind het gelul, dat hele ontslagrecht. Dat vond ik in de Kamer al.’ En in het AD geeft hij grif toe dat het in de polder nooit meer zo wordt als vroeger. ‘De arbeidsmarkt is veranderd. Je moet kijken wat maatregelen betekenen voor mensen, bijvoorbeeld voor zzp’ers. Waar nodig ook de hypotheekrenteaftrek en de huurtoeslag meenemen. Anders wordt het tekenen bij het kruisje. Daar heb ik geen tijd voor en geen zin in.’ We ontmoeten Heerts op een goed moment. Een dag voor het interview hebben de bonden ingestemd met de vernieuwing van de FNV. Goed nieuws dus en een uitgelezen mogelijkheid om met de deur in huis te vallen.
Kunt u een voorbeeld geven?
‘Kijk naar Nedcar. Er is een stevige periode geen werk voor het personeel, maar straks weer wel. Dat weten ze nu al. Als je blik gericht is op de toekomst, je je huis niet hoeft te verkopen en de auto niet de deur uit hoeft te doen, dan krijgt het verhaal ineens een andere lading.’ Perspectief bieden dus, is dat de sleutel?
‘Het heeft vooral met vertrouwen te maken. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat het weer goed komt. Ik kom vaak bij FC Twente en afgelopen zondag zegt iemand tegen me: “Verdorie, ik ben ontslagen.” Groot aannemersbedrijf uit het oosten van het land, en zo’n jongen die ik al jaren ken, kijkt me aan met een wanhopige blik. Een week eerder was hij nog blij en vrolijk, want hij was net weer vader geworden, maar ineens staat er een andere jongen voor mijn neus. Zijn hele wereld is ingestort. Ontslag zal nooit een zacht bed worden, dat weet ik ook wel. Maar zijn perspectief is compleet anders dan dat van een personeelslid van Nedcar.’ Welke rol kan de vakbond voor zo’n jongen vervullen?
‘De laatste decennia is het zo dat je je moet melden bij het UWV. Je moet een beroep doen op een instituut. Je moet je melden bij een instituut. Daar begint het dus al mee. Als je ontslagen bent, moet je naar mensen kunnen gaan. Mensen die achter je staan. Is dat heel ideologisch? Misschien wel, maar ik meen het wel. Ik zou wel weer naar 35 vakbondshuizen in de regio willen, gekop-
peld aan de ondernemingspleinen waar werkgevers druk mee zijn. Daar worden in feite ook vraag en aanbod vormgegeven. Als wij weer een nadrukkelijke rol vervullen, kan een vakbondsconsulent iemand geruststellen: “Die uitkering is maar tijdelijk. Laten we even kijken wat er op de markt te koop is.” Zo’n maatjesproject werkt toch veel beter dan dat je je moet melden bij een of ander instituut? Het is misschien een heel erg mens-totmens-voorbeeld, maar wat ik bedoel te zeggen is dat de sociale partners meer regie moeten krijgen en nemen. Er is de laatste jaren veel te veel buiten hen om georganiseerd. Kijk alleen maar naar de roep van de zzp’ers om een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid of inkomensderving makkelijker te kunnen afsluiten. Daar zie je weer heel simpel een drang tot collectivisering. Merkwaardig? Misschien. Voor een zelfstandig ondernemer weegt het zwaard van Damocles van “geen werk en dus geen inkomen” kennelijk zo zwaar, dat een ander weer wat moet regelen.’ Wie moet dat dan doen? Jullie?
‘Natuurlijk ligt er voor ons ook een rol, maar ik zeg heel nadrukkelijk ook. Er zijn ruim één miljoen zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in dit land en naast een bond voor werknemers willen wij graag een bond voor zzp’ers zijn. Daarom krijgen ze een nadrukkelijke stem in ons nieuwe algemeen bestuur en zullen wij inspelen op praktische vragen die zzp’ers hebben, bijvoorbeeld aan de hand van een dienstencentrum. Maar ik zie ook een rol voor andere partijen. Wat dacht je van verzeke- ➤ raars?’
nummer 5, november 2012
VERZEKERD!
13
‘Verzekeraars aarzelen om echt innovatief te zijn’ ➤ U doelt waarschijnlijk op de hoge premies, maar verzekeraars kunnen het toch ook niet goedkoper maken dan het is?
‘De massa bepaalt de prijs van het individuele product. En er komen alleen maar zzp’ers bij, dus in die zin vind ik dat geen argument. Verzekeraars moeten meer en betere producten gaan aanbieden, innovatiever te werk gaan.’ Een jaar of zes geleden hamerde u in een interview in Verzekerd! ook al op meer innovatie …!
‘Klopt en daar sta ik nog steeds achter. Hoewel ik het programma VerzekeraarsVernieuwen op zich heel goed vind, suddert de woekerpolisaffaire door en trappen verzekeraars te veel op de rem. Ik snap dat wel. Het vertrouwen heeft een flinke deuk opgelopen en dat leidt ertoe dat verzekeraars nog meer aarzelen om innovatief te zijn. Als ik met ze praat over loondoorbetaling bij WW, denken zij als eerste aan de herverzekering. Je kunt echter niet verzekerd zijn van het niet-lopen van risico’s en tegelijkertijd innovatief zijn.’ Wat is uw devies?
‘Richt je vooral op het klantcontact. Het echte oordeel over een verzekeraar ontstaat pas bij een schade en ik denk dat daar nog veel winst te boeken valt. Wij hebben bijvoorbeeld een groot collectief contract met Menzis afgesloten. Dat contract geldt voor zo’n 300.000 leden en is gestoeld op maatwerk. Met name in het aanvullende pakket en dat slaat goed aan bij onze leden. Ze krijgen goede voorlichting en als mensen behoefte hebben aan fysiotherapie, dan maken wij daar stevige afspraken over. Het contract is een mix van klantcontact en individuele dienstverlening, een mooi staaltje innovatie.’ … en een mooi voorbeeld van samenwerking. Zijn er meer terreinen waarop vakbond en verzekeraars elkaar kunnen vinden?
‘Zeker weten. Vakbonden en verzekeraars hebben sowieso een bijzondere relatie. Veel verzekeraars zijn voortgekomen uit vakbonden en in de kern hanteren we allebei een solidariteitsprincipe. Zeker als je kijkt naar de bestrijding van ziekteverzuim – van preventie en verzuiminterventie tot inkomensderving – zit je op een terrein dat in samenspraak tussen werkgevers, werknemers en verzekeraars verder kan worden opgepakt. Ik zou het niet verkeerd vinden als we tot de nodige pilots komen om verbeteringen te bewerkstelligen.’ En een samenwerking op het terrein van pensioenof zorgsparen?
‘Daar kunnen we kort over zijn. Vind ik niks.’
14 VERZEKERD!
nummer 5, november 2012
Personalia Ton Heerts (1966) staat sinds 23 juni 2012 aan het roer bij de FNV, die tot mei 2013 blijft bestaan en dan zal overgaan in de Nieuwe Vakbeweging. Heerts begon zijn loopbaan in 1986 bij de Koninklijke Marechaussee waar hij als leidinggevende onder meer verantwoordelijk was voor de beveiliging van Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven. In 1993 werd hij lid van het algemeen bestuur van het CNV en in 2000 maakte hij de overstap naar de FNV waar hij voorzitter werd van de vakbond voor militair personeel. Drie jaar later werd hij vicevoorzitter van de FNV totdat hij in 2006 werd gekozen als Tweede Kamerlid voor de PvdA. Na de val van het kabinet in 2010 stelde hij zich niet meer verkiesbaar. Heerts woont samen en heeft twee zonen.
Hoezo niet?
‘Mensen moeten al zoveel sparen. Laat ze nou gewoon alleen extra sparen voor hun oude dag.’ Dat is toch precies de bedoeling: pensioen en zorg meer integreren?
‘De overheid noemt het zorgsparen, maar bedoelt eigenlijk te zeggen: “Wees gewaarschuwd, wij gaan een aantal dingen uit de sfeer van volksverzekeringen halen en gaat u daar zelf maar voor sparen.” Dat is een mooie markt voor verzekeraars. Dat zal ik niet ontkennen, maar wij zijn er als vakbeweging geen voorstander van dingen uit het collectieve stelsel te halen waar de burger eigenlijk al belasting/premie voor betaalt.’ Zorgsparen is toch gewoon een instrument om de stijgende zorgkosten te financieren. Hoe zou u dat dan willen doen?
‘Wij vinden dat werkgevers veel meer moeten betalen.’ Een bulderende lach. ‘Nee hoor, dat is flauw. Op dit moment gaat een derde van de rijksbegroting over het BKZ (Budgettair Kader Zorg). Dat kan niet oneindig doorgaan en dat zie je ook in het unanieme advies dat de SER onlangs uitbracht. Daar lees je trouwens ook aan af dat de polder leeft, maar dat terzijde. In dat advies zie je de eerste voortekenen van keuzes maken. Een terechte vraag, vind ik, maar ook daar gaat het voor een belangrijk deel weer over de vraag: wat zit in het verzekerde pakket van de AWBZ en wat moet naar het voorzieningenniveau van de gemeente? Een belangrijk debat, maar wel een maatschappelijk debat. Die B van Bijzondere ziektekosten is namelijk zo algemeen geworden dat het niet meer bijzonder is. Hebben we het over ondersteuning of over zorg als het gaat over het rondbrengen van maaltijden, het wassen van ouderen en het schoonhouden van de woon- en leefomgeving? Het beantwoorden van dergelijke vragen vergt een fiks maatschappelijk debat, maar daar ligt wel de oplossing. Het lijkt mij logisch dat de overheid niet de glazenwasser hoeft te betalen van iemand die tien keer de Balkenendenorm verdient, toch?’
<