Aan de ouders van groep 3 In dit boekje vindt u informatie over de leerstof van groep 3. Tijdens de klassikale ouderavond zullen de belangrijkste vakgebieden er kort uitgelicht worden en krijgt u extra informatie. Het is wel zinvol om dit schrijven voor de ouderavond door te lezen.
Komt u ook naar de ouderavond op dinsdag 30 september van 18.45-19.45?
Leesonderwijs met Veilig Leren Lezen Uitgangspunten De methode combineert het plezier van het samen leren lezen en bezig zijn met taal met de praktische uitvoerbaarheid van onderwijs op maat. In het kort zijn dit de uitgangspunten van de methode: Diverse materialen voor diverse kinderen Vertrouwde didactiek Eerder oefenen met nieuwe woorden Taal en woordenschat geïntegreerd Sluit aan bij Tussendoelen Expertisecentrum Nederlands
Didactiek Veilig leren lezen bestaat uit twaalf kernen, die zijn opgebouwd uit de fasen introductie, kerninstructie, inoefening en verwerking. Gedurende de eerste drie maanden staat het aanleren van de elementaire leeshandeling centraal. Hierbij spelen de zogeheten structureerwoorden een belangrijke rol. Met deze woorden worden vanaf het begin af aan analyse- en synthese-oefeningen gedaan. Bij de keuze van oefeningen met structureerwoorden is ervoor gezorgd dat deze woorden alzijdig worden gestructureerd: visueel, auditief, articulatorisch en motorisch. Structuurmethode De basis van Veilig leren lezen is de zogenoemde structuurmethode. Door zorgvuldig gekozen woorden veelvuldig te structureren (ontsleutelen en samenvoegen) leren kinderen: - dat een woord uit klanken bestaat; - dat die klanken door grafische tekens worden weergegeven; - dat je nieuwe woorden kunt lezen door tekens van een woord te verklanken en die klanken te verbinden tot een woord. Alzijdig structureren Beginnende lezers moeten letterlijk ervaren dat woorden uit afzonderlijke letters bestaan. Ze moeten dit ervaren door het te zien, te horen, uit te spreken en op te schrijven. Deze aspecten komen allemaal aan bod bij het alzijdig structureren van woorden. Structureerwoorden De structureerwoorden voldoen aan de volgende criteria: - ze bestaan uit afzonderlijke klanken die je kunt 'aanhouden'. (mmmm...aaa...nnn). Dit is vooral in het begin belangrijk, wanneer de kinderen nog moeten ervaren dat een woord uit afzonderlijke klanken bestaat; - ze zijn klankzuiver (wat je ziet is wat je hoort); - het zijn woorden waarvan jonge kinderen zich een concrete voorstelling kunnen maken. Oefenen met nieuwe woorden De structureerwoorden zijn slechts een middel om het doel (leesvaardigheid) te bereiken. Nadat we aan de hand van een structureerwoord een letter hebben geïntroduceerd, gaan de leerlingen al snel zelf nieuwe woorden vormen met alle letters die ze op een bepaald moment kennen. (o.a. met het klik-klakboekje) Veel aandacht voor automatiseren Bij het leren lezen is verreweg de meeste tijd nodig voor het proces van automatisering. Veilig leren lezen besteedt hier daarom vanaf het begin veel aandacht aan. Dit gebeurt met betrekking tot de automatisering van de letter-klankkoppelingen onder andere met materialen als: - de structureerstroken - de letterlijn - de woorden- en letterdoos - het klikklakboekje en klikklakclusterboekje - Veilig & vlot - de letterreeksen onder aan de pagina's van de leesboekjes maan Voor het automatiseren van deelstructuren zijn er veel wisselrijtjes opgenomen in de methode. Bijvoorbeeld in de instructiekalender, de leesboekjes en de werkboekjes en in Veilig & vlot. Veilig & vlot is expliciet ontwikkeld voor het bevorderen van de automatisering van het leesproces. Met de boekjes van Veilig & vlot oefenen de kinderen zich in vlot lezen door zorgvuldig opgebouwde wisselrijtjes te lezen.
Differentiatie Veilig leren lezen biedt ruimte voor verschillen en maakt adaptief onderwijs praktisch uitvoerbaar. De methode biedt daarvoor concrete materialen voor zelfstandige verwerking op verschillende niveaus en is voorzien van een flexibel organisatiemodel. In een klas met ook kinderen die al kunnen lezen, kiezen we voor twee groepen: een maangroep die start met het leesonderwijs en een zongroep voor kinderen die al een volledige letterkennis hebben en mkm-woorden correct en vlot kunnen lezen. (Dit vereist een vrij hoog niveau!). In alle andere gevallen werken we met één groep, de maangroep, en komen we met diverse materialen tegemoet aan verschillen tussen onze leerlingen. Zo zetten we onze onderwijstijd efficiënt in voor het doel: álle kinderen leren lezen. Maan De maangroep is de groep met kinderen die nog moeten leren lezen. We hebben ervoor gekozen om in het begin van het schooljaar alleen met een maangroep te werken. Aangezien de kinderen nu nog moeten leren zelfstandig te werken en we nog niet precies weten hoe de individuele kinderen zich gaan ontwikkelen, is dit voorlopig de meest praktische keuze. Na toetsing van IB’er zullen we meer gedifferentieerd gaan werken. Zon Voor kinderen die bij de start van groep drie al een volledige letterkennis hebben en mkm-woorden correct en vlot kunnen lezen, kunnen we een ‘zongroep’ vormen. (De kinderen moeten al minimaal op Avi 1 niveau kunnen lezen. Dit is al een vrij pittig niveau) De kinderen in de zongroep blijven deel uitmaken van de grote groep: bij de introductie van het thema, bij alle taalactiviteiten en bij de afronding. Ook wat de materialen betreft zijn zij geen buitenbeentjes. Zij werken zelfstandig in leesboekjes en –werkboekjes, net als de kinderen in de maangroep, maar dan wel met leerstof op hun niveau. Hiervoor zijn de leesboekjes zon en werkboekjes zon ontwikkeld. Ook bij de differentiatiematerialen voor vervolgopdrachten vinden zij oefenstof op maat. Zoals U al hebt gelezen, weten we na toetsing welke kinderen extra begeleiding nodig hebben en welke kinderen snel door de leerstof gaan. Met Veilig leren lezen blijven we alle kinderen in de maangroep dezelfde basisinstructie geven, afgestemd op de gemiddelde lezers. Met extra instructie en differentiatiematerialen zorgen we vervolgens voor de juiste aanpak voor elke leerling. Ster= De maangroep met kinderen die extra instructie en begeleiding nodig hebben Kinderen met een moeizame leesontwikkeling hebben behoefte aan extra instructie en/of begeleide inoefening. Veilig leren lezen voorziet hierin in met de ster-aanpak. Raket= Extra opdrachten Kinderen die snel door de leerstof gaan of eerder klaar zijn met hun werk, kunnen extra pittige vervolgopdrachten krijgen die hen uitdagen zelf te experimenteren, bijvoorbeeld met letters die nog niet expliciet aan de orde zijn geweest. Deze activiteiten noemen we raket-activiteiten.
Elke les is ingedeeld in de volgende fasen:
Activiteiten
(Sub)groep
Leerkrachtvrij/gebonden
Introductie
themagebonden taalactiviteiten
hele groep (maan en zon)
leerkrachtgebonden
Instructie
oefeningen voor het aanleren van lees- en spelvaardigheid
hele maangroep
leerkrachtgebonden
Verwerking
inoefening van leerstof die tijdens instructie is aangeboden; verlengde instructie bij ster-aanpak
hele maangroep (verlengde instructie alleen voor ster-aanpak)
veelal leerkrachtvrij (uitgezonderd ster-aanpak)
hele maangroep
leerkrachtvrij
hele groep (maan en zon)
leerkrachtgebonden
zelfstandig toepassen van verworven Vervolgwerk leesvaardigheid met materialen op verschillende niveaus Afronding
terugblik op de les en presentatie van werk
Leerlijnen Vanwege het belang van een geïntegreerde aanpak van taal en lezen in groep 3 zijn er in Veilig leren lezen leerlijnen uitgestippeld voor zowel mondelinge als schriftelijke taalontwikkeling. Daarmee sluit de methode aan bij de tussendoelen van het Expertisecentrum Nederlands. Wat mondelinge taalontwikkeling ligt de nadruk op de uitbouw van communicatieve vaardigheden, de bevordering van boekoriëntatie en verhaalbegrip, en de vergroting van de woordenschat. Tip: lees thuis ook nog regelmatig voor en laat ze zelf vertellen over een boek. Wat schriftelijke taalontwikkeling betreft staat het leren lezen en spellen van eenvoudige woordstructuren centraal. Onder schriftelijke taalontwikkeling vallen: • technisch lezen • spellen • begrijpend lezen • functioneel lezen en schrijven Binnen mondelinge taalontwikkeling onderscheiden we de volgende leerlijnen: • spreken en luisteren • boekoriëntatie en verhaalbegrip • woordenschat
Leerlingvolgsysteem Leesproblemen die te laat worden gesignaleerd zijn lastig op te lossen. Veilig leren lezen is daarom voorzien van een fijnmazig leerlingvolgsysteem waarmee we de vorderingen van de leerlingen op de voet kunnen volgen en eventuele leesproblemen vroegtijdig en nauwkeurig kunnen signaleren. Naast observaties tijdens de les bestaat het systeem uit controletaken en toetsen. De vier signalering Op bepaalde momenten is een systematische meting van de leesontwikkeling cruciaal. Die signaleringsmomenten zijn na kern 3, 6, 8 en 11. De Herfstsignalering (Na kern 3) De Wintersignalering (Na kern 6) De Lentesignalering (Na kern 8) De Eindsignalering (Na kern 11) Deze toetsen zullen dan in elk geval bij alle leerlingen worden afgenomen. Daarvoor moet de nodige tijd worden ingepland. Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie geeft dat ook aan. Verschillende soorten toetsen Bij de methode Veilig leren lezen zijn grof gezegd 2 verschillende soorten toetsen/controletaken opgenomen, namelijk vorderingentoetsen/taken en beheersingstoetsen/taken. Met vorderingentoetsen/taken is het mogelijk een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende niveaus (van onvoldoende tot uitmuntend) die leerlingen op een bepaald moment hebben bereikt. De volgende toetsen/controletaken zijn vorderingentoetsen: - Veilig & vlot - DMT Leeskaarten - De onderdelen Letterkennis, Synthesewoorden, Wisselwoorden en Zinnen uit de Herfstsignalering op basis van de tijdscore - Lettertoets (wintersignalering) op basis van de tijdscore Met een beheersingstoets/taak kunnen alleen die leerlingen worden opgespoord die het minimumdoel niet bereikt hebben. De volgende toetsen/controletaken hebben het karakter van een beheersingstoets: - Letterdictee - Fonemendictees - Spellingtoetsen - Begrijpend lezen - Controletaken werkboekjes maan kern 1 t/m 6 - Woord- en controledictees
Schrijfonderwijs De kinderen maken kennis met 2 soorten letters:
Beeldvorm van de leesletter (we noemen dit de ‘leesletter’); Bewegingsvorm van de schrijfletter (we noemen dit ook wel de ‘deftige’ letter).
We gebruiken de methode “Pennenstreken”. In groep 3 worden de letters aangeleerd in de context van de leesmethode Veilig Leren Lezen. De leesletter die de kinderen die dag hebben geleerd leren ze dezelfde dag ook schrijven. Het aanleren van de schrijfbeweging staat centraal. Dat betekent dat het de beweging is die in eerste aanleg ingeslepen moet worden. Door vragen te stellen laat de leerkracht de kinderen het begin- en eindpunt van de beweging en de tussenliggende richtingwisselingen van de letters ontdekken. Tijdens de lesinstructie kunnen de volgende vragen worden gesteld: - Waar denk je dat de letter begint? - Waar verandert de letter van richting? - Waar eindigt de letter? - Hoe schrijf je de letter in de lucht? (grof motorisch) - Hoe wordt de letter met de vinger op de tafel geschreven? (fijn motorisch) De methode is zo opgebouwd dat we iedere les starten met grof motorische oefeningen, waarna we langzaam overgaan naar meer fijn motorische activiteiten. Schrijven is namelijk ook een motorische vaardigheid die niet alleen met de hand maar met het hele lichaam wordt uitgevoerd. Tijdens het inoefenen wordt het schrijven steeds meer gereglementeerd. Stapsgewijs worden er grenzen gesteld: 1. De kinderen oefenen de letter in een vrije ruimte zonder lijntjes. 2. De kinderen oefenen de letter vrij tussen de lijnen. 3. De kinderen oefenen de letter op de lijn. 4. De kinderen oefenen de letter tussen lijntjes. Elke les geeft letten we extra op de volgende dingen: a. hoofd en lichaam (zit je rechtop, voeten naast elkaar op de grond?) b. meubilair (is de stoel goed aangeschoven?) c. armen (liggen de ellebogen allebei op de tafel?) d. pengreep (heb je het potlood vast tussen de duim en wijsvinger en liggen alle andere vingers eronder?) e. schriftligging (een beetje schuin?) f. niet-schrijfhand (ligt die plat op je schriftje?) Na het schrijven mogen de kinderen regelmatig hun eigen werk bekijken. Welke letter vinden zij het mooiste geschreven? De leerkracht beoordeelt het werk ook, verbetert een aantal dingen en geeft aan welke letter zij het mooiste geschreven vindt. De kinderen krijgen tijdens het schrijven verbeteringen te horen doordat de leerkracht constant rond loopt om te kijken en te helpen.
Rekenonderwijs We gebruiken de methode: Wereld in getallen.
Leerjaar en blokken De opbouw van weken en lessen is steeds hetzelfde. Elk leerjaar is opgedeeld in 8 blokken van 4 of 5 weken. Elk blok wordt afgesloten met een toets. De week na de toets is bedoeld voor herhaling, verdieping en verrijking.
Vaste weekopbouw Elk rekenonderwerp wordt op een vaste dag in de week behandeld. Dit geeft kinderen houvast, vooral voor de zwakke rekenaars is dit fijn. Zo is elke 3e les van de week gewijd aan meten, meetkunde, tijd en geldrekenen. Dit noemen we de projectles. Op vrijdag is er geen klassikale instructieles. Deze les is bedoeld voor herhaling en het afronden van opdrachten /weektaak.
Instructieles: altijd één doel Elke les duurt 50 tot 60 minuten en heeft steeds dezelfde opbouw. Bij de instructie staat altijd 1 doel centraal. Dit bevordert de begripsvorming. Lesschema instructie + verlengde instructie + begeleid oefenen zelfstandig werken aan de opdrachten of weektaak
Weektaak In de tweede helft van het jaar gaan de kinderen met een weektaak werken. In het laatste gedeelte van elke rekenles werken alle kinderen zelfstandig aan deze weektaak. De weektaak is er op 3 niveaus en wordt met sterren aangegeven.
Plusboek Voor rekensterkte kinderen is er het pluswerkboek. Daarin werken ze als ze klaar zijn met het plusniveau in de weektaak.
Leerstof eerste helft van het jaar - Orientatie op de getallenlijn Verder - en terugtellen tot en met 40 Cijfers schrijven Structuur van de getallen tot en met 20 - Resultatief tellen tot en met 20 Handig tellen van grote hoeveelheden - Structureren Splitsen tot en met 10 Getalbeelden op het rekenrek - Optellen en aftrekken tot en met 10 Fase 1: Het vergelijken van aantallen Fase 2: Erbij - en erafsituaties (Meer, minder en evenveel) Fase 3: Bussommen Fase 4: Pijlsommen - Meten, tijd en geld (O.a. Lengtes vergelijken, klokkijken, de munten van 1-2 en 5 cent)
Leerstof tweede helft van het jaar - Orientatie op de getallen tot en met 100 Verder - en terugtellen met sprongen van 1, 2, 5 en 10 Schrijfwijze van de getallen Eerste orientatie op de opbouw van de getallen tot en met 100 (Tientallen en lossen) - Optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10 Eerste aanzet tot automatiseren - Optellen en aftrekken tot en met 20 Optellen en aftrekken tussen 10 en 20 Eerste aanzet voor het optellen en aftrekken over het eerste tiental - Meten, tijd en geld (O.a. vergelijken van afmetingen, klokkijken, geldbedragen gepast betalen met munten en biljetten van 5 en 10 euro) Van concrete situatie naar de som De methode gebruikt materialen, modellen en schema’s om een brug te slaan tussen een concrete situatie en de rekensom. Eerst wordt er vanuit een realistische context gewerkt, dit is heel belangrijk voor een goede begripsvorming. In fasen verandert het rekenen van concreet naar abstract. Getallenlijn
Busmodel
Splitsen
Rekenrek
Eierdozen
Pijlentaal
Kennis – en vormingsgebieden Thema’s en projecten
Evenals in groep 1-2 vinden we het belangrijk aan te sluiten bij de belangstelling en belevingswereld van het kind. Dit betekent dat we, zo veel mogelijk, middels projecten aandacht besteden aan de seizoenen en feestdagen gedurende het schooljaar.
Wereldoriëntatie
Veilig de wereld in is een methode wereldverkenning voor groep 3. In deze uitgave komen de verschillende kennisgebieden geïntegreerd aan de orde. Veilig de wereld in sluit inhoudelijk en organisatorisch aan bij Veilig leren lezen. Dit maakt het mogelijk de leerstof voor aanvankelijk lezen en wereldverkenning als een geïntegreerd geheel aan te bieden. We gebruiken Veilig de Wereld in niet als methode maar als bronnenboek
Huisje Boompje Beestje: Dit televisieprogramma biedt een breed scala van onderwerpen over natuur en milieu. Enkele voorbeelden: natuur, het gebit, herfst, kleding. De presentatoren zijn Raaf, Carlijn en Fahd. Ze beleven samen met de kinderen avonturen, waarbij dieren, planten en mensen een belangrijke rol spelen. N.a.v. de uitzending kan er in de klas over het thema worden gewerkt.
Sociaal – emotionele vorming
We gebruiken de methode Goed gedaan! Tijdens deze lessen gaat het om de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind. -
Het verkennen van de eigen mogelijkheden, opvattingen, wensen en gevoelens. Omgaan met eigen gevoelens, zich inleven in de gevoelens van de klasgenoten en daar rekening mee leren houden. Leren gevoelens, wensen en gedachten begrijpelijk te uiten. Leren omgaan met conflicten. Stimuleren van samenwerken en de noodzaak van regels. Proberen in te leven in wat iemand anders voelt, denkt, weet en wil.
Waarden en normen
Voor onze school hebben wij een aantal regels en afspraken geformuleerd: “Zo gedragen wij ons”. Elk jaar worden een aantal regels centraal gesteld en besteden we gedurende een bepaalde periode extra aandacht aan deze regels. Dit doen we door o.a. verhalen en rollenspel. In de klas hebben we een klok met foto’s die naar deze regels verwijst. De wijzers geven de foto’s / regels aan waar we op dat moment extra aandacht aan schenken.
Zelfstandigheid Het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen vinden wij erg belangrijk binnen het onderwijs dat wij geven. Het stimuleren van de zelfstandigheid komt op een spontane en op een gerichte manier naar voren. We proberen kinderen op een spontane manier te stimuleren om zelf hun eigen jas aan te trekken, hun eigen schoenen aan te trekken en te strikken en om zelf problemen op te lossen. Verder hebben we op schoolniveau afgesproken ook op een gerichte manier aan de zelfstandigheid van kinderen te werken. In groep 3 gebeurt dat op de volgende manier: De leerkracht gebruikt een teken (stoplicht). Wanneer het stoplicht op rood staat weten de kinderen dat ze de leerkracht niet om hulp mogen vragen. Dit 'dwingt' kinderen om zelfstandig te werken, zich niet al te snel hulpeloos op te stellen of om hulp te vragen bij andere kinderen. De leerkracht heeft op deze momenten tijd om een groepje kinderen extra te begeleiden. Het zelfstandig werken is namelijk niet alleen een doel op zich maar ook een middel om extra zorg binnen de groep te kunnen geven. In het begin van het schooljaar leren we de kinderen de betekenis van het symbool en leren we ze te 'wachten' totdat de leerkracht komt helpen. (niet roepen - hulp vragen bij andere kinderen - zelf een oplossing proberen te bedenken). Hebben de kinderen hulp nodig, leggen ze een blokje met een vraagteken op tafel. Daarna proberen ze met het werk verder te gaan dat ze wél zelf kunnen. De kinderen die hulp nodig hebben en hun blokje op tafel hebben gelegd worden geholpen door de kinderen in hun groepje. (Dit stimuleert de sociale vaardigheden). De kinderen leren in het begin van het schooljaar via een ‘stappenplan’ welke stapjes ze kunnen zetten als ze hulp nodig hebben of zelf niet verder kunnen.
Creatieve en expressieve vakken Werken in hoeken Elke middag werken de kinderen in hoeken. Tijdens het werken in hoeken, gaan de kinderen in kleine groepjes aan de slag met diverse activiteiten. Het werken in hoeken in vergelijkbaar met de werkles in groep 1-2. Op deze manier proberen we o.a. de overgang van groep 2 naar 3 groep 3 te verkleinen. De kinderen leren spelenderwijs. Denk aan:
Knutselen Tekenen Techniek Kleien Computeren Verven Gezelschapsspellen
Handvaardigheid
Er wordt in de eigen groep geknutseld met verschillende materialen. Dit wordt afwisselend klassikaal gedaan, regelmatig komt dit onderdeel ook terug tijdens het werken in hoeken. Daarnaast zijn er ook dit jaar een aantal creamiddag met workshops. De kinderen van de groepen 1 – 4 werken in gemengde groepjes aan 1 creatieve of expressieve activiteit in de meest brede zin van het woord. - De kinderen gaan naar de klas waar ze de hele middag blijven. - De kinderen gaan een techniek/activiteit, die er van te voren gekozen is, uitvoeren. (o.a. knutselen, dansen, kleien, etc.). - Tussendoor buiten spelen. - Nabespreking / afsluiting in de kring.
Tekenen
Er wordt gewerkt met allerlei materialen: potlood, verf, vetkrijt, ecoline etc. Soms wordt er klassikaal getekend, soms komt het tekenen terug in het werken in hoeken.
Gymnastiek
Dit schooljaar heeft groep 3 op dinsdag – en donderdagochtend gym. De kinderen moeten dan gymkleren en gymschoenen meebrengen. Tijdens de gymlessen wordt aandacht besteed (vaak in spelvorm) aan veel grondvormen van bewegen, o.a. diepspringen, balanceren, klauteren, rollen, duikelen etc.
Muziek
We gebruiken de methode “Moet je doen”. Naast het leren van liedjes besteden we aandacht aan: onderscheiden van klanken, ritme, stemvorming, instrumenten bespelen en improvisatie.
Ouders Rapporten en tien - minutengesprekken Twee keer per jaar worden ouders uitgenodigd om de ontwikkeling van hun kind te bespreken. Daarnaast krijgen kinderen twee keer per jaar een rapport waarin u de ontwikkeling van uw kind kunt volgen. - November: - Februari: - Einde schooljaar:
Oudergesprek Rapport 1 Oudergesprek Rapport 2 Geen oudergesprek, alleen in individuele situaties
Na school bent u natuurlijk ook altijd welkom. Loop gerust binnen als u vragen, twijfels of zorgen heeft. We staan u graag te woord!
Verschillen Elk kind is anders en ontwikkelt zich op een verschillende manier. Bedenk dat al het begin moeilijk is en dat het aanvankelijk leesproces nu nog erg pril is. Kinderen op deze leeftijd kunnen zich geleidelijk maar ook heel sprongsgewijs ontwikkelen. Bovendien moeten de kinderen ook de tijd krijgen om zich de stof eigen te maken. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor het lezen maar ook voor alle andere vakgebieden. Als een kind op een gegeven ogenblik ergens nog wat moeite mee heeft, hoeft dit nog niet meteen een probleem te zijn, want na verloop van tijd zie je ineens dat het kind het wel kan. Het is echter mogelijk dat de ontwikkeling stagneert of niet verloopt zoals het zou moeten verlopen; dan is er wel sprake van een probleem. Dan wordt er uiteraard contact met u opgenomen en gekeken naar de mogelijkheden om uw kind extra zorg te bieden. U kunt natuurlijk ook altijd zelf contact opnemen met de leerkracht.
Thuis oefenen Het is leuk samen met uw kind bezig te zijn met lezen, schrijven of rekenen. Houd het ontspannen en gezellig. Bij het lezen is het heel belangrijk om de juiste benamingen te gebruiken. (zie bijlage). Prima materiaal zijn de maan – roos – visspellen. In de boeken – en speelgoedwinkel kunt u dit kopen. Ook heeft Veilig Leren Lezen een website speciaal voor ouders van kinderen die leren lezen met VLL. Deze website brengt u naar informatie over wat uw kind al kan en tips en activiteiten om daarbij aan te sluiten. (website (http://www.veiliglerenlezen.nl/zwijsen/show/id=91497) .
Ook op de website van de Meulebeek vindt u regelmatig materiaal waarmee u thuis op een leuke en leerzame manier met uw kind kunt oefenen. (www.demeulebeekoostrum.nl, zie groep 3) Thuis lezen is belangrijk maar in de eerste periode zeker geen must. In de eerste weken komt er best veel op de kinderen af en uw kind kan daarom erg moe thuiskomen. We vinden het dan ook erg belangrijk dat de kinderen thuis genoeg ruimte krijgen om lekker te kunnen spelen. Wanneer wij het belangrijk vinden voor de ontwikkeling van uw kind dat er thuis extra geoefend wordt zullen we hierover contact met u opnemen.
Leerzame spelletjes Spelletjes die ook belangrijk kunnen zijn om het leesproces goed op gang te brengen:
Gezelschapsspelletjes: Memorie Domino Vier op één rij Vier op één rij 3 – D variant Doolhoven (met balletjes) Doolhoven op papier Betoverde Doolhoven (ravensburger) Labyrint (ravensburger) Onderuit Valkuil Pictionairy Simon says Zwarte pietenspel Set (ravensburger) Duo (ravensburger) Ramses III (ravensburger) Mastermind Zeeslag Tangram Lottino met silhouetten Elektrodoos met de volgende werkbladen: o Positief – negatief plaatje o Opvolgende plaatjes (bijv. glas dat voller wordt) o Silhouetten Kimspel: tien voorwerpen op blad, kijken, weghalen
en opschrijven
Kimspel: tien voorwerpen op blad, een voorwerp wegnemen (tactiek benoemen) Kaartspelletjes: o Zevenen o Pesten o Dubbelpatience o Patience o Freecell o Jokeren o Uno Rummikub Dammen Rosenkonging (999 games) Othello Triominos Solitair Differix / figurix rush hour
Computerspelletjes Block-out Tetris Mahjong Memory Patience Freecell Spider Sokoban Doolhoven Vier op één rij. Picture puzzels. Rummikub Pacman Zeeslag Zoek de verschillen Mastermind
Een aantal van deze computerspelletjes zijn te vinden op: www.speeleiland.nl www.spel.nl
Boeken:
Je gelooft je ogen niet (ISBN 90-257-3110-4) Raadsels voor slimme speurneuzen (ISBN 90-374-4207-2) Zoek de verschillen (ISBN 90-374-4048-7) Wally: Marin Handford (ISBN 90-410-9071-7) Doolhof: Roxie Munro (uitgeverij Westeinde)
Veel speelplezier! Met dit schrijven hopen we u voldoende geïnformeerd te hebben over het ‘’reilen en zeilen’’ in groep 3. Mocht u nog vragen hebben, stelt u ze dan gerust! Met vriendelijke groet, Rosan Derkx
Uw kind, uw zorg Ons kind, onze zorg Samen proberen we er het allerbeste van te maken! Alvast bedankt voor de fijne samenwerking!
Uitspraak letters (zie ook het spel letterklank op onze website, ga naar groepen → groep 3 → leesoefeningen )
i ih s sss
m mmm p puh
r rrrr e eh
ee
aa
n nnn
oo
d duh z zzz a ah ie
oe
ij o oh j juh uu ei
g ggg
h huh u uh l lll ui
v vvv t t (korte klank) b buh k kh w www eu ou au