agendapunt 04.08 949882
Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit INVESTERINGSPLAN EN KREDIET KRAAIENNEST EN PEILSCHEIDING DORPPOLDER
Voorstel Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit 30-8-2011 1. Het Investeringsplan Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder, ter grootte van 5.400.000,euro vast te stellen. 2. Het krediet Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder, voor de ontwerpfase van maatregelen om drie urgente polders te verbeteren op de aspecten berging, bemaling en peilbeheer, ter grootte van 660.000,- euro, beschikbaar te stellen.
Advies Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit 30-8-2011
Investeringsplan en krediet Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder 1.
Probleemstelling - context
In de ABC-vervolgstudie (78158B, 2009) voor de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder (Midden-Delfland) is berekend dat deze drie polders gezamenlijk een tekort aan bergingscapaciteit van 177.000 m3 hebben. Dit bergingstekort is tijdelijk ondervangen door in de winterperiode het peil in het Kraaiennest te verlagen. Het peilbesluit in de Dorppolder is nog niet ingesteld omdat er in de Dorppolder-noord onvoldoende bergingscapaciteit is. In navolging van het collegebesluit uit 2007 om de zuidplas van het Kraaiennest te benutten voor berging en het zwemstrand te verplaatsen naar de noordplas (664017, 27 november 2007) zijn de benodigde maatregelen voor meer berging in de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder uitgewerkt. Daarnaast is er in de drie polders een bemalingstekort. In de Dorppolder is dit deels ondervangen door een mobiele pomp die al tien jaar een deel van de polder bemaalt. Voor de maatregelen die nodig zijn om de drie polders op orde te krijgen op de aspecten berging, bemaling en peil is een schetsontwerp gemaakt. In de uitwerking van de maatregelen zijn enkele varianten benoemd. Voordat deze maatregelen verder worden uitgewerkt is een variantkeuze nodig. Deze notitie bevat een voorstel voor de variantkeuzes van een aantal maatregelen, het voorstel een aantal maatregelen verder uit te werken tot definitief ontwerp (DO) en een aantal maatregelen (voorlopig of helemaal) niet uit te voeren. Voor een verdere uitwerking van de maatregelen tot DO-niveau is krediet nodig. 2.
Beoogd effect
Investeringsplan en krediet voor de ontwerpfase aanvragen voor de verdere uitwerking van maatregelen om drie urgente polders te verbeteren op de aspecten berging, bemaling en peilbeheer. 3.
Kernboodschap
Delfland heeft maatregelen uitgewerkt tot schetsontwerp die jaarrond waterberging in het Kraaiennest mogelijk maken en het watersysteem in drie urgente polders op orde brengen. Voorgesteld wordt op dit moment alleen die maatregelen verder uit te werken die permanent berging in het Kraaiennest realiseren en die het instellen van het peilbesluit Dorppolder mogelijk maken. De andere maatregelen worden ‘geparkeerd’ en meegenomen in de prioritering van maatregelen binnen het programma Voldoende Water. 4.
Historie - eerdere besluitvorming
Over de berging in het Kraaiennest heeft het college van D&H in 2007 een besluit genomen (664017, 27 november 2007). Na een afweging van de mogelijkheden voor bergen of baden in het Kraaiennest heeft D&H besloten om bergingscapaciteit te creëren in de zuidplas en de zwemfunctie te verplaatsen. Met het Recreatieschap Midden-Delfland is dit voornemen gedeeld in een bestuurlijk overleg op 1 november 2007. Het recreatieschap heeft geen formeel besluit genomen over de verplaatsing. In de Reconstructie Midden-Delfland is al afgesproken dat er een scheiding komt tussen de Dorppolder-Noord (glas) en de Dorppolder-Zuid (gras) om te voorkomen dat het water uit het glasgebied de waterkwaliteit in het grasgebied negatief beïnvloedt. De peilscheiding is
vastgelegd in het Peilbesluit Dorppolder (2000), maar nog niet gerealiseerd vanwege het bergingstekort in de Dorppolder-noord. 5.
Regelgeving en Beleid
Het bergingstekort en de mogelijkheid om het Kraaiennest meer te benutten voor berging komt voort uit ABC-studies en vervolgonderzoeken daarop. Het voorgestelde maatregelenpakket geeft invulling aan: - Artikel 2.1 en 2.8 van de Waterwet; - Artikel 2.3 van de Provinciale waterverordening; - De ambities voor Voldoende Water in het Waterbeheerplan 2010-2015; - twee doelen van het programma Voldoende Water, namelijk ‘voorkomen wateroverlast polders’ en ‘optimaal regulier beheer’. In het programmaplan Voldoende Water zijn de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder als urgent aangemerkt. 6.
Financiën
Voor de verdere uitwerking van het maatregelenpakket tot het niveau van een definitief ontwerp (DO) is krediet voor de ontwerpfase nodig. Met dit voorstel wordt investeringsplan en krediet aangevraagd op basis van de SSK-kostenraming op schetsontwerpniveau. De onzekerheid in de ramingen bedraagt in deze fase 50%. Het voorgestelde maatregelenpakket (maatregelen voor jaarrond waterberging in het Kraaiennest en het instellen van het peilbesluit Dorppolder) met daarbinnen de keuze voor de minimale varianten is geraamd op € 5.399.950,00 (zie bijlage 1). Als krediet voor het verder uitwerken tot DO-niveau worden de VAT-kosten voor dit maatregelenpakket aangehouden. De VAT-kosten zijn geraamd op € 660.316,-. Met dit voorstel wordt een investeringsplan van € 5.400.000,- en een eerste krediet van € 660.000,- aangevraagd (bedragen zijn afgerond) binnen het programma Voldoende Water. Dit past binnen het budget van het programma Voldoende Water, programmalijn Voorkomen wateroverlast polders. In het voorgestelde maatregelenpakket is baggeren opgenomen voor een goede afvoercapaciteit (kwantiteitsbaggeren). Recente peilingen hebben echter uitgewezen dat alleen baggeren niet voldoende is om de betreffende watergangen op de gewenste diepte te krijgen. De benodigde werkzaamheden kunnen worden meegenomen in het nog te starten project Verbreden en verdiepen watergangen in de Dorppolder, of, als versnelling nodig is ten behoeve van het Kraaiennest, in de uitwerking van de maatregelen voor het Kraaiennest tot DO-niveau. Deze werkzaamheden zijn niet opgenomen in het voorliggende investeringsplan. De vervanging van de mobiele pomp in de Dorppolder door een nieuw gemaal heeft minder onderhoudskosten tot gevolg. Dit betekent een geringe besparing op de exploitatie. De mobiele pomp is in eigendom van Delfland, bij vervanging door een gemaal gaat de pomp in reserve, zodat hij kan worden ingezet bij renovaties of calamiteiten. In de verdere uitwerking zal nog overlegd moeten worden over de exacte inrichting van het nieuwe zwemstrand met het recreatieschap Midden-Delfland. Dit kan tot hogere kosten leiden. Een raming van het strand volgens de wensen van het recreatieschap kost ca. € 122.200,- meer. Het gesprek over de wensen en kosten moet nog plaatsvinden. Na de ontwerpfase wordt het investeringsplan geactualiseerd op basis van kostenramingen op DO-niveau en wordt krediet aangevraagd voor de uitvoeringsfase. Bij het actualiseren van het investeringsplan voor de uitvoeringsfase kunnen de afspraken met het recreatieschap en eventueel de maatregelen voor het op diepte krijgen van de watergangen worden verwerkt. 7.
Duurzaamheid
De keuze voor het voorgestelde maatregelenpakket is mede gebaseerd op duurzaamheid: de bestaande plas beter benutten voor waterberging, een dieselpomp vervangen door een elektrisch gemaal en het water uit een glasgebied niet via grasland afvoeren in verband met 2
het verschil in waterkwaliteit. Bij de verdere uitwerking van de maatregelen worden de geldende richtlijnen t.a.v. duurzaamheid gehanteerd. 8.
Organisatorische en personele consequenties
Voor het verder uitwerken van maatregelen is krediet nodig. Zie onder Financiën bij punt 6 en Vervolgprocedure onder punt 12. 9.
OR/GO
nvt 10.
Risico- en beheersmaatregelen
Draagvlak omgeving Naar verwachting zullen enkele maatregelen uit de ABC-vervolgstudie op weinig draagvlak van de grondeigenaren kunnen rekenen. Het gaat dan met name om het aanleggen van een nieuwe watergang op de grens tussen Dorppolder-noord en –zuid en in mindere mate om het kappen van bomen t.b.v. het nieuwe zwemstrand. In het schetsontwerp zijn voor deze maatregelen varianten uitgewerkt waarbij de aspecten waartegen weerstand bestaat zijn aangepast. Bij de voorgestelde variantkeuze is rekening gehouden met het aspect draagvlak en bij de verdere uitwerking zal in de communicatiestrategie specifiek aandacht worden besteed aan het draagvlak. Overleg recreatieschap Het recreatieschap heeft na het besluit van D&H in november 2007 geen formeel besluit genomen over het verplaatsen van het zwemstrand van de zuidplas naar de noordplas van het Kraaiennest. Het recreatieschap is wel betrokken geweest bij de uitwerking tot schetsontwerp en heeft inrichtingseisen voor het nieuwe zwemstrand opgesteld. Niet alle eisen zijn noodzakelijk voor het kunnen zwemmen in de noordplas, een deel gaat om de inrichting van de omgeving. Voorstel is om de minimumvariant (minimale gangbare maatvoering en kwaliteit) aan te houden en met het recreatieschap in overleg te gaan over deze variant. Uitgangspunt is dat het recreatieschap extra inrichtingseisen zelf moet bekostigen. Tijdens de verdere uitwerking van de maatregelen worden hierover afspraken gemaakt met het recreatieschap. In bijlage 3 is een brief opgenomen om het recreatieschap te informeren over dit voornemen. Berging en bemaling niet 100% op orde De keuze om niet alle maatregelen op korte termijn uit te voeren betekent dat het watersysteem in de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder nog niet 100% op orde wordt gemaakt. Met het voorgestelde maatregelenpakket wordt een zeer groot deel van het bergingstekort opgelost, maar een tekort van 8.000 m3 resteert. Dit betekent dat het risico op inundatie bij hevige regenval blijft, met name in de Oude Campspolder (bij geen aanvullende berging en bemaling). Het Kraaiennest wordt hierdoor zwaarder belast met als mogelijk gevolg dat de nieuwe zwemplas vaker dan eens in de 25 jaar zal worden ingezet voor berging. Dit risico wordt beperkt door op een later tijdstip de Oude Campspolder op orde te brengen. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland zal nog besluiten op welk tijdstip de polders op orde moeten zijn. Watergangen te ondiep Een situatie die zich al langer voordoet, maar die pas kort geleden bekend is bij het projectteam dat dit voorstel heeft voorbereid, is dat de watergangen in de polders, met name in de Dorppolder, een stuk minder diep zijn dan de voorgeschreven leggerdiepte. Op sommige plekken is de diepte slechts 0,2 m. Volgens recente peilingen is het niet mogelijk om door middel van baggeren de benodigde waterdiepte te bereiken. Er zijn twee mogelijkheden: de benodigde werkzaamheden kunnen worden meegenomen in het nog te starten project Verbreden en verdiepen watergangen in de Dorppolder, of, als versnelling nodig is ten behoeve van het Kraaiennest, in de uitwerking van de maatregelen voor het Kraaiennest tot DO-niveau. Op dit moment zijn deze werkzaamheden niet opgenomen in de kostenraming van dit voorstel. De kosten voor de maatregelen voor voldoende waterdiepte komen of bij de aanvraag van uitvoeringskrediet voor het Kraaiennest en peilbesluit Dorppolder of bij de 3
aanvraag van investeringsplan en krediet van het nog te starten project Verbreden en verdiepen watergangen. 11.
Communicatie (in- en extern)
Na verlening van het krediet kan Delfland hierover in- en extern communiceren via de nieuwsbrief en website. Het recreatieschap Midden-Delfland wordt voorafgaand aan de behandeling van het voorstel in de VV geïnformeerd door middel van de brief in bijlage 3. Daarnaast worden de gemeenten Midden-Delfland en Westland en de provincie op de hoogte gebracht van het voornemen via ambtelijk en bestuurlijk overleg. 12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
Stappen in het besluitvormingstraject zijn als volgt: VV – 15 september 2011: aanvraag investeringsplan en krediet voor ontwerpfase VV 2012/2013: maatregelen op DO-niveau naar de VV, actualisatie investeringsplan en aanvraag krediet voor uitvoeringsfase 13.
Bevoegd orgaan
De VV is bevoegd om investeringsplannen en kredieten vast te stellen op grond van artikel 99 van de Waterschapswet. 14.
Toelichting
Toelichting maatregelen Uit het vervolgonderzoek ABC voor het Kraaiennest en de Dorppolder zijn 19 maatregelen gekomen die nodig zijn om wateroverlast in de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder te voorkomen. Van de 19 maatregelen zijn er 14 uitgewerkt in schetsontwerpen. Twee maatregelen zijn al uitgevoerd en drie maatregelen zitten in het TA-project. Bijlage 2 bevat een meer uitgebreide beschrijving en kaarten van de maatregelen. De maatregelen zijn te verdelen in twee groepen: 1. Waterberging Kraaiennest jaarrond beschikbaar hebben 2. Polders voor 100% op orde maken qua berging en afvoer 1. Waterberging Kraaiennest jaarrond beschikbaar hebben Om jaarrond waterberging in de zuidplas van het Kraaiennest te realiseren wordt het peil in de zuidplas permanent met 1 m verlaagd. Hiervoor zijn enkele stuwen en overlaten nodig die de aan- en afvoer van het water regelen en een pomp om het Kraaiennest na hevige regenval weer op peil te brengen. Daarnaast moet de aan- en afvoer in de polders worden aangepast om het overtollige water in de polders naar het Kraaiennest te sturen en af te voeren. Een van de keuzes in deze maatregelen is om het vergroten van zes duikers te vervangen door het vergroten van slechts de kleinste van deze duikers en het baggeren van de watergang. Deze variant op de maatregel is technisch makkelijker uitvoerbaar, betekent minder ongemak voor de omwonenden en kan tegen lagere kosten worden gerealiseerd. Mocht in de toekomst de vervanging van de vijf andere duikers, bij nieuwe inzichten of weersomstandigheden, toch nog noodzakelijk blijken, dan kan dit altijd later nog worden gerealiseerd. De kleinste duiker vervangen is een geen-spijt maatregel. Door het permanent onderbemalen van de zuidplas blijft er onvoldoende waterdiepte over om te kunnen zwemmen. Het zwemstrand zal daarom worden verplaatst naar de noordplas. Het verplaatsen van het zwemstrand van de zuidplas naar de noordplas heeft geen effect op het programma Schoon Water. Het hele recreatiegebied is door de provincie aangewezen als zwemwater, de noordplas valt hier dus binnen. De uitwerking van de verplaatsing wordt in overleg met het Recreatieschap Midden-Delfland gedaan. Bij de keuze voor het verplaatsen van het zwemstrand in 2007 heeft D&H ook besloten dat de kosten voor het verplaatsen voor rekening van Delfland komen, omdat de permanente waterberging de directe aanleiding voor de verplaatsing is. Destijds is wel uitvoerig overleg gevoerd met het recreatieschap en de gemeente Midden Delfland, maar formele besluitvorming heeft bij deze twee organisaties niet plaatsgevonden. Het 4
recreatieschap heeft ambtelijk eisen en wensen voor het nieuwe strand opgegeven. Niet alle eisen zijn noodzakelijk voor het kunnen zwemmen in de noordplas, een deel gaat om de inrichting van de omgeving. Geadviseerd wordt om met het recreatieschap in gesprek te gaan over de kostenverdeling van de inrichting van het zwemstrand, waarbij de minimumvariant uit het schetsontwerp de richtlijn voor Delfland is. In de fase van uitwerking tot DO-niveau moeten de afspraken over de inrichting en de kosten worden vastgesteld in een overeenkomst met het recreatieschap. In deze fase moeten ook de gemeenten Midden-Delfland en Westland en de provincie worden betrokken. 2. Polders 100% op orde maken Het Kraaiennest lost het overgrote deel van de bergingsproblemen op, maar niet alles. Er resteren nog een bergings- en bemalingstekort (ca. 20 m3/min in de Dorppolder en ca. 8.000 m3 en 25 m3/min in de Oude Campspolder) en de watergangen, met name in de Dorppolder, zijn ondieper dan de voorgeschreven leggerdiepte. In de schetsontwerpen zijn maatregelen uitgewerkt om de polders 100% op orde te maken voor wat betreft berging en bemaling. Voor de Dorppolder is de benodigde bemalingscapaciteit te realiseren door een nieuw gemaal te bouwen in de Dorppolder-noord ter vervanging van een huidige permanent geplaatste mobiele pomp. Dit nieuwe gemaal plus maatregelen die een peilscheiding tussen Dorppoldernoord en –zuid mogelijk maken zijn noodzakelijk voor het instellen van het peilbesluit Dorppolder. Er zijn meerdere varianten mogelijk voor de grens van de peilscheiding en de afvoer richting het gemaal: 1. Nieuw gemaal en nieuwe watergang realiseren conform vervolgstudie ABC. 2. Nieuw gemaal waar ook een gedeelte van Dorppolder-zuid op afvoert, geen nieuwe watergang nodig, wel een keerschot. 3. Nieuw gemaal en verlagen van het waterpeil in de hoofdwatergang, geen nieuwe watergang nodig, wel veel stuwen. Voor de variant die was voorgesteld in de ABC-vervolgstudie (nr 1) moet een nieuwe watergang worden gegraven vlak naast de huidige watergang langs de Dorppolderweg. Het realiseren van de huidige watergang tijdens de reconstructie was lastig vanwege weinig draagvlak bij de grondeigenaren. Een nieuwe watergang op die locatie zal ook op weinig draagvlak kunnen rekenen. Daarom zijn twee alternatieven doorgerekend. Variant twee behoeft geen nieuwe watergang en is daardoor goedkoper. Variant 3 biedt geen voordelen t.o.v. variant 2 en vraagt om meer aanpassingen in het watersysteem. Variant 3 is daarom niet verder uitgewerkt in het schetsontwerp. Geadviseerd wordt variant 2 verder uit te werken tot DO-niveau. De maatregelen om de Oude Campspolder 100% op orde te maken zijn meegenomen in de prioritering van maatregelen binnen het programma Voldoende Water. Ze hebben geen hoge prioriteit gekregen omdat er geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn. Geadviseerd wordt deze maatregelen in een later stadium uit te voeren. Later uitvoeren betekent wel dat het organisatievoordeel van clustering tot één pakket wegvalt en dat er een risico blijft op inundatie in de Oude Campspolder. In de huidige situatie lopen bij hevige regenval enkele percelen, met name delen van tuinen, onder. Het Kraaiennest zal zwaarder belast worden door een waterbergingstekort in de Oude Campspolder, wat tot gevolg heeft dat de nieuwe zwemplas (de noordplas) vaker dan eens in de 25 jaar als waterberging fungeert. Afweging maatregelenpakket Het voorgestelde maatregelenpakket is gebaseerd op een efficiënte besteding van de beschikbare middelen. Met de besteding van € 5.400.000,- worden zowel de Dorppolder als de Kralingerpolder op orde gebracht qua berging en bemaling. Om ook de Oude Campspolder 100% op orde te krijgen is een bedrag van € 491.000,- of € 746.000,- (afhankelijk van de variantkeuze) extra nodig. Uit de prioritering van maatregelen binnen het programma Voldoende Water blijkt dat de aanvullende maatregelen voor de Oude Campspolder een gemiddelde score halen en dus geen hoge prioriteit hebben. Kosten, baten (vermeden schade) en kansen in het gebied zijn in deze prioritering meegenomen. Geadviseerd wordt deze maatregelen nu niet verder uit te werken. De maatregelen voor de Oude Campspolder zijn uitgewerkt tot schetsontwerpniveau en kunnen op een later moment verder worden uitgewerkt. De risico's die blijven bestaan door niet de aanvullende maatregelen in de Oude Campspolder te treffen zijn beschreven onder punt 10 Risico- en beheersmaatregelen. 5
Een nieuw gemaal voor de Dorppolder-Noord (maatregel A2) is een maatregel die bijna driekwart van de totale investering bedraagt. Het gemaal dient ter vervanging van een mobiele pomp die al geruime tijd aan de Dorppolderweg staat. De mobiele pomp is destijds als noodvoorziening geplaatst en is onvoldoende om de totale bemalingsbehoefte voor de polder in te vullen. De vraag wordt soms opgeworpen of in plaats van een vast gemaal niet beter mobiele pompen geplaatst kunnen worden, aangezien dit zou leiden tot lagere investeringslasten. Dit lijkt in zijn eenvoud een aantrekkelijk voorstel. Mobiele pompen inzetten leidt echter tot een groot aantal knelpunten met betrekking tot aansturing, organisatie en ruimtelijke inpassing. Het woord nood zegt het al: de mobiele pompen worden ingezet in geval van exceptionele omstandigheden en niet voor de gebruikelijke bedrijfsvoering. Consequenties andere programma's Het voorgestelde maatregelenpakket valt onder het programma Voldoende Water, maar heeft raakvlakken met andere programma's: Schoon Water: het Kraaiennest is een aangewezen zwemwaterlocatie. Een kwalitatieve inschatting is dat de voorgestelde maatregelen geen effect hebben op de waterkwaliteit (stand still) en in beperkte mate gunstig zijn voor de zwemwaterfunctie. Er worden nog modelberekeningen uitgevoerd om deze inschatting kwantitatief te onderbouwen. De verplaatsing van het strand van de zuid- naar de noordplas is ten behoeve van het realiseren van waterberging en wordt daarom bekostigd uit het programma Voldoende Water. In overleg met de provincie en het recreatieschap moet een communicatielijn worden opgesteld om recreanten te informeren over de verandering in functies van de plassen. Stevige Dijken: Enkele maatregelen doorsnijden de kaden of liggen in de beschermingszone van een kade. In de kostenraming is rekening gehouden met extra voorzieningen om te kunnen voldoen aan de eisen die de Keur en de Nota Waterkeringvreemde elementen stellen aan werken in en rondom waterkeringen. Voor de peilscheiding in de Dorppolder is geen polderkade nodig. Instrumenten: de werkzaamheden worden in een projectplan beschreven, dat ter inzage wordt gelegd en door D&H moet worden vastgesteld. Het opstellen van een projectplan valt onder de reguliere werkzaamheden in de ontwerpfase. Gezuiverd afvalwater: geen consequenties. Organisatie: geen consequenties. Samenvattend Voorgesteld wordt om negen maatregelen voor waterberging in het Kraaiennest verder uit te werken tot DO-niveau, waarbij gekozen wordt voor het vervangen van één i.p.v. zes duikers en aanvullend (kwantiteits)baggeren van de watergang, en voor het maken van afspraken over de inrichting van het nieuwe zwemstrand met het recreatieschap. Voor het instellen van het peilbesluit zijn daarnaast een vaste en een geautomatiseerde stuw, een keerschot en een nieuw gemaal (ter vervanging van mobiele pomp) nodig in de Dorppolder-noord. De maatregelen die voorzien in aanvullende berging en bemaling in de Oude Campspolder zitten niet in het investeringsplan. Deze maatregelen zijn meegenomen in de prioritering binnen het programma Voldoende Water en worden op een later moment verder uitgewerkt. De maatregelen hebben op basis van een kwalitatieve inschatting geen negatieve effecten op de andere programma’s van Delfland en een beperkt positief effect op de zwemwaterfunctie (programma Schoon Water). 15.
Bijlagen 1. Investeringsplan maatregelen jaarrond waterberging Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder (VERTROUWELIJK ) 2. Kaart en toelichting op de maatregelen
6
Investeringsplan en krediet Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder
Kenmerk VV:
949882
Vergaderdatum:
15 september 2011
Beleidsveld:
Voldoende Water
Agendapunt:
04.08
De Verenigde Vergadering van Delfland, gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 15 september 2011, kenmerk 23068; gelezen het positieve/negatieve advies van de commissie Watersystemen – kwaliteit en kwantiteit; overwegende dat de benodigde berging voor de Dorppolder, Kralingerpolder en Oude Campspolder voor een groot deel gevonden kan worden in een optimale benutting van de plassen in het recreatiegebied Kraaiennest in Midden-Delfland; de functies zwemmen en waterberging in de zuidplas van het Kraaiennest niet goed te combineren zijn, waardoor het zwemstrand moet worden verplaatst van de zuidelijke plas naar de noordelijke plas; het peilbesluit Dorppolder kan worden ingesteld als er voldoende bergings- en bemalingscapaciteit beschikbaar is voor de Dorppolder-noord; voor een goede aan- en afvoer van het water in de drie polders en peilbeheersing in de Dorppolder maatregelen in en aan het watersysteem nodig zijn; Gelet op: artikel 77 van de Waterschapswet; alle relevante artikelen uit de KRW, Waterwet, Waterschapswet, Waterverordening ZuidHolland; artikel 6 Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap van Delfland; Besluit: 1. Het Investeringsplan Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder, ter grootte van 5.400.000,- euro vast te stellen. 2. Het krediet Kraaiennest en peilscheiding Dorppolder, voor de ontwerpfase van maatregelen om drie urgente polders te verbeteren op de aspecten berging, bemaling en peilbeheer, ter grootte van 660.000,- euro, beschikbaar te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van 15 september 2011 De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris,
de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma