Aambeien, diarree, verstopping en wormen Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg
Inhoud Aambeien3 Klachten en symptomen 3 Oorzaken3 Wanneer arts raadplegen 4 Voorkomen van aambeien 5 Wat kun je zelf doen 5 Geneesmiddelen6 Diarree7 Klachten en symptomen 7 Oorzaken7 Wanneer arts raadplegen 8 Voorkomen van diarree 9 Wat kun je zelf doen 9 Geneesmiddelen10 Verstopping11 Klachten en symptomen 11 Oorzaken11 Wanneer arts raadplegen 13 Voorkomen van verstopping 13 Wat kun je zelf doen 14 Geneesmiddelen14 Wormen16 Soorten wormen 16 Wanneer arts raadplegen 18 Voorkomen van wormen 18 Geneesmiddelen19
2
Aambeien Aambeien zijn uitgerekte en opgezette bloedvaatjes, die zich in een kluwen in het kanaal voor de anus bevinden. Als het kluwen is uitgezakt, spreken we van uitwendige aambeien.
Klachten en symptomen Het eerste symptoom van aambeien is vaak een geringe hoeveelheid ‘vers’ bloed op de ontlasting en last van afscheiding, irritatie en jeuk.
Oorzaken Factoren die het ontstaan van aambeien kunnen bevorderen: • Een moeilijke stoelgang Door de harde ontlasting en door langdurig persen ontstaat er een beschadiging van de bloedvaatjes in de uitgang van de anus (het anale kanaal). • Langdurig op het toilet zitten Door verslapping van de bekkenbodemspier vermindert de ondersteuning van het weefsel rondom de bloedvaatjes, waardoor deze kunnen uitzetten en afzakken. • Diarree Door veelvuldige en vaak met kracht passerende ontlasting kunnen de bloedvaatjes beschadigen. • Het ouder worden Door slijtage van het weefsel rondom de bloedvaatjes. • Zwangerschap Door verslapping van het elastisch weefsel of door obstipatie.
3
Hoe voorkom je aambeien? Verstopping werkt het ontstaan van aambeien in de hand. Je kunt verstopping voorkomen (en daarmee de kans op aambeien verkleinen) door vezelrijke voeding te eten en veel te drinken (zes tot acht glazen per dag). Dagelijks bewegen door sporten of wandelen is nuttig. Ga verder onmiddellijk naar het toilet wanneer je aandrang voelt. Blijf niet te lang op het toilet zitten en probeer niet te persen. Was na de stoelgang de anus met lauw water zonder zeep. Gebruik voor het droogmaken een zachte handdoek of zacht toiletpapier. Sommige mensen reageren gevoelig op prikkelende stoffen zoals alcohol, scherpe kruiden, koffie, koolzuurhoudende dranken of chocolade. Probeer in dit geval het gebruik hiervan te beperken of te vermijden.
Wat kun je er zelf aan doen?
Wanneer moet je een arts raadplegen? Naast aambeien kunnen ook fissuren, fistels of andere aandoeningen in het darmkanaal symptomen geven die lijken op die van aambeien. Het is daarom van groot belang dat je contact opneemt met jouw huisarts: • als de klacht al langer dan drie weken bestaat. • als er bloed in de ontlasting zit. • bij verlies van meer dan enkele druppels bloed, gecombineerd met het bekend zijn met aambeien. • bij een uitpuilende aambei, die niet teruggeduwd kan worden. • bij ernstige pijn. • bij een plotselinge of geleidelijke verandering in het stoelgangpatroon, die gepaard gaat met pijn. • bij klachten over buikpijn, een opgeblazen gevoel en braken. • bij frequent optreden van remsporen in de broek. • bij een drukkend gevoel of loze aandrang.
4
• Zorg voor een zachte ontlasting. • Gebruik geen vochtig of gekleurd toiletpapier. • Draag katoenen ondergoed. • Gebruik geen inlegkruisjes. • Niet krabben. • Neem regelmatig een warm bad (dit zorgt ervoor dat de anus zich ontspant en het bestrijdt tevens de klachten als branderigheid, pijn en jeuk rond de anus).
5
Geneesmiddelen Bij geringe klachten kun je het beste kiezen voor een zalf of een zetpil met alleen een beschermende stof. Als de aambeien gepaard gaan met jeuk en pijn kun je kiezen voor een zalf of een zetpil met een plaatselijk verdovende stof.
Diarree Bij een verstoring van de spijsvertering kan diarree ontstaan. De darmwand neemt minder vocht op waardoor de ontlasting dun wordt.
Alle zalven (eventueel met behulp van een inbrenghuls) en zetpillen worden ’s morgens, ’s avonds en na iedere ontlasting gebruikt. Breng zetpillen met de punt naar voren in de anus. Bevochtig ze eventueel met water, zodat ze beter glijden. Vraag eventueel naar vingercondooms. Deze zijn handig en hygiënisch bij het inbrengen van een zetpil.
Klachten en symptomen
Als je ondanks de verandering in je voedingspatroon toch last blijft houden van harde ontlasting, kun je gebruikmaken van vezel- of volumevergrotende preparaten. Voor informatie over deze producten en het gebruik ervan kun je terecht bij jouw Alphega apotheek.
Acute diarree wordt meestal veroorzaakt door virussen of bacteriën. Deze komen het lichaam binnen door besmet water of besmet voedsel. Ook kun je besmet worden door contact met iemand die diarree heeft.
Gebruik niet onbeperkt of zonder advies laxeermiddelen om je ontlasting zachter te maken. Als de klachten langer dan drie weken aanhouden of verergeren neem dan contact op met je arts.
Diarree is een dunne, waterige ontlasting die gepaard kan gaan met buikkramp en braken. Soms ook met koorts. In ernstige gevallen van diarree wordt veel vocht verloren. Meestal gaat diarree na één of twee dagen vanzelf over, maar soms duurt het langer.
Oorzaken
Chronische diarree kan het gevolg zijn van een ontsteking in de dikke darm, een spijsverteringsstoornis of een infectie door wormen of bacteriën. Ook misbruik van laxeermiddelen kan chronische diarree tot gevolg hebben. Soms wordt diarree veroorzaakt door het gebruik van een nieuw geneesmiddel. De darmen moeten hier dan aan wennen. De diarree is dan van tijdelijke aard. Let op: Door diarree kan het lichaam minder goed geneesmiddelen uit de darm opnemen, met als gevolg een verminderde werking van die geneesmiddelen. Een voorbeeld hiervan is de verminderde werking van de anticonceptiepil. Jouw Alphega apotheek kan je hierover meer informatie geven. Ook wanneer je plastabletten, anti-epileptica, digoxine of lithium gebruikt of wanneer je suikerziekte hebt, is het verstandig om met je arts of apotheker te overleggen.
6
7
Heb je diarree en kom je net terug van een reis rond de Middellandse Zee of een andere ‘verre’ bestemming, dan kan er sprake zijn van reizigersdiarree door een bacterie. Ook dan kun je het beste contact opnemen met je huisarts.
Hoe voorkom je diarree?
Wanneer moet je een arts raadplegen? Je doet er goed aan een arts te raadplegen in de volgende gevallen: • als je last hebt van chronische diarree langer dan 2 weken. • als de diarree waterdun is en langer dan drie dagen aanhoudt. • als de diarree gepaard gaat met bloed- en slijm verlies, koorts, ernstig braken, sufheid, verwardheid, niet meer plassen of voortdurende buikpijn. • bij het vermoeden van uitdroging. • bij het vermoeden van een bijwerking van een geneesmiddel. • bij diarree afgewisseld met verstopping gedurende enkele weken. Zuigelingen met diarree moeten altijd door een arts worden onderzocht. Bij kinderen jonger dan 2 jaar moet de diarree binnen 12 uur verminderen. Bij ouderen boven de 70 jaar moet de diarree binnen 24 uur verminderen, zeker als men plastabletten gebruikt. Als dit niet het geval is, is het verstandig een arts te raadplegen.
8
Hygiëne is een goede voorzorg tegen diarree. Was daarom de handen na elk toiletbezoek of luierwisseling. Daarnaast is het verstandig groenten en fruit goed te wassen en eventueel te koken. In bepaalde streken in het buitenland kun je beter geen kraanwater drinken. In zulke gebieden dien je ook voorzichtig te zijn met onverpakt consumptie-ijs en frisdrank, salades, ongeschild fruit en rauw voedsel. Verder kun je in het algemeen beter geen vette maaltijden nuttigen.
Wat kun je er zelf aan doen? Er is geen behandeling waardoor diarree sneller overgaat. Het is belangrijk dat je meer drinkt dan gewoonlijk om uitdroging te voorkomen. Drink iedere keer wanneer je waterige ontlasting hebt gehad een glas water of andere drank. Als je ook overgeeft is drinken extra belangrijk. Drink niet teveel tegelijk maar neem iedere vijf tot tien minuten een klein beetje. Zodra het overgeven minder wordt, kun je geleidelijk wat grotere hoeveelheden gaan drinken. Bij buikkrampen kan een warme kruik verlichting bieden. In principe mag je alles eten (bij voorkeur licht verteerbaar voedsel), waarin je trek hebt en wat verdragen wordt. Kleine porties en calorierijk voedsel zijn vaak het beste. Omdat ontbijtkoek, karnemelk, stroop, zuidvruchten en sinaasappelsap laxerend werken, kun je deze voedingsmiddelen beter niet gebruiken als je diarree hebt. Zorg verder voor voldoende hygiëne, was de handen zorgvuldig na elk toiletbezoek of luierwisseling en voor het eten of koken.
9
Verstopping Bij verstopping of obstipatie blijft de ontlasting te lang in de dikke darm. Je hebt daardoor last van een uitblijvende, moeilijke, harde, pijnlijke of trage ontlasting.
Klachten en symptomen
Geneesmiddelen Geneesmiddelen om de ontlasting te stoppen worden eigenlijk afgeraden. Deze middelen versnellen de genezing niet. Alleen in noodgevallen (bijvoorbeeld omdat je op reis gaat) kun je loperamide nemen waardoor de ontlasting minder vaak komt. Dit mag hooguit twee dagen gebruikt worden, maar niet als er ook sprake is van koorts of bij kleine kinderen. Loperamide bevattende preparaten mogen tijdens de zwangerschap of bij het geven van borstvoeding uitsluitend op advies van een arts worden gebruikt. Bij hevige diarree verliest het lichaam veel vocht, waardoor het risico ontstaat op uitdrogen. Dit kan gevaarlijk zijn. Je kunt met ORS-poeder een speciaal drankje maken om uitdroging tegen te gaan. ORS is een oplossing van mineralen en suikers in water. Het drankje stopt de diarree niet. Door de juiste verhouding van suikers en mineralen nemen de darmen het water direct op. Het is verkrijgbaar in poedervorm of als bruistablet. Voor de juiste dosering kun je het schema op de bijsluiter raadplegen. Het is belangrijk dat de op de verpakking vermelde hoeveelheid water wordt gebruikt om het poeder of de bruistablet op te lossen. Het toevoegen van suiker of vruchtensap verbetert de smaak maar vermindert de effectiviteit.
10
Verstopping uit zich vaak in (buik)pijn en in een opgeblazen gevoel. Het is hierbij een misverstand te veronderstellen dat iedereen dagelijks ontlasting moet hebben. Ieder mens heeft een eigen ritme. Sommige mensen hebben dagelijks ontlasting, anderen een paar keer per week.
Oorzaken Een kortdurende verstopping is geen reden tot paniek. Het is niet ongewoon of verontrustend als je enkele dagen geen ontlasting hebt. Verstopping is een klacht die verschillende oorzaken kan hebben. Verstopping kan bijvoorbeeld optreden tijdens de eerste dagen van een reis, bij verandering in de voeding of tijdens een ziekte waarbij bedrust moet worden gehouden. Ook tijdens de zwangerschap, na een bevalling of tijdens een vermageringsdieet kan sprake zijn van kortdurende obstipatie. In al deze gevallen moet het lichaam zich aanpassen aan de nieuwe situatie, wat enkele dagen kan duren. Een langdurige obstipatie kan wel een probleem zijn. Deze vorm van verstopping kan ontstaan door verkeerde voeding, te weinig lichaamsbeweging, het gebruik van vochtafdrijvende middelen en te weinig vochtopname. Als mensen depressief zijn of overdreven aandacht schenken aan hun stoelgang, kunnen ze eveneens last krijgen van langdurige obstipatie. Obstipatie kan ook het gevolg zijn van een ziekte, zoals een verminderde werking van de schildklier, aandoeningen aan de darmen, suikerziekte of een bijwerking van sommige geneesmiddelen.
11
Wanneer moet je een arts raadplegen? • Bij kinderen die niet reageren op voedingsadviezen of laxerende limonadesiroop. • Als het ontlastingspatroon veranderd bij gelijkblijvende leefstijl. • Als na twee weken vezelrijk dieet, voldoende lichaamsbeweging en vochtinname de klachten niet verdwijnen. • Bij regelmatig terugkerende problemen met de ontlasting. • Bij pijnlijke buikkrampen, opgeblazen gevoel, misselijkheid of overgeven. • Als er slijm of bloed bij de ontlasting zit. • Als verstopping en diarree elkaar afwisselen. • Als je het vermoeden hebt dat de verstopping door medicijnen wordt veroorzaakt. • Als het gebruik van een laxeermiddel niet binnen enkele dagen effect heeft. • Als er mogelijk sprake is van een aambei of scheurtje in de anus. De spijsvertering is een onbewust en spontaan verlopend proces. Als je veel bezig bent met je ontlastingspatroon en dit wilt beïnvloeden, kan dit een averechtse uitwerking hebben. Hoe meer je nadenkt over je stoelgang, des te moeizamer zal deze verlopen. Hierdoor loop je het risico in een vicieuze cirkel terecht te komen. Het is belangrijk deze cirkel te doorbreken. Er is geen reden voor paniek of voor behandeling als de ontlasting enige dagen uitblijft. Pas als je klachten krijgt, zoals pijn of druk in de buik kun je maatregelen overwegen. Ga ook niet meteen laxeermiddelen gebruiken, maar probeer de oorzaak op te sporen. Deze is vaak te vinden in jouw drink-, eet en leefgewoonten.
12
Hoe voorkom je verstopping? Verstopping is te voorkomen door vezelrijk voedsel te eten en door voldoende te drinken. Voor volwassenen geldt minstens twee liter vocht per dag. Probeer regelmatig te eten en kauw je voedsel goed. Zorg ook voor voldoende lichaamsbeweging. Als je meer vezelrijk voedsel gaat gebruiken, zal het maagdarmkanaal hieraan moeten wennen. Je kunt de eerste tijd last krijgen van winderigheid. Ga zodra je aandrang voelt naar het toilet en neem hiervoor rustig de tijd. Het ophouden van ontlasting kan ervoor zorgen dat de ontlasting hard wordt met verstopping tot gevolg.
13
Wat kun je er zelf aan doen? Het is gezond om vezelrijke voeding te eten. Dit werkt prikkelend op de darmen en bevordert daardoor de stoelgang. Vezelrijke producten zijn volkoren, rogge, bruin, krenten en rozijnenbrood. Ook grove graanproducten zoals gort, havermout, boekweit, muesli, tarwekiemen en zemelen zijn rijk aan vezels. Dit geldt ook voor zilvervliesrijst, dadels, vijgen, noten, pinda’s, sesam en maanzaad en peulvruchten (witte en bruine bonen, kapucijners en linzen). Gedroogde en geweekte zuidvruchten als abrikozen, krenten, pruimen, rozijnen en tutti frutti zijn eveneens vezelrijk. Sommige voedingsmiddelen kunnen een laxerende werking hebben. Voorbeelden hiervan zijn karnemelk, yoghurt, stroop, ontbijtkoek, vocht van geweekte zuidvruchten, rozenbottelsiroop of sinaasappelsap. Als je last van overgewicht hebt, kun je beter geen noten, pinda’s, dadels, vijgen, stroop en ontbijtkoek eten. Deze voedingsmiddelen bevatten namelijk veel calorieën.
Geneesmiddelen Zelfs als je al enige dagen geen ontlasting hebt, is dit geen reden tot behandeling. Je hoeft pas maatregelen te nemen als je klachten hebt (pijn, druk, opgeblazen gevoel). Als ondanks vezelrijke voeding de stoelgang niet beter wordt, kun je eventueel een laxeermiddel gebruiken. Een nadeel hiervan is geestelijke en lichamelijke gewenning. Je darmen worden lui. Het laxeermiddel wordt zo een noodzaak om ontlasting te produceren.
14
Gebruik een laxeermiddel daarom nooit langer dan enkele dagen zonder doktersadvies. Gebruik ook geen laxeermiddelen als je last hebt van hevige buikpijn, waarvan de oorzaak niet bekend is. Er is een groot aanbod van laxeermiddelen. Indien je regelmatig terugkerende klachten hebt, waarbij een aanpassing van je eet- en leefgewoontes niet voldoende helpt, kun je in eerste instantie zemelen of een ander vezelrijk product gebruiken. Hierbij is het belangrijk dat je voldoende drinkt. Deze producten geven nauwelijks kans op gewenning. Voor incidentele klachten kun je bisacodyl of lactulose gebruiken. Bisacodyl mag niet langer dan een dag of drie gebruikt worden. Bij een pijnlijke ontlasting kan een kleine klysma met een middel dat de ontlasting zachter maakt of bisacodyl als zetpil uitkomst bieden. Het gebruik van andere laxeermiddelen zoals senna-producten (laxerende kruidenthee), glijmiddelen met paraffine en wonderolie worden afgeraden. Deze middelen geven veel bijwerkingen zoals darmkrampen en kunnen een tekort aan vitaminen veroorzaken. Kinderen mogen alleen laxeermiddelen gebruiken in overleg met een arts. Lactulose heeft dan de voorkeur.
15
Wormen Wormen zijn parasieten, die voorkomen in de darmen of de weefsels. De levenscyclus van de worm bestaat uit drie fasen: het ei, de larve en de worm. Besmetting kan plaatsvinden van dier op dier, van mens op mens en van mens op dier of omgekeerd.
Soorten wormen en klachten De meest voorkomende wormen in Nederland zijn de aarsmade, de lintworm, de spoelworm en de zweepworm. Aarsmade De aarsmade (bleekgeel/wit van kleur) is een kleine worm (0,5-1 cm) die vaak bij kinderen voorkomt. De wormen houden zich op in het onderste deel van de dunne darm en bij de blinde darm. Ze hebben een levensduur van circa acht weken en zijn kommavormig. De eitjes bevinden zich op de huid van de anus. De eitjes van de aarsmade kunnen buiten het lichaam (bijvoorbeeld in kleren, in stof of onder de vingernagels) lang in leven blijven. Besmetting vindt plaats via de vingers, doordat de eitjes zich vastkleven aan voorwerpen in de leefomgeving (bed, bank, speelgoed) en door voedsel. De aarsmade veroorzaakt jeuk rond de anus of rond de schaamlippen. Spoelworm De spoelworm (bleekgeel tot roze/roodachtig van kleur) is 15-40 cm lang en bevindt zich in de dunne darm. Besmetting vindt plaats door het eten van onvoldoende gewassen, rauwe groente of fruit en kan vage buikklachten, diarree of verstopping veroorzaken. Besmetting met honden- of kattenspoelwormen, opgedaan in zandbak, tuin of plantsoen kan in zeldzame gevallen koorts, buikpijn en prikkelhoest veroorzaken.
16
Zweepworm De zweepworm (bleekgeel/wit van kleur) is aan het voorste deel dun en aan het achterste deel dik. De lengte bedraagt 3-5 cm en de worm is indirect afkomstig van een (huis)dier. Besmetting vindt plaats via de ontlasting van het dier in aarde of grond. Zweepwormen nestelen zich in de darm en in een vochtige omgeving ontwikkelen de eitjes zich. De kleine ovale eitjes zijn terug te vinden in de ontlasting. De zweepworm leeft twee weken als men zich niet opnieuw herbesmet. Zweepworminfecties geven zelden klachten. Vanwege de huidige goede hygiëne komen infecties door zweepwormen in Nederland en België bijna niet voor. Lintworm De lintworm komt voor in het voorste deel van de dunne darm en kan vijf tot tien meter lang worden. De worm bestaat uit platte segmenten, die met het blote oog te zien zijn in de ontlasting. De embryo’s en larven van de lintworm ontwikkelen zich in het spierweefsel van een rund of varken. De lintworm is herkenbaar aan zijn hoekige rijstkorrelvorm. Besmetting vindt plaats door het eten van besmet rauw, of niet goed doorbakken vlees. De lintworm veroorzaakt soms buikklachten, diarree en een licht gewichtsverlies.
17
Wanneer moet je een arts raadplegen? Het is raadzaam een arts te raadplegen bij een lintworminfectie en bij aanhoudende klachten van vermoeidheid. Als een worminfectie niet overgaat na goede hygiënische maatregelen en wanneer tweemaal een kuur is gevolgd, is het ook raadzaam een arts te raadplegen. Kinderen onder de twee jaar en zwangere vrouwen dienen bij een worminfectie naar de huisarts te gaan. In de tropen komen ook andere worminfecties voor, waarbij soms alleen eitjes in de ontlasting komen. Geef het dus altijd door aan je huisarts als je de klachten hebt gekregen na terugkeer van je vakantiebestemming.
Hoe voorkom je wormen? Hygiëne is de belangrijkste voorzorgsmaatregel bij het voorkomen van worminfecties. Besmetting met de lintworm voorkom je door geen rauw of niet goed doorbakken vlees te eten. Spoelwormen zijn te voorkomen door groente en fruit goed te wassen. Hygiënische maatregelen zijn: • de vingernagels zo kort mogelijk houden en schoonmaken. • de handen en bips regelmatig wassen (handen in elk geval wassen voor en na het slapen, voor het eten, na het spelen en na wc-bezoek). • deurknoppen, wc-bril, kastdeuren en speelgoed dagelijks schoonmaken. • beddengoed, ondergoed en nachtkleding op minimaal 60 graden wassen. • leefruimte iedere dag stofzuigen. • ondergoed en handdoeken dagelijks verschonen.
18
Geneesmiddelen De behandeling van een worminfectie met behulp van geneesmiddelen dient altijd in combinatie met een goede hygiëne te gebeuren. Aarsmaden Aarsmaden worden behandeld met mebendazol: direct een tablet en na 14 dagen weer een. Deze behandelwijze is nodig omdat de ontwikkeling van ei tot larve veertien dagen duurt. Indien in een gezin meer dan één persoon besmet is, is het verstandig alle gezinsleden te behandelen. Bij jeuk die zeer hardnekkig is, kan het insmeren van de bilnaad met vaseline verlichting bieden. Trek kinderen een strakke onderbroek aan zodat ze niet zo makkelijk kunnen krabben. Spoel- en zweepwormen Spoel- en zweepwormen worden ook behandeld met mebendazol, maar in een dosering van tweemaal daags één tablet gedurende drie dagen. Indien nodig kun je deze kuur na drie weken herhalen. Wanneer de klachten blijven aanhouden, is het raadzaam een arts te raadplegen. Zwangere vrouwen en kinderen onder de twee jaar kunnen beter geen mebendazol gebruiken. Bij hen kunnen hygiënische maatregelen soms afdoende zijn, maar als het effect uitblijft, moet overlegd worden met een arts.
19
Meer weten? Deze folder is onderdeel van een serie informatiefolders, die wordt uitgegeven door Alphega apotheek. Deze folders zijn ook online beschikbaar op www.alphega-apotheek.nl. Wil je meer weten over dit onderwerp, jouw gezondheid of de geneesmiddelen die je gebruikt? Kom dan gerust eens langs bij Alphega apotheek. Wij zijn je graag van dienst. Ook voor geneesmiddelen die je zonder recept koopt, raden we aan te laten controleren of ze samengaan met eventuele andere geneesmiddelen die je al gebruikt. Geef het gebruik van deze zogeheten zelfzorgmiddelen dan ook altijd door aan jouw apotheek.
2014b
Jouw gezondheid is onze zorg