A. Projectspecifieke indicatoren ten behoeve van thematische prioriteit 4 : Stedelijke ontwikkeling

A. Projectspecifieke indicatoren ten behoeve van thematische prioriteit 4 : ‘Stedelijke ontwikkeling’ 4.1.

Voor EFRO-projecten onder operationele doelstelling: ‘Ondersteunen van geïntegreerde stedelijke ontwikkelingsprojecten’

Naam van de indicator ID – Nr SFC (Oproep) Definitie

Vraag naar de promotor toe Helptekst Naam van de indicator ID – Nr SFC (Oproep) Definitie

Vraag naar de promotor toe Helptekst

Aantal geïntegreerde stadsontwikkelingprojecten 4.1. (351) Geïntegreerde stadsontwikkelingsprojecten, zijn strategische projecten waar economie en mobiliteit centraal staan en die andere sectoren op sleeptouw nemen. De projecten die worden ingediend moeten integrale grootschalige projecten zijn (meerdere domeinen, clustering van investeringen, …). We onderscheiden 4 invalshoeken : - Versterking van de stedelijke economie - Verhogen toegankelijkheid door het verbeteren van de interne en externe mobiliteit - Verhogen van de leefkwaliteit - Ontwikkelen van sociaal-cultureel leven Stedelijke ontwikkelingsprojecten hebben een duidelijke hefboomfunctie voor stad en regio. Vetrekkend vanuit een globale visie, bieden deze projecten een kader waar deelprojecten die gefinancierd worden vanuit andere financieringsbronnen in ondergebracht kunnen worden. Deze projecten kunnen zich situeren in de 13 Vlaamse centrumsteden en het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. Hoeveel EFRO-projecten die als “geïntegreerde stadsontwikkelingsprojecten’ worden geïdentificeerd, wenst U als projectpromotor te formuleren. Let op, uw EFRO-project telt als 1 enkele meeteenheid. Hefboomeffect van de geïntegreerde stedelijke ontwikkelingsprojecten 4.3. (352) Het hefboomeffect van de geïntegreerde stedelijke ontwikkelingsprojecten wordt gemeten door de bijkomende extra investeringen van lokale actoren, uitgedrukt in 1000 EUR. Het betreft hier enkel het hefboomeffect van de geïntegreerde grootschalige stadsontwikkelingsprojecten. Hoeveel bedraagt de extra investering aangeleverd door de lokale actoren bij de uitvoering van uw EFRO-project? De extra-investering wordt bepaald door de financiële inbreng van alle andere partners (= lokale partners) in uw EFRO-project met uitzondering van de Vlaamse steun en de EFRO-subsidiering. Deze indicator wordt in 1.000 euro uitgedrukt

1

4.2.

Voor EFRO-projecten onder operationele doelstelling: ‘Ondersteunen van kleinschalige stadsprojecten’



Aantal kleinschalige stadsprojecten 4.2. (355) Aantal opgestarte kleinschalige stadsprojecten in achtergestelde buurten in de steden Antwerpen en Gent. De beoogde doelstellingen zijn : - Versterking van de stedelijke economie - Verhogen toegankelijkheid door het verbeteren van de interne en externe mobiliteit - Verhogen van de leefkwaliteit - Ontwikkelen van sociaal-cultureel leven Hoeveel EFRO-projecten die als “kleinschalige stadsprojecten’ worden geïdentificeerd, wenst U als projectpromotor te formuleren. Let op, uw EFRO-project telt als 1 enkele meeteenheid.

2

B. Overkoepelende indicatoren ten behoeve van thematische prioriteit 4 ‘Stedelijke ontwikkeling’ Naam van de indicator ID – Nr SFC (Oproep) Definitie






Aantal m² herbruikbare ruimte in heringerichte bedrijfspanden 4.4. (353) Het aantal m² (ha) herbruikbare ruimte in gebouwen nadat deze heringericht, gerenoveerd of gerevaloriseerd werden. Om bestaande bedrijfsruimte te kunnen hergebruiken / herbestemmen, worden bestaande bedrijfspanden heringericht en gerenoveerd, hierbij wordt geopteerd voor een verwevenheid van functies. Hoeveel m² (ha) herbruikbare ruimte in heringerichte bedrijfspanden worden rechtstreeks ingevolge de uitvoering van uw EFRO-project voorzien/gerealiseerd? Elke m² (ha) herbruikbare ruimte in heringerichte bedrijfspanden, die in het kader van uw EFRO-project wordt gerealiseerd, telt als 1 meeteenheid. Aantal centrumsteden die een aangepaste strategie (duurzame vervoerssystemen) ontwikkeld hebben om de interne en de externe mobiliteit te verbeteren met het oog op een betere bereikbaarheid van ondernemingen en diensten. 4.5. (354) Het aantal centrumsteden die op basis van een bestaand/ geactualiseerd mobiliteitsplan een aangepaste strategie ontwikkelen om zowel de mobiliteit binnen de stedelijke gebieden (interne mobiliteit) als tussen en naar de stedelijke gebieden onderling (externe mobiliteit) te verbeteren. Om de druk van het verkeer te verminderen, wordt werk gemaakt op stedelijk niveau van de uitbouw van duurzame vervoerssystemen of vervoersconcepten. Op die manier wil men de bereikbaarheid van diensten, ondernemingen en functies verbeteren. Niet onder duurzaam vervoer valt het individueel autogebruik en (traditioneel) vrachtvervoer via de weg. Alternatieve vervoersconcepten die de transportduur en de transportkost van vervoer verminderen komen ook aan bod. Op hoeveel centrumsteden heeft uw EFRO-project die specifiek ingaat op de mobiliteitsproblematiek (interne en externe mobiliteit) betrekking ? Let op, uw EFRO-project kan slechts betrekking hebben op deze indicator indien uw project een aangepaste strategie (cfr. mobiliteitsplan) bevat om de interne / externe mobiliteit te verbeteren. De centrumstad waar projectacties worden uitgevoerd telt als 1 meeteenheid.

Aantal realisaties inzake de verbeterde toeristische en (socio -) culturele ontsluiting van (minder gekende) stadswijken 4.6. (356) De ontwikkeling van het toerisme en het (socio -) cultureel leven draagt bij tot de economische en sociale ontwikkeling van de steden. Bij het ontwikkelen van nieuwe projecten dient er ook werk gemaakt te worden van de toeristische en (sociaal -) culturele ontsluiting van minder gekende stadswijken Hoeveel tastbare of zichtbare realisatie inzake de verbetering van de toerisitsche en (socio)-culturele ontsluiting van (minder gekende) stadswijken worden er aan de hand van uw EFRO-project gerealiseerd? Eén project kan op één of meer vlakken bijdragen tot een verbetering van de toeristische en (socio -) culturele ontsluiting van een (minder gekende) stadswijk. Elke tastbare of zichtbare realisatie op het vlak van toeristische en (socio-) culturele ontsluiting van (minder gekende) stadswijken telt voor 1 meeteenheid

3


Vraag aan de promotor Helptekst


Vragen naar de promotor toe

Helptekst

Tevredenheid van de inwoners over de (her) inrichting van de publieke ruimte in de gerealiseerde projecten. 4.7. (357) Meting van de tevredenheid over de kwaliteit van de openbare ruimte in de gerealiseerde projecten. Methode : een bevraging van een representatief staal van inwoners uit de Vlaamse centrumsteden waar er in het kader van het D2 – programma een project / meerdere projecten ondersteund worden inzake de (her) inrichting van publieke ruimtes. Aan de bevraagde inwoners worden bijvoorbeeld 3 stellingen voorgelegd : (1) de straten en pleinen in de stad zijn mooi aangelegd ; (2) de parken in de stad zijn over het algemeen mooi aangelegd ; (3) de monumenten, historische gevels en gebouwen geven de binnenstad een mooie uitstraling. Maak een inschatting over de tevredenheid van de bewoners over de kwaliteit van de openbare ruimte ingevolge de uitgevoerde acties die in uw EFRO-project zijn gerealiseerd. Schat deze tevredenheidsindex in aan de hand van een Likert-schaal (van 0 tot 5), waarbij: - een waarde onder de 3 als onvoldoende wordt beschouwd; - een waarde 3 voldoende is; - een waarde 4 (goed) en 5 (zeer goed) betekent. Het aantal behouden en bijkomend gecreëerde jobs A.1 (379+358+359) Het betreft het aantal jobs uitgedrukt in voltijdse equivalenten dat direct ( bv aantal nieuwe arbeidsplaatsen in een ondersteunde KMO) of indirect (vb. nieuwe arbeidsplaatsen als gevolg van nieuwe infrastructuur) behouden of bijkomend gecreëerd zijn, als resultaat van de ondersteuning vanuit het D2-programma. 1. Schat het aantal jobs in (uitgedrukt in VTE) dat direct of indirect behouden of bijkomend gecreëerd is, als gevolg van de EFRO-subsidie die uw EFRO-project zal ontvangen. 2. Schat het aantal jobs in (uitgedrukt in VTE) dat direct behouden is, als gevolg van de EFRO-subsidie die uw EFRO-project zal ontvangen. 3. Schat het aantal jobs in (uitgedrukt in VTE) dat bijkomend gecreëerd is, als gevolg van de EFRO-subsidie die uw EFRO-project zal ontvangen. 1. Het betreft het aantal jobs (uitgedrukt voltijdsequivalenten – VTE) die direct behouden of gecreëerd zijn (vb. aantal behouden en nieuwe arbeidsplaatsen als gevolg van de deelname van de bedrijven, organisaties en instellingen aan uw EFRO-project) of indirect (vb. nieuwe arbeidsplaatsen als gevolg van nieuwe groei-initiatieven ondernomen door die bedrijven, organisaties en instellingen als gevolg van uw EFROproject). Het antwoord op deze vraag is niet gelijk aan de som van het aantal jobs behouden (2) en het aantal jobs bijkomend (3) gecreëerd. Hier wordt ook de indirecte jobcreatie meegerekend. 2. Het betreft het aantal jobs (uitgedrukt voltijdsequivalenten – VTE) dat direct behouden is (vb. aantal behouden arbeidsplaatsen als gevolg van de deelname van de bedrijven, organisaties en instellingen aan uw EFRO-project) 3. Het betreft het aantal jobs (uitgedrukt voltijdsequivalenten – VTE) dat bijkomend gecreëerd is (vb. aantal nieuwe arbeidsplaatsen als gevolg van de deelname van de bedrijven, organisaties en instellingen aan uw EFRO-project) Algemene opmerking: bij rapportering op het einde van het project zal opnieuw gevraagd worden hoeveel u op deze inschatting haalde, waarbij dan een onderscheid moet gemaakt worden naar geslacht (Man / Vrouw). Bovendien zal u dan een schatting gevraagd worden van de verwachte jobcreatie over de volgende 2 à 3 jaar.

4


Vragen naar de promotor

Helptekst



Bijdrage van het programma tot de versterking van de stedelijke economische dynamiek A.5 (369+370+371) Het betreft de bijdrage van het programma tot de versterking van de stedelijke dynamiek, inzake: - de ondernemersactiviteit in de stad - de mobiliteit in de stad - de leefbaarheid van de stad De indicator wordt kwalitatief (op basis van beoordeling volgens Lickert-schaal) gemeten . 1. Schat de meerwaarde in van uw EFRO-project ten opzichte van de inspanningen van het EFRO Doelstelling 2 programma inzake de ondernemersactiviteit in de stad. 2. Schat de meerwaarde in van uw EFRO-project ten opzichte van de inspanningen van het EFRO Doelstelling 2 programma inzake de mobiliteit in de stad. 3. Schat de meerwaarde in van uw EFRO-project ten opzichte van de inspanningen van het EFRO Doelstelling 2 programma inzake leefbaarheid van de stad. Identificeer voor elk van deze meerwaarde aan de hand van een Likert-schaal van 0 tot 5: - een waarde onder de 3 wordt als onvoldoende beschouwd; - een waarde van 3 wordt als voldoende beschouwd; - een waarde van 4 wordt als goed beschouwd; - een waarde van 5 wordt als zeer goed beschouwd.

Bijdrage van het programma tot het ( verder ) verbeteren van de sterktes en zwaktes van de regio B.1 (372) Het betreft de bijdrage van het programma tot de cohesie in de regio, door het ( verder ) verbeteren van de sterktes en zwaktes ( ruimtelijke dimensie ). In concreto geeft deze indicator weer of rekening werd gehouden met regiospecifieke ontwikkelingskenmerken en werd bijgedragen tot de versterking van de regio. De indicator wordt kwalitatief (op basis van beoordeling volgens Likert-schaal) gemeten. Schat de meerwaarde in van uw EFRO-project ten opzichte van de inspanningen van het EFRO Doelstelling 2 programma inzake het verder versterken van de sterktes en zwaktes in uw regio In welke mate draagt uw EFRO-project bij tot een verdere toename van het economisch potentieel van de regio. Identificeer deze bijdrage op een Likert-schaal van 0 tot 5: - een waarde onder de 3 wordt als onvoldoende beschouwd; - een waarde van 3 wordt als voldoende beschouwd; - een waarde van 4 wordt als goed beschouwd; - een waarde van 5 wordt als zeer goed beschouwd.

5

Naam van de indicator ID – Nr SFC (Oproep) Definitie Vraag naar de promotor toe Helptekst

Naam van de indicator ID – Nr SFC (Oproep) Definitie Vraag naar de promotor toe Helptekst



Bijdrage van het programma tot de duurzame ontwikkeling B.2.1. (373) Het betreft de bijdrage van het programma tot de duurzame ontwikkeling. De indicator wordt kwalitatief (op basis van beoordeling volgens Likert-schaal) gemeten. Schat de meerwaarde in van uw EFRO-project voor de inspanningen van het EFRO Doelstelling 2 programma inzake duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling kan begrepen worden als: "Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen". Duurzame ontwikkeling wordt vaak voorgesteld door de drie P' s (triple P): people (mensen), planet (planeet) en profit/prosperity (winst/welvaart), die staan voor respectievelijk de sociale, ecologische, economische dimensies van het begrip.Bij duurzame ontwikkeling moet men ernaar streven om deze drie P' s (oftewel: natuur, samenleving en economie) harmonieus met elkaar te laten werken. Plaats het effect van uw EFRO-project op het het gebied van de duurzame ontwikkeling op een schaal van -3 tot +3. -3 tot -1 is een sterk tot licht negatieve bijdrage, 0: een neutrale bijdrage, +1 tot +3 is een lichte tot zeer sterk positieve bijdrage

Bijdrage van het programma tot de verbetering van het leefmilieu B.2.2. (374) Het betreft de bijdrage van het programma tot de verbetering van het leefmilieu in zijn vier disciplines:bodem, lucht, water, mens-gezondheid. De indicator wordt kwalitatief (op basis van beoordeling volgens Likert-schaal) gemeten . Schat de meerwaarde in van uw EFRO-project ten opzichte van de inspanningen van het EFRO Doelstelling 2 programma inzake de bescherming en verbetering van het leefmilieu. Plaats het effect van uw EFRO-project op het gebied van de bescherming en verbetering van het leefmilieu op een schaal van -3 tot +3. -3 tot -1 is een sterk tot licht negatieve bijdrage, 0: een neutrale bijdrage, +1 tot +3 is een lichte tot zeer sterk positieve bijdrage

Bijdrage van het programma tot de interregionale samenwerking B.3. (375) Het betreft de bijdrage van het programma tot de interregionale samenwerking, zijnde de samenwerking binnen projecten met projecten uit andere EU-regio’s. De indicator geeft aan in hoeveel projecten er al dan niet samenwerking is geweest met projecten uit andere EU-regio’s. Was er in uw EFRO-project een effectieve samenwerking geweest met projecten uit andere EU-regio’s? Antwoord met ja of nee

6





Bijdrage van het programma tot de bevordering van de gelijke kansen B.4. (376) Het betreft de bijdrage van het programma tot de bevordering van de gelijke kansen van kwetsbare groepen, zijnde ouderen, vrouwen, laaggeschoolden, gehandicapten en allochtonen. De indicator geeft aan of er in het project al dan niet een specifieke aanpak is voorzien voor de bevordering van de gelijke kansen van kwetsbare groepen. Indien beschikbaar, wordt bijkomend aangegeven hoeveel jobs er behouden of bijkomend zijn gecreëerd voor kansengroepen. In welke mate heeft uw EFRO-project bijgedragen tot de bevordering van de gelijke kansen? Definitie van gelijke kansen : “ het ontbreken van belemmeringen die verbonden zijn aan sekse, handicap, afkomst, leeftijd, …, voor deelname aan het economische, politieke en sociale leven”. Evalueer in hoeverre uw EFRO-project een bijdrage levert tot een verbetering van de situatie van vrouwen, laaggeschoolden, gehandicapten of andere kansengroepen? Identificeer deze bijdrage op een Likert-schaal van 0 tot 5: - een waarde onder de 3 wordt als onvoldoende beschouwd; - een waarde van 3 wordt als voldoende beschouwd; - een waarde van 4 wordt als goed beschouwd; - een waarde van 5 wordt als zeer goed beschouwd.

Direct bereik X Het aantal klanten dat effectief begunstigd wordt door EFRO Doelstelling 2. Het bereik is dus de som van alle deelnemers aan het project, zijnde de promotor, de eventuele copromotoren en het aantal vooropgestelde actieve deelnemers aan het project Geef het “direct bereik” van uw EFRO-project op . De indicator is een maatstaf voor het directe maatschappelijk bereik van EFRO Doelstelling 2. Het aantal deelnemers aan een EFRO-project betreft enkel de actieve deelnemers met een directe en vaststelbare participatie aan het project (bijvoorbeeld het aantal deelnemers aan een seminarie) en geen indirecte deelnemers (bijvoorbeeld het aantal personen die worden bereikt via een publiciteitscampagne of een tentoonstelling). Het direct bereik is steeds minimaal gelijk aan 1 (nl. de promotor). Bij een zuiver investeringsproject is het direct bereik te beperken tot de promotor als bouwheer (directe begunstigde die aan een EFRO-project meewerkt) en copromotoren (elk 1 meeteenheid). Leden van raden van bestuur of een algemene vegadering van een organsiatie worden niet meegerekend.

7

A. Projectspecifieke indicatoren ten behoeve van thematische prioriteit 4 : Stedelijke ontwikkeling

Recommend Documents