A MATTER OF ACT 2011 10 MENSENRECHTENHELDEN IN DE HOOFDROL
48
© Roy Beusker
INLEIDING Er is een novelle van George Steiner waarin hij een van de personages laat zeggen: “verlang van iemand meer dan hij is, houd voor zijn vermoeide oog een beeld van altruïsme, van mededogen en van zelfverloochening waaraan alleen de heilige of de waanzinnige kan voldoen, en je radbraakt hem. Totdat zijn ziel barst.” Steiner is de grote schrijver over de geschiedenis van vervolging en onderdrukking, die de mensheid op kundige wijze “door een donkere bril” bekijkt. Zijn novelle uit 1981 is veel te complex om als een eenvoudig voorbeeld voor wat dan ook te gebruiken, maar ik vind het citaat als zodanig treffend genoeg. Het beschrijft de dilemma’s waar een mensenrechtenverdediger mee te maken heeft. Steiner, zelf een fervent voorvechter van waarheden en waarden die over landsgrenzen heen gaan, spreekt zich vaak uit over mensenrechten in zijn boeken en gefilmde interviews. Hij zegt dat we mededogen net zozeer nodig hebben als zelfbehoud. We willen opkomen voor rechtvaardigheid, maar het kan niet zo zijn dat dit ideaal ons tot waanzin drijft. Bij het verdedigen van de mensenrechten kunnen we uiteindelijk alleen maar menselijk zijn. A Matter of ACT presenteert deze waarheden met de nodige overtuigingskracht. De films gaan over echte mensen, die in het hier en nu met gevaren en dilemma’s worden geconfronteerd. Na het zien van deze tien films zult u niet het idee hebben dat u hebt zitten kijken naar mensen met barstende zielen. U zult ze juist inspirerend, pragmatisch en stoer vinden. De Nederlandse afdeling van Amnesty International draagt A Matter of ACT een warm hart toe. Wij vinden de combinatie van films en verhalen uitstekend aansluiten bij onze inspanningen om mensenrechtenverdedigers te steunen. Eduard Nazarski Directeur Nederlandse afdeling Amnesty International A Matter of ACT is een initiatief van Amnesty International en wordt gesponsord door de Nationale Postcode Loterij.
Marieke van Schaik, Managing Director van de Nationale Postcode Loterij De Nationale Postcode Loterij is de grootste goede doelen loterij van Nederland. Sinds haar oprichting in 1989 heeft zij ruim 3 miljard euro uitgekeerd aan goede doelen die zich inzetten voor een groene en rechtvaardige wereld. Amnesty International is sinds 1996 een vaste partner van de Postcode Loterij en heeft in totaal 57,8 miljoen euro ontvangen voor haar belangrijke werk. Voor het film- en debatprogramma A Matter of ACT stelt de loterij extra geld ter beschikking. “Mensenrechtenwerk is vaak onzichtbaar voor het grote publiek, terwijl mensenrechten aan de basis staan van de rechtvaardige samenleving die we met elkaar nastreven. Ik ga zelf met extra belangstelling kijken naar de documentaire The Jungle Radio waarin activiste Jamileth Chavarría centraal staat. Jamileth heeft in de binnenlanden van Nicaragua een lokaal radiostation opgezet dat zij gebruikt in de strijd tegen seksueel geweld tegen vrouwen. Dit thema ligt de loterij na aan het hart. Bovendien was ik afgelopen november in Nicaragua en ben ik geïnteresseerd in deze kant van dit land. De persoonlijke verhalen van de genomineerde activisten, die ondanks ontberingen en angst blijven strijden, inspireert ons weer om ons werk zo goed mogelijk te doen. Zo kunnen wij deze dappere mensen via Amnesty International blijven steunen.”
A MATTER OF ACT 2011 10 MENSENRECHTENHELDEN IN DE HOOFDROL
03
Voorwoord Bianca Jagger
04
Aung San Suu Kyi: “Het is geen opoffering, maar een keuze” Minka Nijhuis
08
Marco Arana Zegarra, ‘vader Marco’: “Als ze de aarde verwoesten, huilt zij” Cees Zoon
12
Jamileth del Carmen Chavarría: “Ik zal altijd een heks blijven” Cees Zoon
16
20
Fatou Mandiang Diatta alias Sister Fa: Rapster vecht op meerdere fronten Bram Posthumus Chris Mburu: “Iedereen heeft recht op onderwijs” Gijsbert van Liemt
24
Ayed Morrar: Leider van het geweldloos Palestijns verzet Simone Korkus
28
Suciwati Munir: Zoektocht naar gerechtigheid Esther de Jong
32
Andrej Nekrasov: “Je speelt poker met Poetin” Floris Akkerman
36
Alice Nkom: Advocaat van de gelijke behandeling Bram Posthumus
40
Palagummi Sainath: Vrijheidsstrijder 2.0
44
Movies that Matter: Films die ogen openen
45
Jury A Matter of ACT 2011
01
© Rankin
VOORWOORD
Mensenrechtenverdedigers Volgens sommigen zijn het helden. Volgens anderen zijn het heiligen. Volgens weer anderen zijn het voorbeeldige mensen. Maar als definitie van mensenrechtenverdedigers slaat deze hagiografie de plank helemaal mis. Het zijn gewoon mensen die vinden dat rechten moeten worden gerespecteerd, beschermd en bevorderd en dat misstanden aan de kaak moeten worden gesteld, voor henzelf maar ook voor anderen. Neem de films in het programma A Matter of ACT van het Movies That Matter festival. Weduwen uit Azië, dorpelingen op de Westelijke Jordaanoever, een advocaat in Kameroen, een radiozender die de stem van vrouwen laat horen in Nicaragua. Wat hebben de geportretteerde pleitbezorgers met elkaar gemeen? Dat ze bovenmenselijke capaciteiten bezitten? Beslist niet. Bijna altijd moeten ze onder moeilijke omstandigheden hun werk doen, vaak met gevaar voor eigen leven. Ze worden vaak wantrouwend of vijandig bejegend, niet alleen door de autoriteiten maar ook door hun eigen gemeenschappen. Ze maken zich sterk voor universele rechten in omgevingen
02
waar zelfs nationale of lokale wetten met voeten worden getreden. Ze vechten, maar zonder wapens. De mensenrechtenverdediger kreeg voor het eerst een officiële status in de regio waar ik ben geboren. In 1996 nam Amnesty International in Midden-Amerika een beginselverklaring inzake de bescherming van mensenrechtenverdedigers aan. Twee jaar later werden deze beginselen bekrachtigd door een VN-conferentie ter ere van het 50-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De VN-verklaring uit 1998 garandeert eenduidig het recht van mensenrechtenverdedigers op vrijheid van vereniging en communicatie met andere organisaties, om “nieuwe ideeën en beginselen ten aanzien van de mensenrechten te ontwikkelen en uit te dragen”, en om “middelen en hulp te werven, te ontvangen en aan te wenden”. De laatste bepaling heeft specifiek betrekking op mensen zoals ik, die de verdedigers verdedigen. Op grond van het internationaal recht heeft ieder van ons de plicht om mensenrechtenverdedigers de morele en materiële steun te bieden die ze nodig hebben. De pro-democratie demonstraties in Egypte hebben ons laten zien wat kan worden bereikt in een digitaal gestuurde, vreedzame en leiderloze revolutie. Deze jonge mensen willen een einde maken aan de cultuur van straffeloosheid, en eisen dat hun regeringen verantwoording afleggen. Boeren in India, journalisten in Rusland en Egypte, studenten in Kenia: allemaal weigeren ze te zwichten voor onderdrukking en zich neer te leggen bij een leven vol wanhoop. De Birmese oppositieleidster Aung San Suu Kyi, een Senegalese rapper, een Peruviaanse priester: ze verschaffen de hoop die zo hard nodig is in zowel hun strijd tegen onrecht als voor ons, het publiek, in de strijd tegen cynisme. Laten we nu de films gaan bekijken. En de verhalen lezen van tien uitzonderlijke mensenrechtenverdedigers. Bianca Jagger Juryvoorzitter A Matter of ACT 2011
03
AUNG SAN SUU KYI Geboorteland: Birma Geboortedatum: 19 juni 1945 Aung San Suu Kyi was twee jaar oud toen haar vader, de volksheld Aung San, net voor de onafhankelijkheid door een politieke rivaal werd vermoord. Ze bracht een deel van haar jeugd door in India waar haar moeder diplomaat was. Suu Kyi studeerde politiek, filosofie en economie in Oxford. Ze werkte vervolgens een aantal jaren voor de Verenigde Naties in New York. In 1972 trouwde ze met Michael Aris. Ze kregen twee zoons, Alexander Myint San Aung (1973) en Kim Htein Lin (1977). In 1988 keerde ze naar Birma terug en werd leidster van de oppositiepartij de Nationale Liga voor Democratie. Een paar maanden later plaatste de junta haar voor het eerst onder huisarrest. Desondanks won haar partij in 1990 de verkiezingen. Vanwege haar geweldloze strijd voor democratie en mensenrechten kreeg ze in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede, talloze andere internationale onderscheidingen volgden. Haar echtgenoot Michael Aris overleed in 1999 aan kanker. Suu Kyi bracht het grootste deel van de afgelopen 22 jaar onder huisarrest door. Die detentie werd op 13 november 2010 opgeheven.
“HET IS GEEN OPOFFERING, MAAR EEN KEUZE” Verbazingwekkend ongebroken lijkt Aung San Suu Kyi als ze op 13 november 2010 na ruim zeven jaar huisarrest boven het hek van University Avenue verschijnt om haar duizenden aanhangers toe te spreken. In de sobere ontvangstkamer van haar villa aan het meer licht ze die houding toe: “Zo moeilijk was het niet. Wat had ik te doorstaan? Ik zat simpelweg in mijn huis. Ik ben nooit een type geweest dat veel uitging. Ik houd van lezen. Ik luisterde naar muziek. Ik tekende. Ik ben een binnenzitter, zal ik maar zeggen, dus het was geen grote beproeving.”
Zo’n laconieke reactie is Suu Kyi ten voeten uit. Al jarenlang relativeert de 65-jarige oppositieleidster de ontberingen die haar strijd voor democratie en mensenrechten met zich meebrengen. Liever praat ze over anderen die het zoveel zwaarder hebben. “Ik wil deze gelegenheid gebruiken om het lot van de politieke gevangenen duidelijk te maken. Hoe denk je dat het is voor diegenen die voor jaren en jaren gevangen zitten?” Aung San Suu Kyi, het boegbeeld van de oppositie, was lange tijd een onbekende voor de meeste Birmezen. Ze is de dochter van de vermoorde vader des vaderlands Aung San, maar woonde sinds haar jeugd in het buitenland. Toch moet ze een voorgevoel hebben gehad van de haast historische onvermijdelijkheid die haar ooit in de Birmese politiek zou doen belanden. Voordat ze in het huwelijk trad met de Britse Tibet-deskundige Michael Aris schreef ze hem: “Ik vraag je alleen of, mocht mijn volk me nodig hebben, je me dan wilt helpen die plicht te vervullen.” Revolutie van de geest Dat moment komt in 1988 als haar landgenoten massaal protesteren tegen de jarenlange onderdrukking en de armoede. Suu Kyi die in Rangoon is om haar doodzieke moeder te verplegen, vindt dat ze als haar vaders dochter niet afzijdig kan blijven. “In feite is deze nationale crisis onze tweede strijd voor onafhankelijkheid,” zegt ze in haar eerste toespraak die tienduizenden toehoorders trekt. Ook refereert ze aan de principes van Gandhi en zijn leer van geweldloos verzet. In interviews licht ze die ideeën verder toe: “Onze strijd voor democratie is in de eerste plaats een revolutie van de geest. Iedereen moet beginnen met vragen stellen en wel in de eerste plaats aan zichzelf. Handel ik uit angst of uit de overtuiging dat het juist is wat ik doe? Als iemand handelt uit angst zal hij dat moeten toegeven, vervolgens zal hij moeten erkennen dat hij bezweken is voor dat angstgevoel en zich moeten afvragen of hij wel met zijn handelingen door moet gaan. Daarmee is de eerste stap gezet om uit die vicieuze cirkel van angst en gehoorzaamheid te breken.”
Tekst: Minka Nijhuis
Leven onder een militair bewind beschadigt mensen. “Elke dictatuur streeft ernaar de bevolking monddood te maken.
04
05
“Ik ben niet degene die verandering gaat brengen. De Birmezen moeten me helpen.”
Persoonlijk leven Zo uitgesproken als Suu Kyi is over haar ideeën voor een vrij en democratisch Birma, zo terughoudend is ze als het over haar eigen leven gaat. Een enkele keer laat ze wat contouren zien, en die zijn veelzeggend. “Ik was twee jaar oud toen mijn vader overleed. Te jong om herinneringen aan hem te hebben. Het was mijn moeder die me leerde mijn vaders dochter te zijn.” Haar moeder Khin Kyi, die jarenlang ambassadrice was in India, was een sterke persoonlijkheid die haar inspireerde. “Ze was van nature erg moedig en ze
leerde mij niet bang te zijn. Ik groeide op in een omgeving waar angst iets beschamends was. Mijn moeder werd boos als ik bang was - voor het donker bijvoorbeeld.”
© Kamoli Films
Vragen worden niet getolereerd en wat de autoriteiten ook maar doen, het staat eenvoudigweg niet ter discussie. Dat eist zijn tol in het persoonlijke leven van mensen. Mensen raken hun aangeboren intellectuele en spirituele nieuwsgierigheid, het verlangen meer te weten en meer te begrijpen, kwijt. Die schade valt te repareren, maar hoe langer dat proces wordt uitgesteld, hoe moeilijker het zal zijn.”
Ze wordt de leidster van de oppositiepartij de Nationale Liga voor Democratie die in het najaar van 1988 wordt opgericht. Enkele maanden later plaatst de junta haar onder huisarrest. Toch wint haar partij in 1990 met een overweldigende meerderheid de verkiezingen, maar de junta weigert die uitslag te erkennen. Af en toe wordt Suu Kyi vrijgelaten, maar als blijkt dat ze nog altijd populair is, wordt ze weer vastgezet. Er zijn geen indicaties dat het deze keer anders zal lopen.
Aung San Suu Kyi, Lady of No Fear Denemarken 2010, 58 minuten Regie: Anne Gyrithe Bonne
Mensenrechtensituatie: Op 13 november 2010 kwam er na ruim zeven jaar een einde aan het huisarrest van oppositieleidster Aung San Suu Kyi. Meer dan 2200 andere politieke gevangenen zitten nog steeds vast, vaak in afgrijselijke omstandigheden. Ze worden veelvuldig gemarteld en krijgen geen medische zorg, hoewel velen fysieke of mentale gezondheidsproblemen hebben. Tegen minderheden vinden grove en stelselmatige schendingen plaats.
Birma (Myanmar) Birma is 20 x zo groot als Nederland Het heeft 50,5 miljoen inwoners Mannen worden gemiddeld 59 jaar oud, vrouwen 64
06
Voor het eerst in twintig jaar werden op 7 november 2010 verkiezingen gehouden. In de aanloop naar deze verkiezingen heeft de regering van Birma het recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering geschonden. Daarom spreekt Amnesty van een schijnvertoning.
Documentaire over Aung San Suu Kyi, het boegbeeld van de strijd voor een vrij en democratisch Birma. Regisseur Anne Gyrithe Bonne laat familie, vrienden en oud-collega’s aan het woord over de vrouw die ook dochter, echtgenote, moeder, vriendin en rebel is. “Suu heeft een heel warme en gevoelige kant, maar ze kan ook hard zijn, vastbesloten haar doelen te realiseren,” vertelt een van haar vriendinnen uit Oxford, waar Aung San Suu Kyi studeerde en met haar man Michael Aris en twee zonen woonde. Tot ze in 1988 terugging naar haar geboorteland Birma en daar bleef. De rest is geschiedenis. Suu Kyi zelf laat zich niet uit over de vraag of het niet verschrikkelijk moeilijk was haar gezin achter te laten. “Ik ga niet in op persoonlijke vragen”, zegt ze vriendelijk in een interview met Sonja Barend uit 2003 dat als fragment is opgenomen in de documentaire. Haar vrienden en bekenden doen dat wel en geven zo een beeld van de mens achter het icoon. Zie ook www.firsthandfilms.com
Haar gezinsleven verdwijnt noodgedwongen naar de achtergrond. De Birmese autoriteiten weigeren op een enkele keer na visa te verstrekken aan haar man en twee kinderen en ook post komt vrijwel niet door. Hoe ver Suu Kyi bereid is te gaan in haar verantwoordelijkheid voor haar land wordt nog eens dramatisch duidelijk als in 1999 blijkt dat Aris stervende is aan kanker. Van de junta krijgt hij geen toestemming om afscheid van zijn vrouw te nemen. Suu Kyi besluit in Rangoon te blijven omdat ze vreest niet meer terug te kunnen keren als ze Birma verlaat. Maar de vraag of de persoonlijke offers niet te groot zijn, doet steevast een bezemsteel in haar rug schieten. “Het is geen opoffering, maar een keuze,” antwoordt ze dan. Vreedzame revolutie Critici vinden dat ze haar morele gelijk zou moeten mengen met een pragmatischer politiek. Net als haar vader heeft Suu Kyi de reputatie dat ze koppig, afstandelijk en ongeduldig kan zijn. Maar in haar publieke optredens komt haar warme kant tevoorschijn. Er is ruimte voor spontane interactie en er wordt meestal veel gelachen. Mensen zijn haar motivatie om haar strijd vol te houden, zegt ze. “Mensen, die ik gelukkig wil zien.” Dat is een boodschap die resoneert in een land waar inwoners al decennialang worden verwaarloosd of uitgebuit door hun leiders. Maar ze waarschuwt dat de Birmezen hun lot niet geheel in haar handen moeten leggen. “Ik wil een vreedzame revolutie en daarmee bedoel ik verandering: fysiek, spiritueel of intellectueel. Maar het moet van mensen zelf komen. Ik ben enorm geroerd en vereerd door het vertrouwen dat ze in me hebben. Maar ze moeten ook begrijpen dat ik niet degene ben die verandering gaat brengen. Zij moeten me helpen.”
Meer informatie: Birma, land van geheimen- Minka Nijhuis
07
Geboorteland: Peru Geboortedatum: 20 oktober 1962 Marco Arana Zegarra werd geboren in Cajamarca, de hoofdstad van de gelijknamige provincie in het noorden van Peru en een mijnbouwgebied bij uitstek. Hij studeerde aan het seminarie en vervolgens pedagogiek en sociologie aan de universiteiten van Lima en Cajamarca. In 1990 werd hij tot priester gewijd. Begin jaren 90 studeerde hij theologie in Rome. In 1999 richtte hij met een groep jongeren Ecovida op, de eerste milieuorganisatie van Peru. Voor zijn bemiddeling bij de protesten tegen het mijnbedrijf Newmont ontving hij in 2004 de Nationale Prijs voor de Mensenrechten in Peru. Het Amerikaanse blad TIME Magazine riep Arana uit tot “Milieuheld van 2009”. In 2009 vormde hij de politieke beweging Tierra y Libertad (Land en Vrijheid) om deel te nemen aan de provinciale en nationale verkiezingen: “De kern van Tierra y Libertad zijn de mensenrechten, de rechten van Moeder Aarde, de zorg voor het water, de strijd tegen de corruptie, en dat Peru voor alle Peruanen is, en niet zoals nu dat we immense rijkdommen hebben maar dat die ons slechts vervuiling brengen, enkelen zich verrijken en de grote meerderheid gedoemd blijft tot armoede.”
© Quisca Productions
MARCO ARANA ZEGARRA, ‘VADER MARCO’
“ALS ZE DE AARDE VERWOESTEN, HUILT ZIJ” Priester Marco Arana Zegarra is de leider van het geweldloze verzet tegen grote mijnbedrijven in Peru. Dat die strijd niet zonder gevaar is, wordt duidelijk in de documentaire The Devil Operation. Toch gaat ‘vader Marco’ door. “Als wij ons leven niet riskeren om leven te geven, wat voor zin heeft het dan te leven?” Tekst: Cees Zoon
08
De grote politieke opstap van Marco Arana moet nog even wachten. Hij was prekandidaat voor de presidentsverkiezingen van dit voorjaar namens zijn nieuwe organisatie Tierra y Libertad (Land en Vrijheid), maar “ik heb me teruggetrokken. De linkse coalitie die we vormden met andere partijen, kon het niet eens worden over een gemeenschappelijke kandidaat. We gaan ons nu richten op de verkiezingen van 2015”. Arana´s politieke activiteiten hebben al serieuze gevolgen voor hem gehad: “In december 2009 ben ik door het bisdom geschorst als priester, en ze hebben me al laten weten dat er een proces van secularisatie tegen mij in gang wordt gezet. Dat betekent dat ik uit het priesterambt word gezet. Dat verontrust mij echter niet, integendeel, het sterkt mij alleen maar in mijn christelijk geloof. De katholieke kerk in LatijnsAmerika, en zeker in Peru, is heel conservatief en laat na wat ze volgens mij zou moeten doen: solidair zijn met de armen en helpen zoeken naar sociale rechtvaardigheid.” Bevrijdingstheologie Arana kwam er zelf als kind al achter dat er op dat terrein een hoop aan schort in Peru. “Mijn moeder werkte als onderwijzeres in een kamp van mijnwerkers en mijn vader als onderwijzer van boeren. Van kinds af aan heb ik gehoord over de onderwijsproblemen op het platteland. Ik ben vanaf mijn 12e actief geweest in christelijke jeugdgroepen. Bisschop Dammert Bellido van Cajamarca, een aanhanger van de Bevrijdingstheologie, was een van de mensen die mij heeft gevormd, en die mij in 1990 tot priester heeft gewijd.” “Als student aan het seminarie werd ik in 1985 gevraagd door de pastoor van Hualcayoc, waar de oudste mijnen van de provincie Cajamarca zijn, om een videodocumentaire te maken over de impact van de mijnbouw op de landbouw. Daar ontdekte ik hoe verschrikkelijk het leven van de mijnwerkers is. Ik zag kinderen die zonder schoenen en zonder helm de mijn ingingen, tot een diepte van 500 of 1000 meter. Ik vroeg waarom deze kinderen onder deze omstandigheden de mijnen in moesten, en als antwoord kreeg ik dat hun vaders gestorven waren aan ‘het kwaad van de mijn’ of dat hun vaders verminkt of gehandicapt waren
09
“Als wij ons leven niet riskeren om leven te geven, wat voor zin heeft het dan te leven?” door bedrijfsongelukken. Ik vroeg hetzelfde aan de directie van de mijn en die zei dat er helemaal geen kinderen werkten. Die ervaring opende mij de ogen.”
Heilige berg In 1993 begon het Amerikaanse mijnbedrijf Newmont op grote schaal grond op te kopen, waartegen de boeren in
Peru Peru is 38 x zo groot als Nederland Het heeft 29,5 miljoen inwoners Ongeveer 8% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 71 jaar oud, vrouwen 76
“Eerst bood het bedrijf ons geld om een onderkomen voor de priesters te bouwen, wat wij weigerden. Toen begonnen ze een lastercampagne tegen ons. Ze beschuldigden ons ervan dat we communisten en terroristen waren. En natuurlijk dat we anti-mijn waren, wat mij tot op de dag van vandaag wordt verweten. Ook werden we met de dood bedreigd.” Marco Arana leidde de boeren in hun geweldloos verzet tegen de mijnmaatschappij. “De directie probeerde ons het zwijgen op te leggen door ons bang te maken. Dat is niet gelukt. Geweld leidt alleen maar tot meer geweld, daarom kun je niet aan dat spelletje meedoen. Ik weet dat degenen die de vrede hebben gezocht, vaak omgekomen zijn als slachtoffer van het geweld. Ook in dit geval bestond er een duidelijk risico. Maar als wij ons leven niet riskeren om leven te geven, wat voor zin heeft het dan te leven?” Na een jarenlang volgehouden vreedzaam protest wonnen
Mensenrechtensituatie: De sociale onrust in Peru duurt voort na de bloedige burgeroorlog van 1980 tot 2000 die vooral de inheemse bevolking in het binnenland onevenredig hard trof. De oplevende economie zorgt o.a. voor mijnbouwactiviteiten in tot voor kort ontoegankelijke gebieden. Protesten tegen (mijnbouw)bedrijven die land van de inheemse bevolking confisqueren en natuurlijke hulpbronnen vervuilen, worden hard neergeslagen. Inheemse leiders worden geïntimideerd en lastiggevallen, mensenrechtenverdedigers bedreigd. Toch geven zij de moed niet op en vechten soms hard terug.
de boeren en trok de regering de vergunning van Newmont in om de heilige berg te exploreren. Arana kreeg vanwege zijn rol in 2004 de nationale mensenrechtenprijs. Milieuschade Peru is een mijnbouwland. 15% van het totale grondgebied van het land is via concessies in handen van mijnbedrijven. In sommige provincies is dat nog veel meer, zoals in Cajamarca waar maar liefst 45% van de grond wordt gecontroleerd door de bedrijven. Maar de mijnbouw richt enorme schade aan het milieu aan. Om te helpen bij het verdedigen van de rechten van de inheemse gemeenschappen die het slachtoffer zijn van die milieuschade richtte Marco Arana in 2002 samen met een
© Quisca Productions
Arana werkte een paar jaar als plattelandspastoor in de armste gemeenschappen van Cajamarca. “Daar hielp ik mee aan het verbeteren van de omstandigheden op scholen, het opzetten van gaarkeukens en het verdedigen van de mensenrechten.”
verzet kwamen. ‘Padre Marco’ probeerde te bemiddelen in het conflict over de Cerro Quillish, een voor de streekbewoners heilige berg die bovendien vitaal is voor de watervoorziening van de stad Cajamarca.
The Devil Operation Peru 2010, 69 minuten Regie: Stephanie Boyd Documentaire die steeds meer trekken vertoont van een thriller– maar dan een levensechte. Priester Marco Arana Zegarra (‘vader Marco’) leidt het geweldloze verzet tegen mijnbedrijf Newmont, dat van de Peruaanse regering toestemming heeft gekregen om goud te delven in de provincie Cajamarca– en dat doet zonder te letten op de omgeving. Gevolg is dat de natuur wordt verwoest en het water, de levensader voor de boeren en hun vee, wordt vervuild. Maar kritiek leveren op Newmont is gevaarlijk. Marco en zijn medestanders worden bespioneerd, bedreigd en zelfs vermoord. Er blijkt sprake van een heuse ‘Operatie Duivel’, waarin priester Marco de duivel is. Maar wie zit er achter die operatie? Regisseur Stephanie Boyd ontrafelt het web dat om Marco en zijn mede-activisten gesponnen is.
groep jonge professionals de Vormings- en Interventiegroep voor Duurzame Ontwikkeling (GRUFIDES) op: “Op de universiteit leren ze je niet dat de aarde ogen heeft. Maar voor de boeren in de Andes heeft de aarde ogen, en door haar ogen ziet de aarde en huilt de aarde. Als ze haar verzorgen, is ze gelukkig. En als ze haar verwoesten, huilt ze.” Vanaf 2006 was hij ook actief bij conflicten met mijnen in andere gebieden van Peru. “De mijnbedrijven hebben veel macht en misbruiken die voortdurend. Er zijn er zelfs die voormalige terroristen van Lichtend Pad [Sendero Luminoso of PCP-SL, een militante Maoïstische tak van de Communistische Partij van Peru] hebben ingehuurd en bewapend. Het verschrikkelijke probleem van Peru is dat het een geprivatiseerde staat is die niet de rechten van de gemeenschappen maar de rechten van de bedrijven verdedigt, én heel corrupt is.” Lastercampagnes Marco Arana werd door zijn acties de gebeten hond van de Peruaanse pers. “In Peru wordt de politiek gestuurd door de media, die voor het grootste deel eigendom zijn van banken en grote bouwbedrijven. Er zijn een hoop campagnes in de media tegen mij geweest. Ze hebben mij ervan beschuldigd dat ik op mijn knieën bidt voor Marx, dat ik een terrorist ben, ze hebben me beschuldigd van diefstal, van afvalligheid, van ketterij, van het propageren van geweld, ze hebben zelfs gezegd dat ik homoseksueel ben, of dat ik verborgen kinderen heb, en dat ik aan het handje van Lichtend Pad loop. Toen ik me kandidaat stelde voor het presidentschap schreef de landelijke krant Peru21 dat ik een narcoterrorist ben. Maar ik ben een man van het geloof en het evangelie leert ons dat wie vrede zoekt, tegen geweld opbotst en dat hij die gerechtigheid zoekt, opbotst tegen ongerechtigheid.”
Meer informatie: www.grufides.org en tierraylibertadprensa.blogspot.com
Zie ook: www.guarango.org/diablo
10
11
Geboorteland: Nicaragua Geboortedatum: 8 februari 1972 Jamileth werd geboren in Bocana de Paiwas, een dorp diep verscholen in de jungle van het hart van Nicaragua. Begin jaren negentig begon zij met enkele andere vrouwen feministische acties te organiseren, die in 1994 uitmondden in het oprichten van het Vrouwenhuis. In januari 2002 begonnen dezelfde vrouwen met de radiozender Vrouwenwoord. Jamileth kreeg in 2005 voor haar programma de internationale prijs van de Britse organisatie One World Broadcasting Trust. Samen met de andere vrouwen van haar zender wist ze door te dringen tot de wereldliteratuur. De beroemde Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano wijdde in zijn laatste boek Espejos (Spiegels) een hoofdstukje aan Vrouwenwoord waarin hij onder meer schreef: “De radio ontvangt en verspreidt de aanklachten die de politie negeert. De agenten hebben het druk met veedieven, en een koe is meer waard dan een vrouw.”
© Jägerfilme und Arielfilms GmbH
JAMILETH DEL CARMEN CHAVARRÍA
“IK ZAL ALTIJD EEN HEKS BLIJVEN” De heks van de radio, La Bruja Mensajera, bestrijdt het geweld tegen vrouwen en nagelt de mannen die hun vrouwen mishandelen aan de schandpaal. Een hoogst noodzakelijke bezigheid in een macholand als Nicaragua. Elke nacht vliegt ze op haar bezemsteel over het dorp, ziet en hoort alles, en bij het krieken van de dag bericht ze hierover in haar radioprogramma. Jamileth del Carmen Chavarría, hoofdpersoon in de film The Jungle Radio , is La Bruja Mensajera. Tekst: Cees Zoon
“Vandaag zie ik er een verschijnen in mijn glazen bol,” zegt ze dan. “Het is geen politicus, het is weer eens een man met losse handen. Deze heet Pedro Pérez, dit is Pedro Pérez de vrouwenmishandelaar. Stel je voor, zijn vrouw heeft zeven kinderen. En jij Pedro, wat voel jij, wat drijft je ertoe deze vrouw te slaan? Verdomme, wij vrouwen zijn menselijke wezens, wezens met rechten. Jij moet veranderen, man. Wat leer jij je kinderen? Slaan? Nee, man, je moet je beheersen, je moet nadenken. En jij meisje, blijf daar niet bij de pakken neerzitten. Je bent niet alleen. Zoek de feministische meiden van het Vrouwenhuis op.”
12
Zo opent Jamileth del Carmen Chavarría, alias La Bruja Mensajera, de dag op Vrouwenwoord, de enige radiozender in het dorp Bocana de Paiwas, midden in de jungle in het hart van Nicaragua. In haar rol van radioheks van 86 jaar oud bindt zij de strijd aan tegen huiselijk geweld. Niet alleen vaart ze uit tegen de mannen die hun vrouwen mishandelen, maar ze adviseert ook de vrouwen over hoe ze uit deze uitzichtloze situatie kunnen komen. De zender probeert de hele dag door het machismo te lijf te gaan, zelfs in spots die de verslagen van de immens populaire honkbalwedstrijden onderbreken. De radiozender geeft ook uitgebreid seksuele voorlichting aan meisjes en vrouwen. Uit het isolement De feministische zender opereert sinds begin 2001 en is opgezet door het Vrouwenhuis van dit geïsoleerde dorp. In Bocana de Paiwas is maar één telefoon, die altijd bezet is. Officieel is de radiozender niet legaal, de vrouwen hebben de frequentie bezet. “Wij zijn een spookzender,” lacht Jamileth. Maar elke morgen stemmen zo´n 3500 luisteraars af op de ‘gesproken krant’ om te horen wat de heks te vertellen heeft over het openbare en privéleven in het dorp en over de politieke actualiteit in Nicaragua. Bovendien bedient Vrouwenwoord ook de dorpen in de omgeving, met zo’n 50.000 mensen, in een gebied waar de landelijke zenders geen bereik hebben. De zender begon kort nadat de orkaan Mitch verwoestend had huisgehouden in Nicaragua en vooral in deze streek. “Door Mitch stortte de brug in en raakte Paiwas van de buitenwereld afgesloten”, vertelt Jamileth. “Toen zeiden we: wat wij nodig hebben is een radiozender.” Op die manier kon ook het effect vergroot worden van de tientallen workshops die het Vrouwenhuis sinds 1994 organiseerde en die de gebrekkige gezondheidszorg moesten compenseren. “Onze acties rond de stille epidemie van de baarmoederhalskanker leidden tot het opzetten van de eerste kliniek in het dorp.” Ze besloten de zender Vrouwenwoord te noemen “omdat alleen de mannen het woord hebben. Omdat het noodzakelijk is het woord te heroveren dat ze ons hebben afgenomen”.
13
Heksen De vrouwen die dit alles organiseerden eisten al lange tijd voor zichzelf de status van heksen op. “Wij wilden de feministische traditie eren om het stigma van de hekserij in iets positiefs om te zetten: we kozen ervoor heksen te zijn in naam van al die duizenden vrouwen die ten tijde van de inquisitie zijn vermoord op beschuldiging van hekserij, om zo alle wijsheid op het gebied van geneeskunde en andere kunsten die zij bezaten, te begraven.” Twintig jaar geleden nam Jamileth met twee andere vrouwen het voortouw. Eens per maand verkleedden zij zich in zwarte gewaden, met puntmutsen en bezems om in het cultureel centrum voorstellingen te geven. “We
declameerden insinuerende en kritische teksten tegen de politici en vertelden de laatste dorpsnieuwtjes. Vrouwen, mannen en kinderen kwamen naar ons luisteren, benieuwd wie we deze keer op de hak zouden nemen. Als entree moest iedereen twaalf op straat gevonden plastic zakken betalen: zo maakten we tegelijk het dorp schoon.” Jamileth ziet de radio als een middel om sociale veranderingen te bereiken, met name op het gebied van vrouwenrechten. “Maar vieren we alleen alles wat de kerk wil, wat de politici willen, alles wat de mannen willen?” vroeg zij haar luisteraars op moederdag. “Wat vieren we eigenlijk? Want wij vrouwen moeten andere dingen vieren, wij moeten ons recht opeisen om te groeien, te weten, ons te ontwikkelen, onze rechten uitoefenen op straat, in huis, in bed!”
Pogingen om geweld tegen vrouwen en meisjes te bestrijden, blijken vruchteloos. Tussen januari en augustus 2009 werden 1259 verkrachtingen gemeld. In tweederde van die gevallen ging het om minderjarige meisjes. De daders gaan vrijwel altijd vrijuit. Abortus is onder alle omstandigheden verboden. Wie geldt heeft, reist naar Miami voor een abortus, maar arme vrouwen kunnen dit niet en moeten in geval van een ongewenste zwangerschap hun toevlucht nemen tot illegale abortussen – en dat soms met de dood bekopen. Activisten die opkomen voor de rechten van vrouwen, journalisten en andere criticasters van de Nicaraguaanse overheid worden steeds vaker geïntimideerd en gemolesteerd. Datzelfde geldt voor medici en rechtsgeleerden die abortussen aanraden of uitvoeren of het recht op abortus verdedigen. Dit alles komt mede door de enorme invloed van de uiterst conservatieve katholieke kerk in Nicaragua.
om een officiële aanklacht in te dienen. “Het hele dorp viel over ons heen, de kerk, de school, ze sloten de rijen rond hem en tegen ons. Ze zeiden dat het de schuld van het meisje was. Het meisje en haar moeder werden uitgescholden wanneer ze op straat liepen. Maar wij meiden van het Vrouwenhuis liepen met ze op, met geheven hoofden. Toen de zaak naar buiten kwam was ze vijf maanden zwanger, dus was er geen mogelijkheid tot abortus. Het meisje zei dat ze haar kind zou wurgen, maar nu is het geboren en heeft het een hele hoop peetmoeders.” Machismo en seksueel geweld zijn schering en inslag in Nicaragua, en figureren niet bepaald als prioriteiten op de publieke agenda. Wat de heksen doen, is werk van de lange adem. “We zien van alles, mannen die hun leven beteren, mannen die juist nog agressiever worden wanneer ze zijn aangeklaagd, maar we zien ook dat we minder brieven over mishandeling krijgen terwijl het aantal klachten bij de rechter toeneemt.” Het activisme is niet geheel zonder gevaar. “Het Vrouwenhuis wordt soms door dronken mannen met flessen bekogeld. Maar we hebben ook erkenning afgedwongen, en respect voor wat we doen. Zodra wij iets te weten komen maken we het openbaar. Dat is de enige manier: het woord, de macht van het woord.”
Weerstand Natuurlijk is er veel weerstand. Zoals in het geval van de directeur van de middelbare school, met nauwe contacten met de kerk, kandidaat-burgemeester en een persoonlijke vriend van Jamileth, die een 13-jarige leerling van zijn school zwanger maakte. De Heks meldde het op de radio en de vrouwen van het Vrouwenhuis gingen met het meisje mee Mensenrechtensituatie:
Nicaragua Nicaragua is bijna 4 x zo groot als Nederland Het heeft 5,8 miljoen inwoners Ongeveer 16% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 70 jaar oud, vrouwen 76
© Jägerfilme und Arielfilms GmbH
“Vrouwen moeten het woord heroveren dat mannen ons hebben afgenomen”
The Jungle Radio Duitsland 2009, 90 minuten Regie: Susanne Jäger Documentaire over Jamileth del Carmen Chavarría, drijvende kracht achter de radiozender Vrouwenwoord in het Nicaraguaanse dorpje Bocana de Paiwas. Onvermoeibaar strijdt zij tegen tradities en vooroordelen, die ertoe leiden dat vrouwen veelvuldig mishandeld en verkracht worden. Samen met de andere medewerkers van Vrouwenwoord en van het Vrouwenhuis komt zij op voor de rechten van haar seksegenoten. Jamileths vader, die Jamileth en haar twee zussen ooit het huis uitgooide omdat ze te feministisch werden, is inmiddels enorm trots op haar. Maar niet alle mannen uit het dorp geven zich zo gemakkelijk gewonnen. Jamileth wordt bedreigd; haar zonen zijn bang dat haar iets overkomt. Jamileth zelf wil niet toegeven aan de angst. Zij vecht door, met het woord als wapen.
De laatste jaren trekt Jamileth een paar dagen per week naar Matagalpa, de dichtstbijzijnde grote stad waar ze rechten studeert. “Ik hoop dit jaar af te studeren. Dan ga ik waarschijnlijk bemiddelen voor vrouwen in echtscheidingszaken, die zijn hier heel moeilijk. Misschien is het ook een moment om even te stoppen met mijn werk voor de vrouwenorganisatie, dat doe ik al 16 jaar. Het is tijd om iets persoonlijks te doen, misschien een boek schrijven. Gelukkig zijn er inmiddels vrouwen genoeg die mijn taak bij de radio over kunnen nemen. Maar ik zal altijd een heks blijven. Ik ben als heks geboren.”
Site van de radiozender Vrouwenwoord: www.cibersivas.net/palabra_de_mujer/principal.htm
Zie ook: http://susannejaeger.com
14
15
© Michael Mann
FATOU MANDIANG DIATTA ALIAS SISTER FA
RAPSTER VECHT OP MEERDERE FRONTEN
Geboorteland: Senegal Geboren in april 1982 Fatou Mandiang Diatta werd geboren in de Senegalese hoofdstad Dakar, maar groeide tussen haar veertiende en zeventiende jaar op in Casamance, de zuidelijke provincie van Senegal, gescheiden van de rest van het land door Gambia. Daar heerst al 30 jaar een haast onoplosbaar gewapend conflict. Terug in Dakar begon ze in 2000 met optredens en nadat haar muziek op verschillende compilatie-albums was gezet, werd het in 2005 tijd voor een eigen album, Hip Hop Yaw La Fal – “hip hop heeft mij gekozen”. Korte tijd later trouwde ze met een Duitse antropoloog die in Senegal was om muziekonderzoek te doen. Ze hebben inmiddels een dochter van twee jaar. Sister Fa leeft tussen Dakar en Berlijn. “Berlijn” is vooral optreden, een nieuwe cd opnemen en promotie. “Dakar” staat in het teken van familie en van haar campagnes tegen vrouwenbesnijdenis en gedwongen huwelijken.
16
Ze is klein van stuk, maar heeft bergen energie. Ze is verkouden, maar praat desondanks in sneltreinvaart. Snelle, afgemeten zinnen. Voor Sister Fa, boegbeeld van de Senegalese hip hop à la féminine en hoofdpersoon in de film Sarabah, is het leven een rap. Ze heeft een fiks aantal missies te volbrengen. Verhaal van een muzikale dwarsligger. Tekst: Bram Posthumus
“Ik ben een geboren rebel”, vertelt ze tijdens onze ontmoeting in de Senegalese hoofdstad Dakar. “Ik stel van jongs af aan al allerlei vragen: ‘Hoe komt dat nu? Waarom is dat zo? Dat is toch niet terecht?’ Het begon voor mij in Casamance [het zuidelijk deel van Senegal – zie kader]. Ik zag dat iedereen daar een ontzettend zwaar leven had. Het was alleen zo moeilijk om dat onder woorden te brengen.” In Casamance begon de zoektocht van Fatou Mandiang Diatta naar een manier om die onvrede artistiek vorm te geven. Het werd hip hop. “Hip hop is net als ik: het stelt vragen en eisen. Je kunt er onrecht mee beschrijven – en aanklagen.” Voor de niet-ingewijden: hip hop is de naam voor een muzikale stijl die geboren werd in de Bronx, New York, maar inmiddels de hele wereld heeft veroverd. Rappen is de ritmische spreekstijl, en vast onderdeel van hip hop. “In het begin wilde niemand er iets van weten. Kritiek leveren – dat gebeurde gewoon niet. Je hebt hier de mbalax [supersnelle populaire dansmuziek], maar die gaat alleen over mooi zijn, over de liefde en over hoe geweldig iemand is. Uiteindelijk is het publiek toch gewend geraakt aan onze stijl, ook omdat wij hip hop zijn gaan combineren met traditionele instrumenten zoals kora en djembe. Rappen staat erg dicht bij onze cultuur. Iedereen vertelt hier verhalen, het is traditie. Wat wij doen is precies hetzelfde.” Weinig middelen Fatou werd dus Sister Fa. Maar het lag bepaald niet voor de hand dat ze terecht zou komen in de wereld van de hip hop. Een jonge meid in zo’n mannenwereld, kon dat wel? Bijkomend probleem: je kon toen – en eigenlijk nog steeds - nauwelijks leven van de muziek. De oplossing: samenwerken. “We begonnen heel klein, met het label Fight ‘n Forget. Iedereen deed waar die goed in was: zingen, schrijven, design...zo werkten we samen, als een echt collectief. We hebben laten zien dat je met heel weinig toch een hoop kunt doen.” Ze maakte een album, werd verkozen tot veelbelovende nieuwkomer – en toen leek het toch even stil te vallen.
17
Doorbraak Hip hop mag dan ook in Afrika allang mainstream zijn geworden, dat geldt nog niet voor vrouwelijke rappers. Ze zijn er wel: Alif in Senegal bijvoorbeeld, maar die band lijkt na één album te zijn gestopt. De Guinese groep Ideal Black Girls doet het beter: ze nemen momenteel hun tweede album op. En dan zijn er nog twee explosieve Ivoriaanse rapartiesten, Priss K (een persoonlijke kennis van Sister Fa) en Nash. Maar naamsbekendheid vereist een promotor, en volgens Sister Fa zit daar het probleem: die zien vrouwelijke rapartiesten nog steeds niet staan. Ondertussen organiseren de Ideal Black Girls hun eigen rapfestival, Rap Sodiz. Alleen voor meiden, uiteraard.
Toch heeft ze kans gezien een internationale doorbraak te maken, dankzij het Berlijnse label Piranha. Het album Sarabah kwam uit in 2009. Veel zang, veel weidse melodieën (waaronder een paar traditionele), echte muziekinstrumenten en weinig samples. Een bewuste keuze? “Absoluut. Ik wilde een eigen geluid. Ik wilde iets laten horen van mijn volk, mijn streek, de Casamance. En die is zacht en melodieus.” Zacht, melodieus – eeh: je was toch rebel? Ze glimlacht fijntjes. “Jazeker. Maar je kunt rebels zijn en toch rappen zonder spijkerharde beats...” Education sans excision Sister Fa, die tegenwoordig in Berlijn woont, komt niet naar Dakar om uit te blazen. Ze is heel hard op zoek naar geld voor haar campagne tegen genitale verminking bij meisjes, hoewel ze die term zelf nooit gebruikt. “De term ‘verminking’ houdt in dat iemand de intentie heeft iemand anders pijn te doen. Dat is niet zo. Westerlingen begrijpen dat niet. Ze gebruiken termen als ‘barbaars’, vandaar dat hun boodschap niet aankomt. Ik heb het over ‘excision’, besnijdenis, omdat er geen sprake is van boze opzet.” Bovendien spreekt ze uit ervaring. “Ik ben zelf slachtoffer
Mensenrechtensituatie: De politie in Senegal martelt gedetineerden om een bekentenis af te dwingen– en kan dat ongestraft blijven doen. Homoseksuele mannen worden onderdrukt. Onafhankelijke media en journalisten die kritiek hebben op de regering, worden lastiggevallen. Het proces tegen Hissène Habré, de naar Senegal gevluchte ex-president van Tsjaad die in eigen land vele tegenstanders zou hebben gemarteld en vermoord, is nog steeds niet begonnen.
Senegal Senegal is 6 x zo groot als Nederland Het heeft 12,9 miljoen inwoners Ongeveer 34% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 54 jaar oud, vrouwen 57
14 18
© Yerosha Productions, Inc.
“Ik ben een geboren rebel”
Sarabah Duitsland/Senegal 2011, 58 minuten Regie: Maria Luisa Gambale en Gloria Bremer “Sarabah is een mythische plaats, een plaats waar ik me kan verstoppen als ik me verdrietig voel”, vertelt Sister Fa in de gelijknamige documentaire van Maria Luisa Gambale en Gloria Bremer. Toch is ‘verdrietig’ zeker niet het eerste waar je aan denkt bij Sister Fa. Strijdbaar, dat is ze. In Sarabah zien we hoe de Senegalese rapster in eigen land steeds meer succes krijgt, hoe ze haar grote liefde Lukas ontmoet en in 2006 met hem naar Berlijn vertrekt. Daar richt ze in 2008 de organisatie Education sans excision op, om te strijden tegen vrouwenbesnijdenissen. Sister Fa, zelf ook besneden, besluit met haar band terug te keren naar Senegal om daar een bewustwordingstournee te houden. Haar geboortedorp is een van de eerste plekken waar ze haar boodschap verkondigt. Zal het haar lukken om een traditie te doorbreken?
van besnijdenis, ik ken de gevolgen. Bij mij in het dorp is het bijna ieder meisje overkomen. Je moeder moet wel, ook al wil ze het eigenlijk niet. Want als je niet besneden bent, word je uit de samenleving gestoten.” Ze is ervan overtuigd dat je met heel veel informatie en onderwijs het probleem te lijf kunt gaan. “Mensen moeten gaan begrijpen dat je je kind kunt opvoeden zonder praktijken die slecht kunnen zijn voor de gezondheid van zo’n kind. Dat is de boodschap van mijn campagne Education sans excision. En het werkt. Het taboe is doorbroken, men praat erover.” Geen gedwongen huwelijken Ze barst pas echt los wanneer ze het over gedwongen huwelijken heeft. Haar zinnen worden langer en haar straffe spreektempo gaat verder omhoog. “Weet je dat er tegenwoordig jonge meiden zijn die geen seconde aarzelen zichzelf van kant te maken als ze gedwongen worden te trouwen met een vent van wie ze niet houden? Volgens mij gaat het om mannen die bang zijn afgewezen te worden en dan hun ouders gebruiken om een jong meisje lastig te vallen, die daar helemaal geen zin in heeft. Hele drama’s hebben we hier gehad. Het is werkelijk te treurig voor woorden.” Dat is haar andere gevecht: tegen het gedwongen huwelijk. Voorbeeld Vind Sister Fa zichzelf een voorbeeld? “Ja, zo voelt het wel. Ik denk dat ik de weg vrijmaak voor al die meiden die dit ook willen doen.” En de boodschap voor die jongens die altijd zeiden “wat jullie doen is ‘wel aardig’...?” “Wij hebben onze eigen manier van hip hop maken en soms is die ook gewoon beter, Monsssieur...” Dat laatste zinnetje komt er heel treiterig uit en wordt besloten met een daverende lach. Van Sister Fa gaan we nog veel horen.
Volg Sister Fa op haar eigen website: www.sisterfa.com
19
Geboorteland: Kenia Geboren in 1966 Chris Mburu is een internationale mensenrechtenadvocaat uit Kenia. Hij is afgestudeerd aan de Universiteit van Nairobi en de Harvard Law School. Chris is ervan overtuigd dat onderwijs de beste manier is om aan ellende en uitzichtloosheid te ontkomen. Daarom richtte hij in 2001 het Hilde Back Education Fund op, genoemd naar de Zweedse vrouw die het schoolgeld van zijn basis- en middelbare school had betaald. Het Fonds sponsort het onderwijs van begaafde Keniase kinderen die te arm zijn om hun eigen voortgezet onderwijs te bekostigen. Chris Mburu werkt sinds 1994 voor de Verenigde Naties. Hij was onder meer vertegenwoordiger van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten in Centraal Afrika, met als standplaats Yaoundé. Op dit moment werkt hij in Genève bij de antidiscriminatie-afdeling van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten.
© Harambee Media Inc.
CHRIS MBURU
“IEDEREEN HEEFT RECHT OP ONDERWIJS” De Keniase mensenrechtenadvocaat Chris Mburu gelooft heilig in het belang van onderwijs. “Onderwijs is voor mij een kwestie van leven of dood, omdat mensen die geen onderwijs hebben genoten zich eenvoudiger laten manipuleren. En dat leidt weer tot geweld en conflicten.” Daarom richtte Chris in 2001 het Hilde Back Education Fund op, genoemd naar de Zweedse vrouw die hem tijdens zijn basis- en middelbare schooltijd sponsorde. Een klein gebaar dat het leven van Chris ingrijpend veranderde. Tekst: Gijsbert van Liemt
“Het onderwijs in ontwikkelingslanden verkeert in een enorme crisis. Onderwijs is een mensenrecht— geen voorrecht. Dat zeggen wij. Dat zeggen ook de Verenigde Naties. Alle kinderen in de wereld, en niet alleen die in Kenia, hebben recht op onderwijs”. Aan het woord is Chris Mburu, oprichter van het Hilde Back Education Fund (het Hilde Back Onderwijs Fonds) dat het middelbaar onderwijs van begaafde Keniase kinderen sponsort. Chris, die zelf uit een arm gezin komt, is nu een mensenrechtenadvocaat die opgeleid is aan de Universiteit van Harvard. Hij werkt voor de Verenigde Naties in Genève.
20
Hij gaf het Fonds de naam van de Zweedse vrouw die zijn eigen basis- en middelbare school heeft betaald, maar die hij nog nooit had ontmoet. De documentaire A Small Act van regisseur Jennifer Arnold laat zien hoe Chris in contact komt met Hilde Back. Hilde is een gepensioneerde lerares uit Västerås, een stad op ongeveer een uur rijden van Stockholm. Zij wordt uitgenodigd naar Kenia te komen om de medewerkers en de begunstigden van het Fonds te ontmoeten. Er ontstaat een nauwe band tussen haar en Chris. In de film zegt Chris daarover: “Ik had Hilde nooit ontmoet, maar ik vroeg me vaak af wie zij was, wat voor soort mens zij was. Ik dacht dat Hilde rijk was, iemand die een gedeelte van haar rijkdom gebruikte om arme kinderen te steunen. Later kwam ik erachter dat ze een gewone Zweedse vrouw was, die het geld dat ze weggaf ook een andere bestemming had kunnen geven.” Alleen is Hilde niet echt een gewone Zweedse vrouw. Op het eerste gezicht ziet deze kwieke dame van 88 die in een bescheiden flatje woont er niet anders uit dan de meeste mensen uit haar omgeving. Maar Hilde werd in Duitsland geboren en kwam pas op haar 17e naar Zweden, op de vlucht voor de nazi’s. Haar ouders hadden minder geluk. Die kwamen om in een concentratiekamp. Hilde in A Small Act: “Het raakt me als ik al die vreselijke dingen zie die er in de wereld gebeuren, omdat ikzelf zoveel heb meegemaakt in Duitsland. Na 1937 werden joodse kinderen niet meer toegelaten tot openbare scholen. Mensen mogen niet vergeten wat er is gebeurd met de joden, de zigeuners en al die anderen [die omgekomen zijn].” A Small Act De film ontleent zijn titel aan de 15 dollar die Hilde vanaf 1972 elke maand bijdroeg aan het onderwijs van Chris: een klein gebaar met grote gevolgen. De directeur van de academie waar Hilde les gaf, had in Kenia ontwikkelingswerk gedaan en haalde zowel leraren als leerlingen over maandelijks een klein bedrag te doneren voor het onderwijs aan Keniase schoolkinderen. We treffen Chris en Hilde in de lobby van hun hotel, de ochtend na de Zweedse première van A Small Act op het
21
Mensenrechtensituatie:
Kenia Kenia is 17 x zo groot als Nederland Het heeft 40,9 miljoen inwoners Ongeveer 20% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 54 jaar oud, vrouwen 55
22
De Keniaanse autoriteiten maken geen haast met de berechting van de verantwoordelijken voor het verkiezingsgeweld in 2007/2008 en met het schadeloosstellen van de slachtoffers. Het land heeft hiervoor op dit moment een aanklacht van het International Criminal Court (ICC) lopen. Verder worden mensenrechtenverdedigers bedreigd, is er onvoldoende persvrijheid, en is er sprake van politiegeweld waarin burgers slachtoffer worden van onrechtmatige geweldplegingen. In de sloppenwijken worden duizenden mensen onder dwang uit hun huizen gezet en komt geweld tegen vrouwen en meisjes veel voor. Ook heeft het land te maken met een continue stroom vluchtelingen die onvoldoende gesteund worden door de overheid. In 2009 zette president Kibaki de doodstraf van ruim vierduizend gevangenen, die al jarenlang in de dodencel zaten, om in levenslang. Rechtbanken blijven doodvonnissen opleggen, maar er hebben geen terechtstellingen meer plaatsgevonden.
de vertoning op HBO [Home Box Office- het Amerikaanse kabeltelevisienetwerk] bracht een half miljoen dollar op. In 2007, toen de opnames voor de film werden gemaakt, gaf het Fonds tien studiebeurzen weg. Dit jaar heeft het er 65 te vergeven, en, vult Chris aan, ”volgend jaar hopen we 200 kinderen in het programma te kunnen opnemen.” Maar betalen voor onderwijs is niet genoeg. De kinderen moeten hun school afmaken en het niveau van het onderwijs moet goed zijn. Het Fonds geeft psychosociale hulp aan meisjes die, ondanks de financiële steun die ze krijgen, voortijdig afhaken. Een ander doel is de onderwijzers op de openbare school een hart onder de riem te steken. Sinds 2002 is basisonderwijs gratis in Kenia. Dit heeft geleid
© Harambee Media Inc.
Politieke dimensie Chris rekent er op dat de kinderen die hij sponsort zich tot leiders zullen ontwikkelen en dat zij op hun beurt iets zullen doen voor de volgende generatie. “Hilde is hier mee begonnen, ik heb het uitgebreid. Wij willen dat de kinderen dit werk voortzetten. Wij praten met hen over het belang Stockholm Film Festival. Hilde volgt de gedragingen van de van onderwijs. Door begrip te kweken, hopen we dat ze later interviewer, de fotograaf en zijn assistent nauwlettend, en teruggaan om andere kinderen te helpen”. al het andere dat er rondom haar gebeurt. Een gedeelte van Chris benadrukt ook het politieke belang van onderwijs. de opwinding van gisteravond is nog zichtbaar. Hilde had Onwetendheid is een gevaar voor de stabiliteit van een land. de film al eerder gezien— zij en Chris waren uitgenodigd Beter onderwijs vermindert de kans op conflicten, omdat voor de wereldpremière op het Sundance Film Festival in goed opgeleide mensen minder eenvoudig te manipuleren Park City, Utah— maar gisteravond was een beetje een zijn. Hoe juist die woorden zijn, wordt op dramatische thuisvoorstelling. Na de vertoning beantwoordden Hilde, wijze geïllustreerd in A Small Act. De film is opgenomen Chris, regisseur Jennifer Arnold en Jane Wanjiru Muigai, Chris’ ten tijde van Kenia’s nationale verkiezingscampagne van naaste medewerker in het Fonds, vragen uit het publiek. 2007. Het resultaat van die verkiezingen was in brede kring Hilde zit op de rand van haar stoel om maar niets te missen omstreden en veel mensen verloren hun leven in het daaruit van het interview. Chris antwoordt bedachtzaam op alle voortvloeiende geweld. De film laat beelden zien van de vragen en plaatst zijn eigen ervaring en die van het Fonds in wreedheden. een breder perspectief. Hilde onderbreekt af en toe om een opmerking van Chris te verduidelijken, in twijfel te trekken of Het Fonds breidt uit juist extra nadruk te geven. Ze zijn duidelijk op elkaar gesteld. Het Fonds breidt zijn activiteiten uit dankzij de giften die Hilde: “Met niemand heb ik zo’n band als met Chris. Het is binnenstromen na iedere vertoning van de film. Alleen al heel speciaal.”
“Onderwijs is voor mij een kwestie van leven of dood”
tot een enorme toename van het aantal schoolgaande kinderen. Jammer genoeg trok de overheid niet ook meer geld uit voor het onderwijs. Sommige onderwijzers hebben nu vier maal zoveel kinderen in hun klas; boeken en infrastructuur zijn ontoereikend. ”In het hele district waar wij actief zijn, is niet één schoolbibliotheek”, zegt Chris. Het moreel van de onderwijzers lijdt hieronder. Hilde maakt zich zorgen over de verslechterende schoolsituatie. “Maar”, zegt Chris, ”we kunnen geen geld geven aan de onderwijzers. Dat is de taak van de overheid. We kijken wel naar andere manieren om de onderwijzers te laten merken dat hun inspanningen op prijs worden gesteld.” Hilde maakt zich een beetje zorgen om de snelle groei van het Fonds. Grote organisaties hebben hogere vaste kosten— en dus minder geld om weg te geven. Zij herinnert ons aan een recent financieel schandaal waar één van Zwedens meest bekende goededoelenorganisaties bij betrokken was. Zij voelt zich verantwoordelijk. ”Vergeet niet dat het Fonds mijn naam draagt.”
De ontroerende film A Small Act vertelt het bijzondere levensverhaal van Chris Mburu en Hilde Back. Hilde doneerde jarenlang 15 dollar per maand aan een organisatie die de opleiding van arme Keniaanse kinderen betaalde. Chris kon met haar geld de basis-en middelbare school doorlopen, en is nu mensenrechtenadvocaat bij de VN in Genève. In 2003 richt hij zijn eigen fonds op om arme Keniaanse kinderen te helpen en noemt het, als eerbetoon aan zijn gulle gever, het Hilde Back Education Fund. Na de oprichting van het Fonds ontmoeten Hilde Back en Chris Mburu elkaar voor het eerst en ontstaat een hechte vriendschap. De film volgt ook drie kinderen uit het geboortedorp van Chris: Kimani, Ruth en Caroline. Deze leerlingen van groep 8 van de basisschool behoren tot de besten van hun klas, maar hun ouders hebben geen geld om hun vervolgonderwijs te betalen. Daarom doen de drie hun uiterste best een van de felbegeerde beurzen van het Hilde Back Education Fund te krijgen.
Het fonds als katalysator Chris is enthousiast over de nieuwe mogelijkheden die de ruimere middelen hebben geschapen. Hij hoopt dat het Fonds anderen in Kenia zal inspireren en hen zal aanzetten soortgelijke activiteiten te starten. Maar hij is gevoelig voor wat Hilde zegt. Goed financieel toezicht is van essentieel belang. Het Fonds is bezig een internationaal bekend accountantskantoor in de arm te nemen, ook al ziet het er naar uit dat het een dure grap gaat worden. Bovendien is er een donor gevonden die alle vaste kosten (salarissen, kantoor, fondswerving) voor zijn rekening neemt, zodat alle donaties in hun geheel naar de begunstigden gaan. ”Van iedere 100 dollar die we ontvangen als donatie gaat 100 dollar direct naar het kind”, zegt Chris. Is Hilde verder eigenijk nog betrokken bij het werk van het Fonds? Na enige aarzeling verschijnt er een grote grijns op haar gezicht: ”Ja, samen met Jane [Chris’ naaste medewerker in het Fonds] heb ik me er sterk voor gemaakt dat er evenveel beurzen naar jongens als naar meisjes gaan. In het begin gingen de meeste beurzen naar jongens. Maar nu zijn de aantallen gelijk.”
Zie ook: www.asmallact.com
Zie ook: www.hildebackeducationfund.com
A Small Act Verenigde Staten 2010, 88 minuten Regie: Jennifer Arnold
23
© Just Vision
AYED MORRAR (‘ABOE ACHMED’) Geboorteland: Bezette Palestijnse gebieden Geboren in 1962 Morrar is geboren en getogen in Budrus, op de Westelijke Jordaanoever. In 2003 organiseerde hij het eerste burgercomité tegen de afscheidingsmuur door alle plaatselijke politieke fracties in Budrus, met inbegrip van Fatah en Hamas, te verenigen. Hij moedigde honderden Israëliërs aan om de grens naar de bezette Palestijnse gebieden over te steken en zich bij zijn beweging en de vreedzame demonstraties aan te sluiten. Morrar wordt in de bezette Palestijnse gebieden gezien als het gezicht van het geweldloze burgerverzet tegen de bezetting en voor een onafhankelijke staat. Als vrijwilliger informeert en organiseert hij ook in andere dorpen en steden vreedzame acties. Ayed Morrar is werkzaam op het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
24
LEIDER VAN HET GEWELDLOOS PALESTIJNS VERZET Boven het Palestijnse dorpje Budrus zweeft een vlieger. Grijs papier in de grauwe winterlucht. Op de achtergrond het kleurloos beton van Israëlische flatgebouwen achter de afscheidingsmuur. Het touw breekt en de vlieger ontsnapt in de wind tot hij een verre stip is. Zo vrij en onafhankelijk stelt Ayed Morrar zich de toekomst van de Palestijnen voor. Tekst: Simone Korkus
De eerste stap naar zo’n vrije toekomst zette Ayed Morrar ruim zeven jaar geleden. Op een novemberdag in 2003, op het hoogtepunt van de Tweede Intifada, verschenen ambtenaren van het Israëlische Ministerie van Defensie in Budrus, het dorp waar Morrar geboren en getogen is. Ze markeerden de olijfboomgaard naast de begraafplaats met gele verf. Hij sloeg er in eerste instantie geen acht op. Er kwamen wel vaker Israëlische soldaten en ambtenaren in Budrus. Maar enkele dagen later, op 7 november, verschenen bulldozers op het land. Israël startte de bouw van de afscheiding op 120 hectare Palestijns land. Morrar begon zijn vreedzame strijd.
Hij baant zich een weg door het labyrint van smalle straatjes met de dicht op elkaar gebouwde kalkstenen huizen. Onderweg groeten de dorpelingen hem met respect. Op het eerste gezicht is Morrar, een vriendelijke man gekleed in eenvoudige jeans en donkerblauw windjack die met zachte stem praat, niet het type van de gedreven activist. Toch was hij al in zijn jeugd actief in studentendemonstraties en in de burgeropstand van de Eerste Intifada. Hij werd door Israël gearresteerd, verhoord, gemarteld en meer dan zes jaar gedetineerd. Zodra hij begint te spreken, snap je iets meer van zijn roemruchte reputatie. “Ik heb in mijn leven meer Israëlische gevangenissen van binnen gezien dan woonhuizen”, reageert Morrar (48), die nu als adjunct-directeur politieke zaken bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken werkzaam is. Hij kwam tot de conclusie dat geweld en agressie in het Midden-Oosten tot niets leiden en dat vreedzaam verzet van de Palestijnse burgers de enige weg is. Hij legt uit: “Het werd me duidelijk dat we vanaf de oprichting van de staat Israël constant hadden gevochten. We leefden in een situatie van continu geweld, heel veel bloedvergieten, vele doden en vernielingen. Alle terreuracties hadden niet tot conclusies geleid, maar tot hernieuwd geweld. Gewapend verzet tegen de bezetting leidde slechts tot volle begraafplaatsen. Alle onderhandelingen tussen de PLO en later de Palestijnse autoriteiten en de respectievelijke Israëlische regeringen waren zinloos gebleken. Ik besefte dat er een andere weg moest zijn om ons streven naar een vrije onafhankelijke Palestijnse staat en de beëindiging van de bezetting te bereiken.” Geweldloos verzet Morrars geweldloos verzet is geen nieuwe uitvinding, maar diep verankerd in de Palestijnse traditie. Het is volgens Morrar de kortste weg om vrijheid en werkelijke vrede te bereiken. “Een leger is niet getraind om geweldloze burgeracties te bestrijden. Het wordt gedwongen om zijn zwakste schakel —mankracht— volledig in te zetten. Dat het werkt, blijkt hier in Budrus waar Israël de bouw van de afscheiding op Palestijnse grond uiteindelijk staakte. Het leger moest meer dan honderd manschappen inzetten om vier bulldozers te beschermen,” zegt Morrar niet zonder trots.
25
“Ieder mens wil toch in vrijheid leven?”
In de daarop volgende weken herhaalde zich dit kat-enmuisspel. Morrar organiseerde het eerste comité van Palestijnse burgers tegen de afscheidingsmuur. De vrouwen en kinderen van Budrus en Israëlische activisten sloten zich bij de demonstratie aan, die al snel uitgroeide tot vijfhonderd man. Ayed weet inmiddels dat er Israëliërs zijn die er net zo over denken als hij; activisten die tot de conclusie zijn gekomen dat geweld niets oplost. “Ze steunen onze acties en kunnen met de soldaten in hun eigen taal communiceren. Dat helpt.” Big Brother Op de begraafplaats van Budrus waar Morrars vader, grootouders en hun voorouders begraven liggen, is het stil. De demonstraties zijn na de overwinning gestaakt. Morrar glimlacht: “We wilden een duidelijke boodschap aan Israël geven. Als onze eisen worden ingewilligd, stoppen wij onze acties.”
Mensenrechtensituatie: Israëlische troepen gebruikten in 2009 buitensporig en in sommige gevallen dodelijk geweld tegen Palestijnse burgers. Soldaten die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen tegen Palestijnen gaan in vrijwel alle gevallen vrijuit. In de bezette Palestijnse gebieden treden veiligheidstroepen van de Palestijnse Autoriteit (Westelijke Jordaanoever) en Hamas (Gazastrook) hard op tegen rivaliserende groepen. Daarbij vallen geregeld burgerdoden.
Israël Israël heeft een oppervlakte van ruim 20.000 m², de helft van Nederland Het heeft 7,3 miljoen inwoners Mannen worden gemiddeld 79 jaar oud, vrouwen 83
Bezette Palestijnse gebieden De Westelijke Jordaanoever heeft een oppervlakte van 5860 km², de Gazastrook van 360 km² In de Palestijnse gebieden wonen 4,4 miljoen mensen Mannen worden gemiddeld 72 jaar oud, vrouwen 75
Morrar geeft toe dat de problemen van Budrus nog niet zijn opgelost. Weliswaar volgt de afscheiding nu een nieuw tracé op Israëlische grond, maar er is een veiligheidszone van honderd meter die over Palestijnse weidegrond loopt. Het is voor de schaapherders gevaarlijk om hun schapen te laten grazen. “Big Brother houdt ons in de gaten.” Morrar wijst naar vier hoge masten rond het dorp waarop het leger camera´s heeft geplaatst die in de huizen gluren. “We zijn een conservatieve moslimgemeenschap en vooral voor onze vrouwen is dit een probleem. Ze durven zelfs thuis hun chijab (hoofddoek) niet af te doen.”
© Just Vision
Maar op de bewuste novemberdag in 2003 was de situatie gespannen en explosief. De Palestijnen zaten midden in de Tweede Intifada, die zich had ontwikkeld van een demonstratie tot een bloedige strijd. Morrar begreep dat het menens was. Palestijns land zou worden afgenomen als de bewoners geen daad stelden. Maar als ze geweld gebruikten, was hun strijd bij voorbaat verloren. Hij handelde pijlsnel. Hij belde op zijn mobieltje de lokale leiders van de rivaliserende partijen Fatah en Hamas, die instemden met een geweldloze demonstratie. Via de luidsprekers van de moskee riep hij alle burgers op om naar het plein te komen. “Israëlische bulldozers vernielen de olijfbomen”, zei hij. In Budrus vormt de olijfteelt een belangrijke bron van inkomsten en binnen enkele minuten hadden 110 mannen van verschillende leeftijden en achtergronden zich verzameld. Ze liepen in een stille rij op de bulldozers af. De Israëlische soldaten schoten met traangas om de groep uiteen te drijven, maar de
Palestijnen liepen rustig door. Morrar: “We zeiden tegen de soldaten: Jullie kunnen ons beschieten, ons doden, maar we geven ons land niet op.” Uit angst voor beschadiging van de kostbare bulldozers bliezen de Israëliërs de aftocht.
Budrus VS/Israel 2009, 78 minuten Regie: Julia Bacha Prijswinnende documentaire over de strijd van Ayed Morrar tegen de Israëlische afscheidingsmuur die dwars door zijn dorp Budrus op de Westelijke Jordaanoever komt te lopen. Samen met zijn oudste dochter Iltezam mobiliseert hij het hele dorp, inclusief vrouwen en kinderen, om Budrus van de ondergang te redden. Zij aan zij met Israëlische vredesactivisten verzetten ze zich tegen de oprukkende bulldozers die hun olijfboomgaarden vernietigen. Naarmate de tijd verstrijkt, neemt de grimmigheid toe. De Israëlische militairen zetten alle middelen in om het verzet de kop in te drukken. Tevergeefs. Regisseur Julia Bacha laat ook de Israëliërs aan het woord: Yasmine Levy van de grenspolitie bij Budrus en legerwoordvoerder Doron Spielman. Ook als de Israëliërs hun plannen na maanden van verzet wijzigen, blijft Spielman volhouden dat dat geen gevolg is van de protesten. De Palestijnen zien dat anders. Morrars tactiek van geweldloos verzet wordt nu ook elders in de bezette Palestijnse gebieden toegepast. Zie ook: www.justvision.org
26
Navolging Morrars mobieltje gaat. Hij geeft vanmiddag een lezing aan actieleiders in het met ontruimingen bedreigde Oost-Jeruzalem. De film Budrus zal worden vertoond. De laatste tijd reist hij als vrijwilliger van hot naar her, want de vreedzame actie van Budrus staat model voor vele andere plaatsen op de Westelijke Jordaanoever en wordt al nagevolgd in Hebron, Jericho en Nalin. Morrar: “Ik zie voor mezelf twee taken weggelegd: de problemen formuleren en voorlichting geven over geweldloze acties. We ontdekten dat Palestijnen van verschillende richtingen goed kunnen samenwerken als je een duidelijk actiedoel definieert. De demonstranten moeten ervan doordrongen zijn dat ze daarvoor strijden en niet tegen de soldaten.” Activeren van die Palestijnse groepen blijkt nog een probleem. Mensen zijn te veel geconcentreerd op hun eigen micropolitiek. Morrar zucht en veegt zijn voorhoofd. “Timing is in burgeracties essentieel. In Budrus was die perfect, maar in andere gemeenten wordt er nog te veel en te lang gediscussieerd. Tegen de tijd dat men optreedt, is het te laat. Ook maakt men de fout om soldaten in plaats van het probleem zelf te bestrijden.” Vrij Zijn acties hebben de bezetting niet opgeheven, maar wel een beetje bijgedragen aan de Palestijnse geweldloze verzetsbeweging die Israël uiteindelijk op de knieën zal dwingen, vindt Morrar. Dat de onafhankelijke Palestijnse staat er zal komen, staat voor Morrar als een paal boven water. “Palestijnen zijn moe van het geweld en het conflict, maar zij zullen weer opstaan en geweldloos verzet plegen. Ieder mens wil toch in vrijheid leven? Denk je eens in wat er zou gebeuren als de hele Westelijke Jordaanoever voor onafhankelijkheid demonstreert! De Israëliërs hebben niet genoeg soldaten om die vreedzame demonstraties te bewaken.” Een vreedzame beëindiging van de bezetting? Is dat een utopie of een bereikbaar doel? Volgens Morrar is het is als die vlieger. “Die zweeft, stijgt en daalt vredig in de lucht tot het touw breekt. Dan is hij vrij.”
27
© Wayside Productions
SUCIWATI MUNIR Geboorteland: Indonesië Geboren in 1968 Door TIME Magazine uitgroepen tot een “Asian hero”, in Indonesië bekend om haar aanhoudende gevecht om gerechtigheid voor haar vergiftigde man Munir Said Thalib, Indonesisch meest bekende mensenrechtenactivist die overleed op een vlucht van Jakarta naar Amsterdam. De 42-jarige Suciwati probeert al bijna zeven jaar tevergeefs de voormalige chef van de Indonesische geheime dienst achter slot en grendel te krijgen voor de moord op haar man. Haar onuitputtelijke energie haalt Suciwati uit de liefde. “Liefde voor mijn man, mijn kinderen en mijn vrienden, liefde voor de mensen die voor gerechtigheid vechten en uit liefde voor mijn vaderland.”
28
ZOEKTOCHT NAAR GERECHTIGHEID Suciwati Munir werd in september 2004 op 36-jarige leeftijd weduwe van Indonesisch meest bekende mensenrechtenactivist Munir Said Thalib. In de jaren die volgden werd Suciwati vooral bekend om haar onophoudelijke gevecht voor gerechtigheid voor de moord op Munir. Zelf ziet ze het zo: “Ik ben en blijf bovenal een mensenrechtenactivist.” Tekst: Esther de Jong
Suciwati is helemaal in het zwart gekleed. Met reden: het is donderdag en op donderdagmiddag wordt er in het zwart gedemonstreerd voor het paleis van Susilo Bambang Yudhoyono, de president van Indonesië. Laatst nog heeft SBY, zoals de president in Indonesië wordt genoemd, gezegd dat er tijdens zijn bewind geen ernstige mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden. “Gênant” noemt Suciwati deze opmerking. “Dat een leider van een land zoiets kan zeggen, terwijl er wel degelijk nog steeds mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Het is erg beschamend om een dergelijke leider te hebben.”
Suciwati groeide op in een klein dorpje in de groene heuvels van Malang op Java. Haar ouders verkochten kokosnoten op de markt, terwijl Suciwati –Suci voor vrienden– rondrende in de ongeasfalteerde steegjes van haar kampong, touwtje sprong en hinkelde. Haar vader was een autoritaire man die niet achter al haar keuzes stond. Van haar inmiddels overleden moeder kreeg Suci wel steun. Zoals toen zij zich op tienjarige leeftijd besloot te bekeren tot de islam. “Mijn moeder vond het misschien ook niet leuk, maar stond altijd voor mij klaar. Ze maakte mij wakker voor het ochtendgebed en wachtte met eten voor het avondgebed.” Van haar vader hoorde Suci als kind de verhalen over het midden van de jaren zestig. Dictator Suharto was net aan de macht en de angst voor het communisme was groot in Indonesië: ruim 500.000 linksdenkenden werden in die tijd omgebracht door islamitische milities gesteund door het Indonesische leger onder leiding van Suharto. Talloze anderen verdwenen. Ook haar vader zag buurtgenoten verdwijnen. “Dat is heel beangstigend, wanneer een vriend wordt vermoord. Ik denk dat ik nu wel weet wat mijn vader toen heeft gevoeld.” De fabriek Toen ze begin twintig was, werd Suci lerares Indonesisch op een middelbare school. Haar vriendinnen, allen werkzaam in dezelfde fabriek, hadden altijd iets te klagen. “Het was een fabriek die leren jassen in elkaar naaide. De baas verbood de fabrieksarbeiders te praten en als ze dat wel deden, werden ze geslagen.” Overwerk werd niet betaald en de arbeidsomstandigheden waren slecht. Suciwati zei haar baan als lerares op en ging aan het werk in de fabriek. Daar probeerde ze een arbeidersorganisatie op te zetten. “Wat ik deed had een toegevoegde waarde, iets dat ik als lerares miste.” Vijf maanden na haar aantreden in de fabriek werd ze ontslagen, omdat de directie er achter was gekomen dat Suci de arbeiders een stem gaf. Haar leven had een onvermijdelijke wending genomen en vanaf dat moment begon ze voor meer fabrieken vakbonden op te zetten. “We kwamen iedere zondag bijeen –de enige vrije dag voor arbeiders in Indonesië– en bediscussieerden dan de rechten van arbeiders.”
29
“Munir en ik hebben afgesproken nooit bang te zijn. Daar hou ik mij nog steeds aan.”
Na hun huwelijk verhuisden ze begin 1998 naar de hoofdstad Jakarta. Het 32-jarige regime van dictator Suharto was aan het wankelen en Munir moest als één van de grote critici van het militaire bewind wel in Jakarta zijn. Vlak voor het gedwongen aftreden van de dictator richtte Munir de organisatie KontraS op en beloofde zich in te zetten voor de slachtoffers van geweld en ontvoering van het militaire bewind. Ze is trots op haar man en op alles wat hij voor Indonesië heeft gedaan. “Natuurlijk smachtte ik soms naar een normaal leven, maar het was een keuze. Een bewuste keuze. Ik kon hem niet vragen te stoppen, het was zijn leven. Dus moesten we leren omgaan met angst, met elkaars angst.” Suharto trad af en Munir werd steeds bekender. Het gezin werd talloze malen bedreigd. Op de stoep werden in stukken gehakte kippen gelegd en in Malang ontplofte een bom. Munir had met zijn onderzoek naar wandaden van het Indonesische leger zoveel invloedrijke vijanden gemaakt dat het aantal bedreigingen niet meer te tellen was.
Mensenrechtensituatie: Religieuze minderheden worden gediscrimineerd en soms aangevallen. Ook mensenrechtenverdedigers worden slachtoffer van geweld. De bevolking van Papoea wordt nog steeds onderdrukt. Politieagenten gebruiken vaak onnodig of buitensporig geweld, soms met de dood tot gevolg. Mensenrechtenschendingen uit heden en verleden blijven veelal onbestraft. De doodstraf wordt gehandhaafd.
Indonesië Indonesië is 50 x zo groot als Nederland Het heeft 232,5 miljoen inwoners Ongeveer 29% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 69 jaar oud, vrouwen 71
30
De moord Wanneer Munir in 2004, vlak voor de door hem zo gewenste eerste democratische presidentsverkiezingen, naar Nederland vertrekt om verder te studeren, heeft hij dan ook veel moeite om zijn jonge gezin achter te laten. Onderweg naar de luchthaven biecht hij op niet te willen gaan. “Ik haalde hem over toch te gaan. Toen het tijd was om in te stappen huilde hij. Ik zei dat het oké was, dat het goed zou komen,” vertelt Suci. © Wayside Productions
Munir Het duurde nog twee jaar voordat Suci kennis zou maken met de man die haar leven voorgoed zou veranderen: Munir Said Thalib. Ze ontmoette hem tijdens een van de vele vergaderingen die ze had. “Hij maakte geen indruk op mij,” vertelt Suci met een glimlach. Pas toen Suci in het onderzoeksteam van Munir werd geplaatst sloeg de vonk over. Ze kregen een relatie en vier jaar later trouwden ze. Ze kregen een zoontje en een paar jaar later een dochtertje. Het was Suci al voor haar huwelijk duidelijk dat ze nooit meer een ‘gewoon’ leven zou leiden. “Hij werd in de eerste paar jaar dat wij samenwerkten al herhaaldelijk bedreigd.” Ze herinnert zich een van de eerste keren. “Een hoge
generaal uit het leger van Suharto had gezegd dat hij wel ‘worst zou maken van Munir”, zegt Suciwati en ze lacht hardop.
Unjust Hong Kong 2010, 75 minuten Regie: Josefina Bergsten Drieluik over de Indonesische Suciwati Munir, de Thaise Angkhana Neelapaijit en de Sri Lankaanse Padma Perera. Deze weduwen blijven strijden voor waarheid en gerechtigheid nadat hun mannen, de mensenrechtenactivisten Munir Said Thalib, Somchai Neelapaijit en Gerard Perera, onder verdachte omstandigheden om het leven zijn gekomen. De vrouwen geven niet op, ondanks alle tegenwerking van politie, justitie en politiek. Verdwenen bewijsmateriaal, corruptie en bedreigingen zijn aan de orde van de dag. Tot op de dag vandaag blijven de drie vrouwen zoeken naar de verantwoordelijken voor de dood van hun echtgenoten. Josefina Bergsten kreeg voor haar documentaire Unjust de Creative Media Award van de Aziatische Mensenrechtencommissie.
Onderweg naar Amsterdam krijgt Munir buikpijn. Het wordt zo erg dat de hulp van een toevallig aan boord zijnde arts wordt ingeroepen, maar het helpt niets. Uiteindelijk gaat Munir in het gangpad liggen, op wat dekens. Hij valt in slaap. Pas boven Roemenië stopt Munir met ademhalen. Uit het Nederlandse autopsierapport blijkt later dat hij is vermoord met een fatale dosis van het geurloze en smaakloze gif arsenicum. Suciwati weet van niets als zij de volgende ochtend de telefoon opneemt. Het is Munirs rechterhand Usman Hamid, die haar vertelt wat er is gebeurd. “Ik was in shock en kwaad, maar bang was ik niet. Dat mocht niet, dat was de afspraak die wij hadden gemaakt en daar hou ik mij nog steeds aan.” Gerechtigheid In de dagen, weken, maanden, jaren die volgen probeert Suciwati de daders voor het gerecht te slepen. Het is een moeizaam, traag en bij vlagen eenzaam proces. In de bijna zeven jaar na de moord op Munir heeft slechts één verdachte een gevangenisstraf gekregen. De ‘pop’, zoals Suci hem noemt. De ‘poppenspelers’ lopen nog vrij rond en het is de vraag of die ooit zullen worden berecht. Ze verhuist terug naar Malang, waar ze nu samen met haar vader en kinderen in een huisje woont. Het is er rustig, vreedzaam. Een week per maand keert ze terug naar Jakarta. Ze ontmoet mensen van KontraS en gaat naar de stille demonstratie die iedere donderdagmiddag voor het paleis van de Indonesische president plaatsvindt. In het zwart, met zwarte parasollen tegen zon en regen. Ondanks het trage proces, ondanks de nog steeds voorkomende martelingen en ondanks het met corruptie doordrenkte justitiële systeem gelooft Suciwati dat er ooit gerechtigheid zal zijn in Indonesië: “We moeten nooit de hoop verliezen dat Indonesië een land zal zijn dat gerechtigheid respecteert en goed zal maken wat het zijn onderdanen heeft aangedaan.”
Meer informatie op www.kontras.org
Zie ook: www.wayside-productions.com
31
Geboorteland: Rusland Geboortedatum: 26 februari 1958 Russian Lessons leverde filmregisseur Andrej Nekrasov, geboren in Sint-Petersburg, een eretitel op: persoon van het jaar in Georgië in 2009. Het is niet de enige prijs die Nekrasov voor Russian Lessons achter zijn naam heeft staan. Ook voor Rebellion, the Litvinenko Case werd hij diverse malen bekroond. Na zijn opleiding aan het Staatsinstituut voor Theater en Film in Sint-Petersburg studeerde Nekrasov Franse en Duitse literatuur aan de universiteit van Parijs. Vervolgens kreeg hij in 1985 de kans om te werken met de beroemde Russische filmregisseur Andrej Tarkovski met wie hij de film Sacrifice maakte. Daarna studeerde Nekrasov aan de filmschool van de universiteit van Bristol. Zijn vrouw Olga Konskaja, die in 2009 overleed, debuteerde met Russian Lessons als regisseur. Nekrasovs leven beperkt zich niet alleen tot film. Hij is lid van de oppositiebeweging Solidarnost en schrijft toneelstukken en artikelen.
© Torstein Grude
ANDREJ NEKRASOV
“JE SPEELT POKER MET POETIN” Hij noemt zich een patriot. Maar verlost van de Sovjet-Unie leerde Andrej Nekrasov anders naar zijn land te kijken. Met een kritische blik. Tekst: Floris Akkerman
De rillingen liepen over zijn rug. Vier jaar geleden bij het filmfestival van Cannes behoorde zijn film Rebellion, the Litvinenko Case tot het hoofdprogramma. In een smoking liep Andrej Nekrasov samen met zijn vrouw Olga Konskaja over de rode loper. De Russische media konden niet om hem heen en hij verscheen voor de camera’s. Vervolgens stond in de pro-Kremlinkrant Izvestija een artikel over Nekrasovs film. In het verhaal viel te lezen dat een van de geïnterviewden in de film toenmalig president Vladimir Poetin een moordenaar, een oorlogsmisdadiger noemde. Het verhaal was dusdanig opgeschreven dat het leek alsof het Nekrasovs woorden waren, herinnert de filmregisseur zich. Het artikel verscheen een jaar na de vergiftiging van de Russische oud-KGB’er Alexander Litvinenko en de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja. Twee uitgesproken tegenstanders van het Poetin-regime. Twee vrienden van Nekrasov. Met Russian Lessons doet Nekrasov opnieuw mee aan buitenlandse filmfestivals. Niet alleen aan het Movies that Matter Festival, Nekrasov loopt ook over de rode loper tijdens de Berlinale, het internationale filmfestival in Berlijn. Hij is blij dat hij in de schijnwerpers staat. Zijn naamsbekendheid
32
geeft hem bescherming. Dat biedt echter geen garantie in Rusland. “Je speelt poker met Poetin. Hij is een beest. Hij reageert niet alleen rationeel, maar ook emotioneel. Met poker kun je tot de 21 gaan, maar als je eroverheen gaat, ben je dood. Litvinenko ging te ver. Hij werd berucht en maakte Poetin gek.” Nekrasov denkt dat het zo ver niet bij hem komt. ”Ik ben niet zo bekend. In Rusland drukken ze op ‘delete’. Dat betekent dat ze je vermoorden of een cordon sanitaire om je heen bouwen en je beschouwen als een freak. Ik behoor tot deze laatste groep.” Zijn vriendschap met Litvinenko leverde hem een overhoop gehaald huis op. Met op zijn bed een foto van een zieke Litvinenko. Nekrasov weet dat hij in de gaten wordt gehouden. Zijn filmbanden zijn al een keer uit zijn hotelkamer gestolen. Het is gissen wie erachter zit. “Je weet niet waar dit vandaan komt. Niemand maakt zich kenbaar. Je kan bij een bepaalde groep net een stap te ver gaan.” Mars Het cordon sanitaire betekent dat Russian Lessons niet te zien is in de Russische bioscoop of op tv. De film wordt op dvd vertoond in achterafzaaltjes. Inmiddels zo’n tien keer. Het cordon sanitaire betekent ook dat Russische filmbedrijven niet met Nekrasov in zee gaan. Dit interview verloopt via een skypeverbinding vanuit zijn hotelkamer in het Noorse Haugesund, waar hij samenwerkt met een bedrijf aan een televisieserie over de val van de SovjetUnie twintig jaar geleden. Nekrasov noemt het droevig en tragisch dat hij niet in zijn eigen land kan werken. Na Haugesund vertrekt Nekrasov naar het eveneens Noorse Stavanger. Hij voelt zich een zigeuner. In januari was hij nauwelijks thuis in zijn Sint-Petersburg. Hij reisde van Minsk naar Sint-Petersburg voor een bijeenkomt met Solidarnost, de Russische oppositiebeweging waar Nekrasov een van de drijvende krachten achter is. Daarna ging hij naar Nederland voor het in ontvangst nemen van de Oxfam Novib/PEN Award en vervolgens vertrok hij naar de Baltische landen. Hiervandaan reisde hij naar Noorwegen. Zeker na het overlijden van zijn vrouw, met wie hij samen Russian Lessons
33
maakte, is zijn leven jachtiger geworden. “Mijn werk is nu het belangrijkst. Mijn vrouw bracht nog enige structuur.” Het buitenland heeft hem altijd aangetrokken. Hij groeide ermee op, ondanks het feit dat hij in de gesloten Sovjet-Unie woonde. “Onder Sovjetleider Leonid Breznjev was er sprake van een détente. Ik kreeg les op een speciale school en had een Amerikaanse lerares. Op school zaten Fransen, Engelsen en Amerikanen. Ik zag buitenlanders. Echte buitenlanders. Niet die uit het Oostblok. Ze waren exotisch. Alsof ze van
Mars kwamen. Ik wilde zijn zoals zij. Zij lachten. Niemand in de Sovjet-Unie lachte. Ze waren vrij. Droegen andere kleren. Dat wilde ik ook. Ik wilde de wereld ontdekken. Ik ging luisteren naar de Voice of America, de BBC, Radio Liberty. Ik leerde mezelf Engels.” Waarheid Hij houdt van het buitenland. De geschiedenis, de filosofie. Ze hebben Rusland altijd beïnvloed. Dat zie je, dat proef je, vindt Nekrasov. Datzelfde buitenland stelt hem teleur. Hij noemt hierbij het optreden van het door hem bewonderde Duitsland tijdens de oorlog tussen Rusland en Georgië in 2008. Een strijd waarin Rusland volgens Nekrasov ver buiten zijn boekje gaat met leugens en etnische zuivering. In Russian Lessons is te zien hoe hij bondskanselier Angela Merkel hierover aanspreekt. “Het buitenland is te beleefd. Het wil de Russische leiders behagen. Handel staat voorop bij Duitsland. Berlijn heeft Rusland nergens op aangesproken. Ik snap ook wel dat je Moskou niet zomaar kunt bombarderen, zoals jullie met Belgrado deden. Dat landen geen straffen kunnen uitdelen. Maar je kunt in ieder geval de waarheid noemen.”
Mensenrechtensituatie: In Rusland vinden regelmatig racistische aanvallen plaats. Mensenrechtenverdedigers, advocaten en journalisten zijn hun leven niet zeker. Vanuit Tsjetsjenië blijven er meldingen komen van verdwijningen en mensenrechtenschendingen. In Georgië worden oppositieleden en journalisten soms het slachtoffer van buitensporig geweld door de politie. Uit onafhankelijk onderzoek van de EU blijkt dat in de oorlog van 2008 de strijdkrachten van zowel Rusland, Georgië als Zuid-Ossetië mensenrechtenschendingen hebben begaan.
Rusland Rusland is bijna 504 x zo groot als Nederland Het heeft 140,4 miljoen inwoners Mannen worden gemiddeld 62 jaar oud, vrouwen 74
Georgië Georgië is 2 x zo groot als Nederland Het heeft 4,2 miljoen inwoners Ongeveer 13% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 68 jaar oud, vrouwen 75
© Dreamscanner
“In Rusland drukken ze op ‘delete’. Ze vermoorden je of bouwen een cordon sanitaire om je heen”
Russian Lessons Denemarken 2009, 110 minuten Regie: Olga Konskaja en Andrej Nekrasov Aangrijpende, persoonlijke reconstructie van de oorlog tussen Rusland en Georgië in augustus 2008. De Russische filmmakers Olga Konskaja en Andrej Nekrasov reizen ieder vanaf een andere kant naar de frontlinie toe. Olga vanuit Rusland, Andrej vanuit Georgië. Onderweg zien ze de verwoestingen in Georgische dorpen in Zuid-Ossetië en Georgië en praten ze met ooggetuigen over wat er zich heeft afgespeeld. Tijdens de montage van de film leggen ze de officiële —Russische— versie van het gebeuren (“Georgië is de aanval begonnen”) naast hun eigen ervaringen en weten zo overtuigend duidelijk te maken dat de Russen liegen. Toch neemt zelfs de BBC de Russische propaganda klakkeloos over. En het is niet voor het eerst dat het Westen de ogen sluit voor wandaden van Rusland. Konskaja en Nekrasov praten ook met overlevenden die een heel ander licht werpen op de wereldwijd gecoverde aanval op de school in Beslan (Ossetië) en de vergeten volkerenmoord op Georgiërs in Abchazië, begin jaren negentig.
Die waarheid wilde hij ook niet verdoezelen toen hij opgroeide in de Sovjet-Unie. Dat beseft hij des te meer tijdens het werken aan zijn nieuwe documentaire. Zijn eigen herinneringen uit die tijd komen naar boven. “Je moest doen alsof deze wereld normaal was. Maar we leefden in de buik van een monster. Je moraal werd op de proef gesteld. Je had in die tijd drie opties: alcohol drinken, emigreren of collaboreren. Dat laatste betekende werken voor de geheime dienst, de KGB. Hiervoor koos ik niet. Dan moest je liegen over een klasseloze maatschappij, over het communistisch paradijs. Ik besloot om te drinken, maar kwam erachter dat dat niet de juiste weg was. Mijn opleiding tot filmregisseur bood uitkomst. Je kon je op het filminstituut onttrekken aan de maatschappij.” Daarna vertrok Nekrasov alsnog om te studeren in Parijs. In het buitenland —Nekrasov studeerde ook in het Engelse Bristol— kon hij zich verder ontworstelen aan de SovjetUnie. Hij leerde anders naar de wereld te kijken. Dat heeft zijn films beïnvloed. “Ik heb in het buitenland geleerd onderwerpen van een andere kant te bekijken. Ik merkte dat rijke, vrije landen kritisch zijn op zichzelf. Dat zie je niet terug in Rusland.” Want de propaganda van het Kremlin doet haar werk. Met films als Russian Lessons wil Nekrasov aan zijn landgenoten laten zien dat de wereld, die hij zo goed kent, niet tegen Rusland is. “Andere landen worden neergezet als gevaarlijk. Een miljoen Esten vormen een gevaar. Maar zelfs Georgiërs houden van Russen. Iedereen is je beste vriend. Dat begrijpen de Russen niet.” Zijn liefde voor het buitenland mag dan groot zijn, Nekrasov noemt zich een patriot. “Ik ben een van die mensen die niet kan leven zonder Rusland.”
Meer informatie over Solidarnost: www.rusolidarnost.ru (alleen in het Russisch)
Zie ook: www.russianlessons.org
34
35
Geboorteland: Kameroen Geboren in 1945 Alice Nkom groeide op in een gezin van elf kinderen. Ze studeerde rechten en economie aan de Universiteit van Toulouse, maar maakte haar studie af aan de Universiteit van Kameroen in 1968. Een jaar later werd ze de eerste zwarte vrouwelijke advocaat in de geschiedenis van het land. Dwars door alle politieke turbulentie heen is ze haar rechtvaardigheidsgevoel altijd trouw gebleven, wat haar de kwalificatie ‘eigenwijs’ opleverde. Haar consistentie zie je in de mensen die ze verdedigde, zoals journalist Pius Njawe —verongelukt in juli 2010— die zijn leven lang streed voor vrije informatie en tegen de corruptie. Nu komt ze op voor de belangen van homoseksuelen. Alice Nkom is meer dan een advocate. Ze is betrokken bij talloze groepen die voor gelijke rechten opkomen, waaronder ADEFHO (Association pour la Défense de l’Homosexualité) en Lady Justice, die vrouwen wil aanmoedigen carrière te maken in de advocatuur. “Niets houdt me tegen” is haar motto, ook niet wanneer ze vanwege haar meest recente werk wordt bedreigd. Ze heeft voor hetere vuren gestaan.
© Les Films du Balibari
ALICE NKOM
ADVOCAAT VAN DE GELIJKE BEHANDELING De overtuiging van Kameroen’s bekendste advocaat Alice Nkom kan in één simpele zin worden samengevat: de wet geldt in gelijke mate voor iedereen. Eenvoudiger kan het niet, zou je denken. Mis. In Kameroen blijkt dit grondbeginsel moeilijk toepasbaar, vooral als het om de homoseksuele minderheid gaat. Zo word je van advocaat vanzelf activist.
Een indrukwekkende hoofdtooi, doordringende blik vanachter een bril. Alice Nkom zou een vooraanstaand academica kunnen zijn, een formidabele discussiant in de grote intellectuele fora van de wereld. Welnu, debatteren doet ze veel en vaak. Maar haar arena bevindt zich een stuk dichter bij huis: de rechtszalen van haar land, Kameroen. Ze is ‘maître’, zoals de Franse aanspreektitel voor advocaten luidt. De eerste zwarte vrouw die op die titel aanspraak kon maken. Dat was in 1969. Saillant detail: toen ze haar werk begon, bestond er nog geen wetsartikel tegen homoseksualiteit. Drie jaar later wel en inmiddels lijdt Kameroen onder een golf van intimidatie en geweld tegen homoseksuelen, aangewakkerd door invloedrijke politici en religieuze leiders. Wie ‘verdacht’ wordt van homoseksualiteit wordt lastig gevallen in eigen huis, uitgescholden en geslagen op straat. Of opgesloten in één van de beruchte gevangenissen in Kameroen, waar condities levensbedreigend slecht zijn. Dat laatste overkomt ieder jaar zo’n 200 mensen. Alice Nkom is één van de weinige advocaten die voor hen opkomt. Ze heeft wel een verklaring voor die grote vijandigheid. “Onwetendheid. Men roept bijvoorbeeld dat er in de bijbel geschreven staat dat homoseksualiteit een gruwel is in de ogen van God. Dat mag zo zijn, maar wij leven in een seculiere republiek.” Een ander bekend verhaal: homoseksualiteit komt uit het Westen, het is ‘on-Afrikaans’. Beslist antwoord van de advocaat: “Homofobie is import, meegekomen met twee importreligies, de Islam en het Christendom.”
Tekst: Bram Posthumus
Een onwettig wetsartikel Behalve met religie schermen de aanvallers ook met de wet. Het gaat om artikel 347 (bis), waarin homoseksualiteit strafbaar wordt gesteld. Maître Nkom: “Dat artikel dateert uit 1972. Het is afkomstig uit een presidentieel decreet en op onwettige wijze toegevoegd aan het Wetboek. Er was al een artikel 347 – vandaar dat bis.” Maar wat is er dan illegaal aan? “De Grondwet zegt dat alleen de wetgevende macht strafrechtelijke teksten kan uitvaardigen. Dit artikel is afkomstig van de uitvoerende macht. Dus los van de inhoud gaat het ook nog eens om het respect, in een democratie, voor de scheiding der machten.”
36
37
Macht en hypocrisie Als het dan zo redelijk en zo eenvoudig is, waarom gebeurt het dan niet? Hier moet je diepere lagen aanboren, die terug te voeren zijn op machtspolitiek en religieuze hypocrisie. Nkom zegt er dit over. “Degenen die hun homofobie verdedigen zwaaien altijd met de straf van God. Maar wanneer maakte God zich voor het eerst boos op de mensheid? Als je de bijbel een beetje kent, dan weet je dat Hij ooit de halve Beetje saai, niet? Totdat je beseft dat geen minister in wereld onder water zette omdat de mensen gewelddadig, Nederland op maandag kan beslissen dat blinden vanaf corrupt en gemeen waren geworden. Dat zijn de homofoben dinsdag hun huis niet meer uit mogen. Of linkshandigen niet in Kameroen vandaag de dag ook...het zijn criminelen en meer mogen autorijden. In Kameroen worden de rechten van het stemt me triest te constateren dat men de mooiste een minderheid vertrapt omdat iemand 39 jaar geleden een verdragen ondertekent, vervolgens naar huis gaat en precies clausule in de wet heeft laten sluipen. Dat kàn niet, als je je het tegenovergestelde doet...” eigen land, je eigen rechtsstaat, je eigen democratie serieus neemt. En Alice Nkom neemt deze zaken uitermate serieus. De bemoeienis van de staat met wat mensen in hun “Als ik de rechten van een seksuele minderheid verdedig dan eigen slaapkamer doen maakt deel uit van een complex volg ik daarin de Grondwet.” Dat doet ze met verve, in de theaterstuk waar macht, corruptie en homoseksualiteit rechtszaal, in de media, overal. “Er wordt mij wel verweten allemaal hun rol spelen. Je ziet het terug in de documentaire dat ik homoseksualiteit propageer. Niets is minder waar. Cameroon: Coming out of the Nkuta , waarin Alice Nkom een Het gaat mij om de rechten van een minderheid die net als hoofdrol speelt. Er is een wijdverspreide complottheorie die iedere andere inwoner van dit land gelijk behandeld moet zegt dat homoseksualiteit diep verankerd is in de top van de worden, voor de wet.” politiek. Want: de blanke kolonialen wilden de macht alleen
Mensenrechtensituatie: Journalisten, mensenrechtenverdedigers en andere criticasters van de regering belanden regelmatig achter de tralies. De omstandigheden in de gevangenis zijn vaak levensbedreigend. In 2009 werd ten minste één man gevangen gezet omdat hij seks zou hebben gehad met een andere man. Hij ontkende, maar na dagenlang naakt en afgesloten van de buitenwereld in zijn cel te hebben moeten zitten, gaf hij de aanklacht toe. Inmiddels is hij weer op vrije voeten.
Kameroen Kameroen is 14 x zo groot als Nederland Het heeft 20 miljoen inwoners Mannen worden gemiddeld 51 jaar oud, vrouwen 52
Een onbekend aantal mensen zit in de dodencel, maar voor zover bekend werd de laatste executie voltrokken in 1997.
© Les Films du Balibari
“Homofobie komt voort uit onwetendheid”
maar overdragen aan politici met wie ze homoseksueel contact konden hebben. Er bestaat geen zandkorrel bewijs voor maar het verhaal plaatst de invoering van Artikel 347 (bis) – en de harde toepassing ervan – in een surrealistische politieke context. Geld Maar het kan ook banaler. Veel banaler. Begin januari werd bekend dat de Europese Unie €300.000 uittrekt voor drie organisaties waaronder ADEFHO van Maître Nkom [zie kader]. Een deel van dat geld is voor het verlenen van juridische assistentie aan homoseksuelen in de gevangenis; een deel is voor medische en andere hulp aan gedetineerden. Minister Henri Eyebe van Buitenlandse Zaken verklaarde midden januari dat de regering deze ontwikkeling sterk afkeurde en dat Alice Nkom handelde “tegen de wet...en de soevereiniteit van Kameroen.” Ze reageert laconiek: “Ja, dat geld verdwijnt niet in de zakken van functionarissen en dat vinden ze vervelend. Daar komt een deel van hun halsstarrigheid vandaan.”
Cameroon: Coming Out of the Nkuta Frankrijk 2009, 52 minuten Regie: Céline Metzger Sinds 1972 is homoseksualiteit in Kameroen strafbaar. Homoseksuelen en lesbiennes kunnen een straf opgelegd krijgen van 6 maanden tot 5 jaar. Advocate Alice Nkom, de hoofdpersoon in de documentaire Cameroon: Coming Out of the Nkuta, strijdt onvermoeibaar tegen deze wet en tegen de vooroordelen in de maatschappij. Zo staat ze Lambert bij, die met 30 anderen is opgepakt in een bar en in de gevangenis is beland. Na zijn vrijlating besluit hij Nkom bij te staan in haar strijd. Ook de lesbienne Nathalie laat zich niet kisten en opent zelfs een homobar. Andere homo’s en lesbo’s in de film zijn minder activistisch, maar één ding hebben ze gemeen: ze willen zichzelf kunnen zijn en geaccepteerd worden door hun familie.
Leidraad Voor Nkom blijft de leidraad dezelfde: gelijke rechten voor iedereen. “Ik heb kinderen. Het zou onverteerbaar zijn als de een wel met alle rechten zou opgroeien en de ander niet. Dat is de kern van alles wat ik doe. Ik heb dat van huis uit meegekregen: een gevoel van rechtvaardigheid, anderen helpen, respect hebben voor mensen, hoezeer ze ook verschillen. Dat zijn waarden die ik met hand en tand verdedig; niets houdt me daarin tegen. Het is niet toevallig dat ik advocaat geworden ben...”
Volg Alice Nkom op haar eigen website: alicenkom.com
Zie ook: www.balibari.com
38
39
Geboorteland: India Geboren in 1957 Palagummi Sainath werd geboren in Madras, het huidige Chennai. In 1979 haalde hij een masterdiploma Geschiedenis aan de Jawaharlal Nehru University in New Delhi. Tussen 1980 en 1982 werkte hij als redacteur voor de United News of India in New Delhi. Daarna vertrok hij naar Mumbai waar hij tussen 1982 en 1993 werkte als buitenlandredacteur en later als adjuncthoofdredacteur van Blitz. Tussen 1993 en 2004 werkte hij als freelancer. In die periode won hij onder andere de Lorenzo Natali Prijs voor de Journalistiek van de Europese Commissie en verscheen zijn eerste boek over het Indiase platteland: Everybody Loves a Good Drought. In 2000 ontving hij de allereerste Amnesty International Global Human Rights Journalism prijs en in 2001 de Boerma Prize van de Food and Agriculture Organization (FAO). Sinds 2004 is Sainath als plattelandsredacteur in dienst bij de The Hindu. In 2007 won hij de prestigieuze Ramon Magsaysay Prijs voor Journalistiek en Literatuur, ook wel de Aziatische Nobelprijs genoemd.
© Amol Gole
PALAGUMMI SAINATH
VRIJHEIDSSTRIJDER 2.0 De Indiase journalist Palagummi Sainath, de held in Deepa Bhatia’s documentaire Nero’s Guests, is een kind van India’s onafhankelijkheidsstrijd. Die strijd voor een rechtvaardige samenleving is volgens Sainath allesbehalve voorbij. “Ik ben verbolgen over het onrecht dat boeren in dit land wordt aangedaan.” Aan het begin van de avond in zijn gastenverblijf in de Indian Newspaper Society in New Delhi leunt Palagummi Sainath voor het eerst achterover en zwijgt. Op zijn laptop draait een slideshow met foto’s waarop boerenfamilies poseren. Het zijn sombere plaatjes – in ieder geportretteerd gezin heeft zojuist iemand zelfmoord gepleegd. Voornaamste redenen: torenhoge schulden, aanhoudende droogte, mislukte oogsten. “Het afschuwelijkste moment komt wanneer je afscheid neemt en in de ogen van een van de gezinsleden ziet dat hij of zij de ellende niet meer aankan,” verbreekt Sainath de stilte. “Je voelt dat diegene ook overweegt om er een einde aan te maken. Dan voel ik me zo machteloos. De kracht van de pen is op zo’n moment niets waard. Dat gevoel wens ik zelfs mijn ergste vijand niet toe.”
40
Sinds Sainath tien jaar geleden begon met het schrijven over en het fotograferen van boerengezinnen waarin één, twee, soms zelfs drie familieleden zelfmoord hebben gepleegd, slikt hij dagelijks medicijnen om zijn ooit zo stabiele bloeddruk onder controle te houden. Steeds vaker heeft hij last van hoofdpijn. Door het knarsen is het amalgaam op zijn tanden verdwenen. “Het vreet aan me.” Stoppen kan hij niet. “Dit werk is mijn plicht.” Sainath – een bos grijs haar, wit overhemd, donkergrijze sjaal, casual bruine broek, sneakers – woont met zijn vrouw in Mumbai. Dat wil zeggen: als hij niet op pad is. 270 tot 300 dagen per jaar brengt hij door op het Indiase platteland. Zijn vrouw – een activiste voor de grote Indiase vrouwenorganisatie AIDWA – ziet hij slechts een paar keer per maand. Kinderen heeft het stel bewust niet. “Veel mensen denken dat mijn levensstijl een enorme opoffering betekent, maar dat vind ik helemaal niet. Ik leid een comfortabel bestaan. Ik voel me bevoorrecht.” Politiek geëngageerd milieu Palagummi Sainath werd in 1957 geboren in Madras, het huidige Chennai. Hij was de jongste van vier kinderen. Financieel gezien behoorde het gezin tot de hogere middenklasse – Sainaths vader werkte als beambte bij een cementfabriek – maar in maatschappelijke opzicht maakte de familie deel uit van de absolute elite. Niet alleen behoorde Sainaths familie tot de vooraanstaande kaste der Brahmanen, zijn grootvader van moeders kant, V. V. Giri, was tussen 1969 en 1974 president van India. “Bij ons thuis werd er vrijwel altijd gelezen en gediscussieerd over politiek,” vertelt Sainath eerder die dag tijdens de lunch in een restaurant aan New Delhi’s Connaught Place. “Zelf begon ik de krant te lezen toen ik vier was.” Zijn moeder stimuleerde dat. “Ik ben grotendeels het product van mijn moeder. Ze is de meest belezen vrouw die ik ken.” Zijn moeder wilde koste wat het kost voorkomen dat Sainath, zijn twee broers en zus zouden opgroeien als verwende kleinkinderen van de president. “Toen mijn vader op zijn 43ste overleed aan een hartaanval, drong mijn oma
41
erop aan dat we in het presidentieel paleis zouden komen wonen, maar mijn moeder wilde dat pertinent niet. Daar ben ik haar eeuwig dankbaar voor.” Van rebelse student tot succesvol redacteur Sainath was een rebelse tiener. Op het Loyola College in Madras waar hij zijn bachelordiploma Geschiedenis haalde, vestigde hij een record met 24 schorsingen. De ommekeer kwam in 1977 toen hij ging studeren aan de Jawaharlal Nehru University (JNU) in New Delhi. Op het moment dat hij in de Indiase hoofdstad arriveerde was de noodtoestand onder het bewind van Indira Ghandi zojuist
ten einde gekomen. “Het zorgde voor een politieke explosie op de universiteiten. JNU moet op dat moment een van de meest politiek geëngageerde campussen van de wereld zijn geweest. Op de campus werd alles democratisch besloten: er werd bij wijze van spreken gestemd over het vervangen van de gloeilampen.”
Zijn journalistieke doorbraak kwam toen hij de Times of India Fellowship ontving, een beurs waarmee hij erop uittrok om een verhalenreeks te maken over het Indiase platteland.
Willekeurige detentie, marteling en buitengerechtelijke executies komen voor. Mensenrechtenverdedigers worden bedreigd en soms gevangen gezet. Slachtoffers van mensenrechtenschendingen die een rechtszaak aanspannen, trekken vaak aan het kortste eind, omdat de rechterlijke macht hen niet steunt. In India wordt de doodstraf uitgesproken, maar sinds 2005 voor zover bekend niet uitgevoerd.
42
Dat resulteerde in 1996 in de bestseller Everybody Loves a Good Drought. Vervolgens verdiende hij maar liefst veertig nationale en internationale prijzen [zie kader] voor zijn werk over het leven van India’s armste families. India’s tweede vrijheidsstrijd Met zijn aanhoudende stroom van artikelen zette de bevlogen journalist eigenhandig de zelfmoordgolf op het platteland op de agenda. “Honderden verslaggevers verslaan modeshow na modeshow, maar niemand bekommert zich om het lot van boerengezinnen. Terwijl de modellen op de catwalk de nieuwste kleding showen, maken de boeren die het katoen voor die kleding leveren, een eind aan hun leven.”
In 1980 rolde Sainath haast vanzelfsprekend de journalistiek in. De eerste twee jaar werkte hij als bureauredacteur en verslaggever bij persbureau United News of India, daarna ging hij aan de slag bij Blitz – een weekblad waarvan de 84-jarige hoofdredacteur ook de eigenaar was. “Hij was drie keer zo oud als ik, maar drie keer zo jong van geest,” vertelt Sainath enthousiast terwijl zijn vingers door de pittige rode saus met kip glijden. De rechtermouw van zijn strakgestreken witte overhemd heeft hij opgerold tot boven zijn elleboog. “Het was een waanzinnige tijd. Alles kon, alles mocht.”
Mensenrechtensituatie:
India India is 80 x zo groot als Nederland Het heeft 1,2 miljard inwoners Bijna 42% van de inwoners leeft van minder dan 1,25 dollar per dag Mannen worden gemiddeld 62 jaar oud, vrouwen 65 60% van de Indiërs leeft van de landbouw
© Mistral Movies
“In 2009 pleegden volgens de officiële cijfers 17.368 boeren zelfmoord. Dat zijn er twee per uur.”
Nero’s Guests India 2009, 56 minuten Regie: Deepa Bhatia Portret van de Indiase journalist Palagummi Sainath. Gedreven door woede kaart Sainath keer op keer de erbarmelijke omstandigheden aan van de vele boeren op het Indiase platteland. Ze werken keihard, maar hun inkomsten zijn bij lange na niet genoeg om de kosten van bijvoorbeeld kunstmest te dekken. En tegen de concurrentie van zwaar gesubsidieerde boeren elders in de wereld kunnen ze al helemaal niet op. Torenhoge schulden zijn het gevolg. Regisseur Deepa Bhatia volgt Sainath bij zijn bezoeken aan de boerengezinnen waarin één of meerdere familieleden zelfmoord hebben gepleegd. Zoals de familie van Ram Krishna Kalamb, boer en dichter, die het leven niet meer zag zitten. Kalambs prachtige gedichten zijn door de film heen geweven. Ook filmt Bhatia tijdens de talloze spreekbeurten die Sainath overal in het land geeft en waar hij de toehoorders –en ons, als kijkers van de film– aanspreekt op onze
In 2006 ging premier Manmohan Singh op bezoek in een aantal dorpen waar suïcide aan de orde van de dag was en in 2007 mocht Sainath het parlement toespreken over de crisis op het platteland. Ook andere media hebben de problematiek inmiddels opgepikt. Sainath is er trots op, maar gerust is hij allesbehalve. “Het aantal boerenzelfmoorden neemt nog altijd toe. In 2009 pleegden volgens de officiële cijfers 17.368 boeren zelfmoord. Dat zijn er twee per uur.” De historie van India’s onafhankelijkheidsstrijd motiveert Sainath om onverminderd door te gaan met het schrijven over de ellende en het onrecht op het platteland. “Oude onafhankelijkheidsstrijders benadrukken vaak dat ze niet vochten tegen de Britten, maar tegen onrechtvaardigheid en tirannie. Onafhankelijkheid was niet voldoende, een rechtvaardige samenleving was hun doel. Die strijd, die ik India’s tweede vrijheidsstrijd noem, is nog altijd in volle gang.”
Blog van Palagummi Sainath: http://psainath.wordpress.com
verantwoordelijkheid. Blijven we toekijken of komen we in actie tegen zoveel onrechtvaardigheid? Zijn we net als Nero’s gasten of niet? Zie ook: www.nerosguests.com
43
FILMS DIE OGEN OPENEN Movies that Matter gelooft in de kracht van de camera als maatschappelijk wapen. Een wapen tegen onverschilligheid. Want film heeft een ongekend vermogen: het opent ogen. Wat in woord en geschrift niet lukt, krijgt bewegend beeld soms wél voor elkaar. Movies that Matter wil ogen openen voor mensenrechten en situaties waarin deze rechten in het geding zijn. Het zet film, in combinatie met debat, in voor het aanwakkeren van de dialoog over mensenrechten, de beïnvloeding van de publieke opinie en de activering tot inzet voor mensenrechten.
Stichting Movies that Matter, opgericht in maart 2006, vindt haar oorsprong in het Amnesty International Filmfestival. Het nam de activiteiten van dit festival over en breidde deze uit, in binnen- en buitenland. Wat ontstond is een unieke organisatie die op internationaal niveau een platform biedt aan geëngageerde films van bevlogen filmmakers. En die filmvertoningen koppelt aan verdieping en discussie en die zich verder ontwikkelt tot hét kenniscentrum op het gebied van film en mensenrechten.
44
Er is een landelijk Movies that Matter film- en debatprogramma in veertien Nederlandse filmtheaters en een landelijk educatief programma. Movies that Matter helpt films vertoond te krijgen in Afrika, Azië, Oost-Europa, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Als internationaal expertisecentrum stimuleert het kennisoverdracht en uitwisseling en biedt het informatie over film en mensenrechten op maat aan organisaties in binnen- en buitenland. Movies that Matter is medeoprichter van het Human Rights Film Network (HRFN), een samenwerkingsverband van meer dan dertig onafhankelijke mensenrechtenfilmfestivals over de hele wereld. www.moviesthatmatter.nl www.humanrightsfilmnetwork.org Movies that Matter Festival Het Movies that Matter Festival is hét platform voor geëngageerde cinema in Den Haag, de internationale stad van vrede en recht. Het internationale film- en debatfestival over mensenrechten en menselijke waardigheid presenteert jaarlijkse zo’n zeventig documentaires en speelfilms van bevlogen filmmakers en een uitgebreid verdiepingsprogramma met tientallen debatten, interviews en discussies. Het festival kent twee hoofdprogramma’s. A Matter of ACT biedt documentaires over en ontmoetingen met mensenrechtenactivisten. Camera Justitia belicht het thema mensenrechten en gerechtigheid met films en debatten over internationaal recht, ‘transitional justice’ en de strijd tegen straffeloosheid. www.moviesthatmatterfestival.nl A Matter of ACT A Matter of ACT is het hoofdprogramma van Amnesty International en wordt mede mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. A Matter of ACT vertoont tien recente, opzienbarende documentaires over leven en werk
van bevlogen mensenrechtenactivisten. Deze activisten strijden met hart en ziel tegen onrecht en onderdrukking in hun land. Hun werk brengt vrijwel altijd grote persoonlijke risico’s met zich mee. Eén manier om bescherming te bieden is ervoor te zorgen dat deze activisten (en de zaak waarvoor ze staan) zo veel mogelijk in de publiciteit komen. Alle geportretteerde activisten en regisseurs zijn als eregasten aanwezig op het festival. Naast het documentaire- en debatprogramma omvat A Matter of ACT ook een persoonlijk ontmoetings- en netwerkprogramma waarin Movies that Matter in samenwerking met Amnesty International de mensenrechtenverdedigers koppelt aan voor hun werk relevante personen en organisaties. Een internationaal samengestelde jury onder voorzitterschap van Bianca Jagger kiest uit het programma de winnaars van de twee aan dit programma verbonden prijzen, de Gouden Vlinders. De eerste Gouden Vlinder, de A Matter of ACT Award (€ 5000) is een mensenrechtenprijs en de tweede Gouden Vlinder, de A Matter of ACT Documentary Award (€ 4000), gaat naar de beste film uit het programma.
Kandidaten voor de Gouden Vlinders 2011 • Aung San Suu Kyi in Aung San Suu Kyi, Lady of No Fear van Anne Gyrithe Bonne • Marco Arana Zegarra, ‘vader Marco’, in The Devil Operation van Stephanie Boyd • Jamileth del Carmen Chavarría in The Jungle Radio van Susanne Jäger • Fatou Mandiang Diatta alias Sister Fa in Sarabah van Maria Luisa Gambale en Gloria Bremer • Chris Mburu en Hilde Back in A Small Act van Jennifer Arnold • Ayed Morrar in Budrus van Julia Bacha • Suciwati Munir in Unjust van Josefina Bergsten • Andrej Nekrasov in Russian Lessons van Olga Konskaja en Andrej Nekrasov • Alice Nkom in Cameroon: Coming Out of the Nkuta van Céline Metzger • Palagummi Sainath in Nero’s Guests van Deepa Bhatia
© Rankin
MOVIES THAT MATTER
‘Movies that matter’ zijn onder meer te zien op het jaarlijkse Movies that Matter Festival van Amnesty International in Den Haag en op het human rights filmprogramma van het International Documentary Festival Amsterdam (IDFA).
Juryvoorzitter A Matter of ACT 2011
Bianca Jagger (Geboren in 1950 als Bianca Pérez-Mora Macías in Managua, Nicaragua) Bianca Jagger is oprichter en voorzitter van de Bianca Jagger Human Rights Foundation (BJHRF), Goodwill Ambassador voor de Raad van Europa, lid van de Executive Director’s Leadership Council van Amnesty International USA en Trustee van de Amazon Charitable Trust. Al circa 30 jaar lang is Bianca Jagger een prominent pleitbezorger van internationale mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en de strijd tegen klimaatverandering. Voor haar campagnes op deze gebieden heeft mevrouw Jagger tal van prestigieuze internationale onderscheidingen ontvangen. Op 9 november 2004 viel haar de Right Livelihood Award, ook bekend als de ‘alternatieve Nobelprijs’, ten deel. Op 9 juni 2004 kreeg ze de World Achievement Award uit handen van president Gorbatsjov. Daarnaast heeft ze drie eredoctoraten in ontvangst genomen: een eredoctoraat menswetenschappen van het Stonehill College in Massachusetts, een doctoraat mensenrechten van het Simmons College in Boston en een eredoctoraat rechtsgeleerdheid van East London University.
45
© Paco de Onís/Skylight Pictures
Jurylid A Matter of ACT 2011
Jurylid A Matter of ACT 2011
Jurylid A Matter of ACT 2011
Mohamed Al-Daradji
Belinda van de Graaf
Frans Huijnen
Pamela Yates
(Bagdad, Irak, 1978)
(Oosterhout, Nederland, 1967)
(Maastricht, Nederland, 1952)
(Pennsylvania, VS, 1952)
Regisseur Mohamed Al-Daradji is mede-oprichter van de meermalen bekroonde Human Film & Iraq Al-Rafidain. Als fellow aan het Sundance Institute volgde Mohamed een filmtraining aan de Media Academie in Hilversum alvorens naar Groot-Brittannië
Belinda van de Graaf studeerde film- en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte in het Filmmuseum en is sinds 1997 filmcriticus van dagblad Trouw en redacteur van de Filmkrant. De afgelopen jaren was ze tevens vicepresident van de Fédération Internationale de la Presse Cinématographique (Fipresci) en deed ze verslag van internationale filmfestivals in Europa, Noord- en ZuidAmerika en Afrika.
Frans Huijnen begon zijn loopbaan als sociaal werker. Na zijn rechtenstudie te hebben voltooid bekleedde hij verscheidene functies voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Justitie. In de afgelopen tien jaar heeft hij zich gespecialiseerd in projectmanagement binnen de publieke sector. Momenteel is hij directeur van de Commissie Gelijke Behandeling.
Pamela Yates is een Amerikaanse documentairemaakster. Ze is medeoprichter van Skylight Pictures (samen met Peter Kinoy), een bedrijf dat zich toelegt op het maken van films en digitale mediatools die mensenrechten en het streven naar rechtvaardigheid onder de aandacht brengen via meerjarige voorlichtingscampagnes, bedoeld om maatschappelijke veranderingsprocessen in gang te zetten. Vier door Yates geregisseerde films werden genomineerd voor de Grand Jury Prize tijdens het Sundance Film Festival, en When the Mountains Tremble won in 1984 de Special Jury Award. Haar film State of Fear: The Truth about Terrorism is vertaald in 47 talen en uitgezonden in 154 landen. Ze kreeg een Guggenheim-beurs ter ondersteuning van haar huidige Sundance-inzending, Granito, een documentaire van speelfilmlengte met de stijlkenmerken van zowel een politieke thriller als van memoires. Ook regisseerde ze Granito: Every Memory Matters, een transmediaproject dat gebruik maakt van mobiele applicaties om de collectieve herinnering aan de genocide in Guatemala levend te houden.
te verhuizen, waar hij de masteropleidingen cinematografie en filmregie afrondde. Na de val van het regime van Saddam Hussein in 2003 keerde Mohamed terug naar Irak om zijn eerste speelfilm Ahlaam op te nemen. Ahlaam was te zien op meer dan 125 internationale filmfestivals, ontving 23 prijzen, en was in 2007 de Iraakse inzending voor de Oscars en de Golden Globes. In 2009 nam Mohamed de veelgeprezen speelfilm Son of Babylon op, die werd vertoond tijdens het Sundance Film Festival en het filmfestival van Berlijn. Deze film werd onderscheiden met de Amnesty Film Award en de Peace Prize. In samenhang met Son of Babylon startte Mohamed The IRAQ‘S MISSING CAMPAIGN, een internationale campagne om aandacht te vragen voor de ruim 1.000.000 vermisten in Irak.
46
© Jörgen Caris
© Human Film
Jurylid A Matter of ACT 2011
Afgezien van zijn reguliere werkzaamheden bekleedde hij bestuursfuncties binnen Amnesty International. Hij was achtereenvolgens voorzitter van de Nederlandse sectie, met onder meer als taak toezicht uit te oefenen op internationale financiën, en voorzitter van Amnesty’s Europese vestiging in Brussel. Momenteel is hij vice-voorzitter van de International Council Meeting, Amnesty’s hoogste bestuursorgaan. Ook was hij voorzitter van de Raad van Commissarissen van Aim for Human Rights en als adviseur verbonden aan buitenlandse mensenrechtenorganisaties.
47
COLOFON A Matter of ACT 2011, 10 mensenrechtenhelden in de hoofdrol is een uitgave van Stichting Movies that Matter Postbus 1968 1000 BZ Amsterdam www.moviesthatmatter.nl www.moviesthatmatterfestival.nl Samenstelling Wim Brouwer Eindredactie Valerie Kierkels Auteurs Floris Akkerman, Esther de Jong, Simone Korkus, Gijsbert van Liemt, Minka Nijhuis, Bram Posthumus, Cees Zoon Vertaler Alex Hamelers Filmstills Dreamscanner, Harambee Media Inc., Jägerfilme und Arielfilms GmbH, Just Vision, Kamoli Films, Les Films du Balibari, Mistral Movies, Quisca Productions, Wayside Productions, Yerosha Productions, Inc. Filmstills selectie Daniel van den Ham
Fotografie Jörgen Caris, Amol Gole, Torstein Grude, Human Film, Michael Mann, Paco de Onís/Skylight Pictures, Rankin Fotoselectie Jorn van Eck Bronnen landeninformatie Amnesty International Jaarboek 2010, Ministerie van Buitenlandse Zaken, VN, Wereldbank Omslagontwerp en vormgeving SAZZA Amsterdam Drukwerk Drukkerij Bariet BV, Ruinen
© Stichting Movies that Matter 2011 Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder expliciete toestemming van de uitgever.
© Roy Beusker
INLEIDING Er is een novelle van George Steiner waarin hij een van de personages laat zeggen: “verlang van iemand meer dan hij is, houd voor zijn vermoeide oog een beeld van altruïsme, van mededogen en van zelfverloochening waaraan alleen de heilige of de waanzinnige kan voldoen, en je radbraakt hem. Totdat zijn ziel barst.” Steiner is de grote schrijver over de geschiedenis van vervolging en onderdrukking, die de mensheid op kundige wijze “door een donkere bril” bekijkt. Zijn novelle uit 1981 is veel te complex om als een eenvoudig voorbeeld voor wat dan ook te gebruiken, maar ik vind het citaat als zodanig treffend genoeg. Het beschrijft de dilemma’s waar een mensenrechtenverdediger mee te maken heeft. Steiner, zelf een fervent voorvechter van waarheden en waarden die over landsgrenzen heen gaan, spreekt zich vaak uit over mensenrechten in zijn boeken en gefilmde interviews. Hij zegt dat we mededogen net zozeer nodig hebben als zelfbehoud. We willen opkomen voor rechtvaardigheid, maar het kan niet zo zijn dat dit ideaal ons tot waanzin drijft. Bij het verdedigen van de mensenrechten kunnen we uiteindelijk alleen maar menselijk zijn. A Matter of ACT presenteert deze waarheden met de nodige overtuigingskracht. De films gaan over echte mensen, die in het hier en nu met gevaren en dilemma’s worden geconfronteerd. Na het zien van deze tien films zult u niet het idee hebben dat u hebt zitten kijken naar mensen met barstende zielen. U zult ze juist inspirerend, pragmatisch en stoer vinden. De Nederlandse afdeling van Amnesty International draagt A Matter of ACT een warm hart toe. Wij vinden de combinatie van films en verhalen uitstekend aansluiten bij onze inspanningen om mensenrechtenverdedigers te steunen. Eduard Nazarski Directeur Nederlandse afdeling Amnesty International A Matter of ACT is een initiatief van Amnesty International en wordt gesponsord door de Nationale Postcode Loterij.
Marieke van Schaik, Managing Director van de Nationale Postcode Loterij De Nationale Postcode Loterij is de grootste goede doelen loterij van Nederland. Sinds haar oprichting in 1989 heeft zij ruim 3 miljard euro uitgekeerd aan goede doelen die zich inzetten voor een groene en rechtvaardige wereld. Amnesty International is sinds 1996 een vaste partner van de Postcode Loterij en heeft in totaal 57,8 miljoen euro ontvangen voor haar belangrijke werk. Voor het film- en debatprogramma A Matter of ACT stelt de loterij extra geld ter beschikking. “Mensenrechtenwerk is vaak onzichtbaar voor het grote publiek, terwijl mensenrechten aan de basis staan van de rechtvaardige samenleving die we met elkaar nastreven. Ik ga zelf met extra belangstelling kijken naar de documentaire The Jungle Radio waarin activiste Jamileth Chavarría centraal staat. Jamileth heeft in de binnenlanden van Nicaragua een lokaal radiostation opgezet dat zij gebruikt in de strijd tegen seksueel geweld tegen vrouwen. Dit thema ligt de loterij na aan het hart. Bovendien was ik afgelopen november in Nicaragua en ben ik geïnteresseerd in deze kant van dit land. De persoonlijke verhalen van de genomineerde activisten, die ondanks ontberingen en angst blijven strijden, inspireert ons weer om ons werk zo goed mogelijk te doen. Zo kunnen wij deze dappere mensen via Amnesty International blijven steunen.”