1.1.
Licentiecommissie
1.1.1. Samenstelling 1. De Licentiecommissie omvat twee instanties: de Licentiecommissie in 1 Beroepscommissie Licentie (BCL).
ste
aanleg (LC1)en de
2. De LC1 bestaat uit één (1) persoon, die door de raad van bestuur van de Stichting PromBas voor onbepaalde duur wordt aangesteld met een gewone meerderheid van stemmen. 3. De BCL is samengesteld uit drie (3) personen, die eveneens door de raad van bestuur van de Stichting PromBas voor onbepaalde duur worden aangesteld met een gewone meerderheid van stemmen. De drie (3) leden van de BCL verkiezen in hun midden een voorzitter. De BCL beraadslaagt geldig indien twee (2) van de drie (3) aangestelde leden aanwezig zijn. 1.1.2. Werking 1. De personen die zetelen in de LC1 en de BCL dienen: a. hun taak uit te oefenen in volledige onafhankelijkheid en onpartijdigheid; en b. zich te onthouden van iedere handeling die hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid, zelfs maar schijnbaar, in het gedrang zou kunnen brengen; en c. zich te onthouden van de behandeling van een Licentieaanvraag als er gewettigde twijfel bestaat over hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid; en d. blijk te geven van een gepaste terughoudendheid in de uitoefening van hun taak. 2. De LC1 en de BCL zetelen op een zelf gekozen plaats en zijn bereikbaar via de moderne communicatiemiddelen (fax, GSM, e-mail). 3. In geval van overmacht en/of onmogelijkheid om op te treden, situaties waarover de zetelende personen zelf oordelen zonder verhaalmogelijkheid, zal men zich tijdelijk of voor een bepaald dossier laten vervangen door een plaatsvervanger. 1.1.3. Vrijwaring Een positieve beslissing van de LC1 of de BCL garandeert niet dat de betrokken clubs hun verplichtingen zullen nakomen tijdens het seizoen 2015-2016. Bovendien zijn de beslissingen van de LC1 en de BCL een momentopname, een beoordeling van de naleving van de verplichtingen in het verleden en de na te komen verplichtingen in de toekomst en voornamelijk gebaseerd op de van de clubs zelf bekomen inlichtingen. Bijgevolg kunnen noch de Stichting PromBas noch de LC1 noch de BCL, als geheel of hun individuele leden, verantwoordelijk worden gesteld voor de door hen genomen, hetzij positieve hetzij negatieve beslissing. 1.2.
Licentiereglement
1.2.1. Doelstelling Onderhavig licentiereglement streeft ernaar clubs aan te zetten tot een beheer als een goede huisvader, met volgend dubbel oogmerk: 1. het vlotte verloop van TDM1 vrijwaren, doordat clubs niet in de loop van deze competitie zouden wegvallen; en
2. de eerlijke concurrentie tussen de clubs die deelnemen aan de TDM1 vrijwaren, doordat clubs hun wettelijke verplichtingen niet zouden miskennen en dus met gelijke wapens zouden strijden. 1.2.2. licenties 1. Een licentie verschaft aan de betrokken club het recht op deelname aan de reguliere competitie van de TDM1 tijdens het seizoen 2016-2017 en het recht op deelname aan de playoffs tijdens het seizoen 2016-2017, op voorwaarde dat de betrokken club hiervoor in aanmerking komt op basis van haar sportieve resultaten behaald tijdens het seizoen 2016-2017. Clubs welke met teams in verschillende afdelingen en/of reeksen onder dezelfde rechtspersoon opereren, geldt de procedure welke van toepassing is op het hoogste niveau met exceptie van de specifieke vermeldingen in functie van het niveau waarop het team actief is. 2. Voor de toekenning van vacante plaats(en) aan clubs uit de lagere afdelingen wordt volgende procedure gevolgd: a. De club die uit D3H tijdens het seizoen 2015-2016 het recht op stijgen verwerft, komt in aanmerking voor deelname aan TDM1 tijdens het seizoen 2016-2017, op voorwaarde dat deze club minstens een licentie heeft bekomen voor het seizoen 2016-2017. De licentiecommissie kan, tijdens een overgangsperiode van maximum 3 opeenvolgende seizoenen, mits periodisering van de te maken progressie en opvolging, afwijkingen van de algemene voorwaarden toestaan. b. Indien ook deze club niet wenst te promoveren naar TDM1 of geen licentie bekomt, komt de eerstvolgende gerangschikte club in het eindklassement van de reguliere basketbalcompetitie in de D3H tijdens het seizoen 2015-2016 bij voorrang in aanmerking voor deelname aan TDM1 tijdens het seizoen 2016-2017, op voorwaarde dat deze club minstens een licentie heeft bekomen voor het seizoen 2016-2017. c. Deze procedure herhaalt zich tot op het ogenblik dat één of meerdere clubs, uit de basketbalcompetitie in de D3H of uit een andere afdeling van AWBB of VBL, voldoet aan de sportieve criteria alsook aan de licentievoorwaarden voor deelname aan TDM1 tijdens het seizoen 2016-2017. Voorwaarden tot deelname aan TDM1 1. Elke club waarvan het team tijdens het seizoen 2016-2017 deelneemt aan de reguliere competitie van TDM1, dient tijdens de gehele duur van de reguliere competitie houder te zijn van een licentie. 2. Elke club waarvan het team tijdens het seizoen 2016-2017 deelneemt aan de playoffs van TDM1, dient tijdens de gehele duur van de playoffs houder te zijn van een licentie. 1.2.3. Algemene Voorwaarden Continuïteit Een licentie wordt slechts toegekend op voorwaarde dat de Licentiecommissie van oordeel is dat de continuïteit van de betrokken club naar redelijke verwachtingen verzekerd is tot het einde van het seizoen 2016-2017. In dat opzicht is de Licentiecommissie gerechtigd om van de betrokken club de voorlegging van alle stavingstukken die ter zake dienstig zijn te vorderen.
Rechtspersoonlijkheid 1. De club dient sinds minstens één jaar vóór de datum van indiening van de Licentieaanvraag rechtspersoonlijkheid te bezitten, te bewijzen door overmaking van: a. de vigerende statuten, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad; en b. de lijst van de leden van de raad van bestuur en van het Dagelijks Bestuur, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad; en 2. Door de indiening van haar Licentieaanvraag verklaart de betrokken club officieel dat de door haar meegedeelde stukken krachtens huidig artikel, de meest recente zijn. Bestuurders 1. In de raad van bestuur of het Dagelijks Bestuur van de club mag niemand zetelen die zelf of ste waarvan een verwant in de 1 graad zetelde in de raad van bestuur of het Dagelijks Bestuur van een club die de laatste vijf jaren vóór de datum van indiening van de Licentieaanvraag in vereffening is gegaan. 2. Tijdens de vijf jaren die volgen op de toekenning van de licentie mag in de raad van bestuur of het Dagelijks Bestuur van de club geen enkel lid zetelen dat zelf of waarvan een verwant in de eerste graad beantwoordt aan deze voorwaarde. Statuut van werkgever De club dient op het ogenblik van de indiening van de Licentieaanvraag alsook tijdens de ganse geldigheidsduur van de licentie, werkgever te zijn van de spelers die vermeld staan op de aan de Stichting PromBas mee te delen spelerslijst conform het competitieboek en van de Staff, te bewijzen door overmaking van: 1. een attest afgeleverd door een erkend sociaal secretariaat of een externe partner (bv. accountantskantoor); 2. overeenkomsten met en contactgegevens van het erkend sociaal secretariaat of de externe partner; 3. de contracten afgesloten met door derde clubs ter beschikking gestelde Spelers, conform de wet van 24.07.1987 betreffende het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Betalingen De club dient het bewijs voor te leggen van de betaling: 1. uiterlijk op 31.01.2016 van alle lonen, premies en vergoedingen verschuldigd aan Spelers en Staff tot en met 31.12.2015 door middel van de overmaking van een attest van een erkend sociaal secretariaat of externe partner of van de betrokken Speler of Staff; 2. van de R.S.Z.-bijdragen op de lonen van alle Spelers en Staff door middel van de overmaking van een attest van de administratie, waaruit blijkt dat er geen achterstallen zijn of dat er eventueel afbetalingsplannen werden toegekend. In dit laatste geval dienen de bescheiden te worden voorgelegd waaruit blijkt dat deze afbetalingsplannen stipt worden opgevolgd. Dit attest dient minstens betrekking te hebben op de periode tot en met het derde kwartaal van het jaar 2015 en bij voorkeur eveneens op het vierde kwartaal van het jaar 2015. Is dit niet het geval, dan dient het bewijs van indiening van de aangiftes en de betalingen van de betrokken R.S.Z.-bijdragen
voor het derde kwartaal door de club geleverd aan de hand van de aangiftes en de betalingsbewijzen of door attesten van het sociaal secretariaat. 3. van de bedrijfsvoorheffing op de lonen van alle Spelers en Staff tot en met 31.12.2015, door middel van de overmaking van een attest van de ontvanger van de directe belastingen, waaruit blijkt dat er geen achterstallen zijn of dat er eventueel afbetalingsplannen werden toegekend. In dit laatste geval dienen de bescheiden te worden voorgelegd waaruit blijkt dat deze afbetalingsplannen stipt worden opgevolgd; 4. van de herinvestering in de jeugdopleiding van de club, conform de wettelijke bepalingen ter zake, van veertig procent van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de lonen van 2014 van alle Spelers van zesentwintig jaar of ouder; 5. van de BTW op alle inkomende facturen tot en met 31.12.2015, door middel van overmaking van een attest van de ontvanger van de BTW administratie, waaruit blijkt dat er geen achterstallen zijn of dat er eventueel afbetalingsplannen zijn. In dit laatste geval dienen de bescheiden te worden voorgelegd waaruit blijkt dat deze afbetalingsplannen stipt worden opgevolgd; 6. van de rechtspersonenbelasting; 7. van de schulden van de club aan AWBB of VBL tot en met 31.12.2015. Boekhouding De club dient sinds minstens één jaar vóór de indiening van de Licentieaanvraag zorgvuldig een dubbele boekhouding te voeren, conform de wettelijke bepalingen ter zake. Hiervoor dient de jaarrekening van het boekjaar 2015 te zijn afgesloten en een kopie ervan voor worden gelegd aan de Licentiecommissie. Verzekeringen De club dient een verzekering tegen arbeidsongevallen voor alle Spelers en Staff en voor burgerlijke aansprakelijkheid te hebben afgesloten en betaald en dient hiervan een kopie voor te leggen aan de Licentiecommissie. Arbeidsvergunningen De club dient zich te zich schikken naar de wetten en decreten die betrekking hebben op de arbeidsvergunning van de Spelers en Staff die geen onderdaan zijn van een land van de Europese Economische Ruimte en dient een kopie van de nodige arbeidsvergunningen voor te leggen aan de Licentiecommissie. Verankering De club dient minstens tijdens één seizoen vóór de indiening van de Licentieaanvraag in een door de AWBB of VBL georganiseerde competitie te hebben gespeeld. Wedstrijdaccommodatie 1. De club dient te beschikken over een indoor sportinfrastructuur die beschikt over: a. een basketbalterrein (met parketvloer of synthetische ondergrond en toebehoren) dat beantwoordt aan de reglementaire voorschriften van FIBA, AWBB of VBL. b. een capaciteit van minstens tweehonderdvijftig plaatsen, bij voorkeur zitplaatsen. Bij gebreke dient de club aan te tonen dat er plannen bestaan voor de uitbreiding of nieuwbouw van een indoor sportinfrastructuur binnen een termijn van maximum twee
jaar. Voor een club die promoveert uit een andere afdeling van AWBB of VBL, kan een overbruggingstermijn van maximum twee seizoenen worden toegestaan indien deze club beschikt over een indoor sportinfrastructuur voor het Fanionteam die beschikt over een capaciteit van honderdvijftig plaatsen; c. de mogelijkheid om tot 20% van de zitplaatsen in blok voor te behouden voor de toeschouwers van de tegenstrevers op expliciete vraag van de tegenstrever minimum acht dagen voor de wedstrijd (zowel voor competitiewedstrijden als wedstrijden voor de Beker van België). Dit geldt eveneens voor de wedstrijden tijdens de playoffs, waarbij de termijnen van reservering worden opgenomen in het playoff-reglement; d. een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde lichtsterkte van minstens 400 lux vanaf het de 2 seizoen dat de club in TDM1 aantreedt; e. een elektronisch scorebord en 24”-apperatuur; f. technische apparatuur die voldoet aan de criteria opgelegd door FIBA; g. ruime gescheiden kleedkamers; h. een EHBO lokaal en aanwezigheid van een defibrillator (AED); i. 3 gereserveerde plaatsen voor de geschreven en gesproken pers; j. een attest van brandveiligheid, afgeleverd door de lokale brandweer, dat niet ouder is dan twee jaar.
-
k. een vaste internetaansluiting
1) voor livestats: Ethernet verbinding (geen wifi), min 3Mbit download snelheid, 800 Kbit upload 2) voor livestream : Er moet een vaste internetverbinding beschikbaar zijn naast het terrein met een uploadcapaciteit van 3,5 Mbits/seconde. Deze internetverbinding moet exclusief toegankelijk zijn voor de livestream en mag dus niet door anderen gebruikt worden op het moment van de uitzending. Algemene opmerking: de clubs beschikt over een termijn van 3 jaar, tot en met de aanvraag voor deelname aan de competities in het seizoen ’18-19, d.w.z. dat men vanaf dat seizoen in orde moet zijn en geen verdere afwijkingen meer mogelijk, een opvolging van de progressie door de licentiecommissie is noodzakelijk in de interim-periode. 2. De club dient de eigendomsakte, de huurovereenkomst, de concessieovereenkomst of een attest dat het recht van gebruik toekent betreffende de indoor sportinfrastructuur voor te leggen voor het seizoen 2016-2017. 3. De Raad van Bestuur van de Stichting PromBas kan beslissen om uitzonderingen toe te staan op voormelde vereisten betreffende de wedstrijdaccommodatie. Afbetalingsplan 1. Indien een club niet voldoet aan de verplichtingen ten opzichte van RSZ, BTW, RPB of BV mag de Licentiecommissie tóch een licentie toekennen indien de betrokken club zich kan beroepen op en het bewijs voorlegt van een afbetalingsplan met betrekking tot voornoemde Institutionele Schulden.
2. De haalbaarheid van dit afbetalingsplan, de gebeurlijke naleving ervan en het akkoord van de schuldeisers ermee dient op voldoende wijze te worden aangetoond door middel van de overmaking van stavingstukken die ter zake dienstig zijn zodat de Licentiecommissie de gegrondheid ervan kan beoordelen. 3. Door deze beoordeling neemt de Licentiecommissie geen enkele verantwoordelijkheid op voor het opstellen of naleven van dit afbetalingsplan. De betrokken club blijft uitsluitend verantwoordelijk. 4. De Licentiecommissie kan de toekenning van de licentie koppelen aan één of meerdere van volgende maatregelen: a. het opstellen van een globaal herstelplan; b. het leveren van het periodieke bewijs, op de tijdstippen bepaald door de Licentiecommissie, dat de afbetalingstermijnen werden nageleefd. Herstelplan 1. Indien een club voldoet aan de verplichtingen ten opzichte van RSZ, BTW, RPB of BV maar Private Schulden heeft, mag de Licentiecommissie tóch een licentie toekennen indien de betrokken club zich kan beroepen op en het bewijs voorlegt van een globaal herstelplan, welk het volgende omvat; a. een staat van activa en passiva van de betrokken club, niet ouder dan twee weken vóór het indienen van de Licentieaanvraag; b. een prognose van de ontvangsten en uitgaven voor het seizoen 2016-2017; c. een prognose van de activa en passiva aan het einde van het seizoen 2016-2017; d. een voorstel tot vermindering van de openstaande schulden. 2. De haalbaarheid van dit herstelplan, de gebeurlijke naleving ervan en het akkoord van de schuldeisers ermee dient op voldoende wijze te worden aangetoond door middel van de overmaking van stavingstukken die ter zake dienstig zijn zodat de Licentiecommissie de gegrondheid ervan kan beoordelen. 3. Door deze beoordeling neemt de Licentiecommissie geen enkele verantwoordelijkheid op voor het opstellen of naleven van dit herstelplan. De betrokken club blijft hiervoor uitsluitend verantwoordelijk. 1.2.4. Specifieke voorwaarden Algemeen 1. Zonder afbreuk te doen aan de algemene voorwaarden, dient de club ook aan volgende specifieke voorwaarden te voldoen. 2. Met betrekking tot de Spelers geldt het volgende: a. indien de Speler een arbeidsovereenkomst heeft met de betrokken club, dient
hiervan een door de Speler en de club ondertekende verklaring te worden afgelegd;
b. indien de Speler geen arbeidsovereenkomst heeft met de betrokken club, dient ofwel - het contract op basis waarvan hij ter beschikking van de betrokken club wordt gesteld evenals de goedkeuring van het Paritair Comité voor de Sport te worden afgeleverd. De club die de Speler uitleent, dient eveneens een verklaring af te leveren waaruit blijkt dat de Speler een arbeidsovereenkomst heeft met deze club;
-
-een door de speler en twee personen daartoe gerechtigd volgens AWBBPA-77 of VBL-AD 63 ondertekende verklaring dat er geen arbeidsovereenkomst is tussen club en speler o
indien de speler een overeenkomst heeft als vrijwilliger, een exemplaar van het ondertekend contract, het bewijs dat de informatieplicht, zoals bedoeld in de wet van 2005, werd nageleefd, alsook een ondertekende ontvangstverklaring voor wat betreft de ontvangen vrijwilligersvergoeding; o indien de speler een overeenkomst heeft als student, een exemplaar van het ondertekend contract, en het bewijs dat de betrokken speler effectief student is. c. voor elke Speler dient een attest van de aansluiting bij een erkende mutualiteit, van de arbeidsvergunning en van de verblijfsvergunning te worden overgemaakt, in zoverre wettelijk vereist. Voor een licentie 1. voor alle spelers boven 23 jaar moet er verduidelijkt worden welke overeenkomst ze hebben met de club. Dit moet door door beide partijen schriftelijk worden bevestigd. 2. minimum één persoon die deel uitmaakt van de sportieve staff met een deeltijds of voltijds statuut van betaalde sportbeoefenaar in dienst hebben of een zelfstandige overeenkomst op datum van indiening van de Licentieaanvraag; 1.2.5. Procedure voor het indienen van de Licentieaanvraag Algemeen 1. Elke club waarvan het Fanionteam tijdens het seizoen 2016-2017 wenst deel te nemen aan TDM1, dient een Licentieaanvraag in te dienen. 2. De indiening van een Licentieaanvraag impliceert de integrale aanvaarding van onderhavig licentiereglement. Termijn 1. De Licentieaanvraag voor het seizoen 2016-2017 dient ten laatste op 01.03.2016 te worden ingediend. 2. Ingeval van laattijdige indiening van de Licentieaanvraag (de datum van poststempel is rechtsgeldig), zonder dat de vertraging meer dan tien kalenderdagen bedraagt, wordt een boete van honderdvijfentwintig Euro toegepast. 3. Ingeval de vertraging meer dan tien kalenderdagen bedraagt, is de Licentieaanvraag onontvankelijk. 4. De termijnen in onderhavig licentiereglement worden berekend van middernacht tot middernacht.
5. Ingeval een club die deelneemt aan TDM1 tijdens het seizoen 2015-2016 geen Licentieaanvraag of een onontvankelijke Licentieaanvraag indient voor het seizoen 2016-2017, wordt de betrokken club van rechtswege ter beschikking gesteld van AWBB of VBL. Vorm De Licentieaanvraag, ondertekend door twee leden van de raad van bestuur van de betrokken club, dient op straffe van verval per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te worden gericht aan volgend adres: vzw Stichting PromBas t.a.v. de Raad van Bestuur Paul-Henri Spaaklaan 27 bus 17 1060 Brussel Bijlagen 1. Bij de Licentieaanvraag dient te worden gevoegd: a. het bewijs dat een voorschot van X,X Euro exclusief BTW werd gestort op rekening xxxxxxxxxxx-xx van de Stichting PromBas; b. alle nodige bewijsstukken waaruit de naleving van de voorwaarden van onderhavig licentiereglement blijkt; c. bevestiging van: i. de verbintenis tot naleving van de bepalingen en de voorwaarden van de licentieprocedure; ii. de volledigheid en juistheid van alle aan de Licentiecommissie overgemaakte documenten; iii. de toestemming om de Licentieaanvraag te onderzoeken en alle informatie op te zoeken in verband met de Licentieaanvraag, conform de Belgische wetgeving. 2. Een tijdige doch onvolledige of, a fortiori, blanco Licentieaanvraag wordt gelijkgesteld met een laattijdige Licentieaanvraag. Bijgevolg wordt een boete van honderd vijfentwintig Euro (125 €) toegepast, zonder dat de onvolledigheid meer dan tien kalenderdagen bedraagt. 1.2.6. Behandeling van de Licentieaanvraag Voorafgaand onderzoek 1. Wanneer een club een Licentieaanvraag indient, zal deze aanvraag binnen een termijn van vijf werkdagen na de ontvangst aan het door de Raad van Bestuur van de Stichting PromBas aangestelde onafhankelijke organisme of de door haar aangestelde bedrijfsrevisor. 2. Dit onafhankelijk organisme of deze bedrijfsrevisor onderzoekt de Licentieaanvraag binnen een termijn van dertig dagen en stelt hieromtrent een verslag op. 3. Uiterlijk op 01.04.2016 wordt de aanvraag samen met het verslag overgemaakt aan de LC1. In eerste aanleg door de LC1 1. In eerste aanleg wordt de Licentieaanvraag behandeld door de LC1.
2. De data van de zittingen worden vastgesteld door de LC1 via de Raad van Bestuur van de Stichting PromBas. De zittingen van de LC1 zijn openbaar, tenzij de betrokken club de behandeling met gesloten deuren vraagt. 3. De LC1 kan soeverein, zonder mogelijkheid van verhaal, beslissen om: a. op voorwaarde dat zij de gegevens van het licentiedossier als voldoende beschouwt, louter op basis van het licentiedossier te oordelen, zonder de betrokken club te horen; b. de betrokken club uit te nodigen op de zitting waarop de zaak wordt behandeld om bijkomende inlichtingen te verstrekken. De uitgenodigde club is verplicht te verschijnen en dient vertegenwoordigd te worden door twee leden van de raad van bestuur. Deze personen kunnen zich laten bijstaan door de raadsman(lieden) van de club. Geeft de betrokken club verstek, dan spreekt de LC1 zich uit louter op basis van de stukken en wordt de beslissing beschouwd als zijnde op tegenspraak gewezen; c. de betrokken club te bevelen aanvullende stukken voor te leggen; d. de betrokken club schriftelijk supplementaire vragen naar inlichtingen en verduidelijkingen te stellen en een termijn op te leggen om deze te beantwoorden; e. zich te laten adviseren door een afgevaardigde van het onafhankelijk organisme of door de bedrijfsrevisor die het verslag opstelde. Daarenboven kan de LC1 zich te allen tijde laten bijstaan door externe raadgevers. De kosten van het onafhankelijk organisme of van de bedrijfsrevisor, evenals de andere kosten, worden verdeeld over het totaal aantal clubs die een Licentieaanvraag indienen, tenzij één of meerdere aanvrager(s) meer kosten veroorzaakt (veroorzaken) dan de andere clubs. In dit geval zullen deze aanvrager(s) de verhoogde kosten ten laste worden gelegd. De uitspraak over de kosten, met inbegrip van de kosten van de procedure gevoerd door de LC1, wordt mee opgenomen in de beslissing over de aanvraag. 4. De LC1 zal een definitieve beslissing nemen ten laatste op 15.04.2016. Indien de LC1 op die datum geen beslissing heeft genomen, wordt de licentie toegekend. De uitspraak gebeurt steeds in openbare zitting. De beslissingen van de LC1 dienen gemotiveerd te zijn en worden betekend door het verzenden van een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, door verzending van een fax of door verzending van een e-mail aan de secretaris van de betrokken club ten laatste op 15.04.2016. 5. Deze termijn is echter niet van toepassing wanneer bijkomende stukken en/of informatie werden gevraagd door de LC1 en/of het materieel onmogelijk is een beslissing te nemen vóór 16.04.2016. In dit geval dient de betrokken club per aangetekend schrijven, per fax of per e-mail te worden verwittigd dat de beslissing wordt uitgesteld. De LC1 beslist hierover autonoom, zonder mogelijkheid van verhaal. 6. De beslissing dient in ieder geval wel zo snel mogelijk te worden genomen, rekening houdend met alle voorhanden zijnde elementen, zoals de situatie van de betrokken club, de samenstelling van de kalender van TDM1 en de noodzaak om contracten af te sluiten voor het seizoen 20162017. 7. Tegen de beslissingen van de LC1 is geen derdenverzet mogelijk.
In hoger beroep door de BCL 1. Tegen de beslissing van de LC1 kan door de betrokken club, op straffe van verval, binnen de vijf werkdagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven, de fax of de e-mail betreffende de beslissing schriftelijk hoger beroep worden aangetekend. 2. Het verzoek tot hoger beroep, ondertekend door twee leden van de raad van bestuur van de betrokken club, dient op straffe van verval per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te worden gericht aan bovenvermeld adres. 3. Bij het verzoek tot hoger beroep dient het bewijs dat een som van X,X € exclusief BTW werd gestort op rekening xxx-xxxxxxx-xx van de Stichting PromBas, te worden gevoegd. 4. Wanneer een club een verzoek tot hoger beroep indient, zal dit verzoek binnen een termijn van drie werkdagen na de ontvangst door de Raad van Bestuur van de Stichting PromBas worden overgemaakt aan de BCL. 5. De data van de zittingen worden vastgesteld door de BCL via de Raad van Bestuur van de Stichting PromBas. De zittingen van de BCL zijn openbaar, tenzij de betrokken club de behandeling met gesloten deuren vraagt. 6. De BCL kan soeverein, zonder mogelijkheid van verhaal, beslissen om: a. op voorwaarde dat zij de gegevens van het licentiedossier als voldoende beschouwt, louter op basis van het licentiedossier te oordelen, zonder de betrokken club te horen; b. de betrokken club uit te nodigen op de zitting waarop de zaak wordt behandeld om bijkomende inlichtingen te verstrekken. De uitgenodigde club is verplicht te verschijnen en dient vertegenwoordigd te worden door twee leden van de raad van bestuur. Deze personen kunnen zich laten bijstaan door de raadsman(lieden) van de club. Geeft de betrokken club verstek, dan spreekt de BCL zich uit louter op basis van de stukken en wordt de beslissing beschouwd als zijnde op tegenspraak gewezen; c. de betrokken club te bevelen aanvullende stukken voor te leggen; d. de betrokken club schriftelijk supplementaire vragen naar inlichtingen en verduidelijkingen te stellen en een termijn op te leggen om deze te beantwoorden; e. zich te laten adviseren door een afgevaardigde van het onafhankelijk organisme of door de bedrijfsrevisor die het verslag opstelde. Daarenboven kan de BCL zich te allen tijde laten bijstaan door externe raadgevers. De kosten van het onafhankelijk organisme of van de bedrijfsrevisor, evenals de andere kosten, worden gedragen door de club in beroep indien het beroep wordt afgewezen of door de Stichting PromBas indien het beroep wordt toegekend. De uitspraak over de kosten, met inbegrip van de kosten van de procedure gevoerd door de BCL, wordt mee opgenomen in de beslissing over de aanvraag. 7. De BCL zal een definitieve beslissing nemen ten laatste op 15.05.2016. Indien de BCL op die datum geen beslissing heeft genomen, wordt de licentie toegekend. De uitspraak gebeurt steeds in openbare zitting. De beslissingen van de BCL dienen gemotiveerd te zijn en worden betekend door het verzenden van een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, door verzending van een fax of door verzending van een e-mail aan de secretaris van de betrokken club ten laatste op 15.05.2016.
8. Deze termijn is echter niet van toepassing wanneer bijkomende stukken en/of informatie werden gevraagd door de BCL en/of het materieel niet mogelijk is een beslissing te nemen vóór 16.05.2016. In dit geval dient de betrokken club per aangetekend schrijven, per fax of per e-mail te worden verwittigd dat de beslissing wordt uitgesteld. De BCL beslist hierover autonoom, zonder mogelijkheid van verhaal. 9. De beslissing dient in ieder geval wel zo snel mogelijk te worden genomen, rekening houdend met alle voorhanden zijnde elementen, zoals de situatie van de betrokken club, de samenstelling van de kalender van TDM1 en de noodzaak om contracten af te sluiten voor het seizoen 20162017. 10. Tegen de beslissingen van de BCL is geen derdenverzet mogelijk. In cassatie door het BAS 1. Tegen de beslissing van de BCL kan door de betrokken club, op straffe van verval, binnen de vijf werkdagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven, de fax of de e-mail betreffende de beslissing schriftelijk cassatieberoep worden aangetekend. 2. Het verzoek tot cassatieberoep, ondertekend door twee leden van de raad van bestuur van de betrokken club, dient op straffe van verval per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te worden gericht aan bovenvermeld adres. 3. Wanneer een club een verzoek tot cassatieberoep indient, zal dit verzoek binnen een termijn van drie werkdagen na de ontvangst worden overgemaakt aan het BAS, dat zetelt als cassatie– instantie. In zulk geval verbinden de club en de Stichting PromBas er zich toe om de nodige arbitrageovereenkomst te ondertekenen en de vereiste voorschotten op de arbitragekosten te betalen, en dit uiterlijk binnen de tien dagen volgend op de datum van het aantekenen van cassatieberoep, op straffe van niet ontvankelijkheid van het cassatieberoep. 4. Het BAS kan bij de behandeling van het dossier enkel rekening houden met de stukken die neergelegd zijn tijdens de procedure voor de LC1 en de BCL. Er kunnen geen bijkomende betalingsbewijzen worden neergelegd. Verder mogen door de betrokken club na de beslissing van de BCL geen acties meer worden ondernomen om alsnog de in onderhavig licentiereglement gestelde voorwaarden te vervullen. Het BAS kan aldus in het cassatieberoep niet oordelen over de grond van de zaak, doch enkel over de al dan niet naleving door de BCL van onderhavig licentiereglement. 5. Het BAS zal een definitieve beslissing nemen ten laatste op 15.06.2016. Deze termijn is echter niet van toepassing wanneer bijkomende stukken en/of informatie werden gevraagd door het BAS en/of het materieel niet mogelijk is een beslissing te nemen vóór 16.06.2016. In dit geval dient de betrokken club per aangetekend schrijven, per fax of per e-mail te worden verwittigd dat de beslissing wordt uitgesteld. Het BAS beslist hierover autonoom, zonder mogelijkheid van verhaal. 1.2.7. Toezicht Opvolging door de LC1 en de BCL 1. Zowel de LC1 als de BCL hebben te allen tijde een recht van opvolging betreffende de naleving van de licentievoorwaarden, inclusief een eventueel afbetalings- of herstelplan.
De LC1 kan in haar beslissing opleggen, zonder dat de volgende opsomming als limitatief kan worden beschouwd, dat de betrokken club ertoe gehouden zal zijn op een welbepaalde datum of op diverse data: a. aan te tonen dat zij haar verplichtingen voor het seizoen 2015-2016 is nagekomen; b. aan te tonen dat de prognoses, in de meest ruime zin, die de club aan de Licentiecommissie heeft voorgelegd met het oog op het bekomen van een licentie voor het seizoen 2016-2017, ook effectief werden gehaald, en dit met inbegrip van -onder meer- de sponsorverplichtingen, de vooropgestelde abonnementen en de spelerscontracten. c. de bewijzen voor te leggen van de betaling van de Institutionele Schulden, van de lonen, premies en vergoedingen van Spelers en Staff en van de naleving van eventuele afbetalings-of herstelplannen. Indien de betrokken club deze verplichtingen niet of niet in voldoende mate nakomt dan wel indien de LC1 dit noodzakelijk acht, kan de LC1 de voorwaarden opleggen voorzien in onderhavig licentiereglement. Door deze beoordeling neemt de Licentiecommissie geen enkele verantwoordelijkheid op voor de door de betrokken club neergelegde stukken of verschafte uitleg, noch voor de door haar genomen beslissingen. 2. Klachten over de niet-naleving van de licentievoorwaarden kunnen per aangetekend schrijven worden overgemaakt aan de Stichting PromBas. 3. Op vraag van de Stichting PromBas kan het onafhankelijk organisme of de bedrijfsrevisor een bijkomend onderzoek uitvoeren voor het eind van de maanden mei en augustus 2016 (nazicht ste de 1 en 2 kwartaal). De bewijzen van betaling van de Institutionele Rekeningen en van de lonen, premies en vergoedingen van de Spelers en de Staf dienen te worden voorgelegd, evenals, in voorkomend geval, de bewijzen van naleving van afbetalings- of herstelplan voor Private Schulden. 4. De betrokken club dient zich te onderwerpen aan elke controle, met alle door de Licentiecommissie nuttig geachte middelen, op de strikte toepassing van de toekennings- en behoudsvoorwaarden van de licentie.