p/a C.G.G. PassAnt v.z.w. Beertsestraat 21, B - 1500 Halle Tel. 02 361 21 28 Fax 02 361 77 17
[email protected] www.werkgroepverder.be
jaarplan 2012
1
Resultaatsgebieden
RESULTAATSGEBIED 1: Het aanbod van informatie, documentatie en advies
1.1. ACTIVITEITEN
1.1.1.
Het op vraag geven van informatie en vormingen aan hulpverleners over de preventie van zelfdoding Werkgroep Verder zal in 2012 vormingen en deskundigheidsbevordering aan intermediairen (huisartsen, algemene en psychiatrische ziekenhuizen, politionele diensten, caw, bedrijven,…) inzake postventie verzorgen. We doen dit vraaggestuurd en vaak in samenwerking met het Centrum ter Preventie van Zelfdoding en de Suïcidepreventiewerking van de CGG. Daarnaast zullen we mails en vragen van nabestaanden, doorverwijzers e.a. betrokken (vaak via mail) om informatie beantwoorden. We fungeren hierbij als “help-desk”, die ook op korte termijn, nl. uiterlijk binnen de 48u een antwoord voorziet.
1.1.2.
Het ontwikkelen, onderhouden en uitdragen van deskundigheid op vlak van zorg voor nabestaanden en mediarichtlijnen na zelfdoding Werkgroep Verder is verantwoordelijk voor de realisatie, opvolging en implementatie van de media-richtlijnen inzake zelfdoding. Er is een folder en affiche “Als journalist kan je levens redden” i.s.m. de Vlaamse Vereniging voor Journalisten en de Deontologische Raad voor de Journalistiek. In 2012 wordt de folder “Als journalist kan je levens redden” opnieuw onder de aandacht gebracht van de journalisten via een mailing én via het Tijdschrift De Journalist. Daarnaast zullen we doorheen de vele contacten met journalisten in het kader van duiding bij de actualiteit, de media-richtlijnen aanhalen en indien nodig voorstellen. Werkgroep Verder zetelt ook in 2012 in de taskforce “Media” van de International Association for Suicide Prevention (IASP) om op die manier ook Internationale evoluties te kunnen volgen en uiteraard zelf ook een bijdrage te leveren aan deze thematiek.
2
1.1.3.
Het op vraag van de Vlaamse Overheid deelnemen aan werkgroepen en vergaderingen Werkgroep Verder zal in 2012 op vraag van de Vlaamse Overheid deelnemen aan diverse overlegmomenten waar we een zinvolle bijdrage kunnen leveren en onze expertise inbrengen. Waarschijnlijk zal dit o.a. zijn in de Vlaamse Werkgroep Suïcidepreventie én in het natraject van de Gezondheidsconferentie Suïcidepreventie 2011.
1.1.4.
Het op eigen initiatief of op vraag informeren en adviseren over zorg voor nabestaanden en mediarichtlijnen na zelfdoding. Wanneer er in 2012 nieuwe evoluties, vragen e.a. zich aandienen binnen de postventiewereld en media zullen we uiteraard steeds deze informatie aanbrengen, voorleggen en bespreken. Uiteraard zijn we ook graag bereid om bijvoorbeeld mee te helpen en een input te geven bij het beantwoorden van parlementaire vragen inzake deze thema’s.
1.2. EVALUATIECRITERIA
1.2.1.
De wetenschappelijke onderbouwing van informatie, documentatie en advies -
Via het lidmaatschap van IASP in 2012 krijgen we tweemaandelijks het vakblad “Crisis”.
-
Via de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek kunnen we alle relevante en recente literatuur inzake postventie opvragen (vaak beschikbaar nog voor publicatie). Beide resulteren in een geüpdatet (versie 2012) bibliografie en referentielijst.
-
1.2.2.
In 2012 neemt één medewerker deel aan het Europese Congres Suïcidepreventie (IASP) congres.
De praktijkrelevantie van het aanbod van informatie, documentatie en advies Werkgroep Verder zal in 2012 een lijst bezorgen aan de Vlaamse Overheid met topics uit de postventiewereld die relevant en haalbaar zijn om ook daadwerkelijk in de praktijk om te zetten.
1.2.3.
De mate waarin informatie, documentatie en advies actueel is en tijdig gebeurt Werkgroep Verder beschikt over allerlei kanalen om informatie erg snel (en dus ook met actuele informatie te kunnen consulteren (snelle en vlotte beschikbaarheid van wetenschappelijke artikels, bijwonen van congressen, consulteren van andere postventie experts wereldwijd).
3
Vragen naar informatie worden uiterlijk binnen de 48 uur beantwoord, indien nodig en ook mogelijk sneller.
1.2.4.
De mate waarin de inbreng in de Vlaamse Werkgroepen en vergaderingen wetenschappelijk is onderbouwd, beleidsrelevant en resultaatsgericht is. De medewerkers van Werkgroep Verder bezitten een geïntegreerde kennis van enerzijds de vakliteratuur en anderzijds de praktijkrelevantie, haalbaarheid en kader (Vlaams Actieplan Suïcidepreventie). Naast uiteraard een volledig overzicht van wat er aan postventie activiteiten voorhanden is. Doorheen al onze activiteiten staat een kwaliteitsvolle werking voorop, in die context is het meten (meten = weten) en evalueren cruciaal. Met dit in het achterhoofd kunnen we dan ook aannemen dat de inbreng van onze medewerkers wetenschappelijk onderbouwd, beleidsrelevant en resultaatsgericht is. De medewerkers zullen zich verder ontplooien door het volgen van studiedagen rond preventie en postventie van suïcide.
1.2.5.
De mate van samenwerking met relevante partners bij het aanbod van informatie, documentatie en advies Alle partners betrokken bij postventie in Vlaanderen maken deel uit van het Werkgroep Verder – overleg, dit is dan ook het forum om informatie te verzamelen en verspreiden. Dit overleg komt ook in 2012 minstens 6 x jaar samen. Dit wordt geconcretiseerd in een vast agendapunt op het overleg. Daarnaast is er in 2012 een (werk)bezoek aan de infotheek van de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek én de bibliotheek van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding.
4
RESULTAATSGEBIED 2: De ontwikkeling van methodieken en materialen op vlak van de zorg voor nabestaanden na zelfdoding met het inbegrip en het bewaken van communicatie over zelfdoding in de media
2.1. ACTIVITEITEN
2.1.1.
Het ontwikkelen en onderhouden van methodieken en materialen op vlak van zorg voor nabestaanden na zelfdoding. Werkgroep Verder zal in 2012 onderstaande methodieken en materialen verder ontwikkelen, onderhouden en verspreiden (onder andere aanpassen aan het nieuwe logo) -een infofolder met diverse bladwijzers (o.a. voor uitvaartondernemers, spoorwegpolitie, gespreksgroepen). -een brochure (o.a. ter sensibilisering en ondersteuning van nabestaanden) met het Charter “de rechten van de nabestaanden na zelfdoding”. -een boekenreeks voor kinderen & jongeren: -100 % Lena -Weg Van Mij -Om alles wat er niet meer is -De visjes van Océane -de nieuwe interactieve website (www.werkgroepverder.be ) die we in 2011 lanceren zal in 2012 verder uitgewerkt en gefinaliseerd worden. -de brochure “rouwen (na zelfdoding) op de werkvloer. Daarnaast is er een vormingspakket, interactieve powerpointpresentatie die in 2012 (zoals elk jaar trouwens) zal herzien en geüpdatet worden. In deze worden volgende thema’s behandeld: -rouwen na zelfdoding -de werknemer als nabestaande -de hulpverlener als nabestaande -media-richtlijnen (zie ook verder)
5
2.1.2.
Het ontwikkelen, onderhouden van methodieken en materialen op vlak van het bewaken van communicatie over zelfdoding in de media. In 2012 worden onderstaande specifieke methodieken m.b.t. de communicatie over zelfdoding in de media verspreid en indien nodig bijgewerkt: -Specifiek voor de media is er een aparte folder en affiche “als journalist kan je levens redden”. Deze zal in 2012 digitaal worden bijgewerkt (indien nodig). -Er een aparte deelsite voor journalisten met meer achtergrondinformatie over het nut en belang van deze media-richtlijnen, deze zal in 2012 verder geactualiseerd worden (zie hoger – hangt samen met de realisatie van een nieuwe website in 2011-2012). -Er wordt in 2012 een afspraak gemaakt (of geprobeerd) met alle redacties/hoofdredacteurs van audiovisuele media in Vlaanderen om de media-richtlijnen toe te lichten en te motiveren. -Er is een perslijst met nabestaanden die bereid zijn de media te woord te staan. Deze perslijst wordt aangevuld en de gegevens worden geactualiseerd. -Er wordt tijdens de 11de Dag van de Nabestaanden een media-onderscheiding uitgereikt voor de beste, meest preventief verantwoorde berichtgeving inzake zelfdoding. De laureaat wordt gekozen door een jury die bestaat uit een ervaringsdeskundige (juryvoorzitter), suïcidepreventie-expert en journalist. -Er is een geactualiseerd vormingspakket, interactieve powerpointpresentatie. -Er is een actief vormingsaanbod naar hogescholen en universiteiten toe die een opleiding journalistiek in het curriculum hebben. In 2012 zullen we dit aanbod nog meer bekend maken bij scholen.
2.2. EVALUATIECRITERIA
2.2.1.
De wetenschappelijke onderbouwing van methodieken en materialen Alle hogervernoemde methodieken worden getoetst aan de vakliteratuur, bij experts en ervaringsdeskundigen en ook besproken op het Werkgroep Verder –overleg. Jammer genoeg is er wereldwijd nog steeds erg weinig onderzoek rond postventie-initiatieven, dus zijn we vaak genoodzaakt beroep te doen op “consensus”, good en best practices als richtlijn en onderbouwing. Uiteraard wensen we ook in 2012 graag zelf mee te werken aan de wetenschappelijke onderbouwing van methodieken die we gebruiken of zelf ontwikkelen (bvb. onderzoek i.s.m. Trimbos rond het online forum dat in juni 2012 afloopt).
6
2.2.2.
De mate waarin evaluatie van ontwikkelde methodieken en materialen voorzien wordt Bij elk van onze hogergenoemde activiteiten wordt er aandacht besteed aan evaluatie en kwaliteitscontrole. Vaak is dit een kwalitatieve vraag (tevredenheidsmeting), soms ook gekwantificeerd (bvb. hoeveel boeken, folders e.a. zijn er jaarlijks verspreid, hoeveel mensen zijn er gevormd, waarvoor/over en wat is het effect hiervan).
2.2.3.
De mate waarin ontwikkelde methodieken en materialen geactualiseerd worden De ontwikkelde materialen worden in 2012 nagekeken en indien nodig geactualiseerd. Dit geldt met name voor het vormingsmateriaal en powerpointpresentaties (aanpassing aan het nieuwe logo en de nieuwe cijfers). Ook de folder mbt de media-richtlijnen en de bladwijzers zijn meer dynamisch dan bvb. de infofolder die vrij statische informatie bevat. Dit ook om de kostprijs voor herwerking en druk te beperken.
2.2.4.
De mate van samenwerking met relevante partners bij de ontwikkeling van methodieken en materialen. Alle methodieken en materialen worden in 2012 getoetst, procesgewijs opgevolgd en ook geëvalueerd door het Werkgroep Verder–overleg (zie hoger), dus met alle relevante partners en soms door een ad hoc werkgroep. Bij de opvolging en implementatie van de media-richtlijnen doen we dit ook samen met de Vlaamse Vereniging van Journalisten (Pol Deltour), de Deontologische Raad voor de Journalistiek (Filip Voets) en een aantal sympathiserende journalisten (Sara Van Boxstael, Wim De Vilder,…) De locoregionale projecten zorgen, naast Werkgroep Verder, ook voor het vormingsaanbod bij hogescholen, universiteiten of via een zelf georganiseerde vormingsnamiddag voor journalisten.
7
RESULTAATSGEBIED 3: a. de zorg voor nabestaanden na zelfdoding b. het zorgen voor, bewaken en opvolgen van de media-richtlijnen
3.1. ACTIVITEITEN
3.1.1.
Het organiseren en ondersteunen, verspreid over Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van gespreksgroepen voor nabestaanden na zelfdoding. In 2012 verwachten we dat ook volgende gespreksgroepen op de kaart zullen staan:
In 2012 willen we proberen extra gespreksgroepen in Oost-Vlaanderen en Limburg op te richten. De groepen zijn namelijk overbevraagd en kunnen de vraag niet meer aan. Zowel in Limburg als West-Vlaanderen werden de gespreksgroepen ontdubbeld wegens grote vraag. De oprichting van nieuwe gespreksgroepen willen we in samenwerking met een CGG verwezenlijken. Hiervoor zullen de nodige contacten gelegd worden en afspraken gemaakt worden.
8
3.1.2.
Het inhoudelijk en logistiek ondersteunen van gespreksgroepen.
Kwaliteitsvolle bekendmaking van de gespreksgroepen We hebben gekozen voor de ontwikkeling van een geïndividualiseerde bladwijzer per gespreksgroep. Daarbij werd een evenwichtige combinatie van het eenvormigheids- en het eigenheidsprincipe van gespreksgroepen nagestreefd; de concrete geïndividualiseerde inhoudelijke uitwerking per gespreksgroep wordt gecombineerd met een eenvormige basislay-out voor alle gespreksgroepsflyers. Deze bladwijzer wordt in 2012, in onderling overleg met de gespreksgroepbegeleiders, geactualiseerd en gedrukt. Op deze manier kunnen de begeleiders de informatie aanpassen, bijsturen en updaten waar nodig. Bij gespreksgroepen die op basis van de werking van 2011 het kwaliteitslabel van Werkgroep Verder behaalden, zal het kwaliteitslabellogo een prominente plaats op de flyer toebedeeld krijgen. Verspreiding van de flyer –met en in de bestaande infofolder van Werkgroep Verder- blijft ook in 2012 in handen van de gespreksgroepbegeleiders, respectievelijk de hen ondersteunende personen. Daarnaast worden de folders van alle gespreksgroepen telkens ter beschikking gesteld aan de infostand van Werkgroep Verder, zowel bij door de Werkgroep georganiseerde momenten (bv. de Dag van de Nabestaanden) als ter gelegenheid van door derden georganiseerde evenementen. Ook via de site van Werkgroep Verder (Webwinkel) kunnen deze folders met bladwijzer besteld worden. Verdere verspreiding van deze geïndividualiseerde folders zien we graag ook in 2012 opgenomen worden binnen de provincies door de partners binnen het locoregionaal actieplan suïcidepreventie. Het aanbieden van inhoudelijke ondersteuning In functie van de ervaren behoeften (bevraging via mail of tijdens de intervisie begin 2012) van de gespreksgroepbegeleiders wordt er in het najaar van 2012 een vorming aangeboden. Deze vorming kan enerzijds inhoudelijk zijn en gelinkt aan postventie thema’s, rouwen na zelfdoding,… anderzijds gericht op het werken met een (lotgenoten)groep. In het voorjaar van 2012 wordt een intervisie moment georganiseerd waar de begeleiders van de gespreksgroepen hun ervaringen, moeilijkheden kunnen delen en nieuwe methoden, ontwikkelingen uitgewisseld worden.
3.1.3.
Het ontwikkelen en ondersteunen van een informatieve website voor nabestaanden van zelfdoding. Er zal tegen 2012 een gloednieuwe website gelanceerd zijn. We zullen deze in de loop van 2012 verder bekijken, evalueren en waar nodig bijsturen.
9
We werken hiervoor samen met onze free-lance ICT-medewerker Jan De Coster.
3.1.4.
Het aanbieden van interactieve ondersteuning aan en door lotgenoten via de website. Interactief forum voor nabestaanden Ook in 2012 zal het Forum een belangrijke peiler van onze werking zijn en gemodereerd worden door 2 professionele hulpverleners (psychologen) gespecialiseerd in zelfdodingpreventie en rouwverwerking, i.s.m. met de webmaster/forumbeheerder voor de technische kant van het forum. Daarnaast verwachten we in 2012 de resultaten van het onderzoek dat loopt i.s.m. het Trimbos-instituut. Deze vormen een belangrijke bron van evaluatie en eventueel van bijsturing aan ons Forum.
On-line gespreksgroep. De online-gespreksgroep zal in 2012 6 x doorgaan (tweemaandelijks), data zijn verder te bepalen. De deelnemers worden gevraagd (via mail / via een e-formulier) om hun bevindingen en evaluatie van de online gespreksgroep en sessie(s) te laten weten. We brengen hierover verslag uit op de werkgroep en aan de Overheid.
3.1.5.
Het stimuleren van ontmoetingsmomenten voor nabestaanden van zelfdoding. Dag van de Nabestaanden Op 24 november 2012 organiseren we de 11de Dag van de Nabestaanden, conferentie & ontmoetingsdag voor nabestaanden na zelfdoding, hulpverleners en politie. Er zal zoals de voorbije jaren ook bijzondere aandacht zijn voor kinderen –en jongeren (specifiek programma), doven –en slechthorenden (doventolken) en mensen met sociale beperkingen financiële moeilijkheden (lage kostprijs, buddy-systeem). 1 mei wandeling Op 1 mei 2012 organiseren we de 3de editie van de ontmoetingswandeling “you ‘ll never walk alone”. Deze zal doorgaan in de Provincie Limburg.
3.1.6.
Het op vraag geven van informatie en vormingen aan hulpverleners die zelf nabestaande zijn of regelmatig in contact komen met nabestaanden van zelfdoding. Er zijn diverse vormingspakketten ontwikkeld (o.a. rond rouwen na zelfdoding, de hulpverlener, werknemer als nabestaande) die we ook in 2012 graag en op vraag van organisaties gaan toelichten en hun medewerkers vormen tijdens
10
één of meerdere dagdelen. We werken hierbij dus vraaggestuurd. Vaak in samenwerking met de collega’s van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding en de Suïcidepreventiewerking van de CGG. In 2012 zullen we hiervoor ook free-lance trainers inschakelen. Daarnaast fungeren we verder als een soort help-desk voor vragen van hulpverleners die via mail ons bereiken. Na elke vorming wordt gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. Ons vormingsaanbod zal ook een aparte plaats hebben op de nieuwe website. Bij elke module wordt een toelichting gegeven over de inhoud van het thema, de doelgroep en de manier van werking.
3.1.7.
Het uitdragen van deskundigheid en aanbieden van vormingen in postventie van nabestaanden na zelfdoding naar anderen. Zie 3.1.6.
3.1.8.
Het uitdragen van kennis over rouw na zelfdoding bij specifieke doelgroepen als de werkgever, de werknemer, de hulpverlener, ouderen en jongeren als nabestaande van zelfdoding. Zie 3.1.6. + uiteraard ook via onze website, de e-nieuwsbrief, door het fungeren als gastspreker op studiedagen, deelnemer aan diverse overlegmomenten en zorgen voor kaderteksten bij berichtgeving in de media.
3.1.9.
Het verbeteren van de houding van de werkgever ten opzichte van de werknemer die nabestaande is van zelfdoding. De brochure “rouwen (na zelfdoding) op de werkvloer wordt in 2012 verder verspreid en geïmplementeerd. De brochure is ook te bekomen via onze webwinkel en infotheek. Gekoppeld aan deze brochure hebben we ook een vormingspakket ontwikkeld en bieden we uiteraard ook deze vorming aan. We willen in 2012 in minstens 10 organisaties, bedrijven ons aanbod voorstellen en aandacht vragen voor deze thematiek.
3.2. EVALUATIECRITERIA
3.2.1.
De gespreksgroepen worden geleid door professionele hulpverleners of begeleiders die hiervoor een vorming
11
kregen die toegespitst is op het rouwproces van nabestaanden na zelfdoding
De begeleiders van de gespreksgroepen zijn mensen die een bachelor of masterbasisopleiding in de menswetenschappelijke richting hebben gevolgd, en die daarnaast de interne vorming(en) volgen door Werkgroep Verder georganiseerd. Deze vorming zal ook in het najaar van 2012 georganiseerd worden en aanwezigheid is een must (ook om het kwaliteitslabel voor de resp. gespreksgroep te bekomen). Uitzonderlijk kan er toegestaan worden dat de gespreksgroepbegeleider een andere vorming dan deze door Werkgroep Verder wordt georganiseerd volgt. Mits deze uiteraard relevant is voor het begeleiden van een gespreksgroep voor nabestaanden na zelfdoding. Naast dit vormingsmoment is er eveneens in 2012 intervisie voor de begeleiders van de gespreksgroepen, ook hier wordt men op verwacht.
3.2.2.
Er zijn laagdrempelige contactmogelijkheden met de gespreksgroepen Bij hun zoektocht naar een gespreksgroep voor nabestaanden na zelfdoding kunnen geïnteresseerden ook in 2012 steeds met hun vragen terecht bij Werkgroep Verder (telefonisch, via mail of via een formulier op de website). De kwaliteitscoördinator legt dan de nodige contacten, zodat de geïnteresseerde zo snel mogelijk uitgenodigd wordt voor een intakegesprek bij de begeleider van de meest aangewezen gespreksgroep. We volgen dit op binnen de 48u. Ook de website van Werkgroep Verder geeft een overzicht van alle groepen en de bijhorende contactgegevens (GSM en e-mail). Geïnteresseerden die reeds voldoende duidelijkheid hebben rond werking en geografische inplanting van de gespreksgroepen kunnen rechtstreeks contact opnemen met de begeleider van de gespreksgroep van hun keuze. Daartoe blijven twee maximaal laagdrempelige contactlijnen actief. • Zo beschikt elke gespreksgroep voor nabestaanden na zelfdoding over een eigen e-mailadres: nazelfdoding.locatie
[email protected]; • en over een eigen rechtstreeks GSM-nummer (ter beschikking gesteld door Werkgroep Verder).
3.2.3.
Er wordt voorzien in intervisiemomenten voor de gespreksleiders Zoals hoger bij 3.1.3. aangegeven is er in 2012 een intervisiemoment voor de begeleiders van de gespreksgroepen. De agenda wordt opgesteld door Werkgroep Verder in samenspraak met de gespreksgroepbegeleiders.
12
Het uitwisselen van good practices staat hierbij centraal met bijzondere aandacht voor kennismaking met en uitwisseling van concrete werkvormen en ervaringen tussen de gespreksgroepbegeleiders, verkenning en verdieping van reeds gebruikte en potentieel bruikbare PR-vormen ter bekendmaking van de gespreksgroep. We maken ook gebruik van dit moment om verkennen de verdere behoeften aan ondersteuning door Werkgroep Verder in kaart te brengen.
3.2.4.
Er worden ontmoetingsmomenten voor nabestaanden van zelfdoding en hulpverleners georganiseerd Er is in november 2012 de 11de Dag van de Nabestaanden, conferentie & ontmoetingsdag voor nabestaanden na zelfdoding, hulpverleners en politie. Er is steeds een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie. Voor de kwantitatieve evaluatie streven we naar een score van minstens 7/10. De kwalitatieve evaluatie wordt gebruikt om de Dag van de Nabestaanden verder en blijvend af te stemmen op de noden van de nabestaanden. Op de Dag van de Nabestaanden zijn minstens 2/3 nabestaanden aanwezig, 1/3 hulpverleners, vrijwilligers e.a. Er is op 1 mei 2012 de jaarlijkse ontmoetings –en wandeldag op 1 mei : You ‘ll never walk alone. Ook hier vragen we aan de deelnemers om een tevredenheidsvragenlijst in te vullen. Werkgroep Verder Sport: er is een loopteam en voetbalploeg actief waar nabestaanden, hulpverleners e.a. sympathisanten elkaar ontmoeten. Er is een voetbalploeg die bestaat uit nabestaanden en sympathisanten die in 2012 minstens maandelijks samenkomt om wedstrijden te spelen. Er is een loopploeg die ook in 2012 als groep deelneemt aan de Ekiden aflossingsmarathon in Brussel. Daarnaast is het Werkgroep Verder – overleg op zich een ontmoetingsplaats tussen nabestaanden, ervaringsdeskundigen en hulpverleners/professionelen. Deze komt in 2012 minstens 6 x samen.
3.2.5.
De kwaliteit van de gespreksgroepen wordt opgevolgd aan de hand van vooropgestelde criteria De kwaliteitscoördinator van Werkgroep Verder volgt in 2012 de implementatie en naleving op van de kwaliteitscriteria die aan de gespreksgroepen worden opgelegd: 1.de gespreksgroep wordt geleid door professionele hulpverleners. Deze hulpverleners volgen de vormingen en intervisies die ingericht worden door Werkgroep Verder. 2. de begeleiders van de gespreksgroepen volgen de jaarlijkse vorming en intervisie georganiseerd door Werkgroep Verder. 3. de gespreksgroep staat enkel open voor nabestaanden na zelfdoding; 4. er is een vlotte en laagdrempelige mogelijkheid tot contact per telefoon en het bericht op het antwoordapparaat geeft duidelijke informatie over de groep en de momenten van bereikbaarheid;
13
5. men maakt gebruik van het uniforme ‘@werkgroepverder’ mailadres bij inkomende en uitgaande mail; 6. er is een vlotte en laagdrempelige mogelijkheid tot contact per e-mail; 7. men houdt een kwaliteitsvol persoonlijk face-to-face intakegesprek en bij het intakegesprek: -stelt men aan de nabestaanden Werkgroep Verder voor; -stelt men de nabestaande in kennis van het bestaan van andere groepen; 8. men biedt de mogelijkheid tot invullen van een tevredenheidsenquête (op papier of online via de website van Werkgroep Verder); 9. men deelt aan Werkgroep Verder op regelmatige basis mee: -
het aantal intakegesprekken en aantal nieuwe inschrijvingen
-
aantal (en reden) tot niet inclusie van kandidaat-leden
-
aantal leden dat een enquêteformulier invult en dat aangeeft tevreden
Wanneer gespreksgroepen aan deze criteria voldoen dan ontvangt men het kwaliteitslabel, voor 2012 en voor één jaar. Er is immers een jaarlijkse terugkerende evaluatie van de gespreksgroep.
3.2.6.
Er is een informatieve website waarop een interactief forum voor lotgenoten Via de website van Werkgroep Verder heeft men toegang tot een interactief forum voor nabestaanden na zelfdoding. Dit forum wordt gemodereerd door professionele hulpverleners en er is een ict-medewerker voor de technische ondersteuning. We houden cijfers bij van het aantal geregistreerde bezoekers en geposte berichten, evenals van het aantal (inhoudelijke) interventies (“criticial incidents”) die gebeurd zijn door de moderatoren.
3.2.7.
De kandidaat voldoet of wenst te voldoen aan de richtlijnen voor toegankelijke websites van het Belgisch kwaliteitslabel “anysurfer”. Bij de realisatie van de nieuwe website in 2012 zal Werkgroep Verder het “anysurfer” kwaliteitslabel aanvragen. We zullen bij de voorbereiding en realisatie van de website rekening houden met de criteria die hiervoor in aanmerking worden genomen.
3.2.8.
Er wordt een jaarlijkse evaluatie en update gemaakt van de media-richtlijnen
14
De (implementatie van de) media-richtlijnen wordt in september 2012 geëvalueerd tijdens een Werkgroep Verder – overleg en indien nodig aangepast. Dit is ook terug te vinden in de verslaggeving. Er is voor 2012 eveneens een overzicht van de interventies (en het effect ervan) die gedaan zijn naar bepaalde media/journalisten toe.
3.2.9.
Er wordt voortdurend aandacht geschonken aan de manier waarop zelfdoding in de media wordt gebracht Werkgroep Verder fungeert in 2012 als een media watcher die alert is voor de berichtgeving over zelfdoding in Vlaanderen (we gebruiken hiervoor Mediargus). Ook kunnen partners, nabestaanden, de overheid e.a. ons alerteren voor bepaalde vormen van verontrustende berichtgeving of trends. Werkgroep Verder zal dan contact opnemen met de betreffende journalist/redactie en enerzijds de media richtlijnen toelichten en anderzijds de journalist er attent op maken hoe men het (volgende keer) beter en op een meer verantwoorde manier kan doen. Werkgroep Verder is ook steeds bereid om artikels voor publicatie na te lezen. We houden een lijst bij van de interventies (en hun resp. effect/resultaat) die we gedaan hebben naar bepaalde media.
3.2.10. Er worden vormingen voor journalisten georganiseerd In 2012 doet Werkgroep Verder een vormingsaanbod aan de diverse hogescholen en universiteiten die een opleiding “journalistiek” verzorgen We houden cijfers bij van welke instanties en hoeveel studenten een opleiding hebben gekregen. Daarnaast vragen we ook aan de deelnemers om een vragenlijst ter evaluatie in te vullen. We rapporteren uiteraard ook hierover. In overleg met de locoregionale samenwerkingsverbanden binnen het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie of op vraag van andere partijen kan er ook een vorming, informatiesessie worden georganiseerd voor journalisten die reeds in het werkveld staan (de ervaring leert echter dat deze moeilijk te bereiken zijn). Verder zijn we bereid om onze expertise hieromtrent te delen op allerhande fora.
3.2.11. Journalisten en media-instanties worden regelmatig herinnerd aan de mediarichtlijnen. In 2012 versturen we een mailing (met de folder, affiche en link naar de deelsite) naar alle journalisten die aangesloten zijn bij de Vlaamse Vereniging van Journalisten (de overgrote meerderheid). Daarnaast zal er ook een artikel of affiche verschijnen in het vakblad De Journalist om de media-richtlijnen onder de aandacht te brengen.
15
