Inhoud
1. Voorwoord
11
2. De schenking
13
A. Algemeen
13
Vraag 1 Wat is een schenking?
13
B. Vorm en voorwerp van de schenking
15
Vraag 2 Onder welke vorm kan men een schenking verrichten?
15
Vraag 3 Zijn een handgift en een bankgift mogelijk voor alle soorten goederen?
19
Vraag 4 Hoe gaat men concreet te werk bij het verrichten van een handgift en een bankgift?
21
Vraag 5 Kunnen aandelen op naam worden geschonken door een inschrijving in het aandeelhoudersregister?
23
Vraag 6 Kunnen levensverzekeringen worden geschonken? Hoe gaat men daarbij te werk?
25
Vraag 7 Hoe dient men te handelen indien men “grijze” of “zwarte” activa wenst te schenken?
28
C. Grenzen en modaliteiten
32
Vraag 8 Kan de schenker achteraf nog op zijn schenking terugkomen?
32
Vraag 9 Wat indien de schenker bij handgift geschonken effecten in de kluis bewaart?
34
Vraag 10 Waarom voorwaarden, lasten en modaliteiten verbinden aan een schenking?
35
Vraag 11 Wat zijn de voorwaarden, lasten en modaliteiten tot inkomstenbehoud?
37
Intersentia
5
VERMOGENSPLANNING EN BURGERLIJKE MAATSCHAP
Vraag 12 Wat zijn de voorwaarden, lasten en modaliteiten tot bloedbehoud?
40
Vraag 13 Wat zijn de voorwaarden, lasten en modaliteiten tot belastingbesparing in de tweede graad?
43
Vraag 14 Kan er worden geschonken zonder dat de begiftigde het weet of zonder dat hij precies weet hoeveel hij kreeg?
47
Vraag 15 Kan men onbeperkt schenken?
49
D. Personen
52
Vraag 16 Kan er ook worden geschonken door en aan minderjarigen?
52
Vraag 17 Kan er ook worden geschonken door en aan ‘minder bekwame’ personen?
55
Vraag 18 Hoe lang kan een schenking van roerend vermogen worden uitgesteld?
57
E. Fiscaal
6
60
Vraag 19a Hoeveel bedragen de successierechten in het Vlaamse Gewest?
60
Vraag 19b Hoeveel bedragen de successierechten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?
64
Vraag 19c Hoeveel bedragen de successierechten in het Waalse Gewest?
67
Vraag 20 Leidt een schenking van roerende goederen voor de Belgische notaris tot schenkingsrechten – gevolgen?
70
Vraag 21 Leidt een schenking van roerende goederen voor een buitenlandse notaris tot schenkingsrechten – gevolgen?
73
Vraag 22 Leidt een handgift, een onrechtstreekse schenking of een vermomde schenking tot schenkingsrechten – gevolgen?
76
Vraag 23 Bestaat er geen vrijstelling in de successierechten voor aandelen in familiebedrijven? En is een schenking van dergelijke aandelen dan nog wel noodzakelijk?
79
Vraag 24 Kan men fiscaal ongestraft eender welke voorwaarden, lasten en modaliteiten aan een schenking verbinden?
82
Vraag 25 Welke invloed heeft de residentie van de begiftigde?
85
Intersentia
INHOUD
3. De burgerlijke maatschap A. Algemeen-vennootschapsrechtelijk
87 88
Vraag 26 Wat is een burgerlijke maatschap?
88
Vraag 27 Wat zijn de algemene geldigheidsvereisten van een burgerlijke maatschap?
92
Vraag 28 Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een burgerlijke maatschap?
96
B. De inbreng en het aandeelhouderschap
100
Vraag 29 Kan iedereen zomaar een burgerlijke maatschap oprichten?
100
Vraag 30 Wanneer dient de maatschap als eenhoofdig te worden beschouwd?
102
Vraag 31 Wat zijn de voornaamste aandachtspunten bij de inbreng van de geschonken of te schenken activa in een burgerlijke maatschap?
104
Vraag 32 Wat zijn de mogelijkheden in geval van een bijkomende vermogensoverdracht aan de volgende generatie?
106
Vraag 33 Dient men eerst de burgerlijke maatschap op te richten en vervolgens de delen van de burgerlijke maatschap te schenken of omgekeerd?
108
Vraag 34 Wat zijn de rechten van de maten van een burgerlijke maatschap?
110
Vraag 35 Splitsing tussen vruchtgebruik en blote eigendom versus een last tot afstand van de vruchten: wie oefent de aandeelhoudersrechten uit?
113
Vraag 36 Binnen welke termijn dient de door de burgerlijke maatschap gerealiseerde winst te worden opgenomen?
115
Vraag 37 Zijn de delen van de burgerlijke maatschap vrij overdraagbaar?
116
Vraag 38 Kan men zomaar uit de burgerlijke maatschap treden indien men dit wenst?
118
Vraag 39 Wat zijn de gevolgen van kennelijk onvermogen/faillissement van één van de vennoten?
122
C. De controle en het zaakvoerderschap Vraag 40 Waarin zit precies de meerwaarde van een burgerlijke maatschap in vergelijking met een schenking met uitgebreide voorwaarden, lasten en modaliteiten?
Intersentia
124
124
7
VERMOGENSPLANNING EN BURGERLIJKE MAATSCHAP
Vraag 41 Wie oefent de functie van zaakvoerder uit in een burgerlijke maatschap?
128
Vraag 42 Is de statutaire zaakvoerder van de burgerlijke maatschap ook werkelijk onafzetbaar?
129
Vraag 43 Moet de zaakvoerder altijd delen bezitten van de burgerlijke maatschap?
132
Vraag 44 Wat zijn de bevoegdheden van de (statutaire) zaakvoerder van een burgerlijke maatschap?
135
Vraag 45 Zijn de rechten van de zaakvoerder even verregaand indien er minderjarige vennoten zijn?
138
Vraag 46 Kan een burgerlijke maatschap in rechte optreden?
140
Vraag 47 Kan de (statutaire) zaakvoerder ook aansprakelijk worden gesteld voor zijn beleid?
142
Vraag 48 Kan het in de burgerlijke maatschap ingebrachte vermogen ook worden teruggenomen?
144
Vraag 49 Is er gevaar voor een voortijdige beëindiging van de burgerlijke maatschap?
146
D. De burgerlijke maatschap, onroerend goed en levensverzekeringen Vraag 50 Kan een burgerlijke maatschap investeren in onroerend goed?
149
Vraag 51 Is een machtiging van de vrederechter vereist indien onroerend goed wordt aangekocht als er minderjarigen of onbekwamen onder de vennoten zijn?
151
Vraag 52 Kan de burgerlijke maatschap een meerwaarde bieden bij de zogenaamde gesplitste aankoop van onroerend goed?
153
Vraag 53 Kan een burgerlijke maatschap ook investeren in een levensverzekering?
155
E. De burgerlijke maatschap en de bank
8
149
159
Vraag 54 Wat zijn de aandachtspunten en krachtlijnen indien een rekening of portefeuille wordt aangehouden middels een burgerlijke maatschap?
159
Vraag 55 Hoe wordt een eventuele opsplitsing tussen vruchtgebruik en blote eigendom op de delen van de burgerlijke maatschap bancair verwerkt?
164
Vraag 56 Zal de rekening van de burgerlijke maatschap worden geblokkeerd bij het overlijden van één van de vennoten?
166
Intersentia
INHOUD
F. De burgerlijke maatschap versus enkele andere controlevehikels
168
Vraag 57 Waarom kiezen voor een burgerlijke maatschap als controlevehikel en niet voor een bvba of cva?
168
Vraag 58 Wanneer is het interessanter te kiezen voor een stichting-administratiekantoor?
171
Vraag 59 Kunnen buitenlandse entiteiten soms interessant zijn als controlevehikel?
174
G. Fiscaal
178
Vraag 60 Is een burgerlijke maatschap boekhoudplichtig?
178
Vraag 61 Zijn er belastingen verschuldigd naar aanleiding van de oprichting van een burgerlijke maatschap?
180
Vraag 62 Zijn er belastingen verschuldigd tijdens de werking van een burgerlijke maatschap?
183
Vraag 63 Zijn er belastingen verschuldigd naar aanleiding van de ontbinding van een burgerlijke maatschap?
186
Vraag 64 Zijn er belastingen verschuldigd naar aanleiding van de overdracht bij leven van de delen van de burgerlijke maatschap?
188
Vraag 65 Zijn er belastingen verschuldigd naar aanleiding van de overdracht bij overlijden van de delen van de burgerlijke maatschap?
190
Intersentia
9