1
Verslag workshop
Duurzame materiaalinnovatie: business models en marketing Brugge, donderdag 10 mei 2012
Voorwerp en doel van de workshop De maakindustrie in Vlaanderen staat voor grote uitdagingen, ondermeer op het vlak van duurzaamheid. Om succesvol te blijven en duurzaam te worden, zijn innovaties op het gebied van de materialen en de materiaalverwerking cruciaal. Het OpenRaam-project wil bedrijven in Vlaanderen stimuleren om hun processen en producten duurzamer te maken door een weloverwogen toepassing van innovatieve materiaaltechnologie. Nieuwe businessmodellen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzamer materiaalgebruik. Concreet denken we aan product-dienst systemen, het sluiten van de materiaalkringlopen, industriële symbiose, vermarkten van additieve vormgevingstechnieken enz. Tijdens de workshop op 10 mei 2012 werden deelnemers, ondersteund door professionals, begeleid in het nadenken over nieuwe business modellen die duurzaam zijn. Aansluitend werd gewerkt rond de vraag hoe innovaties die bijdragen tot een duurzamer materiaalgebruik kunnen gecommuniceerd worden, met welke doelgroepen en met welke communicatieformats. We hebben deelnemers een duidelijk begrip willen bieden van de wijze waarop duurzame materiaalinnovatie in communicatie kan gevaloriseerd worden en hoe communicatie kan werken als een bindmiddel tussen stakeholders. De workshop was laagdrempelig. Deelnemers hoefden geen ervaring te hebben met business model innovatie of marketing, maar het mocht wel. Tijdens de workshop is beoogd inzichten aan te reiken en inspiratie te bieden voor specifieke (bedrijfs)contexten. Vaste waarden in alle onderdelen van de workshop waren: de visie van een expert, verwijzingen naar boeiende praktijkervaringen, leerrijke oefeningen en netwerking.
Programma Klik op de titel van de presentatie om doorgeleid te worden naar de resp. powerpoints of pdf’s. Vanaf 9u30
Ontvangst
10u00 – 10u20
Welkom en toelichting bij het belang van duurzame materiaalinnovatie – Thomas Vandenhaute (SIRRIS)
10u20 – 10u40
Business modellen voor een duurzamer materiaalgebruik – Stella Vanassche (VITO)
10u40 – 12u30
Aan de slag: ontwikkeling van een duurzaam business model – Bart Jansen (Studio Spark)
12u30 – 13u30
Lunch, aangeboden door OpenRaam en gelegenheid tot netwerking
13u30 – 15u30
Marketing van duurzaamheid: principes en praktische toepassingen – Stefaan Vandist (Studio Spark)
15u30 – 15u45
Slotwoord en afscheid – Karel Van Acker (KU Leuven)
2
Over de sprekers Thomas Vandenhaute (SIRRIS), Stella Van Assche (VITO) en Karel Van Acker (KU Leuven) behoren tot het projectteam van OpenRaam. In OpenRaam engageren Sirris, Universiteit Antwerpen, KU Leuven en VITO zich om een concrete bijdrage te leveren aan een duurzamer materiaalgebruik voor de industrie in Vlaanderen. Met de steun van EFRO en de Vlaamse overheid willen de OpenRaampartners bedrijven mobiliseren en ondersteunen met innovaties in duurzamer materiaalgebruik of duurzame verwerking van materialen (www.openraam.eu). Externe sprekers Bart Jansen vertegenwoordigt bij Studio Spark de expertise rond business model innovatie. Hij heeft ervaring in het begeleiden van bedrijven in de vorming van nieuwe partnerschappen. Tijdens de workshop biedt hij een overzicht van allerlei mogelijke invalshoeken en inspireert hij de aanwezigen met illustratieve (eigen) cases van business model innovatie. Stefaan Vandist van Studio Spark is gegradueerde in de marketing en leerde het vak bij het gekende reclamebureau ‘Duval Guillaume’. Mensen warm maken voor duurzame producten, diensten, levensstijlen en wensbeelden is zijn specialiteit. Tijdens deze workshop gaat hij op een wervende en inspirerende manier in op de marketing van duurzaamheid.
Deelnemers Naast 8 OpenRaam projectmedewerkers en 3 facilitatoren van Studio Spark, namen 32 mensen deel aan de workshop waarvan 13 vertegenwoordigers van productiebedrijven (41%) en 19 anderen (kennisinstellingen, designers, intermediaire platforms, federaties, overheden) (59 %). Marc Johan Ann Erik Sandy Georges Ria Bart Guido Evelyn Jan Lily Fabio Annemie Pieter Kris Ludwig Hannelore Lene Hugo Gil Nico Evelien Walter
Aerts Coppens Crabbé De Bisschop De Houwer Devent Jacobs Jansen Koster Lafond Leyssens Libeert (nm) Lorefice Maes Mathys (nm) Moonen Ryckebosch Schotsaert Schroyen Smid Stevens Storme Surgeloose Tempst
GITP Belgium NV Universiteit Antwerpen (OpenRaam) Desso Huntsman Belgisch Glasverbond VITO (OpenRaam) Studio Spark OVAM, team bedrijven Bostoen Ind. Design Center Fabtory dARTel POM West-Vlaanderen I-Propeller Estrela Textiles Sprl Conteyor ZINID Smidesign C2C Platform Hogeschool West-Vlaanderen Modulyss OVAM
3
Sarah Stella Thomas Stefaan Jurgen Benjamin Karel Dirk William Karine Sam Olivier Veronique Carine Ann Sven Luc Karel Bart
Vanassche Van Assche Vandenhaute Vandist Vandormael Vanelslande Van Acker Van Damme Van den Berghe Van Doorsselaer Van Dyck Van hamme Van Hoof Van Hove Van Uffel Vercauteren (nm) Vermeersch (vm) Vervoort Wuyts
Studio Spark VITO (OpenRaam) SIRRIS (OpenRaam) Studio Spark Conteyor KU Leuven (OpenRaam) KU Leuven (OpenRaam) Renolit Belgium Bostoen Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Productontwikkeling Philips The HUB Brussels VITO (OpenRaam) VITO BMA Ergonomics België VITO (OpenRaam) Helbig BASF
Tekst OpenRaam blog over de workshop Als ik in Brugge kom – deze keer voor de Open Raam workshop business modellen voor en marketing van duurzame business modellen – kan ik het nooit nalaten weg te mijmeren bij de gedachte hoe mensen in de middeleeuwen hier rondliepen, hoe ze leefden en hoe ze handel dreven. Van duurzaam materialenbeheer was er toen nog geen sprake, of toch? Een wegwerpmaatschappij was het toen niet, die luxe kon men zich niet permitteren. Een product was met vakmanschap gemaakt, verspillingen vermeden, de eigenaar hechtte veel (emotionele) waarde aan wat hij had, produkten werden hersteld en nog eens hersteld... Misschien hebben we heel wat verleerd en herontdekken wat onze voorouders reeds wisten. Kringlopen werden gesloten, de economie was hoofdzakelijk biogebaseerd, waar mogelijk was er symbiose, ... ingrediënten die we in onze businessmodellen ook naar voor schuiven. Natuurlijk leven we nu in een wereld die exponentieel complexer geworden is en business modellen zijn in veel gevallen niet meegegroeid en houden te weinig rekening met de maatschappelijke kosten en baten. Van ‘productoriented’ business modellen hebben we vandaag voor een aantal cases onze blik proberen te verruimen naar ‘result-oriented’ modellen, met alle voordelen dat dit biedt voor ontzorging van klanten, verduurzaming en sluiten van materiaalkringen, maar ook met alle nadelen zoals de investeringskosten, complexere afspraken en liability, mogelijk reboundeffecten en dergelijke. Een nuttige oefening, maar helaas zijn er nog maar weinig echte praktijkvoorbeelden. Handen uit de mouwen dus! De volgende stap is duurzame producten en nieuwe business modellen verkocht krijgen. Tot mijn verbazing wordt ook in de moderne marketing een brug geslagen met methodes die al eeuwen oud zijn: namelijk hoe religieuze bewegingen hun ideologie aan de man brengen en in stand houden. Dit gaat over het creëren van een community-gevoel, rituelen, intriguerende verhalen, symbolen,... Maar centraal staat een sterke visie die vertrekt vanuit het “why – how - what” (in deze volgorde) van onze activiteit (zei Simon Sinek). Zelf heb ik het in plan C mogen ervaren hoe sterk het kan zijn om vanuit een gemeenschappelijke lange termijnvisie te vertrekken, vooraleer het te hebben over hoe en waarmee je deze wil bereiken. Open Raam helpt dan weer met de “how” en “what”. Met als uiteindelijk doel dat we stap voor stap de maatschappij die zorgzaam en duurzaam materialen gebruikt mogelijk maken. Karel Van Acker, 18 mei 2012 Cf. www.openraam.eu/content/duurzame-materiaalinnovatie-business-modellen-en-marketing-%E2%80%93-terugblik-op-de-open-raam-works
4
Groepswerk Tijdens de voormiddag werkten de deelnemers in groepjes aan de invulling van een business model canvas, elk voor een specifieke case: -
Groep 1: Conteyor Groep 2: Winkelinrichting als dienst Groep 3: Zero waste bedrijfsevenementen Groep 4: Office greenlease Groep 5: Zorg op afstand Groep 6: BAB-E-WHEELS
Hierna volgt per case een situering van het (al dan niet) fictieve bedrijf en een beschrijving van de groepsopdracht, samen met een samenvatting van de OpenRaam medewerker van de groepsdiscussie met een korte reflectie. De lege poster van het business model canvas is te vinden via deze koppeling. Via deze link vindt u foto’s van de workshop en de ontwikkelde business models canvassen.
5
Groep 1 – Conteyor Samenstelling: Ria Jacobs (VITO, OpenRaam), Jurgen Vandormael (vm) (conTeyor), Hannelore Schotsaert (conTeyor), Karel Vervoort (BASF), Evelyn Lafond (OVAM, team bedrijven), Karine Van Doorsselaer (Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Productontwikkeling). Situering van het bedrijf: conTeyor biedt herbruikbare, op maat gemaakte verpakkingsoplossingen aan voor de bescherming van krasgevoelige componenten. De conTeyor oplossing bestaat uit een set textielgebaseerde zakken die in een stevige, efficiënt stapelbare en eventueel plooibare box of rek worden bevestigd. De duurzaamheidtroeven van dit product situeren zich op economisch vlak vooral op gebied van efficiëntie en kostenbeheersing doorheen de ganse supply chain. Op ecologisch vlak is de herbruikbaarheid en de daaruit resulterende afvalpreventie en -reductie een sterk aankoopargument voor conTeyor’s klanten. Ambitie: Een duurzaam business model voor de conTeyor verpakkingsoplossingen. Doel oefening: Studie van een business model van conTeyor met service provider. conTeyor verkoopt de verpakkingsoplossingen aan een service provider die deze op zijn beurt verhuurt aan toeleveranciers voor bvb. de sector persoonlijke en huishoudelijke goederen. Het doel van deze oefening was in eerste instantie om het business model met service provider in kaart te brengen en vervolgens opportuniteiten voor de verdere verduurzaming ervan te detecteren. OpenRaam reflectie: Vertrekkend vanuit de duidelijke en sterke value proposition “The savings are in the entire supply chain” van conTeyor en de kennis van de (potentiële) klanten en hun wensen (insights) werden de strategic assets van het bedrijf, zijn strategische partners en leveranciers in kaart gebracht. Door het levenscyclusdenken te integreren, zijn er opportuniteiten om verder in de richting van een gebruiksgeoriënteerd product-dienstsysteem te evolueren. De grondstoffenbesparing en de daaruit volgende afvalpreventie en ook de reductie van de CO2-uitstoot door de hoge laadfactor tijdens transport worden als de belangrijkste maatschappelijke voordelen ervaren. Steeds meer klanten kiezen op basis van deze argumenten voor de innovatieve producten van conTeyor. Kosten en risico’s zijn o.a. verbonden aan het ontbreken van een goeddoordacht en door de klanten ondersteund reverse logistics circuit voor end-of-life verpakkingen. Maatschappelijke kosten en risico’s vloeien voort uit het feit dat de technische kennis kopieerbaar is. Kortom: ConTeyor werkt als voorloper hard aan de toekomst van verpakking. Het in kaart brengen van het huidige business model bracht alvast een aantal opportuniteiten voor verdere duurzame groei aan het licht. De aangeboden marketingtips kunnen helpen om conTeyor’s duurzame groei te bestendigen.
6
Groep 2 – Winkelinrichting als dienst Samenstelling: Karel Van Acker (KU Leuven, OpenRaam), Luc Vermeersch (Helbig), Ludwig Ryckebosch (Estrela Textiles Sprl), Gil Stevens (C2C Platform), Guido Koster, Bart Wuyts, Jan Leyssens (Bostoen) Situering van het bedrijf: Een schrijnwerkerij die niet alleen winkelinterieurs ontwerpt, maakt en installeert, maar ook nog helpt bij de financiering en instaat voor het onderhoud ervan. Het duurzaamheidsprincipe staat daarbij centraal en wordt er voornamelijk gewerkt met recycleerbare materialen. Ambitie: Het introduceren van een concept in de markt dat de ecologische impact en de kosten van de winkelinrichting kan verlagen en de aankoopbelevenis van de klanten doet stijgen. Dit wenst men te realiseren met behulp van de Cradle to Cradle-filosofie waarin het traditionele aanbod van materialen of de winkelinrichting zelf zal vervangen worden door een dienst. Gezien de uiteenlopende belangen van de verschillende spelers in de waardeketen is er momenteel immers geen optimaal gebruik van middelen. De bedoeling is om afvalloos te produceren door een maximaal hergebruik van materialen in een gesloten kringloop en zo gedurende de hele gebruiksperiode van het interieur de totale kostprijs naar beneden te brengen. Doel oefening: business model innovatie voor het realiseren van een winkelinrichting als dienst; het uitwerking van een commercieel haalbaar totaalconcept waarbij ook maatschappelijke kosten en baten geoptimaliseerd worden. OpenRaam samenvatting en reflectie: In het businessmodel dient de ontzorging van de winkels (die klant zijn van het bedrijf) centraal te staan om hen mee te krijgen in het verhaal. Op hun beurt willen de winkels dat hun klant een belevenisomgeving ervaren, wat betekent dat de inrichten op de klant moet zijn afgestemd en flexibel of dynamisch moet zijn. Op het eerste gezicht betekent frequenter veranderen van inrichting meer materialengebruik, en dus tegenstrijdig met duurzaam materialenbeheer. Tenzij deze inrichting als dienst wordt aangeboden, waarmee de kosten voor de retailer gedrukt worden, en de winkelinrichter zelf de materialenkring in de hand kan houden. Dit vergt wel de uitbouw van heel wat diensten die nieuw zijn voor de winkelinrichter: concept design (modulair), opbouw van consistente infrastructuur met duurzame hardware, ontmanteling,.. Het biedt ook kansen om herstelactiviteiten op te zetten, die de duurzaamheid van de gebruikte materialen/hardware zeer ten goede komt. Zoals bij veel dergelijke concepten is een duurzame lange termijn financiering noodzakelijk. Het model biedt opportuniteiten om een continue inkomstenstroom te generen via huur of lease contracten en bijv. upsale abonnementen, terwijl kosten bespaard kunnen worden door duurzamere (=durable) materialen te gebruiken, te streven naar minimaal energieverbruik van bijv. verlichting, en materialen te herstellen, wat meteen ook maatschappelijke baten zijn met betrekking tot grondstoffenverbruik en milieu-impact. Mogelijke struikelblokken zijn de kans op reboundeffect (dat men zo snel wil wisselen van inrichting dat er uiteindelijk toch meer materiaal wordt verbruikt), en de noodzaak om alle actoren (banken, architecten, de retailers zelf,...) in de keten mee te krijgen en voor hen een win-win situatie te creëren.
7
Groep 3 – Zero waste bedrijfsevenementen Samenstelling: Veronique Van Hoof (VITO, OpenRaam), Evelien Surgeloose (Modulyss), Olivier Van hamme (The HUB Brussels), Lene Schroyen (ZINID), Hugo Smid (Smidesign), Nico Storme (Hogeschool West-Vlaanderen) Situering van het bedrijf: ontwerpbureau van totaalinrichtingen en maatwerk, standenbouw voor bedrijfsevenementen en beurzen. ‘A tot Z service’ van ontwerp tot en met coördinatie ontwikkeling, plaatsing en afbraak. Ambitie: ‘Zero Waste’ evenementen. Concreet: na een beurs komt er geen enkele afvalcontainer ‘grof vuil’ aan te pas. Alle gebruikte materialen en systemen komen terug voor hoogwaardig hergebruik in nieuwe projecten of hoogwaardige recyclage (bv. contractuele terugnamegarantie of leasingformule, deze opties staan open). Ontwerpvrijheid en oneindigheid aan mogelijkheden om tegemoet te komen aan het idee of beeld van klanten is een belangrijk aandachtspunt. Doel oefening: een business model ontwerpen dat ‘sluitend’ is en dat het ontwerpbureau en de klanten waarvoor het werkt een opmerkelijke en onderscheidende positie in de markt geeft. Een aantal belangrijke kernvragen zijn: Hoe moet het deze propositie in de markt zetten en succesvol lanceren? Wie zijn de belangrijke strategische partners om deze propositie waar te maken? Welke zijn de belangrijkste kosten in inkomsten die we tegen elkaar moeten afwegen om na te gaan of deze terugname- en hergebruikambitie winstgevend is ten opzichte van de huidige situatie? OpenRaam samenvatting en reflectie: De kernwaarde van dit initiatief is het aanbieden van gepersonaliseerde beursstanden uit gerecycleerd materiaal (en die na gebruik zelf ook zullen hergebruikt worden). Wij bieden naast standaard modules, personalisatie op maat aan (zodat er niet wordt ingeboet op beleving en kwaliteit van de stand) en organiseren de take-back, samenwerking met een warehouse en met een netwerk van lokale sociale projecten. Onze key customer is de MVO/ecologisch bewuste klant. Mogelijkheden bestaan om de warehouse in de beurshal of in de beschutte werkplaats op te zetten. De voornaamste baten en opportuniteiten voor de maatschappij is de samenwerking met lokale partners en sociale (tewerkstellings)projecten en natuurlijk het feit dat er veel minder afval geproduceerd wordt na elke beursdoorgang. Winst is mogelijk door het hergebruiken van de standaard modules en het vermijden van de afvalkosten (voor het afvoeren en verwerken van de grof vuil containers). Deze mogelijke opbrengsten dienen natuurlijk afgewogen te worden tegen nieuwe kosten voor het opzetten van het nieuwe business model: de beurshal, de ontwikkeling van de modules, gebruik van magazijnen, personeelskost. Mogelijke risico’s zijn het niet of onvoldoende persoonlijk kunnen maken van de beursstanden op basis van de basis standaard modules, en de benodigde schaalgrootte om het project succesvol te maken. De key assets die we zelf hebben zijn een combinatie van het ontwerp en een sterke logistiek. Een belangrijke strategische partner is de beurshal. Zonder diens medewerking, of integratie in het nieuwe business model valt het hele plan in duigen. Andere belangrijke spelers zijn het local warehouse en de beschutte werkplaats.
8
Groep 4 – Office greenlease Samenstelling: Benjamin Vanelslande (KU Leuven, OpenRaam), Sandy De Houwer (Huntsman), Erik De Bisschop (Desso), Ann Van Uffel (BMA Ergonomics België), Marc Aerts (GITP Belgium NV), Georges Devent (Belgisch Glasverbond), William Van den Berghe (Bostoen) Situering van het bedrijf: dienstverlening naar bedrijven en horeca rond ontwerp en uitvoering van binnen- en buitenbeplanting. Uw bedrijf werkt nauw samen met architectenbureaus en bedrijven die instaan voor de inrichting van kantoren en ook rechtstreeks voor bedrijven die toe zijn aan een nieuwe ‘groenbeleving’ in en om het kantoor. Na het ontwerp adviseert uw bedrijf over de aankoop van alle planten, producten en systemen die daarbij horen. U werkt nauw Samen met een aantal kleinere tuinaanlegbedrijfjes (per regio) die in uw opdracht de binnen- en buitenbeplanting uitvoeren en de oude planten en systemen opruimen en afvoeren. In principe is na de oplevering het contract uitgevoerd maar daarna komen er veel bijkomende vragen en klachten binnen bv. over het onderhoud van planten, bloembakken en systemen die beschadigd zijn en vervangen moeten worden, enz… Ambitie: ontwikkelen van nieuwe product-dienstcombinaties die erop gericht zijn een beter service en totaalaanbod aan bestaande bedrijfsklanten te kunnen aanbieden, maar ook op korte termijn groei in nieuwe marktsegmenten zal veroorzaken. Totaalaanbod omvat zowel de ontwerpfase, de uitvoering, als in de fase na de oplevering (gebruiksfase). De nieuwe propositie moet beter tegemoet komen aan nieuwe visies, trends, en stijgende aandacht voor bv. gezond binnenklimaat en ‘indoor air quality’, ecologie en ‘Cradle to Cradle’, fijne sfeer en inrichting werkomgeving als belangrijk element in het ‘verleiden’ van nieuwe werknemers, meer productbeleving, enz… Vanuit deze propositie mag naast het service-aanbod ook het productaanbod herbekeken worden (bv. andere producten vanuit de propositie ‘beleving’ en ‘gezellig en gezond binnenklimaat’, met uitzondering van kantoormeubilair zelf want dit wordt reeds ingevuld door partners kantoorinrichters). Doel oefening: tracht bijvoorbeeld een ‘Product als een Dienst’ business model uit te werken waar alle planten en daarbij horende producten en systemen eigendom en in eigen beheer blijven. U biedt dus een totaalpakket en ‘groenbeleving’-service aan. Tracht verschillende formules en pakketten te bedenken op maat van verschillende klantengroepen. De focus ligt op middelgrote en kleinere KMO’s, voornamelijk kantooromgevingen en horeca. Verder is er twijfel over 2 pistes: OFWEL wil het grotere klanten kunnen bedienen (bv. grotere kantooromgeving >300 werkplekken, OCMW’s, ziekenhuizen, winkelcentra, enz…) en competitief zijn met bestaande concurrenten in dat marktsegment, OFWEL wil het zich richten op vrije beroepen, eenmanszaken… (bv. dokters, notarissen, advocaten, boekhouders, …) en zelfs particulieren. De overweging hier is dat dit operationeel wel moeilijker zal zijn, meer risico’s, maar interessant omdat er minder concurrentie is. OpenRaam samenvatting en reflectie: Een abstracte case als deze (en sympathieke deelnemers uiteraard) laten bij uitstek enthousiaste brainstorms toe waarin we met veel overtuiging de experience van onze fictieve onderneming uit de doeken deden. Al bij al een mooie illustratie van de methodiek van het business-canvas dus. De value proposition van het business model lag in de uitbreiding van het ontwerpbureau door botanische en psychologische kennis. Dit zorgt voor een concept waarin we niet enkel een groene kantooromgeving op maat ontwerpen maar een echte “green experience” met o.m. participatie van de werknemers in het onderhouden en kweken van groenten, fruit, kruiden en sierplanten op kantoor. Er worden streefdoelen en meetpunten gezet naar het verbeteren van de binnenluchtkwaliteit, de onderlinge samenwerking en het verminderen van absenteïsme met als doel een aangename en gezonde werkplaats te creëren waarin de zintuigen geprikkeld worden en werknemers graag tijd doorbrengen. Het nieuwe marketing verhaal in de was een perfecte match voor deze case. We onthouden het invullen en vooral het omdraaien van de traditionele “what, how, why” bedrijfsmarketing, een erg interessant concept wat evengoed in eigen communicatie toegepast kan worden om een heldere en overtuigende boodschap over te brengen.
9
Groep 5 – Zorg op afstand Samenstelling: Thomas Vandenhaute (SIRRIS, OpenRaam), Sam Van Dyck (Philips), Dirk Van Damme (Renolit Belgium), Pieter Mathys (Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen), Kris Moonen (I-Propeller), Sarah Vanassche (Studio Spark), Lily Libeert (Ind. Design Center) Situering van het bedrijf: dienstenbedrijf dat wilt inspelen op de uitdagingen van vergrijzing, toename van chronisch zieke patiënten en stijgende druk op het huidige gezondheidssysteem. U biedt systemen, apparaten en diensten aan die toelaten ouderen langer thuis te laten wonen en gezondheid een stuk in eigen handen te nemen. Verbeterde levenskwaliteit, meer tijdsbesteding aan ‘genieten’ en minder aan ‘zorgen’. Ambitie: ontwikkelen van ‘service op maat’ propositie en business model waarbij de product- en technologiecomponenten niet verkocht worden, maar flexibel als dienst aangeboden. Afhankelijk van de situatie van de gebruiker zijn andere systemen, en specifieke combinaties producten en diensten nodig. Uw bedrijf is het rechtstreekse aanspreekpunt met de gebruiker, evt. in samenspraak met de arts van de gebruiker en stelt in functie van het profiel en behoeften van de gebruiker een totaaloplossing voor. In de waardeketen zit u dus tussen de eindgebruikers enerzijds en de aanbieders van technologie, producten en diensten anderzijds. Doel oefening: business model dienstgericht bedrijf. Producten en systemen worden bij eindklanten geplaatst maar blijven in eigendom en eigen beheer. Rendement op investeringen vormen een drijfveer om deze optimaal en duurzaam in te zetten. OpenRaam samenvatting: De kernwaarde van dit initiatief is het ontzorgen van de langdurig zieke, ouder of zorgbehoevende patiënten en hun omgeving met als doel hun levenskwaliteit te verhogen. Het opgerichte platform zal een evenwicht moeten zoeken tussen zijn productaanbod en zijn dienstaanbod enerzijds en een laagdrempelige toegang en communicatie van de centrale data anderzijds. Inkomsten via abonnementen en bijkomende prestaties worden bepaald aan de hand van de noden. Alle betrokkene (partners en suppliers) bij de hulpverlening (mutualiteiten, geneesheren, verpleging, huishoudhulp, product leveranciers,…) kunnen een noden (collectief of individueel) detecteren en doorsturen die via geijkte paden geëvalueerd, uitgevoerd en beheerd worden. Key assets zijn de kennis van de zorgsector, product kennis en vooral het data beheer. De belangrijkste risico’s zijn samenwerkingverbanden met partners (mutualiteiten,…), conformiteit met privacy wetgeving, noodzakelijk schaalgrootte bij opstart. OpenRaam reflectie: De grootste meerwaarde vindt plaats in het verhogen van de levenskwaliteit van de patiënten en hun omgeving. Daarenboven worden significante besparingen op materialen gerealiseerd op een directe manier door ‘huren’ van producten in plaats van aankopen en indirect door optimalisatie van transport, logistiek en coördinatie.
10
Groep 6 – BAB-E-WHEELS Samenstelling: Stella Vanassche (VITO, OpenRaam), Fabio Lorefice (Fabtory), Carine Van Hove (VITO), Johan Coppens (Scholengroep Aalst), Sven Vercauteren (nm) (VITO, OpenRaam), Annemie Maes (dARTel), Walter Tempst (OVAM) Situering van het bedrijf: u heeft een 2-manszaak fietswinkel. Eén persoon bedient de klanten in de winkel, de tweede werkt vooral in het fietsatelier. De fietswinkel is gesitueerd in het hart van de stan, in een omgeving waar veel jonge gezinnen woonachtig zijn. U verkoopt vooral degelijke stadsfietsen en nevenproducten zoals kinderzitjes, fietskarren, aanhangfietsen, systemen waarin je een kinderfiets achter een fiets kunt bevestigen, enz. Ook bakfietsen zijn erg populair. Er staan ook een aantal E-bikes in de show room, maar die verkopen slecht omwille van het specifieke doelpubliek. De E-bikes zijn ook snel verouderd en dalen snel in waarde omwille van de technologie en het design. Met grote kortingen moet je deze bijna ‘weggeven’. Toch klagen veel klanten dat het best zwaar rijden is met een kind, twee kinderen… op een gewone fiets. Het idee begint te borrelen om E-bikes te verkopen in combinatie met fietskarren: BAB-E-WHEELS. De interesse van klanten is er wel, maar de hoge aanschafprijs van de E-bike, de korte gebruiksduur van zowel de E-bike als de fietskar, de lage restwaarde… vormen een financiële drempel. Doorgaans zou men nog steeds ‘gewoon’ willen fietsen en enkel elektrisch voor langere afstanden. Ambitie: de markt voor fietsen is beperkt en verzadigd. Klanten komen ook meestal uit de regio. Groei en innovatie zit dus vooral in het aanbieden van nieuwe en aanvullende producten en diensten voor bestaande klanten. ‘Veilige en comfortabele mobiliteit van jonge gezinnen’ is het centrale vertrekpunt voor deze denkoefening. Inzet is de bestaande middelen die de zaak heeft, nl. winkel en atelier, optimaal te gebruiken en rekening te houden met beperkte investeringsmogelijkheden (bv. oppervlakte uitbreiden is moeilijk). BAB-E-WHEELS onder een andere formule aanbieden, bv. verhuur of leasing zijn mogelijkheden. Men denkt bv. ook aan het inzetten van het atelier en technische skills om andere gerelateerde producten zoals wandelwagens ed. te herstellen. Doel oefening: business model innovatie; nieuwe producten en diensten uitwerken voor de bestaande doelgroep en klanten. Uitwerking van een commercieel haalbaar totaalconcept ‘Veilige en comfortabele mobiliteit van jonge gezinnen’. OpenRaam samenvatting en reflectie: We kiezen voor een gebruiksgeoriënteerd businessmodel waarbij we de elektrische fietsen in combinatie met een fietskar of omgebouwd tot bakfiets verhuren. In eerste instantie richten we ons op gezinnen met jonge kinderen waarvoor een abonnementsformule voor gebruik van de fietsen interessant kan zijn aangezien de technische levensduur van de fietsen meestal langer is dan de nuttige gebruiksduur bij de gezinnen. De gebruiksintensiteit van de fietsen ligt zo echter relatief laag ze worden slechts ’s morgens en ’s avonds gebruikt om de kinderennaar en van school te vervoeren. Daarom mikken we ook op een tweede klantensegment, voornamelijk gepensioneerden, die de fietsen overdag kunnen gebruiken voor verplaatsingen in de stad en om boodschappen te doen. Een derde inkomstenstroom kunnen we realiseren door de panelen van de bakfietsen te ‘verhuren’ voor reclame van lokale bedrijven. Om dit te realiseren hebben we echter een krachtig en gebruiksvriendelijk online platform nodig dat de beschikbaarheid van de fietsen en reservaties in kaart breng. Hiervoor zullen we een externe partner moeten aanspreken. Het onderhoud en pechverhelping van de fietsen doen we in eigen beheer. Het grootste risico zien we in de hoge kapitaalintensiteit van de activiteiten aangezien het uitbouwen van een voldoende groot aanbod aan fietsen een grote investering vereist.
11
Tevredenheidsenquête 29 deelnemers vulden de tevredenheidsenquête in. Daaruit blijkt dat de deelnemers de workshop in zijn geheel en in onderdelen een uitstekende tot goede beoordeling hebben gegeven. Voor een overzicht van de resultaten: klik hier.