92661 (M)MZ Persoonlijk begeleider Gehandicapten Zorg Doorstroom van nv 3 naar nv 4 BOL Cohort 2013-2014, startdatum: september schooljaar van diplomering: 2013 - 2014 startdatum: februari schooljaar van diplomering: 2014 - 2015
Inhoudsopgave 1 Woord vooraf .............................................................................................................................................. 3 2 Leeswijzer ................................................................................................................................................... 4 3 Alles over het beroep.................................................................................................................................. 5 3.1 Wat doet een Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg / GZ. ? ....................................................... 5 3.2 Wat kun je na je opleiding doen? ......................................................................................................... 7 ONDERWIJS ................................................................................................................................................. 8 4. Alles over de opleiding .............................................................................................................................. 8 4.1 Wat ga je leren? ................................................................................................................................... 8 A. Het Beroep ......................................................................................................................................... 9 B. Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen ............................................................................... 11 C. Loopbaan en burgerschap ............................................................................................................... 12 4.2 Hoe is je opleiding ingedeeld? ........................................................................................................... 13 4.3 Alles over de beroepspraktijkvorming ................................................................................................ 17 4.4 Studiebelasting .................................................................................................................................. 19 5 Alles over de begeleiding ......................................................................................................................... 20 5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding ........................................................................................... 20 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering .................................................................... 20 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie ............................................................................. 20 5.4 Klachten ............................................................................................................................................. 21 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd ............................................................ 21 6 Alles over de beoordeling ......................................................................................................................... 22 6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen ....................................................................................................... 22 6.2 Studievoortgang ................................................................................................................................. 23 EXAMINERING ........................................................................................................................................... 25 7. Kwalificerend beoordelen..................................................................................................................... 25 7.1 Examenplan ....................................................................................................................................... 25 A. Specifiek (beroepsgericht) ............................................................................................................... 25 B Generiek: Nederlands, rekenen en Engels .......................................................................................... 28 C Loopbaan & Burgerschap..................................................................................................................... 32 7.2 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? ....................................................................... 35 7.3 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? ................................................................................. 35 7.5 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? ................................................... 36 7.6 Inspectie ............................................................................................................................................. 36 8 Wijzigingsblad ........................................................................................................................................... 36 Bijlage 1: Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering ...................................................................... 37 Bijlage 2: Diverse documenten op de website ......................................................................................... 38
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 2 van 38
1 Woord vooraf Welkom op het Vitalis college! Beste student(e), Je hebt gekozen voor de opleiding: (M)MZ./ Persoonlijk Begeleider Gehandicapten zorg. Elke opleiding kent een Onderwijs- en Examenregeling. We korten dit af tot OER. Met deze OER willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijs overeenkomst die je met het ROC West-Brabant en dus met het Vitalis college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens de studie. Meer voor elkaar. Bij het Vitalis college draait het om de meerwaarde die jij als student te bieden hebt aan de maatschappij. Wij leiden op voor beroepen die een sterk dienstverlenend karakter hebben, beroepen waarbij je iets voor een ander betekent. Je leert tijdens de opleiding de mens in zijn woon-, werk- en leefomgeving centraal te stellen. Vandaar de lijfspreuk van het Vitalis college: Meer voor elkaar.
Ik wens je veel succes met je studie en vooral een fijne tijd bij het Vitalis college!
Marc van Campenhout Directeur Vitalis college
Clustermanager Yvonne Vincenten
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 3 van 38
2 Leeswijzer Inleiding De opleiding kent een drievoudige kwalificatie. Naast de voorbereiding op het beroep richt de opleiding zich ook op jouw algemene vorming, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijk functioneren. Dat betekent dat de opleiding bestaat uit drie algemene onderdelen: 1. je wordt opgeleid voor het beroep, 2. je moet voldoen aan algemene eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde talen waarbij het opleidingsniveau bepaalt aan welke eisen je moet voldoen, 3. je wordt voorbereid op een loopbaan én een plek in de maatschappij. Om het diploma te behalen moet je als student voldoen aan de drie bovenstaande kwalificatie-eisen. In de OER vind je informatie over de manier waarop dit in het onderwijs en de examinering aan bod komt. Wat kun je vinden in deze OER? Deze OER bestaat uit twee delen onderwijs en examinering. In het deel Onderwijs staat beschreven wat je tijdens de opleiding leert en lees je over onze werkwijze. Ook krijg je informatie over het beroep en over hoe de opleiding is ingericht. In het hoofdstuk Examinering staat hoe en wanneer beoordeeld wordt of je voldoende geleerd hebt. Als blijkt dat je aan alle eisen voldoet, krijg je het diploma. Het laatste stuk van de OER gaat dan ook over de organisatie van de examinering. Samengevat, zijn de volgende onderwerpen opgenomen in de OER: Een korte beschrijving van het beroep. Een overzicht van de opleiding die je gaat volgen. De manier waarop de opleiding en het onderwijs op school geregeld is. De manier waarop jouw vorming in de beroepspraktijk geregeld is. De begeleiding bij je studieloopbaan. De wijze van beoordelen en informatie over de organisatie van examens. Achter in de OER vind je een aantal bijlagen: Bijlage 1 bevat de onderwijsprogrammering (het IDOP model) van de opleiding. Deze programmering geeft aan hoe de opleiding er uit ziet qua inhoud, onderwijsvormen en tijdsbesteding. In bijlage 2 staat waar je informatie kunt vinden over regels en procedures die voor jou als student belangrijk zijn. Als zich belangrijke wijzigingen in de OER voordoen, word je daar met behulp van een wijzigingsblad van op de hoogte gesteld. De meest actuele versie (OER en wijzigingsblad) is te vinden op www.vitaliscollege.nl. Geldigheid OER Deze OER is geldig voor het cohort dat op de voorkant vermeld staat. Een cohort is een groep studenten die in hetzelfde studiejaar aan een bepaalde opleiding begint en op basis van hetzelfde kwalificatiedossier en hetzelfde examenplan examen aflegt. Aanvullende informatie Op de afgeschermde internetsite (portal), waar je als student van het Vitalis college toegang toe hebt, staat nog meer informatie over jouw opleiding. Belangrijke algemene informatie over bijv. klachtenregelingen, examenreglementen kun je vinden op www.vitaliscollege.nl.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 4 van 38
3 Alles over het beroep Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier MBO / Welzijn 2012 / Maatschappelijke Zorg. Dit kwalificatiedossier is opgesteld door het kenniscentrum waar jouw opleiding onder valt. Calibris / www.kwalificatiesmbo.nl Het kwalificatiedossier is leidend voor het beroepsgerichte gedeelte van jouw opleiding. Het kwalificatie dossier beschrijft wat het beroep inhoudt én welke competenties, kennis en vaardigheden een beginnende beroepsoefenaar nodig heeft.
3.1 Wat doet een Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg / GZ. ? Jouw baan
Je kunt komen te werken bij instellingen die ondersteuning en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen, dagbesteding of vrije tijd. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: • een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, • een dak- en thuislozen tehuis, • een psychiatrisch centrum, • een zorgboerderij, • een verzorging- of verpleeghuis, • een sociale werkplaats. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving. Je krijgt te maken met bijvoorbeeld: • mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of zintuiglijke beperking, • mensen met een psychiatrische aandoening, • mensen met een verslavingsprobleem, • mensen met een psychosociaal of gedragsprobleem, • mensen met ouderdomsklachten, • mensen die dak- of thuisloos zijn, • vrouwen (en hun eventuele kinderen) en mannen die te maken hebben gehad met huislijk geweld, • a.s. tienermoeders, • mensen die in justitiële inrichtingen verblijven, • mensen die asiel zoeken in Nederland, • mensen met een combinatie van problemen.
Jouw werk Werken als Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg betekent direct werken met individuen/cliënten en groepen. Hierbij speelt de Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg als persoon een essentiële rol. Haar kwaliteiten zijn van doorslaggevend belang bij het aangaan van een professionele relatie en bij het bereiken van de gewenste resultaten. Voor een verantwoorde beroepsuitoefening is de Persoonlijk 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 5 van 38
begeleider gehandicaptenzorg: - betrokken; - empathisch; - assertief; - representatief; - communicatief vaardig; - integer. Tijdens de uitvoering van agogische en verzorgende taken peilt de Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg of de ondersteuning aansluit bij de cliënt en de situatie, zodat de gewenste ondersteuning wordt geboden. Tijdens de ondersteuning leidt en stimuleert zij de cliënt tot steeds meer en zo groot mogelijke zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren. De Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg is bij de ondersteuning bijna altijd gericht op het activeren van de cliënt. De Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gaat respectvol om met anderen, kan diversiteit tussen mensen hanteren en toont een open houding, waardoor ze lastige en zeer persoonlijke, soms intieme, vraagstukken bespreekbaar maakt. Situaties kunnen in de gehandicaptenzorg in hoog tempo wisselen en snel escaleren. Zij houdt haar gevoelens bij weerstand, bij tegenslag, in moeilijke situaties en bij tijdsdruk onder controle. In deze situaties blijft ze zowel kalm als doortastend en brengt haar mogelijkheden en grenzen duidelijk naar voren. Typerend voor de Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg is dat ze initiatiefrijk en creatief is, ze weet van aanpakken, ziet kansen en kan deze oppakken en weet creatieve oplossingen te bedenken voor nieuwe vraagstukken. De Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft een voorbeeldfunctie ten aanzien van maatschappelijke normen en waarden. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden draagt zij maatschappelijke normen en waarden uit bijvoorbeeld ten aanzien de sociale omgang, hygiëne in het algemeen en de persoonlijke verzorging. De Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg reflecteert regelmatig op haar beroepsmatig handelen, zodat zij blijft leren van haar werkzaamheden en haar handelingsrepertoire regelmatig bijstelt. Daarnaast verricht (alleen) de Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg verpleegtechnische handelingen, zoals medicijnen toedienen op een deskundige en verantwoorde manier. Jouw kwaliteiten De Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft te maken met de volgende keuzes en dilemma’s: - het individueel belang van de cliënt versus het belang van de cliëntgroep, - het bevorderen van de zelfstandigheid van de cliënt versus het waarborgen van de veiligheid van de cliënt, de omgeving, - tijd versus kwaliteit, - respecteren van waarden, normen en opvattingen van anderen versus de eigen waarden. Normen en professionele zienswijze: - betrokkenheid bij de cliënt versus professionele distantie. - de eigen professionele waarneming versus de beleving van de cliënt. - vasthouden aan afspraken uit het plan van aanpak versus flexibel inspelen op een veranderende cliëntvraag, - werkzaamheden zelf uitvoeren versus inschakelen van anderen, - honoreren van de wensen van de cliënt versus de mogelijkheden van de organisatie, - waarborgen van de eigen veiligheid versus de veiligheid van de cliënt, - handelen wel of niet aanpassen t.a.v. de ondersteuning, - handelen wel of niet aanpassen in een veranderende situatie, zoals crisis- en onvoorziene situaties. Jouw sector: 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 6 van 38
De Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg is werkzaam in instellingen die diensten, ondersteuning en zorg bieden aan mensen met een verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke of meervoudige beperking, al dan niet in combinatie met gedragsproblematiek of psychiatrische problematiek. De instellingen bieden zorg- en dienstverlening op het gebied van wonen, dagbesteding en/of vrije tijd. Denk hierbij aan woonvoorzieningen voor verstandelijk of lichamelijk beperkte cliënten (waaronder kleinschalige woonvormen en begeleid wonen), zorgboerderijen, welzijnsinstellingen, activiteitencentra voor dagopvang, sociale werkplaatsen. De hulpverlening is doorgaans intramuraal of semi-muraal, in toenemende mate wordt ambulante zorg geboden.
3.2 Wat kun je na je opleiding doen? Je kunt na je opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg een leuke baan zoeken, maar nog even doorleren kan ook. Met het diploma kun je doorstromen naar HBO opleidingen, bijvoorbeeld de opleiding Sociaal pedagogische hulpverlening / Social Work of de opleiding HBO Verpleegkunde.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 7 van 38
ONDERWIJS 4. Alles over de opleiding Het onderwijs binnen het Vitalis college gaat uit van drievoudige kwalificatie: 1) het beroep, 2) taal en rekenen en 3) loopbaan en burgerschap. In paragraaf 4.1 kun je hier meer over lezen. Het onderwijs binnen het Vitalis college is competentiegericht. Bij competentiegericht onderwijs sluit het onderwijs nauw aan bij de beroepspraktijk. Op school werkt je bijvoorbeeld aan een opdracht die je ook tegen kunt komen in de praktijk. Daarnaast is het leren in de praktijk een belangrijk onderdeel van de opleiding. Dit noemen we de beroepspraktijkvorming (BPV). In paragraaf 4.2 en 4.3 staat hoe het leren op school en in de beroepspraktijk vorm krijgt. Ten slotte kun je in paragraaf 4.4 lezen hoeveel tijd je gemiddeld kwijt bent met je studie. Het onderwijs is zoveel mogelijk afgestemd op jouw specifieke kennis en ervaring. Het doel is dat je aantoont succesvol te kunnen functioneren in de beroepspraktijk. Dit betekent dat: jij als student gestimuleerd wordt om een actieve rol te nemen in je leerproces. jij en je studieloopbaan centraal staan. jouw leerervaringen in de beroepspraktijk een grote rol spelen Het onderwijsprogramma is afgeleid van de beroepspraktijk. de kerntaken, werkprocessen, bijbehorende beroepsproducten en competenties het uitgangspunt vormen voor het beroepsgerichte deel van het opleidingsprogramma. er geleerd wordt in de context van de beroepspraktijk. er geïntegreerd beoordeeld wordt in de context van de beroepspraktijk. Niet alleen na afloop maar ook tijdens je leerproces. vooraf bekend is waar je op beoordeeld wordt en welke eisen hiervoor gehanteerd worden.
4.1 Wat ga je leren? De opleiding voldoet aan een aantal wettelijke eisen voor wat betreft beroep, algemene vorming én loopbaan en burgerschap: De eisen van het beroep staan beschreven in het kwalificatiedossier. In dat dossier staan ook de specifieke eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde taal die nodig zijn voor het uitoefenen van het beroep. Naast specifieke eisen bestaan er ook algemene of generieke eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde taal. Deze eisen zijn afhankelijk van het opleidingsniveau. Verder krijg je te maken met wettelijke eisen voor Loopbaan en burgerschap. Bovenstaande onderdelen zijn door de minister vastgesteld en dus wettelijk verplicht. Om een diploma te ontvangen moet je voldoen aan de eisen van het kwalificatiedossier, de algemene eisen voor taal en rekenen én de eisen voor Loopbaan en burgerschap.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 8 van 38
A. Het Beroep Bij competentiegericht onderwijs ligt het accent op de taken die horen bij het beroep. Voor het goed uitvoeren van deze taken heb je competenties nodig. Deze competenties bestaan uit een combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag. In het kwalificatiedossier staat welke competenties een beginnende beroepsbeoefenaar moet beheersen. Belangrijke begrippen van het kwalificatiedossier zijn kerntaken, werkprocessen en competenties. Kerntaak Kerntaken geven de belangrijkste werkzaamheden van de beroepsoefenaar weer. Deze taken zijn kenmerkend voor het beroep waarvoor jij wordt opgeleid. In het geval van de Persoonlijk begeleider Gehandicaptenzorg is er bijvoorbeeld de kerntaak “Opstellen van een plan van aanpak”. Werkproces Een werkproces bestaat uit een aantal samenhangende activiteiten die horen bij een kerntaak. Die activiteiten hebben een begin, een eind en leiden tot een duidelijk resultaat. Een voorbeeld van een werkproces is: " Voert coördinerende taken uit " .
Overzicht kerntaken en werkprocessen Voor jouw opleiding ziet het overzicht van de kerntaken en werkprocessen er als volgt uit:
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 9 van 38
K1: Medewerker maatschappelijke zorg K2: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg K3: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Kwalificatie Kerntaak
Werkproces
K1 K2 K3
Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak 1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt
x
x
x
1.2 Schrijft het plan van aanpak
x
x
1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan
x
x
Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
x
x
x
2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
x
x
x
2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
x
x
x
2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
x
x
x
2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven
x
x
2.6 Ondersteunt het sociale systeem
x
x
2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit
x
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
x
x
x
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
x
x
x
3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
x
x
x
3.4 Voert coördinerende taken uit
x
x
3.5 Voert beheertaken uit
x
3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
x
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 10 van 38
x
x
Competentie Je werkt aan de kerntaken en werkprocessen met behulp van competenties. Een competentie is het vermogen om in de beroepspraktijk je werk goed te doen. Dit vermogen bestaat uit een combinatie van kennis, houding en vaardigheden. Voor het MBO gelden 25 competenties (zie de tabel hieronder). Welke competenties binnen jouw opleiding aan bod komen, is afhankelijk van het opleidingsniveau en het beroep. A
Beslissen en activiteiten initiëren
N
Onderzoeken
B
Aansturen
O
Creëren en innoveren
C
Begeleiden
P
Leren
D
Aandacht en begrip tonen
Q
Plannen en organiseren
E
Samenwerken en overleggen
F
Ethisch en integer handelen
R
Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
G
Relaties bouwen en netwerken
S
Kwaliteit leveren
H
Overtuigen en beïnvloeden
T
Instructies en procedures opvolgen
I
Presenteren
U
Omgaan met verandering en aanpassen
J
Formuleren en rapporteren
V
Met druk en tegenslag omgaan
K
Vakdeskundigheid toepassen
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
L
Materialen en middelen inzetten
X
Ondernemend en commercieel handelen
M
Analyseren
Y
Bedrijfsmatig handelen
B. Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen Voor alle opleidingen geldt dat je in je beroep te maken krijgt met werkzaamheden waar een bepaald beheersingsniveau van de Nederlandse taal voor nodig is. Denk bijvoorbeeld maar eens aan het schrijven van een rapportage. Deze eisen staan in het kwalificatiedossier genoemd. Dit noem je generieke eisen. Er staan ook generieke eisen voor rekenen en Engels bij niveau 4 opleidingen vermeld. Voor wat betreft Nederlands, rekenen en Moderne vreemde talen (MVT) wordt er een onderscheid tussen generieke en specifieke (beroepsgerichte) kwalificatie-eisen gemaakt. Specifieke kwalificatie-eisen Bij een aantal opleidingen staan in het kwalificatie dossier ook specifieke eisen voor rekenen en MVT genoemd. In deze opleidingen waar Nederlands, rekenen en MVT deel uitmaken van het beroep, worden deze vaardigheden ontwikkeld en geëxamineerd.
Generieke kwalificatie-eisen Bij generieke kwalificatie-eisen voor Nederlands, rekenen en MVT gaat het dus om eisen die algemeen gelden voor een bepaald opleidingsniveau. Het gaat daarbij om basiskennis en –vaardigheden die voor alle studenten van belang zijn. Voor de kwalificatie-eisen van Nederlands en rekenen wordt er gewerkt met het referentiekader van Meijerink (1F, 2F, 3F en 4F) die een opklimmende graad van moeilijkheid aangeven. Voor elk referentieniveau is aangegeven wat studenten paraat hebben (weten), functioneel kunnen gebruiken (toepassen) en wat ze begrijpen (weten waarom). Voor MVT wordt gebruik gemaakt van het Europese Referentiekader (ERK). Bij MVT wordt bij elke vaardigheid de taalniveaus A1, A2, B1 en B2 beschreven. Examinering Alle generieke eisen worden geëxamineerd. De verdere examinerings- eisen staan verder in hoofdstuk 7. In het examenplan ( § 7.1) staat welke onderdelen van Nederlands, rekenen en MVT getoetst worden en aan welke eisen jij moet voldoen. Bij de start van de opleiding wordt je beginniveau voor taal en rekenen met een toets bepaald, waardoor zichtbaar wordt op welk niveau je de vaardigheden beheerst. In de opleiding ontwikkel jij deze vaardigheden tot het vereiste niveau.
C. Loopbaan en burgerschap Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling is een volledig onderdeel van de opleiding. Dit onderdeel komt onder meer terug tijdens de studieloopbaan begeleiding (SLB). Het gaat daarbij om het vinden van een goede aansluiting tussen jouw kwaliteiten en interesses én de mogelijkheden die het beroepenveld kan bieden. Loopbaanoriëntatie en –ontwikkeling bestaat uit de volgende elementen: Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Werkexploratie Loopbaansturing Netwerken Burgerschap De beschrijving van burgerschap verwoordt de eisen die de multiculturele Nederlandse samenleving aan haar burgers en inwoners stelt. De leerlijn Burgerschap is samengesteld uit vier dimensies: politiek-juridische dimensie economische dimensie deelname aan het arbeidsproces en consumentisme sociaal-maatschappelijke dimensie vitaal burgerschap Uitleg van de elementen en dimensies vind je in § 7.1, deel C. Op de website www.kwalificatiesMBO.nl/Overige thema’s vind je meer informatie over Loopbaan en Burgerschap.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 12 van 38
4.2 Hoe is je opleiding ingedeeld? In de opleiding gaat het om leren in de beroepspraktijk en leren op school. Deze twee vormen van leren staan niet los van elkaar maar vormen een eenheid. In deze paragraaf kun je lezen hoe het onderwijs op school eruit ziet. In de volgende paragraaf (§ 4.3) staat hoe de beroepspraktijkvorming wordt aangeboden. Grofmazig Leerplanschema: Doorstroom BOL./BBL. Fase 1+2 Periode Integraal
1
Fase 3 2
3
4
BP. 2.5 Plannen en uitvoeren van verpleegtechnisc he vaardigheden (K) ( PBGZ.) Werkproces 2.7
BP. 3.3 Versterken van het netwerk (K) Werkproces 2.5 / 2.6
1 verantwoordingsversl ag over de kwalificerende BP.’s: 2.3 – 2.4 (K) Werkproces 1.1 / (2.1) / 2.4
BP. 3.1 Bevorderen van dagbesteding (K) Werkproces 2.3 / 2.4 / 3.3 / 3.5
BP. 3.4 Coördineren van de begeleiding (K) Werkproces 1.1 / 1.2 / 1.3 / 3.4
1 verantwoordingsversl ag over de kwalificerende BP.’s: 3.1 – 3.3 – 3.4 (K) Werkproces 1.1 / 2.5 / 3.3
Beroepsprestatie BP. 2.3 Bevorderen van het leefklimaat (K ) Werkproces 1.1 / 1.2 / 2.2 / 3.6
BP. 2.4 Geven van advies en voorlichting (K) Werkproces 2.6 / 3.1
AG. methodemix Werkproces Fase 2: 1.2 / (2.1) / 2.2 Werkproces Fase 3: 2.3 / 2.6 / 3.6 THEMA
BPV Project
Methodisch werken met en verdiepen in de doelgroepen
Kwaliteit in zorg en begeleiding
Coördineren van begeleidingstak en
De persoonlijk begeleider GZ./ SD.
x
x
x
x
-------------
---------------------
----------------
-----------------
---------
------------
------------
XX
Verdiepingsopdrac ht Intervisie
Integrale opdrachten Thema-aansturing Workshops
X X
------
- VTHA 1 EHBO. * - VTHA 2a /2b ** Verpleegtechnische vaardigheden GZ. *** - Verslavingszorg voor SD. Indien nog niet aantoonbaar geweest in eerdere opleidingen inspanningsverplichti ng concretiseren ( + aantoonbaar geïntegreerd in het onderwijscurriculum), inclusief themadag. x
- Ziektebeelden en syndromen - Intimiteit en seksualiteit
- Palliatieve zorg - Innovaties in de zorg
x
x
x
Engels
x
x
x
x
Rekenen
x
x
x
x
Burgerschap
Conceptueel
X
Nederlands
- Coaching van jezelf
afronding
Vakkennis ( thema’s KD.) Probleemtaak College
Vaardighede n
SLB
* ** *** Verpleegtechnisch handelen --> theorie X * ** *** Verpleegtechnisch handelen --> skills X Loopbaan: * Je professionele ontwikkeling doorlopende aandacht !
Afronding van: L ( B)
Tevens Leren- en Leervaardigheden meenemen / integreren; zie Kompas
Loopbaan: * Je professionele ontwikkeling doorlopende aandacht ! Tevens Leren- en Leervaardighede n meenemen / integreren. POP.gesprek ( in toetsweek of tijdens slb.-tijd)
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 14 van 38
Een voorbeeld van een periode: Fijnmazig Raamwerk Doorstroom BOL/ BBL Periode 1 Cohort 2011 Thema: Methodisch werken met en verdiepen in de doelgroep BP 2.3 Bevorderen van het leefklimaat BP 2.4 Geven van advies en voorlichting WK
Onderwijsprogramma Begeleidingsplan / Ondersteuningsplan
Workshop
COL * **
VAA * **
Ned
Rek
Eng
Wk1
Casus cliënt maken
VTHA 1 (EHBO) *
Verpl. techn. handelen x
Verpl. techn. handelen x
x
x
x
Wk2
Oriëntatie + probleemdefiniëring
x
x
x
x
x
Wk3
Doel( en) formuleren
x
x
x
x
x
Wk4
Activiteiten / plan van aanpak
x
x
x
x
x
Wk5
Presentatie ondersteuningsplan
x
x
x
x
x
VTHA 2A / 2B ** Verslavingszorg voor PBSD.
Wk6
Bijstelling - voortgang van proces
x
x
x
x
x
Wk7
Evaluatie
x
x
x
x
x
Hoe ziet een lesweek eruit? Voorbeeld: Ma
Di
Wo
Do
1
8:30-9:00
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
2
9:00-9:30
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
Vr
REKEN MV00 H0511c REKEN
3
9:30-10:00
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
MV00 H0511c SEKIN
4
10:00-10:30
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
JG02 H0615
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 15 van 38
SEKIN
5
10:45-11:15
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
JG02 H0615 SEKIN
6
11:15-11:45
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
JG02 H0615 SLB/ALG
7
11:45-12:15
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
HF11 H0615 SLB/ALG
8
12:45-13:15
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
HF11 H0615 SLB/ALG
9
13:15-13:45
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
HF11 H0615 InOpA
10
13:45-14:15
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
KH02 H0615 InOpA
11
14:30-15:00
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
KH02 H0615 InOpA
12
15:00-15:30
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
KH02 H0615 NED
13
15:30-16:00
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
TS74 H1213b NED
14
16:00-16:30
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
TS74 H1213b ENG
15
16:30-17:00
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
AP83 H0617 ENG
16
17:00-17:30
PRDAG
PRDAG
PRDAG
PRDAG
AP83 H0617
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 16 van 38
4.3 Alles over de beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming wordt ook wel BPV of stage genoemd. In deze paragraaf kun je lezen hoe de beroepspraktijkvorming vorm heeft gekregen binnen jouw opleiding. In de Praktijkovereenkomst (POK) wordt vastgelegd waar je de BPV uitvoert en voor welke periode. Bij aanvang van iedere nieuwe BPV-periode wordt er een nieuwe POK gemaakt. Je volgt een opleiding in de sector Zorg en Welzijn. Dit is een 24-uurssector. Tijdens de praktijkdagen werk je volgens de roostering van de stageplaats. Dat betekent dat je werkt met onregelmatige diensten zowel doordeweeks als in het weekend. De BPV vindt plaats in de vorm van een POK. Praktijkovereenkomst (POK) In de Praktijkovereenkomst (POK.) worden alle rechten en plichten van de student, de praktijkbegeleider van de instelling en het Vitalis college vastgelegd. De POK wordt ondertekend door alle drie de partijen. Bij aanvang van iedere nieuwe BPV-periode wordt er een nieuwe POK gemaakt. In de POK staat de BPV- uren-eis vermeld waar je als BOL-student aan moet voldoen. Aan deze uren-eis moet voldaan worden om in aanmerking te komen voor diplomering. Registratie, het bijhouden van de daadwerkelijk gemaakte BPV-uren is daarom erg belangrijk voor de BOL- student. In de Praktijkovereenkomst (POK.) wordt vastgelegd waar je de praktijk uitvoert en voor welke periode. Werktijden en diensten Een student BOL / Doorstroom heeft 4 dagen per week stage. Een stageweek van 4 dagen omvat 26 tot 30 uur BPV. Gedurende een Doorstroom-jaar heb je op vaste dagen BPV.
Procedure BPV-plaatsen RBB West-Brabant Vitalis welzijn Het RBB West-Brabant is het centrale punt voor de planning van de BPV voor de opleidingen Gezondheidszorg en (M)MZ van: Avans Hogeschool in Breda, niveau 5 (HBO-verpleegkundige) Kellebeek College in Roosendaal, zorghulp, helpende, verzorgende, verpleegkundige en (M)MZ Vitalis College in Breda, zorghulp, helpende, verzorgende, verpleegkundige en (M)MZ Je kunt het RBB West-Brabant bereiken van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur via 0765733318 of
[email protected]. Wij doen ons uiterste best om alle studenten zo goed mogelijk van een BPV-plaats te voorzien. Dit doen we aan de hand van een aantal regels. Deze regels zijn (worden) vastgesteld in overleg tussen school en RBB. Uitgangspunten plaatsing Het RBB plaatst studenten op een BPV-plaats op basis van opleiding, woonplaats, eerdere BPV, belangstelling en eventuele uitstroom/specialisatie. Hiertoe worden de persoons- en adresgegevens gebruikt zoals deze bij de onderwijsinstelling zijn opgegeven. Bij de plaatsing gebruikt het RBB de volgende uitgangspunten: 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 17 van 38
Afspraken BPV-plaatsen De BPV-plaatsen worden standaard geregeld vanuit het RBB. Het RBB maakt hierover afspraken met zorg- en welzijnsinstellingen in de regio. Je mag niet zelf een BPV-plaats zoeken, tenzij je toestemming hebt van het RBB om een bepaalde locatie/organisatie te benaderen. Ook als er iets wijzigt in je BPV-plaats of als je onverhoopt een andere plaats nodig hebt, dient dit altijd via het RBB te gaan. Bereikbaarheid BPV-plaatsen De BPV-plaats is voor jou met het openbaar vervoer te bereiken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat je zelf de afstand van en naar een openbaarvervoerhalte kan overbruggen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat je zelf inspanningen levert om ook tijdens onregelmatige diensten op de BPV-plaats te kunnen komen (bijvoorbeeld meerijden, afspraken maken met collega-studenten). Het is ook mogelijk dat een zorg- en welzijnsinstelling mogelijkheden biedt om intern te verblijven. Type zorg- en welzijnsinstelling Bij het matchen wordt gestreefd naar een spreiding in type zorg- en welzijnsinstellingen gedurende de studie. Dit is afhankelijk van het aanbod van BPV-plaatsen. Wanneer je een bepaalde uitstroom/specialisatie hebt gekozen, dan word je in dat leerjaar ook geplaatst in een passende instelling. Wanneer dit onverhoopt niet mogelijk is, wordt dit in een vroeg stadium met jou en school besproken. Voor de BPV in bepaalde leerjaren kun je een belangstellingsformulier invullen. Dit geldt voor Helpende zorg en welzijn tweede leerjaar, (M)MZ derde leerjaar. Gezien het beperktere aanbod in BPV-plaatsen voor lagerejaars, worden hier geen belangstellingsformulieren opgevraagd. Wel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met woonplaats en achtergrond. Op een belangstellingsformulier kun je aangeven waar je graag je BPV wilt doen. Deze belangstellingsformulieren geven geen garantie voor een bepaalde instelling, locatie of branche. Op het formulier kun je ook aangeven waar je per se niet naar toe wilt. Er zijn verschillende mogelijkheden om in het buitenland BPV te volgen. Kijk voor meer informatie op portal onder I-BPV. Werktijden en diensten Je volgt een opleiding in de zorg en welzijn. Dit is een 24-uurssector. Dat betekent dat je ook onregelmatige diensten en weekenddiensten draait. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de arbeidstijdenwet en afspraken in de CAO. Houd er rekening mee dat je minimaal een keer op een leerafdeling geplaatst kan worden. Procedure bekendmaking BPV en bezwaar Een aantal weken voorafgaand aan een BPV-periode maakt het RBB een conceptplanning. Het RBB bespreekt de conceptplanningen eerst met de SLB-er en past deze indien nodig aan. Vervolgens worden de conceptplanningen op portal geplaatst. De studenten kunnen deze inzien. Elke student kan op school en thuis inloggen op portal. Wanneer de conceptplanningen gereed zijn wordt dit vanuit school gecommuniceerd. Op de conceptplanning staat een termijn genoemd. Indien je wilt reageren op deze planning kun je binnen de gestelde termijn contact opnemen met het RBB. Een BPV-plaats kan in deze conceptfase gewisseld worden onder de volgende omstandigheden: - indien studenten, in overleg met het RBB, onderling wisselen van BPV-plaats - indien de zorg- en welzijnsinstelling bezwaar maakt tegen de plaatsing. RBB zoekt dan een andere BPV-plaats - indien door uitval/wisseling van een andere student een beter passende BPV-plaats beschikbaar is gekomen - indien in overleg met school blijkt dat de student zijn/haar competenties of leerdoelen duidelijk aantoonbaar niet kan behalen binnen de instelling Vanaf het moment dat de planning definitief is kan de BPV-plaats alleen nog gewijzigd worden in het geval dat: 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 18 van 38
zorg- en welzijnsinstelling bezwaar maakt tegen de plaatsing (met reden, bijvoorbeeld vanwege eerdere problemen binnen instelling) - in overleg met school alsnog blijkt dat de student zijn/haar competenties of leerdoelen duidelijk aantoonbaar niet kan behalen binnen de instelling. Wanneer zich bijzondere situaties voordoen in de loop van de opleiding waarin bovenstaande regels niet voorzien, wordt in overleg tussen school, RBB, student en indien nodig zorg- en welzijnsinstelling naar een oplossing gezocht. -
Contact met de zorg- en welzijnsinstelling Wanneer de definitieve planningen op portal staan, staat hier altijd een datum bij wanneer je contact op kunt nemen met de zorg- en welzijnsinstelling. Bij sommige instellingen moet je ook solliciteren, dit staat dan ook vermeld. Sommige zorg- en welzijnsinstellingen zullen zelf al contact opnemen met jou, andere wachten af tot je zelf contact opneemt. Als je niets hoort van de zorg- en welzijnsinstelling, dan kun je altijd zelf even bellen. In de BPV-box (www.brabantzorg.net/bpv-box) vind je van een aantal instellingen meer informatie over je BPV. Jouw gegevens Het plannen van de BPV-plekken vindt plaats via een besloten beveiligd internetsysteem waar zorg- en welzijnsinstellingen kunnen zien wie bij hen op stage komt. Zorg- en welzijnsinstellingen hebben een aantal gegevens nodig ruim voordat jij daar komt, waaronder je burgerservicenummer. Daarom vragen wij alle nieuwe studenten of wij van tevoren hun burgerservicenummer mogen doorgeven aan de zorg- en welzijnsinstelling waar ze hun BPV doen. Je krijgt hierover bericht thuis. Ouderejaars hebben dit bericht al gehad. Bijzondere situaties Mocht je al bij de start van de opleiding weten dat je wegens bepaalde redenen (bijv. chronische ziekte/aandoening) niet op een bepaalde BPV-plaats of type BPV-plaats geplaatst kunt worden, dan dien je dit in een zo vroeg mogelijk stadium bij de studieloopbaanbegeleider te melden en een formulier in te vullen. De SLB-er bepaalt in overleg met de BPV-coördinator vervolgens of voor jou een uitzondering gemaakt kan worden op bovenstaande BPV-regels. Dit geldt alleen als de student dit bij aanvang van de studie meldt of als dit vanaf een bepaald moment tijdens de opleiding geldt. Neem in het laatste geval contact op met je studieloopbaanbegeleider.
Internationale stage In principe biedt het Vitalis college de gelegenheid om een internationale stage te volgen. Informeer naar de mogelijkheden voor jouw opleiding bij je SLB-er. Voor verdere informatie omtrent de BPV/stage: zie het "Handboek BPV 2013".
4.4 Studiebelasting Een opleiding kent een minimaal aantal contacturen per leerjaar. Voor alle studenten ligt de wettelijke eis op 850 uren. Deze contacturen worden bestaan uit begeleide onderwijstijd en beroepspraktijkvorming, ook wel stage genoemd. Het Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering (bijlage 1) geeft een overzicht van het aantal uren per leerjaar. Daarin staat dat het aantal uren en de verdeling daarvan voldoen aan de wettelijke eisen en de normen van het Vitalis college.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 19 van 38
5 Alles over de begeleiding 5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding Onder studieloopbaanbegeleiding (SLB) verstaan we alle activiteiten die erop gericht zijn om studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Je krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen met wie je de resultaten en ontwikkeling van jouw leerroute bespreekt. Deze studieloopbaanbegeleider heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in je studieloopbaanplanning. Je wordt begeleid om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je studieloopbaan. Je wordt begeleid op het persoonlijk vlak. Je gaat dus: gericht informatie verzamelen over kenmerken, mogelijkheden en eisen van opleiding en beroep. inzicht krijgen in de eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties. bovenstaande informatie over opleiding, beroep en eigen persoon eigen maken en op grond daarvan keuzes maken. reflecteren op evaluaties en beoordelingen en daar vervolgens acties aan verbinden. zorgen voor een gevuld (digitaal ) portfolio en een Plan van Aanpak waarin je je ontwikkeling zichtbaar maakt. de bewijzen uit je portfolio laten zien aan de studieloopbaanbegeleider Deze zijn voorwaarde om aan examens te kunnen deelnemen. De SLB begeleider heeft hierin een adviserende rol. Individuele begeleiding krijg je van de studieloopbaanbegeleider en je BPV-begeleider op stage. Voorbeelden van individuele begeleiding zijn: je beginsituatie helder krijgen, individuele leervorderingen bespreken, bewijsstukken portfolio checken, stage-ervaringen bespreken, feedback geven op persoonlijke leerdoelen en acties. Groepsbegeleiding van de SLB-er vindt plaats in een groep en is gericht op begeleiding die voor alle studenten min of meer gelijk is. Voor verdere informatie over het hoe en wat rondom SLB.- begeleiding binnen afdeling MMZ: zie het "Handboek SLB".
5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering Een indicatie wordt bij aanvang of tijdens je studie gesteld. Er volgt een melding bij SS&B (Servicecentrum Studie & Beroep) wat kan resulteren in extra begeleidingstijd binnen en/of buitenschools. De aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met SS&B gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Waarbij in acht wordt genomen dat de student tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als dusdanig zelfstandig moet kunnen functioneren.
5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie Tijdens het doorlopen van je studie kan je soms tot de conclusie komen dat de opleiding die je gekozen hebt niet haalbaar is. Dit kun je bespreken met je studieloopbaanbegeleider. Deze verwijst je door naar het Onderwijsservicebureau Zorg (OSB Zorg).
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 20 van 38
De Trajectbegeleider Zorg van het OSB Zorg gaat verder met je in gesprek en zal samen met jou (en je ouders/verzorgers) kijken naar de te nemen vervolg stappen. Tevens bestaat de mogelijkheid tot doore verwijzen naar de 3 lijnszorg.
5.4 Klachten Binnen het Vitalis college is er een bezwaar- en klachtenregeling van kracht. Deze kan op diverse momenten in werking gaan. De bezwaar- en klachtenregeling staat op de website van het Vitalis college onder de keuzeknop “studenten”: Link: www.vitaliscollege.nl. De bezwaar- en klachtenregelingen zijn gebaseerd op het deelnemersstatuut, waarin de rechten en plichten van studenten zijn vastgelegd. Het deelnemersstatuur kun je op dezelfde plaats vinden als de bezwaar- en klachtenregelingen.
5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd Speciaal hiervoor zijn er binnen het Vitalis college een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld. De verwijzing naar deze personen kan via de studieloopbaanbegeleider, begeleiders, instructeurs, studentenloket of via het servicebureau plaats vinden. Je kunt ook zelfstandig contact zoeken met de vertrouwenspersoon. Aan het begin van je opleiding krijg je een folder met de namen van de vertrouwenspersonen en hoe en waar ze te bereiken zijn. Je meldingen worden in vertrouwen behandeld. De directeur van het Vitalis college wordt geïnformeerd over het aantal meldingen en de aard van die meldingen. Dit gebeurt zonder de naam van de melder.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 21 van 38
6 Alles over de beoordeling De opleiding kent twee soorten beoordelingen: Ontwikkelingsgericht beoordelen; beoordelen om te leren. Deze beoordelingen zijn onderdeel van het opleidingsprogramma. Kwalificerend beoordelen; beoordelen om te kijken of je voldoet aan de eisen voor een diploma. Deze beoordelingen vind je in het examenplan. Voor wat betreft het kwalificerend beoordelen zijn alle partijen gebonden aan de regels van het Examenreglement Competentiegericht Onderwijs (CGO) van het ROC West-Brabant, het handboek examinering van het Vitalis college en de aanvullende regels van het cluster. Deze zijn te vinden op de website van het Vitalis college. In bijlage 2 zijn hiervoor de links opgenomen.
6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen 0-metingen, ontwikkelingsgerichte toetsen, voortgangstoetsen, diagnostische toetsen. Het zijn allemaal toetsen die bedoeld zijn om je te informeren waar je staat in je ontwikkeling. De resultaten van je toets worden met je doorgenomen door de docent die de les verzorgt. Het geheel van je studieresultaten wordt studievoortgang genoemd. Deze wordt regelmatig met je besproken door je studieloopbaanbegeleider. In § 6.2 studievoortgang gaat het over de studievoortgangsregeling van je opleiding. De “GO” voor kwalificerende examinering heeft een adviserende waarde: de studieloopbaanbegeleider heeft op basis van je studievoortgang ingeschat dat je een redelijke kans maakt om succesvol aan de kwalificerende examinering deel te nemen. Bij een “NO GO” is op basis van je studievoortgang ingeschat dat je kansen hiervoor beduidend minder zijn. Omdat elke student recht heeft op deelname aan de kwalificerende examinering, staat het elke student vrij om het ontvangen advies op te volgen. Een student kan zich dus ook in geval van een “NO GO” aanmelden voor kwalificerende examens. Tijdens de uitvoering van een Fase (zie tabel paragraaf 4.2) werk je onder andere aan de beroepsprestaties. Soms zijn deze beroepsprestaties ontwikkelingsgericht. Ook de aftekenlijsten van de verschillende vakken en jouw portfolio zijn voorbeelden van een ontwikkelingsgerichte beoordeling. In de voortgangsregeling staat onder 6.2 aangegeven wat de (ontwikkelingsgerichte) normen zijn om door te mogen naar het volgende leerjaar. Een aantal beroepsprestaties zijn kwalificerend, d.w.z. het zijn examens die je met een voldoende moet af sluiten om je diploma te behalen. Deze beroepsprestaties vind je terug in het examenplan (zie paragraaf 7). Voor het overige: zie studiegids.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 22 van 38
6.2 Studievoortgang Om bevorderd te worden naar het volgende leerjaar moet je naast het kwalificerende gedeelte ook voldoen aan een aantal andere voorwaarden. Deze voorwaarden en de overgangscriteria kun je raadplegen in de studievoortgangregeling en de overgangsregeling. Beide regelingen worden in deze paragraaf beschreven.
Studievoortgangregeling: Examinering: De student moet de beroepsgerichte examenonderdelen met een normscore van minimaal 'Voldoende' aangetoond afsluiten. Indien dit niet het geval is, volgt een herkansing of de mogelijkheid tot reparatie ( zie : Handleiding Kwalificeren Algemeen). Onderwijs: De aan de beroepsgerichte gekoppelde ondersteunende onderwijsactiviteiten dienen als 'voldoende' afgetekend te zijn ( door docent / slb.'er).
Aanwezigheid: De opleiding hanteert een aanwezigheidsplicht van 100 %. Wanneer de student achterloopt met de gangbare planning van het onderwijs bekijkt de slb.'er in overleg met de student wat dit voor gevolgen heeft voor het onderwijstraject. Eventueel wordt de student niet bevorderd naar het volgende leerjaar, waardoor studievertraging wordt opgelopen. De workshops vormen een uitzondering ( in het MMZ.-team), omdat hierbij de afspraak geldt dat de student maximaal één bijeenkomst mag missen, met een gegronde reden ( ziek zijn, calamiteit ). Wanneer de student meer dan één bijeenkomst afwezig is, krijgt de student een vervangende opdracht. De slb.'er bewaakt dan de aftekening van de inhaalopdracht. Vrijstelling: Bij het examenbureau kun je tevens een aanvraag doen om te onderzoeken of je recht hebt op vrijstellingen ten aanzien van examenonderdelen. Recente relevante diploma's of relevante eerder verworven competenties / kwaliteiten kunnen je opleidingstraject verkorten. In het document 'Examenreglement ROC WB / Vitalis college (www.vitaliscollege.nl) kun je de vrijstellingsgronden terugvinden.
Studievoortgang: Het examenbureau stelt de voortgang vast in overleg met de clusterexamencommissie. Wanneer in het eerste jaar blijkt dat de studievoortgang van de student geen uitzicht biedt op resultaat, dan bespreekt de slb.'er in overleg met de student welke opleiding wel geschikt zou kunnen zijn.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 23 van 38
Ontwikkelingsgerichte toetsplan van: Persoonlijk begeleider Gehandicaptenzorg / Specifieke doelgroepen; Doorstroom Crebocode: 92661 en 92662 cohort: 2013 BOL/BBL: BOL ROC West-Brabant, Vitalis college,Cluster Welzijn Toetsnaam/-code
Setting School
LW-A-01
Toetsvorm
BPV X
Periode afname
Aantal kansen
1
TOA-NL-Lezen
X
Schriftelijk
1
1
TOA-NL-Luisteren
X
Schriftelijk
1
1
TOA-Rekenen
X
Schriftelijk
1
1
TOA-Engels
X
Schriftelijk
1
1
TOA-LB
X
Schriftelijk
1
1
LW-A-02
X
2
LW-A-03
X
3
LW-A-04
X
4
Voldoende aangetoond
Overgangsregeling: Overgangsregeling van het 1e naar het 2e leerjaar: De student wordt bevorderd naar het 2e leerjaar, indien uiterlijk in lesweek 8 van leerperiode 4: 1. De kwalificerende beroepsprestatie 1.4 met 'Voldoende' aangetoond is beoordeeld. 2. Het Verantwoordingsverslag van Fase 1 met 'Voldoende' aangetoond is beoordeeld. 3. Het assessmentgesprek van Fase 1 met 'Voldoende' aangetoond is beoordeeld. Wanneer de student aan het einde van het eerste leerjaar de kwalificerende onderdelen niet heeft behaald, dan wordt de student een half jaar teruggeplaatst. De student moet bij terugplaatsing alle onderwijsactiviteiten volgen. Overgangsregeling van 2e naar het 3e leerjaar: De student wordt bevorderd naar het 3e leerjaar, indien uiterlijk in lesweek 8 van leerperiode 8: 1. De kwalificerende beroepsprestaties 2.1, 2.2, 2.3 en ... met 'Voldoende' aangetoond zijn beoordeeld. 2. Het Verantwoordingsverslag van Fase 2 met 'Voldoende' aangetoond is beoordeeld. 3. Het assessmentgesprek van Fase 2 met 'Voldoende' aangetoond is beoordeeld. Uitzondering ( om gegronde redenen ): inleveren van Verantwoordingsverslag kwalificerend portfolio in week 8 en in week 9 vindt het assessmentgesprek plaats. Wanneer de student aan het einde van het tweede leerjaar de kwalificerende onderdelen niet heeft behaald dan wordt de student een half jaar teruggeplaatst. De student moet bij terugplaatsing alle onderwijsactiviteiten volgen. Procedure uitstel toetsing: Wanneer afgeronde examenproducten na week 8 worden ingeleverd kan de student toestemming vragen om na de zomervakantie te kwalificeren. De student moet dan een schriftelijk verzoek indienen ( formulier: 'uitstel toetsing') bij het examenbureau / CLEC. Het kwalificerend portfolio moet dan voor de zomervakantie binnen zijn mèt het schriftelijke verzoek erbij. Indien dit schriftelijke verzoek niet aanwezig is volgt alsnog een half jaar terugplaatsing. 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 24 van 38
EXAMINERING 7. Kwalificerend beoordelen 7.1 Examenplan In het examenplan komt de drievoudige kwalificering naar voren. Examinering richt zich op: 1) het beroep, 2) algemene vorming voor taal en rekenen en 3) loopbaan en burgerschap. Voor elk onderdeel is er in deze paragraaf een examenplan opgenomen.
A. Specifiek (beroepsgericht) Opleidingsnaam:
MZ. / PBGZ. DOORSTROOM
Cohort: 2013-2014
Vitalis college
Crebocode:
92661
BOL
onderdeel van ROC West Brabant
Brondocument
KD. 2012 Maatschappelijke Zorg De certificeerbare eenheden, welke deel uitmaken van het Kwalificatiedossier MMZ. 4, PBGZ./PBSD. Zijn: *Begeleiden bij dagbesteding* Begeleiden bij wonen en huishouden Examenproduct
Examen
Kwalificerende gedeelte
2.4 Geven van advies en voorlichting
2.6 - 3.1
CKU - K
KBP-M-2.5
2.5 Plannen en uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
2.7
KLT
KVV-M-F2
Verantwoordingsverslag
1.1 2.1
N F
X
1
Aangetoond
1
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 25 van 38
X
X
1-2
2
4
2
Beoordelaa r BPV
KBP-M-2.4
Aangetoond
Beoordelaa r School
X
Aantal Beoordelaa rs
DN-EJM-CLRT-DJM
Kwalificerende BP.'s : 2.3 Bevorderen van het leefklimaat
Afnamecondities Periode
1.1- 1.2- 2.2- 3.6
KBP-M- 2.3
BPV
Competenties
Plaats examen School
Zelf
Inkoop
Kerntaak/ Werkprocessen
Cesuur / Weging
Aantal Herk.
Ex. Code
Welzijnszorg ● Vastgesteld op datum: 25-09-2013
X
X
Examenproduct
Examen
KAG-M-F3
Assessmentgesprek
X
M D C
2.3- 2.4- 3.3- 3.5 2.5 - 2.6
CDLQ-CELQU-EQJLY BHK - CKU
1.1- 1.2- 1.3- 3.4 1.1 2.5 3.3
DN-EJM- JKQR- EQ N H E
2.3 2.6 3.6
U U D
Aangetoond
1
Aangetoond
1
Aangetoond
1
Aangetoond
1
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 26 van 38
4
2
X
2-3
2
X
4
2
X
X
4
2
X
X
X
Beoordelaa r BPV
X
1.2 2.1 2.2
Beoordelaa r School
Verantwoordingsverslag
U
Aantal Beoordelaa rs
KBP-M-3.4 KVV-M-F3
2.4
Afnamecondities Periode
X
KBP-M-3.3
Kwalificerende BP.'s 3.1 Bevorderen van dagbesteding 3.3 Versterken van het netwerk 3.4 Coördineren van de begeleiding
KBP-M-3.1
Competenties
Plaats examen School
X
Kerntaak/ Werkprocessen
Cesuur / Weging
BPV
Assessmentgesprek
Zelf
Inkoop
KAG-M-F2
Kwalificerende gedeelte
Aantal Herk.
Ex. Code
X
Herkansing De opleiding kent drie kwalificerende momenten (zie het examenplan). Deze zijn leidend gedurende de opleiding (de doorstroom-opleiding kent één kwalificerend moment aan het einde van het doorstroom jaar). Ieder kwalificerend moment bestaat uit de methodemix met drie onderdelen, namelijk: - Kwalificerende BP.('s) - Verantwoordingsverslag - Assessmentgesprek op school De student moet (op het niveau van werkprocessen en competenties) al de onderdelen behalen volgens de normscore ‘voldoende’ c.q. 'aangetoond'. Indien dit niet het geval is volgt een herkansing of reparatie (zie ook Handleiding Kwalificering Algemeen). 1 Kwalificerende BP.( 's) De student dient van de beoordelingslijst uit de BP.('s) 100% van de competenties met normscore aan te tonen. Indien niet alle competenties binnen het (gevraagde) werkproces behaald zijn, kunnen deze alsnog behaald worden. De manier waarop is afhankelijk van de oorzaak: Oorzaak A De student heeft de opdracht uitgevoerd, maar een of meerdere competenties binnen het werkproces zijn onvoldoende aangetoond. De student heeft recht op een herkansing van het betreffende werkproces van de BP. De assessor geeft op de herkansingsopdracht aan welk werkproces en welke competentie(s) van welke BP. dit betreft. De reeds behaalde competenties van dat werkproces blijven behouden. Oorzaak B De student heeft het werkproces niet kunnen uitvoeren, omdat de situatie zich in het werkveld niet voordoet. De student krijgt de gelegenheid om betreffend werkproces via dezelfde opdracht in een andere werksetting uit te voeren of via een simulatieopdracht op school uit te voeren. Een simulatieopdracht moet qua niveau, complexiteit en verantwoordelijkheid altijd vergelijkbaar zijn met de originele kwalificerende opdracht . De opdracht zal altijd worden uitgevoerd in een (gesimuleerde) beroepssituatie. 2 Verantwoordingsverslag Indien de student in het verantwoordingsverslag een competentie niet voldoende heeft verantwoord, volgt een herkansing van het verantwoordingsverslag. 3 Assessmentgesprek Indien de student in het assessmentgesprek een competentie niet voldoende heeft aangetoond, volgt een herkansing van het assessmentgesprek.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 27 van 38
B Generiek: Nederlands, rekenen en Engels BOL opleiding niveau 4 éénjarig. Cohort 2013 (start: september / februari) Schooljaar van diplomering: septembergroep: 2013-2014 Aantal kansen
Periode
Toets vorm
Aantal beoordelaars
Vereist niveau vaardigheid
Duur
Code:
Vaardighedenexam en
Weging examen
Eindcijfer met slaag-/zakbeslissing
1 Cijfer 50%
Pilotexamens voor Lezen en Luisteren Voor Nederlands wordt het eindcijfer voor de pilotexamens (= 1 eindcijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot 1 héél eindcijfer (van 1-10.) Dit is het cijfer voor het onderdeel Nederlands. Behaalde resultaten hebben geen invloed op de slaag-/ zakregeling
Nederlands KN-le
KN-lu
KN-sc
Lezen
3F
Luisteren
3F
Schrijven, incl. taalverzorging
3F
Digitaal
60 min
Digitaal
60 min
Schriftelijk
60 min
nvt nvt
Sept. groep jan/febr 2014
2
2 2 2
2 KN-ge
Gesprekken voeren
3F
Mondeling
P3, 4
10 min per stud.
2
2 KN-sp
Spreken
3F
Mondeling
10 minuten
P3, 4
1 Cijfer 50%
2 Resultaat wordt vermeld op een bijlage bij het diploma
Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden, geldt de slaag-, zakregeling van dat studiejaar van diplomering.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 28 van 38
BOL opleiding niveau 4 éénjarig. Cohort 2013 (start: september / februari) Schooljaar van diplomering: februarigroep: 2014-2015 Aantal kansen
Toets vorm
Periode
Vereist niveau vaardigheid
Aantal beoordelaars
Vaardighedenexam en
Duur
Code:
Weging examen
Eindcijfer met slaag-/zakbeslissing
1 Cijfer 50%
Verplichte centrale examens voor Lezen en Luisteren Instellingsexamens voor Schrijven, Spreken en Gesprekken. Voor Nederlands wordt het eindcijfer voor het centraal examen (= 1 eindcijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot 1 héél eindcijfer (van 1-10.) Dit is het cijfer voor het onderdeel Nederlands. **Behaalde resultaten hebben wel invloed op de slaag-/ zakregeling
Nederlands KN-le
KN-lu
KN-sc
Lezen
3F
Luisteren
3F
Schrijven, incl. taalverzorging
3F
Digitaal
60 min
Digitaal
60 min
Schriftelijk
60 min
nvt nvt
Febr. groep nov/dec. 2014
2
2 2 2
2 KN-ge
Gesprekken voeren
3F
Mondeling
P3,4
10 min per stud.
2
2
KN-sp
Spreken
3F
Mondeling
10 minuten
P3,4
2
1 Cijfer 50%
Resultaat wordt vermeld op een bijlage bij het diploma. ** Uitwerking zak- en slaagregeling, ten minste 5/6 voor N/E. Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden, geldt de slaag-, zakregeling van dat studiejaar van diplomering. 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 29 van 38
BOL opleiding niveau 4 éénjarig. Cohort 2013 (start: september / februari) Schooljaar van diplomering: septembergroep: 2013-2014 Schooljaar van diplomering: februarigroep : 2014-2015
Digitaal
120 min.
n.v.t.
Sept. groep jan/febr. 2014 Febr. groep nov/dec. 2014
Aantal kansen
3F
Toets vorm
Periode
Rekenen Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden
Vereist niveau vaardigheid
Aantal beoordelaars
KR-1 Rekenen eindtoets 3F
Vaardighedenexam en
Duur
Code:
2
Weging examen
Eindcijfer met slaag-/zakbeslissing
1 cijfer (100%)
Pilotexamen rekenen Behaalde resultaten hebben GEEN invloed op de slaag-/ zakregeling Resultaat wordt vermeld op een bijlage bij het diploma.
Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden, geldt de slaag-, zakregeling van dat studiejaar van diplomering.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 30 van 38
BOL opleidingen niveau 4 één jarig. Cohort 2013 (start: september / februari) Schooljaar van diplomering: septembergroep: 2013-2014 Schooljaar van diplomering: februarigroep : 2014-2015 Aantal kansen
Toets vorm
Periode
Vereist niveau vaardigheid
Aantal beoordelaars
Vaardigheden examen
Duur
Code:
Weging examen
Eindcijfer met slaag-/zakbeslissing
Weging: de 5 onderdelen van het examen Engels wegen even zwaar. Dat betekent dat alle cijfers worden opgeteld en gemiddeld door vijf.
Instellingsexamens TOA: lezen, luisteren, schrijven.
Engels KE-le
Lezen
B1
Digitaal (TOA)
60 min
nvt
2
KE-lu
Luisteren
B1
Digitaal (TOA)
60 min
nvt
2
A2
Schriftelijk (TOA)
60 min
KE-sc
KE-ge
KE-sp
Schrijven
Gesprekken voeren gecombineerd met:
Spreken
A2
A2
Mondeling
10 min per stud.
Mondeling
10 min per stud
nvt
2
2
P3, P4
2
Instellingsexamens: Spreken/ gesprekken voeren. Cijfer deelexamen: cijfer met 1 decimaal achter de komma.
2
Slaag-, zakregeling: **Gemiddeld eindcijfer ten minste een vijf (heel cijfer van 110).
2
Resultaat wordt vermeld op een bijlage bij het diploma.
** Uitwerking zak- en slaagregeling, voor februarigroep, ten minste 5/6 voor N/E. Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden, geldt de slaag-, zakregeling van dat studiejaar van diplomering.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 31 van 38
C Loopbaan & Burgerschap Loopbaan Je moet voldoen aan de kwalificatie eisen van het beroep, de generieke eisen én aan de kwalificatie eisen voor loopbaan (en burgerschap). Binnen het onderdeel loopbaan onderzoek je wat je kunt, wat je wilt, wat je nodig hebt om een plaats in de maatschappij te vinden die bij je past en aansluit op je mogelijkheden. Het onderdeel Loopbaan is opgenomen in de leerlijn studieloopbaanbegeleiding. MMZ is een opleiding waarin de student de mogelijkheid wordt geboden zich te ontwikkelen tot competent beroepsbeoefenaar in een leeromgeving die duidelijk, overzichtelijk en uitdagend is voor student en medewerker. Dit doen we door het verantwoorden van de gekozen onderwijsvormen, een opbouw van het onderwijs van algemeen naar specifiek, het invullen van het onderwijs volgens thema’s en het integreren van het onderdeel loopbaan in de opleiding.
Elementen
Periode
Intensiteit begeleiding
Resultaat inspanning student, wordt beoordeeld. --> resultaatsverplichting.
1
Integreren in slb.- tijd
Bewijsstukken
Capaciteitenreflectie (wat kan ik)
1-2-3
Integreren in slb.- tijd
Bewijsstuk / verslag(reflectie)
Motievenreflectie (wat wil ik)
1-2-3
Integreren in slb.- tijd
Bewijsstuk / verslag(reflectie)
2-3
Integreren in slb.- tijd
Bewijsstuk / verslag(reflectie)
2-3-4
Integreren in slb.- tijd
Bewijsstuk / verslag(reflectie)
2-3-4
Integreren in slb.- tijd
Bewijsstuk / verslag(reflectie)
Activiteiten Loopbaan: * Je professionele ontwikkeling. Doorlopende aandacht!!
Werkexploratie (wat zijn de mogelijkheden binnen het werkveld) Loopbaansturing (mijn planning gericht op de mogelijkheden van jezelf en het werkveld) Netwerken (gericht contacten zoeken die mij kunnen helpen om planning loopbaan uit te voeren) KL KL KL KL KL
Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Werkexploratie Loopbaansturing Netwerken
■ Capaciteitenreflectie ■ Motievenreflectie ■ Werkexploratie ■ Loopbaansturing ■ Netwerken
4 4 4 4 4
Resultaten van alle 5 elementen wegen even zwaar.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 32 van 38
Bewijsstuk / verslag (reflectie) Bewijsstuk / verslag (reflectie) Bewijsstuk / verslag (reflectie) Bewijsstuk / verslag (reflectie) Bewijsstuk / verslag (reflectie)
Burgerschap Je moet voldoen aan de kwalificatie eisen van het beroep, de generieke eisen én aan de kwalificatie eisen voor (loopbaan en) burgerschap. Binnen het onderdeel burgerschap wordt gewerkt aan 4 dimensies: politiek juridisch, economisch, sociaal maatschappelijk en vitaal burgerschap. Tijdens de opleiding besteed je aandacht aan alle dimensies. We spelen daarbij in op de actualiteit. MMZ is een opleiding waarin de student de mogelijkheid wordt geboden zich te ontwikkelen tot competent beroepsbeoefenaar, in een leeromgeving die duidelijk, overzichtelijk en uitdagend is voor student en medewerker. Burgerschap wordt geïntegreerd in de BPV en in het onderwijs ( colleges, integrale opdrachten, workshops, gastdocenten) . Onderwerpen die aan bod komen zijn ethiek rondom begeleidingsaspecten MMZ.-doelgroep, intimiteit / seksualiteit, ex-verslaafde.
Activiteiten
Werken aan 'oriëntatie' (opdrachten) Burgerschap, over alle dimensies; studenten dienen zich oriënterend te verdiepen, middels persoonlijke inzet.
Afhankelijk van actualiteit: één van de onderstaande dimensies X KB Politiek juridisch X KB Economisch X KB Sociaal maatschappelijk X KB Vitaal Burger Schap
Periode
Intensiteit begeleiding
P1,2,3 en 4
Geïntegreerd in de slb.-tijd; wekelijks op lesdag.
Resultaat inspanning student, wordt beoordeeld. --> resultaatsverplichting. Bewijs: uitwerking van de oriëntatie van alle dimensies / verslag + evt. aanvullende bewijsstukken.
Jaarlijkse Themadag
Minimaal: belichten v. X KB Economisch X KB Sociaal maat schappelijk
Doorstroom-jaar
1 hele dag, per leerjaar, evt. met begeleider.
Bewijsstukken / verslag: (Reflectie-)Verslag: ( lettertype: arial 11 // minimaal 5 pagina’s ( A4-tjes) ) - Elke student geeft zijn eigen ervaringen weer van die dag, in een individuele uitwerking. - Hij beschrijft of de leerdoelen behaald zijn met argumenten. - Hij maakt een reflectieverslag over de voorbereiding- en uitvoeringsfase van de Themadag, volgens de STARRT-methode.
Geïntegreerd in onderwijsaanbod; ( zie fijnmazig leerplanschema )
KB Politiek juridisch KB Economisch KB Sociaal maatschappelijk KB Vitaal Burgerschap
Gehele Doorstroomjaar; P.1 t/m 4
Minimaal een lesuur / per week.
Bewijsstukken van de lesactiviteiten; aan te tonen via lesopdrachten + uitwerking van lesopdrachten en verslagen.
VTHA1 workshop (EHBO.) Workshop Intimiteit en seksualiteit Workshop: Palliatieve zorg Thema-aansturing; budgettering / HRM. Workshop: Coaching van jezelf Workshop: Innovatie(s) in de zorg
P. 1 P. 2 P. 3 P. 3 P. 4 P. 4
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 33 van 38
BPV opdracht
KB Politiek juridisch KB Economisch KB Sociaal maatschappelijk KB Vitaal Burgerschap
P. 1 t/m 4
Afhankelijk van behoefte student door begeleider
Cesuur: “Voldaan” aan bovenstaande inspanningseisen aangetoond / niet aangetoond -
Inclusief aan het einde van de opleiding: ( Reflectieverslag over Leren) --> vlgs. ' verleden-heden-toekomst '- model.) Reflectieverslag over Loopbaan --> vlgs. ' verleden-heden-toekomst '- model. Reflectieverslag over 2 burgerschap dimensies --> vlgs. ' verleden-heden-toekomst '- model.
Alle 4 dimensies wegen even zwaar.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 34 van 38
BPV opdracht / uitwerking van Beroepsprestatie
7.2 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? Binnen het cluster Welzijnszorg regelt het cluster examenbureau de organisatie van examens, de registratie van beoordelingen/ resultaten en het uitschrijven van diploma’s. In het examenplan zijn de examens vastgelegd. Het cluster examenbureau legt van iedere student een examendossier aan. Dit blijft eigendom van het examenbureau. Er is een centrale examenregeling ROC West-Brabant. Deze kun je vinden op de website van het Vitalis college (www.vitaliscollege.nl) onder studenten, regeling en procedures. In deze regeling zijn de examenrechten van studenten vastgelegd We adviseren je dit document aandachtig door te nemen. De clusterexamencommissie Welzijnszorg bestaat uit: Voorzitter: Secretaris: Leden: Team ZH en HZW N.1+2 : Team MMZ. : Administratief medewerker :
Yvonne Vincenten Erika Pronk J. Koops E. Koulman E. Rits
Informatie aan de student over examinering Voordat er tot diplomering kan worden overgegaan, moet er voldaan zijn aan de (minimaal) vereiste BPV. uren / tijd en onderwijsuren/tijd ( en/of voldaan zijn aan het voldoende uitvoeren van de (inhaal-) schoolopdrachten). Uitslag examenresultaten De voorlopige uitslag van elke toets c.q. examenonderdeel wordt door de examinator na afname van de toets/het examenonderdeel bekend gemaakt. De definitieve uitslag wordt door de examencommissie binnen 15 werkdagen bekend gemaakt, tenzij er sprake is van door externen gehouden en beoordeelde examenonderdelen. Inzagerecht, bewaartermijn en bespreekrecht Gedurende 6 maanden na de uitslag van de betreffende examenonderdeel hebben studenten recht op inzage van het werk. Gedurende 10 dagen na de voorlopige uitslag is er voor belanghebbenden bovendien recht op bespreking van het materiaal met de examinator met motivering van de beoordeling.
7.3 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? Het examenbureau bewaart gedurende 1 jaar voor de inspectie en voor jouw zekerheid in je examendossier de volgende kwalificerende bewijsstukken (examenproducten).Deze horen bij de examenonderdelen van het examenplan:
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 35 van 38
Voorbeelden van bewijsstukken zijn: Beoordelingslijsten proeven / beroepsprestaties Verantwoordingsverslag + beoordeling Assessmentverslag + beoordelingslijst Kennisexamen Vaardighedenexamen De vaststelling van je resultaten wordt verwerkt in een digitaal leerlingvolgsysteem Het cluster examenbureau controleert aan het einde van je opleiding of je aan alle eisen voor diplomering hebt voldaan. Pas als alles in orde is kan tot diplomering worden overgegaan. Na diplomering bewaren we een kopie van je diploma.
7.4 Wat moet je zelf bewaren? Het examenbureau zal je verzoeken om een verklaring te ondertekenen dat je zelf alle onderliggende bewijsstukken van de proeven / beroepsprestaties tot ten minste 1 jaar na de diplomering bewaart.
7.5 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat je het niet eens bent met de einduitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. Je dient dan binnen 14 dagen na bekendmaking van de uitslag je bezwaar schriftelijk te melden bij de secretaris van de cluster examencommissie. Dit geldt alleen voor de kwalificerende beoordeling (de examens), dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens je studieloopbaan. Voor die gevallen ga je naar je studieloopbaanbegeleider. Het bezwaarformulier vind je op de website van het Vitalis college (www.vitaliscollege.nl) onder studenten, regeling en procedures. Ben je het niet eens met de uitspraak van de clusterexamencommissie dan kun je een beroepsschrift opsturen naar de Commissie van Beroep Examens ROC West Brabant, Secretariaat Raad van Bestuur, Trivium 76, 4873 LP Etten-Leur.
7.6 Inspectie De inspectie van het onderwijs is belast met de kwaliteitscontroles op de examens. De inspectie bepaalt jaarlijks welke examens van welke opleidingen zij onderzoekt. Resultaten van inspectiebeoordelingen worden gepubliceerd op de website van de inspectie.
8 Wijzigingsblad Tussentijdse wijzigingen van een OER worden bekend gemaakt via een wijzigingsblad. Zodra de wijziging is vastgesteld wordt deze bekendgemaakt. De studieloopbaanbegeleider bespreekt de wijziging met de betreffende studenten en het wijzigingsblad wordt in Itslearning gepubliceerd.
Bijlagen 1. Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering 2. Diverse documenten op de website www.vitaliscollege.nl 92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 36 van 38
Bijlage 1: Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 37 van 38
Bijlage 2: Diverse documenten op de website Op de website van het Vitalis college: www.vitaliscollege.nl staan onder de keuze knop ‘Studenten’ verschillende documenten waarin belangrijke aanvullende informatie wordt gegeven. In sommige gevallen wordt in het OER naar deze documenten verwezen. Per document wordt hierna een korte omschrijving gegeven. Onderwijsovereenkomst (afkorting OOK)
Dit document bevat de juridische tekst en een uitleg over je onderwijs overeen komst en je praktijk overeen komst.
Praktijkovereenkomst (afkorting POK)
Voor je Beroepspraktijkvorming (ook BPV of stage genoemd), teken je een praktijkovereenkomst. In deze overeenkomst staan de gedragsregels, verlof, praktijktijd, aansprakelijkheid, eindtermen en verzekeringen beschreven. De praktijkovereenkomst is een afspraak tussen jou, Vitalis college / ROC West-Brabant en het praktijkbedrijf.
Deelnemersstatuut MBO
Het deelnemersstatuut is onderdeel van je Onderwijsovereenkomst en bevat regels, rechten en plichten voor jou als student van Vitalis college / ROC West-Brabant. Ook staat in het statuut hoe je moet handelen bij eventuele conflicten met medestudenten en docenten.
Onderwijs- en examenregeling (afkorting OER)
OER staat voor onderwijs- en examenregeling. Voor ieder opleiding is een OER opgesteld. In zo'n document is vermeld hoe het onderwijs en de examens van de desbetreffende opleiding zijn ingericht.
Bezwaar en klachtenregelingen
Wanneer mensen intensief met elkaar samenwerken, kan er ook wel eens iets niet zo lekker lopen. Voor klachten van studenten of ouders / verzorgers bestaat een speciale regeling. Deze regeling is er op gericht om klachten samen op te lossen.
Procedure bij fraude
In de procedure bij fraude wordt toegelicht wat onder fraude of plagiaat wordt verstaan tijdens examens of andere beoordelingssituaties in het kader van een opleiding en welke procedure wordt gevolgd als dit wordt geconstateerd.
Examenreglement ROC WestBrabant
Het examenreglement bevat algemeen geldende regels met betrekking tot de examinering. Deze zijn ook van toepassing op de examinering bij het Vitalis college. Het reglement heeft o.a. betrekking op: inschrijving examens, vrijstellingen, afwijkende examinering bij specifieke doelgroepen, onregelmatigheden, aanwezigheid, bekendmaking van de examenuitslag, inzagerecht, bezwaar en beroep.
92661 (M)MZ Pers.begel. Gehandicaptenzorg, doorstr. van NV3 naar NV4, start sept-febr, BOL, cohort 2013, versie 1.0 Pagina 38 van 38