ROC Nijmegen, Brinnummer 25 PN Onderwijs-en Examenregeling (OER) 2013 92661 Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) (2013_08) Registratienummer OER: 92661BOL2013_08 Variantnummer: Voor je ligt de OER (Onderwijs- en Examenregeling) van je opleiding. Hierin staat hoe de opleiding er uit ziet en hoe de examinering is georganiseerd. Het is belangrijk dat je dit goed bespreekt met je studieloopbaanbegeleider. Bij het schrijven van deze OER zijn steeds de mannelijke vorm 'hij' en de woorden 'je' of 'jij' gebruikt. Uiteraard worden met deze termen ook 'zij' en 'u' bedoeld. Mocht je rond examinering vragen hebben, dan kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider, teammanager van het team waar je opleiding onder valt, of bij het examenbureau. Bij het examenbureau kun je ook terecht voor formulieren en klachten rond examinering. Je team(s): Maatschappelijke zorg. Je locatie: Campusbaan 6, 6512 BT Nijmegen. Opleidingsniveau: 4. Leerweg: BOL. Kwalificatiedossier 2013-2014: Maatschappelijke Zorg te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Certificeerbare eenheden: Ja. Wettelijke beroepsvereisten: Nee. Branche vereisten: Nee. Betrokken kenniscentrum: Calibris (voorheen OVDB). Aantal klokuren: De in deze OER opgenomen beperkte onderwijsplanning is slechts een indicatie. De opleiding garandeert het wettelijk verplichte aantal uren begeleid onderwijs te verzorgen op school en in de beroepspraktijk, zie artikel 2,5 lid 3 van de Wet op de Studiefinanciering - WSF 2000. Vastgesteld door de (Domein)examencommissie op 16-06-2014. Zo nodig hebben de onderwijsdirecteuren gezorgd voor afstemming tussen teams en leerwegen vanuit het besluit Eén Crebo, één OER. Deze OER gaat in op 01-08-2013 en loopt tot en met 31-07-2016 plus maximaal twee jaar. Adres Domeinexamencommissie: Campusbaan 6, 6512 BT Nijmegen.
Overeenkomsten en het Examenreglement Voordat je aan een beroepsopleiding begint, sluit je met ROC Nijmegen een Onderwijsovereenkomst af (kortweg OWO) waarin je rechten en plichten staan. Voor de beroepspraktijkvorming sluit je een Beroepspraktijkvormingsovereenkomst af (BPVO). Hierin staan de rechten en plichten van school, het bedrijf, de student (jij dus) en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Het Kenniscentrum let erop of het BPV-bedrijf wel geschikt is. De examens van je opleiding zijn gebaseerd op het Examenreglement van ROC Nijmegen. Hierin staan onder meer regels over deelname aan examens, inzage van examens en de mogelijkheid klachten in te dienen. Het model OWO, het model BPVO en het Examenreglement kun je inzien op de website van ROC Nijmegen http://www.roc-nijmegen.nl/student/onderwijsinfo/algemene-informatie/rechten-en-plichten. Ook het Studentenstatuut en de Klachtenregeling zijn op deze website te vinden. Als je de Onderwijsovereenkomst ondertekent, betekent dit dat je akkoord gaat met de inhoud van deze documenten. Voor vragen kun je terecht bij het Examenbureau van je locatie. Belangrijke informatie en formulieren vind je ook in de map Examenzaken op Trajectplanner.
Begrippenlijst De begrippenlijst die van toepassing is op deze OER kun je terugvinden in de map Examenzaken op het prikbord van Trajectplanner.
Inhoud van de opleiding en onderwijsregeling OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 1 van 14
De specifieke eisen van de opleiding Je opleiding tot Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bestaat uit de onderstaande kerntaken en werkprocessen, waarvan ook Nederlandse taal deel uitmaakt en waar eventueel vreemde talen in kunnen zitten: Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak
1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt 1.2 Schrijft het plan van aanpak 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan
Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied 2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven 2.6 Ondersteunt het sociale systeem 2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen 3.4 Voert coördinerende taken uit 3.5 Voert beheertaken uit 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
De generieke eisen aan Taal en rekenen Je opleiding tot Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bevat de volgende verplichte algemene (generieke) onderdelen volgens landelijke normen: Nederlands met eindniveau 3F Rekenen/Wiskunde met eindniveau 3F
Elke opleiding op niveau 4 krijgt verplicht onderwijs en examens in Engels volgens Europese normen: Lezen en Luisteren B1 Spreken, gesprekken voeren en Schrijven A2
Loopbaan en Burgerschap Van werknemers wordt verwacht dat ze mee kunnen veranderen met hun bedrijf en hun kennis op peil kunnen houden. Ze moeten dus hun hele leven bezig blijven met leren en voor hun loopbaan kunnen zorgen. Je leert daarom op welke manier je het beste leert en welke loopbaan bij je past. De samenleving waarin we leven is ingewikkeld. Om daar goed in te kunnen meedraaien, moeten we van alles weten: over onze rechten en plichten als werknemer en als consument, over politiek, over gezondheid, over onze buurt en cultuur. Loopbaan en Burgerschap (L&B) is onderverdeeld in vijf onderwerpen: Burgerschap 1. De politiek-juridische dimensie. Dit betreft het kunnen deelnemen aan politieke besluiten. 2. De economische dimensie. Dit gaat om twee zaken: (a) een bijdrage leveren aan het arbeidsproces en het bedrijf waar je werkt en (b) het als consument deelnemen aan de maatschappij. 3. De sociaal-maatschappelijke dimensie. Dit gaat over het deel uitmaken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan leveren. 4. De dimensie vitaal burgerschap. Dit gaat over kijken naar je eigen leefstijl en ervoor zorgen dat je een vitaal burger en werknemer bent. OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 2 van 14
Loopbaan
5. Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling. Het is belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling en voor de samenleving als je ervoor zorgt dat je werk kunt vinden dat betekenis heeft of vervolgonderwijs dat aansluit op je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. De dimensie Vitaal Burgerschap wordt verzorgd door het team Sport op Maat voor de BOL-student.
Certificeerbare Eenheid Een deel van de opleiding kan worden afgesloten met als Certificeerbare Eenheid: • Begeleiden bij dagbesteding Je hebt recht op dit certificaat indien je bij de volgende werkprocessen/ competenties hebt aangetoond: - Werkproces 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding. - Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied - Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen - Werkproces 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning • Begeleiden bij wonen en huishouden Je hebt recht op dit certificaat indien je de volgende werkprocessen/competenties hebt aangetoond: - Werkproces 2.1 Ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging - Werkproces 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden - Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied - Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen - Werkproces 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
Wettelijke beroepsvereisten Deze opleiding kent geen wettelijke beroepsvereisten.
Branchevereisten Deze opleiding kent geen branchevereisten.
Vrije Ruimte Van de vrije ruimte wordt geen gebruik gemaakt.
Het opleidingsprogramma De opleiding Maatschappelijke Zorg maakt gebruik van onderwijsmaterialen van het Consortium MBO. Voor een actuele planning van het onderwijsprogramma wordt verwezen naar de studentenportal. Het opleidingsprogramma BOL komt in grote lijnen overeen met dat van de BBL. Inhoud, planning en duur van de verschillende onderdelen van het programma kunnen echter afwijken (de verschillende programmaonderdelen worden immers in minder binnenschoolse uren aangeboden). Over een meer gedetailleerde invulling van het programma word je geïnformeerd door je studieloopbaanbegeleider. Gedurende de eerste weken van de opleidingen word je uitgebreid geïnformeerd over de wijze waarop je met het verwerven van je competenties op school en in de praktijk aan de slag gaat. Meer informatie hierover lees je ook in de boekjes van het Consortium MBO die je hebt aangeschaft. Leerlijnen Wie een beroep wil leren, gaat proberen de beroepswerkzaamheden in de vingers te krijgen. Het is van groot belang dat dit zo realistisch mogelijk gebeurt. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor ons onderwijs.
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 3 van 14
We werken hier volgens het leerlijnenmodel. 1. Integrale leerlijn (projecten) Bij een project staat het maken van een beroepsproduct, of het leveren van een gevraagde dienst, centraal. De opdracht die je krijgt is complex, beroepsecht, levensecht en herkenbaar. De gemaakte opdracht of de geleverde dienst moet je verantwoorden; waarom zo en niet anders? Projecten kunnen zowel individueel als in groepsverband worden uitgevoerd. De docent is vooral begeleider. 2. Conceptuele leerlijn (cursussen) Vakspecialistische kennis maak je je eigen door deel te nemen aan cursussen. Je krijgt inzicht in de theorie achter de taken die je als beroepsbeoefenaar moet uitvoeren. Je voert een opdracht niet echt uit, maar aan de hand van een casus beperk je je tot het nadenken over hoe je een beroepstaak zou uitvoeren en over wat de argumenten zijn om het zo te doen. Het gaat in deze leerlijn om professioneel redenen. 3. Vaardighedenlijn (trainingen) Voor sommige beroepstaken zijn bepaalde vaardigheden nodig waarover je moet beschikken. Om die vaardigheden goed te kunnen toepassen moet je vaak oefenen, meestal volgens een vaste werkwijze. In trainingen leer je die werkwijze. De te leren beroepsvaardigheid is beschreven of samengevat in een werkmodel (bijvoorbeeld een stappenplan, procedure of protocol) dat voorschrijft wat je moet doen. 4. Stage lijn (Beroeps Praktijk Vorming, BPV) De BPV is de ideale plaats om beroepstaken te leren. Deze zijn omschreven in een Beroeps Prestatie, dit is een opdracht die je in de echte beroepssituatie uit moet voeren. Je plant de opdracht in het BPV-leerplan, bereidt deze voor met behulp van het ‘werkmodel (wegwijzer) voor een opdracht’ 5. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Tijdens studieloopbaanbegeleiding staat je persoonlijke ontwikkeling centraal. Je wordt hierbij begeleid door je studieloopbaanbegeleider. De SLBlessen ondersteunen je bij het ontwikkelen van competenties, en het verzamelen van informatie die je nodig hebt om met de competenties en werkprocessen aan de slag te gaan. Inzicht in jezelf en in je manier van leren staat hierbij centraal. Ook heeft de studieloopbaanbegeleider minimaal twee keer per jaar een individueel voortgangsgesprek met je. Tijdens dit gesprek zijn je persoonlijke ontwikkeling en je studieresultaten onderwerp van gesprek. Nederlands, rekenen en Engels In het onderwijsprogramma zijn onderdelen ruim geprogrammeerd. De opleiding kan een student verplichten om naast het reguliere aanbod extra bijspijkerlessen te volgen. Beroepspraktijkvorming (BPV) Tijdens je opleiding leer je zowel op school als in de beroepspraktijk. Werken of stage lopen in de beroepspraktijk noemen we beroepspraktijkvorming (BPV). Door veel te oefenen met beroepstaken, zowel op school als in de beroepspraktijk, ontwikkel je competenties. In de BPV ervaar je wat het betekent om je vak uit te oefenen en leer je om te gaan met de regels die daar zijn. Je krijgt hiervoor een praktijk(werk)boek mee. In dit boek staan richtlijnen, opdrachten, (deel)examens en formulieren voor begeleiding en beoordeling. De BPV start bij BOL-studenten in het tweede deel van het eerste leerjaar. De BPV loopt gedurende alle leerjaren door: je loopt een aantal dagen stage per week. In verband met een komende wetswijziging door de minister van onderwijs kan de omvang van de stage in de hogere leerjaren nog worden gewijzigd. Aanvullende en ondersteunende onderwijsactiviteiten kunnen ook op andere dagen plaatsvinden. Voor de beroepspraktijkvorming heb je Beroepspraktijkovereenkomst (BPVO) nodig. Hierin staan de rechten en plichten van de school, het bedrijf, de studenten en de organisatie die erop let of het wel een geschikt BPV-bedrijf is (het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Calibris). Hou er rekening mee dat noch jij, noch de instelling waar je stage loopt, deze overeenkomst zomaar kan beëindigen. Indien de overeenkomst met gegronde redenen wordt beëindigd, zal de opleiding zich inspannen om een nieuwe stageplaats voor je te vinden (dit geldt alleen voor BOL-studenten). Dit kan soms langere tijd duren en betekent in de meeste gevallen dat je een studievertraging oploopt en pas later kan afstuderen. De BPV-planning kan gedurende de opleiding veranderen als gevolg van afspraken met bedrijven/instellingen. Dit kan betekenen dat een BPVperiode doorloopt tijdens de (korte) schoolvakanties. Je houdt recht op schoolvakanties: deze worden dan op een ander tijdstip gepland. Zorg en Welzijn instellingen leveren meestal 365 dagen per jaar en 24 uur per dag zorg en begeleiding. Als je stage loopt moet je dan ook rekening houden met onregelmatige werktijden, weekend- en avonddiensten. De opleiding zorgt voor een stageplaats. Omdat je opgeleid wordt voor een breed werkveld wordt je in het eerste en tweede leerjaar geplaatst zonder dat rekening wordt gehouden met je individuele voorkeur voor een cliëntengroep of instelling. In het laatste leerjaar spant het BPV-bureau zich in om je te plaatsen bij een BPV-instelling die aansluit bij jouw afstudeerrichting en leervragen. De opleiding is afhankelijk van het jaarlijks veranderende aanbod van stageplaatsen en kan dus niet altijd tegemoet komen aan jouw voorkeuren. Je dient rekening te houden met een mogelijk lange reistijd naar en van je stageplaats. Deelname aan onderwijsactiviteiten Je bent verplicht gebruik te maken van het aangeboden opleidingsprogramma en je zo in te spannen dat je een zo goed mogelijk niveau behaalt. Ben je door verlof, ziekte of om andere redenen afwezig bij onderwijsactiviteiten dan moet je de regels in het studentenstatuut en de huisregels van je OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 4 van 14
opleiding volgen. Wat de oorzaak ook is, als de situatie problematisch wordt, krijg je eerst een gesprek hierover met je studieloopbaanbegeleider. Als de situatie niet verbeterd kan worden, kan de opleidingscommissie besluiten nemen ten aanzien van het al dan niet vervolgen van je opleidingstraject. Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) Werkgeversorganisatie Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland VGN, werknemersorganisatie en cliëntenorganisaties van de gehandicaptenzorg hebben het convenant ‘Preventie Seksueel Misbruik’ afgesloten. De bedoeling van het convenant is dat met een aantal maatregelen en transparante procedures extra bescherming tegen seksueel misbruik is te bieden voor mensen met een handicap. Bij een sollicitatie van een toekomstig werknemer, maar ook bij stagiaires van (beroeps)opleidingen wordt een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) gevraagd. Zonder deze verklaring kan en mag je geen stage lopen en is het volgen van de opleiding en examinering niet mogelijk. Omdat je in dat geval niet aan je inschrijvingsverplichtingen hebt voldaan, wordt de Onderwijsovereenkomst ontbonden en draag je zelf de financiële consequenties die daaruit voortvloeien. Informatie en communicatie het opleidingsteam doet zijn best om jou voortdurend zo goed mogelijk te informeren over de inhoud van de opleiding en de verschillende onderdelen, maar ook over planning, roosters en eventuele wijzigingen. Alle informatie is ook digitaal voor jou beschikbaar. Belangrijke mededelingen en nieuwsberichten worden geplaatst op de studenten portal. Voor informatie over competentiegericht opleiden wordt verwezen naar het informatiemateriaal van het Consortium MBO dat je hebt aangeschaft. Bij aanvang van de opleiding ontvang je een reader, waarin de werkwijze en methodiek helder wordt uitgelegd. Je hebt ook zelf een verantwoordelijkheid om je zelf geïnformeerd te houden m.b.v. de studentenportal. De opleiding verwacht dat je alle informatie goed bestudeert en dat je de hulp van je studieloopbaanbegeleider inroept als er onduidelijkheden zijn. We verwachten dat je dagelijks de mails opent die je van de opleiding ontvangt. Raadpleeg op je lesdag ook het informatiescherm op de afdeling. Regels en afspraken Naast de ROC-regels die algemeen gelden zijn voor alle studenten van het ROC, gelden voor de studenten van de opleiding Maatschappelijke Zorg een aantal specifieke regels en afspraken: • Eten, drinken en het gebruik van mobieltjes in de onderwijsruimtes (klaslokalen en open leergebieden) is nadrukkelijk niet toegestaan. • Tijdens de lesgebonden activiteiten en in en om het open leergebied is de voertaal Nederlands. • Indien je te laat komt; een docent heeft de mogelijk je -ongeacht reden-: - de toegang tot de les te ontzeggen als de tussentijdse binnenkomst storend voor de les is. - de mogelijkheid de lestoegang te ontzeggen geldt voor maximaal 1 lesuur (45 minuten). Na de eerste 45 minuten van een les mag de les weer bijwonen. - je aan te spreken op het te laat komen, en maakt hier op trajectplanner een melding van. • Aanwezigheid: Alle lessen en lesvervangende activiteiten moeten worden bijgewoond. Afwezigheid wegens ziekte laat je zo spoedig mogelijk weten door het telefoonnummer 024 8904555 te bellen. Afwezigheid om andere redenen dan ziekte moet van tevoren te worden aangevraagd. • Afwezigheid bij cursussen, trainingen en projecten per periode heeft gevolgen; Bij 2 keer afwezigheid (de redenen van afwezigheid is niet relevant) dien je een extra opdracht uit te voeren. Ben je 3 keer of vaker afwezig, dan is deelname aan de geplande toets of beoordeling niet mogelijk. Je bent zelf verantwoordelijk om de lessen op een ander tijdstip (bij een andere klas of later in de opleiding) in te halen. Je loopt hierdoor studievertraging op. • Onvoldoende resultaten moeten binnen 20 weken ingehaald/herkanst worden
Voortgangseisen van het onderwijs Gedurende de opleiding wordt je studievoortgang regelmatig beoordeeld. Ontwikkelingsgerichte beoordelingen Met ontwikkelingsgerichte toetsen en werkstukken wordt in de gaten gehouden of je genoeg vooruit gaat in je opleiding. Deze toetsen horen bij het leren. Meer informatie hierover vind je in het leerplan en zal door je studieloopbaanbegeleider worden toegelicht in de eerste schoolweken. Een ontwikkelingsgerichte beoordeling leidt tot het oordeel (extra) aangetoond, eventueel deels aangetoond, niet aangetoond, (ruim)voldoende, onvoldoende, (zeer)goed of een cijfer. Indien alle resultaten van ontwikkelingsgerichte beoordelingen met een voldoende (aangetoond) worden afgesloten, lever je voldoende bewijs dat je je goed hebt voorbereid om aan de kwalificerende onderdelen deel te nemen. Hoe verlopen de ontwikkelingsgerichte beoordelingen?
Je krijgt tijdens de opleiding op verschillende momenten voortgangsbeoordelingen. Deze beoordelingen zijn ontwikkelingsgericht. Je komt zo te weten OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 5 van 14
hoe je er voor staat. Tijdens de opleiding houd je een ontwikkelingsportfolio bij. Hierin komen onder andere jouw resultaten van cursussen, weten hoe je er voor staat. Door deze resultaten wordt jouw ontwikkeling als beroepsbeoefenaar zichtbaar. Minimaal twee per jaar (BBL- en BOL – studenten) wordt een voortgangsgesprek gepland met je studieloopbaanbegeleider. In deze gesprekken komen de verzamelde bewijzen (je resultaten) van jouw ontwikkeling aan bod. Resultaatbepaling bij de ontwikkelingsgerichte beoordeling. Er zijn gedurende de opleiding een aantal belangrijke momenten, waarop je ontwikkeling, je behaalde resultaten en de verdere studievoortgang worden besproken. Wanneer
Wat Uitslagen van de AMN-
Na aanmelding bij de opleiding
test bij intake Intakegesprek
Toelichting
Besluit Opleidingscommissie
De test geeft een realistisch
Definitieve toelating op niveau 3
beeld van je capaciteiten
of niveau 4
Op grond van je resultaten krijg Einde blok 2
je een voorlopig advies m.b.t. het vervolgen van je opleiding op niveau 3 of niveau 4 Opleiding vervolgen op niveau 3 Opleiding vervolgen op Aan het gesprek kan een vertegenwoordiger vanuit het werkveld deelnemen. De Op grond van je resultaten,
Einde blok 4 en einde blok 8
beoordelaar adviseren de
zowel ontwikkelingsgericht als Opleidingscommissie. Let op: kwalificerend, wordt bepaald of je voor het vervolgen van de de opleiding vervolgt in een
opleiding op niveau 4 mogen
hoger leerjaar en kunt vervolgen de behaalde resultaten voor op niveau 3 of niveau 4 Nederlands en rekenen
maximaal 1 niveau onder het te bereiken afstudeerniveau liggen.
niveau 4 Afspraak over vervolg van de opleiding onder voorwaarde Met begeleiding op zoek gaan naar andere opleiding Indien 15 % of meer van de
ontwikkelingsgerichte resultaten met een onvoldoende is
afgesloten vindt geen bevordering plaats naar een volgend leerjaar.
Einde blok 4 en einde blok 8
Beoordeling van beroepshouding & taakvolwassenheid
Aan het gesprek kan een vertegenwoordiger van het werkveld deelnemen. De beoordelaars adviseren de Opleidingscommissie
Opleiding vervolgen Afspraak over vervolg van de opleiding onder voorwaarden (bijvoorbeeld verlenging van je opleidingstraject) De opleiding wordt beëindigd
Deelname en herkansing van ontwikkelingsgerichte beoordelingen
Studenten die alle onderwijsactiviteiten hebben bijgewoond kunnen deelnemen aan de toets of het beoordelingsmoment. Bij verzuim van 2 lessen moet eerst een vervangende opdracht worden uitgevoerd. Als de student 3 of meer lessen heeft verzuimd, moeten de lessen eerst worden ingehaald (in een latere periode of bij een andere groep), voordat mag worden deelgenomen aan de toets of het beoordelingsmoment. De reden van verzuim is hierbij niet relevant. Op school moeten ontwikkelingsgerichte beoordelingen worden afgesloten met minimaal een voldoende resultaat. Elke toets mag eenmaal herkanst worden. Bij onvoldoende (niet of deels-aangetoond) resultaat voor de 1 e herkansing van een toets vindt er een overleg plaats in de Opleidingscommissie. De student levert een gemotiveerd verzoek in bij de Opleidingscommissie, waarin een plan voor voorbereiding op een tweede herkansing is opgenomen. De Opleidingscommissie maakt afspraken over de voorwaarden en voorbereidingen voor een eventuele tweede herkansing. Voor een tweede herkansing geeft de Opleidingscommissie toestemming, indien daardoor de kans reëel aanwezig is dat de toets met goed gevolg wordt afgerond. De Opleidingscommissie bepaalt op welke wijze en wanneer deze toetsen kunnen worden afgelegd. In het geval je een tweede herkansing moet doen, kan dat tot gevolg hebben dat de opleiding langer duurt. De opleiding bepaalt voorwaarden, voorbereiding en datum van de eerste of tweede herkansing. In principe vindt een herkansing plaats in de blokperiode direct aansluitend op de periode van eerste toets gelegenheid. Herkansingen kunnen dus mogelijk pas in een volgend schooljaar worden gepland!
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 6 van 14
Bij te laat inleveren van toetsen krijgt de student een ‘onvoldoende’ of niet aangetoond. De eerstvolgende toets gelegenheid krijgt dan de status van een eerste herkansing. De Opleidingscommissie besluit of een onderliggende reden voor het te laat inleveren (bijvoorbeeld vanwege langdurige afwezigheid door ziekte) aanleiding is om hiervan af te wijken. Voorwaarde voor deelname aan examens Op grond van de onderwijsovereenkomst ben je verplicht deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten die worden aangeboden Indien alle resultaten van ontwikkelingsgerichte beoordelingen met een voldoende aangetoond worden afgesloten lever je voldoende bewijs dat je je goed hebt voorbereid om aan de kwalificerende examens deel te nemen De Opleidingscommissie bepaalt of je op basis van de bewijzen deel mag nemen aan de kwalificerende examens De Opleidingscommissie kan besluiten over de wijze waarop je de ontbrekende resultaten en bewijzen alsnog kunt aanleveren De student bepaalt in overleg met de studieloopbaanbegeleider wanneer hij zij klaar is voor de beoordeling om te kwalificeren de studieloopbaanbegeleider draagt de student voor aan de Opleidingscommissie die formeel beslist
School of Beroepspraktijkvorming (BPV) Tijdens je opleiding leer je zowel op school als in de beroepspraktijk. Werken of stage lopen in de beroepspraktijk heet beroepspraktijkvorming (BPV). In de BPV ervaar je wat het betekent om je vak uit te oefenen en leer je om te gaan met de regels die daar zijn. Je krijgt hiervoor een praktijk(werk)boek mee. In dit boek staan richtlijnen, opdrachten, (deel)examens en formulieren voor begeleiding en beoordeling. In Trajectplanner vind je onder de knop Onderwijsplan bij je opleiding een overzicht van de urenverdeling per cursusjaar over de vier onderwijsperioden van het jaar. Je krijgt les ‘op school’ of ‘in de BPV’. Huiswerktijd is hierin niet opgenomen. De planning van de uren op school en in de BPV is indicatief en kan gedurende de opleiding nog wijzigen als gevolg van roostereisen of afspraken met bedrijven en instellingen. Dit kan ook betekenen dat een BPV-periode doorloopt tijdens de schoolvakanties. Je houdt recht op schoolvakanties: deze worden dan op een ander tijdstip gepland. ROC Nijmegen garandeert dat er voldaan wordt aan de wettelijke eisen voor contacttijd en beroepspraktijkvorming.
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 7 van 14
Inhoud van de examens en examenregeling Hierna volgt een uitleg van de examinering van deze opleiding.
De eisen voor het diploma en de slaag/zakregeling Je hebt recht op een diploma wanneer je aan de volgende voorwaarden hebt voldaan: - Je hebt alle kwalificerende examens van de opleiding met een voldoende afgesloten; - Je hebt aan de beroepsgerichte eisen voor Nederlands (en event: de moderne vreemde taal Engels en event. andere talen) voldaan; - Je hebt aan de generieke eisen voor de Nederlandse taal en Rekenen, gebaseerd op referentieniveau 3F, voldaan; - Je hebt aan de generieke eisen Engels Lezen (B1), Luisteren (B1), Spreken (A2), Gesprekken voeren (A2) en Schrijven (A2) voldaan; - Je hebt aan de inspanningsverplichtingen voor Loopbaan en Burgerschap voldaan; - Je hebt de beroepspraktijkvorming (BPV/stage) met een voldoende afgesloten; Als studenten van niveau 4 van cohort 2013 hun opleiding afronden in studiejaar 2013-2014, moeten ze een centraal ontwikkeld pilotexamen (COE) afleggen voor Nederlandse taal Lezen en Luisteren plus instellingsexamens (IE) Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven. Deze studenten moeten ook een COE pilotexamen rekenen afleggen. De resultaten worden niet betrokken in de zak/slaagregeling. Deze studenten moeten ook instellingsexamens afleggen voor Engels. Voor Engels geldt dat minimaal een 5 moet zijn behaald. Als studenten van niveau 4 van cohort 2013 hun opleiding afronden in studiejaar 2014-2015 moeten ze centraal ontwikkelde examens (COE) afleggen voor Nederlandse taal Lezen en Luisteren plus instellingsexamens (IE) Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven. Deze studenten moeten ook instellingsexamens Engels Lezen, Luisteren, Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven afleggen. Deze studenten moeten ook een COE pilotexamen rekenen afleggen. De resultaten voor Nederlands en Engels worden betrokken in de slaag/zakregeling. Om te slagen mag voor Nederlands of Engels een 5 als minimum behaald zijn, als het andere onderdeel is afgesloten met minimaal 6. De resultaten voor Rekenen worden niet betrokken in de slaag/zakregeling. Als studenten van niveau 4 van cohort 2013 hun opleiding afronden in studiejaar 2015-2016 of 2016-2017 moeten ze centraal ontwikkelde examens (COE) afleggen voor de generieke eisen aan Nederlandse taal Lezen en Luisteren plus instellingsexamens (IE) Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven. Deze studenten moeten ook instellingsexamens of pilotexamens (COE) voor de generieke eisen Engels Lezen, Luisteren, Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven afleggen. Deze studenten moeten ook een COE examen rekenen afleggen. De resultaten voor de generieke eisen aan Nederlands, rekenen en Engels worden betrokken in de slaag/zakregeling. Om te slagen mag voor één onderdeel een 5 als minimum behaald zijn, als de andere twee onderdelen zijn afgesloten met minimaal 6. In het Examenplan hieronder wordt beschreven welke kwalificerende examens en beoordelingen er zijn. Tussen examenonderdelen kan weging zijn. Dit staat in het Examenplan per examenonderdeel. De verschillende examenonderdelen in het kort De opleiding bestaat uit 3 fases. Iedere fase sluit je af door aan te tonen dat je voldoende in staat bent om de beroepsprestaties in de praktijk uit te voeren en je handelen te onderbouwen. De beroepsprestaties binnen een fase vormen een exameneenheid. Voor de afsluiting van een fase gebruik je de methodenmix. Door verschillende examenvormen toon je de vereiste kennis, vaardigheden en houding aan. De methodenmix in een fase bestaat uit: 1. De beroepsprestaties De beroepsprestaties voer je uit in de praktijk. Als dit niet haalbaar is, organiseert de opleiding een vergelijkbare opdracht, bijvoorbeeld een simulatietoets. In iedere beroepsprestatie zijn een of meerdere werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier van je opleiding opgenomen. De opdracht in de beroepsprestatie bestaat uit de uitvoering van de totale beroepsprestatie en uit deelopdrachten. Een deelopdracht is een verdieping van een bepaald gedeelte binnen een beroepsprestatie. De uitvoering van een deelopdracht kun je ook binnen schools doen (bijvoorbeeld door op lesdagen op school aan deelopdrachten te werken). Iedere opdracht staat in verband met het resultaat (de bewijsstukken) en de beoordelingslijst. Op deze manier kun je altijd lezen wat je moet doen, welk resultaat dat oplevert en waar je op beoordeeld wordt. Per beroepsprestatie is een beoordelingslijst uitgewerkt. Hierin zie je welk werkproces, competenties met componenten en beoordelingscriteria bij elkaar horen. de beoordelingscriteria vind je in de kolom ‘Prestatie-indicatoren’. Alle bewijsstukken verzamel je in je portfolio. 2. Het verantwoordingsverslag OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 8 van 14
Het verantwoordingsverslag hoort ook bij de methodenmix en is schriftelijk. Bij verantwoording kijk je terug op de kwaliteit van je handelen in de beroepsprestaties. In je verantwoordingsverslag toon je aan dat je inzicht hebt gekregen in je handelen en de achtergrond van je keuzes die je hierbij hebt gemaakt. 3. Het assessmentgesprek Aan het eind van fase 3, vindt er een assessmentgesprek plaats. Je voert een gesprek met een of twee beoordelaars of assessoren. Zij hebben de bewijsstukken in je portfolio beoordeeld. Op basis van de resultaten verlenen zij jou toegang tot het assessmentgesprek. Zij stellen jou kritische vragen over je overtuigingen, je beroepsidentiteit en betrokkenheid bij je beroep. Door de vraagstelling word je uitgedaagd om je beroepshandelen te verantwoorden. Het accent ligt op de werkprocessen en competenties die je in de beoordeling lijst van het assessmentgesprek van de betreffende fase staan. Door het verantwoordingsverslag en het assessmentgesprek leer je om in de praktijk bewust en bekwaamheid (b&b) te handelen. Afronding fases, duur opleiding Fase 2 wordt afgerond met een verantwoordingsverslag. Fase 3 wordt afgerond met een assessmentgesprek. Op deze manier worden de ‘zachte competenties’ (competenties die wat minder specifiek te meten zijn met een enkele praktijkopdracht) geëxamineerd. Het assessmentgesprek wordt in principe gehouden door twee onafhankelijke deskundige beoordelaars, een uit het onderwijs en een uit het werkveld. Na toestemming van Domein Examen Commissie (en stageplaats) kan er aan de student verlenging gegeven worden met een maximum van 6 maanden. Na het gesprek met jou als student, jouw praktijkbeoordelaar en de studieloopbaanbegeleider (SLB-er) vraagt de SLB-er verlenging aan voor jou. Je schrijft zelf een motivatiebrief voor de Domein Examen Commissie. Op basis van vrijstellingen, verleend na het afronden van een EVC-procedure, kan de opleiding worden verkort. Cesuur Het begrip cesuur betekent de grens tussen een voldoende en een onvoldoende. Als je de competenties binnen de werkprocessen in alle fasen van je opleiding voldoende hebt aangetoond voldoe je aan de beroepseisen (het diploma) zoals is vastgelegd in het kwalificatiedossier van je opleiding. Als je aan alle eisen van het betreffende kwalificatiedossier van je opleiding, aan de eisen van Loopbaan en Burgerschap, Nederlands en Rekenen hebt voldaan, dan ontvang je het diploma. Dit heb je gedaan door alle onderdelen binnen de methodemix uit te voeren. De beoordelaars of de assessoren hebben resultaten van al deze onderdelen in hun eindoordeel betrokken. In het examenplan staat bij de beroepsgerichte examens een waarderingsoptie. Deze worden omgerekend tot een cijfer op kerntaakniveau zodra alle examens zijn gedaan. Zowel de examencoördinator als de studieloopbaanbegeleider bespreekt dit met de studenten.
Beroepsprestaties Fase 1
2
Kwalificerende beroepsprestatie
Onderdelen
Periode
locatie
1 e leerjaar
BPV
1.4 begeleiden bij
Beoordelingslijst
basisbehoeften
Kwalificerende bewijsstukken
2.1 omgaan met grensoverschrijdend gedrag
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
2 e leerjaar
BPV
2.2 begeleiden van een groep
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
2 e leerjaar
BPV
2.3 bevorderen van het leefklimaat
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
2 e leerjaar
BPV
2.4 geven van advies en
Beoordelingslijst
voorlichting
Kwalificerende bewijsstukken
2e leerjaar
BPV
2.5 plannen en uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
2e leerjaar
BPV
Verantwoordingsverslag
2 e leerjaar
BPV/school
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
3 e leerjaar
BPV
3 e leerjaar
BPV
3.1 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering 3.2 Verdiepen in de doelgroep 3
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
3.3 versterken van het netwerk
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
3 e leerjaar
BPV
3.4 Coordineren van begeleiding
Beoordelingslijst Kwalificerende bewijsstukken
3 e leerjaar
BPV
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 9 van 14
3 e leerjaar
Assessmentgesprek
School
Beoordelingen in de BPV worden op werkprocesniveau gegeven in woordbepaling (O/V/G) wat gelijk staat aan cijferresultaat (4/6/8). Het gemiddeld behaalde resultaat op werkprocesniveau levert per kerntaak een cijfer op.
Loopbaan en Burgerschap onderdeel 1.Burgerschap
dimensie 1 Politiek-juridisch
vorm - aanbod via opdrachten en projecten - afsluiting met presentaties/ werkmap
periode
locatie
1 e en 2 e leerjaar
school
2 Economisch
- aanbod via opdrachten en projecten - afsluiting met presentaties/ werkmap
1 e en 2 e leerjaar
school
3 Sociaalmaatschappelijk
- aanbod via opdrachten en projecten - afsluiting met presentaties/ werkmap
1 e en 2 e leerjaar
school
1 e ,2 e en 3 e leerjaar, conform programma SOM
School/externe locaties
- aanbod via programma Sport op Maat - afsluiting: behalen vereist aantal 4 Vitaal burgerschap
punten (zie programma SOM)aanbod via training en cursus (fysieke weerbaarheid/gezonde voeding/gezondheid-ziekte en besmetting (BBL) - afsluiting: bewijs van deelname,
2 e en 3 e leerjaar
school
voldoende resultaat toets - aanbod in voorbereiding en uitvoering van de beroepspraktijkvorming. - loopbaan oriëntatie komt aan bod in
2.Loopbaan
5 Loopbaanoriëntatie en ontwikkeling
het programma van de studieloopbaan, de voorbereiding op de BPV en in doorstroomprogramma’s
gedurende de hele BPV en school opleiding
- afsluiting: portfolio en portfoliogesprek; beoordeling aan de hand van scoreformulier “Beroepshouding en taakvolwassenheid”
Alle dimensies moeten met een voldoende resultaat worden beoordeeld
Nederlands (3F) Domein
Subdomein
examencode Examenvorm
Spreken
IE
Periode
Beoordeling
afname
niveau
Laatste fase van de
3F
opleiding Mondelinge taalvaardigheid
Laatste fase Gesprekken voeren
IE
Laatste fase van de
Luisteren CE Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Lezen
Schrijven
van de opleiding
3F
opleiding Laatste fase van de opleiding
IE
3F
Laatste fase van de
3F
3F
opleiding
Toelichting: Cijfer CE: 1 cijfer voor lezen en luisteren Cijfer IE: gemiddeld cijfer voor spreken + gesprekken voeren + schrijven Eindcijfer Nederlands : CE + IE
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 10 van 14
Eindcijfer Nederlands : CE + IE 2
Rekenen (3F) Domein
Subdomein
Examen-
Periode
Beoordeling
vorm
afname
niveau
Getallen 1A. Notatie, taal en betekenis. 1B. Met elkaar in verband brengen. 1C. Gebruiken.
Rekenen
Verhoudingen 2A. Notatie, taal en betekenis. 2B. Met elkaar in verband brengen. 2C.Gebruiken
Laatste fase van de
CE
Meten en meetkunde 3A. Notatie, taal en betekenis.
opleiding
3F
3B. Met elkaar in verband brengen. 3C.Gebruiken Verbanden 4A. Notatie, taal en betekenis. 4B. Met elkaar in verband brengen. 4C.Gebruiken Engels
Examencode Examenonderdeel
Examen-
Periode
Beoordeling
vorm
afname
niveau
Lezen Luisteren Spreken
IE TOA IE TOA
Gesprekken voeren
IE IE
Schrijven
IE
Laatste fase van de opleiding
B1 voor Lezen en Luisteren, A2 voor Spreken, gesprekken voeren en Schrijven
Toelichting: Cijfer per onderdeel op 1 decimaal. Eindcijfer is het resultaat van 5 instellingsexamens gedeeld door 5, uitgedrukt in een heel getal
Samenvatting Examenplan
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 11 van 14
Nummer Naam KT 1
MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz MZ4gz 1.4
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
3.1
3.2
3.3
Opstellen van een plan van aanpak
WP 1
Inventariseert hulpvragen van de cliënt
X
WP 2
Schrijft het plan van aanpak
X
WP 3
Specificeert het plan van aanpak tot een
X
activiteitenplan KT 2
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
WP 1
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
WP 2
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
WP 3
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
WP 4
Begeleidt een groep cliënten op sociaal-
X
X X X X
X
X
X
maatschappelijk gebied WP 5
Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven
WP 6
Ondersteunt het sociale systeem
WP 7
Voert verpleegtechnische handelingen uit
KT 3
X X
X X
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
WP 1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
WP 2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van
X
X X
kwaliteitszorg WP 3
Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
WP 4
Voert coördinerende taken uit
WP 5
Voert beheertaken uit
WP 6
Evalueert de geboden ondersteuning
Nummer Naam KT 1
X
X
X
X
X X
X
X
MZ4gz MZ4gz 3.4 3.5
Opstellen van een plan van aanpak
WP 1
Inventariseert hulpvragen van de cliënt
X
WP 2
Schrijft het plan van aanpak
X
WP 3
Specificeert het plan van aanpak tot een
X
activiteitenplan KT 2
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
WP 1
Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
WP 2
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
WP 3
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
WP 4
Begeleidt een groep cliënten op sociaalmaatschappelijk gebied
WP 5
Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven
WP 6
Ondersteunt het sociale systeem
WP 7
Voert verpleegtechnische handelingen uit
KT 3 WP 1
X
X
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
WP 2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
Pagina 12 van 14
kwaliteitszorg WP 3
Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
WP 4
Voert coördinerende taken uit
WP 5
Voert beheertaken uit
WP 6
Evalueert de geboden ondersteuning
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
X
X
Pagina 13 van 14
Nummer Exameneenheid/th>
Categorie
Afronding
MZ4gz 1.4
Beroepsprestatie 'Begeleiden bij basisbehoeften'
BPV
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4gz
Beroepsprestatie 'Omgaan met grensoverschrijdend gedrag'
BPV
Waarderingsopties voor
2.1 MZ4gz
examenplan Beroepsprestatie 'Begeleiden van een groep'
BPV
2.2 MZ4gz
examenplan Beroepsprestatie 'Bevorderen van het leefklimaat'
BPV
2.3 MZ4gz
Waarderingsopties voor Waarderingsopties voor examenplan
Beroepsprestatie 'Geven van advies en voorlichting'
BPV
2.4
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4gz 2.5
Beroepsprestatie 'Plannen en uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden' (alleen PBGZ)
BPV
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4gz 2.6
Verantwoordingsverslag
BPV
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4gz
Beroepsprestatie 'Bevorderen van dagbesteding'
BPV
Waarderingsopties voor
3.1 MZ4gz
examenplan Beroepsprestatie 'Verdiepen in de doelgroep'
BPV
3.2 MZ4gz
examenplan Beroepsprestatie 'Versterken van het netwerk'
BPV
3.3 MZ4gz
Waarderingsopties voor examenplan
Beroepsprestatie 'Coordineren van de begeleiding'
BPV
3.4 MZ4gz 3.5
Waarderingsopties voor
Waarderingsopties voor examenplan
Assessmentgesprek
Eindgesprek
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4 B.1 Politiek-juridische dimensie
Portfolio
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4 B.2 Economische dimensie
Portfolio
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4 B.3 Sociaal-maatschappelijke dimensie
Portfolio
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4 B.4 Burgerschap Vitaal burgerschap
Portfolio
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4 L.1
Loopbaan oriëntatie en -ontwikkeling
Portfolio
Waarderingsopties voor examenplan
MZ4 N.1 Nederlands Spreken
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 N.2 Nederlands Gesprekken voeren
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 N.3 Nederlands Luisteren COE
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 N.4 Nederlands Lezen COE
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 N.5 Nederlands Schrijven
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 R
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 E.1 Engels Spreken
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 E.2 Engels Gesprekken voeren
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 E.3 Engels Luisteren
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 E.4 Engels Lezen
Examenonderwijseenheden
Cijfers
MZ4 E.5 Engels Schrijven
Examenonderwijseenheden
Cijfers
BPV
Waarderingsopties voor
MZ4
Rekenen COE
BPV
BPV
OER - Maatschappelijke Zorg (Geh.zo) 2013_08
examenplan
Pagina 14 van 14