ATELIER 3 De Coolsingel als centrale ontmoetingsplek ~ De Betekenis van de Coolsingel ~ Ateliermeester Henk Oosterling
8/9 november 2010
Doelstelling ateliers Coolsingel samengevat De doelstelling van het project luidt het revitaliseren van de Coolsingel, zodat de straat weer de natuurlijke plek in het stadshart kan innemen, en de potentie van de Coolsingel wordt benut: “een boulevard van internationale allure”. Hiertoe wil de gemeente enerzijds het openbaar gebied opknappen en herinrichten met een kwalitatief hoogwaardiger uitstraling. Vanuit de gemeente trachten we een compact proces op te starten, dat enerzijds bestaat uit een (in omvang beperkte) participatie met de 20 belangrijkste stakeholders aan/op de Coolsingel. Anderzijds verrijkt de gemeente zich met inzichten op divers vlak door via een 4-tal ateliers, onder leiding van 4 ateliermeesters, in gesprek te gaan met diverse deskundigen. Het is de doelstelling na de ateliers als resultaat een “verbeeldend Programma van Eisen” op te stellen, waarin een schets van de toekomstige Coolsingel, in programma en verschijning, wordt gepresenteerd. Dit “verbeeldend Programma van Eisen” is het startpunt voor een voorlopig ontwerp dat in de eerste helft 2011 kan worden opgesteld. o o o o
Vrijdag 23 september heeft het eerste atelier plaatsgehad: Alan Jacobs en Elizabeth McDonald zijn met de gemeente en diverse architecten/landschappers/economen aan het werk geweest; vrijdag 22 oktober is met Ateliermeester Jo Coenen gezocht worden naar de (on)wenselijkheid van verdere stedelijke verdichting; Atelier 3 “de Coolsingel als centrale ontmoetingsplek” op 9 november a.s. gaat in op de betekenis van de Coolsingel en staat onder leiding van Henk Oosterling; Atelier 4 staat gepland voor eind november en zal duurzaamheid in relatie tot de Coolsingel brengen onder leiding van het Rotterdam Collectief;
Samen met de ateliermeester is een aantal experts gevraagd om vanuit hun specifieke expertise een bijdrage te leveren aan het atelier. Dit zijn: o Siebe Thissen (B.K.O.R.): openbare ruimte voor bij het geheugenverlies o Kristian Koreman (Z.U.S.): adaptatie binnen bestaande stad o Thaddeus Müller (E.U.R.): De warme Stad o Harry ter Riele (Rotterdam Collectief): Duurzaamheid o Annemarie Sour (E3D): onderzoeksjournaliste wijkaanpak De inbreng vanuit ateliermeester, experts en de andere genodigden moet naast een rijke discussie – vooral ook concrete richtingen en concrete vraagstukken opleveren waarmee een bouwsteen voor het verbeeldend programma van eisen ontstaat.
2 / 10
Logistiek: atelier Coolsingel A.s. dinsdag 9 november 09.00-18.00; Locatie dependance ZUS, Schiekade 189, Rotterdam; Een aantal van jullie is voor uitsluitend een dagdeel uitgenodigd; Werkmaterialen, schetsen, stiften, Coolsingel ondergronden, laptop en beamer zijn dinsdag op locatie beschikbaar; De agenda, tijdpad voor de dag en werkvorm wordt in een voorbereidend gesprek maandagavond 8 nov nog opgesteld, maar zal in ieder geval bevatten: 1. kennismaking, toelichting door projectmanager Sander Geenen 2. introductie door ateliermeester Henk Oosterling 3. korte presentatie van de resultaten van de eerdere ateliers 4. bijdragen van experts 5. discussie/aan het werk in subgroepen Documentatie ter voorbereiding: Omschrijving atelier Oosterling (zie ingevoegd bestand); Een download van de gemeentelijke nota “visie op een nieuwe Coolsingel” wordt vanmiddag nog nagezonden via Monique Knoop; Resultaten atelier 1 o.l.v. Alan Jacobs/Elizabeth McDonalds (zie ingevoegde bestanden); De Resultaten van het atelier 2 olv Jo Coenen worden op locatie gepresenteerd;
3 / 10
Opzet atelier Atelier 3: De Coolsingel als centrale ontmoetingsplek ateliermeester Henk Oosterling (EUR, Rotterdam Vakmanstad) Deelnemers: Siebe Thissen (B.K.O.R.): openbare ruimte voor bij het geheugenverlies Kristian Koreman (Z.U.S.): broedplaatsen beleid Thaddeus Müller (E.U.R.): De warme Stad Harry te Riele (Rotterdam Collectief): duurzaamheid/transitie Annemarie Sour (E3D): onderzoeksjournaliste wijkaanpak Genodigden dagdeel: Aetzel Griffioen, (Vakmanstad) Josje Stoel, (curator jeugdbiënnale 2008 ) Rob Maas (ex dir. Centrale Discotheek) Coolsingel: een dynamische plek voor grootstedelijke interesse Elementen waaraan de Coolsingel als een kwalitatieve ontmoetingsruimte dient te voldoen: - Duurzame cultuur: historische verankering - Integrale stadsprogrammering - Cultuurtransformator - Relatie met de wijken - Relatie met de universiteit - Duurzaam groen Wat voor ontmoetingsplek kan de Coolsingel op termijn worden? Om een vitale visie op de toekomstige Coolsingel in beeld te brengen zijn experts uit diverse sectoren en disciplines uitgenodigd: architectuur, kunst en cultuur, urbanistiek, sociale wetenschappen, duurzaamheid. Vanuit hun specifieke expertise schetsten zij in onderlinge afstemming de contouren van de Coolsingel als ontmoetingsgebied waarin alle groepen van de Rotterdamse samenleving elkaar kunnen ontmoeten. Tevens worden er enkele vooraanstaande Rotterdammers gevraagd in een onderdeel van het atelier een rol te spelen. In het ochtenddeel zal er aan vier tafels, die door de experts worden geleid, worden gesproken over hun specifieke invalshoek. Daarbij wordt uitgegaan van een aantal dilemma‟s waar de stad al langere tijd mee kampt: 1) de disproportionele overgang van een arbeidersstad naar een festivalstad; 2) de ambigue relatie met het verleden versus de nagenoeg onstuitbare drang te vernieuwen; 3) asfaltmobiliteit versus watermobiliteit ; 4) de interculturaliteit van de stad en het ontbreken van veel groepen Rotterdammers in het centrum; 5) het nadrukkelijk zakelijke karakter (dat lang de uitdrukking „je kunt tijdens het weekend en ‟s avonds in het centrum een kanon afschieten zonder iemand te raken‟ rechtvaardigde) en de behoefte om het centrum 20 uur per dag te gebruiken; 6) het imago van een door handel gedreven kenniseconomie en het ontbreken van ieder spoor van de universiteit en studenten in het centrum. Leidend is een cluster vragen. Hoe fungeert de Coolsingel in het collectieve geheugen van de stad? Is er een dynamische identiteit te ontwikkelen waarin de ontstaansgeschiedenis van dit gebied wordt meegenomen naar de toekomst? Waaraan appelleert de Coolsingel bij de vele groepen die de stad bevolken en hoe kun je daarop programmeren? Welke mogelijkheden bieden de nog aanwezige kanalen voor jaarlijks terugkerende, kleinschalige activiteiten die de topmanifestaties verbinden? Hoe kan een verbinding met de Maas worden gerealiseerd? Wat bestaat haar interculturele allure uit? Welke groepen en welke activiteiten gaan er in de toekomst beslag leggen op deze verblijfsruimte? Welke rol is er voor kunstwerken, kunstinterventies en culturele programmering weggelegd? Hoe zijn deze in te passen in een integrale programmering? Is er ruimte voor een gefaseerd programma waarin wisselende
4 / 10
broedplaatsen en rol spelen? Hoe kan een koude ruimte naar een warme stad worden getransformeerd? Als verblijfsruimte dient de Coolsingel naast een aantrekkelijke ambiance die tot allerlei interacties uitnodigt tevens een door het jaar heen lopende, integrale programmering te bieden. Centraal in dit atelier staan ontmoetingen tussen groepen en tussen mensen. Dit tussen is maatgevend en wordt het krachtigst uitgedrukt in het begrip interesse: het tussen-zijn. Er is een intelligente verbinding nodig tussen de werkstad en de cultuurstad. Een cultuur van het inter waarin verdienen en verpozen, vermaken en verblijven naadloos op elkaar aansluiten.
5 / 10
Verslag Dinsdag 9 november 2010, De Dependance Op 9 november vond in „De Dependance‟ aan de Schiekade het derde Coolsingel-atelier plaats. Het Project Coolsingel werd bezien vanuit de vraagstelling welke betekenis de Coolsingel heeft – of zou kunnen hebben – als gebied waar alle groepen en geledingen van de Rotterdamse samenleving elkaar ontmoeten. Ateliermeester was Henk Oosterling, als universiteit hoofddocent filosoof verbonden aan de Erasmus Universiteit en strategisch adviseur van Pact op Zuid. Aan het atelier werd verder deelgenomen door medewerkers van gemeentelijke diensten, alsmede door deskundigen met verschillende achtergronden en vanuit verschillende vakgebieden. Introductie Het atelier ging van start met een korte kennismakingsronde, gevolgd door een introductie. Hierin zette Oosterling uiteen langs welke lijnen hij de opgave tegemoet wilde treden. Allereerst benadrukte hij dat de Coolsingel een onderdeel is van een integrale gebiedsontwikkeling: het is de kern van een netwerkweefsel waar allerlei trajecten op uit komen. Het is zaak deze trajecten geschaald en gefaseerd met programma op te laden. Hij wees op de wenselijkheid van dienstbaar leiderschap door de gemeentelijke diensten vanuit een bottom up aanpak die ruimte geeft aan de inbreng van alle belanghebbenden. In het discours dat bij deze opgave aan de orde is, maakte de ateliermeester een onderscheid tussen een mensvisie (het individu als knooppunt van relaties), een maatschappijvisie (geen piramide maar een weefsel bestaand uit geschaalde netwerken) en het daaruit voortvloeiende handelingsperspectief (gericht op trajectontwikkeling, fasering en opschaling). In zijn analyse van de stad stelde Oosterling vast dat het dominante „veiligheidsdenken‟ (dat gepaard gaat met een angstcultuur) zou moeten plaatsmaken voor een houding waarbij interesse - een open belangstelling voor wat er gebeurt- de boventoon voert. Met een verwijzing naar Jane Jacobs benadrukte Oosterling dat het niet gaat om wat er in mensen zit, maar om wat er tussen mensen gebeurt. Zo‟n transformatie heeft gevolgen voor de fysieke inrichting van de openbare ruimte, die onder andere tot uitdrukking zou moeten komen in een grotere rol voor kunst en cultuur. Op grond van zijn strategische analyse kwam hij tot de conclusie dat Rotterdam zich heeft ontwikkeld van een arbeidersstad naar een culturele stad – van „industrieel staal‟ van de oude Maasbruggen naar het „culturele staal‟ van de Erasmusbrug en de lichtobjecten op het Schouwburgplein. Rotterdam is in 2010 tot de middelgrote festivalstad uitgeroepen Het gaat er nu om de gaten tussen de grote festiviteiten op te vullen met kleinschaliger programmering zodat steeds weer andere groepen erbij worden betrokken. Integrale aanpak Integrale gebiedsontwikkeling, en dus ook het integraal nadenken over de Coolsingel, betekent integratie van vier invalshoeken: economisch, fysiek, sociaal en cultureel. Van hieruit zou moeten worden nagedacht over: functies (wat moet er gaan gebeuren?); trajecten (van waar naar waar? Het weghalen van doodlopende routes); knooppunten; en ten slotte de schalen waarop de activiteiten plaatsvinden. Dit heeft consequenties voor de manier waarop we de verschillende aspecten van deze transitie analyseren en inschatten. Allereerst de relatie tussen kunst en de openbare ruimte. Het gaat daarbij niet alleen om kunst in de openbare ruimte, maar ook om kunst van de openbare ruimte: hoe vullen we deze met programma‟s? Uiteindelijk draait het om kunst als openbare ruimte: de geprogrammeerde interventies scheppen ruimte voor creatieve, open ontmoetingen tussen individuen en groepen. Een goed voorbeeld waren de interacties van geprojecteerde silhouetten van voorbijgangers op de gevel van Pathé in 2001 van de „social architect‟ Rafael Lozano Hemmer. Zo verschijnt de openbare ruimte zelf als kunst. Vervolgens moet er anders tegen de relatie investering/rendement worden aangekeken. Als de Coolsingel wordt bezien in het licht van kapitaal, dan gaat het niet alleen over het economische en fysieke kapitaal. Minstens zo belangrijk zijn het sociale en culturele kapitaal. Zo wordt aangesloten bij Florida‟s concept van creative industry, maar nu van onderaf. Ook het intellectuele kapitaal van de universiteitsstad Rotterdam kan niet onontwikkeld blijven. Rotterdam telt circa tachtigduizend studenten, waarvan het merendeel Rotterdam al snel weer verlaat. Hoe kunnen deze worden vastgehouden? Het
6 / 10
bouwen van aantrekkelijke wooncarrières is een reële optie en ook daarvoor zijn er mogelijkheden in het centrum. De universiteit moet zichtbaar worden in het centrum. Drie tafels Na een ronde waarin de deelnemers een eerste reactie gaven op de introductie door Henk Oosterling, werden er met de betrokken experts drie „tafels‟ gevormd die de Coolsingel vanuit steeds verschillende invalshoeken tegemoet traden: historische lezing, sfeertrajecten en culturele injecties. De tafel die zich boog over de historische lagen die op en rond de Coolsingel kunnen worden blootgelegd, stelde om te beginnen vast dat een groot deel van die historie zich volledig aan het oog onttrekt. Om deze cultuurhistorische lobotomie op te heffen moeten deze lagen weer „leesbaar‟ worden. Voorbeelden zijn de oorspronkelijke dam in de Rotte (die zich uitstrekte van de Coolsingel tot aan de Gemeentebibliotheek), het moeras dat ooit de Binnenrotte flankeerde, alsmede meer recente lagen als de vroegere Jodenbuurt, de rosse buurt van de Zandstraat en het intensieve uitgaansleven op en rond het Hofplein van voor de oorlog met Pschorr als bruisend middelpunt. Zijn hier suggesties voor die ook echt waardevol kunnen zijn als toevoeging in huidige Coolsingel? Of is het meer op abstractie van stadsgidsen hierop inzetten De tweede tafel deed een poging op de Coolsingel verschillende „sfeertrajecten‟ te onderscheiden. In het noorden werd het Hofplein aangemerkt als „het enige geslaagde plein van Rotterdam. Maar daar gaat het meer om een verkeersgebied dan een verblijfsgebied. De pleinen eromheen met hun kunstwerken aan beide zijden van het Weena voor het Hilton beginnen al meer te leven. Over het hele traject van de Coolsingel doen zich een aantal opmerkelijke confrontaties voor van tegengestelde sferen: het chique Hilton versus het nachtleven op de Kruiskade, en het formele stadhuis versus het tamelijk platte vermaak op het Stadhuisplein. De Meent is een gebied met een sterke mix (met de McDonalds op de hoek als vreemd element in de verder nogal formele voorplein van het postkantoor). De Aert van Nesstraat is weliswaar een cruciale verbinding, maar als tochtgat valt er weinig te beleven. In de richting van het Churchillplein wordt de Coolsingel vervolgens steeds nondescripter en chaotischer. Het is zaak deze elementen te herdefiniëren. Dat vereist fysieke maar vooral ook sociale en culturele ingrepen. De fysieke zijn goed benoemd in andere ateliers, de sociale en culturele ingrepen mogen met voorbeelden/referentiebeelden verduidelijkt Aan de derde tafel werd bekeken welke initiatieven denkbaar zijn om de Coolsingel al op korte termijn een (culturele) injectie te geven. Op de nu nog lege plekken kunnen in een paar maanden tijd free zones voor kortstondige, zich voortdurend verplaatsende activiteiten worden ingericht. Bijvoorbeeld: voor Stadhuis (formeel), voor Postkantoor (ruimte!) of voor Beurs (veel footflow). Een „makelaar‟ zou winkels en andere ondernemingen kunnen benaderen om hier op de een of andere manier in te participeren (bijvoorbeeld door op de Coolsingel een catwalk voor een modeshow neer te zetten). De rond het centrum liggende onderwijsinstellingen – SKVR, Codarts, WK Academie, maar ook een instelling als V2 - moeten hierbij betrokken worden om jongeren actief bij deze transitie te betrekken. Er zou niet te veel gereguleerd moeten worden, hoewel er wel behoefte zal zijn aan een nader in te vullen regiefunctie. Middag In het middagdeel was de vraag aan de orde hoe de uitgangspunten zo concreet mogelijk konden worden gemaakt. Hoe kan de Coolsingel een echte ontmoetingsruimte worden? Manifestaties als de marathon, het Zomercarnaval en de Havendagen spelen daarbij een belangrijke rol als markeringspunten, maar het gaat erom door dit netwerk heen allerlei trajecten te vlechten die het centrum het jaar rond aantrekkelijk maken voor alle bewoners van Rotterdam. Wat niet vergeten moet worden is de Coolsingel als toegangspoort tot het nieuwe centrum zoals dat zich in de toekomst langs de rivier zal ontwikkelen: het grote waterplein als potentieel centrum van Rotterdam Waterstad. Er zal dan ook gekeken moeten worden naar de nog overgebleven waterlopen rond de Meent: zijn die te revitaliseren met terrassen en activiteiten? Kunst en cultuur Over de betekenis van kunstwerken werd vastgesteld dat de Coolsingel en zijn directe omgeving al een aantal uitgesproken meesterwerken telt (Zadkine, Gabo, Moore, De Kooning). Naast deze kunst in de openbare ruimte moet er tevens ingezet worden op kunst als openbare ruimte waar de beeldende kunsten slechts een aspect van zijn. Podiumkunsten en nieuwe media interventies komen daar ook voor in aanmerking. Het valt te overwegen om in de openbare ruimte voorzieningen aan te brengen die zijn verbonden met het onder jongeren populaire gamen. Zo wordt aan de fysieke ruimte een virtuele dimensie toegevoegd: er kan zelfs worden gedacht aan verbindingen met vergelijkbare voorzieningen in steden over de hele wereld. Net als nu in de wijken gebeurt, kan er lokaal TV of een „cool‟ singelsite
7 / 10
worden gemaakt waarop de activiteiten voor iedereen te volgen zijn. Screens in de fysieke ruimte maken zo van de Coolsingel een interactief wereldpodium. Jongeren Zo wordt voor jongeren de Coolsingel ook een populaire bestemming. Nu is er weinig ruimte om zelf zaken te organiseren. Er zou kunnen worden gekeken naar mogelijkheden om steeds wisselende delen van de Coolsingel geschikt te maken voor activiteiten waarin urban sports als free running – naar het voorbeeld van het succesvolle skatepark op de Blaak – meer aandacht krijgen. Met de aantekening dat het geven van een al te specifieke bestemming aan bepaalde plekken vaak alleen op korte termijn werkt. Dit mag echter niet leiden tot een verdere regulering van de openbare ruimte. Er is voor de transitie, zeker in het begin, juist behoefte aan deregulering. Functies die de Coolsingel voor jongeren aantrekkelijk maken, zouden ook kunnen worden ondergebracht in delen van de plint waar leegstand is (of dreigt). Roodkapje op de Meent is een goed voorbeeld van zo‟n interventie. Of de Coolsingel ook de aangewezen locatie is voor een of meer poppodia zou nader moeten worden onderzocht. Maar wat er ook zal gebeuren, samenwerking met de onderwijsinstellingen blijft een onontbeerlijke schakel in het geheel. Jongeren zijn in alle opzichten de doelgroep die het „lege‟ centrum gaan opladen met activiteiten. Wonen Er wordt verschillend gedacht over de vraag in hoeverre het toevoegen van woningen het functioneren van de Coolsingel kan verbeteren. Er lijkt nog een markt te zijn voor mensen die intensief van de stad gebruik maken, maar het is niet zeker zij de openbare ruimte ook echt zullen activeren. Ook laten andere functies die bij een binnenstad horen, en die vaak nogal wat overlast geven, zich soms moeilijk met het wonen verenigen. Dit pleit voor de reeds geopperde gedachte om in het nieuwe woonbestand in ieder geval delen van de wooncarrières van studenten op te nemen. Bijzondere functies Het Centre Pompidou in Parijs laat zien dat een aantrekkelijke publieksfunctie voor een enorme activering van de openbare ruimte (in dit geval het plein ervoor) kan zorgen. Zijn zulke activerende functies langs de Coolsingel denkbaar? Genoemd worden onder meer een nieuwe, digitale universiteitsbibliotheek en een stadsmuseum, maar ook het verplaatsen van de entree van een vernieuwd Luxor-theater naar de Coolsingel zodat er meer zichtbaarheid voor het theater wordt gecreëerd Verschillende locaties zouden zich ruimtelijk goed lenen voor activerende functies: een opnieuw in te richten Stadhuisplein met doorlopende zichtlijnen naar het Schouwburgplein, het pleintje voor het oude postkantoor dat door versmalling van de rijbaan verbreed kan worden, maar ook een nieuw te creëren, betekenisvolle plek waar de vooroorlogse rooilijn (in de richting van de Schiedamse Vest) en de nieuwe rooilijn (in de richting van de Erasmusbrug) elkaar ontmoeten op de kop van het Churchillplein. Dit blijkt namelijk het kruispunt te zijn van twee „kennisassen‟: de Oost-West as loopt van de Woudenstein-campus via de Willem de Kooning Academie, de Hogeschool Rotterdam en het Erasmus MC naar het Scheepvaartcollege en het voormalige Conservatorium, de Noord-Zuid as vorkt van InHolland naar het onderwijscluster bij het Hofplein en het aan het Kruisplein gelegen Codarts. Op deze strategische plek zou een hub-achtig virtueel kenniscentrum kunnen komen dat niet alleen openstaat voor studenten, maar ook voor beroepsbeoefenaren (zoals zzp-ers). Een superhub waarin de creativiteit van de stad de toegang wordt tot het centrum. Ook voor de sterk groeiende sector van postacademisch onderwijs zou dit een aantrekkelijke locatie kunnen zijn, zeker als hierin een aantal forse zalen wordt opgenomen. Een dergelijk concept zou zorgen voor een koppeling van de voormalige „werkstad‟ met de nieuwe „cultuurstad‟ Rotterdam waarin de ontwikkeling van skills en creatief vakmanschap meer dan een herinnering zijn. Allure duiden met waarden Siebe Thissen gaf bijvoorbeeld aan: Coolsingel moet waardevolle plek zijn: o Geen cynisme o Geen verdere architectonische uitholling o Geen plek voor plat entertainment en shopping
Maar wel:
8 / 10
o o o
Kennis delen Cultuur overdracht Democratie
Slot Tot besluit van het atelier overzag Henk Oosterling nog eenmaal het besprokene. Hij stelde vast dat de Coolsingel een goed, dragend concept verlangt dat door iedereen wordt gesteund. Specifieke belangstelling vormt zo de basis van een grootstedelijke interesse. Dat betekent wel dat de betrokkenheid vanuit de samenleving moet worden georganiseerd. Hier kan de iets te simpele tegenstelling tussen top-down en bottom-up worden vervangen door een integrale transitie waarin consensus voortkomt uit convergentie, ofwel een gemeenschappelijke koers waarin iedere partij zich in een bepaalde fase van de transitie op en bepaalde schaal zijn belang behartigd ziet. Ook benadrukte Oosterling dat presentie op de Coolsingel (het aanwezig zijn en meedoen van veel bevolkingsgroepen) de basis moet zijn van de representatie (het statusgehalte van het centrum). Alleen een kwalitatieve heroriëntatie op het grootstedelijke discours brengt deze integrale verbinding in beeld.
kernboodschappen o De Coolsingel als boulevard van internationale allure moet “geladen worden met waarden” om binden te kunnen zijn voor gemeente en stakeholders. o De coalitie “Coolsingel Club” moet breder en Multi-disciplinairder worden. o Durf ook 3 jaar de tijd te nemen voordat er groots en meeslepende resultaten geboekt worden: partnership vereist doorlooptijd. Analogie biënnale 2012-2014. o Virtueel – fysiek: zoek de mogelijkheden, ook op kunst&cultuur terrein. o Voeg warmte toe aan de stad, experimenteer en laat ruimte voor initiatief. Dereguleren helpt! o Top-Down gaat niet werken: het gaat om het organiseren van verbindingen. o Zorg voor een dragend concept dat als vanzelf samenhang organiseert in de bijdragen van partijen; o Streef niet naar consensus, maar naar convergentie; o Stuur op presentatie. Aanwezigheid vangroepen, niet op representativiteit;
Bijlagen: o presentatie Henk Oosterling o bijdrage Jan van Teeffelen
9 / 10
De betekenis van de Coolsingel Wellicht is onderstaande benadering in de diverse voorafgaande denktanken al aan de orde geweest. Toch nog maar even een poging te zoeken naar een nieuwe invalshoek. Eentje die aan kan sluiten bij tijden van bezuinigingen, bij een vorm stadsontwikkeling die niet meer met grote masterplannen kan werken maar het moet zoeken in kleine trefzekere interventies. Een eentje die meer aansluit bij gebruik en betekenis door activiteiten en mensen van plekken dan bij de conceptuele benadering daarvan. „„First life, then space, then buildings- the other way around never works” (…) Toen, nu en straks Ooit de boulevard waar alle moderne, internationaal georiënteerde stedelijke fenomenen zich wilden manifesteren; reizen (de wereld van Peter Stuyvesant), geld (de wereld van de investment banckers), macht en invloed (de wereld van het bestuur van de grootste haven van de wereld), handel (de wereld van het WTC), shoppen (de wereld van de Bijenkorf), verkeer (de wereld van de probleemloze automobiliteit). Alleen de academische wereld ontbrak. Waarom eigenlijk? In die zin kan de Coolsingel gezien worden als een verzameling van „gestolde‟ trends, een plek waar het nieuwe, zich wederopbouwende Europa en Nederland zichtbaar werd. Een teken, gevoel en uitdrukking van bij de tijd zijn, actueel, representatief. Dit beeld is in de loop van de decennia verwaterd. Een aantal keren is geprobeerd het „aanzien‟ van deze belangrijke boulevard cosmetisch te repareren. Van breed naar smal. Van leeg naar gezellig. Van steen naar groen. Een relatief nieuwe vraag (na alle expertises en analyses die inmiddels voor de Coolsingel zijn ingevlogen en gedaan) zou kunnen zijn of de Coolsingel niet opnieuw een moderne, internationale trend die nu actueel is in veel steden (nl. de stad als citylounge) zou kunnen accommoderen. Rotterdam zou daarbij kunnen aanhaken met de kracht die de stad heeft op het vlak van jeugd/jongerencultuur, toegepast ontwerp, beeldend vermogen, stedelijk, sociaal experiment, evenementen en architectuur. Al deze domeinen manifesteren zich vanuit Rotterdam in de wereld en vanuit de wereld in Rotterdam. In elk geval via de moderne media en in de beeldcultuur. Maar ook fysiek zichtbaar en tastbaar in de stad. Denk aan de fourth plinth in London. Niet letterlijk maar als metafoor, als blijvende nieuwe programmatische laag. Het verdriet van Feyenoord kan er verwerkt worden. De trofeeën van de stad kunnen er getoond worden. De paviljoens langs de Coolsingel manifesteren zich er. De metro krijgt er uitnodigende entrees. Er ontstaat zo een nieuwe interactie tussen de bestaande en gerenommeerde programma‟s langs de Coolsingel en specifiek Rotterdamse stadsleven daar tussen. De bestaande bedrijven zouden kunnen adopteren cq. stimuleren vanuit hun betrokkenheid bij de stad. Langs deze lijn denkend zou de Coolsingel er een betekenis en gebruikslaag bij kunnen krijgen. Een laag die opnieuw kan laten zien dat de stad aanhaakt bij de actuele trends van het leven in de stad. Alle ingrediënten, programmatisch en ruimtelijk, lijken voorhanden. Centrale plek Exposure/podium Decor/beeldkwaliteit Ruime middenberm Ondernemers (langs de Coolsingel) Traffic/publiek Te tonen „collecties‟ Star ontwerpers Jonge honden Tijd Rotterdam opent zich weer naar de wereld. De Coolsingel wordt de nieuwe etalage. Er ontstaat een nieuw verhaal. JvT 30/10/010
10 / 10