Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
8.2
Agrarische productie en agro-industrie
AGRARISCHE PRODUCTIE EN AGRO-INDUSTRIE
In het hoofdstuk Agrarische Productie wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen binnen de agrarische subsectoren Landbouw, Veeteelt en Visserij in de afgelopen 5 jaar. Vervolgens worden de geïdentificeerde knelpunten binnen de totale agrarische sector in hoofdlijnen gepresenteerd, waarna de beleidsintenties voor de beleidsperiode 2001-2005 worden belicht. Tenslotte zijn de maatregelen in een beleidsmatrix gepresenteerd.
Ontwikkeling van de productie in de periode 1996-2000 Om de totale productie van het land te volgen is o.a. het Bruto Binnenlands Product (BBP) een goede indicator. De reële groei van het BBP tegen factorkosten bedroeg volgens schattingen van de Stichting Planbureau Suriname 4.9% in 199 6. Dit was de hoogste procentuele toename van de productie in de afgelopen 5 jaar. In de daaropvolgende jaren groeide de totale productie in mindere mate en daalde vervolgens in 1999 met -1.3%. De geprojecteerde groei van het BBPfk wordt in 2000 geschat op –1.5%, een verdere daling van de productie in twee opeenvolgende jaren. De daling van de productie in de afgelopen twee jaar kan worden toegeschreven aan een afname van de productie in de meeste productiesectoren van de Surinaamse economie. Binnen de agrarische sector is er sedert 1997 een daling te merken. In 2000 was er naar schatting een marginale stijging in de agrarische productie kenbaar. De daling was voornamelijk in de landbouw- en veeteeltsector. In de periode 1996-2000 groeiden de landbouw -, veeteelt- en visserijsector gemiddeld met respectievelijk: -10.4%, -1.1% en 5.9% op jaarbasis. De landbouwproductie daalt vanaf 1997. Was de groei in 1996 1.4%, in 1999 daalde de productie binnen de totale landbouwsector met 27%. Er is ook een dalend verloop van beplante arealen binnen de sector te constateren in de jaren 90. Dit geeft aan een afname van reële investeringen in de landbouwsector in de afgelopen 10 jaar.
166
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
De belangrijkste subsector binnen de landbouw is de rijstsector. De rijstsector had in de referentieperiode een gemiddeld aandeel van 60% in de totale landbouwproductie, legde voor ca. 83% beslag op de totale beplante landbouwarealen en leverde met een gemiddeld exportaandeel van 5.3%, het belangrijkste landbouwexportproduct. De productie van de padieverbouwing daalde vanaf 1997 en de afname bedroeg in 1997-1999 gemiddeld ca. 7.7% per jaar. Daling van de padieverbouwing leidde weer tot een daling in de rijstverwerking
met
name
van
cargorijst,
het
belangrijkste
rijstexportproduct.
De
exportopbrengsten in de sector namen hierdoor af, alsmede door een daling van de gemiddelde exportprijs van USD 35.3 mln. in 1996 tot USD 14.2 mln. in 1999. De problemen binnen de rijstsector zijn: achteruitgang van zowel de droge als de natte infrastructuur, de afnemende productiviteit en kwaliteit, lagere exportprijzen en winsten, een toenemende concurrentie op de wereldmarkt, gebrekkige communicatie en besluitvorming in de sector, een onstabiele wisselkoers en een gebrekkige toegang tot kredieten vanwege hoge rentepercentages. Beplante arealen in deze sector namen door de problemen in de afgelopen 4 jaar steeds af. Een andere belangrijke subsector binnen de landbouw is de bacovensector, vanwege haar exportaandeel van gemiddeld 3.1% in de referentieperiode. De groei binnen de sector fluctueerde sterk in deze periode. Bedroeg de groei van de bacovenproductie in 1996 –17%, in 1999 steeg de productie met 45%. Ook de exportopbrengsten namen toe van USD 12.2 mln. in 1996 tot USD 19.1 mln. in 1999. De enorme productiestijging in 1999 is het gevolg van een stijging van het productieareaal met 2% en een stijgende productiviteit per ha. met 26% t.o.v. 1998. Een stijging van de productiviteit alsook kwaliteit van het product kan worden toegeschreven aan investeringen in het enige ondernemingslandbouwbedrijf van de sector Surland N.V., en wel in het nieuwe irrigatiesysteem en de kabelbaan in de afgelopen jaren. Door de stijging van de productie steeg ook het aantal werknemers aangetrokken door Surland N.V. met 10% in 1999. In het jaar 2000 was er sprake van een daling van de bacovenproductie met ca. 18% t.o.v. 1999. Deze daling van de productie is voornamelijk het gevolg van beschadiging aan de Surland bacovenaanplant in Nickerie door rukwinden in het laatste kwartaal van het jaar. Dit leidde tot afvloeiing van ca, 180 arbeiders in losse dienst in 2000. Afvloeiing van arbeiders moet ook in het kader worden gezien van een verdere commercialisering van het bedrijf om zo haar product concurrerend af te zetten op de buitenlandse markt.
167
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
De veeteeltsector wordt in de afgelopen 5 jaar gekenmerkt door een daling van de productie m.u.v. 1999. De productiedaling was in 1996-1998 gemiddeld 6% en wordt voor het jaar 2000 geschat op 1.5%. De veeteeltproductie steeg in 1999 met 13%. De positieve groei in 1999 is te danken aan de groei van de eieren-, melk- en vleesproductie. De algemene problemen binnen de sector zijn: een hoge importcomponent binnen de sector, gebrek aan goed fokmateriaal, gebrek aan arbeiders, ontoereikende veterinaire dienstverlening, vergrijzing van de boerenbevolking in de rurale gebieden en verwaarloosde infrastructuur. Door de problemen binnen de sector zijn er in de afgelopen jaren een aantal veeteeltbedrijven gesloten. Een belangrijke ontwikkeling voor de sector was de in gebruikname van een nieuw modern slachthuis, Argema, in 1999, waar de slachting van runderen tegen hoge internationale normen kan plaatsvinden. Rundvlees binnen de veeteeltsector is het enige product dat op korte termijn exportpotentie heeft. Echter kan de export van vlees niet plaats vinden vanwege de afwezigheid van belangrijke wetgevingsproducten, die de kwaliteit van het vlees moeten veilig te stellen, bijvoorbeeld bij het transport van vleeswaren en het ontbreken van een goed animal disease surveillance and monitoring system. De productie binnen de visserijsector kende in 1996-2000 een stijgende trend van gemiddeld 6% per jaar. De exportopbrengsten binnen de sector namen echter af vanwege daling van gemiddelde exportprijzen en een volumedaling van de duurdere zeegarnalen. De exportopbrengsten uit de sector bedroegen in 1996 USD 54 mln. en daalden tot USD 38 mln. in 1999. De stijging van vangsten vond plaats binnen zowel de visvangsten (gemiddeld 3% per jaar) als de garnalenvangsten (gemiddeld 19% per jaar). Garnalenvangsten stegen in de referentieperiode vanwege de start van seabob garnalenvangsten vanaf 1996 door grote ondernemingen. Deze stegen gemiddeld 99% op jaarbasis, terwijl de vangst van de traditionele duurdere zeegarnalen met gemiddeld 19% op jaarbasis daalde in dezelfde periode. De sector heeft te kampen met een aantal problemen. Deze zijn: afnemende vangsten van zeegarnalen hebben geleid tot afvloeiing van arbeiders van de grote ondernemingen in de referentieperiode, een grote importcompon ent van inputs, het ontbreken van een stabiele wisselkoers waarbij de financiering van inputs tegen de hogere parallelmarktkoers plaats vindt in tegenstelling tot de opbrengsten die op basis van de lagere officiële koers worden verrekend, veel buitenlandse arbeidskrachten met als gevolg terugvloeiing van een groot
168
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
deel van de omzet naar het buitenland, de exportkwaliteitsnormen zijn niet wettelijk vastgesteld, vele illegale vangsten binnen onze territoriale wateren en het ontbreken van adequate en actuele statistieken binnen de sector t.b.v. planning en beleid.
Het beleid voor de agrarische sector De hoofddoelstelling van het agrarisch ontwikkelingsbeleid is de bijdrage van de sectorale welvaart aan de nationale economie te vergroten. Op basis van het ontwikkelingspotentieel zal gestreefd worden naar een evenwichtige regionale spreiding van economische activiteiten, gericht op verhoging van de productie van zowel traditionele als niet-traditionele producten met inbegrip van de biologische landbouw. Het oogmerk is daarbij het doen verwerven van een redelijk inkomen voor de agrarische producenten, zodanig dat optimaal wordt bijgedragen aan zowel de nationale als regionale en sectorale welvaart. De agrarische productie zal op een verantwoorde wijze worden opgevoerd met het doel de bestaande exporten te behouden en waar mogelijk uit te breiden. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van moderne technologieën. De productiewijze, -structuren en -faciliteiten zullen in overeenstemming worden gebracht met de regels van de Wereld Handels Organisatie (WTO), waardoor aan de door die organisatie gestelde kwaliteitseisen en normen kan worden voldaan. Hierbij zal op het internationale vlak zoveel als mogelijk worden samengewerkt met internationale organisaties als de FAO, EU, I.F.A.D. en IICA, terwijl de bestaande bilaterale relaties zullen worden geïntensiveerd. Verhoging van de productiviteit en verlaging van de kostprijs zullen onze producenten in staat stellen om het hoofd te bieden aan de consequenties van het wegvallen van de preferentiële toegang tot de Europese markt. Ter realisering van het bovenstaande, zullen initiatieven worden ontplooid ter uitbreiding van het agrarisch geschoold kader en ter verhoging van de organisatiegraad van de agrarische beroepsbevolking. Met het oog hierop zal het agrarisch onderwijs, zowel op praktisch als wetenschappelijk gebied, ontwikkelingsgericht aangepakt en gestimuleerd worden. De agrarische sector zal de volgende essentiële bijdragen moeten leveren aan het herstel van de economische ontwikkeling:
169
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
-
Agrarische productie en agro-industrie
het verhogen van de netto-deviezenopbrengsten middels stimulering van op export gerichte producties en bevordering van de biologische landbouw;
-
het verhogen van het aanbod van lokaal geproduceerde producten, waardoor de import van voedingsmiddelen teruggedrongen wordt;
-
het afbouwen van de niet gewenste subsidies aan de agrarische sector en de stimulering van duurzame ontwikkeling;
-
het verhogen van de werkgelegenheid, en
-
de ontwikkeling van rurale gebieden.
Teneinde de onderbenutte agrarische productiecapaciteit weer op peil te brengen en het staande areaal volledig te consolideren, zal de Regering kredietfaciliteiten beschikbaar stellen tegen aanvaardbare rentetarieven, die lager liggen dan de IRR van de sector. Voor wat het onderhoud van de herstelde infrastructuur betreft, zullen de beheersorganisaties worden uitgebouwd en waar nodig, nieuwe worden ingesteld. In dit kader past tevens het rationaliseren van de parastatale bedrijven in de agrarische sector, waardoor deze in staat worden gesteld om op basis van een hernieuwde bedrijfsvoering, commercieel te opereren.
Agrarisch onderzoeksbeleid De Regering is zich bewust dat goede datavorming in de agrarische sector op basis van systematisch onderzoek, van belang is voor het maken van verantwoorde keuzen ten aanzien van de productie. Tegen deze achtergrond moet de voorgenomen institutionele versterking van relevante dienstonderdelen en kerninstituten in de sector worden gezien, terwijl de uitvoering van een landbouwtelling als prioritaire noodzaak wordt gezien. Als uitvloeisel van een gecoördineerd en praktijkgericht agrarisch onderzoek zullen alternatieve productiemethoden worden geïntroduceerd, waardoor geteelde producten voldoen aan aangepaste eisen van de tijd, terwijl het onderzoek naar niet-traditionele gewassen, waaronder soja en maïs en de op export gerichte sierteelt, zal worden verhoogd. Het toegepaste onderzoek moet de basis leggen voor productie (traditioneel en niet-traditioneel), die op de buitenlandse markt afgezet kan worden. Dit zal gericht zijn op: -
verhoging van de productie per eenheid areaal door het verrichten van onderzoek naar variëteiten, geschikt voor onze agro-ecologische omstandigheden;
170
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
-
bevordering van productiesystemen, die milieuvriendelijk zijn;
-
verlaging van de kostprijs door introductie van efficiënte systemen van bodem- en watergebruik en het beheersbaar maken van ziekten en plagen volgens internationaal aanvaarde regels, waardoor eventuele schade aan het milieu tot een minimum wordt beperkt;
-
introductie van productiesystemen, die niet seizoengebonden zijn.
Naast het toegepaste onderzoek zullen in specifieke gevallen en productieomstandigheden van bodem, klimaat en ziekteverwekkers, maar ook wanner het gaat om de gewenste groeimogelijkheden, specifieke onderzoeksprogramma's worden opgezet. Binnen het onderzoeksprogramma neemt het rijstonderzoek een centrale plaats in. Dit is recentelijk weer opgestart door ADRON en SNRI, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan de ontwikkeling van hoogproducerende rassen en hoog zaaizaad dat zoveel mogelijk inputvriendelijk en arbeids- en deviezenbesparend moet zijn. Hierbij zal de rol, die toegekend is aan het SNRI volledig worden uitgebuit, zodat uit haar programma nieuwe rijstrassen en aangepaste technologie worden ontwikkeld voor zowel het kustgebied als voor de meer rurale gebieden. In een later stadium zal een marktonderzoek worden uitgevoerd, dat zich onder meer zal toespitsen op het aanboren van nieuwe afzetmarkten voor alternatieve rijstrassen. In het verlengde h iervan, meer in het bijzonder voor een structurele herleving van de subsector,
zal
een
onderzoek
naar
bedrijfsomgevingsfactoren,
waaronder
kostprijsontwikkelingen, worden uitgevoerd.
Het landbouwgewassenbeleid De landbouwproductie bestaat hoofdzakelijk uit de rijst-, groenten-, fruit-, bacoven- en oliepalmproductie, sierteelt en bloemen alsmede knol- en wortelgewassen. De grootlandbouw domineert de kleinlandbouw qua areaal en productievolume. Binnen deze subsector neemt de rijstteelt een bijzondere plaats in vanwege het belang van rijst in de Surinaamse economie, onder andere als basis voor de lokale consumptie, als deviezenverdiener en vanwege de aanzienlijke agro-industriële activiteiten en de werkgelegenheid. Het beleid voor de subsector rijst is er derhalve op gericht om de productie te consolideren en gefaseerd op peil te brengen, door het treffen en implementeren van een aantal beleidsmaatregelen om de structurele problemen op te lossen en zodoende de
171
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
concurrentiepositie op de internationale rijstmarkten te verbeteren, vooral in het licht van de nieuwe handelsregels van de WTO. Binnen de subsector groenten en fruit neemt de productie van bacoven door de N.V. Surland een vooruitgeschoven positie in. Er is een moderniseringsprogramma in uitvoering met inbegrip van technische assistentie, modernisering van zowel het bestaande kabelbaansysteem als de pakloodsen en verbetering van het irrigatie/fertigatiesysteem. Dit programma moet resulteren in een vergroting van de productie per ha, waardoor de nationale bananenindustrie na het beëindigen van de Lomé IV Conventie in 2002 internationaal concurrerend wordt gemaakt. Met een stabiele productie en rationalisatie zal Surland als vertegenwoordiger van de ACPlandengroep op de Europese markt, zijn positie met speciale merkproducten moeten handhaven. Diversificatie van het productiepotentieel is een van de hoekstenen van het beleid. Tegen deze achtergrond moet de ondersteuning door de Regering worden gezien van de uitvoering van enkele proefaanplanten met appel/suikerbacoven door de Stichting Eco Landbouw. Het voornemen is om deze aanplanten uit te breiden, waardoor dit product een significante bijdrage kan leveren aan het Bruto Nationaal Product. Nauw hieraan gekoppeld zal een studie worden uitgevoerd met betrekking tot de mogelijke afzetmarkten voor Surinaamse bacoven. Ter uitbuiting van de exportpotentie van deze subsector is een Nationaal Fruit Comité geïnstalleerd, met als doel het kwalitatief en kwantitatief ontwikkelen en bevorderen van de fruitsector in Suriname. Tevens wordt gewerkt aan een strategisch plan voor deze subsector, waarbij stimulering van de productie van prioriteitsgewassen gericht op de vraag naar vers fruit, de verwerkingsindustrie, de exportmarkt en de toekomstverwachting op fruitteeltgebied een belangrijke rol spelen. De activiteiten van dit comité zullen in nauw overleg met actoren binnen de subsector, in zowel de private als de publieke sfeer plaatsvinden, waarbij training een belangrijk middel zal vormen om te komen tot meer professionele bedrijven. Ter verdere stimulering van de export zullen in samenwerking met de Volksrepubliek China op de Johan Adolf Pengelluchthaven koel- en vriesfaciliteiten worden gebouwd met een capaciteit van ca. 46 ton, terwijl een marktstudie zal worden uitgevoerd over toegangsmogelijkheden met betrekking tot de afzet van vers en verwerkt fruit in de regio. Het bestaande productieareaal aan oliepalm te Patamacca zal worden geconsolideerd, waarbij mogelijkheden zullen worden onderzocht voor strategische samenwerking met het private ondernemerschap, om zo het areaal uit te breiden en de oliepalmproductie te verhogen.
172
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Een grootschalig proefproject voor gemechaniseerde soja- en maïsteelt in een rotatiesysteem op de lichtere gronden van het binnenland, zal worden uitgevoerd om zo de economische mogelijkheden na te gaan. Ter verdere diversificatie van de subsector groenten en fruit, mede in het licht van een realistische importvervanging en exportbevordering, zal de ontwikkeling van professioneel opgerichte productiesystemen c.q. -bedrijven voor de productie van knol- en wortelgewassen worden gestimuleerd. Hierdoor kan worden gewerkt naar een gegarandeerde afzet voor m.n. de bevolking in de meer rurale districten van het land, met potenties voor een bescheiden export naar de regio. Realisatie van het bovenstaande zal worden bereikt door: -
stimulering van de productie van peulgewassen ter importsubstitutie;
-
introductie van de commerciële teelt van gember en aardvruchten in de gebieden Marowijne, Para en Brokopondo, waarbij voor wat aardvruchten betreft, gericht wordt op de importsubstitutie van aardappelen, maar ook exportpotentie;
-
onderzoek/uitwisseling van informatie met bevriende naties die reeds jaren ervaring hebben met deze gewassen en het uitproberen van variëteiten aangepast aan onze condities.
De mogelijkheden voor bloemen en sierplanten zullen door een integrale aanpak benut worden. Het faciliëren van deze subsector zal plaatsvinden middels het treffen van maatregelen, voorziening en onderzoek. De ontwikkelde strategieën zullen verder uitgebouwd en ten uitvoer worden gebracht. De bijenteelt zal verder worden geprofessionaliseerd in het kader van de diversificatie van de productie,
waarbij
regionale
spreiding
zal
worden
gestimuleerd.
Een
goede
materiaalvoorziening en soepele kredietvoorwaarden, worden daarbij als essentieel gezien. Het beleid is gericht op verhoging en uitbreiding van de productie, waarvoor een goede organisatiestructuur en infrastructuur zullen worden opgezet. De bijenteelt zal verder geprofessionaliseerd worden, o.a. door een coöperatieve aanpak. Voor de meer rurale gebieden, waaronder het binnenland, zal het beleid gericht zijn op het duurzaam ontwikkelen van de landbouw. De bestaande pilotprojecten zullen worden gecontinueerd, terwijl voor drooglandrijstbouw een pilotproject zal worden opgezet in het
173
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
stuwmeergebied. De samenwerking met vrouwenorganisaties zal verder geïntensiveerd worden. Binnen het landbouwbeleid zal bijzondere aandacht worden besteed aan de verhoging van de productiviteit, waar bij de achterwaartse verbindingen, waaronder opslag, vervoer, verwerking en afzet van eminent belang zijn, teneinde de export van de producten te stimuleren. Steeds meer aandacht zal worden besteed aan: -
de inputsvoorziening van de kleinlandbouw;
-
sanering van de fysieke productieomstandigheden;
-
zaaizaadvoorziening en voorlichting;
-
verbetering van de woon- en leefomstandigheden en opleiding van de boeren.
Om de gewenste continuïteit bij de productie te garanderen, zullen met afnemers samenwerkingsvormen worden nagestreefd en voorzieningen worden getroffen voor een gegarandeerde afzet, zowel lokaal als in het buitenland.
Het veeteeltbeleid De veeteeltsector bestaat hoofdzakelijk uit kleine veeteeltbedrijven. Slechts bij de pluimveeteelt is het merendeel van de producten afkomstig van enkele grote kapitaalintensieve bedrijven. Het overgrote deel van de productie wordt aangewend ter voorziening in de lokale behoefte. De subsector wordt gekenmerkt door een grote afhankelijkheid van de invoer van grond- en hulpstoffen, hoofdzakelijk broedeieren en grondstofvoorziening voor veevoer. Ter stimulering van de lokale productie zal het beleid zich richten op het scheppen van een beter ondernemersklimaat, waarbij o.a. het grondstoffenbeleid bijzondere prioriteit zal genieten. De lokale productie van broedeieren zal verder worden gestimuleerd, zodat het streven om de kipproductie 100% hierop te baseren, wordt bereikt. Tenslotte zal het importtarief op kipdelen moeten worden verhoogd. Het totaal aan runderen is tussen 1995 en 2000 met ca. 40% toegenomen tot ca. 120.000 stuks. Naast de zgn. "bermboeren" ontwikkelde zich een beperkt aantal grootschalige slachtveebedrijven, die op extensieve wijze vlees produceren, waardoor het te verwachten is, dat Suriname binnen enkele jaren volledig zelfvoorzienend zal zijn ten aanzien van rundvlees. De productie van varkensvlees is tussen 1995 en 1999 met ca. 26% gestegen tot ca. 1006 ton op een totaal van ca. 17.000 varkens.
174
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Hoewel de schapen- en geitenteelt een bescheiden plaats inneemt in de totale productie, is met een productie van ca. 15 ton in 1999 een groei van ca. 50% ten opzichte van 1995 te constateren. Het meerjaren ontwikkelingsprogramma voor de veeteeltsector omvat onder meer het voortzetten van de ondersteuning aan de Veterinaire Dienst. In dit kader kan genoemd worden het nemen van wettelijke en beheersmaatregelen tot aanpassing van import- en exportbepalingen, alsmede de sanitaire en quarantaine voorzieningen aan de USAD/EC standaarden. Het laboratorium zal verder worden versterkt en uitgebouwd. Om in de verdere behoefte aan geschoold kader te voorzien, zullen mogelijkheden voor studieplaatsen worden nagegaan voor keurmeesters van vee en vleesproducten. De samenwerking met internationale organisaties, waaronder IICA/Caraphin en PAHO zal worden geïntensiveerd. De bouw van slachthuizen te Coronie en Nickerie zal ter hand worden genomen. De verhoging van de lokale melkproductie verdient prioriteit. Met betrekking tot deze subsector, zal de Regering het particulier initiatief tot samenwerking met buitenlandse zuivelproducenten stimuleren. Daarbij staat zij een samenwerking met alle relevante organisaties voor; een realistische melkprijs voor de boer vormt hierbij de basis. Daarnaast zullen met de training van inseminatoren, decentralisatie van de K.I.-dienst alsmede verbetering van het grasland en de infrastructuur, andere voorwaarden geschapen worden. In het uit te voeren beleid neemt de verbetering van de productie van kleine herkauwers (schapen en geiten) een voorname plaats in. Met het oog op de exportpotentie naar de regio zal het uitbouwen en professionaliseren van de teelt van deze herkauwers worden gestimuleerd. Daarnaast kan de teelt van deze herkauwers een bron van inkomsten zijn voor de kleine boeren.
Het visserijbeleid De subsector visserij wordt onderscheiden in de bevolkingsvisserij, die in hoofdzaak de lokale markt van vis voorziet, de industriële visserij, voornamelijk voor de export en in hoofdzaak uitgeoefend door buitenlandse trawlers, en de aquacultuur, die hoofdzakelijk voor de export wordt beoefend. Het beleid ten aanzien van de bevolkingsvisserij, die de laatste jaren een opvallende expansie heeft vertoond, is erop gericht de visaanvoer te verhogen door uitbreiding en modernisering van de visserijvloot, zonder dat hierdoor overbevissing zal optreden.
175
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Om het beheer en de duurzame ontwikkeling van de visbestanden in de Surinaamse wateren mogelijk te maken, is een beleid, gericht op een verantwoorde exploitatie van deze visbestanden noodzakelijk, en is een daarop gerichte visserijwet vereist. Door fasering in aanschaffingen zullen de benodigde inputsvoorzieningen, alsmede de vervangings - en uitbreidingsinvesteringen geleidelijk worden opgevoerd. Dit laatste geldt in hoofdzaak voor de bevolkingsvisserij, aangezien daar de grootste groeimogelijkheden liggen. Deze overtreffen echter de absorptiecapaciteit van de binnenlandse markt, zodat de bevolkingsvisserij slechts tot volle ontwikkeling kan komen, wanneer zij kan doorbreken op de exportmarkten. Met de aanname van de Viskeuringswet door De Nationale Assemblee kan verder worden gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het product. Met betrekking tot de export van vis kan worden gesteld, dat certificering zal plaatsvinden. Met het oog hierop is, naast verscherping van de voorschriften voor hygiëne, het HACCP systeem voor kwaliteitscontrôle bereids geïntroduceerd. Daarnaast zal het versheidlaboratorium worden ondersteund, waardoor onder andere versheidcurven eruit kunnen voortvloeien, om als standaarden voor export te kunnen dienen. Tenslotte zal stimulering van de export plaatsvinden door verdieping van de kennis van exportmarkten voor vis en visproducten via een marktstudie. Voor het adequaat implementeren van de vernieuwde regelgeving ter zake, zal het personeel van het Onderdirectoraat Visserij adequaat worden toegerust, waardoor het de controlewerkzaamheden met betrekking tot het kwaliteitsgebeuren kan uitvoeren. In het kader van de kwaliteitsbeheersing is het eveneens van belang, dat de monitoring van Ciguatera, Scombrotoxine, residue aquatische organismen en kwikresidue wordt voortgezet voor het onder contrôle houden van deze gifstoffen. Door een verantwoord vergunningensysteem zal worden bewerkstelligd, dat het aanbod van vis wordt gereguleerd als functie van de afzetmogelijkheden. Het visserijbeleid is er verder op gericht de artisinale vissersvloot, die voornamelijk bemensd wordt door buitenlanders, geleidelijk aan door eigen boten te vervangen en te bemensen met Surinaamse vissers. Het door de Overheid gecoördineerde botenbouwprogramma zal krachtig worden ondersteund door het instellen van een kredietraamwerk voor vissers en toekomstige vissers. Het Visserij Management Plan heeft tot doel jaarlijks een overzicht te geven van het visserijgebeuren en het vaststellen van gedetailleerde beheersdoelen. Het visserijbeleid is er tevens op gericht een verbetering te brengen in de infrastructurele voorzieningen in de verschillende regio’s, ter bevordering van de ontwikkeling van en controle op de visserij. Uitgangspunt daarbij is dat in een overgangsfase van 2 à 3 jaren institutionele en
176
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
financiële voorzieningen worden getroffen die moeten uitmonden in de overdracht van de infrastructuur aan belangengroepen, die verantwoordelijk zullen zijn voor een adequaat onderhoud. Het aquacultuurbeleid De aquacultuur is gericht op de productie van zoetwatergarnalen en –vissen en zal verder tot ontwikkeling worden gebracht en uitgebreid met andere organismen. Enkele bedrijven zijn in de productiefase, terwijl een groot aantal ondernemingen in de planning en de startfase verkeren. De Regering erkent de potentie, die aanwezig is voor het ontwikkelen van de aquacultuur in Suriname; in samenwerking met de relevante actoren in de subsector zal een wettig en administratief raamwerk worden vastgesteld om een milieu te ontwikkelen, dat bevorderlijk is voor een duurzame ontwikkeling van de productie. Hiertoe behoort eveneens het beleid met betrekking tot de gronduitgifte, waarbij het voornemen bestaat om bepaalde gebieden in de districten Commewijne en Marowijne tot bestemmingsgebieden te verklaren.
BELEIDSMATRIX AGRARISCHE PRODUCTIE EN AGRO-INDUSTRIE Start/ duur 0 0 0 0 2 4
Programma’s
MAATREGELEN
-
- -
0 0 0 1 3 5
Invest. in SRG mln
GENERAAL TOTAAL
58740
ALGEMEEN LANDBOUWBELEID
43076
Vergroting bijdrage sector aan de nationale economie Rationalisatie staatsbedrijven
-,-
Strategisch omspringen met grond en grondstoffen Stimulering van de kleinlandbouw en veeteelt door de toegang tot kredieten, trainingen en productiemiddelen voor vrouwen en jongeren te verbeteren (agrarisch en veeteelt ondersteuningsfonds)
-,-
177
4403
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Initiële verbetering van de agrarische infrastructuur waaronder het uitvoeren van een egalisatieprogramma Institutionele versterking en verbetering huisvesting en apparatuur relevante dienstonderdelen en kerninstituten in de agrarische sector Diversificatie landbouwproductie middels ontwikkeling fruit- en bloementeeltsubsectoren Uitvoer diverse cultuurtechnische werken in landbouw en bevordering erfcultuur Promoten ontwikkeling kleine agro-industrieën Ontwikkeling Agrarische sector aan de BovenSurinamerivier Verbetering van het functioneren van de huidige waterschappen, alsmede het instellen van nieuwe Ontwikkelen niet -traditionele gewassen, gewasmanagement en algeheel zaadprogramma voor voedselzekerheid Landbouwproductie stimuleren middels gewasonderzoek, evaluatie van gewasvariëteiten, verbetering veldinspectie, dataverzameling (inclusief landbouwtelling) en educatieprogramma’s
22002
4183
77 1325 33 51 -,8058
2944
RIJSTSECTOR Ontwikkeling rijstsector
4097 Het formuleren van een langetermijnrijstbeleid
132
Rijstonderzoek en zaaizaadstation verder ontwikkelen Voorlichting en training aan kleine en grote bedrijven moderniseren Bescherming van georganiseerde rijstboeren tegen monopolistische tendensen van opkopers Het implementeren van programma's tot modernisering, kwaliteitsverhoging en efficiëntie- verbetering in de verwerking van padie Verlenen van ondersteuning en verbetering van de marketing van rijst Het organiseren van de rijstsector naar het model van een productschap
2217
178
1656 33
22
11 26
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
BACOVESECTOR
Verbetering concurrentiepositie bacovensector
37 Het verrichten van marktonderzoek t.b.v. bacoven die niet voor de export geschikt zijn Het ondersteunen van de productie en afzet van alternatieve en exotische bacovensoorten bestemd voor de export Verbeteri ng van de waterhuishouding, handling en management waardoor een groter deel van de bacoven- productie geschikt is voor export Het treffen van saneringsmaatregelen om het voortbestaan van de bacovensector veilig te stellen middels efficiency verhoging, productieverhoging en kostprijs- verlaging in de sector
33
4
-,-
-,-
PALMOLIESECTOR Stimulering investeringen in de palmoliesector
1276
Herstel van nog bruikbare Patamaccaaanplant en herstel van de mini mills Ondersteuning van de oplossing van het arbeiders- en afzetprobleem te Patamacca, zodat de mogelijkheden kunnen worden benut Het op korte termijn treffen van voorbereidingen voor grootschalige oliepalmcultuur i.s.m. buitenlandse investeerders Marketing palmolie en monitoring van het beleid
220
880
66
110
TUINBOUW-EN FRUITSECTOR Stimuleren efficiëntieverbetering in de productie en verbetering concurrentiepositie
5247
Het moderniseren van voorlichting en training Bestrijden Carambolafruitvlieg Het uitvoeren van een marktonderzoek in Nederland, Frans-Guyana en de Caricom
179
11 2477 220
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Het verruimen van exportmogelijkheden en het treffen van maatregelen die moeten leiden tot een rechtvaardige allocatie van de exportcapaciteit en het voorkomen van aanwending van de exportcapaciteit voor andere doeleinden Ter bescherming van producenten en boeren zal op zeer korte termijn een ontwerpwet t.a.v. zaaizaad ter goedkeuring aan de Nationale Assemblee worden aangeboden Onderzoek en ondersteuning van verwerkingsmogelijkheden t.b.v. zinvolle productie en arbeidsplaatsen voor vrouwen en jongeren Het ontwikkelen van professioneel opgezette groenten- en fruitbedrijven van optimale grootte, waar de zon/ schaduwbeheersing en irrigatie/drainage op moderne wijze worden toegepast voor continue productie gedurende het gehele jaar Stimuleren groenten- en fruitteelt en transfer aangepaste technologieën in groenten- en fruitsector Bouwen van koel- en vriesfaciliteiten op J. A. Pengel luchthaven ter stimulering export
66
66
110
220
132 1945
BLOEMEN EN SIERPLANTEN Simulering productie Bloemen en sierplanten
143
Integrale aanpak van deze subsector om de mo-gelijkheden te benutten Ondersteuning van deze subsector middels het verrichten van onderzoek
11 132
VEETEELTSECTOR Stimulering veeproductie en vergroting efficiency
2849
Verrichten van onderzoek van mogelijkheden kostprijsverlaging in de veehouderij en opzetten trainingscentrum voor veeteelt Ondersteuning particulier initiatief m.b.t. bouw varkensslachthuis en bouw slachthuizen in Coronie en Nickerie Stimulering lokale productie kip middels scheppen van gunstig ondernemingsklimaat, grondstoffenbeleid wordt bekeken. Stimulering en verbetering teelt kleine herkauwers
180
495
317
-,11
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Initiatieven tot lokale productie van vee en input voor de veehouderij zullen aangemoedigd en ondersteund worden
33
Modernisering Veterinaire Dienst met als doel het opzetten van een Disease Surveillance, Monitoring and Reporting System en caraphin en livestock disease surveillance
1577
Het verzorgen van trainingen alsmede het stimuleren en bevorderen van de lokale dierlijke productie door het geven van incentieven Reorganisatie van de professionele veehouderij naar het model van een productschap Het diversifiëren van de verwerking van melk, zodanig dat melkveehouders worden gestimuleerd om kleine koel- en opslagunits te bouwen De prijs van lokale melk zal geleidelijk aan marktconform gemaakt worden; hierbij zal de bereikbaarheid van melk voor doelgroepen door subjectsubsidie gerealiseerd worden Verbetering keuring en opzet veterinaire public health unit Verbetering grasareaal Stimulering en verdere professionalisering van de bijen-teeltsector Middels promotie de belangstelling voor de bijenteelt vergroten en het tot stand brengen van regionale spreiding van de activiteiten
44
132
-,-
-,187 9 33 11
VISSERIJ SECTOR Actualiseren wet-en regelegeving visserijsector
2015
Modernisering van de visserijwetgeving Het veiligstellen van de consumeerbaarheid van de visproductie middels controle op gebruik van milieuvriendelijke technieken in o.a. de goudsector Continuering van het trainingsprogramma met betrekking tot inrichting van verwerkingsbedrijven naar internationale normen en kwaliteitseisen Keuring en monitoring kwaliteit visproducten m.n. voor de export
181
66
77
55 816
Meerjaren Ontwikkelingspllan 2001 t/m-2005
Agrarische productie en agro-industrie
Continuering van het trainingsprogramma met betrekking tot inrichting van verwerkingsbedrijven naar internationale normen en kwaliteitseisen Reorganisatie van de minivisserijstations
110 33
Reorganisatie van de professionele visserij naar het model van een ‘productschap Vergunningenbeleid op verantwoorde wijze uitvoeren
110
Uitvoering biomassa survey
132
-,-
Uitvoering Visserijmanagementplan
-,-
Opstellen Aquacultuurwet
66
Uitvoeren verder onderzoek binnen de aquacultuur en bevorderen van productieinitiatieven
550
182