De zintuigen Het kind dat waarneemt hoort voelt proeft ruikt ervaart zal onderscheiden seriëren ordenen sorteren en spelenderwijs onderzoekend actief vol vertrouwen van al zijn ervaringen leren
148
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 148
8/3/2012 11:22:16 AM
7 Werkjes en lesjes voor peuters 7.1 Inleiding Werkjes en lesjes voor peuters maken in zekere zin deel uit van de voorbereide omgeving. Zoals eerder vermeld, is een werkje een geordend, samengesteld geheel van losse materialen die bij elkaar gebruikt worden (zie paragraaf 6.6.4). Een lesje houdt in dat je kinderen iets aanbiedt wat bijdraagt aan hun ontwikkeling (zie paragraaf 5.3.5). In paragraaf 7.2 zijn allerlei werkjes beschreven die aansluiten bij de verschillende ontwikkelingsgebieden, in de vorm van diverse themakasten. Paragraaf 7.3 is gericht op verschillende soorten lesjes die je als leidster kunt aanbieden.
7.2 Werkjes In het navolgende staan voorbeelden van werkjes behorend bij verschillende themakasten: de zintuiglijke kast, de kast uit het dagelijks leven, de creatieve kast, de kast voor (voorbereidend) schrijven, lezen en rekenen, de natuurkast / kosmische kast en de kast met diversen. Je kunt ook kasten met materialen en thema’s combineren, afhankelijk van de hoeveelheid materialen waarover je van elk ontwikkelingsgebied beschikt.
7.2.1 Zintuiglijke materialen en werkjes Peuters leren en ontdekken veel met hun zintuigen. Bij deze natuurlijke ontwikkeling van het jonge kind kun je aansluiten door materialen en werkjes aan te bieden waarmee ze de verschillende zintuigen kunnen oefenen. In een zintuiglijke kast zijn daarom werkjes en materialen te vinden voor het waarnemen, horen, voelen, ruiken en proeven. Door ervaringen op te doen met zintuiglijke materialen worden bepaalde abstracte begrippen concreet gemaakt. Je kunt met kinderen praten over de begrippen lang en kort en je kunt peuters
149
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 149
8/3/2012 11:22:22 AM
wijzen op het feit dat het ene kind langer of korter is dan het andere kind, maar als een kind eerst een lange stok en vervolgens een korte stok in zijn handen heeft, dan worden deze begrippen – letterlijk – heel tastbaar. Het begrip gaat leven. Daarmee is nog niet gezegd dat een kind vanaf dat moment deze begrippen volledig begrijpt. Dit gebeurt als het kind herhaaldelijk met de stokken oefent. Montessori heeft veel zintuiglijke materialen ontwikkeld voor de sensomotorische ontwikkeling van kinderen. Haar principe luidt: ‘Niets is in de geest wat niet eerst in de hand (of zintuigen) is geweest’, wat betekent dat een kind iets gemakkelijker kan begrijpen als het iets via zijn zintuigen heeft ervaren; doordat het iets heeft gezien, gevoeld, gehoord, geroken of geproefd. Het kind leert iets ervarend be-grijpen. Voorbeelden van zintuiglijke werkjes: • een bak met bruine bonen Materialen die je hieraan kunt toevoegen: een bakje, een plastic beker, een klein stevig glaasje, een stalen kannetje, enkele verschillende lepels. Voeg circa vijf materialen toe. Alternatieven waarmee je een bak kunt vullen: rijst, diverse erwten en bonen door elkaar, macaroni, scheerschuim en piepschuim. Kinderen kunnen met zo’n werkje experimenteren met scheppen en schenken. • een bak met (vogel)zand Materialen die je hierbij kunt gebruiken: voorbeelden uit de bak met bruine bonen, evenals een trechter en een zeefje. Dit werkje leent zich ook goed om diverse kleine autootjes of werkvoertuigen toe te voegen. Vooral jongens spreekt dit aan. Voeg circa vijf materialen toe. Kinderen kunnen met zo’n werkje ervaringen opdoen met zeven en trechteren, maar het is ook bruikbaar voor fantasiespel met bijvoorbeeld auto’s. • montessori-materialen Deze zijn gericht op de sensomotorische ontwikkeling, voornamelijk op één aspect van de zintuiglijke en/of cognitieve ontwikkeling. Zo zijn de gehoorkokers specifiek voor de auditieve ontwikkeling – de ontwikkeling
150
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 150
8/3/2012 11:22:39 AM
•
van het gehoor – en de reukflesjes voor het ruiken. De roze toren, bruine trap, rode stokken en cilinderblokken doen enerzijds een beroep op de visuele ontwikkeling – het zien – en anderzijds op de tastzin – het voelen. Op de website van Nienhuis zijn allerlei montessori-materialen vinden (www.nienhuis.com/nl). In het boek Het Montessori Materiaal staan de doelen van het materiaal precies uitgelegd en op welke wijze je er lesjes mee kunt aanbieden. Montessori-materialen zijn mede gericht op de behoeften van kinderen in de peuter- en kleuterleeftijd om te ordenen (dezelfde bij elkaar leggen), te seriëren (een bepaalde volgorde aanbrengen) en te paren (twee overeenkomstige zoeken). zelf samengestelde montessori-werkjes, zoals: - een sorteerwerkje met schelpen, voorwerpen uit de herfst, knopen, kralen enzovoort – de kinderen sorteren de voorwerpen naar kleur, grootte of vorm; - een pincetwerkje waarbij kinderen wattenbolletjes van het ene schaaltje naar het andere verplaatsen; - een bouten-en-moerenwerkje; - voelzakjes waarbij een kind twee dezelfde voorwerpen moet voelen.
7.2.2 Materialen en werkjes uit het dagelijks leven In de kast met huishoudelijke materialen – behorend bij de huishoek of leefhoek – zijn allerlei werkjes en materialen te vinden die kinderen thuis ook kunnen tegenkomen. De werkjes zijn voornamelijk huishoudelijk van aard. De materialen en werkjes stimuleren tevens de fijnmotorische ontwikkeling, waaronder de oog-handcoördinatie. Huishoudelijke werkjes zijn eenvoudig zelf samen te stellen. Zowel bij werkjes als tijdens het eten kun je peuters echte materialen aanbieden; 2- en 3-jarigen zijn prima in staat om uit stevige kleine tot middelgrote glazen te drinken, van een stenen bord en een schaaltje van aardewerk of stevig glas te eten en met een kannetje van glas of porselein te schenken. De meeste werkjes worden geordend op een dienblaadje (bij voorkeur van hout) of in een mandje aangeboden, zodat het een overzichtelijk geheel is voor het kind. Het werkje schoenen poetsen bestaat bijvoorbeeld naast een paar schoenen uit een doekje / klein kleedje waar de schoenen op worden gezet, een doekje of kleine borstel om de schoenpoets mee op de schoenen te wrijven, een borstel om de schoenen mee uit te poetsen en een doekje om de schoenen op het laatst mee op te poetsen. De schoenpoets (neutrale schoencrème of vaseline) kun je toevoegen, maar je kunt het kinderen ook
151
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 151
8/3/2012 11:22:39 AM
aanbieden als ze ernaar vragen zodat jij er zicht op kunt houden, aangezien een peuter geneigd is om te gaan experimenteren met de schoenpoets. Voorbeelden van huishoudelijke materialen en werkjes: • een cracker smeren met smeerkaas • een paar schoenen poetsen – met vaseline of neutrale schoencrème • koper poetsen – met tandpasta • afwassen en afdrogen • een plant water geven • rozijntjes of cornflakes in een schaaltje scheppen en opeten • met een vijzel iets fijnmalen, bijvoorbeeld koffiebonen • een appelsnijder1 • een sponswerkje Met een (kleine) spons water van het ene in het andere bakje uitknijpen. • een sorteerwerkje Met een lepeltje of pincet diverse etenswaren sorteren, zoals rijst, bonen, macaroni of erwten. • een pincetwerkje Met een pincet wattenbolletjes van het ene in het andere bakje plaatsen. • een schenkwerkje Water van het ene in het andere kannetje schenken. Je kunt ook een kleine maatbeker toevoegen om het water mee te halen. • een trechterwerkje Met een schep of maatbeker zand of water via een trechter in een langwerpige beker trechteren. Benodigdheden: een hoge beker van kunststof, een trechter, een bakje met zand, een lepel of een maatbeker. • een schepwerkje Van het ene naar het andere bakje scheppen, van links naar rechts en van rechts naar links; door het gebruik naar beide kanten worden de twee hersenhelften gestimuleerd. Benodigdheden: twee bakjes, een lepel, zand of bruine bonen, (vogel)zand, pastasoorten, erwten, rijst of maïs. • een zeefwerkje Door middel van een zeef materialen van elkaar scheiden. De zeef met de ene hand vasthouden en boven een leeg bakje houden; met een lepel een schep met het zand met inhoud in de zeef scheppen; zeven; de achtergebleven inhoud in het tweede lege bakje doen. Benodigdheden: een bakje 1
Dit werkje moet onder begeleiding van een leidster worden gedaan in verband met de aanwezige mesjes in het apparaat.
152
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 152
8/3/2012 11:22:50 AM
•
• • • • • • • • •
met vogelzand met rijst, erwten, maïskorrels of macaroni erdoorheen, twee lege bakjes, een zeefje en een lepel. een sleutelwerkje Een bakje met drie sloten van verschillende grootte, de grootste circa 5 cm; sleuteltjes bij de sloten zoeken en de sloten openen en weer sluiten. een vouwwerkje met stoffen servetten of een stofdoek een bezem om te vegen een stoffer en blik om iets op te vegen een dweil om water op te deppen dat op de grond ligt een vaatdoek om drinken of water op te deppen een stofdoek om de tafel of de kast af te stoffen een vergiet om bijvoorbeeld fruit te wassen een badje of teil om een pop in te wassen een plantenspuit en doekje om een deur of raam mee te wassen/poetsen
7.2.3 Creatieve materialen en werkjes De creatieve kast biedt diverse soorten werkjes en materialen op creatief gebied. De werkjes worden overzichtelijk aangeboden op bijvoorbeeld een dienblaadje in plaats van dat er een grote doos klei in de kast staat. Als een kind klaar is en het werkje heeft teruggezet, vul je eventuele benodigdheden aan, zodat een volgend kind er weer mee kan werken. Aan het eind van de dag check je eveneens of alles compleet is voor de volgende dag.
153
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 153
8/3/2012 11:23:22 AM
Onderleggers, placemats, schorten of verfkwasten worden doorgaans niet bij de werkjes maar op een vaste plaats in de groep opgeborgen; deze materialen worden immers ook gebruikt voor andere activiteiten. Aangezien de peuters het niet allemaal kunnen onthouden als je hun laat zien waar ze deze materialen kunnen vinden en hun vertelt bij welk werkje ze wat nodig hebben, begeleid je de kinderen in het begin bij deze voorbereidingen. Aangezien er van ieder werkje slechts één exemplaar is, kun je verschillende soorten werkjes aanbieden. Kinderen kunnen zelf kiezen wat ze willen doen. Als het ene kind in de bouwhoek speelt of een puzzel maakt, kan een ander kind creatief bezig zijn. •
•
•
•
een knipwerkje Een schaar en een strook papier met lijnen erop. Hierin zijn veel soorten te verkrijgen, variërend in moeilijkheidsgraad. Je kunt ze ook zelf maken. Neem voor de jongsten de eenvoudigste, want knippen is een betrekkelijk gecompliceerde vaardigheid. Peuters die al handigheid hebben in het knippen, kan meer uitdaging worden geboden. Je kunt eveneens een strook zonder lijnen toevoegen. Het kind heeft de vrijheid in hoe en wat het knipt. Het kind kan de geknipte stukjes in een zakje meenemen naar huis. Geknipte stukjes kunnen ook gecombineerd worden met een plakwerkje; het kind plakt de geknipte stukjes dan op een vel papier. een ongestructureerd plakwerkje Jonge kinderen willen ervaren wat het is om te plakken. Het gaat hen meestal niet om het resultaat, maar om het plakken als zodanig. Je kunt hun papier – bijvoorbeeld oude kranten – aanbieden om vrij mee te plakken. een gestructureerd plakwerkje met vaste vormen Sommige kinderen houden meer van een gestructureerd plakwerkje. Het werkje omvat bijvoorbeeld stroken met vijf of zes vormen erop getekend – dit kunnen verschillende of dezelfde vormen zijn, zoals vijf cirkels. Bij het werkje zitten bijpassende plakfiguren die het kind op de juiste plaats kan plakken. een knutselwerkje gestructureerd Sommige peuters vinden het heel leuk om een werkje na te maken, bijvoorbeeld een zwartepietenhoofd, dat fungeert als voorbeeldwerkje. Het werkje bevat losse onderdelen waarmee het kind zelf een dergelijk hoofd samenstelt. Je kunt bij zo’n werkje veel differentiatie aanbieden. De jongsten kunnen bijvoorbeeld alleen alle onderdelen zelf opplakken. De oudere peuters kunnen enkele onderdelen zelf uitprikken of uitknippen al-
154
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 154
8/3/2012 11:23:22 AM
•
•
•
• •
vorens ze op te plakken. Door kinderen keuzes te geven in bijvoorbeeld kleuren en de vrijheid om te bepalen welk onderdeel ze waar plakken, zullen alle werkjes er anders uitzien. een halfgestructureerd plakwerkje Een werkje dat gedeeltelijk is voorbereid en grotendeels door het kind wordt ingevuld. Bijvoorbeeld een werkje met grote vissen van stevig papier en meerdere stukken gekleurd papier en/of verschillende stukjes stof. Het kind kan de vis naar eigen idee opvullen. Sommige peuters zullen er vijf stukjes opplakken en anderen vijftig. Je kunt er ook kleine stukjes papier bij leggen voor peuters die nog niet kunnen knippen of scheuren. een scheurwerkje Een dun blaadje papier om in kleine stukjes te scheuren. Scheuren is een zeer gecompliceerde handeling voor peuters. Het kind dat dit wil, kan zich oefenen in het scheuren. Het kind kan de gescheurde stukjes in een zakje meenemen naar huis of eventueel opplakken. een knutselwerkje driedimensionaal ongestructureerd Het kind pakt zelf de benodigdheden voor het plakken, zoals een plakselpotje, een plakselkwast en een schaar, evenals materialen dat het nodig heeft om te knutselen, zoals een closetrolletje, papier, stof, piepschuim, kurk en/of een kartonnen doos(je). Ook kan het kind bepaalde materialen beschilderen. een kleiwerkje Klei, enkele vormen, een roller en een bot mesje. Je kunt ook af en toe een kleiwerkje aanbieden met alleen klei. een vouwwerkje papier Papier met een recht of schuin kruis erop. Vouwen is wellicht meer een
155
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 155
8/3/2012 11:23:44 AM
•
•
•
•
• •
kleuterwerkje, maar er zijn ongetwijfeld oudere peuters die vouwen als een uitdaging zien. Een lesje vouwen kan het kind mogelijk wat ondersteuning bieden in de techniek van het vouwen. Voordat kinderen met papier gaan vouwen, is vouwen met een stoffen servet een mooie vooroefening. een prikwerkje Een prikpen, een prikmat en een stevig stuk papier met daarop een vorm, bijvoorbeeld een cirkel of een vierkant. Prikken is een intensieve bezigheid. De figuren mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de peuters hun motivatie verliezen om de hele figuur te prikken. Het is overigens niet bezwaarlijk als ze slechts een stukje prikken. Kinderen kunnen ook op een ander moment verder prikken als ze dat willen. Sommige kinderen hebben een voorkeur voor een blanco papier om alleen het prikken te ervaren, los van de behoefte om een figuur uit te prikken. een waterverfwerkje Het makkelijkst is een waterverfdoosje met circa tien kleuren en een kwastje erin en een wit, redelijk stevig vel papier. Voor alle schilderwerkjes geldt dat kinderen een schort aandoen en dat er een placemat of krant op de tafel wordt gelegd. een vingerverfwerkje Peuters vinden het heerlijk om met hun handen en vingers materialen te ervaren, zoals modder, klei, plaksel en verf. Een groot vel papier is hierbij aan te bevelen, zodat het kind zich echt kan uitleven. Sommige peuters hebben wat begeleiding nodig bij dit werkje, om te voorkomen dat hun fraaie vingerafdrukken niet overal in de groep terug te vinden zijn. een plakkaatverfwerkje Het is mogelijk met plakkaatverf op een vel papier op tafel te werken, evenals op een muur, een deur of een bord. De primaire kleuren rood, geel en blauw zijn voldoende; wellicht ontdekken kinderen zelf andere kleuren die ontstaan tijdens het schilderen. Met wit erbij zullen ze zien dat de kleuren lichter worden. een tamponeerwerkje Een ‘open’ figuur en een dikke, ronde kwast. Eén of twee (primaire of zelfgekozen) kleuren verf volstaan hierbij. een stempelwerkje met kurk Je kunt hiervoor een of meer kurken gebruiken en kiezen voor een of meer kleuren verf. Je kunt eveneens met sponsjes of met echte stempels stempelen. Op een wit papier zijn de afdrukken van de stempels het mooist te zien.
156
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 156
8/3/2012 11:23:44 AM
•
•
•
•
• •
een puntenslijpwerkje Peuters kunnen zelf potloden leren slijpen. Bij dit werkje kun je stompe potloden leggen. Beperk het aantal potloden tot een maximum van drie of vijf. Als het kind er nog meer wil slijpen, geef je het er weer drie of vijf. Je kunt een gewone losse puntenslijper nemen met een klein (rieten) mandje waar het kind boven moet blijven als het een punt slijpt, of je neemt een puntenslijper met een bakje eraan waarbij het slijpsel in het bakje komt. een paperclipwerkje Voor dit werkje kun je twee vouwblaadjes nemen die het kind met een of meer paperclips vastzet. Het kind kan ook zelf stukjes papier knippen. Kinderen vinden het waarschijnlijk leuk om dit werkje mee naar huis te nemen. Spreek met kinderen af dat ze bijvoorbeeld één paperclip met twee stukjes papier per dag mogen meenemen. nietmachine Hiervoor heb je twee of drie (vouw)blaadjes nodig. Kinderen kunnen deze blaadjes eventueel zelf in een kleiner formaat knippen en aan elkaar vastnieten, wat resulteert in een boekje. In dit boekje kunnen ze ook tekenen, ‘schrijven’ of iets plakken. plakband in een plakbandhouder Kinderen kunnen hele plakwerkjes maken met plakband. Je kunt kinderen zelf papier laten pakken of zelf papier toevoegen bij het werkje. Kinderen zullen in eerste instantie voldoende hebben aan de ervaring van het plakband eraf halen en ergens opplakken. Peuters die duidelijk toe zijn aan meer uitdaging, kunnen lege doosjes met inpakpapier gaan inpakken als cadeautjes. Extra leuk wordt het als het doosje ook een ‘cadeautje’ bevat om aan mama, papa of oma te geven, bijvoorbeeld een schelp of een paar schelpjes, enkele kiezelsteentjes of ander klein materiaal. perforator Voor veel peuters zal één vel papier voldoende zijn om gaatjes in te maken. een school-/krijtbord dat aan de muur hangt Kinderen kunnen op dit bord krijten met school- of stoepkrijt, maar ze kunnen er ook met water op ‘schilderen’. Peuters houden ervan het water al schilderend weer te zien verdwijnen. Met water schilderen is een mooi voorbeeld van een proces dat belangrijker is dan het product; het heeft immers geen blijvend zichtbaar resultaat. Tevens kun je een krijtbord gebruiken om er een (groot) vel papier op te hangen waar een kind op kan schilderen.
157
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 157
8/3/2012 11:23:44 AM
•
een krijtwerkje Een kleiner tekenbord is voor peuters ook aanlokkelijk. Een dergelijk bord ligt horizontaal op tafel in plaats van dat het verticaal staat, zoals een tekenbord aan de muur. Overige benodigdheden: een mandje met krijtjes en een borstel.
Tip: Schrijf de naam van het kind altijd achter op of aan de binnenkant van een gemaakt werkje. Schrijf de naam van het kind linksboven op het papier, aangezien je als je schrijft of leest in de Nederlandse taal ook altijd bovenaan en aan de linkerkant begint. Zet eveneens de datum op het werkje. Leuk om te weten wanneer een kind iets heeft gemaakt en leuk voor later.
7.2.4 Materialen en werkjes voor (voorbereidend) schrijven, lezen en of rekenen Peuters tonen vaak al interesse in letters en cijfers. De eerste letter van de eigen naam vinden veel peuters interessant en menige peuter herkent de M van McDonald’s. Deze gerichtheid op letters en cijfers op de peuterleeftijd lijkt mogelijk vroeg, aangezien kinderen pas in groep 3 leren schrijven, lezen en rekenen; in groep 1 en 2 wordt taal- en rekenmateriaal aangeboden ter voorbereiding op groep 3. De gevoelige periode voor schrijven, lezen en ordenen (voorbereidend rekenen) valt echter rond de leeftijd van 3 jaar. In deze periode kan het kind eenvoudig en snel de beginselen van het schrijven, lezen en rekenen onder de knie krijgen. Het is belangrijk dat kinderdagverblijven en peuterspeelzalen bij deze gevoelige periode van peuters aansluiten door voldoende passende materialen aan te bieden en door een lesje te geven als kinderen dat willen. Als leidster forceer je hierin niets; een kind laat zelf zien of het hierin interesse heeft. Om het voorbereidend lezen en schrijven te prikkelen, kun je als leidster veel voorwerpen voorzien van een woordkaartje, bij voorkeur getypt, bijvoorbeeld in het lettertype Learning Curve. Omdat peutergroepen vaak niet over veel verschillende materialen beschikken voor het (voorbereidend) schrijven, lezen of rekenen, is het mogelijk deze materialen te combineren in een kast. Je kunt de kast dan het beste zo indelen dat de thema’s schrijven, lezen en ordenen/rekenen bij elkaar staan.
158
Het kind centraal in de kinderopvang. Opvoeden vanuit respect en contact Manja Haze ISBN 978 90 8850 288 0 NUR 840 © 2012 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam
Het kind centraal.indd 158
8/3/2012 11:23:44 AM