7
Maatregelen en financiën
7.1
Keuzen van het Overlegorgaan over beheer en inrichting en de maatregelen
In de afgelopen jaren is al veel bereikt door de samenwerkende partijen. Vele voorgenomen acties uit de nota Vervlochten functies (1998) zijn uitgevoerd. Zo is de heide uitgebreid met 300 hectare tot circa 1000 ha, is het hoofdsteunpunt aan de noordzijde bij Dalzicht gerealiseerd, is het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer verplaatst, is de Toeristenweg ’s nachts gesloten voor gemotoriseerd verkeer, is een nieuwsbrief en website ontwikkeld, is een activiteitenprogramma ontwikkeld op gebied van voorlichting en educatie en zijn diverse andere projecten uitgevoerd. Dit Beheer- en Inrichtingsplan beziet de deelnota’s die eerder door het Overlegorgaan zijn vastgesteld in hun onderlinge samenhang en geeft de oplossingsrichting aan voor enkele knelpunten (zie hoofdstuk 3). De keuzen die in de vergadering van het Overlegorgaan op 22 december 2003 ten aanzien van het beheer- en inrichting zijn gemaakt en de daarvoor noodzakelijke maatregelen per thema zijn hierna uitgewerkt en in overzichtstabellen te zien. In bijlage VI is het meer uitgewerkte uitvoeringsprogramma opgenomen. In dit hoofdstuk zijn de maatregelen en beleid opgenomen, afgeleid uit voorgaande hoofdstukken, met als basis de deelnota's en het eerdere plan Vervlochten functies. De maatregelen uit dit laatste plan die nog actueel zijn, komen in dit beheer- en inrichtingsplan terug. Niet alle maatregelen staan in dit plan; immers jaarlijks vinden vele maatregelen plaats in het kader van het reguliere beheer van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de particuliere grondeigenaren, van de gemeenten, van Vitens en de regio Twente. De maatregelen in dit plan zijn globaal afgestemd met het jaarbudget voor dit nationaal park en de gewenste prioriteiten. Jaarlijks wordt aan het eind van het jaar een jaarplan opgesteld, waarin actualisatie plaatsvindt op basis van overleg en inspraak. De gangbare (vergunnings)procedures bieden naast inspraak de nodige rechtszekerheid en kunnen soms tot bijstelling van de planning leiden.
Bij elke maatregel staat eerst een korte toelichtende tekst. De maatregel heeft relatie met een knelpunt en levert een concreet, afrekenbaar resultaat op. De maatregelen die cursief zijn gedrukt, zijn maatregelen die goed zijn voor het nationaal park maar buiten het gebied liggen en dus niet rechtstreeks onder de werking van dit plan vallen. Bij natuur en recreatie zijn de resultaten kwalitatief omschreven. Hoofdstuk 6 geeft voor diverse onderdelen kwantificering van de beoogde kwaliteiten.
7.2
Oplossingsrichting grote knelpunten
Knelpunt A Bedreiging heidesysteem: er zijn in het kader van het Soortbeschermingsplan Korhoen al veel maatregelen getroffen die gunstig zijn voor deze soort en andere soorten van het heidesysteem. Deels komt de bedreiging door milieuproblemen die vanuit het park niet zijn op te lossen. De komende reconstructie kan belangrijke verbeteringen geven. Knelpunt B Versnippering: een belangrijk punt dat ook vanuit het park niet kan worden opgelost maar wel kan worden geïnitieerd, is versterken van de samenhang met de omgeving. Het nationaal park zal bevorderen dat de natuurontwikkeling aan de Zunasche heide en het agrarische natuurbeheer versneld tot stand komt en dat gerealiseerde natuurgebieden via een planwijziging toegevoegd worden aan het nationaal park. Knelpunt C Mobiliteit en toegankelijkheid: het recreatief inrichtingsplan geeft de gewenste ontsluiting en recreatieve inrichting aan. Om mobiliteit te beperken worden de Toeristenweg (van 21.009.00 en in de wintertijd van 17.00-9.00 uur) en alle zandwegen afgesloten. Maar om toegankelijkheid voor gehandicapten en senioren te waarborgen, worden enkele zandwegen overdag (in de vorm van rondrijdroutes) opengesteld voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of een Pas-65. Dit is een weloverwogen en uitgebreid besproken keuze van het Overlegorgaan. Voor één wegtracé (Holterweg) en een wegvak (stukje Oude Deventerweg) opteerde de raad van
55
de gemeente Hellendoorn voor opstelling voor gehandicapten/65+ respectievelijk alle verkeer. Het Overlegorgaan (zie afbeelding 19) heeft 22 december 2003 gekozen voor afsluiting van Holterweg voor alle verkeer en het deel van de Oude Deventerweg tot de van Heekweg alleen voor gehandicapten en 65+ open te stellen. Het netwerk van wandel- en fietspaden wordt verbeterd en uitgebreid. Knelpunt D Wrijving gebruikers/natuur en gebruikers onderling: om het ATB-gebruik te laten plaatsvinden zonder al te veel overlast voor de natuur en andere bezoekers, is er een ATB-route binnen het nationaal park. Dit is een verbindingsroute naar het ATB-circuit aan de noordzijde van de N 35 bij Nijverdal. Daarnaast hebben de lokale clubs een ontheffing van Staatsbosbeheer voor diens terreinen gedurende de wintermaanden (november t/m februari) om onder voorwaarden te rijden op een overeengekomen route en tijdstip. Daarbuiten is dat niet toegestaan. Voor wedstrijden en sportevenementen is afgesproken om een stand-stilbeginsel in acht te nemen. Dat betekent geen nieuwe sportgerichte evenementen, maar de sinds jaar en dag bestaande traditionele evenementen blijven wel mogelijk. Het toestaan van kleinschalige activiteiten is ter beoordeling aan de eigenaar/beheerder, die rekening houdt met de doelstellingen van het nationaal park en het hier verwoorde beleid. Bij de handhaving hebben speciale aandacht: motorvoertuigen die rijden of parkeren waar dat niet is toegestaan, ATB-ers buiten de afgesproken routes en loslopende honden op plaatsen waar dat niet mag. De frictie die het paardrijden op de kleinere paden geeft met het wandelen wordt via zonering aangepakt. Er worden ruiterroutes ontwikkeld. Variatie in de randen van de heide vergroten door bosdunning
7.3
Maatregelen natuur, bos en landschap
De beoogde maatregelen zijn opgenomen in onderstaande tabel en kort met een tekst toegelicht (zie verder bijlage VI, cursief = buiten het NP)
7.3.1
Biotoopbeheer, natuurontwikkeling, soorten en bosbeheer
De maatregelen zijn gericht op behoud en verbetering van bestaande leefgebieden voor paddestoelen, mossen, hogere planten, insecten, vogels, zoogdieren met en duidelijk accent op de doelsoorten van het heidesysteem. Ontwikkeling van natuur in het gebied Zuna is in het kader van de realisering van de EHS aan de orde. N1.1 ontwikkeling overgangen Gevarieerder maken van bosranden langs heide. De bossen (circa 300 ha) rondom het centraal heidegebied geleidelijk omvormen naar een bostype dat van nature hier voorkomt. Resultaat: toename boomleeuwerik, roodborsttapuit en ontstaan gevarieerd bos van arme zandgrond N 1.2 Natuurontwikkeling en ontsnippering Starten natuurontwikkeling van Zunasche heide in samenhang met een module van de landinrichting Rijssen. Hier deels mikken op ombuiging van aankoop naar particulier natuurbeheer. Particulier natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer (drogere gronden) extra stimuleren (pilot) daarnaast natuurontwikkeling door SBB. Resultaat: samenhang met nationaal park wordt gerealiseerd en er ontstaan betere overlevingskansen voor het korhoen. N1.3 Beheer kleine heiden Open maken met opslag dichtgegroeide kleinere heiden met aandacht voor de regels van de Boswet. Waar mogelijk meer samenhang creëren met andere heideterreinen, vooral via zandwegen. Resultaat: toename heivlinder, zandhagedis, insecten van heide en droog grasland en andere doelsoorten van de heide. N1.4 Samenhang met Zunasche heide Herstellen samenhang van heidegebied met Zunasche heide door omvormen bos naar open heide en boomheide met aandacht voor de regels van de Boswet.
56
Levend paars
Resultaat: samenhang tussen bestaande en nieuwe natuur, uitwisseling van dieren van heide naar het biotoop kruiden grasland/akker. N1.5 Beheer predatoren Voortzetten bejagen van vos en eventueel kraai met goede registratie van aantal geschoten vossen en aantal burchten. Evalueren in 2005. Verbeteren onderbouwing van aanvragen voor ontheffing op basis van waarnemingen en onderzoek. Resultaat: vos en kraai zijn in uiterst lage dichtheden aanwezig dan wel afwezig in centraal deel van het gebied.
N1.6 Andere maatregelen voor het korhoen Aanleg kruidenakkers (op voormalige wildakkers), verscherpte handhaving bij broedbiotopen en versterken communicatie over tijdelijke afsluiting enkele heidepaden. Resultaat: langzame stijging aantal korhoender. N1.7 Omvorming eenvormige bossen Uitvoeren projecten geïntegreerd bosbeheer om in nu nog eenvormige bospercelen de natuurlijkheid te vergroten. Specifiek steun aan particulieren bij omvorming van bos. Resultaat: toename natuurlijkheid, meer soorten.
Tabel 7.1. Maatregelen natuur (cursief = buiten nationaal park, wel van belang voor NP) Nationaal Park Sallandse Heuvelrug Inrichtingsmaatregelen natuur e.d. —————————————————————————————————————————————— nr. maatregel/project activiteiten fasering —————————————————————————————————————————————— N1 NATUUR EN BOS (fasering I : 2004-2005, II:2006-2008, III: > 2009) N1.1 Ontwikkelen overgangen heide-bos Dunnen en uitkappen Fase I Natuurlijke processen in heide bevorderen Natuur ontwikkeling plaatselijk z'n gang zonodig laten gaan ook II N1.2 Natuurontwikkeling Zunasche heide. – Beheersgebied, inrichten natuurgebied Fase II Herstel samenhang met NP – Aanpassen waterhuishouding N1.3 Beheer kleine heiden Opslag weghalen, plaggen, maaien en Fase II, III samenhang met andere heide aanleggen N1.4 Samenhang met Zunasche heide herstellen Verwijderen bos, aanleg boomheide, Fase I, II aanbrengen variatie (vervolg N1.1) N1.5 Beheer predatoren Bejagen vos, kraai t.b.v. korhoenders Fase I, II N1.6 Maatregelen Korhoen Aanleg kruidenakkers waarvan gebruik Fase I gevolgd wordt via N3.1 N1.7 Omvorming bos Verhogen kwaliteit via omvormingbeheer Fase I, II Klein particulier bos en geïntegreerd beheer N1.8 Lanen herstellen Schouwenburgweg Onderhoud vanwege veiligheid, behoud Fase I, II karakter. Opstellen toekomstbeeld N1.9 Ecologische verbindingszones Inrichten voor natuur Fase II N1.10 Aanleg faunavoorziening Aanleg rasters, wildtunnels Fase II N1.11 Ecoduct Nijverdal Voorziening voor groot wild Fase II/III N1.12 Ontwikkelen robuuste verbindingszone Inrichten voor natuur Fase III N1.13 Verhogen natuurwaarden van bos op landBosprojecten (grote dunning), Fase I, II goederen geïntegreerd, bosbeheer N2 N2.1 N2.2 N2.3
LANDSCHAP EN AGRARISCH NATUURBEHEER (I : 2004-2005 II:2006-2008 III: > 2009) Landschapselementen Aanleg houtwallen langs essen en tussen NP en de bestaand bos buiten NP Herstel natte biotopen in kwelzone Aanleg poelen, sloot- en randenbeheer Geomorfologie en (cultuur)historie Informatie over archeologie, geo(morfo)logie en cultuurhistorie
Fase II Fase I, II Fase I
57
nationaal park is uitvoeren eenmalig voorlichting en stimuleren van flexibele bedrijfsmodellen. Samen met reconstructie en verbreding in de landbouw is natuurvriendelijk beheer gunstig voor natuur, landschap en dus recreatie en aanvullende inkomsten voor de landbouwers. Beheersgebieden liggen vrijwel helemaal buiten het park. Resultaat: toename van SAN-overeenkomsten.
—————————————————————————————————————————————— nr. maatregel/project activiteiten fasering —————————————————————————————————————————————— N2.4 Stimuleren agrarisch naturbeheer Afsluiten SAN overeenkomsten in Fase I, II beheersgebieden oost en west van NP N3 N3.1
ONDERZOEK EN PLANVORMING (I : 2004-2005 II:2006-2008 III: > 2009) Korhoen
N3.2
Ontwikkelen van kleine heiden.
a. Tellingen in de baltsperiode; b. Onderzoek naar terreingebruik, broedsucces e.d Analyse van mogelijkheden
Fase I
Fase I Fase II/III N3.3 Stimuleren part. Beheer Zunasche heide Benaderen particulieren, uitwerken pilot Fase I N3.4 Herstelplan hellinghoogveen Sprengenberg Onderzoek naar kansen en mogelijkheden Fase I Hydrologisch voor-onderzoek N3.4 Oude bomen en genetisch materiaal Vastleggen waar oude bomen, boomFase II groepen en genetisch belangrijk materiaal voorkomt N3.5 Natuurbos Ruimtelijke strategie t.a.v. natuurbos Fase II bepalen N3.6 Monitoring Volgen ontwikkelingen bijzondere doorsoorten zoals korhoen, nachtzwaluw lopend N3.7 Boek nationale parken Landelijk boek van allen nationale parken Fase I —————————————————————————————————————————————— N1.8 Lanen herstellen (o.a. Schouwenburgweg) Opknappen oude lanen en visie ontwikkelen voor toekomst Resultaat: veiliger en mooiere lanen, waarvan een toekomstbeeld bekend is. N1.9 Ecologische verbindingszone Aanleg van ecologische verbindingszones zoals aangegeven in het Natuurgebiedsplan Salland en Zuid-Twente Resultaat: uitbreiding van dassen in Salland. Heideterreinen buiten de stuwwal krijgen weer enige samenhang met heide in het nationaal park. Water is schaars in het nationaal park
N1.10 Aanleg faunavoorzieningen Aanleg van kleinwildtunnels met rasters voor de zoogdieren Resultaat: minder wildslachtoffers en toename van populatie das en andere kleine dieren, waaronder ook amfibiën en reptielen. N1.11 Aanleg van voorzieningen voor groot wild Aanleggen van voorzieningen bij de N35 voor grootwild en aanleg van diverse faunapassages. Specifiek onderzoeken naar mogelijkheden voor voorzieningen voor (grote) zoogdieren in de weg HoltenRijssen ter hoogte van het landgoed Holterberg. Resultaat: uitwisseling groot wild is mogelijk. Stap naar introductie edelhert dichter bij. N1.12 Ontwikkelen robuuste verbindingszone Ontwikkelen robuuste verbindingszone, nodig voor goed functioneren op lange termijn van het bosecosysteem van het nationaal park met daarin grote grazers als edelhert. Resultaat: samenhang Sallandse Heuvelrug met Lemelerberg en Vechtgebied gerealiseerd.
7.3.3
Essenlandschap bij Haarle in de winter
7.3.2
Maatregelen landschap, cultuurhistorie en agrarisch natuurbeheer
N2.1 Aanleg houtwallen Voor herkenbaarheid van het landschap en de verschillen daarin, is aanleg van houtwallen op/langs esranden wenselijk. Aanleg van houtwallen versterkt de samenhang van het nationaal park met de bossen in de omgeving. Resultaat: toename algemene natuurwaarden, vergroten herkenbaarheid cultuurhistorisch patroon. N2.2 Herstel natte biotopen in kwelzone Behalve in de nieuwe natuurgebieden is de aanleg van poelen ook in lage delen daarbuiten wenselijk. Natuurvriendelijk beheren van randen en sloten in de overgangszone van heuvelrug naar cultuurland wordt gestimuleerd. Resultaat: de algemen natuurwaarden in het cultuurland rondom het park nemen toe. Dat is gunstig voor dieren en planten van het cultuurland en die van bos en heide.
Maatregelen op gebied van onderzoek en planvorming
N3.1 Onderzoek terreingebruik korhoen Onderzoeken terreingebruik door korhoen in 2003 en 2004. Resultaat: inzicht in de effecten van eerder uitgevoerde inrichtingsmaatregelen (met name kappen van bos). N.3.2 Analyse aanleg kleine heiden Nagaan mogelijkheden van ontwikkelen van kleine heideterreintjes in omgeving van bezoekerscentrum, via intensief overleg en verkenning op haalbaarheid vanwege eigendomssituatie, wetgeving, draagvlak bij bewoners e.d. Resultaat: beschrijving of en waar (vanuit recreatief en ecologisch oogpunt) aanleg van kleine heideterreintjes mogelijk is. N3.3 Planvorming Pilot particulier natuurbeheerZunasche heide Beleid is gericht op minder aankoop en meer particulier natuurbeheer. Grondgebruikers worden benaderd en bedrijfsmodellen doorgerekend in begrensd gebied Zunasche Heide. Pilot ligt buiten het nationaal park maar naar verwachting van vitaal belang voor korhoen (zie N1.2 voor uitvoering).
N2.3 Geomorfologie en archeologie/cultuurhistorie Uitwerken informatie over het stelsel van belevingspunten en uitzichtpunten en geomorfologie en dit beschikbaar stellen aan het publiek. Archeologie en cultuurhistorie dichter bij publiek brengen. Resultaat: uitzetten wandelroute, schriftelijke informatie, opname in educatief programma van het Natuurdiorama (project leerbos), verhalenbundel.
Bijenkasten
N2.4 Stimuleren agrarisch natuurbeheer Vergroten van de herkenbaarheid van de essen en de betekenis als foerageergebied voor dieren van het nationaal park door het afsluiten van beheersovereenkomsten (graanpakket). Initiatief vanuit
58
Levend paars
59
Resultaat: 15 bedrijfsdoorrekeningen en enkele vernieuwende projecten.
Tabel 7.2 Maatregelen recreatie (cursief: buiten nationaal park, wel van belang voor NP) Nationaal Park Sallandse Heuvelrug R: Inrichtingsmaatregelen recreatie —————————————————————————————————————————————— nr. maatregel/project activiteiten fasering —————————————————————————————————————————————— (fasering I : 2004-2005, II:2006-2008, III: > 2009)
N3.4 Bronnenmateriaal. Onderzoeken aanwezigheid van oude bomen en boomgroepen in het nationaal park. Resultaat: kennis van waardevolle opstanden en het genetisch kapitaal. N3.5 Onderzoek natuurbos Onderzoeken naar plaats en omvang van natuurbos in de toekomst, uitgaand van 30% natuurbos op de middellange termijn en 50% op lange termijn (momenteel 11%). Voor de overige bossen binnen het nationaal park is het doel multifunctionele bossen met verhoogde natuurwaarde. Resultaat: inzicht waar meeste potentie ligt voor natuurlijke bosontwikkeling. N3.6 Monitoren specifieke soorten en soortgroepen Monitoren aanwezigheid bijvoorbeeld mieren en mierenheuvels eenmaal per vijf jaar als een indicator voor de kwaliteit van bosranden. Resultaat: inzicht in ontwikkelingen. N3.7 Stelsel van nationale parken versterken Professionalisering van het Samenwerkingsverband Nationale Parken en uitvoeren dan wel steunen van specifieke projecten, zoals steun aan de uitgave van een ANWB boek over nationale parken. Resultaat: boek dat bijdraagt aan waardering en beleving van nationale parken
7.4
Maatregelen recreatie
De knelpunten ten aanzien van de ontsluiting tekenen geruime tijd de discussie over de recreatieve zonering. Het autoverkeer op de Toeristenweg (verhard in 1963) en verkeer op zandwegen zijn vaak onderwerp van gesprek geweest. Steunpunt Nijverdalse berg bij restaurant Dalzicht
60
Levend paars
R.1
R.4
Hoofdsteunpunt Holterberg/ Natuurdiorama Holterberg Inrichten/verbeteren steunpunten – Noetseler Esch – Station Holten Inrichten en verbeteren lokale steunpunten Holterberg dagrecreatieterrein Haarle-Oude Deventerweg Helhuizerweg / Motieweg Overige lokale steunpunten Toeristenweg
R.5 R.6
Afsluiten zandwegen Openstelling zandwegen invaliden en 65+
R.7
Routestructuren en fietspaden Bergleidingsweg-Noetselerberg: pad F1a Noetselerberg-Paltheweg. Pad F1b Oude Deventerweg (de ‘Pas-N 35) (ca. 2.400 m2) Pad F2 Bathemerweg pad F3 (ca. 1.800 m2)
R.2 Bezoekerscentrum Staatsbosbeheer
R.3 Ondanks maar ook dankzij deze discussie is al veel voortgang geboekt. In dit inrichtingsplan zijn ten aanzien van toegankelijkheid enkele compromissen gesloten. In geval ze niet voldoen (evaluatie) wordt het beleid herzien, waarbij beleid en doelstellingen voor een nationaal park in acht worden genomen.
7.4.1
Recreatieve steunpunten (zie tabel 6.5, afbeelding 15)
De opvang van de recreanten is voorzien op steunpunten, zoals aangegeven in hoofdstuk 6. Op een aantal bestaande steunpunten zijn ontwikkelingen en activiteiten nodig – binnen de kaders van het bestemmingsplan – met het doel de natuurgerichte recreatie verder te ondersteunen en de kwaliteit van de steunpunten te vergroten. Vier lokale steunpunten moeten nog ontwikkeld worden; deze aanleg vergt wijziging van het bestemmingsplan. R1 Hoofdsteunpunt Holterberg Bij het hoofdsteunpunt Holterberg gaat het om ontwikkelen van kwaliteit in de faciliteiten (parkeren) die nodig zijn bij de opvang van de bezoekers en het ontwikkelen van een informatiepunt over het nationaal park. Er wordt op initiatief van de gemeente een model ontwikkeld waarin het bestaande Natuurdiorama onderdeel uitmaakt van de informatie over het gebied. De voor de parkbezoekers belangrijke informatiebalie is vrij toegankelijk. Andere modellen zijn denkbaar, zoals integratie met (milieu)educatieve taken van gemeente of nationaal park. Het steunpunt is anders en kleiner dan dat aan de noordzijde bij het bezoekerscentrum. Resultaat: volwaardig en hoogwaardig hoofdsteunpunt met informatiepunt NP.
Helhuizen-Plaggenweg Pad F 4 Forthaarweg-Wullenbergweg met aansluiting Canadese begr.pl. Lichtenbergweg-Schouwenburgweg R8
Planvorming en ontwikkeling
Fase I/II
Reconstructie Ontwikkelen samen met stationsomgeving Planvorming en ontwikkeling Renovatie herinrichting is gaande door SBB Aanleggen nieuw steunpunt Aanleggen nieuw steunpunt Aanleggen nieuw steunpunt Verbeteren veiligheid en handhaving snelheid en sluiting Procedure starten Plan voor de te nemen (verkeers)maatregelen en aan te leggen voorzieningen ontwikkelen Fiets- en wandelpaden Aanleg nieuw fietspad Aanleg nieuw fietspad Plan ontwikkelen, bestek maken en aanbesteden Plan ontwikkelen, bestek maken en aanbesteden Ontwikkelen Fietspad aanleg/verbeteren
Fase I p.m. Fase I/II Fase I Fase I Fase I/II Fase II Fase I/II
Dannenbergweg voorzien van een semiverhard fietspad
p.m.
Uitbreiding routes Uitbreiding routes Uitbreiding routes Aanleg voor veiligheid, sluiting routes verwijzing vanaf A-1 en bebording in omgeving van het park Nadere verkenning Ontwikkelen voorlichtingsmateriaal en voorzieningen voor natuurrecreatie
Fase I
R9 R10
Wandelroutes: Noetseler esch-Uitzichtpunt Noetsele vanaf steunpunt Helhuizen vanaf`steunpunt Motieweg Fietstunnel N35 Bewegwijzeringsplan en routebebording
R11 R12
Onderhoudsplan Bezoekerscentrum en omgeving
R13
Maatregelen en projecten bij belevingspunten: zitbanken Plan 2e en 3e fase Picknicksets en fietsenrekken. Uitbreiding en vervanging toegangspad naar grafheuvels Aanleg verhard pad ANWB Sallandroute Overleg met ANWB
R14
Fase I Fase I
Fase II Fase II Fase Ì Fase Ì Fase II/III Fase II
Fase II Fase II Fase I
Fase I Fase II Fase I Fase Ì
61
—————————————————————————————————————————————— nr. maatregel/project activiteiten fasering —————————————————————————————————————————————— R15 Ruiterroutes Routes ontwikkelen i.o.m. maneges Fase I Sprokkelwegmanege ’t Elshof, lokale routes R16 Rolstoelroute en gebruik scootmobiel Mogelijkheden bekijken Fase I Maatregelen uitvoeren Fase I/II R17 Monitoring recreatie Nagaan ontwikkeling en aard van recreatief medegebruik, motieven voor bezoek e.d. Fase I/II —————————————————————————————————————————————— R2 Steunpunten Nader inrichten en vergroten uitstraling van de steunpunten Noetseler Esch en Station Holten. Vanwege de ligging nabij stedelijke bebouwing zijn met name dagrecreatieve voorzieningen en start van fiets- en wandelroutes van belang. Het steunpunt bij de Noetseler Esch vergt renovatie van de parkeervoorziening en kwaliteitsverbetering. Er is een wijziging ten opzichte van het Recreatief Inrichtingsplan (2002) besloten, omdat vestiging van het Staatsbosbeheerkantoor niet meer aan de orde is. Daardoor hoeft het aantal parkeerplaatsen niet toe te nemen; wel behoeft de kwaliteit aandacht. Het Teeselink Veld dat zowel voor natuur als een daarbij passende dagrecreatieve opvang belangrijk is, wordt opgeknapt. Resultaat: 3 goed geoutilleerde steunpunten. R3 Inrichten en verbeteren lokale steunpunten a. Holterberg dagrecreatieterrein. Verbeteren inrichting en (sanitaire) voorzieningen, versterken educatieve aspecten. b. Haarle-Oude Deventerweg. Aanleggen bescheiden parkeervoorziening en verwijzen naar routes. c. Helhuizerweg/Motieweg. Aanleggen bescheiden parkeervoorziening en verwijzen naar routes. d. Sprokkelweg. Ontwikkelen lokaal steunpunt Sprokkelweg bij het landgoed de Holterberg aan de Holterstraatweg door de gemeente in overleg met eigenaar. Dit steunpunt is specifiek van belang voor bewoners van Holten en Rijssen en voor bezoekers die vanaf het steunpunt het gebied fietsend gaan bezoeken (de ‘knobbeltoeristen’ genoemd vanwege de op de knobbel meegenomen fietsen). Aanleg van steunpunt en realiseren van de faunavoorzieningen (zie plan landinrichting) kunnen gecombineerd worden. e. Ligtenbergerweg. Nader verkennen voor- en nadelen locatie lokaal steunpunt bij de Ligtenbergerweg/Schouwen-
62
Levend paars
1
3 4
12
7
burgweg, omdat dit mogelijk ook bij einde Plaggenweg gesitueerd kan worden. Het steunpunt wordt door de gemeente Hellendoorn ontwikkeld in overleg met eigenaar en aanwonenden. Dit steunpunt is specifiek van belang voor wandelaars en bezoekers die fietsend het gebied willen bezoeken. Aanleg van het steunpunt kan plaatsvinden met maatregelen om sluipverkeer op de Ligtenbergerweg te verminderen en de veiligheid te vergroten. Resultaat: 7 lokale steunpunten.
11 6
11
9
7.4.2
Ontsluiting
De ontsluiting is met name gericht op fietsen en wandelen, maar ook aan andere extensieve vormen van recreatie is gedacht of wordt verder ontwikkeld (ruiteroute). Er vindt uitbreiding plaats van de paden (ontbrekende schakels). Bij ontsluiting per auto voor gehandicapten en 65+ geldt het principe dat bereikbaarheid belangrijker is dan rondrijden. De selectieve toegankelijkheid voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of een Pas-65 met De zandwegen zijn afgesloten maar voor gehandicapten en 65+ zijn er speciale routes
2 10 8
5
Afbeelding 19: Openstelling wegen Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug en parkeren
Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug.
1,2: parkeren op hoofdsteunpunten
binnen nationaal park bos
buiten nationaal park bos
heide
heide
12: parkeren alleen voor gehandicapten en 65+ ers
nieuwe natuur
nieuwe natuur
7,8,10,11,12: parkeren op steunpunt in ontwikkeling
grasland e.a. open vegetatie
beheersgebied
3,4,5,6,9: parkeren op bestaande (lokale) steunpunten
alternatieve locatie verharde weg buiten of op de grens van het nationaal park Toeristenweg zomertijd gesloten van 21.00-09.00 uur wintertijd gesloten van 1700-09.00 uur zandwegen afgesloten* voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van houders invalidenpas en 65+pas. zandweg afgesloten* voor gemotoriseerd verkeer *
geldt niet voor aanwonenden en gebruikers (bos)percelen
kleinschalige parkeer faciliteit (meestal 2-3 plaatsen) voor gehandicapten en 65+ ers fysieke afsluiting van zandwegen gemeentegrens Cartografie: Provincie Overijssel april 2004 tek.nr. 04554122
63
met uitzondering van een aantal kleinschalige plaatsen die als zodanig gemarkeerd zijn. Op de rondrijdroute van Nijverdal moet op reguliere weekenddagen het aantal van 25 à 30 auto's tussen 10.00 en 18.00 niet worden overschreden. De Plaggenweg is alleen vanaf de randen naar de Toeristenweg toe toegankelijk (verplichte rijrichting). Voor rolstoelgebruikers wordt waar mogelijk extra paden aangelegd of bestaande verbeterd. Resultaat: nationaal park is goed toegankelijk voor een belangrijke categorie: de minder mobiele bezoekers. Nationaal park bank; kwaliteit op mooie plekken
een specifiek steunpunt voor deze doelgroep (Noetselerberg-uitzichtpunt) en acht kleinschalige voorzieningen om te parkeren zijn beschreven in bijlage IV en afbeelding 19. De inrichting van alle af te sluiten zandwegen is gericht op de handhaafbaarheid. R4 Toeristenweg De Toeristenweg blijft overdag open voor gemotoriseerd verkeer. De nachtelijke sluiting is gedurende de zomertijd van 21.00-09.00 uur en gedurende de wintertijd van 17.00-09.00 uur. De handhaving van de nachtelijke sluiting van de Toeristenweg kan effectiever. Wegbeheerders gaan na of de weg veiliger kan worden en of effectievere handhaving van openstelling/afsluiting mogelijk is. Resultaat: afname verkeersintensiteit en verhogen van de verkeersveiligheid. R5 Afsluiting zandwegen Afsluiten zandwegen en treffen van inrichtingsmaatregelen zodat de handhaafbaarheid van deze sluiting gegarandeerd is. Dit moet zo vormgegeven worden dat de routes voor paardrijden met aangespannen wagens weinig tot geen belemmering ondervinden. Ook mag de aanrijdtijd van hulpdiensten bij calamiteiten niet langer worden. Een deel van de af te sluiten zandwegen ligt buiten het nationaal park. Resultaat: minimaliseren gemotoriseerd verkeer op zandwegen. R6 Openstelling zandwegen gehandicapten en 65+-ers Openstellen gedeelte van de afgesloten zandwegen voor bestuurders in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart en/of Pas-65 (zie afbeelding 19). Op deze zandwegen geldt dezelfde nachtelijke sluiting als op de Toeristenweg. Er is een parkeerverbod
64
Levend paars
7.4.3
Routestructuren
R7 Aanleg fietspaden Aanleggen van ontbrekende schakels in het net van fiets- en wandelpaden, zoals genoemd in het r ecreatief inrichtingsplan en aangegeven op afbeelding 17 en in de tabel. Resultaat: realisering 6 km fietspad. R8 Aanleg wandelroutes Aanleggen van wandelroutes (meest over bestaande paden) vanaf nog aan te leggen steunpunten. Aanleggen gemarkeerde route van Noetseler Esch naar uitzichtpunt, onder andere om uitwaaiering naar meer kwetsbare delen te vermijden. Resultaat: realiseren gemarkeerde routes bedoeld voor korte wandelingen. R9 Opvoeren fiets- en recreatietunnel en afvoeren fietspad Het fietspad Bergleidingweg-Paltheweg via het bezoekerscentrum (dat in het Recreatief Inrichtingsplan staat) geeft een onnodig hoge dichtheid en spanningen met wandelaars en kinderen naar het speelbos. In plaats daarvan worden de investeringskosten ingezet voor een recreatie-/fietstunnel onder Wandelen kun je in elk seizoen
beheer en Natuurmonumenten daarin voorzien, maar in enkele gevallen is participatie vanuit het nationaal park nodig. Resultaat: vergroten beleving en waardering.
Bij Twilhaar is een kleine schaapskudde aanwezig
R14 ANWB-Sallandroute Nagaan of verleggen/opheffen van de ANWB-autoroute door het nationaal park mogelijk is, als bijdrage aan het terugdringen gemotoriseerd verkeer op de Toeristenweg. Resultaat: afname autoverkeer op zondag.
de N 35 met een aansluiting op het goudzoekerspad. De tunnel wordt zo ingericht dat er naast fietsers, wandelaars, ruiters en koetsiers ook kleinere zoogdieren gebruik van kunnen maken. De tunnel is niet geschikt voor grote zoogdieren, zowel door de inrichting als door het veelzijdig recreatief gebruik (honden, paarden). Resultaat: veilige passage N 35, noord-zuid-fietsverbinding realiseren.
R15 Paardrijdroutes Realiseren van een aansluiting van een manege op paardrijdroute en ontwikkelen van lokale routes, bijvoorbeeld op de af te sluiten zandwegen. Nader uitwerken tracé’s, in elk geval vermijden dat ze samenvallen met (lange-afstands)wandelroutes. Resultaat: na realisering is paardrijden op zandwegen overal toegestaan maar op bos- en wandelpaden buiten de ruiterroutes niet meer.
R10 Bewegwijzeringsplan Opstellen bewegwijzeringsplan met verwijzing van en naar de steunpunten, afgestemd op bestaande bewegwijzering ter plaatse (ANWB-paddestoelen) en in de regio. Resultaat: plan van aanpak.
R16 Milieuvriendelijk vervoer Promoten en verder ontwikkelen van milieuvriendelijk vervoer o.a vanaf steunpunt bij Dalzicht en ontwikkelen van milieuvriendelijk vervoer aan de zuidzijde (station, Natuurdiorama) en mogelijk vanaf de steunpunten de Pas en de Noetseleresch.. Resultaat: aanvullende milieuvriendelijke vervoersvormen.
R11 Onderhoudsplan recreatieve voorzieningen Nagaan op welke wijze het onderhoud van voorzieningen in onderlinge samenwerking het best vorm kan krijgen. Het gaat om onderhoud van recreatieve paden, meubilair en bebording. Indien mogelijk resulteert dit in een gezamenlijk onderhoudsplan van alle voorzieningen, waarbij de verantwoordelijkheden van eigenaren dezelfde blijven. Resultaat: plan van aanpak. De uitvoering geeft meer kwaliteit van de voorzieningen en leidt tot grotere efficiency. R12 Bezoekerscentrum Staatsbosbeheer Vernieuwen en uitvoeren projecten in en bij het Bezoekerscentrum. Dit is een taak van Staatsbosbeheer, maar bij sommige projecten is een verantwoordelijkheid van het nationaal park aan de orde. Resultaat: behoud kwaliteit en informeren van circa 100.000 bezoekers.
R17 Monitoring van recreatief gebruik. Bestaande tellingen en gegevens van bezoekerscentrum zullen worden gebundeld. Hoewel het moeilijk is vanwege vele toegangen, is zicht op gebruik door verschillende typen recreanten van belang (o-situatie) om trends te kunnen aangeven. Resultaat: plan van aanpak. Aan de hand van ervaringen in andere parken wordt een onderzoeksopzet gemaakt. Zoneren is nodig om gebruik in goede balans te leiden
R13 belevingspunten Ontwikkelen projecten en activiteiten bij de belevingspunten. Voor een belangrijk deel zal het voorlichtings- en educatieprogramma van Staatsbos-
65
7.5
Maatregelen voorlichting en educatie
Meer en meer worden activiteiten van de terreinbeheerders, IVN en anderen gebundeld en onder een gezamenlijke aanpak gebracht (activiteitenprogramma V&E). Landelijk zijn afspraken gemaakt over uniformeren van een basisvoorziening ten aanzien van voorlichting en educatie. Communicatie en voorlichting krijgen met behoud van ieders organisatiemerk meer en meer een nationaal parkkarakter. Dat komt onder meer naar voren in de huisstijl uitingen van het nationaal park. De lokale bevolking wordt geïnformeerd en kinderen geënthousiasmeerd. V.1 Versterking centraal aanspreekpunt Versterken centraal aanspreekpunt vanuit nationaal park (coördinator V&E) om de enigszins versnipperde informatievoorziening te bundelen. V.2 Communicatie en voorlichting Communiceren over plannen en activiteiten (open dagen, excursies, exposities, cursussen, lezingen en
V.3 Voorlichtingsactiviteiten Organiseren gidsenopleiding, cursussen, lezingen, excursies, fotowedstrijd.
V.5 Diversen Organiseren vrijwilligersbeleid, veldwerk en andere projecten voor basisscholen, projecten met én door recreatieondernemers en uitwisselingsprogramma’s. V..6 Nationaal park communicatie Communiceren over de status nationaal park, het landelijke stelsel en de verdere plannen (waaronder dit Beheer- en inrichtingsplan) via informatiebijeenkomsten, nieuwsbrief, website, publieksdag bij de instelling en free publicity.
Nationaal Park Sallandse Heuvelrug R: inrichtingsmaatregelen voorlichting en educatie —————————————————————————————————————————————— nr. maatregel/project activiteiten —————————————————————————————————————————————— V.1 Versterken centraal aanspreekpunt informatievoorziening meer bundelen V.2 Communicatie en voorlichting nieuwsbrief, website, folders, pers e.d V.3 Cursussen, educatie, lezingen, voorlichting jaarprogramma waaronder gidsenopleiding V.4 Activiteiten/projecten (eenmalige) projecten V&E, derden , producten, lesbrieven, kinderkrant e.d V.5 Diversen planvorming, onderwijs, jeugdclub V.6 nationaal -parkcommunicatie instelling, over stelsel nationale parken e..d —————————————————————————————————————————————— Deze 'boom' is een decorstuk in het natuurtheater
66
Levend paars
O.4 Sluipverkeer Ligtenbergerweg Uitzoeken op welke wijze het sluipverkeer via Ligtenbergerweg effectief verder teruggedrongen kan worden zonder de bereikbaarheid van Nijverdal en Rijssen-Holten voor bewoners van het buitengebied wezenlijk te beperken. Uitvoering door gemeente en landinrichting, op basis van bevindingen handhavingsplatform.
V.4 Educatieve activiteiten Organiseren educatieve projecten, kinderactiviteiten, natuurtheater, ontdektochten.
Tabel 7.3. Maatregelen voorlichting en educatie (cursief = buiten nationaal park, wel van belang voor NP)
Korstmossen
O.3 Verkeersonderzoek (deels buiten NP) Onderzoeken van de effecten van verkeersmaatregelen om het noord-zuid verkeer via Toeristenweg, Haarle en Ligtenbergerweg verder terug te dringen. Door de diverse verkeersmaatregelen wordt het woon-werk verkeer en ander doorgaand (sluip)verkeer namelijk maar ten dele geweerd.
dergelijke) via nieuwsbrief, website en free publicity. Opstellen van een communicatieplan voor komende periode.
Pijpestrootje kan tegen verzuring
7.6
Overige maatregelen: waterbeheer, verkeer
O.1 Duurzaam watersysteem Vergroten van de duurzaamheid van de waterwinning Holten, gelijktijdig met natuurontwikkeling en verbeteren van de waterhuishouding vanuit de landinrichting Rijssen, op basis van WB 21 en de kaderrichtlijn water. O.2 Verzuring en vermesting Verminderen van de milieubelasting vanuit reconstructie in zones dichtbij de Sallandse Heuvelrug.
O.5 Bewegwijzering Realiseren bewegwijzering vanaf het landelijk en provinciaal wegennetwerk. O.6 Gastheerschap en handhaving Voortzetten platform voor de handhaving dat jaarlijks tenminste twee keer bijeenkomt. Particulieren ondersteunen bij handhavingstaken. O.7 Samenwerking met particulieren Sluiten alliantie met de drie particulieren die het merendeel van het zuidoostelijk deel van de Sallandse Heuvelrug beheren. Deze alliantie is gericht op de doelstellingen op gebied van natuuren bosbeheer die het nationaal park en particulieren gemeen hebben.
Tabel 7.4: Overige maatregelen (cursief = buiten nationaal park, wel van belang voor NP) —————————————————————————————————————————————— nr. maatregel/project activiteiten —————————————————————————————————————————————— O.1 Duurzaam watersysteem Verminderen van de afvoer van goed grondwater, verhogen kweldruk door Waterschap, Vitens, landinrichting Rijssen. O.2 Verminderen verzuring en vermesting Verminderen van emissie/depositie van schadelijke stoffen. Reconstructieplan biedt mogelijkheden. O.3 Verkeersonderzoek en tellingen Wegbeheerder analyseert verkeersveiligheid Toeristenweg en doet voorstellen voor verbetering. Verkeerstellingen. O.4 Ligtenbergerweg Verminderen sluipverkeer; inrichten 60 km gebied in kader van duurzaam veilig. O.5 Bewegwijzeringborden Gemeenten ANWB/RWS/Gem. O.6 Gastheerschap en handhaving Evaluatie van de functie, nagaan mogelijkheden van verbreding/ontwikkeling van taken. O.7 Alliantie met particulieren Convenant tekst opstellen, projecten steunen. ——————————————————————————————————————————————
67
7.7
Maatregelen en de regels vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn
Vanwege de in 1979 door de Raad van Europa vastgestelde Vogelrichtlijn zijn de lidstaten verplicht alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten waarop dit EU-verdrag van toepassing is te beschermen. Dat is gedaan omdat een groot aantal soorten bedreigd is maar ook omdat bijvoorbeeld de bescherming van trekvogels een grensoverschrijdende aanpak vergt. Sinds 1992 is de habitatrichtlijn van kracht. Deze Europese richtlijnen kennen een onderdeel gebiedsbescherming en een onderdeel soortbescherming. De gebiedsbescherming is vanwege de aanwezigheid van specifieke biotopen op een deel van de Sallandse Heuvelrug aan de orde. De soortsbescherming is geregeld via de Flora- en Faunawet. Er geldt een instandhouding- en zorgplicht voor alle beschermde soorten. Vrijwel alle vogel- en diersoorten die van nature voorkomen zijn beschermd en een selectief aantal plantensoorten is aangewezen. In paragraaf 2.8 zijn de belangrijkste habitatsoorten aangegeven. De nota over de actuele natuurwaarden geeft een algeheel overzicht van bedreigde (rode lijst) en via vogel- en habitatrichtlijn specifiek beschermde soorten. Er is een instandhoudingplicht waarmee alles wat schadelijk zou kunnen zijn verboden is. Bij elke maatregel die mogelijk significante gevolgen kan hebben voor de populaties van beschermde soorten dient er een passende beoordeling gemaakt te worden of deze niet in strijd is met genoemde Europese richtlijnen of de Flora- en Faunawet. Voor dit beheer- en inrichtingsplan is deze toetsing niet aan de orde, omdat het geen direct besluit tot uitvoering is. De in dit plan opgenomen maatregelen, zoals het terugdringen van het gemotoriseerde verkeer, is goed voor de bedreigde dier- en plantensoorten, maar met name bedoeld voor het beleven van de rust en de stilte. De afsluiting van zandwegen is gunstig voor de beschermde soorten. Dat neemt niet weg dat bijvoorbeeld bij de aanleg van een steunpunt of een fietspad nagegaan moet worden of beschermde soorten voorkomen en in hun voortbestaan bedreigd worden. Als het voorkomen van beschermde diersoorten wordt vastgesteld dient altijd een ontheffing gevraagd te worden bij het ministerie van LNV(Laser). In zijn algemeenheid is te stellen dat de voorgestelde maatregelen het nationale parkenbeleid helpen
68
Levend paars
realiseren en gunstig zijn voor natuur en de beleving ervan. Met de voorwaarde dat bij aanleg van voorzieningen er onderzoek ter plekke plaatsvindt, kan dan ook gesteld worden dat uitvoering van dit beheer- en inrichtingsplan niet strijdig is met Vogelen Habitatrichtlijn.
7.8
Financiën
Het stelsel van nationale parken is in eerste instantie een rijksverantwoordelijkheid. Het ministerie van Landbouw, natuur- en voedselkwaliteit is financier van het stelsel. Voor het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug bestaat de bijdrage uit : – een eenmalig budget van 1 322.184,--; – een jaarlijkse bijdrage van 1 254.608,--. Het eenmalig budget is voor investeringen in onder meer de steunpunten. Deze is voor het bereiken van de doelen onvoldoende, vandaar dat daarnaast EU middelen en andere fondsen benut moeten worden. Van het jaarlijks bedrag is 1 77.211,-- gereserveerd voor de coördinator en medewerker voorlichting en educatie. Daarover zijn landelijk afspraken gemaakt met het IVN. Op de jaarlijkse bijdrage is een indexering van toepassing.
Tabel 7.5. Overzicht van kosten en geraamde bestedingen in de periode 2002-2006 —————————————————————————————————————————————— 1 2002 1 2003 1 2004 1 2005 1 2006 onderwerpen besteed —————————————————————————————————————————————— 1 Voorlichting en educatie: – personeel 71.065 74.760 78.000 81.150 85.000 – projecten 49.669 49.900 45.400 47.000 45.000 – totaal 120.995 120.734 124.660 123.400 128.150 130.000 2 Gastheerschap 30.000 30.000 30.000 30.000 30.000 30.000 Toezicht landgoederen Noetselenberg 4.475 4.475 4.475 Toezicht landgoed Holterberg(a) 4.100 4.100 4.100 3 Projecten op landgoed Noetselenberg en Holterberg(a) 10.000 9.000 9.000 4 Recreatie projecten 65.550 57.331 55.000 35.500 30.000 25.000 5 Natuur en lsch, beheer en onderzoek – – 20.000 24.800 26.000 24.000 6 Kosten Overlegorgaan en werkgroepen 5.500 3.660 6.000 4.200 3.600 3.500 7 Bijdrage secretariaat samenwerkingsverband nationale parken 1.150 1.135 1.200 1.133 1.300 1.300 8 Kosten instelling NP 2004 – – 11.248 12.000 * + niet toegedeeld/onvoorzien 5.000 5.000 5.000 —————————————————————————————————————————————— Subtotaal 238.195 219.859 248.108 254.608 241.625 236.375 9 Eenmalige investeringskosten
Jaarlijkse kosten Het jaarlijks budget is in elk geval ter dekking van de reguliere terugkerende kosten zoals voorlichting en educatie, kosten Overlegorgaan, gastheerschap, bijdrage aan het Samenwerkingsverband Nationale Parken e.d. Deze structurele lasten worden zo laag mogelijk gehouden. Momenteel is een evaluatie gaande ten aanzien van het gastheerschap. Daarnaast wordt op basis van een jaarprogramma opdrachten verleend en bijdragen verstrekt aan projecten die bijdragen aan de realisering van de doelstelling en opgenomen zijn in de maatregelenschema’s (bijlage VI). Aan projecten buiten het park (cursief weergegeven) wordt alleen bijgedragen als er aanwijsbare positieve effecten bestaan ten aanzien van gestelde doelen en reguliere financiering ontbreekt of tekort schiet.
57.592
52.080
40.000
40.000
Programma gelden overhevelen t.b.v. steunpunt Holterberg 2005-2006 17.000 17.000 —————————————————————————————————————————————— 315.505 277.451 300.188 254.608 328.625 293.375 —————————————————————————————————————————————— (a) Hierbij is overeenstemming over samenwerking aan de orde. *
In tabel 7.5 is een overzicht gegeven van begroting en kosten in 2002 en de geraamde kosten voor 2003-2006.
77.310
LNV verstrekt 1 5.000,-- extra voor de officiële instelling.
Criteria bij projectfinanciering Bij het verlenen van een bijdrage dient rekening gehouden te worden met de eisen die de Regeling nationale en grensoverschrijdende parken stellen. Eén daarvan is goedkeuring van het Jaarprogramma door de minister van LNV. De provincie verstrekt een belangrijk deel van het budget binnen de overeengekomen doelstellingen en de voorwaarden van LNV aan derden en houdt daarbij rekening met de Algemene subsidievoorwaarden dan wel met de opdrachtvoorwaarden van de provincie. Er wordt gestreefd naar deelname en actieve steun van deelnemende partijen. Dit komt onder meer naar voren door deelname in de kosten als er meer belangen aan de orde zijn dan alleen het nationaal park belang. Bij vrijwel alle recreatieve projecten is dat het geval. In de regel is er bij aanwezigheid van meerdere belangen een 50% of 75% bijdrage van uit het nationaal park aan de orde.
Een en ander is afhankelijk van prioriteit, kosten, mogelijkheden tot financiering derden en dergelijke. Bij projecten waar het nationaal park belang minder groot is, dan wel voor een deel valt onder reguliere taken van deelnemende partijen, is een 25% bijdrage of lager aan de orde. Een voorbeeld is de aanleg van fietspaden die voorzien zijn in het Raamplan Fietspaden van de provincie. Overheerst het algemene belang en is de activiteit geen regulier werk dan kan een bijdrage van 75% en in sommige gevallen van 90% (particulieren) van de feitelijke kosten plaats vinden en bij opdrachten 100%. De jaarprogramma’s worden voorbereid door werkgroepen en deelnemende partijen. Afstemming en stroomlijning met andere programma’s in het landelijk gebied en met name reconstructie (landinrichting) en met beleid op gebied van water, natuur en landschap zal sterker dan voorheen plaatsvinden.
69
Bijlage I Literatuur
Ministerie van CRM, 1975: Advies van de interdepartementale Commissie nationale parken en nationale landschapsparken. Deel I nationale parken. Provincie Overijssel: Streekplan IJsselvallei, 1986 en Streekplan Twente, 1985. Ministerie van LNV, 1991: Soortsbeschermingsplan Korhoen. Provincie Overijssel,1992: Beleidsplan Natuur en landschap Overijssel. Minister van LNV, Staatssecretaris van LNV en Minister van VROM, 1993: Kabinetsstandpunt Structuurschema Groene Ruimte. Buuren, M. e.a. 1993: Voorbeeldplan Nadorst; natuurontwikkeling en drinkwaterproductie via oeverinfiltratie in het Regge stelsel; LUW. Lentelink, F., 1995: Natuurlijk Rijssen, een beschrijving van de streek aan de hand van vier fietsroutes. IVN-Rijssen/Enter. Ministerie van LNV, 1996: tien jaar nationale parken, een terugblik periode 1984-1994. Spek,T, F.D. Zeiler en E. Raap, 1996: Van de Hunnepe tot zee. Rekread & Partners B.V. Ondernemersvisie gebiedsinrichting Sallandse Heuvelrug 1996. Stuurgroep Bestemming Inrichting en Beheer (BIB) Sallandse Heuvelrug,1998: Vervlochten functies van de Sallandse Heuvelrug. Plan vastgesteld 16 juni 1997. Convenant partijen, 1998: Convenant BIB Sallandse Heuvelrug. Ondertekend 9 april 1998. Schotse hooglander
Voorlopige Commissie Nationale Parken, 1998: Advies VCNP over Nationaal Park in oprichting de Sallandse Heuvelrug. Provincie Overijssel, 2000: Beleidsnota Recreatie en Toerisme (‘Struinen door de Tuin van Nederland’). Ministerie van LNV, 2000: Nota Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur. Provincie Overijssel, 2000: Streekplan 2000+. Bal, D., e.a 2001 Handboek Natuurdoeltypen. Tweede, geheel herziene versie. Expertisecentrum LNV en Ministerie van LNV. Provincie Overijssel, 2002: De Sallandse Heuvelrug: actuele natuurwaarden in beeld. Arcadis, 2002: Kwaliteitssysteem Nationale Parken i.o.v. Ministerie van LNV en van SNP. Overlegorgaan Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug, 2002: Recreatief Inrichtingsplan (Grontmij).
70
Levend paars
71
Overlegorgaan Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug, 2002: Meerjarenvisie en -plan V&E (Communicatiebureau de Lynx). Overlegorgaan Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug, 2002: Faunabeheerplan Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug (bureau Alterra/Waardenburg). Overlegorgaan Utrechtse Heuvelrug, 2002: Torenhoog en mijlenbreed. Beheer- en inrichtingsplan Utrechtse Heuvelrug . Staatsbosbeheer, 2003: Uitwerkingsplan Sallandse Heuvelrug (concept).
Bijlage II Besluiten overlegorgaan over de deelnota’s
Deelnota: Recreatief inrichtingsplan (2002) Vastgesteld in het Overlegorgaan van 30 september 2002. Discussiepunt vormde de problematiek van de zandwegen. In meerderheid heeft het Overlegorgaan besloten voor afsluiting van zandwegen en het instellen van rondrijdroutes voor gehandicapten zoals verwoord in het Recreatief Inrichtingsplan. Voor toevoeging van het deel van de Schouwenburgerweg tussen de Ligtenbergeweg en de Holterweg aan de rondrijdroutes voor gehandicapten bestond toen geen meerderheid. Een minderheid van het Overlegorgaan was voor verruiming van de toegankelijkheid met name voor de categorie 65+. Deelnota: Meerjarenplan Voorlichting en educatie (2002) Vastgesteld in het Overlegorgaan van 18 november 2002. Meerjarenplan en meerjarenvisie zijn vastgesteld, waarbij gevraagd is de tekst op onderdelen aan te passen. Naar aanleiding van vaststelling is het volgende erratum van toepassing: Nota van wijzigingen/aanvullingen bij de Meerjarenvisie en Meerjarenplan voorlichting en educatie van het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug zoals besproken tijdens de vergadering van het Overlegorgaan d.d. 18 november 2002. De volgende opmerkingen gaven aanleiding tot wijzigingen in het Meerjarenvisie/Meerjarenplan V en E: Hoofdstuk 2. Maatschappelijke trends, blz. 3. – Tweede alinea, eerste zin uitbreiden met de zinsnede: “voor een doelgroep die zich niet beperkt tot schoolkinderen.” – Hoofdstuk 2, Maatschappelijke trends, blz. 3. – Laatste alinea wijzigen in: Een trend die zowel Staatsbosbeheer als Vereniging Natuurmonumenten de laatste jaren steeds meer signaleert is dat mensen die naast het terrein wonen, zeer persoonlijk betrokken zijn bij het gebied. Dat stelt hoge eisen aan de maatregelen die de overheid treft in het gebied. En omdat die betrokkenheid groter wordt, treden Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zo vroeg mogelijk in een veranderingsproces in contact met de omwonenden, om zo het broodnodige draagvlak te versterken en problemen als bezwaarschriften te kunnen voorkomen. Hoofdstuk 3. Kansen en knelpunten, blz. 4. – Zinsnede: “De Kring Bewoners… betrokken worden” verwijderen. Tijdens de totstandkoming en verdere uitwerking van het plan en het beheer- en inrichtingsplan is dit gewijzigd en niet meer van toepassing. Hoofstuk 4. Inventarisaties visies, blz. 7. – Toevoegen na: …zoals ook in het Recreatief Inrichtingsplan is aangegeven. “Uitgangspunt is dat de voorlichtende en educatieve activiteiten geen verstoring mogen veroorzaken”. Hoofdstuk 6. Strategie, blz. 9. – Tekst genoemd bij het eerste aandachtspunt (persuasieve voorlichting) wijzigen in: “Overredende voorlichting tracht invloed uit te oefenen op de besluitvorming van een individu. Dit kan zijn voor een collectief doel, zoals het nemen van energiebesparende maatregelen, maar het kan ook gaan om reclame voor een bepaald product”. – Binnen paragraaf 6.1. wordt nog tweemaal gesproken over persuasieve voorlichting: hier ‘persuasieve’ wijzigen in ‘overredende’ .
72
Levend paars
73
Hoofdstuk 6. Strategie, blz. 10. – 6.2. laatste alinea wijzigen in: “Het korhoen is bij een deel van de lokale bevolking niet erg populair, terwijl zij echter een heel belangrijke doelgroep is. Het is daarom belangrijk de positieve aspecten van het korhoen te benadrukken en duidelijk te maken dat de maatregelen die getroffen worden om het leefgebied van het korhoen te herstellen niet alleen voor het korhoen gunstig zijn maar voor vele dier- en plantensoorten een verbetering betekenen”. Deelnota: Faunabeheerplan (2002) Vastgesteld in het Overlegorgaan van 18 november 2002. 1. Het Overlegorgaan van het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug stemt in met de reactienota op de binnengekomen zienswijzen 2. Het Overlegorgaan stelt het Faunabeheersplan vast met in acht neming van het volgende. 2.1. Vanuit onderzoeksoptiek is het juist dat de gehele Sallandse Heuvelrug beschouwd wordt, maar de doorwerking naar het Beheer- en Inrichtingsplan geldt alleen voor die delen welke liggen binnen het Nationaal Park in oprichting de Sallandse Heuvelrug. De adviezen en uitspraken gelden dus niet voor gebieden buiten de grenzen van het nationaal park i.o.; het is aan de eigenaar/beheerders of zij rekening houden met de adviezen van het rapport Alterra/Waardenburg. 2.2. Beheer dat is gericht op versterken van de kwaliteit van biotopen en het vergroten van de natuurlijkheid heeft instemming. 2.3. Het heidesysteem is het belangrijkste ecosysteem voor het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug vanwege de landelijke en internationale betekenis die deze (droge) heidegemeenschappen hebben. Daarom stemt het Overlegorgaan in met het geven van maximale aandacht aan het beheer van het korhoen door: – behoud van open heide en boomheide en versterken van de overgangen van heide naar bos; – bevorderen van het agrarisch natuurbeheer aan de randen van de heuvelrug en het ontwikkelen van overgangen tussen heide en extensief cultuurland; – bevorderen van natuurontwikkeling aan de Zunasche kant en versterken van de samenhang tussen heuvelrug en natuurontwikkeling; – zo goed mogelijk voorkomen van predatie door verlenen van ontheffing voor vos en kraai; – kleinschalige omvorming van bos naar heide en bevorderen van structuurvariatie binnen de grenzen van het nationaal park; – nagaan of maatregelen nodig zijn om (eventuele) storingen vanuit recreatie in de baltsperiode van het korhoen te verminderen. 2.4. Dat niet wordt ingestemd met grootschalige omvorming van bos naar heide zoals het Alterra-rapport aangeeft, omdat onduidelijk is of grootschalige uitbreiding van heide het gewenste effect heeft op de korhoenpopulatie en omdat de voorgestelde maatregelen (groten)deels buiten het nationaal park gelegen zijn, waar geen draagvlak is voor deze maatregel. 2.5. Dat de Sallandse Heuvelrug ecologisch geschikt is voor het edelhert maar voorlopig niet overgegaan kan worden tot (her)introductie, omdat de praktische haalbaarheid er nog niet is. Voordat introductie van het edelhert mogelijk is, moet voldaan worden aan diverse (inrichting)eisen waaronder op gebied van verkeersveiligheid, samenhang en realisering van ‘nieuwe natuur’ bij Zuna, opheffen van barrières (N 35) allerlei veterinaire aspecten. Deze kansen nemen toe als rijksbeleid ten aanzien van robuuste verbindingen gestalte krijgen. 2.6. Dat ten aanzien van de jacht de nieuwe Flora- en Faunawet geldt en dat er provinciaal beleid is op gebied van het verlenen van ontheffing en vrijstelling ten behoeve van een aantal diersoorten die schade veroorzaken. 2.7. Dat bij het bosbeheer de komende jaren verdere natuurlijke ontwikkelingen van nu al gevarieerde bossen wenselijk is en omvormen van eenvormige opstanden. Afhankelijk van doel- en taakstelling wordt in een later stadium bepaald hoe op termijn met de houtproductietaakstelling wordt omgegaan. Het streven is erop gericht op de lange termijn de houtproductie voor een deel van het bos binnen het nationaal park te beëindigen. Deelnota: De Sallandse Heuvelrug actuele natuurwaarden in beeld (2002) Van deze deelnota is kennisgenomen als onderzoeksdocument.
74
Levend paars
Bijlage III CONCEPT Samenwerking Nationaal Park en particuliere eigenaren Aldus overeengekomen: VERKLARING TOT SAMENWERKING 1. De partijen • Het Overlegorgaan vertegenwoordigd door de voorzitter van het Overlegorgaan Nationaal park de Sallandse Heuvelrug de heer R. Lanning • Het landgoed de Holterberg vertegenwoordigd door J.H.ter Horst • Het landgoed de Noetselenberg, p.m. Verder te noemen de 'partijen' dan wel 'particuliere partijen' als laatste genoemde twee bedoeld worden. 2. Overwegende dat: • het gebied de Sallandse heuvelrug een uniek gebied is in natuurlijk-, landschappelijk-, cultuurhistorisch opzicht met betekenis voor milieu, bosbouw, waterhuishouding, de extensieve recreatie, de directe woonomgeving en indirect voor het toerisme en voor economische aspecten zoals het vestigingsklimaat van Zuidwest Twente en Zuid Salland; • alle eigenaren en beheerders er naar streven: - de Sallandse Heuvelrug als geheel en het nationaal park in het bijzonder als een mooi en rustig gebied te handhaven; - door zorgvuldig beheer de natuurwaarden te behouden en te versterken; - door openstelling de rust- en natuurzoekende recreant gelegenheid te geven daarvan te genieten conform de afspraken die gelden ten aanzien van openstelling van wegen en paden. • op 9 april 1998 Gedeputeerde staten van Overijssel, gemeente Hellendoorn en Holten, de Minister van LNV, het Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, Recreatiegemeenshap Salland en Stichting Ondernemers Platform Sallandse Heuvelrug een convenant hebben gesloten om gezamenlijk inspanning te leveren om het unieke karakter te behouden en de maatregelen die daarvoor nodig zijn en beschreven waren in de nota ‘Vervlochten Functies’ uit te voeren. • Hiervoor genoemd convenant nu verwerkt is in het Beheer- en Inrichtingsplan ‘Levend Paars’ voor de Sallandse Heuvelrug, waarover de minister van LNV op … 2004 een positief besluit is genomen tot definitieve instelling van het nationaal park.
3. Constaterende dat: 1. Definitie De Sallandse Heuvelrug de stuwwal is op de grens van Salland en Twente gelegen in de gemeente Hellendoorn en Rijssen-Holten die bestaat uit een deel noordelijk van de weg Nijverdal-Raalte (N 35) en een zuidelijk deel gelegen tussen N35 en Holten en dat het Nationaal park ongeveer 3/4 van het zuidelijk deel is zoals dat is aangegeven in het Plan Levend Paars (afbeelding 1). 2. Doel Het doel van de beheerders binnen het Nationaal Park en dat van de particuliere partijen als genoemd onder 1 voor wat betreft behoud en versterkingen van de kwaliteiten van natuur en landschap is min of meer dezelfde en staat beschreven in het rapport Levend Paars. De visie, de doelen en de streefbeelden daarin beschreven worden onderschreven.
75
Ten aanzien van de opvang van recreatie en de openstelling van Toeristenweg en zandwegen voor verkeer zijn de particulier partijen terughoudend vanwege behoud van rust en stilte onder meer voor de fauna en onderschrijven zij het beleid van het plan Levend paars niet voor hun grondgebied. De recreatieopvang op de landgoederen is gericht op datgene wat in kader van de subsidieregeling Natuurbeheer en de NSW regeling is overeengekomen. 3. Duur van de samenwerking De samenwerking wordt aangegaan voor de duur van 3 jaar na ondertekening en zonder opzegging met twee jaar verlengd. Na de eerste planperiode wordt de samenwerking geëvalueerd wordt door drie personen voor te dragen door betrokken partijen. Projecten Particulier partijen kunnen jaarlijks tot uiterlijk 1 september projecten op hun eigendom voor subsidiëring indienen, indien deze passen binnen de doelstellingen van het Nationaal park en behalve voor het eigendom van betrokkene een aantoonbare meerwaarde hebben voor de kwaliteit van het nationaal park. De projecten worden beoordeeld door het Overlegorgaan en bij een positief oordeel geprogrammeerd voor het Uitvoeringsprogramma, dat vervolgens de goedkeuring van LNV vergt. 4. Verklaren Partijen verklaren samen te gaan werken daar waar dat wederzijds voordeel op kan leveren en geen strijdigheid is met de doelstellingen van het Nationaal park en met het doel van duurzaam behoud van een economisch renderende eenheid die de particuliere landgoederen op de heuvelrug vormen. 5. Opzegging. De samenwerking kan onder vermelding van de aanleiding en de overwegingen door de partijen per direct schriftelijk worden opgezegd. 6. Slotbepalingen Aan deze samenwerkingsverklaring kunnen geen andere rechten ontleend worden dan de afspraken op gebied van samenwerking. Aldus overeengekomen: De heer R. Lanning, voorzitter Overlegorgaan Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug De heer J.H.ter Horst, namens het landgoed Holterberg pm, namens het landgoed Noetselenberg
Bijlage IV Bereikbaarheid voor gehandicapten en 65+-ers
Uitwerking probleem toegankelijkheid In het vastgestelde ‘Recreatief inrichtingsplan’ is opgenomen welke zandwegen aan het gemotoriseerd verkeer onttrokken worden. Zowel bij de nota ‘Vervlochten functies’ als bij het ‘Recreatief Inrichtingsplan’ is geconstateerd dat het draagvlak voor de uitvoering van genoemde maatregelen bij een deel van de bevolking onvoldoende aanwezig is. Om recht te doen aan het vaststellingsbesluit over het Recreatief Inrichtingsplan van het Overlegorgaan van dd. 30 september 2002, maar tevens recht te doen aan de minderheidopvatting en vergroten van het draagvlak, is maatwerk ontwikkeld. Uitgangspunten hierbij zijn : – absolute prioriteit van rust binnen de centrale open heide; – handhaafbaarheid van de inrichting; – praktische oplossingen, zodat doelmatig beheer gegarandeerd is; – oplossingen vooral gericht op mensen met een functiebeperking en senioren die niet meer zo goed ter been zijn; – voor de doelgroep bereikbaarheid van voorzieningen en belevingspunten belangrijker dan rondrijden; – geen onevenredig nadeel voor andere vormen van recreatie; – de steunpunten als uitvalsbasis voor verblijf in het nationaal park. Gelet op bovenstaande uitgangspunten heeft het Overlegorgaan* besloten (zie afbeelding 19) om alle zandwegen af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer behoudens voor aanwonenden en gebruikers van (bos)percelen en verder: – de rondrijdroutes voor gehandicapten zoals opgenomen in het Recreatief Inrichtingsplan te handhaven maar het oostelijk deel van de Schouwenburgweg ook in de rondrijdroutes op te nemen; – de voor gehandicapten toegankelijke wegen worden ook opengesteld voor 65+-ers; – er komt aanvullende inrichting en eisen om te waarborgen dat het gebruik gering is, dat onjuist gebruik wordt tegengegaan en dat het geheel goed handhaafbaar is. Tegenover deze verruiming van de toegankelijkheid staat een aantal wijzigingen van de inrichting ten opzichte van het Recreatief Inrichtingsplan op de af te sluiten zandwegen. Het betreft: a. de rondrijdroute Nijverdal-Holterweg-Schouwenburgweg-Toeristenweg v.v.; b. de Plaggenweg; c. de Paltheweg; d. de Van Heekweg en e. de Bathemerweg. De voorzieningen voor de doelgroep gehandicapten en 65+-ers zijn zeer kleinschalig en mikken op kort verblijf. Kernkwaliteit voor genoemde doelgroep is genieten in alle rust en stilte van het gebied net als de wandelaars en fietsers dat doen. De oplossing voor de zandwegen is als volgt. Ad a. De rondrijdroute Nijverdal-Holterweg-Schouwenburgweg-Ligtenbergerweg/Toeristenweg v.v. De zandwegen in deze route worden afgesloten voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65. De gebruiksintensiteit wordt op een representatief aantal zondagen gemeten. Bij meer dan 25 voertuigen tussen 10.00 uur en 18.00 uur van de doelgroep wordt dit besluit heroverwogen. * Voor twee kleine wegvakken (deel Holterweg en deel Oude Deventerweg) hadden de vertegenwoordiger van de gemeente Hellendoorn en de GLTO een afwijkend standpunt.
76
Levend paars
77
In de Holterweg zuidelijk van de rondrijdroute komt een fysieke afsluiting. Deze fysieke barrière tegen het sluipverkeer dient passeerbaar te zijn voor brandweer en aangespannen rijtuigen. Essentie van het besluit van het Overlegorgaan is dat al het sluipverkeer geweerd wordt van de onverharde wegverbinding Nijverdal-Holten v.v. Ad b. Plaggenweg Van deze oost-west lopende zandweg van Nieuw Heeten naar Ligtenberg is momenteel het westelijk deel al afgesloten voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65. Het voorstel is het gehele traject afsluiten uitgezonderd houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65, maar de toegang uitsluitend van buitenaf naar de Toeristenweg toe mogelijk maken (vanaf de randen naar het midden), zodat geen doorgaand verkeer mogelijk is. Alleen de doelgroep die met de situatie bekend is, gebruikt de weg.
6. Bathmenerweg, nog te realiseren insteek van 250 meter met kleine voorziening nabij een toegangspad naar beweide deel van Sprengenberg; 7. Plaggenweg bij heide, bestaande semiverhard pad een klein stukje verbeteren zodat uitzichtpunt over heide bereikbaar is voor invaliden (parkeerverbod bij Duitse bocht beter handhaven door aanpassing inrichting); 8. langs Holterweg in bosrand met een bankje aan de heiderand.
Ad c. Paltheweg van N35 naar de Pas De zandweg wordt afgesloten voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65. Omdat Staatsbosbeheer zijn kantoor op Twilhaar verlaat, wordt de Schaapskooi ontsloten vanaf de Paltheweg. De gebruiksintensiteit wordt op een representatief aantal zondagen gemeten. Bij meer dan 25 voertuigen tussen 10.00 en 18.00 van de doelgroep wordt dit besluit heroverwogen. Ad d. Van Heekweg De Van Heekweg is momenteel afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en dat blijft zo. De huidige parkeerplaats aan de noordzijde van de van Heekweg is in de toekomstige situatie alleen te gebruiken door houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65. Vanaf dit punt tot aan de Palthetoren wordt het fietspad verbreed. Ook wordt het terrein met de grafheuvels toegankelijk gemaakt voor rolstoelen; er is sprake van een tamelijk hellende halfverhard pad, zodat bij rolstoelers begeleiding nodig is. Ad e. Bathemerweg Bij de Bathemerweg wordt alleen de eerste 250 m toegankelijk voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65, tot een kleine parkeerplek om ter plekke van het landschap te genieten of de Schotse hooglanders te bekijken. Parkeren voor gehandicapten en 65+-ers Op alle steunpunten van het nationaal park zijn plaatsen voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65. Op het steunpunt Noetselerberg zijn dat zeven plaatsen voor houders van een Pas-65 en de overige voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart. Na een jaar wordt bezien of de situatie hier werkt. De parkeerplaats Plaggenweg wordt opgeheven als het hoofdsteunpunt Holterberg (bij Natuurdiorama) gerealiseerd is. Op de lokale steunpunten zijn overal tenminste drie plaatsen voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65 aanwezig en deze zijn met borden aangegeven. De vlakheid en stabilisatie van de ondergrond nabij deze plekken is van belang. Buiten de steunpunten is parkeren overal in het nationaal park verboden. Voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of Pas-65 die gebruik maken van bovenstaande routes is daar op acht plaatsen een uitzondering gemaakt voor maximaal twee tot drie auto’s per plaats, aan te duiden met een houten paaltje met groen gehandicapten/65+-bordje en in de directe omgeving van deze kleine voorzieningen op aantrekkelijke punten banken (goed bereikbaar zijn met een rolstoel). Het betreft de volgende parkeerplaatsen: 1. aan eind bij speelbos van Staatsbosbeheer nabij zandweg naar schaapskooi Twilhaar; dagrecreatief terrein; bestaande gehandicaptenparkeerplaats; 2. bij nieuwe ingang schaapskooi Twilhaar en nabij de schaapskooi; 3. aan rand van heide bij Eindhovensche bosch met bankje om te genieten van het uitzicht; 4. nabij Schaapskooi Natuurmonumenten aan de Haarlese kant van de Paltheweg; 5. Sprengenberg bestaande parkeerplaats aan noordzijde bij Van Heekweg, met verbreding van het fietspad zodat dit tot de hoogte van de Palthetoren goed te gebruiken is door gehandicapten met een rolstoel;
78
Levend paars
79
Bijlage V Natuurdoeltypen Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug
In de landelijke systematiek van natuurdoeltypen wordt onderscheid gemaakt in beheerdoelen. Voor de Overijsselse natuur- en bosgebieden gaat het daarbij om drie hoofdgroepen, namelijk: hoofdgroep II: begeleid natuurlijk beheer; de natuur gaat zijn gang, de mens stuurt alleen op de omgevingsfactoren zoals waterbeheer en milieubelasting. Voorbeeld zijn hoogveen, een Elzenbroekbos of een natuurlijke brongebied; hoofdgroep III: halfnatuurlijk beheer; de natuur wordt bepaald door menselijk beheer. Voorbeelden daarvan zijn hooiland, heide en trilvenen; hoofdgroep IV: multifunctioneel beheer; er zijn meerdere functies. Door gericht beheer wordt gestuurd op die functies, vaak uit economische overwegingen. Voorbeelden daarvan zijn bos met een houtfunctie, rietland met oogst, bloemrijk grasland met een agrarische functie. In het Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug is sprake van zowel hoofdgroep III als IV. Op termijn is het ontstaan van boslandschappen uit hoofdgroep II mogelijk. De bossen op de heuvelrug zijn nog betrekkelijk jong zodat pas na de planperiode 2018 sprake zal zijn van bos uit hoofdgroep II de zogenoemde boslandschappen. Het Faunabeheerplan anticipeert daar wel op met name als introductie van het edelhert in de toekomst voor mogelijk gehouden wordt. Ruwweg zijn drie terreintypen aanwezig en dat is heide, bos en grasland. Voor heide en de graslanden is het natuurdoeltype : hoofdgroep III: halfnatuurlijke natuur. Voor bos is voor de periode tot 2018 zowel de doelstelling hoofdgroep III: natuurbos van de droge zandgronden als hoofdgroep IV: multifunctioneel bos met verhoogde natuurwaarde. De meeste bossen worden geleidelijk omgevormd via de methode van geïntegreerd bosbeheer naar meer gevarieerde en daarmee voor natuur en recreatie waardevollere bossen. Bedrijfsmatig is geïntegreerd bosbeheer eveneens een goede keuze, omdat het uitgaat van natuurlijke verjonging en ontwikkeling van het bos en gelijktijdig vermindering van kosten waardoor bij houtoogst het rendement gunstiger wordt. Pas verder in de tijd is hoofdgroep II mogelijk in de bossen. Dat komt neer op een aangesloten bos van 500 hectare of meer waar de natuurlijke ontwikkeling zijn gang kan gaan. Natuurlijke grazers maken dan deel uit van het systeem en bepalen mede met bodem en klimaat de bosecologische ontwikkelingen. De natuurdoelen zijn weergegeven in bovenstaande tabel, die gebaseerd is op de beheerplannen van de terreinbeheerders en de concept-natuurdoelenkaart van de provincie. —————————————————————————————————————————————— type natuurdoelen natuurdoelen nationaal park SBB opp. in ha NM opp. in ha inclusief particulieren —————————————————————————————————————————————— huidig 2018 huidig 2018 huidig 2018 —————————————————————————————————————————————— IV Droog bos (loof/naaldh) 819 289,6 60,0 1.410 775 IV Wintereikenbeukenbos 101 III Bos, voedselarm, droog 174,6 411,0 180 775 III Eikenhakhout 0,6 0,6 1 1 III Droge heide + zand 615 307.8+17 302,7 940 935 III Dr. heide + struweel(bos) 71 40 45 111 158 III Natte heide en hoogveen 5 1,2 1,2 6 7 III Vennen 1 1,9 1,9 3 5
80
Levend paars
81
—————————————————————————————————————————————— type natuurdoelen natuurdoelen nationaal park SBB opp. in ha NM opp. in ha inclusief particulieren —————————————————————————————————————————————— huidig 2018 huidig 2018 huidig 2018 —————————————————————————————————————————————— III Poel en plas – 0,1 0,1 0,1 0,5 Ls Houtsingel – 1,3 1,3 1,3 1,3 Ls Bomenlaan ? 18,0 11,2 18 11 IV Grasland 4 19,0 – 19 – III Kruiden/structuur grasl – 17,0 31,1 17 29 III Nat schraal grasland – – 1,0 1 IV Akker – III Reservaatsakker – 1,9 1,9 1,9 2 – Erf en bebouwd 3 0,3 0,3 3,3 3,3 IV Recreatieweide 8 – – 8 —————————————————————————————————————————————— Totaal 2.712 2.712 ——————————————————————————————————————————————
Bijlage VI Maatregelen
1 Particulieren binnen de grenzen van het nationaal park bezitten circa 206 ha bos.
82
Levend paars
83
84
Levend paars
85
86
Levend paars
87
88
Levend paars
89
Bijlage VII Werkgroepen en afstemmingsteam, samenstelling en taken
Samenstelling en taken van het Overlegorgaan Voor de samenstelling van het Overlegorgaan zie paragraaf 1.8. De taken van het Overlegorgaan zijn: – vaststellen van het beheer- en inrichtingsplan en wijzigingen daarop; – goedkeuren van het jaarprogramma en de financiële begroting; – bewaken van de uitvoering van beheer- en inrichtingsplan in het algemeen en het jaarplan in het bijzonder; – vaststellen van de jaarrekening; – vaststellen van het jaarverslag. Taken en samenstelling van de werkgroepen De taken van de werkgroepen zijn: – leveren bouwstenen voor het jaarprogramma; – stimuleren initiatieven vanuit hun werkveld die bijdragen aan de doelstelling van het nationaal park; – signaleren op hun terrein ontwikkelingen in het nationaal park of daarbuiten die van invloed zijn op het park; – zonodig betrokken zijn bij (begeleiding van) de uitvoeringsmaatregelen van de afzonderlijke partners. De werkgroepen zijn als volgt samengesteld Werkgroep Voorlichting en educatie: Voorzitter: de directeur van Natuur en Milieu Overijssel Secretaris: coördinator voorlichting en educatie (IVN) Leden: medewerk(st)er voorlichting en educatie (IVN) Natuurmonumenten Staatsbosbeheer beide gemeenten Natuurdiorama Holterberg vertegenwoordiger VVV Vitens Werkgroep Recreatie: Voorzitter: de directeur sector Recreatie en Toerisme Regio Twente secretaris: afd. EMT provincie Overijssel Leden: Regio VVV beide gemeenten Staatsbosbeheer Natuurmonumenten Kring bewoners Holterberg Platform Recreatieondernemers Sallandse Heuvelrug Werkgroep Beheer: Voorzitter: regio-inspecteur Natuurmonumenten Overijssel-Flevoland Secretaris: secretaris nationaal park Leden: Staatsbosbeheer Natuurmonumenten Overijssels Particulier Grondbezit Gemeente Hellendoorn, namens beide gemeenten Vertegenwoordiger uit onderzoek vrijwilligers
90
Levend paars
91
Afstemmingsteam Om de dagelijkse gang van zaken te stroomlijnen, wordt voorgesteld een afstemmingsteam te formeren met als functies het voorbereiden van taken en bijeenkomsten van het Overlegorgaan (agendacommissie) en het zorgen voor een integrale aanpak van de jaarprogramma’s en de uitwerking daarvan.
92
Levend paars