deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 1
Management Services
5/7 Imaging in ZENworks 7.0 De tijd dat de helpdeskmedewerker met een stapel diskettes bij eindgebruikers langsging om een installatie helemaal opnieuw uit te voeren, ligt gelukkig reeds lang achter ons. Deze functie is overgenomen door imaging-servers. In dit hoofdstuk leest u hoe de imagingserver in ZENworks 7.0 in gebruik kan worden genomen. Dit hoofdstuk geldt als een compleet overzicht voor de procedure die nodig is op OES–Linux. We installeren weliswaar op Linux, maar de procedure is ook toepasbaar op NetWare. We beginnen bij de installatie van de software en beschrijven vervolgens de configuratie van de imagingservice op ZENworks.
5/7.1
Installatie van de ZENworks 7.0 imaging-componenten
Om aan het werk te kunnen met ZENworks-imaging, moeten eerst de noodzakelijke componenten worden geïnstalleerd. Om de installatie op Linux uit te voeren, gaat u als volgt te werk: 1. Leg de installatie-cd in de lade van uw cd-station en verzeker u ervan dat deze gemount is. Gebruik hiervoor het commando mount. Werkt u met een dvd waarop alleen ISO-bestanden staan, dan kunt u gebruikmaken van de opdracht mount -o loop ZEN7_DekstopMgmtLinux.iso /mnt om de installatiebestanden tijdelijk toegankelijk te maken via de directory /mnt.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.1-1
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 2
Imaging in ZENworks 7.0
2.
Activeer nu de directory waarop de installatie-cd toegankelijk is. In dit voorbeeld gaan we uit van de directory /mnt, maar houd er rekening mee dat dat op uw systeem een andere directory kan zijn. Voer vanuit deze directory de opdracht ./setup uit om de installatieprocedure te starten. Dit zorgt ervoor dat het tekstprogramma van waaruit de installatie wordt uitgevoerd, wordt gestart.
De installatie op Linux wordt vanuit een niet-grafisch venster uitgevoerd.
3.
5/7.1-2
Druk tweemaal op Enter om het venster met vereisten te tonen. Hierin kunt u lezen over de minimale systeemeisen die worden gesteld om dit product met succes te kunnen installeren. U kunt ervan uitgaan dat elke normale Linux-server voldoet. Houd wel in de gaten dat op deze server ook eDirectory geïnstal-
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 3
Management Services
4.
5.
leerd moet zijn. Als u voldoet aan de minimale vereisten, drukt u op q om het tekstvenster te sluiten en verder te gaan met de installatie. Druk nu op Enter om het venster met de licentieovereenkomst te tonen. Nadat u dit aandachtig hebt gelezen, drukt u op q om het af te sluiten. Type dan een y om aan te geven dat u het eens bent met de bepalingen uit de licentieovereenkomst. Nu wordt gevraagd wat u wilt installeren. Kies 4 als u een installatie op maat wilt maken, waarin u dus zelf precies aangeeft wat u wel en wat u niet wilt installeren. In deze procedure houden we het eenvoudig en kiezen we optie 1 om alle onderdelen te installeren; het mag duidelijk zijn dat dit voor een installatie van een imaging-server redelijk overdadig is.
Bij het uitvoeren van een custom-installatie kunt u onderdeel voor onderdeel aangeven wat u wel en wat u niet wilt installeren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.1-3
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 4
Imaging in ZENworks 7.0
6.
Nu komt het deel van de installatie waarin u aangeeft waar en hoe ZENworks in uw eDirectory-tree moet worden geïnstalleerd. De tree-naam wordt automatisch goed ingevuld, wel zult u er zelf voor moeten zorgen dat de juiste beheerdersnaam wordt ingevoerd. 7. Na het invoeren van de credentials van de beheerder wordt gevraagd of u het schema van de tree wilt uitbreiden. Dat wilt u, want zonder deze uitbreiding van het schema is het niet mogelijk om ZEN te installeren. Voer daarom een y in om verder te gaan met deze schema-uitbreiding. 8. De volgende vraag gaat om een geldige ZENworkslicentiecode. Hebt u ZENworks nog niet officieel aangeschaft, druk dan op Enter om een evaluatielicentie te installeren. 9. Als u hebt aangegeven dat ook een Middle Tier-server moet worden gebruikt, moet u nu aangeven hoe deze Middle Tier-server in contact kan treden met eDirectory om gebruikers en werkstations te authenticeren en de benodigde ZENworks uit eDirectory te halen. U verwijst hiervoor naar de naam of het IPadres van een server die een replica heeft. 10. Na het opgeven van de Middle Tier-server specificeert u welk gebruikersaccount als proxy user moet worden gebruikt. Dit is een gebruikersaccount met browserechten op de tree: dit object is nodig om ZENworksgerelateerde objecten uit eDirectory te kunnen halen. Bij voorkeur maakt u hier een apart gebruikersaccount voor aan met minimale rechten. Nadat u de naam van deze gebruiker hebt ingevoerd, geeft u aan in welke eDirectory-container de Middle Tier-server naar andere gebruikers moet zoeken. 11. De volgende stap is de configuratie van de Inventory-server. Als u geen schokkende plannen
5/7.1-4
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 5
Management Services
hebt op het gebied van Inventory, geeft u aan dat u een Standalone Inventory-server wilt installeren. Om het eenvoudig te houden, doen wij dat hier ook. Druk dus op y om verder te gaan. Voer dan de web-gerelateerde informatie die nodig is om de Inventory-server te bereiken in. Na het invoeren van deze informatie weet het installatieprogramma voldoende om aan het werk te kunnen. Alle benodigde bestanden worden nu naar uw server gekopieerd. Houd er rekening mee dat dit geruime tijd kan duren. 12. Wanneer alle bestanden naar uw server zijn gekopieerd, wordt een melding gegeven waarin u wordt gevraagd of u het README-bestand wilt lezen. Echte beheerders doen dat natuurlijk pas als het niet werkt, dus voer het nummer 2 in om aan te geven dat u hier geen prijs op stelt. Druk dan op Enter om het installatieprogramma af te sluiten.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.1-5
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 6
Imaging in ZENworks 7.0
5/7.1-6
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 1
Management Services
5/7.2
Componenten van ZENworksimaging
U hebt nu op de server alles geïnstalleerd wat nodig is om met ZENworks-imaging te werken. Hoog tijd om nu eens te kijken waaruit ZENworks-imaging allemaal bestaat. In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van alle componenten: • ZENworks Imaging Windows Agent; • Imaging Engine; • ZENworks Image Explorer; • ZENworks Imaging Proxy Server; • ZENworks PreBoot Services Environment; • Linux Boot Image; • Image-Safe Data viewer en editor; • Imaging Boot Disk Creator. 5/7.2.1 ZENworks Imaging Windows Agent Om ZENworks-imaging op een Windows-werkstation te kunnen gebruiken, wordt gebruikgemaakt van de Imaging Windows Agent. Dit programma met de naam Ziswin.exe wordt gebruikt als uitbreiding op het opstartproces van een Windows-werkstation. Deze agent kan op elk werkstation worden geïnstalleerd wanneer u er de desktop agent op installeert. Om ervoor te zorgen dat dit goed gaat, selecteert u tijdens de installatie van de desktop management-agent de optie Workstation Imaging. Als alternatief kunt u deze component ook vanaf de server gebruiken. In dat geval activeert u het programma sys:\public\zenworks\imaging\ziswin.exe. De ZENworks Imaging Windows Agent is een belangrijk onderdeel in het imaging-gebeuren; dit onderdeel wordt gestart voordat enig ander netwerkcomponent wordt gestart. Als eerste zorgt hij ervoor dat een bestaand
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.2-1
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 2
Imaging in ZENworks 7.0
Windows-werkstation geschikt wordt gemaakt voor ZENworks-imaging. Hierbij worden gegevens die uniek zijn voor dat werkstation bewaard. U kunt daarbij denken aan het IP-adres en de naam van de computer. Door deze gegevens op de vaste schijf van de computer op te slaan, kunnen ze weer worden gebruikt wanneer een image van het werkstation wordt teruggezet en op deze manier wordt ervoor gezorgd dat, ook nadat een image is teruggezet, alle gegevens van het werkstation in het netwerk wel uniek zijn. Een tweede rol van de ZENworks Imaging Windows Agent is dat hij ervoor zorgt dat een identiteit wordt gemaakt voor elk nieuw werkstation in het netwerk. Deze informatie wordt aangemaakt op basis van een Novell eDirectorypolicy waarin u als beheerder precies aangeeft hoe de nieuwe identiteit moet worden gemaakt. De eDirectorypolicy zorgt er dan voor dat de unieke informatie voor dat werkstation wordt weggeschreven in de imaging-safe area op de vaste schijf van het werkstation, zodat hij ook de volgende keer na het terugzetten van een image wel dezelfde identiteit behoudt. De laatste rol van de ZENworks Imaging Windows Agent is dat hij u in staat stelt de informatie in de imaging-safe area van uw harddisk te veranderen. Hiervoor selecteert u in de Imaging Agent-software de optie Edit > Modify Image-safe Data. Hiermee past u alle unieke informatie voor uw werkstation aan. Ook is het mogelijk vanuit het menu Edit een Collection Mask en een Restore Mask aan te maken: hiermee geeft u precies aan wat er allemaal moet worden meegenomen in de image-safe data area wanneer ZENworks met Windows aan het werk gaat.
5/7.2-2
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 3
Management Services
5/7.2.2 Imaging Engine Imaging Engine is het programma dat wordt gebruikt om images op werkstations aan te maken en terug te zetten. Dit gebeurt met behulp van het Linux-programma met de naam img. Dit programma kan buiten eDirectory om worden gestart: u kunt het dus ook handmatig starten op een werkstation dat verder geen verbinding met eDirectory heeft. Dit laatste is handig om bijvoorbeeld een image vanaf een dvd te herstellen. Daarnaast kan img ook worden gebruikt om een image vanaf een server te halen en op het werkstation te plaatsen. 5/7.2.3 ZENworks Image Explorer De Image Explorer (imgexp.exe) is een Windows-programma dat kan worden gebruikt om images te bekijken, toegevoegde add-on images te maken, bestaande images te veranderen en images te splitsen. Op Linux vindt u dit programma onder /opt/novell/zenworks/zdm/imaging/ winutils. Daarnaast is er een snap-in voor Console One die u kunt benaderen vanuit Tools > ZENworks Utilities > Imaging > Image Explorer. 5/7.2.4 ZENworks Imaging Proxy Server Imaging Proxy Server is een onderdeel van de desktopmanagement-server. Op Linux is dit de library /usr/lib/nds-modules/libzimgserv.so.1.0.0. Dit is een zeer belangrijk onderdeel, omdat het het onderdeel is dat het imaging clients mogelijk maakt om contact te maken met het netwerk om images binnen te halen. De imaging-server is onderdeel van desktop-management en start dus ook automatisch als desktop-management wordt gestart. Tip
Het is mogelijk statistieken over de imaging-server te bekijken. Gebruik hiervoor de opdracht /opt/novell/zenworks/preboot/bin/novell-zmgmcast -stats.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.2-3
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 4
Imaging in ZENworks 7.0
Een tweede functie van de ZENworks Imaging Proxy-server is dat deze functioneert als eDirectory-proxy voor het werkstation. Hiervoor ontvangt het requests van een imaging engine op TCP poort 998. De Imaging Proxy-server kijkt op basis van deze requests of hij hier iets mee kan door informatie uit eDirectory te halen.
Onderdelen
5/7.2-4
5/7.2.5 ZENworks PreBoot Services Environment Om imaging te kunnen gebruiken op een werkstation waar nog helemaal niets is geïnstalleerd, wordt gebruikgemaakt van PXE-boot. De PreBoot Services Environment zorgt ervoor dat deze koppeling met PXE mogelijk wordt gemaakt. Dankzij dit onderdeel kan PXE contact opnemen met de Image Proxy Server: PXE kijkt of er een image voor het betreffende werkstation klaar staat en als dat het geval is, wordt de image meteen uitgerold. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van een aantal onderdelen die soms ook wat additionele configuratie nodig hebben: • DHCP Server: de DHCP-server is nodig om ervoor te zorgen dat het PXE-werkstation een IP-adres krijgt. Als ZENworks PreBoot Services op dezelfde server actief is als de DHCP-server, moet u ervoor zorgen dat de DHCP-server is geconfigureerd om optie 60 mee te sturen; alleen dan is de server ook op het netwerk bekend als PXE-boot-server. • Proxy DHCP Server. Dit is het onderdeel dat antwoord geeft op PXE-werkstations en ervoor zorgt dat de juiste boot-server wordt aangegeven. Daarbij zorgt dit onderdeel ervoor dat het juiste bootprogramma wordt gedownload. ZENworks heeft voor dit doel een eigen bootprogramma met de naam DINIC.SYS. • TFTP Server: de TFTP-server is nodig voor PXE-boot om ervoor te zorgen dat de PXE-boot-client ook bestanden krijgt waarmee hij aan het werk kan.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 5
Management Services
•
PreBoot Policy Look-up Service (PPL). De PXE-werkstations nemen contact op met deze service om te kijken of er een imaging-actie klaar staat voor het betreffende werkstation.
5/7.2.6 Linux Boot Image De ZENworks Image Engine is beschikbaar als een uitvoerbaar bestand voor Linux. Als een werkstation een image moet ontvangen, wordt hiervoor eerst een Linux Boot Image gedownload van de server waar de ZENworks Imaging Engine draait. Als een werkstation een PXE-netwerkkaart heeft, wordt deze partitie opgeslagen op de TFTP-server en automatisch binnengehaald. Heeft het werkstation geen PXE-boot netwerkkaart, dan moet deze boot-partitie worden opgeslagen op een ander medium, zoals een dvd. 5/7.2.7 Image-Safe Data Viewer and Editor Als u gebruikmaakt van Linux en bent opgestart vanaf het Linux Boot Image, is het mogelijk de opdrachten zisedit en zisview te gebruiken om de image-safe data voor het betreffende werkstation te bekijken en indien nodig ook te bewerken. Dit zijn Linux-opdrachten die vanaf een Bashshell-prompt moeten worden uitgevoerd. Als alternatief kan ook vanaf het Windows-werkstation de Windows Agent (ziswin.exe) worden uitgevoerd. 5/7.2.8 Imaging Boot Disk Creator In het meest ideale geval laat u de werkstations die voor imaging in aanmerking komen, opstarten door middel van een PXE-boot. Als dit niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van de Imaging Boot Disk Creator. Dit is een Windows-programma (zimgboot.exe) dat op een Windowswerkstation kan worden gebruikt om imaging boot disks aan te maken of bij te werken.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.2-5
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 6
Imaging in ZENworks 7.0
5/7.2-6
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 1
Management Services
5/7.3
Stappen
De juiste voorbereiding
Als u de ZENworks imaging-service in uw netwerk wilt gaan gebruiken, is het van belang dat u de juiste voorbereidende maatregelen neemt. Meest belangrijke uitgangspunt daarbij is dat u ervoor zorgt een basis standaard image ter beschikking te hebben. In principe hoort u voor elk type werkstation dat u hebt, een image te hebben. Een image dat het op het ene werkstation goed doet, is immers niet altijd ook geschikt om op een ander werkstation te worden ingezet. Op dit werkstation zorgt u er tevens voor dat de juiste software is geïnstalleerd. Hier maakt in elk geval de Novell-clientsoftware deel van uit, en daarnaast ook de Desktop Management Agent. De Novell-client is van deze twee overigens optioneel, maar het werken met ZENworks wordt wel een heel stuk eenvoudiger als ook deze component is geïnstalleerd. Daarnaast moeten in alle gevallen de volgende stappen worden doorlopen: • Controleer of op de Imaging Server de Desktop Management Preboot Services (PXE support) aanwezig zijn als u gebruik wenst te maken van Prebootservices. • Als u gebruikmaakt van een bootable cd of een harddiskpartitie, moet u een schijf aanmaken waarmee wordt verwezen naar de juiste imaging-server. • Zorg er ook altijd voor dat u een policy hebt voor werkstations die nog niet zijn geïmporteerd. • Zet PXE-boot aan op de werkstations. In de volgende paragrafen van dit hoofdstuk leest u hoe u de volgende stappen neemt om ZENworks-imaging in gebruik te nemen. Eerst leest u hoe u de Imaging Server configureert, daarna hoe u werkstations klaarmaakt voor imaging.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.3-1
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 2
Imaging in ZENworks 7.0
5/7.3-2
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 1
Management Services
5/7.4
De Imaging Server configureren
Voordat u aan het werk kunt met imaging op uw ZEN-server, moet u de Automatic Workstation Import and Imaging-componenten installeren. U hebt in het begin van dit hoofdstuk gelezen wat daarbij komt kijken. Als deze componenten zijn geïnstalleerd, moet u de preboot-services configureren. Deze bestaan uit de volgende componenten: • Proxy DHCP Server; • TFTP Server; • De Transaction-server. Ondanks dat er een Linux-specifieke TFTP-server is en een Linux DHCP-server, moet u ervoor zorgen dat de onderdelen die bij ZENworks horen op uw server zijn geïnstalleerd. U kunt dit zien door te controleren of de volgende bestanden aanwezig zijn: • /etc/init.d/novell-tftp • /etc/init.d/novell-proxydhcp • /etc/init.d/novell/zmgprebootpolicy Als deze bestanden op uw server bestaan, zullen ze doorgaans ook automatisch worden gestart wanneer u uw server opstart. U kunt ze ook handmatig stoppen en starten door de naam van het script aan te roepen met /etc/inid.d/naamvanhetscript [stop | start | restart]. Wanneer ze actief zijn, zorgt de ZENworks preboot-service ervoor dat in alle gevallen PXE tijdens het opstarten contact opneemt met de Imaging-server. Als er volgens de policies voor dat betreffende werkstation iets te doen is, wordt een image geïnstalleerd. Is dat niet het geval, dan gaat het werkstation verder met de normale bootprocedure.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.4-1
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 2
Imaging in ZENworks 7.0
Om ervoor te zorgen dat de DCHP-server en de ZENworks Proxy DHCP-server samen op dezelfde server kunnen worden gebruikt, moet u eerst een korte procedure doorlopen. Als u dit niet doet, zal het namelijk niet werken. Deze procedure wordt hieronder beschreven: 1. Start het Linux-configuratieprogramma YaST2 op uw server en kies dan Network Services > DHCP Server.
De DHCP-server wordt op OES – Linux vanuit YaST geconfigureerd.
2.
3.
5/7.4-2
Als u een melding krijgt dat er packages moeten worden geïnstalleerd, volg dan de aanwijzingen om dit te doen. Als de DHCP-server nog niet was geïnstalleerd, volgt nu een korte wizard die u hierbij helpt. Klik eerst op de netwerkkaart die u wilt configureren en klik dan op Next om verder te gaan.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 3
Management Services
4.
5. 6.
Geef nu in het volgende scherm de domeinnaam, de tijdserver en andere algemene instellingen voor uw DHCP-server op en klik op Next om verder te gaan. Specificeer nu de IP-adressen van de range die u uit wilt delen en klik op Next als u daarmee klaar bent. In het scherm met DHCP-server-settings klikt u eerst op On om ervoor te zorgen dat de server automatisch wordt gestart tijdens booten van uw server. Klik dan op Expert Settings. Zorg er dan voor dat de Global Options zijn geselecteerd en klik op Edit.
In het venster met Global Options moet u de optie Vendor Class Identifier toevoegen.
7.
Klik nu op Add en selecteer uit de uitschuiflijst option vendor-class-identifier. Klik dan op OK om verder te gaan. Voer nu in het veld Vendor-class-
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.4-3
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 4
Imaging in ZENworks 7.0
8. 9.
5/7.4-4
identifier de tekst “PXEClient” in. Let erop dat u ook de aanhalingstekens invoert. Klik dan op OK om verder te gaan. Dit zorgt ervoor dat de nieuwe DHCPoptie wordt toegevoegd. Klik nu op OK en vervolgens op Finish om de wijzigingen op te slaan. Open nu op de Linux-server waar u de ZENworkscomponenten hebt geïnstalleerd een editor en open in de editor het bestand /etc/opt/novell/novellproxydhcp.conf. Zoek in dit bestand de regel met de tekst LocalDHCPFlag=0 en verander de 0 in een 1. Sluit vervolgens de editor weer af.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 1
Management Services
5/7.5
Eisen
Het werkstation voorbereiden voor imaging
Nu u de server op de juiste wijze hebt voorbereid, moet u ook het werkstation voorbereiden. Om te beginnen moet u ervoor zorgen dat uw werkstation aan de minimale vereisten voldoet: • Een netwerkkaart die wordt ondersteund. • Windows 98, 2000 of XP. Voor imaging van Linux hebt u ZENworks Linux Management nodig. • 50 MB beschikbare schijfruimte. Als u de Preboot Services unattended services wilt kunnen gebruiken, hebt u een imaging-partitie nodig die op het werkstation is geïnstalleerd. Deze partitie moet 150 MB groot zijn. Als deze partitie niet bestaat, kunt u ook gebruikmaken van opstartbare cd’s, dvd’s of andere media. • Een netwerkkaart met ondersteuning voor PXE als u gebruik wilt maken van PXE-services. • Er mag geen bootmanager op het werkstation geïnstalleerd zijn. ZENworks imaging-services wil namelijk zijn eigen bootmanager wegschrijven naar de MBR van het werkstation dat u wilt imagen. Als u hebt gecontroleerd of uw werkstation aan de juiste voorwaarden voldoet, wordt het tijd om ervoor te zorgen dat het werkstation kan booten over het netwerk. Dit kan op drie manieren: • Met PXE. • Door gebruik te maken van een imaging boot-cd of -dvd. • Met behulp van een imaging partitie op de harddisk.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.5-1
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 2
Imaging in ZENworks 7.0
5/7.5.1 Configuratie van PXE-services Om een werkstation een image te laten ophalen waarbij gebruik wordt gemaakt van PXE-services, doorloopt u de volgende stappen: 1. Installeer de Desktop Management Imaging en Preboot-services op de ZENworks-server. 2. Zet PXE-boot op het werkstation aan. 3. Verzeker u ervan dat er een DHCP-server beschikbaar is. Als aan al deze voorwaarden wordt voldaan, kunt u een PXE-boot uitvoeren vanaf het werkstation. Dit zal ervoor zorgen dat dit werkstation op het netwerk gaat kijken of er een image klaarstaat. Is dat het geval? Dan wordt het image opgehaald en geïnstalleerd. Als er geen image klaarstaat, wordt de normale bootprocedure vervolgd. 5/7.5.2 Opstarten van cd-rom of dvd Als alternatief voor de PXE-boot-methode is het mogelijk een opstartbare cd of dvd aan te maken die voor imaging wordt gebruikt. Het voordeel van deze werkwijze is dat het mogelijk is meer op maat te bepalen wat er moet gebeuren; denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid gebruik te maken van Linux-drivers die standaard niet op uw computer aanwezig zijn. Om een opstartbare cd te maken, maakt u gebruik van het ISO-image bootcd.iso dat met de imaging-server wordt meegeleverd. Volg de volgende procedure: 1. Kopieer het bestand /opt/novell/zenworks/zdm/imaging/winutils/settings.txt naar een tijdelijke directory op uw werkstation. Zorg ervoor dat dit een lege directory is, zodat u er ook nog andere bestanden naartoe kunt kopiëren. In dit bestand treft u een aantal paramaters aan die u kunt aanpassen om te
5/7.5-2
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 3
Management Services
2. 3.
4.
bepalen op welke wijze er wordt opgestart; raadpleeg het bestand zelf voor aanwijzingen hierover. Kopieer ook alle image-bestanden die u op de cd of dvd wilt gebruiken naar deze tijdelijke directory. Gebruik uw cd-brandersoftware om een cd of dvd te maken op basis van het ISO-bestand /opt/novell/ zenworks/zdm/imaging/winutils/bootcd.iso. Let erop dat u het bestand op dit moment nog niet afsluit! Kopieer nu ook de inhoud van de tijdelijke directory die u in stap 2 van deze procedure hebt aangemaakt naar de cd. Hiermee wordt een multisessie-cd of -dvd aangemaakt die u kunt gebruiken voor imaging van uw werkstation.
5/7.5.3 Een imaging-partitie aanmaken De derde manier om ervoor te zorgen dat een werkstation kan worden geïmaged, is door een imaging-partitie op de vaste schijf van uw computer te maken. U zou zelfs kunnen overwegen het image zelf ook op die partitie te plaatsen, al moet het dan wel een behoorlijk grote partitie zijn. Om een imaging-partitie te kunnen maken, moet u eerst imaging boot-disks maken en het werkstation daarmee opstarten. Voer dan de volgende procedure uit: 1. Neem een image van het werkstation. 2. Start vervolgens het werkstation opnieuw op met uw bootable image-cd. 3. Type op de boot-prompt van de boot-cd install. Hiermee wordt de imaging-partitie gemaakt. Let er wel op dat hierdoor alle andere partities op de harddisk van uw computer worden verwijderd! 4. Indien nodig moet u hierna weer de eerste imagingbootdisk invoeren; deze is namelijk nodig om het image te kunnen terugzetten. 5. Geef nu vanaf de Linux-prompt het commando img restorep om het image van uw werkstation weer
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.5-3
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 4
Imaging in ZENworks 7.0
6.
7.
5/7.5-4
terug te zetten. Volg de aanwijzingen van de wizard die nu wordt gestart. Geef nadat het image is teruggezet de opdracht lilo.s om de bootloader opnieuw op uw computer te installeren. Start nu uw computer opnieuw op: hij moet nu weer op de normale wijze opstarten.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 1
Management Services
5/7.6
Verdere procedure
U hebt nu gelezen hoe u uw server en werkstations klaarmaakt voor imaging. Daarmee bent u er nog niet, er zijn ook nog heel veel andere opties die u kunt uitvoeren. Er is bijvoorbeeld nog niet gesproken over de policies die u aanmaakt in eDirectory om ervoor te zorgen dat imaging op de juiste wijze plaatsvindt. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u in het vervolg op dit hoofdstuk in de volgende aanvulling.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19
5/7.6-1
deel 5_7_1-6
19-04-2006
16:01
Pagina 2
Imaging in ZENworks 7.0
5/7.6-2
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19