7 | jaren ´70 en ´80 wijken De lange rechte lijnen in de stedenbouw van de jaren ’50 en ’60 worden in de jaren ’70 vervangen door het woonerfconcept: doodlopende straatjes met groen en parkeren, gecombineerd met woningen die wat vormgeving betre veel op elkaar lijken, maar waarvan de gevels verspringen ten opzichte van elkaar.
Stedenbouw De woongebieden uit de jaren ’70 en ’80 hebben een kronkelig stratenpatroon en weinig doorgaande wegen. De woningen zijn meestal gegroepeerd rondom woonerven. Soms is moeilijk te bepalen wat de voor- of achterzijde van de woningen is. De wijken worden ontsloten via een aantal hoofdwegen met daaraan aakkingen naar de hoes. De hoes zijn klein, vaak staan er niet meer dan 20 huizen rond een pleintje. Binnen de erfachge inrichng is de auto te gast. De kleinschalige openbare ruimte is het domein van de voetganger en de fietser. Door de wijken loopt een netwerk van voet- en fietspaden. In de wijk kan de auto geparkeerd worden in de woonhoven, carports of garages. De garages zijn veelal aan de voorzijde van de woningen gesitueerd. Het oorspronkelijke idee was dat de hoes ’s avonds dienst zouden doen als parkeerruimte en overdag ruimte zouden bieden om te spelen. Dat is niet meer het geval, vanwege de
Analysedocument Welstandsnota | SAB
107
groei van het autogebruik. Maar de gekozen structuur leidt er wel toe dat grote delen van de wijken verkeersluw zijn, wat tot op de dag van vandaag de kracht is van deze wijken en ook zeer wordt gewaardeerd.
Architectuur De bebouwing bestaat veelal uit rijenwoningen met verspringende voorgevels, maar ook uit vrijstaande en tweeonder-één-kapwoningen. De woningen hebben over het algemeen een kap en bestaan uit twee tot drie bouwlagen. De entrees van de woningen krijgen vaak extra aandacht. De voordeur zit bijvoorbeeld regelmag aan de zijkant van een uitbouw aan de voorzijde van de woning. De architectuur van woningen in deze wijken is ingetogen en sluit aan bij de mode van de jaren ’70: vaak rood, geel of bruin
+ Verspringende gevels metselwerk, en het gebruik van ambachtelijke materialen zoals hout, baksteen en gebakken pannen.
Beleid Het verkeersluwe karakter, de pleintjes, het grillige stratenpatroon en de verspringende gevels zijn bepalend voor de jaren ’70 en ’80 wijken. Ook de kleine schaal en de tradionele architectuur van de bebouwing zijn aantrekkelijk. Het beleid is erop gericht om dit in stand te houden.
+
+
Voordeuren in vooruitbouw aan zijkant
Woningen rondom hoe
7 | jaren ´70 en ´80 wijken
+ Gebruik van hout in de gevel
Gewenst beeld Het in stand houden van het stedenbouwkundige patroon en de informele situering van bebouwing rondom pleintjes, de kleine schaal en de tradionele architectuur van de bebouwing is van belang voor de huidige kwaliteit.
+
Bouwplannen dienen aan te sluiten op de bestaande architectuur in de buurt. Andere aandachtspunten zijn: ▪ aansluiten op bestaande kwaliteiten van de woning qua vormgeving, kleur- en materiaalgebruik; ▪ heldere hoofdvorm van de woningen in stand houden; ▪ aan- en uitbouwen blijven ondergeschikt aan het hoofdgebouw; ▪ eventuele carports aan de voorzijde, voor de voorgevelrooilijn, moeten open blijven.
Analysedocument Welstandsnota | SAB
109
Rijwoningen met ingetogen architectuur
Rossum
Albergen
Ootmarsum
Manderveen
Geesteren Deurningen Reutum
Tilligte
Vasse
Larop Tubbergen
Fleringen
Denekamp
Langeveen Noord-Deurningen
Tubbergen
Dinkelland
8| Recente woonbuurten Als reace op de seriemage architectuur en stedenbouw vindt eind jaren ’80 een omslag plaats in het ontwerp van nieuwe woongebieden. De woningnood is achter de rug en er wordt meer marktconform gebouwd. De structuur van de wijken is rechtlijniger dan de woonerven uit de jaren ’70 en ’80. De bebouwing is echter veel minder samenhangend: verschillende sjlen worden gecombineerd in één wijk.
Stedenbouw Eind 20e eeuwse en begin 21e eeuwse woongebieden worden gekenmerkt door een heldere stedenbouwkundige opzet. De straten zijn recht of licht gebogen en er is een duidelijke indeling in woonstraten en wijkontsluingswegen. Door de heldere opzet van de openbare ruimte en de grote variae in woningtypen, onderscheiden deze gebieden zich van de planmag woningbouw in de jaren ’50 tot ‘80.
Architectuur De architectuur varieert van buurt tot buurt. Er ontstaan verschillende wijken met een eigen architectuursjl, variërend van neo-tradioneel (jaren 30-sjl) tot neo-modern (kubisme, staal, beton, glas). Het plae dak wordt op diverse plekken geïntroduceerd. Op andere plekken komen de gebakken dakpannen terug.
Analysedocument Welstandsnota | SAB
111
De laatste jaren worden ook veel buurten met vrijstaande woningen gebouwd, waarbij binnen één straat verschillende architectuurvormen voorkomen. Daar is geen samenhang in architectuur: tradionele vormgeving en moderne vormgeving wisselen elkaar af. Gevelmaterialen- en kleuren variëren.
+ Verschillende sjlen door elkaari in één straat
Beleid Het beleid is erop gericht om de heldere stedenbouwkundig structuur in stand te houden, alsmede de samenhang binnen de verschillende buurten. Op plekken waar sprake is van een specifieke architectuur per kavel, wordt bij bouwplannen aangesloten op de architectuursjl van het betreffende pand.
+ Buurtje in één bouwsjl: historiserend
+
Tradionele vormgeving, garage ondergeschikt
8 | recente woonbuurten
+ Moderne architectuur
Gewenst beeld Het in stand houden van het heldere stedenbouwkundige patroon en de samenhang in de bebouwing op buurtniveau, is van belang voor de huidige kwaliteit. Bouwplannen dienen aan te sluiten op de overheersende architectuur in de buurt, mits
+
daarvan sprake is. Andere aandachtspunten zijn: ▪ aansluiten op bestaande kwaliteiten, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik; ▪ heldere hoofdvorm van de woningen in stand houden; ▪ aan- en uitbouwen blijven ondergeschikt aan het hoofdgebouw, en worden in samenhang met het hoofdgebouw ontworpen.
Ruime hoofdonsluing
-
+ Analysedocument Welstandsnota | SAB
113
Garage niet ondergeschikt aan woning, wel in zelfde sjl
Rossum
Ootmarsum
Albergen
Vasse
Geesteren
Habrinkhoek/Mariaparochie
Deurningen Tilligte
Denekamp
Tubbergen
Weerselo Langeveen
Tubbergen
Dinkelland
9 | Bedrijventerreinen De meeste bedrijven in de gemeenten Dinkelland en Tubbergen zijn geclusterd op bedrijventerreinen. De structuur en architectuur van deze bedrijventerreinen zijn veelal funconeel van aard.
Stedenbouw De verschillende bedrijventerreinen worden vrijwel allemaal gekenmerkt door brede ontsluingswegen, bedrijfshallen en kantoren in verschillende hoogtes en verschijningsvormen. De gebouwen staan meestal op een vaste afstand van de weg. Aan de voorzijde staat een kantoor met daarachter een bedrijfsloods. Het voorterrein wordt gebruikt voor parkeren. Opslag vindt aan de achterzijde plaats.
Architectuur De bedrijven worden over het algemeen gekenmerkt door een grote verscheidenheid in vormen, kleuren en materialen. Als er sprake is van een kantoorgedeelte aan de straatzijde is dit vaak van baksteen en hee een meer open karakter. De bedrijfshallen zijn meestal van plaatmateriaal. Bij gebouwen die alleen een kantoorfunce hebben is meer aandacht besteed aan de vormgeving en het materiaal- en kleurgebruik. Hetzelfde geldt voor de bedrijven die de afgelopen en jaar zijn gerealiseerd.
Analysedocument Welstandsnota | SAB
115
+ Kantoor met open gevel
Beleid Het beleid is erop gericht om de ruimtelijke kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen minimaal te handhaven en indien mogelijk te versterken. Dat betekent onder andere extra aandacht voor duurzame materialen en de (groene) inrichng van het voorterrein.
+
+
Natuurlijke materialen en uitnodigende entree
Parkeren zorgvuldig opgelost
9| bedrijventerreinen
+ Kantoorgedeelte representaef, hallen daarachter
Gewenst beeld Bestaande kwaliteit dient minimaal gehandhaafd te worden. De representaeve, uitnodigende gevel moet naar de weg gericht zijn. Op het moment dat een gebouw op een hoek ligt met aan twee zijden een openbare weg dan hee dat gebouw twee representaeve gevels. Aandacht wordt gevraagd voor een fraaie inrichng van het voorterrein, door bijvoorbeeld parkeerplaatsen te combineren met groen.
+ Passend bij de kwaliteiten van de omgeving
Andere aandachtspunten zijn: ▪ aansluiten op bestaande kwaliteiten van de omgeving qua situering, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik; ▪ kantoorgebouw is meer representaef dan andere gebouwen op het perceel.
Analysedocument Welstandsnota | SAB
117
Gesloten gevel aan de straat en opslag in het zicht op het voorterrein
Saasveld
Ootmarsum Albergen Rossum Reutum
Geesteren
Vasse
Habrinkhoek/Mariaparochie
Deurningen
Larop Tilligte
Noord-Deurningen Tubbergen
Manderveen
Denekamp
Weerselo Langeveen
Tubbergen
Dinkelland
10| Sport- en groenvoorziening Dit deelgebied hee betrekking op parken, begraafplaatsen en sportvoorzieningen. Deze voorzieningen komen verspreid voor binnen de kernen in de gemeente Dinkelland en Tubbergen, maar ook aan de rand.
Stedenbouw Vanaf de jaren ’60 zijn de parken meegenomen in de uitbreidingsplannen. Ze vormen groene wiggen, die vaak de verschillende buurten van elkaar scheiden. Er zijn soms gebouwen aanwezig, zoals een school, een bejaardentehuis, een zorgcentrum, een paviljoen of een kiosk. Begraafplaatsen zijn van oudsher in de nabijheid van kerkgebouwen gesitueerd. De bebouwing is relaef kleinschalig en bedoeld voor funces zoals een aula of een dienstgebouwtje. Sportvoorzieningen zijn voornamelijk aan de randen van kernen gelegen. Bijna elke kern voorziet in de eigen behoee wat sportvoorzieningen betre. Bebouwing bestaat voornamelijk uit een kanne, tribunes, kleedkamers en technische ruimtes.
Analysedocument Welstandsnota | SAB
119
Architectuur De bebouwing is verschillend, qua vormen, kleuren en materialen. De architectuur is meestal bepaald door funconele eisen, en de architectuursjl van dat moment.
+ Weiland als scheiding tussen woonwijken
Beleid Het beleid is erop gericht om met name bij parken en begraafplaatsen een hoge ruimtelijke kwaliteit na te streven als het gaat om bebouwing, gezien de centrale ligging in de kernen. Voor bebouwing bij sportvoorzieningen is het beleid gericht op het handhaven of versterken van de bestaande kwaliteit, de bebouwing moet representaef zijn voor de funce.
+ Sportvelden en kanne ingepast in groene omgeving
+
Engelse tuin als scheiding tussen wijken
10| sport- en groenvoorziening
+ Groene zone in gebruik als speeltuin
Gewenst beeld Bestaande kwaliteit dient minimaal gehandhaafd te worden en indien mogelijk verbeterd. Bebouwing moet representaef zijn en passend op de plek.
+
Ander aandachtspunt is: ▪ aansluiten op bestaande kwaliteiten van de omgeving qua situering, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik.
Analysedocument Welstandsnota | SAB
121
Schoolgebouw in groene lob tussen woonwijken