Schoolgids 2015-2016
0
1. Inhoudsopgave 1.
Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 0
2.
Kbs De Wisselaar, stichting INOS..................................................................................................... 3
3.
4.
5.
6.
2.1.
INOS geeft je ontwikkeling kleur ............................................................................................. 3
2.2.
Organisatie INOS ..................................................................................................................... 4
2.3.
Matchpoint de Vervangingsorganisatie van INOS ................................................................... 4
2.4.
Sponsoring op de scholen van INOS ........................................................................................ 5
2.5.
Veiligheidsbeleid op scholen van INOS ................................................................................... 5
2.6.
Medicijnverstrekking en medisch handelen op school ........................................................... 7
Missie en Visie ................................................................................................................................. 8 3.1.
Ontwikkeling naar Integraal Kind Centrum ............................................................................. 8
3.2.
Samen! Want op De Wisselaar telt iedereen mee .................................................................. 8
3.3.
Ouderbetrokkenheid ............................................................................................................... 9
Onderwijs ...................................................................................................................................... 10 4.1.
Inloop voor de kinderen ........................................................................................................ 10
4.2.
Wat gebeurt er in de groepen? ............................................................................................. 10
4.3.
Computers, tablets telefoons ................................................................................................ 14
4.4.
Grenzeloos leren ................................................................................................................... 14
4.5.
Zelfstandig werken ................................................................................................................ 15
4.6.
Sociaal emotionele ontwikkeling / Kanjer! ........................................................................... 15
4.7.
Actief burgerschap en integratie ........................................................................................... 15
Aanmelden op Kbs De Wisselaar ................................................................................................... 17 5.1.
Aanmeldingsprocedure / toelating ....................................................................................... 17
5.2.
De opvang van nieuwe leerlingen in de school ..................................................................... 17
5.3.
Als uw kind al op een basisschool heeft gezeten .................................................................. 17
5.4.
Route richting het voortgezet onderwijs .............................................................................. 18
5.5.
Schorsing en verwijdering ..................................................................................................... 18
Het schoolondersteuningsprofiel .................................................................................................. 19 6.1.
Korte typering van onze school ............................................................................................. 19
6.2.
De kwaliteit van onze basisondersteuning ............................................................................ 19
6.3.
Beschikbare deskundigheid ................................................................................................... 20
6.4.
Ondersteuningsvoorzieningen .............................................................................................. 20
1
6.5. 7.
Ontwikkelagenda ................................................................................................................... 20
Het volgen van de ontwikkeling van kinderen .............................................................................. 21 7.1.
Rapportage aan de ouders .................................................................................................... 21
7.2.
Resultaten van ons onderwijs ............................................................................................... 22
8.
Wanneer er zorgen zijn over uw kind ........................................................................................... 23 8.1.
Zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften ...................................................... 23
8.2.
Hulp aan kinderen ................................................................................................................. 23
8.3. Externe hulpverlening onder schooltijd op verzoek van ouders (waaronder Remedial Teaching) ........................................................................................................................................... 24 8.4.
Overgang naar de volgende groep ........................................................................................ 24
8.5.
Leerlingbespreking ................................................................................................................ 24
8.6.
Zorgteam ............................................................................................................................... 25
8.7.
Dyslexieprotocol .................................................................................................................... 25
9.
Passend onderwijs ......................................................................................................................... 26
10.
Eureka! ...................................................................................................................................... 27
11.
Klachtenregeling ........................................................................................................................ 28
12.
Namen- en adressenlijst ............................................................................................................ 30
13.
Aanvullingenblad ....................................................................................................................... 32
14.
Ondertekening........................................................................................................................... 33
14.1.
Verklaring medezeggenschapsraad ................................................................................... 33
14.2.
Verklaring bestuur ............................................................................................................ 34
2
2. Kbs De Wisselaar, stichting INOS Basisschool De Wisselaar bestaat sinds 1966. De school startte met verschillende locaties. In de herfst van 1968 nam de school intrek nemen in het huidige gebouw aan de Vlaanderenstraat. Naast de lagere school kwam een nieuw gebouw voor kleuterschool ‘Sneeuwwitje’. Vooruitlopend op het samengaan in 1985 was de Wisselaar al sinds 1983 één school. Het ontstaan van de naam Wisselaar moet gezocht worden in het verleden, waarschijnlijk in de tijd dat men begon met de ontginning van deze streken. Dit gebeurde door een aantal gezinnen welke samen een hechte gemeenschap vormden. Zij bewerkten samen het land en de grond werd beweid door het gezamenlijke vee. Er ontstond een vorm van gemeenschappelijk grondbezit, waarbij jaarlijks de grond wisselde van gebruiker; het was dus wisselend land. De naam past goed bij de school: een hechte gemeenschap waarin gewerkt wordt om de kinderen zo goed mogelijk te vormen. In 2017 mag Kbs De Wisselaar samen met voorschool ’t Kuikenhof (Kober) naar een nieuw gebouw. Vanaf 2013 word er al gesproken over wensen en eisen die nu aan het schoolgebouw gesteld mogen worden. Uitgangspunt is om eerst te bepalen hoe onderwijs en opvang er in deze 21ste eeuw uitziet. Samen werken we aan het integraal kindcentrum de ‘Wishof’. Kbs De Wisselaar presenteert zich naar buiten toe op verschillende manieren. Onze website geeft u heel globaal informatie over de school. De schoolkalender geeft informatie over het lopende jaar. In deze schoolgids vind u onder andere informatie over onze missie en visie, een beeld van het onderwijs zoals dat in de groepen gegeven wordt, het aannamebeleid en hoe wij omgaan met zorg en speciale zorg voor kinderen (passend onderwijs!). Wij communiceren via de website, e-mail en een nieuwsbrief. Maar het liefst communiceren we door met elkaar in gesprek te gaan. Daarvoor nodigen wij u dan ook nadrukkelijk uit als u interesse hebt in de Wisselaar, of als u als ouder/verzorger ergens mee zit of een vraag of opmerking wilt maken.
2.1. INOS geeft je ontwikkeling kleur Sinds 2007 is Kbs De Wisselaar één van de 29 katholieke scholen van INOS, stichting voor Katholiek onderwijs in Breda. De naam INOS is een associatie van de begrippen Innovatie en Sofos (wijsheid). In 29 scholen binnen de gemeente Breda werken wij aan het ontdekken van de talenten van onze leerlingen. Wij begeleiden ze in hun groei tot zelfbewuste en verantwoordelijke mensen. Wij willen blijven leren omdat de wereld blijft veranderen. Dat willen we ook bereiken bij onze leerlingen. Kernboodschap Wij zien elkaar volledig vanuit eigen kleur, eigen geluid Hebben aandacht voor een andere waarheid Staan open voor nieuwe ervaringen, nieuwsgierig naar wat kan We zoeken contact omdat we willen groeien Kinderen ontdekken en leren binnen en buiten de school We versterken de kracht die er is, de samenhang tussen ’t kleine en ‘t grote Het beste wat je kunt worden is jezelf, ieder talent is even waardevol Natuurlijke verwondering opent deuren naar volwaardig zelfstandig zijn
3
Onze scholen zijn spil in de wijk, schakel in opvoeding en ontwikkeling We zoeken samenspel met behoeften en verwachtingen van onze omgeving Maar blijven dicht bij onszelf, eigenzinnig, zelfbewust en uitgesproken We nemen verantwoordelijkheid voor eigen keuzes, met respect voor het totaal Ruimte creëren voor jezelf en de ander loslaten in vertrouwen Je eigen inzicht volgen, maar wel in relatie tot gezamenlijke doelen Grenzen en toonaarden verkennen, totdat het is afgestemd, totdat ’t klopt Omdat je nooit stopt met leren, omdat je samen ’t beste presteert Daarom blijven we in verbinding, verantwoordelijk en authentiek
2.2. Organisatie INOS Het bestuur van INOS heeft voor de uitvoering van de bestuurlijke taken een College van Bestuur benoemd. Het bestuur wil elke school maximale ruimte geven zich als school, met zijn eigen specifieke kwaliteiten te profileren. Het algemeen strategisch beleid van INOS is vastgelegd in diverse documenten. Deze liggen op school ter inzage of zijn te lezen op de website. Deze en meer informatie over onze stichting is te vinden op www.inos.nl.
2.3. Matchpoint de Vervangingsorganisatie van INOS Matchpoint regelt binnen iedere school van INOS de vervanging bij afwezigheid en ziekte van groepsleerkrachten en onderwijsassistenten. Indien een leerkracht of onderwijsassistent (plotseling) afwezig is, zorgt Matchpoint direct voor een adequate vervanging. Matchpoint heeft de beschikking over een grote groep enthousiaste en competente waarnemers zodat, indien de leerkracht of assistent (tijdelijk) moet worden vervangen, de kinderen in goede handen zijn. De invallers worden vooraf gescreend op bevoegdheid, opleiding en competentie. U mag er op vertrouwen dat de waarnemers binnen INOS goede kwaliteit onderwijs leveren. Als een medewerker ziek wordt of verlof heeft, kan de school direct digitaal een aanvraag voor vervanging melden bij Matchpoint. De planners zoeken voor de aanvraag een passende waarnemer die kan zorgen dat het onderwijsproces van uw kind zo ononderbroken mogelijk doorgang vindt. Matchpoint is ook ‘de poort tot het werken bij INOS’ Goede vervangers kunnen bij gebleken geschiktheid doorstromen naar een passende functie op één van de INOS scholen. Belangstellenden die (tijdelijk) willen waarnemen op scholen van INOS worden van harte uitgenodigd zich aan te melden. Mocht u mensen kennen die de juiste opleiding hebben en die belangstelling hebben om bij INOS aan het werk te gaan, dan kunt u hen adviseren een kijkje te nemen op onze website www.inos.nl. Onder het kopje, werken bij INOS, vervanging is alle informatie terug te vinden. Matchpoint wordt georganiseerd vanuit het bestuursbureau van INOS, Haagweg 1 in Breda:
[email protected]
4
2.4. Sponsoring op de scholen van INOS Het convenant ‘Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ geldt voor de periode 2015-2018. INOS voelt zich aan deze overeenkomst gebonden. Voor het convenant en toelichting zie: www.rijksoverheid.nl (zoek op ‘sponsoring in het primair onderwijs’).
Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die door de sponsor worden verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor door de sponsor een tegenprestatie wordt verlangd. Als er geen tegenprestatie is, is er sprake van een schenking. De gehele medezeggenschapsraad heeft een instemmingsbevoegdheid over het aanvaarden van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, indien daarbij verplichtingen worden aangegaan waarmee leerlingen worden geconfronteerd. Voor een beslissing over sponsoring dient binnen de schoolorganisatie en bij betrokken personen buiten de school draagvlak te zijn. Het moet altijd en voor iedereen duidelijk zijn dat er sprake is van sponsoring. Sponsoring in het onderwijs moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Sponsoring mag dus niet de onderwijsinhoud beïnvloeden. De vermelding van beeldmerken en (korte) reclameteksten op door de school gebruikte materialen, zijn geen sponsoring. Dit betreft bijvoorbeeld het logo van het computermerk op de PC’s in de klas, of de reclameslogan van de schoolboekenproducent in het lesboek.
Een klacht over de wijze waarop de school omgaat met reclame of sponsoring, kan volgens de klachtenregeling van INOS worden behandeld. Zie hiervoor elders in deze schoolgids.
2.5.
Veiligheidsbeleid op scholen van INOS
In scholen zijn veel mensen actief. Daarom dient de aandacht voor veiligheid hoog op de agenda te staan. Er is sprake van een aantal wettelijke kaders dat scholen (en schoolbesturen) voorschrijft veiligheidsbeleid te voeren. Denk hierbij aan de Wet op het Primair Onderwijs en de Arbowet. Deze wetgeving stelt kaders aan zowel de fysieke veiligheid in een gebouw, als aan de sociale veiligheid van kinderen en volwassenen die met elkaar leren en werken. Veiligheidsplan en pestprotocol Scholen moeten een veiligheidsplan hebben. Hieronder kan ook een pestprotocol vallen. In een veiligheidsplan staat bijvoorbeeld dat wapenbezit op school verboden is en hoe men dit controleert. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat, en hoe zij pesten probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. Verklaring Omtrent het Gedrag voor onderwijspersoneel Scholen zijn verplicht om aan onderwijspersoneel een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te vragen voordat zij in dienst treden. Uit de VOG blijkt of er belemmeringen zijn om in de nieuwe functie aan de slag te gaan. De nieuwe wet Sociale Veiligheid (juni 2015) Scholen zijn wettelijk verplicht om te zorgen voor een sociaal veilige omgeving. Een onderdeel van de wet is de aanstelling van een coördinator (onze vertrouwenscontactpersonen) die zich bezig houdt met het bijbehorende beleid en het eerste aanspreekpunt is. Reeds in een eerder stadium heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) samen met de Kinderombudsman een plan van aanpak tegen pesten opgesteld. Hierin staat het 5
volgende: Alle scholen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs worden opgeroepen om samen met de ouders blijvende aandacht te hebben voor het bestrijden van (cyber)pesten. Vinden gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor? Dan kunnen zij in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman. Plan van aanpak tegen pesten In maart 2013 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) samen met de Kinderombudsman een plan van aanpak tegen pesten opgesteld. Hierin staat het volgende: Alle scholen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs worden opgeroepen om samen met de ouders blijvende aandacht te hebben voor het bestrijden van (cyber)pesten. Scholen worden wettelijk verplicht om te zorgen voor een sociaal veilige omgeving en moeten pesten tegengaan. Vinden gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor? Dan kunnen zij in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman. Met behulp van de “checklist voor een veilige school” van het landelijke kwaliteitsteam veiligheid is het INOS-brede veiligheidsbeleid geformuleerd. Daardoor is er sprake van een heldere taakverdeling tussen wat de individuele scholen doen op het gebied van veiligheid en wat op bestuursniveau voor de gezamenlijke scholen van INOS wordt gedaan.
Enkele relevante elementen uit het INOS-brede veiligheidsbeleid: Voldoende, geschoolde bedrijfshulpverleners op scholen Een medezeggenschapsraad op elke school Minimaal één schoolvertrouwenspersoon op elke school Een klachtenregeling Een door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning voor elk schoolgebouw Een actief netwerk met maatschappelijke zorginstellingen rondom de school Alle INOS-scholen zijn aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In dit systeem kan melding worden gedaan van zorgen om de leef- en leersituatie van een kind. In het geval dat meerdere hulpverleningsinstanties actief zijn in één gezin, wordt door dit signaleringssysteem een regievoerder van de gezamenlijke hulpverlening aangewezen. (Voor meer informatie zie: www.zorgvoorjeugd.nu) Een gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen Een meldcode voor signalering van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag Het gebruik van een methode voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling op alle scholen Een gestructureerd plan voor onderhoud van schoolgebouwen op het gebied van veiligheid Het stimuleren van het verkeersveiligheidslabel voor scholen. De scholen vullen deze INOS-brede activiteiten aan op een manier die past bij de eigen specifieke situatie. Daarbij is de Medezeggenschapsraad de gesprekspartner van de directie van de school. Op Kbs De Wisselaar is het veiligheidsbeleid ondergebracht (naast de directie) bij de werkgroep BHV, de kwaliteitskring SEO. Zij zorgen er voor dat alle afspraken m.b.t. de veiligheid nageleefd worden en dat het beleid bijgestuurd wordt, waar nodig. We werken op onze school met De Kanjer-methode, een methode voor sociaal emotionele ontwikkeling. De methode is voor ons de leidraad voor ons doen en handelen. Er is ook een mogelijkheid om deel te nemen aan een SOVA-training op school. Tevens is er een protocol sociale media en is er het pestprotocol (op te vragen bij de school).
6
2.6. Medicijnverstrekking en medisch handelen op school Leraren op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouder(s)/verzorger(s) om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. Een enkele keer wordt medisch handelen van leraren gevraagd zoals het geven van sondevoeding of het geven van een injectie. Dit zijn handelingen die vallen onder de wet BIG. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden. Leraren begeven zich dan op een terrein waarvoor zij niet gekwalificeerd zijn. Met het oog op de gezondheid van het kind is het van groot belang dat zij in dergelijke situaties zorgvuldig handelen. Zij moeten daarbij over de vereiste bekwaamheid beschikken. Leraren en schoolleiding kunnen voor medische handelingen aansprakelijk gesteld kunnen worden. Een leraar is niet deskundig genoeg om een juiste diagnose te stellen. De grootst mogelijke terughoudendheid is hier dan ook geboden. Uitgangspunt moet zijn dat een kind dat ziek is, naar huis moet. De schoolleiding zal, in geval van ziekte, altijd contact op moeten nemen met de ouders om te overleggen wat er dient te gebeuren. Wanneer een leraar inschat dat het kind met een eenvoudig middel geholpen kan worden, is het gewenst om eerst contact te zoeken met de ouders (het kind kan in het bijzijn van de leraar ook zelf bellen). Vraag daarna om toestemming aan de ouders om een bepaald middel te verstrekken. Het verstrekken van medicijnen op verzoek Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken B.V. pufjes voor astma, antibiotica, of zetpillen. Ouders kunnen aan schoolleiding en leerkracht vragen deze middelen te verstrekken. Schriftelijke toestemming van de ouders is hierbij noodzakelijk. Meestal gaat het niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Leg daarom schriftelijk vast om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en in welke hoeveelheden ze moeten worden toegediend en op welke wijze dat dient te geschieden. Leg verder de periode vast waarin de medicijnen moeten worden verstrekt. Ouders geven hierdoor duidelijk aan wat zij van de schoolleiding en de leraren verwachten opdat zij op hun beurt weer precies weten wat ze moeten doen en waar ze verantwoordelijk voor zijn. Wanneer het gaat om het verstrekken van medicijnen gedurende een lange periode moet regelmatig met ouders overlegd worden over de ziekte en het daarbij behorende medicijngebruik op school. Een goed moment om te overleggen is als ouders een nieuwe voorraad medicijnen komen brengen. Het bewaren van medicijnen op school moet tot een minimum worden beperkt. Het is verstandig hiervoor één persoon aan te wijzen die verantwoordelijk is voor het beheer. In uitzonderlijke gevallen zullen ouders aan schoolleiding en leraren vragen BIG - handelingen te verrichten. Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje. De school is hier zeer terughoudend in. Bij voorkeur worden deze handelingen door de Stichting Thuiszorg of door de ouders zelf op school verricht. In sommige gevallen kan er sprake zijn van een PGB (persoonsgebonden budget). In situaties waarbij twijfels zijn over de correcte procedures raadpleegt de school deskundigen zoals de schoolarts of de verpleegkundigen van het Speciaal Onderwijs.
7
3. Missie en Visie 3.1. Ontwikkeling naar Integraal Kind Centrum De Wisselaar wil een basisschool zijn waar kinderen, ouders en leerkrachten zich thuis voelen, want iedereen telt mee. Wij willen groeien naar een centrum waar mensen samenkomen en met elkaar omgaan en handelen vanuit wederzijds respect. Er heerst een sfeer van willen leren met, aan en van elkaar. Hier worden talenten ontdekt en ontwikkeld. Hier wordt het beste uit mensen gehaald, overeenkomstig hun mogelijkheden. Het leren binnen en buiten de school wordt meer met elkaar in verbinding gebracht om er voor te zorgen dat kinderen allerlei nieuwe vaardigheden ontwikkelen, bijvoorbeeld: computervaardigheid, overleggen en samenwerken, iets presenteren en uitleggen aan een ander. Deze vaardigheden zijn belangrijk om je staande te houden in de maatschappij van de toekomst. Daarom nodigen wij kinderen, ouders en medewerkers uit: Groei mee! Ze komen binnen in de knop, krijgen een goede voedingsbodem en tijd om te aarden. Ze worden met zorg omringd en zoveel mogelijk los gelaten om zelfstandig te groeien en te bloeien. Ze krijgen de hulp en ondersteuning die nodig is, zodat geen enkele bloem verwelkt. Ze krijgen voedsel en worden zo nodig bemest. Ze krijgen warmte en water en worden zo nodig uit de wind gehouden. Ze krijgen zonlicht, liefde en aandacht. Het tuinpersoneel houdt de ontwikkeling van de bloemen goed in de gaten en werkt samen met iedereen die aan het groeiproces kan bijdragen. Het resultaat is: “Een kleurrijk hof met een grote diversiteit aan bloemen.” De samenwerking met ‘t Kuikenhof (Kober) is sinds een aantal jaren hechter geworden. Dit samenwerkingsverband heeft de naam ‘De Wishof’ gekregen. De peuters en de kleuters doen regelmatig activiteiten samen, waarbij ook de ouders actief worden betrokken. We proberen onze werkwijzen op allerlei gebied steeds beter op elkaar af te stemmen. Er worden ook activiteiten na school georganiseerd waar de kinderen van de Wisselaar en de kinderen van de buitenschoolse opvang van Kober aan deel kunnen nemen. We breiden deze activiteiten de komende jaren steeds verder uit. We zijn er van overtuigd dat we met een intensieve samenwerking de ontwikkelingskansen van de kinderen kunnen vergroten!
3.2. Samen! Want op De Wisselaar telt iedereen mee Iedere school heeft als taak het geven van goed onderwijs. Dit is voor ons vanzelfsprekend. Maar er is meer. Kbs De Wisselaar wil vanuit katholieke normen en waarden, een school zijn, waar kwalitatief goed onderwijs, met een zo breed mogelijke zorg gegarandeerd wordt voor kinderen van 4 tot en met 13 jaar. We willen bewerkstelligen dat ieder kind, ongeacht afkomst, religie of niveau, zich in een prettige sfeer, optimaal kan ontwikkelen. Zorg, rust en respect zijn de pijlers waar we als team voor hebben gekozen. De kracht van De Wisselaar is samenwerking. Uitgangspunt is ervoor te zorgen dat onze kinderen zich een zelfstandige plaats kunnen verwerven in onze maatschappij. En daarom leren wij de kinderen vanaf het begin al op een leuke en speelse manier met elkaar om te gaan. Op de Wisselaar komen 8
kinderen samen met veel verschillende achtergronden en van daaruit krijgt ieder kind de aandacht en de hulp die het nodig heeft. Of dat nu op het gebied van de lesstof is of bij de persoonlijke ontwikkeling; het team van de Wisselaar staat klaar om de kinderen te begeleiden in een veilige en positieve omgeving op weg naar hun zelfstandigheid. Dit doen we met onze moderne lesmethoden, onderwijshulpmiddelen, maar vooral SAMEN. Samen met onze ouders en samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin en andere externe partners. Samen met mensen in de buurt die helpen om van onze wijk een fijne leefomgeving voor iedereen te maken. Samen met een betrokken team van medewerkers op de Wisselaar. Alles doen we vanuit zorg voor en hulp aan onze leerlingen, in rust en met respect voor elkaars ideeën en overtuigingen. Samen! Want op De Wisselaar telt iedereen mee! In het hiernavolgende kunt u lezen hoe we dit in de verschillende groepen vorm geven.
3.3. Ouderbetrokkenheid Om onderwijs en opvang goed af te stemmen op de kinderen en hen optimale kansen te bieden is het van groot belang dat ouders, school en kinderen samenwerken. Onze visie hierop luidt als volgt: Ouders, kinderen en de school zijn samen verantwoordelijk voor een klimaat waarin samenwerken en leren zo optimaal mogelijk verloopt. Kbs De Wisselaar volgt daarbij de ideeën die horen bij ouderbetrokkenheid 3.0. Dat betekent dat wij: Denken in oplossingen kansen, niet in problemen Werken aan een goede informatie uitwisseling: zowel informeel als formeel Ouders uitnodigen om samen activiteiten voor kinderen uit te voeren Ruimte en tijd faciliteren aan ouders voor diverse activiteiten door en met ouders om de kennis over onderwijs en andere maatschappelijke zaken te vergroten en te verbreden Wij zijn er van overtuigd dat wij het als school niet redden zonder de betrokkenheid en de hulp van de ouders. Wij vinden het als school belangrijk dat ouders meehelpen, meedenken en deelnemen in het onderwijs aan hun kind. Kinderen zijn hierbij de sleutel: al onze contacten over de ontwikkeling van het kind zijn in bijzijn van het kind. Zo wordt de informatieavond mede verzorgd door de kinderen en zijn de onderwijsleergesprekken een gesprek tussen ouders, leerkracht en kind. Ouderbijdrage Wij vragen ouders naast aandacht en zorg voor het kind op de school ook om een kleine financiële bijdrage. De hoogte hiervan wordt per jaar vastgesteld door de ouderraad in samenspraak met de medezeggenschapsraad./ Meer informatie hierover vind u in de informatiekalender.
9
4. Onderwijs Ons onderwijs is ontstaan vanuit een katholieke achtergrond. Hierin ligt onze grondslag verankerd dat wij respect hebben voor elke geloofsovertuiging. Daarom zijn er op onze school ook veel kinderen met een andere geloofsovertuiging. Wij hebben daar respect voor en wij verwachten ook van hen dat zij onze geloofsovertuiging respecteren. Alle kinderen op onze school doen mee aan alle projecten en vieringen. Samen werken we aan een goede, verdraagzame en begripvolle samenleving.
4.1. Inloop voor de kinderen ‘s Morgens gaan de schooldeuren om 8.20 uur open. De kinderen kunnen dan naar binnen komen en naar hun klas lopen. Ouders mogen twee keer per week mee naar binnen: even meekijken waar je kind aan werkt. De kinderen kunnen zelf kiezen of ze starten met een werkje wat zij nog hadden liggen van een vorige dag, kunnen een praatje maken met de leerkracht. De leerkracht legt ook materialen klaar waar leerlingen dan al aan kunnen beginnen.
4.2. Wat gebeurt er in de groepen? Met woorden in de weer! Wekelijks worden er in alle groepen een aantal woorden aangeleerd. Dit noemen we “Met woorden in de weer”. De gepresenteerde woorden worden in een spelvorm telkens weer herhaald; een mooie, leuke en gezellige vorm van uitbreiding van de woordenschat. Groep 1/2 In de groepen 1 / 2 werken de leerkrachten volgens de visie van Kaleidoscoop. Kinderen krijgen hier door middel van actief en spelend leren de leerstof aangeboden. Dat betekent dat ze veel leren door handelend bezig zijn (doen!) en zo de dingen ontdekken. Hiervoor is in de groepen veel materiaal aanwezig. Bij het actief leren is veel aandacht voor taalontwikkeling. Daarbij gebruiken we de methodes “Kleuterplein” en “Logo3000”. De activiteiten worden aangeboden in thema’s, zodat het de kinderen nog meer aanspreekt. Er is in elke groep 1/2 twee keer in de week een inloopochtend, zodat u een half uurtje met uw kind samen aan het werk kunt zijn en kunt zien hoe het onderwijs in groep 1-2 wordt vormgegeven. U bent hiervoor van harte welkom. Na de inloop worden de dagelijkse activiteiten vanuit de kring op gestart, waarbij de dagritme-kaarten en het planbord de kinderen een visuele ondersteuning geven hoe de dag verder wordt ingedeeld. Naast de groepsleerkracht is er een aantal dagdelen per week, ook een onderwijsassistent in de groep werkzaam. Samen met de groepsleerkracht draagt de onderwijsassistent zorg voor een goede gang van zaken en biedt zij de kinderen indien nodig extra ondersteuning aan. In overleg met de groepsleerkracht begeleidt zij ook kleine groepjes kinderen tijdens het speelwerken. In de groepen 1-2 wordt de nodige aandacht besteed aan muziek en drama waarbij regelmatig de ouders worden uitgenodigd voor een voorstelling. De groepen 1/2 hebben de beschikking over een eigen speelzaal binnen de school, waar vooral ’s ochtends bewegingsonderwijs wordt gegeven. Groep 3 In groep 3 staat het leren lezen centraal. Om de overgang van groep 1-2 naar groep 3 soepel te laten verlopen wordt in groep 3 met voor de leerlingen/kinderen met herkenbare werkvormen het onderwijs ingevuld. Na de inloop start de dag op in de kring en wordt d.m.v. de dagritme-kaarten de verdere opbouw van de dag besproken. Vanuit thema’s worden de letters en de taalactiviteiten aangeboden. Daarna gaan de kinderen in kleine groepjes aan het werk met verschillende activiteiten en materialen.
10
De groepsleerkracht en of de onderwijsassistente geven indien nodig verlengde instructie of begeleiding. Aan een vaste groepstafel lezen alle kinderen een aantal keren per week met elkaar en de groepsleerkracht/onderwijsassistente stukjes tekst uit het leesboek. Op het planbord staan de opdrachten waarbij er voor de betere lezers extra leerstof wordt aangegeven. Tijdens het zelfstandig verwerken van de opdrachten worden de kinderen uitgenodigd om aan de computer/laptop met aanvullend educatieve software van de leesmethode te werken. Naast het leren lezen komen woordenschat, begrijpend luisteren, stellen en wereldoriëntatie ook aanbod. De opbouw van de taal-leesmethode Lijn 3 geeft de groepsleerkracht de mogelijkheid om bovengenoemde taalvaardigheden en wereldoriëntatie dagelijks/wekelijks tijdens een leesles aan te bieden. De opbouw en uitvoering van een rekenles verloopt nagenoeg hetzelfde. Na een klassikale instructie gaan de kinderen zelfstandig aan het werk in kleine groepjes en indien nodig wordt verlengde instructie en begeleiding op maat gegeven. Na het eerste gedeelte van het schooljaar worden de kinderen uitgenodigd om zelf een aantal van de gemaakte opdrachten na te kijken. Zo worden de kinderen aangesproken om verantwoordelijkheid te nemen voor het gemaakte werk. Groep 4 Nadat de leerlingen in groep 3 hebben leren lezen, is het in groep 4 belangrijk om het leestempo te verhogen en moeilijkere woorden te lezen. Er moeten veel leeskilometers worden gemaakt! Wanneer kinderen het lezen goed onder de knie hebben, is er ruimte voor leesplezier en begrijpend lezen. Als je vlot kunt lezen, begrijp je beter wat er staat en kun je de opdrachten zelfstandiger maken. Met rekenen wordt er tot de honderd gerekend. Daarom is het belangrijk dat het automatiseren tot de tien al beheerst wordt voordat de kinderen in groep 4 komen. Er is veel aandacht voor strategieën als aanvullen tot het tiental. Als hoofdbewerking komt het vermenigvuldigen erbij. Ook het klokkijken en geld-rekenen komt veelvuldig aan bod. Met taal ligt het accent op woordenschat en taal verkennen. Met taal verkennen wordt onder andere bedoeld: teksten schrijven, gesprekken voeren, het leren van woordsoorten, het alfabet, gebruiken van meervoud. Met spelling wordt onder andere de eind-d en de open en gesloten lettergreep behandeld. Met lezen en rekenen wordt in drie niveaugroepen gewerkt. Met taal, spelling en begrijpend lezen wordt ernaar gestreefd dat ook zoveel mogelijk te doen. Als wereld oriënterende vakken worden verkeer en natuuronderwijs gegeven. Er is ook veel ruimte voor expressie zoals tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Groep 5 Elke ochtend mogen de kinderen tijdens de inloop zelf bepalen waar ze aan gaan werken. Hiervoor gebruiken ze een planning van zelfstandig werken waarop de taken van die week staan. De taken bestaan uit allerlei oefenwerk. Een deel van de taken bestaat ook uit het werken met de methodesoftware op de computers en laptops in de klas. Hiervoor gebruiken de kinderen een computerkaart, zodat iedereen aan de beurt komt. Na de inloop start de dag met een kort gesprek of een lesje Trefwoord (levensbeschouwing). De ochtend bestaat verder voor het grootste deel uit de rekenles. De kinderen worden aan het begin van het jaar in drie groepen gedeeld en krijgen op die manier rekenles op hun eigen niveau en tempo. Daarnaast hebben de kinderen de zelfstandige weektaak van rekenen. Belangrijke onderwerpen die de kinderen in groep 5 leren zijn: tafels, deelsommen, optellen en aftrekken over het honderdtal en verder nog meten (cm, km, gram, kg), tijd (de analoge en digitale klok) en geld (hoeveel krijg je terug?). De rest van de ochtend wordt er veel tijd besteed aan taal, spelling en lezen. De lesopbouw is meestal hetzelfde. Eerst wordt een korte instructie gegeven waarin het doel van de les duidelijk wordt, daarna volgt een oefenopdracht of woorddictee. Aansluitend gaan de kinderen op hun eigen niveau aan het werk en geeft de leerkracht aan de instructietafel verlengde instructie. Bij taal leren 11
de kinderen bijvoorbeeld over het zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord en bij spelling leren ze het schrijven van heel veel moeilijke woorden. In groep 5 doen we heel veel aan woordenschat. De themawoorden hangen in woordclusters aan de woordmuur en worden elke dag herhaald door middel van een korte spelletje. De kinderen krijgen bij elk nieuw thema de themawoorden mee naar huis, zodat ze deze ook thuis goed kunnen oefenen. Om het leesplezier van de kinderen extra te bevorderen gaan we iedere week (heel de school) naar de Bieb Op School (BOS) en 2x per jaar hebben de kinderen een boekbespreking. In de middag komen de zaakvakken en creatieve vakken aan bod. De zaakvakken zijn aardrijkskunde, topografie, geschiedenis, natuur & techniek en verkeer. Van de zaakvakken krijgen de kinderen ook proefwerken waar ze thuis voor moeten leren. De creatieve vakken zijn handvaardigheid, tekenen, drama en muziek. Bij muziek werken we met de methode 123 Zing. De kinderen hebben een eigen inlogcode, zodat ze de liedjes ook thuis kunnen oefenen. Tot slot besteden we in groep 5 heel erg veel aandacht aan Kanjertraining. De kinderen maken dit jaar kennis met Mister Peanut, een onhandige zwerver die niet zo goed weet hoe hij zich moet gedragen. Aan de hand van dit verhaal, gesprekken en Kanjeropdrachten leren de kinderen hoe ze als Kanjers met elkaar om kunnen gaan! Groep 6 Net als in de voorgaande jaren werken we bij de vakken rekenen, taal en technisch lezen op 3 niveaus. De ene leerling heeft nu eenmaal minder instructie nodig dan een andere leerling. Zo proberen we ons zoveel mogelijk aan te passen aan de behoeftes van onze leerlingen. Naast rekenen, taal en lezen hebben we ook elke dag wereld oriënterende vakken op het programma staan. Zo zijn we bezig met de geschiedenis van Nederland, Aardrijkskunde, Verkeer en Natuniek. Naast de leervakken doen we ook iedere week 2 uur aan expressie. Tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. We proberen te lessen zoveel mogelijk met elkaar te combineren. Wat is er nu leuker dan een eigen rap maken? In die rap proberen we zoveel mogelijk woorden te gebruiken die we moeten leren die periode. Zo combineren we muziek met woordenschat. Iedere week maken de kinderen een proefwerk. Dit is altijd op een vaste dag in de week. Minimaal een week van te voren krijgen ze hier de papieren voor mee naar huis. Wanneer wij het nodig vinden kan u kind ook huiswerk mee naar huis krijgen. Dit altijd in overleg met u als ouders. Naast de bekende boekbespreking moeten de kinderen ook een spreekbeurt houden. Ze vertellen ons dan van alles over een onderwerp. Hierbij mogen ze gebruik maken van alle digitale middelen. Wat dacht u van een prezi of een power point presentatie!? Ook nieuw in groep 6 is het maken van een werkstuk. De kinderen moeten die thuis zelf maken. Natuurlijk krijgen ze daar wel alle nodige aanwijzingen voor en hulp. Groep 7 In groep 7 wordt er meer (dan in de voorgaande groepen) van de kinderen verwacht en verlangd. Het is een druk programma met veel nieuwe leerstof. Van de kinderen wordt een nog grotere zelfstandigheid gevraagd en ze leren nog meer hoe ze taken kunnen plannen o.a. met behulp van een agenda. Samenwerken wordt erg gestimuleerd. Een dag in groep 7 ziet er als volgt uit; kinderen komen binnen en mogen zelf bepalen waar ze aan gaan werken. Op het bord staat wat er die week aan (zaak)vakken af moet zijn. Ook kunnen ze aan hun weektaak van rekenen werken of aan de computer oefenen met oefensoftware van spelling, rekenen of woordenschat. Kinderen die hulp van de leerkracht nodig hebben, kunnen daar nu ook voor kiezen. In de ochtend wordt er veel tijd besteed aan rekenen, taal, spelling, woordenschat en lezen. Op woordenschat na wordt voor de overige vakken eerst kort instructie gegeven waarna de kinderen op eigen niveau aan het werk kunnen. Indien nodig krijgen kinderen verlengde instructie aan de instructietafel. Ook nu wordt het samenwerken gestimuleerd en moeten alle kinderen een keer
12
geoefend hebben met de oefensoftware. In de middag staan de zaakvakken en creatieve vakken op het programma. In het lesprogramma hoort ook wekelijks huiswerk, het maken van twee werkstukken per jaar en het houden van een boekbespreking en een spreekbeurt. Ook krijgen ze iedere week een proefwerk. Het verkeersexamen zowel theoretisch als praktisch behoort ook tot het programma en wordt er naar de Entreetoets toegewerkt. Het resultaat hiervan wordt besproken in een gesprek met ouders en kind. Het definitief advies volgt in groep 8. Groep 8 In groep 8 staat de overgang naar het voortgezet onderwijs (V.O.) centraal. Het is het laatste jaar op de basisschool. De vakken zijn hetzelfde als in groep 7. Het niveauverschil tussen de leerlingen worden alleen maar groter en zullen steeds beter ondervangen worden met gedifferentieerd werken. Bij dit laatste zijn ict-middelen onontbeerlijk. Er wordt steeds meer op de laptop verwerkt waardoor ieder kind op zijn/haar eigen niveau kan werken. Er wordt dus van het ene kind ook meer werk verwacht als van het andere kind. Het uitstroomniveau is immers ook divers. Bij het huiswerk proberen we al toe te werken naar een situatie zoals die in het volgende jaar op het VO ook is. Er wordt 2 keer per week maakwerk gegeven. Daarbij wisselen de afspraken over inleveren en wordt van verschillende vakken werk meegegeven. Een zeer belangrijk onderdeel blijft sociaal emotionele vorming. We proberen onze kinderen natuurlijk als echte Kanjers op het V.O. af te leveren. De voorbereiding naar het V.O. gaat via vele schijven. Informatieavonden, open dagen, adviesgesprekken, onafhankelijke toetsen en uiteindelijk het definitieve advies en de uiteindelijke keuze. Elk kind krijgt een onderwijskundig rapport mee voor de nieuwe school. Het advies wordt bepaald door leerkracht in samenwerking met directie, IB en leerkrachten groep 7 en 8. Daarbij wordt niet alleen naar de capaciteiten gekeken op leergebied maar zeker ook naar werkhouding met werk op school maar ook het huiswerk. In groep 8 is er natuurlijk ook een belangrijke rol weggelegd voor het schoolkamp van 4 dagen (in de periode mei/juni). Ook gaan de kinderen in de 2e helft van het school jaar hun jeugd EHBO diploma halen. In de laatste maanden na het schoolkamp staat vooral de afscheidsavond met de musical centraal. Samen oefenen, zingen, dansen, toneelspelen en decor maken om te komen tot een avond die nooit meer vergeten wordt. Huiswerk Tot en met groep 6 kan het gebeuren dat uw kind af en toe oefenwerk mee naar huis krijgt (in overleg met ouders). Leerhuiswerk (voor proefwerken) wordt vanaf groep 6 opgegeven. Vanaf groep 7 krijgen de kinderen regelmatig huiswerkopdrachten. Denk hierbij aan rekenen, taal en/of (werkwoord)spelling. Daardoor leren de kinderen verantwoordelijkheid te dragen voor hun werk. De bedoeling van deze taken is: het inoefenen van de stof, het leren van proefwerken en het zelf plannen van hun werk. Door regelmatig huiswerk mee te krijgen worden de kinderen voorbereid op het huiswerk maken op het voortgezet onderwijs. Voor u, als ouders, is het bovendien prettig om te zien waar de kinderen op school mee bezig zijn. Door de kinderen thuis bij het huiswerk te ondersteunen, krijgt u ook een goed beeld van de ontwikkeling van uw kind en zijn/haar leerstijlen. Gymnastiek De gymlessen vinden voor de groepen 3 t/m 8 plaats in de sportzaal naast de school. Op donderdag worden deze lessen door een vakleerkracht gegeven.
13
4.3. Computers, tablets telefoons Er wordt gebruik gemaakt van allerlei materialen. Computers, tablets en telefoontjes horen daar ook bij (social media). Voor de hogere groepen (5 t/m 8) hebben we een protocol sociale media opgesteld, waar we duidelijke afspraken maken met de kinderen wat wel en niet mag op school. Dit protocol wordt jaarlijks besproken en meegegeven met een handtekening van de leerling. Alle computers zijn aangesloten op een netwerk “deklas.nu”. Hierbij hebben alle kinderen hun eigen werkplek op de computer, zodat we de programma’s en de mogelijkheden aan kunnen passen aan de leerlingen. Computers worden binnen het lesprogramma ingezet voor extra oefening van leerstof, maar kunnen ook voor verdieping van de leerstof dienen. De programma’s die op dit moment gebruikt worden zijn allemaal ter ondersteuning van het les– en leerproces en om de ontwikkeling en de vorderingen van de kinderen te volgen.
4.4. Grenzeloos leren Binnen INOS loopt het programma Grenzeloos Leren. Passend onderwijs vraagt om een andere inzet van middelen en personeel. ICT helpt ons meer te differentiëren, leerlingen meer op eigen tempo en niveau te laten werken. Het helpt ons ook efficiënter ons werk te laten doen. Grenzeloos Leren gaat over het faciliteren, uitproberen en onderzoeken van mogelijkheden. Met Grenzeloos Leren hebben we het over: leerlingen die willen blijven leren het bieden van passende ondersteuning waar nodig het stimuleren van een brede ontwikkeling van leerlingen het geven van verantwoordelijkheid aan leerlingen over hun eigen leren het weghalen van de grens tussen leren thuis en leren op school het weghalen van de grenzen die we soms ervaren door de onderwijsmethodes die we gekozen hebben Het weghalen van de grenzen tussen jaarklassen en –groepen of soms ook letterlijk tussen klaslokalen het anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij INOS vanuit haar visie bewuste keuzes maakt op het gebied van ICT, sociale media, wetenschap en techniek en andere onderwijsinnovaties. Grenzeloos Leren staat voor een onderwijsproces, waarbij leerlingen (inter)actief construerend, sociaal en reflecterend leren. Hiermee verandert zowel de rol van de leerling als de rol van de leerkracht. De rol van de leerling verschuift van die van ‘kennisconsument’ naar die van ‘kennisproducent’. Dat heeft consequenties voor het leerproces van de leerlingen. De rol van de leerkracht wisselt tussen die van ‘instructiegever’ naar ‘begeleider’ en ‘coach’ van leerlingen die hun leerproces vormgeven. De leerkracht gaat samen met de leerlingen op ontdekkingstocht. Hierbij is het belangrijk dat er een onderlinge relatie van vertrouwen is, er aandacht voor de interesses en aspiraties van leerlingen is, en er ruimte is voor ‘leren leren’ en leren van elkaar. Er is een veel bredere kijk op invulling van leven en werk op wat de kinderen van nu straks moeten en willen kunnen. Op de Wisselaar onderzoeken we hoe we vorm geven aan de 21th century skills. Dit zijn vaardigheden waarvan wij weten dat de kinderen van nu ze in hun volwassen leven nodig zullen hebben. De 21ste eeuwse vaardigheden zijn (bron: www. Kennisnet.nl): Samenwerken Sociale en culturele vaardigheden Probleem oplossend vermogen Ict-geletterdheid Communiceren Kritisch denken Creativiteit 14
In het onderwijs op Kbs De Wisselaar wordt aan al deze vaardigheden al in meer of meerdere mate aandacht gegeven. De slag die het team in de jaren naar 2017 wil maken is om de vakgerichte inhoud van ons programma om te zetten naar een meer vaardigheidsgerichte aanpak.
4.5. Zelfstandig werken Zelfstandig werken is een werkvorm die op onze school wordt toegepast. Er wordt op dit moment in alle groepen op deze manier gewerkt. Met behulp van het gebruik van dagritmekaarten (schema’s) leren de kinderen, onder begeleiding, hun werk aan te pakken en te plannen. Ze leren verantwoordelijkheid te dragen voor hun taak. De leerkracht is daarbij begeleider en krijgt nu ook de tijd om kinderen, die dat nodig hebben, extra te helpen aan de instructietafel. De kinderen worden minder afhankelijk van de leerkracht.
4.6. Sociaal emotionele ontwikkeling / Kanjer! Sociaal emotionele ontwikkeling vinden wij erg belangrijk. Omgaan met anderen is soms erg moeilijk en dit moeten kinderen aangeleerd krijgen. Kinderen hebben veel positieve ervaringen nodig in het omgaan met elkaar. Wij werken op onze school met de “Kanjertraining”. Tijdens deze kanjerlessen leren kinderen hoe je met een ander hoort om te gaan en doen ze spelenderwijs ervaring op in verschillende situaties. Dit gebeurt aan de hand van 4 typetjes met bijbehorende gedragingen. Dat zijn : “de pestvogel”, met het zwarte petje, “de aap” die grapjes maakt en anderen uitlacht, met het rode petje, “het bange konijntje” met het gele petje en “de kanjertijger” met het witte petje. We maken de kinderen bewust van hun eigen positieve of negatieve gedrag en het effect daarvan op de ander. Zij leren dat ze ervoor kunnen kiezen zich te gedragen als een echte kanjer. Wij vinden het contact met ouders hierin erg belangrijk. U zult dan ook regelmatig iets horen over de kanjerlessen en over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw zoon of dochter . In ieder geval wordt u uitgenodigd om een aantal keren de zogeheten ouderlessen bij te wonen in de klas. Verder gebruiken we het leerlingvolgsysteem “ZIEN”, vanaf groep 3 t/m 8. Dit is een observatiesysteem om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de gaten te houden. Zo zien we snel of alles goed gaat met de kinderen, of ze zich veilig en vertrouwd voelen op school en of ze lekker in hun vel zitten. Ook pestgedrag is zo makkelijker op te sporen en aan te pakken. Mocht een kind veel moeite hebben in de omgang met andere kinderen of volwassenen, dan is er een mogelijkheid om deel te nemen aan een SOVA-training op school. Deze training bestaat uit 10 lessen waarin verschillende onderwerpen rondom het omgaan met elkaar aan bod komen. De training wordt in een klein groepje onder schooltijd gegeven. U wordt hiervoor door de groepsleerkracht benaderd, maar u kunt ook zelf aangeven dat u interesse hebt in een SOVA-training voor uw kind.
4.7. Actief burgerschap en integratie Burgerschapsvorming brengt onze leerlingen basiskennis, vaardigheden en de houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Er staan drie domeinen centraal: Democratie: kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden Participatie: kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen Identiteit: verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar?
15
De vorming van goede burgers is een kerntaak van onze school. Ons programma heeft in het aanbod voldoende aanknopingspunten en voldoende tijd en aandacht voor dit thema. Vooral in ons programma sociaal-emotionele vorming besteden wij expliciet aandacht aan vaardigheden als: samen regels afspreken en handhaven elkaar respectvol aanspreken goed kunnen omgaan met kritiek conflicten oplossen. In de bovenbouw tijdens de taallessen en wereldoriëntatie leren de kinderen over onze staatsvorm, de grondrechten van alle burgers en wat dat betekent voor ons gedrag. Binnen ons aanbod levensbeschouwelijke vorming hebben we gekozen voor “Trefwoord” , waarbij we samen nadenken over facetten van actief burgerschap en integratie. In de bovenbouw besteden wij aandacht aan aspecten van een pluriforme / multiculturele samenleving. Wij brengen hierbij onze leerlingen in aanraking met andere religieuze opvattingen. Dit is ook noodzakelijk, omdat maar een beperkt aantal van onze leerlingen de rooms-katholieke traditie uitdraagt. Onze leerlingen komen uit allerlei culturele tradities en verschillende religies.
16
5. Aanmelden op Kbs De Wisselaar Als u belangstelling heeft voor onze school, bent u van harte welkom. U kunt daarvoor een afspraak maken met één van onze teamcoördinatoren mevr. Saar Verlegh voor de onderbouw of mevr. Doriene van der Pluijm voor de bovenbouw. In een informatief gesprek krijgt u informatie over Kbs De Wisselaar en is er natuurlijk alle gelegenheid om vragen te stellen. Als u kiest voor Kbs De Wisselaar start de aanmeldingsprocedure.
5.1. Aanmeldingsprocedure / toelating Het bestuur van onze school heeft de zorgplicht om voor aangemelde leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijk onderwijsaanbod te doen. Dit betekent dat zo gauw wij een aanmeldformulier ontvangen, wij een zo passend mogelijk aanbod moeten doen. Dat doen wij natuurlijk het liefst op deze school! Indien wij een leerling die extra ondersteuning nodig heeft weigeren, hebben wij de plicht ervoor te zorgen dat deze leerling op een andere school terecht kan. Er moet een plek gevonden worden op een school waar de leerling ook daadwerkelijk geplaatst kan worden. Inde praktijk betekent het dat nadat u heeft gekozen voor onze school het aan ons is om na te gaan of de school voldoet aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind. Normaal gesproken hoort u met enkele dagen of uw kind wordt aangenomen. Als er twijfel ontstaat of de Wisselaar de beste plek is voor uw kind nemen wij maximaal 6 weken tijd om een besluit te nemen omtrent uw aanmelding. Deze termijn mag wettelijk verlengd worden met 4 weken. Wanneer de termijn wordt verlengd dan wordt u kind wel op onze school geplaatst.
5.2. De opvang van nieuwe leerlingen in de school Als uw kind aangemeld is mag uw kind 10 dagdelen komen wennen aan de nieuwe groep; dit geldt alleen voor de 4-jarigen. Afspraken hierover worden in overleg met de toekomstige leerkracht gemaakt. Het kind maakt dan kennis met de school, de leerkracht en de klasgenootjes. Als uw kind een aantal weken op school zit zal de nieuwe leerkracht ook een kennismakingsgesprek met u voeren (thuisbezoek). Dit zal vooral gaan over de dagelijkse gang van zaken bij ons op school en de voorschoolse ontwikkeling van uw kind. Indien de leerling van de peuterspeelzaal komt neemt de leerkracht contact op met de leiding daarvan. Kbs De Wisselaar onderhoudt contacten met alle nabij gelegen peuterspeelzalen.
5.3. Als uw kind al op een basisschool heeft gezeten Wanneer een kind wordt aangemeld dat al op een andere basisschool zit, wordt er voorafgaande aan de aanname door de intern begeleider contact opgenomen met de school van herkomst en zullen we handelen conform het advies van de vorige school. Met de ouders worden, indien van toepassing, wel afspraken gemaakt over het vervolg van de procedure. Als een leerling al een verwijzing voor speciaal onderwijs heeft, met een advies van de basisschool van herkomst om de leerling in het SO of SBO te plaatsen, dan wordt de leerling niet aangenomen. De leerling die is aangenomen krijgt een startplaatsing in de groep n.a.v. het advies van de verlatende school. De definitieve plaatsing van de leerling zal na twee weken gebeuren op grond van: Instroomtoetsing (indien noodzakelijk) leeftijd advies vorige school gesprek met de ouders De leerkracht van de groep is vanaf de plaatsing van uw kind uw contactpersoon.
17
5.4. Route richting het voortgezet onderwijs Kinderen van groep 7 zijn welkom op de open dagen van scholen voor voortgezet onderwijs. Wij raden u dan ook van harte aan om deze open dagen te bezoeken. Zo krijgt uw kind en uzelf een goed beeld van de mogelijkheden die het voorgezet onderwijs in Breda te bieden heeft.. Aan het eind van groep 7 wordt de Cito-Entreetoets afgenomen. De uitslag van die toets en alle andere resultaten van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden door de leerkrachten van de groepen 7 en 8, de intern begeleider bovenbouw, de teamcoördinator en de directeur besproken en leiden tot een voorlopig advies richting het voortgezet onderwijs. Dit advies en de uitslag van de Cito-Entreetoets wordt met de ouders en/of verzorgers en het kind doorgenomen. In groep 8 volgt in november een informatieavond. U krijgt dan informatie over het traject richting voortgezet onderwijs. In januari-februari komt de leerkracht van groep 8 tot een definitief advies. Ook dit advies wordt intern besproken. Na de open dagen, maar voor de aanmeldingsdatum volgt het adviesgesprek met ouders en/of verzorgers en het kind. Wilt u nog meer informatie, dan kunt u altijd bij de leerkracht terecht, na schooltijd op afspraak; liever niet tussen de middag.
5.5. Schorsing en verwijdering Sinds 1 augustus 2014 zijn er nieuwe regels over toelating, schorsing en verwijdering. Volgens de wet Passend Onderwijs geldt nu het volgende: Schorsing Schorsing was tot 1 augustus 2014 niet wettelijk geregeld. Sinds 1 augustus gelden dezelfde regels als in het voortgezet onderwijs. Het bestuur kan, met opgave van redenen, een leerling voor een periode van ten hoogste één week kan schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. Indien sprake is van een schorsing voor een periode van langer dan één dag, brengt het bestuur de onderwijsinspectie hiervan schriftelijk en met opgave van redenen op de hoogte. Verwijdering Definitieve verwijdering van een leerling kan alleen wanneer het bestuur ervoor heeft gezorgd dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. De inspanningsverplichting om 8 weken naar een andere school te zoeken voordat besloten wordt te verwijderen, is komen te vervallen. Nieuw is ook hier de resultaatsverplichting om een andere school te vinden, voordat een leerling verwijderd kan worden. Geschillencommissie passend onderwijs Aan deze commissie kunnen ouders geschillen voorleggen over de weigering tot toelating van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, de vaststelling of wijziging van het ontwikkelingsperspectief en de verwijdering van elke leerling.
18
6. Het schoolondersteuningsprofiel Kbs De Wisselaar heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een schoolondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De schoolondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van het aantonen van de dekking van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen dat zij nodig hebben. Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: een korte typering van onze school de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen. de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school) de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Op de website www.scholenopdekaart.nl kunt u het schoolondersteuningsprofiel inzien.
6.1. Korte typering van onze school Op de wisselaar staan wij voor: We willen bewerkstelligen dat ieder kind, ongeacht afkomst, religie of niveau, zich in een prettige sfeer, optimaal kan ontwikkelen. Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan, want als ze het fijn hebben, gaat het leren vanzelf. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat op prijs, evenals rust, orde en regelmaat. Juist door elkaar positief te waarderen en de nadruk hierop te leggen, proberen we dit te realiseren. Bovenstaande doen wij vanuit een katholieke achtergrond. Hierin ligt de grondslag verankerd dat wij respect hebben voor andere geloofsovertuigingen. De kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop de kinderen kunnen rekenen. De deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt, binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school. De voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden.
6.2. De kwaliteit van onze basisondersteuning Onderwijs Wij zijn positief over onze onderwijskwaliteit. Wij bieden een veilige leeromgeving voor onze kinderen. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra ondersteuning. Elk kind is anders, behoeft een andere aanpak. Wij hebben ons in de afgelopen jaren geschoold in het differentiëren van onderwijsaanbod, zowel op het gebied van aanbod, tijd en instructie. Wij analyseren de resultaten van onze leerlingen regelmatig met onze interne begeleiders. Het gaat daarbij niet alleen om de leerresultaten, maar ook over het welbevinden van de leerling. Op basis van de analyses worden groepsplannen aangepast. Ons beleid is er op gericht ouders actief te betrekken in het onderwijsproces. Daar willen we de komende jaren nog meer energie in steken. 19
Begeleiding De overdracht binnen onze school, tussen de leerjaren, is goed op orde, net als de overdracht naar de volgende school. Hierover zijn duidelijke procedures vastgelegd. Wij vinden goede contacten met RTs erg belangrijk en zien ouders als partner. Op onze school werken heel deskundige leerkrachten: veel collega’s hebben opleidingen na hun lerarenopleiding genoten; er wordt veel tijd en energie in nascholing gestoken. Beleid Onze procedures zijn vastgelegd en wij weten onze middelen effectief in te zetten. Er is een heldere visie op leerlingenzorg. Jaarlijks evalueren wij onze ondersteuning aan de kinderen en stellen, indien nodig, verbeterpunten op. Organisatie Ook over het domein organisatie van onze ondersteuning zijn wij tevreden?!. Wij zijn een platte organisatie, niet al te grote school en daardoor zijn de lijnen kort. Dit voorkomt veel bureaucratie. Het zorgteam is een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Onze interne begeleider is verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomsten en is tevens voorzitter van het zorgteam.
6.3. Beschikbare deskundigheid Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school (intern) over specifieke deskundigheid. Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen van buiten (externe deskundigheid). Wij hebben specifieke deskundigheid in huis (interne) op het gebied van gedragsproblematiek. Wij zijn tevreden over onze begeleiding van leerlingen en ouders met taalachterstand; de goede samenwerking met de voorschool maakt dat we onze leerlingen al van jongs af aan extra taalaanbod kunnen geven. Daarnaast is er één collega actief in het geven van lessen Nederlandse taal aan ouders (Logo3000). Binnen onze stichting wordt kennis en ervaring goed gedeeld of is bij elkaar te halen, over bijvoorbeeld dyscalculie of hoogbegaafdheid. Extern maken wij gebruik van de expertise van het speciaal onderwijs. Aan de hand van adviezen van ambulant begeleiders zetten wij zelf personeel in voor leerlingen met een zogeheten “rugzak”. De CJG-er (Centrum Jeugd en Gezin) is van grote waarde in het zorgteam.
6.4. Ondersteuningsvoorzieningen Onze school heeft een schakelklas (subsidie gemeente) voor kinderen in de groepen 4, 5 en 6. In de schakelklas wordt taalonderwijs verstrekt en gecombineerd met expressievakken. Wekelijks wordt er een huiswerkklas georganiseerd (na school) door 2 leerkrachten van de bovenbouwgroepen.
6.5. Ontwikkelagenda Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten. Voor het verbeteren van onze kwaliteit van de basisondersteuning gaan wij ons verder bekwamen in het werken met groepsplannen. Dat doen we nu al bij fonemisch bewustzijn, technisch lezen en rekenen. De komende jaren ook voor begrijpend lezen. Er is voldoende expertise binnen ons eigen team. Het meer verdelen van deze deskundigheden is een aandachtspunt voor onze school. Alleen dan kunnen wij de komende jaren alle kinderen uit onze wijk onderwijs bieden van hoogstaande kwaliteit. Blijkt dat een kind problemen heeft met een bepaald onderdeel, dan wordt in samenspraak met een specifiek daartoe belaste leerkracht (Intern Begeleider) een programma opgesteld. Dit kan verwerkt worden in de eigen groep, met behulp van speciaal daarvoor aangeschafte materialen. Als het kind echt niet geholpen kan worden op onze school, zoeken we hulp bij deskundigen. 20
7. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen Om de ontwikkelingen van de kinderen te volgen, maken we gebruik van: eigen waarnemingen; Het Kijk registratiemodel (groep 1-2) toetsen o.a. CITO toetsen leerling- en onderwijs volgsysteem (groep 3 t/m 8) Zien, registratiemodel sociaal-emotionele ontwikkeling (groep 3 t/m 8) Vanaf groep 3 noteert de leerkracht uitslagen die bij de methodes horen in de digitale leerlingenregistratie. Uitslagen van niet-methode gebonden toetsen, zoals Cito-toetsen worden voor elke leerling centraal bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem “ParnasSys”.
7.1. Rapportage aan de ouders Onderwijsleergesprekken Een onderwijsleergesprek is een gesprek tussen leerkracht, ouders en leerling. Wij willen graag samen met u en uw kind kijken wat het beste is voor uw kind, en dat is voor ieder kind anders. Uw ervaringen, wensen en verwachtingen, en die van uw zoon/dochter, zijn van groot belang om samen tot goed onderwijs te komen voor uw kind. We bespreken wat uw kind wil leren en wat wij samen kunnen doen om optimale onderwijskansen te creëren. In de groepen 1 en 2 krijgt u 3 maal per jaar een gesprek met de leerkracht: een kennismakingsgesprek in september en vervolgens nog een onderwijsleergesprek (OLG) in januari en juni. Om deze ontwikkeling goed te kunnen volgen gebruiken wij het registratiesysteem van Kijk voor alle kinderen van groep 1 en 2. Dit systeem volgt de ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden. De kinderen van de groepen 1 / 2 krijgen een verslag mee naar huis. Ook in de groepen 3 t/m 8 worden drie gesprekken gevoerd: een kennismakingsgesprek in september en twee onderwijsleergesprekken (OLG) later in het jaar, als de kinderen hun rapport krijgen. Alle gesprekken zijn samen met uw kind. Natuurlijk is het zo dat buiten de geplande tijden zowel leerkrachten als ouders altijd een afspraak kunnen maken voor onderling overleg. Dossiervorming Alle gegevens die van belang zijn worden in door de school bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. We gebruiken daarvoor het programma Parnassys. Alle informatie gaat met de kinderen mee naar de volgende groep / leerkracht. U heeft recht op inzage in het dossier van uw kind. Gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. Volgens de wet is de school verplicht te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, voogden of verzorgers. Deze verplichting blijft na (echt)scheiding bestaan en geldt ook voor de informatieverstrekking aan de ouder zonder ouderlijk gezag. Ook wanneer de ouders nooit gehuwd zijn geweest of als er geen omgangsregeling is, hebben ouders hier recht op. Beide ouders zijn gezamenlijk welkom bij de ouderavonden en bij oudergesprekken. In overleg met de directeur kan daarvan worden afgeweken. Als ouder kunt u het beste zo snel mogelijk contact
21
opnemen met de school om afspraken te maken over de informatieverstrekking indien u geen informatie en uitnodigingen vanuit school ontvangt. Verdere informatie vindt u in het protocol dat via de administratie van de school te verkrijgen is.
7.2. Resultaten van ons onderwijs Op de Wisselaar beschrijven wij twee keer per jaar onze resultaten met het INOS-brede systeem ‘Leren van data’. Daarmee brengen we de ontwikkeling van het kind in beeld. Centraal staat de vraag: “Wanneer kun je als school zeggen dat je het goed doet?” In ons werken en omgaan met de kinderen gaan we uit van een katholieke levensovertuiging. Ieder mens is uniek, met eigen talenten en mogelijkheden. Ons onderwijs is er vooral op gericht, deze talenten te ontwikkelen. Goed onderwijs is dus onderwijs dat kinderen de kans geeft zich evenwichtig te ontwikkelen. Om de individuele ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van een leerling-volg-systeem. Observaties in de klas en tussentijdse toetsen en instrumenten worden gebruikt om de ontwikkeling van ieder kind te volgen. We richten ons vooral op de voortgang met lezen, woordenschat, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Ook wordt nauwlettend gevolgd hoe een kind zich sociaal- emotioneel ontwikkelt. Extra zorg wordt besteed aan kinderen die dat nodig hebben. De school heeft als taak kinderen voor te bereiden op het leven in een maatschappij die hoge eisen aan ons stelt. Daarom doen wij ons uiterste best alle leerlingen de benodigde basis bij te brengen. We blijven kritisch op ons werk en zijn voortdurend bezig met vernieuwing en verfijning. Op de website scholenopdekaart.nl kunt u terugvinden wat de uitstroom van de Wisselaar is (niveau gemiddeld van leerlingen groep 8, gemeten met eindtoets CITO).
22
8. Wanneer er zorgen zijn over uw kind 8.1. Zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften We vinden het onze taak om de kinderen zo lang mogelijk, op een verantwoorde manier, binnen de basisschool te begeleiden met de middelen die we daarvoor hebben. Daarom wordt er in de groep zelf altijd aandacht besteed aan de zwakkere maar ook aan de betere prestaties van leerlingen, zodat zij op hun eigen niveau uitgedaagd blijven én presteren. Blijkt dat een kind problemen heeft met een bepaald onderdeel, dan wordt in samenspraak met een specifiek daartoe belaste leerkracht (Intern Begeleider) een programma opgesteld. Dit kan verwerkt worden in de eigen groep, met behulp van speciaal daarvoor aangeschafte materialen. Als het kind echt niet geholpen kan worden op onze school, zoeken we hulp bij deskundigen. 8.2.
Hulp aan kinderen
Kinderen hebben soms extra ondersteuning nodig. Het kan dan gaan om: Een laag welbevinden, sociaal-emotionele problemen; Leerproblemen; Lichamelijke problemen; Te weinig uitdaging. Om optimaal tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van kinderen werkt de leerkracht met een groepsplan. In dit groepsplan deelt de leerkracht de kinderen, op basis van CITO-resultaten, in drie groepen in. Daarnaast wordt er gekeken of een kind de aangeboden doelen beheerst en of een kind zich prettig voelt en kan ontwikkelen in de groep. De leerlingen worden als volgt verdeeld: Verdiept arrangement (25 % best scorende leerlingen) waarin het basisaanbod verdiept is. Er kunnen doelen die de leerlingen al beheersen uit het aanbod gehaald worden of er kunnen extra doelen aan het aanbod worden toegevoegd. Basisarrangement (50 % van de leerlingen) met een basisaanbod. Intensief arrangement (25 % laagst scorende leerlingen) waarin het basisaanbod geïntensiveerd is, waarbij bijvoorbeeld de instructie verlengd wordt, meer leertijd geboden wordt of doelen die nog niet beheerst hoeven worden, worden uit het aanbod gehaald. Vanaf groep 6 kan de leerkracht ook een Zeer Intensief arrangement aanbieden. Dit arrangement is voor kinderen die aan het einde van groep 8 op een lager niveau uit stromen. Nog niet voor alle vakken is een groepsplan geschreven. Wanneer de leerkracht zijn les niet inricht aan de hand van een groepsplan en dus niet in 3 niveaus werkt, zal de leerkracht een handelingsplan schrijven wanneer een kind extra ondersteuning nodig heeft. In een handelingsplan wordt omschreven welke hulp een leerling, naast de klassikale instructie, van de leerkracht krijgt. Deze extra hulp zal voornamelijk aan de instructietafel aangeboden worden . Daarnaast kan er op een ander moment van de dag een extra oefenmoment ingepland worden en kan het kind werk mee naar huis krijgen. In het handelingsplan wordt het probleem concreet benoemd en omschrijft de leerkracht welke hulpmaterialen gebruikt worden en in hoeveel tijd het kind geholpen gaat worden. Na een van te voren bepaalde periode wordt het plan geëvalueerd. Wanneer het probleem verholpen is, wordt het handelingsplan afgesloten. Als blijkt dat het kind nog langer de hulp nodig heeft, wordt het plan verlengd en waar nodig bijgesteld. Ouders worden op de hoogte gesteld van deze extra hulp en kunnen ook uitgenodigd worden voor een gesprek. 23
8.3. Externe hulpverlening onder schooltijd op verzoek van ouders (waaronder Remedial Teaching) In toenemende mate worden scholen geconfronteerd met verzoeken van ouder(s)/verzorger(s) om extra zorg (waaronder remedial teaching) voor hun kinderen te organiseren waarbij zij op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen. De school gaat bij het beslissen op een dergelijk verzoek uit van het wettelijke gegeven dat onderwijstijd besteedt moet worden aan onderwijs (en niet aan andere zaken). Daarom staat de school in beginsel afwijzend tegenover verzoeken tot het (laten) verrichten van hulp (waaronder Remedial Teaching) door externe hulpverleners onder schooltijd (binnen of buiten het schoolgebouw). Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Dit ter beoordeling aan de directeur van de school. Daarbij dienen goede afspraken gemaakt te worden over het beperken van het schoolverzuim dat hierdoor ontstaat. Dit betreft bijvoorbeeld afspraken over de frequentie en de tijdsduur van de hulp en de wijze waarop overleg met school plaatsvindt.
8.4. Overgang naar de volgende groep De basisschool kent 8 groepen. Normaal gesproken doorloopt een leerling de basisschool in 8 jaar. Standaard gaat een leerling na de grote vakantie naar de volgende groep. Wanneer we zien dat een leerling onvoldoende vooruitgang heeft laten zien, ondanks onze zorgen zoals in 10.1 omschreven, hebben we de mogelijkheid om een leerling te laten doubleren. Deze keuze maken we alleen als we verwachten dat het herhalen van een leerjaar er voor zorgt dat het gewenste leerresultaat wordt behaald. Een leerling op de basisschool kan gedurende de 8 jaar één keer een groep overdoen.
8.5. Leerlingbespreking We gaan uit van het standpunt dat alle kinderen vallen onder de gezamenlijke verantwoording van het hele team. Daarom worden er regelmatig leerlingbesprekingen gehouden. Tijdens deze bijeenkomst wordt besproken welke kinderen die op een bepaald gebied opvallen extra zorg of uitdaging nodig hebben. Niet alleen leervorderingen komen aan de orde, maar ook eventuele gedragsproblemen worden besproken. Het is van belang de problemen in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. Er zijn twee interne begeleiders (IB-ers) op school. Zij zijn bij de gesprekken steeds betrokken, want het blijft niet alleen bij signaleren. N.a.v. de bespreking moeten stappen gezet worden die tot een mogelijke oplossing van het probleem kunnen leiden. De groepsleerkracht probeert met tips uit deze bespreking zelf, in de klas, het kind te helpen. De hulp kan worden ingeroepen bij een collega uit het speciaal onderwijs, de collegiale consultatiegever of bij Edux. Mocht speciale begeleiding of onderzoek noodzakelijk geacht worden, dan zal dit altijd gebeuren in overleg en met instemming van de ouders.
24
8.6. Zorgteam Op onze school is ook een zorgteam aanwezig. Dit team houdt zich bezig met leerlingen die langdurige hulp binnen de school nodig hebben of moeten worden doorverwezen naar een andere vorm van onderwijs. In het zorgteam zitten de intern begeleiders, de teamcoördinatoren en de directeur. Zij worden hierbij ondersteund door externe deskundigen.
8.7. Dyslexieprotocol Op onze school wordt gewerkt volgens een Protocol Dyslexie. In de groepen 1-2 heeft het een preventieve functie. Dit protocol heeft als doel de signalering en begeleiding van leerlingen met (mogelijke) dyslexie op onze school, in kaart te brengen. We willen hiermee bereiken dat de wijze van ondersteuning van dyslexieleerlingen, voor zowel leerkrachten van deze school, als voor de ouders, helder wordt. In het protocol staat omschreven op welke manier wij lees– en spellingsproblemen signaleren, toetsen en welke interventies geboden worden. Het werken volgens dit protocol, machtigt de school om uiteindelijk aan ouders van dyslectische kinderen, een onderliggende dyslexieverklaring af te kunnen geven. We zijn hiermee Code gecertificeerd.
25
9. Passend onderwijs De meeste kinderen bewegen makkelijk en zien en horen goed. Maar er zijn ook kinderen die dat niet zo goed kunnen. Er zijn verschillen in mogelijkheden, in talent en vaardigheid. Kortom, elk kind is anders. En al die kinderen zitten samen op school. Scholen zetten zich in om tegemoet te komen aan verschillen tussen kinderen. Ze verzorgen passend onderwijs. Ze zorgen ervoor dat elk kind optimale onderwijskansen krijgt. Meer weten? Zie: Website Passend onderwijs: www.passendonderwijs.nl Wie zorgen dat uw kind passend onderwijs krijgt? U kiest de school die past bij uw kind, zo dicht mogelijk bij huis of soms iets verder weg. Elke school is anders. Scholen vertellen op hun website en in hun schoolgids wat de school van andere scholen onderscheidt, wat de school uw kind kan bieden. Dat is het schoolprofiel. U kent uw kind en u maakt een keuze. De school zorgt dat uw kind het onderwijs en de zorg krijgt die het nodig heeft. Die zorg noemen we binnen passend onderwijs 'ondersteuning'. Om uw kind passend onderwijs te geven werkt de school samen met u. Hoe de school de onderwijsondersteuning heeft georganiseerd, leest u in de schoolgids. De school werkt ook samen met andere scholen en met instanties als de gemeente en Centra voor Jeugd & Gezin. Als dat nodig is, wordt gebruik gemaakt van ondersteuning door het speciaal basisonderwijs (SBO). Dan worden hulpmiddelen verstrekt. Of specialisten komen uw kind helpen of de leerkracht ondersteunen. Soms kan een school niet het onderwijs bieden dat past bij uw kind. Het bestuur van de school zoekt dan samen met u een andere school in de regio. Dat kan op een andere (reguliere) school zijn, in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Zo krijgt elk kind een passende onderwijsplek. Welke vormen van speciaal onderwijs vallen onder het passend onderwijs? Het speciaal onderwijs (SO) in Nederland is ingedeeld in vier groepen, zogenaamde clusters. - SO-cluster 1: scholen voor kinderen met een visuele beperking SO-cluster 2: scholen voor kinderen met gehoor-, taal-, of spraakproblemen - SO-cluster 3: scholen voor kinderen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking en voor langdurige zieke kinderen SO-cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige psychiatrische stoornissen of gedragsproblemen. De clusters 3 en 4 vallen onder het samenwerkingsverband passend onderwijs van de regio. De clusters 1 en 2 zijn landelijk georganiseerd en leveren bijdragen aan het passend onderwijs in de regio. En dan is er nog het speciaal basisonderwijs (SBO). Dat wordt niet gerekend tot het speciaal onderwijs. Deze vorm van onderwijs valt onder het regulier basisonderwijs (BaO) en ook deze scholen maken deel uit van de Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 30.03 Optimale Onderwijs Kans (OOK). Hoe hebben ouders medezeggenschap? Passend onderwijs is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, maar kan niet zonder een goede samenwerking met ouders. Op de school hebben ouders inspraak via de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Ook regionaal hebben ouders inspraak bij de vormgeving en inrichting van het passend onderwijs. Dat is geregeld via de ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR van ons samenwerkingsverband bestaat uit 12 leden: 6 ouders en 6 personeelsleden. Zij zijn door de MR'en van de deelnemende scholen gekozen in die OPR. Elders op onze website (zie: www.rsvbreda.nl) vindt u de meest recente informatie van de OPR.
26
10.
Eureka!
Eureka! is het kenniscentrum voor meer- en hoogbegaafdheid voor de INOS-scholen en verleent de volgende diensten: Trajectbegeleiding Trajectbegeleiding heeft als doel passende begeleiding te zoeken voor leerlingen bij wie een vermoeden van hoogbegaafdheid bestaat. Bij het vermoeden van hoogbegaafdheid bij een leerling (gesignaleerd door ouders en/of school) kan de school de leerling aanmelden bij Eureka! Door middel van gesprekken met het kind, school en ouders, in samenhang met de schoolresultaten, wordt bekeken of Eureka! meerwaarde biedt en een leerling in aanmerking komt voor een proefperiode van drie maanden in de verrijkingsklas. Na drie maanden wordt besproken of deelname definitief wordt. Bovenschoolse verrijkingsklassen In de verrijkingsklas krijgen leerlingen de kans vaardigheden te leren als plannen, samenvatten, het toepassen van leerstrategieën, omgaan met succes en falen, doorzetten, samenwerken, etc. Dat doen ze o.a. door in projecten te werken. Ontdekkend en onderzoekend leren staat centraal. De projecten monden uit in een presentatie. De kinderen krijgen ook Spaanse les en technieklessen. Tevens is er veel gevarieerd verrijkingsmateriaal aanwezig. De sociaal-emotionele ontwikkeling neemt een belangrijke plaats in. Leerlingen filosoferen samen en natuurlijk is er ook ruimte voor creativiteit. De ontmoeting met ontwikkelingsgelijken is van groot belang; ze worden herkend en erkend! De kinderen komen één dagdeel per week bij elkaar in een voor hen speciaal ingerichte klas op Kbs De Werft. De groep bestaat uit maximaal 15 leerlingen en er is een onderverdeling gemaakt tussen leerlingen uit de groepen 1, 2 en 3, leerlingen uit de groepen 4, 5 en 6 en leerlingen uit de groepen 7 en 8. Online kenniscentrum voor scholen en ouders en Facebook De website van Eureka! (www.eurekabreda.nl) en onze pagina op facebook biedt een kenniscentrum voor ouders en scholen. Hierop is een schat aan informatie te vinden over hoogbegaafdheid. Eureka!Mobiel en Kleuterbegeleiding Eureka!Mobiel ondersteunt en adviseert leerkrachten in de eigen onderwijssituatie. Eureka!Mobiel helpt de scholen bij het opstellen van beleidsplannen en geeft adviezen ten aanzien van het aanpassen van het curriculum voor (meer- en) hoogbegaafde leerlingen. De Kleuterbegeleiding van Eureka! ondersteunt en begeleidt de leerkrachten van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong op de scholen van INOS. Voorlichting aan o.a. schoolteams en aan ouders Met enige regelmaat worden voorlichtingsbijeenkomsten voor verschillende doelgroepen verzorgd. Ook wordt Eureka! geregeld uitgenodigd haar kennis en ervaring buiten INOS te presenteren. Coördineren van een Professionele Leergemeenschap Hoogbegaafdheid, INOS breed Om ervoor te zorgen dat de specifieke vakkennis over hoogbegaafdheid breed wordt gedeeld tussen leerkrachten van INOS, begeleidt Eureka! een INOS-brede leergemeenschap op dit gebied. Mocht u meer willen weten over Eureka! of vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de IB-er van onze school of juffrouw Kirsten. 27
11.
Klachtenregeling
Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden: 1) Eerst een gesprek met de betrokken leerkracht of de betrokken medewerker. Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Bespreek het probleem. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. 2) De directeur van de school Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de directeur van de school. Hij (of zij) is verantwoordelijk voor de school. De directeur kan een beslissing nemen in een conflict. Op deze school is Bart Heijne de directeur. 3) De school heeft een schoolvertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van een klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Hij (of zij) kan u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school zijn de vertrouwenspersonen: Mirjam van de Zanden en Doriene van der Pluijm. 4) Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513, 4800 DM Breda). In die brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al hebt gedaan om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing. 5) De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de gezamenlijke website van de geschillencommissies in het bijzonder onderwijs (www.gcbo.nl). Er zijn nog een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad of oudervereniging De medezeggenschapsraad, of oudervereniging bespreekt geen klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken. De externe vertrouwenspersoon INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (06-52501975). Hij heeft een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke situaties.
28
De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Voor ouders: 0800-8051. Het postadres is Postbus 88, 5000 AB te Tilburg, of www.onderwijsinspectie.nl). De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf. Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld? Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik, of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOS-medewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie: 06-52501975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (0900-1113111). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie. Als kinderen ergens mee zitten … Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis, of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersoon (op onze school is dat Mirjam van de Zanden en Doriene van der Pluijm). Zij wijzen eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp.
29
12.
Namen- en adressenlijst
Directeur Kbs de Wisselaar: Dhr. Bart Heijne 076-5871177 In noodgevallen: 06 43506898 Dhr. Leon Michielsen, Bereikbaar op Kbs J.F. Kennedy, 076-5814009 In noodgevallen: 06 43507015 Teamcoördinatoren: Onderbouw: Mevr. Saar Verlegh Bovenbouw: Mevr. Doriene van der Pluijm 076-5871177 Vertrouwenspersonen op school: Mevr. Mirjam van de Zanden, intern begeleider 076-5871177 Bestuur INOS, Postbus 3513 4800 DM Breda 076-5611688 Kober kinderlunch: 076-5045612 E-mail:
[email protected] www.koberkinderlunch Kober kindercentra: 076-5045603
[email protected] www.kober.nl Unit Oosterzelestraat, 076—5874943 Centrum voor jeugd en gezin Dhr. Frank Weijters
[email protected] 06 34924606 of 0800 - 4440003 (gratis nummer) www.cjgbreda.nl Leerplichtzaken gemeente Breda Mevr. K. Heijsters 076-52946565 www.rblwest-brabant.nl Secretariaat Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Van de Stichting Samenwerkingsverband WSNS INOS 44.05 Postbus 3513 4800 DM Breda 076—5611688 Fax: 076—5640442 E-mailadres:
[email protected] 30
Externe vertrouwenspersoon: Dhr. T. van Dorst, Arbo Unie te Breda 06 52501975 Landelijke Klachtencommissie katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Inspectie Basisonderwijs en Vertrouwensinspectie Voor ouders: 0800-8051 Correspondentieadres: Postbus 88, 5000 AB Tilburg www.onderwijsinspectie.nl Edux (Onderwijsbegeleidingsdienst) Tolweg 11, 4851 SJ Ulvenhout Postbus 75, 4850 AB Ulvenhout 076 524 55 00
[email protected]
31
13.
Aanvullingenblad
32
14.
Ondertekening
14.1. Verklaring medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad van:
Kbs De Wisselaar, brinnummer 08JT Vlaanderenstraat 56 4826AH Breda
stelt de van augustus 2015 tot en met juli 2016 geldende schoolgids van deze school vast.
33
14.2. Verklaring bestuur
Het Bevoegd Gezag van:
Kbs De Wisselaar, brinnummer 08JT Vlaanderenstraat 56 4826AH Breda
stelt, na positief advies van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad, de van augustus 2015 tot en met juli 2016 geldende schoolgids van deze school vast.
34