COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
TARIFERINGEN (Nederlandse tekst)
6e WIJZIGINGSBLAD (1.1.1983)
Vastgestelde prijzen ¡n Luxemburg (exclusief BTW) Ecu 4 Æ& CP
BFR 180
HFL 10,50
BUREAU VOOR OFFICIËLE PUBLIKATIES DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
L- 2985 Luxembourg
Catalogusnummer : CB-36-82-483-NL-C
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
TARIFERINGEN 6e W I J Z I G I N G S B L A D (1 januari 1983)
De op de rugzijde aangegeven bladen dienen te worden vervangen door de bijgevoegde overeenkomstige wijzigingsbladen of te worden ingevoegd.
De wijzigingen zijn door een verticale streep in de marge aangegeven. Alleen op de bladzijden waarop een wijziging is aangebracht wordt vanaf heden de verwijzing onder aan de bladzijde aangebracht. Dientengevolge zullen in bepaalde gevallen op de voor- en achterzijde van een blad van elkaar verschillende verwijzingen kunnen voorkomen.
1. Invoegen of vervangen: Draagwijdte Verordening 950/68/2 07.01 / 1-2 10.01 / 1 10.05 / 1 10.06 / 1 11.02 / 3-8 12.01 / 1 18.05 / 1 19.08 / 1-2 Hoofdstuk 2 0 / 1 - 3 21.07 / 17-21 2 3 . 0 4 / 1-3
23.07 24.01 30.04 31.02 31.05 35.06 38.12 38.19 39.02 39.07 48.01 58.03 58.08
/ / / / / / / / / / / / /
7 1-6 1 1-5 1 1 1-2 1-6 1-4 1-3 1-2 1 1
ef. nr. 156, 2. Tarifering 34.02/1 van 10 juni 1977, ref. 156 is vervallen.
6 e wijziging - 1 januari 1 9 8 3
59.05 / 1 59.08 / 1-2 61.01 / 1 76.08 / 1 84.07 / 1-2 84.08 / 1 84.65 / 1 Hoofdstuk 85 / 1 87.01 / 1-2 97.04 / 1 Algemeen chronologisch overzicht: MI/VIM; XV/XXV
WIJZIGINGEN Nr.
Datum
1 2 3 4 5 6
1.1.1978 1.1.1979 1.1.1980 1.1.1981 1.1.1982 1.1.1983
6 e wijziging - 1 januari 1983
Nr.
Datum
Draagwijdte Verordening 9 5 0 / 6 8 / 2 Algemene toepassingsbepaling 2 a) ARRESTEN V A N HET HOF
Zaak 165 78 AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (a) Het Bundesfinanzhof — VII. Senat — heeft bij beschikking van 13 juni 1978, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 31 juli 1978, in het geding Firma IMCO - J. Michaelis GmbH & Co. tegen Oberfinanzdirektion Berlin, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen inzake de navolgende vragen : 1. Is de toepassing van de algemene indelingsbepaling 2, sub a), tweede zin, volgens de algemene indelingsbepaling 1, laatste tussenzin, uitgesloten, indien het gemeenschappelijk douanetarief voor de onderdelen van een gedemonteerd of niet gemonteerd („zerlegt") produkt een afzonderlijke tariefpost bevat ? Zo neen, 2. Moet dan de a/gemene indelingsbepaling 2, sub a), tweede zin, aldus worden uitgelegd dat zij naast produkten „in gedemonteerde of in niet gemonteerde staat" („zerlegte Waren") tevens nog niet gemonteerde produkten („noch nicht zusammengesetzte Waren") omvat? Zo ja, 3. Geldt de algemene indelingsbepaling 2, sub a), tweede zin, ook dan, wanneer bij een groot onderdelen van nog niet gedemonteerde produkten niet vaststaat welke onderdelen met andere onderdelen worden samengevoegd tot een produkt ?
aantal welke
ARREST (b) van 29 mei 1979 1. Algemene bepaling 2 a) voor de toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief heeft betrekking zowel op nog niet gemonteerde als op gedemonteerde artikelen, en voor zover uit de nog niet gedemonteerde onderdelen een compleet artikel kan worden samengesteld, vallen deze onder de bepalingen betreffende dat artikel zelf, ook indien het gemeenschappelijk douanetarief een speciale post voor losse onderdelen en toebehoren bevat. 2. Bij de aanbieding ten invoer van niet gemonteerde onderdelen van een artikel, kan slechts als ,,losse onderdelen of toebehoren" in de zin van het gemeenschappelijk douanetarief worden aangemerkt het eventuele overschot aan onderdelen, waaruit geen compleet artikel meer kan worden samengesteld.
Zaak 295-81 AAN HET HOF GESTELDE VRAAG (c) Is de algemene bepaling nr. 2a, tweede volzin, voor de toepassing van de nomenclatuur van het algemeen douanetarief, in die zin te verstaan dat als gedemonteerde waren ook zijn te beschouwen uit sap van weichse/kersen of aalbessen verkregen geconcentreerd weichselkersesap c.q. geconcentreerd aalbessesap enerzijds, geconcentreerd aroma van weichse/kersen onderscheidenlijk geconcentreerd aroma van aalbessen anderzijds, wanneer tot dezelfde prijs verhandeld geconcentreerd vruchtesap en geconcentreerd aroma, onmiddellijk voordat de waar wordt verbruikt of op vaten gedaan, wederom met elkander worden vermengd? (a) PB nr. C 214 van 8.9.1978, blz. 2. (b) PB nr. C 153 van 20.6.1979, blz. 2. (c) PB nr. C 332 van 19.12.1981, blz. 7. 6 e wijziging - 1 januari 1983
ARREST (a) van 3 0 september 1982 Algemene bepaling 2a, tweede volzin, voor de toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief moet aldus worden uitgelegd, dat geconcentreerd sap van weichselkersen of van aalbessen enerzijds en de uit genoemde vruchten gewonnen kersen- of bessenessence anderzijds niet zijn te beschouwen als goederen in gedemonteerde of in niet gemonteerde staat, zelfs niet wanneer de voor dezelfde prijs verhandelde sapconcentraten en essences onmiddellijk voor het verbruik of het bottelen weer met elkaar worden vermengd.
(a) PB nr. C 288 van 5.11.1982, blz. 7. 6 e wijziging - 1 januari 1983
07.01 / 1 VERORDENING
Nr. 1 5 3 6 / 7 7 VAN DE C O M M I S S I E van 4 juli 1 9 7 7 (a), gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 3 0 3 8 / 7 9 van 21 december 1 9 7 9 (b) en nr. 1259/82 van 19 mei 1 9 8 2 (c) houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van zaaigoed onder de posten 07.01 A I, 10.01 A, 10.05 A, 10.06 A, en 12.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief Overwegende dat het bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 (') gevoegde gemeenschappelijk douanetarief, laatste/ijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1111/77 (2), betrekking heeft op: — pootaardappelen — maïshvbriden
van post 07.01 A I;
voor zaaidoeleinden
van post 10.05 A;
— oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden, van post 12.01 A; dat indeling onder deze posten aan de door de bevoegde autoriteiten vast te stel/en voorwaarden en bepalingen is onderworpen; dat, ten einde een uniforme toepassing van de Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren, deze voorwaarden en bepalingen dienen te worden vastgesteld; Overwegende dat de Raad zijn goedkeuring heeft gehecht aan Richtlijn 66/403/EEG van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 76/307/EEG f) en aan Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (5), laatste/ijk gewijzigd bij Richtlijn 75/444/EEG (e) alsmede aan Richtlijn 69/208/EEG van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende p/anten en vezelgewassen (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 75/444/EEG; Overwegende dat in de artikelen 15, 16 en 15 van deze onderscheidene richtlijnen is bepaald dat Raad vaststelt of het in een derde land geoogste zaai- en pootgoed, dat dezelfde waarborgen biedt aanzien van de eigenschappen daarvan, alsmede van de toepassing van de maatregelen betreffende onderzoek, de verzekering van de identiteit, de aanduiding en de controle, in dit opzicht ge/ijkwaardig aan zaai- en pootgoed dat in de Gemeenschap is geoogst en voldoet aan de bepalingen van desbetreffende richtlijn;
de ten het is de
Overwegende dat de Raad deze vaststellingen ten aanzien van bepaalde derde landen heeft verricht, met name, enerzijds, wat betreft pootaardappelen, bijzijn tweede Beschikking 75/370/EEG van 24 juni 1975 betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebrachte pootaardappelen (a), gewijzigd bij Beschikking 76/540/EEG (9) en, anderzijds, wat betreft maïshvbriden voor zaaidoeleinden en oliehoudende zaden en vruchten bestemd voor zaaidoeleinden, bij zijn vijfde Beschikking 76/539/EEG van 17 mei 1976 betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebracht zaaizaad (10) en bij zijn vijfde Beschikking 76/538/EEG van 17 mei 1976, betreffende de gelijkstelling van in derde landen verrichte ve/dkeuringen van voor de voortbrenging van zaaizaad dienende gewassen ("); Overwegende dat onder een van de drie genoemde posten, op grond van de omschrijving zelf, slechts produkten kunnen worden ingedeeld, die de specifieke eigenschappen bezitten om als zaaigoed te kunnen worden gebruikt; (') (2) P) (4) (5) (6) (7) f) (9) ( ,0 ) (") (a) (b) (c)
PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr. nr.
L 172 van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1. L 134 van 2 8 . 5 . 1 9 7 7 , blz. 4. 125 van 1 1 . 7 . 1 9 6 6 , blz. 2 3 2 0 / 6 6 . L 72 van 18.3.1976, blz. 16. 125 van 11.7.1966, blz. 2 3 0 9 / 6 6 . L 196 van 2 6 . 7 . 1 9 7 5 , blz. 6. L 169 van 1 0 . 7 . 1 9 6 9 , blz. 3. L 164 van 2 7 . 6 . 1 9 6 9 , blz. 4 3 . L 162 van 2 3 . 6 . 1 9 7 5 , blz. 2 7 . L 162 van 2 3 . 6 . 1 9 7 6 , blz. 10. L 162 van 2 3 . 6 . 1 9 7 6 , blz. 1. L 171 van 9 . 7 . 1 9 7 7 , blz. 13. L 3 4 1 van 3 1 . 1 2 . 1 9 7 9 , blz. 4 4 . L 147 van 2 6 . 5 . 1 9 8 2 , blz. 10.
6 e wijziging - 1 januari 1983
07.01 / 2 Overwegende dat door de Raad bepaalde specifieke eigenschappen werden vastgesteld op het ogenblik waarop het in bepaalde derde landen voortgebrachte zaai en pootgoed werd gelijkgesteld met het in de Gemeenschap geoogste zaai en pootgoed; dat het derhalve voor de hand ligt dat dezelfde eigenschappen als voorwaarde worden gesteld voor de indeling onder de desbetreffende posten; Overwegende dat het voor de maïshvbriden en de oliehoudende zaden en vruchten van de soorten die niet onder de werkingssfeer van voornoemde Richtlijnen 66/402/EEG vallen, gewenst voorkomt, in afwachting van een harmonisatie op communautair vlak van de bepalingen terzake en rekening houdend met de geringe handel in deze produkten, de indeling onder post 10.05 A, onderscheidenlijk 12.01 A te onderwerpen aan door de bevoegde autoriteiten van de L idStaten vast te stellen voorwaarden en bepalingen;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDEN I NG VASTGESTELD:
Artikel 1 De indeling van pootaardappelen, spelt maishybriden, rijst en oliehoudende zaden en vruchten onder scheidenlijk onder de posten — 07.01 Α I Pootaardappelen — 10.01 A Spelt, bestemd voor zaaidoeleinden — 10.05 A Maishybriden, bestemd voor zaaidoeleinden — 10.06 A Rijst, bestemd voor zaaidoeleinden — 12.01 A Oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden van het gemeenschappelijk douanetarief is aan de in de artikelen 2 tot en met 5 vastgestelde voorwaarden en bepalingen onderworpen. Artikel 2 Pootaardappelen moeten voldoen aan de voorwaarden en bepalingen die op grond van artikel 1 5 van Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 76/307/EEG, zijn vastgesteld. Artikel 3 Maïshybriden, spelt en rijst, bestemt voor zaaidoeleinden, moeten voldoen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld op grond van artikel 16 van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/561/EEG van 13 juli 1 9 8 1 . Artikel 4 Oliehoudende zaden en vruchten, bestemd voor zaaidoeleinden moeten voldoen aan de voorwaarden en bepalingen die op grond van artikel 15 van Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 75/444/EEG zijn vastgesteld. Artikel 5 Maïshybriden en oliehoudende zaden en vruchten, van de soorten die niet onder de werkingssfeer van voornoemde Richtlijnen 66/402/EEG en 69/208/EEG vallen, worden slechts onder de posten 10.05 A of 12.01 A ingedeeld indien door de belanghebbende ten genoegen van de bevoegde autoriteiten wordt aangetoond dat deze produkten daadwerkelijk voor zaaidoeleinden zijn bestemd. Artikel 6 Elke LidStaat stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die hij op het niveau van de centrale overheid voor de toepassing van deze verordening treft. De Commissie geeft deze inlichtingen onverwijld door aan de overige LidStaten. 6 e wijziging 1 januari 1983
10.01 / 1 VERORDENING
Nr. 1536/77 VAN DE COMMISSIE van 4 juli 1977 gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 3038/79 van 21 december 1979 en nr. 1259/82 van 19 mei 1982 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van zaaigoed onder de posten 07.01 A I, 10.01 A, 10.05 Α. 10.06 A en 12.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief Zie voor de tekst van deze verordening onder post 07.01.
6* wijziging - 1 januari 1983
10.05/1 VERORDENING
Nr. 1536/77 VAN DE COMMISSIE van 4 juli 1977 gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 3038/79 van 21 december 1979 en nr. 1259/82 van 19 mei 1982 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van zaaigoed onder de posten 07.01 A I. 10.01 A, 10.05 A, 10.06 A en 12.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief Zie voor de tekst van deze verordening onder post 07.01.
6'wijziging- 1 januari 1983
10.06/1 VERORDENING
Nr. 1536/77 VAN DE COMMISSIE van 4 juli 1977 gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 3038/79 van 21 december 1979 en nr. 1259/82 van 19 mei 1982 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van zaaigoed onder de posten 07.01 A I, 10.01 Α. 10.05 Α. 10.06 A en 12.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief Zie voor de tekst van deze verordening onder post 07.01.
6 e wijziging - 1 januari 1983
11.02 / 3 2. Wat moet voor indeling a. onder nr. 11.01 van het gemeenschappelijk
douanetarief,
b. onder nr. 11.02 van het gemeenschappelijk
douanetarief,
c. onder nr. 23.07
douanetarief,
van het gemeenschappelijk
ten aanzien van de samenstelling der waren, met name ten aanzien van de percentages bestanddelen als zetmeel, proteïne, vet, enz. blijken ? 3. Valt een opzettelijke menging onder tariefnummer 23.07 wanneer de samenstel/ing is als volgt: a) 78% mi/o 9% gluten van milo en voor het overige melasse, kaf en maïszemelen,
van het gemeenschappelijk
aan
douanetarief,
of b)
4,9% gluten van maïs 80,08% gluten van milo en voor het overige melasse, kaf en maïszemelen ?
ARREST (a) 1. Bij de indeling van een waar onder post 23.07 van het gemeenschappelijk douanetarief moet worden afgegaan op de objectieve kenmerken zonder dat ter zake doet of de bereiding der in deze post bedoelde produkten al dan niet opzettelijk tot stand kwam. 2. a) Op basis van maïs en sorgho bewerkte produkten kunnen onderde tariefposten 11.01 en 11.02 worden gebracht, wanneer daarin na bewerking de wezenlijke componenten van het basisprodukt nog voorkomen in een verhouding die niet belangrijk verschilt van het gehalte dezer componenten in het betrokken produkt in natuurlijke staat. b) Post 23.07 betreft produkten die een definitieve bewerking hebben ondergaan of zijn ontstaan door menging van verschillende stoffen en die alleen voor het voederen van dieren kunnen worden gebruikt, met uitzondering van produkten welke zijn samengeperst en welker basisstoffen) als zodanig onder een en dezelfde post vallen, ook indien daaraan een hoeveelheid bindmiddel van in den regel niet meer dan 3 gewichtspercenten is toegevoegd.
Zaak 106-75
AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (b) 1. Onderscheidt tariefpost 11.02 E I a) 1 „geplette granen van gerst" zich van tariefpost 11.02 FI b 1 „vlokken: van gerst", doordat gerstvlokken, in tegenstelling tot geplette gerstekorrels, vervaardigd moeten zijn van gepelde gerstekorrels, of bestaat het verschil tussen beide tariefposten hierin, dat gerstvlokken slechts wat sterker zijn geplet (waarbij de vooraf niet gepelde korrels een deel van hun kaf jes verliezen) dan geplette gerstekorrels ? 2. Indien het eerste alternatief van vraag I mis is: doet artikel 12, lid 1, van Verordening nr. 120/6 EEG — ingevolge waarvan voor alle uitvoer uit de Gemeenschap van de in artikel 1 bedoelde produkten een uitvoercertificaat moet worden overgelegd — juncto artikel 2, lid 1 van Verordening (EEG) nr. 1373/70 — ingevolge waarvan het uitvoercertificaat het recht en de verplichting medebrengt de opgegeven hoeveelheid produkt uit te voeren tijdens de geldigheidsduur van het certificaat — een aanspraak op toekenning van een restitutie bij uitvoer in de zin van artikel 16 van Verordening nr. 120/67 EEG en de artikelen 1 en 3 van Verordening nr. 104/65 EEG (a) ook dan ontstaan, wanneer een ander produkt is uitgevoerd dan dat waarvoor het uitvoercertificaat is afgegeven ? (a) PB nr. C 59 van 8 . 6 . 1 9 7 2 , blz. 5. (b) PB nr. C 2 5 6 van 8 . 1 1 . 1 9 7 5 , blz. 5. 5" wijziging - 1 januari 1982
11.02 / 4 3. Zodra ontstaat aanspraak op toekenning van een uitvoerrestitutie voor het daarvoor in aanmerking komende onbewerkte produkt (gerst van tariefpost 10.03), wanneer op het betrokken tijdstip geen restitutiebedrag is vastgesteld voor het daadwerkelijk uitgevoerde produkt (geplette graankorrels van tariefpost 11.02 El a 1) ? ARREST (a) 1. Gerstvlokken van tariefpost 11.02 E l b ) 1 worden vervaardigd van korrels die een pelbewerking hebben ondergaan, waardoor zij een gedeelte van hun kafjes hebben verloren, en zij onderscheiden zich derhalve niet van „geplette granen" van gerst van tariefpost 11.02 E I a) 1 door het gedeelte dat zij tijdens het pletten verliezen; 2. Artikel 16 van Verordening nr. 120/67/EEG en de artikelen 1 en 3 van Verordening nr. 1041/67/EEG kunnen aldus worden opgevat dat zij een recht op toekenning van een restitutie bij uitvoer ook dan doen ontstaan, wanneer een ander produkt wordt uitgevoerd dan dat waarvoor het certificaat is afgegeven; 3. Wanneer op het betrokken tijdstip geen restitutiebedrag is vastgesteld voor het daadwerkelijk uitgevoerde produkt, bestaat er geen recht op toekenning van een restitutie.
-
Zaak 3-81 AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (b) 1. Hoe is het navolgende, in de bijlage van Verordening nr. 19 ('), in artikel 5, lid 1, sub D, van Verordening nr. 141164/EEG van de Raad (2), en in Verordening nr. 11/66/EEG van de Commissie (3) gebezigde begrip uit te leggen in verband met op 5, respectievelijk 13 april 1966 toegekende restituties: „pare/gort", respectievelijk „geparelde gerst, indien het asgehalte, gerekend naar het gewicht van de droge stof, hoger is dan 1%. Dient men, gelet op het feit dat geparelde granen van gerst overeenkomstig laatstgenoemde verordening een asgehalte van meer dan één gewichtsprocent kunnen hebben en dat het asgehalte wordt bepaald door de mate van verwijdering van de zaadwand en van het rondslijpen van de uiteinden van de zaden, ervan uit te gaan dat, althans bij een asgehalte van minder dan één gewichtsprocent, steeds sprake is van geparelde granen van gerst, zodat het er niet toe doet of de granen bovendien nog voldoen aan de vereisten van de toelichtingen bij post nr. 11.02 van de IDR-nomenclatuur? 2. Ingeval een asgehalte van minder dan één gewichtsprocent „geparelde granen van gerst" te kunnen spreken:
op zichzelf niet volstaat
om van
a) Is het dan voldoende dat bij meer dan 50% van de granen een bijna volledige verwijdering van de zaadwand en een rondslijpen van de beide uiteinden wordt vastgesteld, of moeten bij elke afzonderlijke partij bijna alle granen deze tariferingskenmerken vertonen? b) Indien een aandeel van meer dan 50% volstaat: is dan het gewichtspercentage aantal granen beslissend?
of
procentuele
ARREST (c) van 17 juni 1982 1. Onder „parelgort" in de zin van de bijlage bij Verordening nr. 19, artikel 5, lid 1, sub D, van Verordening nr. 141/64/EEG en Verordening nr. 11/66/EEG zijn te verstaan gerstekorrels die ten minste voldoen aan de voorwaarden van de Toelichtingen bij de Nomenclatuur van de Internationale Douaneraad bij post 11.02.
I1) (2) (3) (a) (b) (c)
PB PB PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr. nr. nr.
30 van 20.4.1962, blz. 933/62. 169 van 27.10.1964, blz. 2666/64. 24 van 5.2.1966, blz. 393/66. C 214 van 11.9.1976, blz. 5. C 21 van 30.1.1981, blz. 4. C 195 van 29.7.1982, blz. 14.
6* wijziging - 1 januari 1983
11.02 / 5 2. I n maart/april 1966 mochten de LidStaten op grond van het destijds geldende Gemeenschapsrecht inzake de uitvoer van verwerkte graanprodukten naar derde landen, als geparelde gerst slechts die gerst beschouwen waarbij het aandeel geparelde korrels in een partij, berekend naar het gewicht van de droge stof, ruimschoots boven de 50% lag.
Zaken 20881 en 2 0 9 8 1
AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (a) /. Moeten haverkorrels welke na het oogsten enkel zijn gedorst, opgeslagen, verladen en getranspor teerd, ten gevolge waarvan de punten zijn afgebroken, worden ingedeeld in post 10.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, of in onderverdeling Β I a) 2 aa) van post 11.02? 2. Indien het in vraag 1 omschreven produkt in onderverdeling Β I a) 2 aa) van post 11.02 moet worden ingedeeld geldt dan voor een partij van zulke haverkorrels, die bestaat uit gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet ontpunte korrels, een percentage aan ontpunte korre/s, waarboven zij in onderverde ling Β I a) 2 aa) van post 11.02 en waaronder zij in post 10.04 moet worden gerangschikt? Is de omstandigheid dat de afgebroken korre/s zich in de partij bevinden van invloed op de inde/ing? 3. Indien men er van uitgaat dat het pellen van haverkorrels ook steeds ontpunten tot gevolg heeft omdat door het pellen de schil of zaadhuid, waarvan de punten een onderdeel uitmaken, wordt verwijderd, hoe dienen dan in dat licht de twee verdere onderverdelingen van onderverdeling Β I a) 2 van post 11.02, gepelde granen van haver, te weten ,,aa) ontpunte" en ,,bb) andere" onder/ing te worden afgebakend?
ARREST (b) van 1 juli 1982 1. Haverkorrels waarvan de punten zijn afgebroken, moeten worden ingedeeld in onderverdeling 11.02 Β I a) 2 aa) van het gemeenschappelijk douanetarief. 2. Een partij haver, gedeeltelijk bestaande uit niet ontpunte en gedeeltelijk uit wel ontpunte korrels, moet worden ingedeeld in onderverdeling 11.02 Β I a) 2 aa), indien de ontpunte korrels meer dan 50% van het totale gewicht van de partij uitmaken; een partij haver, gedeeltelijk bestaande uit niet ontpunte en gedeeltelijk uit wel ontpunte korrels en gedeeltelijk uit afgebroken punten, moet worden ingedeeld in post 10.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, indien de hoeveelheid afgebroken punten niet onaanzienlijk is vergeleken met de hoeveelheid ontpunte korrels. 3. Haverkorrels die enkel zijn ontpunt, moeten in onderverdeling 11.02 Β I a) 2 aa) worden ingedeeld; haverkorrels die een verdergaande vorm van pellen hebben ondergaan, moeten worden ingedeeld in onderverdeling 11.02 Β I a) 2 bb).
VERORDENINGEN
Nr. 1 4 3 4 / 6 9 VAN DE C O M M I S S I E van 2 4 juli 1 9 6 9 (c) Overwegende dat bepalingen noodzakelijk zijn om de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren, inzake de indeling van produkten verkregen door het fijnmaken of malen van hele maïskolven (spil met de korrels), welke met name ongeveer 50 gewichts percenten zetmeel, 7 gewichtspercenten proteïne, 6 gewichtspercenten ruwe cellulose, 3 gewichts percenten vetstoffen en 1,4 gewichtspercent minerale stoffen (as) bevatten en met een vochtgehalte van ongeveer 10 gewichtspercenten; (a) PB nr. C 2 0 0 van 7 . 8 . 1 9 8 1 , blz. 3. (b) PB nr. C 1 9 5 van 2 9 . 7 . 1 9 8 2 , blz. 16. (c) PB nr. L 183 van 2 5 . 7 . 1 9 6 9 , blz. 19. 6* wijziging 1 januari 1983
11.02 / 6 Overwegende dat post 11.01 betrekking heeft op meel van granen bedoeld bij hoofdstuk 10 van het gemeenschappelijk douanetarief; dat dit hoofdstuk volgens de Algemene opmerkingen van de toelichting van de nomenclatuur van Brussel op dit hoofdstuk eveneens maïskolven omvat; Overwegende dat post 11.02 onder meer betrekking heeft op grutten, gries en griesmeel verkregen van dezelfde granen, terwijl het onderscheid tussen de produkten van deze post en die van post 11.01 moet worden gemaakt afhankelijk van de mate waarin de betrokken produkten worden doorgelaten door een zeef met een bepaalde maaswijdte; HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De produkten, welke worden verkregen door het fijnmaken of het malen van hele maïskolven (spil met de korrels) en welke met name ongeveer 50 gewichtspercenten zetmeel, 7 gewichtspercenten proteïne, 6 gewichtspercenten ruwe cellulose, 3 gewichtspercenten vetstoffen en 1,4 gewichtspercent minerale stoffen (as) bevatten en met een vochtgehalte van ongeveer 10 gewichtspercenten, worden ingedeeld in het gemeenschappelijk douanetarief onder de onderverdeling 11.01 Meel van granen E. van maïs II. ander Indien bij het zeven met behulp van een zeef met een maaswijdte van 500 micron 90 percenten of meer van het gewicht van de op de zeef gebrachte hoeveelheid wordt doorgelaten, of onder de onderverdeling 1 1.02 Grutten, gries, griesmeel; gort en parelgort en andere gepelde, geparelde, gebroken of geplette granen (vlokken daaronder begrepen), met uitzondering van gepelde, geglansde, gepolijste of bij het pellen gebroken rijst; graankiemen, ook indien gemalen: A. Grutten, gries en griesmeel: V. van maïs: b) andere indien bovengenoemd doorlatingspercentage niet wordt bereikt.
Nr. 3 5 5 6 / 8 1 V A N DE C O M M I S S I E van 8 december 1981 (a)
Overwegende dat bepalingen dienen te worden vastgesteld om de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen met betrekking tot de indeling van een produkt verkregen bij het zeven van maïs, bestaande uit gebroken maïskorrels, een geringe hoeveelheid kleine misvormde maïskorrels en 4 tot 5% andere cultuurzaden, met een zetmeelgehalte (bepaald volgens de gewijzigde polarimetrische methode van Ewers) van 66,5% (berekend op de droge stof) en een asgehalte van 1,7% (berekend op de droge stof) en dat voor minder dan 95 gewichtspercenten passeert door een zeef met een maaswijdte van 2 mm; Overwegende dat post 11.02 D V van het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage gevoegd is bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3300/81 (2), betrekking heeft op enkel gebroken granen van maïs; Overwegende dat het produkt in kwestie door de aanwezigheid van een geringe hoeveelheid kleine misvormde maïskorrels alsmede van 4 tot 5% andere cultuurzaden het karakter van enkel gebroken granen van maïs van post 11.02 D V niet heeft verloren; V) PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 335 van 23.11.1981, blz. 1. (a) PB nr. L 356 van 11.12.1981. blz. 25. 6* wijziging - 1 januari 1983
11.02 / 7 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Een produkt verkregen bij het zeven van maïs, bestaande uit gebroken maïskorrels, een geringe hoeveelheid kleine misvormde maïskorrels en 4 tot 5% andere cultuurzaden, met een zetmeelgehalte (vastgesteld volgens de gewijzigde polarimetrische methode van Ewers) van 66,5% (berekend op de droge stof) en een asgehalte van 1,7% (berekend op de droge stof) en dat voor minder dan 95 gewichtspercenten passeert door een zeef met een maaswijdte van 2 m m , wordt in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post: 11.02 Gries en griesmeel; grutten, gort en parelgort en andere gepelde, geparelde, gebroken of geplette granen of granen in vlokken, met uitzondering van rijst bedoeld bij post 10.06; graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gemalen: D. enkel gebroken granen: V. van maïs.
TARIFERINGEN
-
van 2 2 maart 1 9 7 3 , ref. nr. 011
OMSCHRIJVING Gestabiliseerde tarwekiemen in de vorm van meel waarvan: — het oliegehalte en het watergehalte zijn verlaagd met het oog op de houdbaarheid, — de enzymen zijn geïnactiveerd, en met de volgende kenmerken: uiterlijk aanzien droge stof
zeer fijn beigekleurig poeder :
96,0%
as
4,4%
vet
4,9%
proteïne
33,8%
zetmeel
23,5%
ruwe vezels
2,2%
Het produkt wordt als dieetvoeding gebruikt.
TARIEFINDELING Post 11.02 G I.
MOTIVERING De verlaging van het oliegehalte is niet ver genoeg doorgevoerd om dit produkt te beschouwen als een afval, verkregen bij de winning van plantaardige oliën, als bedoeld bij post 23.04. Bovendien verleent de stabilisering (verlaging van het olie- en watergehalte en het inactiveren van de enzymen) aan dit produkt niet het karakter van een mee/preparaat voor kindervoeding, voor dieetvoeding of voor keukengebruik, bedoeld bij post 19.02. Dit produkt, dat niet het karakter van tarwekiemen heeft ver/oren, blijft ingedeeld onder post 11.02. 6" wijziging- 1 januari 1983
11.02 / 8 -
van 2 2 maart 1 9 7 3 , ref. nr. 0 1 2
OMSCHRIJVING Tarwekiemen, waaraan de olie gedeeltelijk is onttrokken met de volgende kenmerken: uiterlijk aanzien
lichtbruin, in de vorm van fijne gries
droge stof
96,4%
as
4,6%
vet
4,3%
proteïne
28,5%
zetmeel
29,6%
ruwe vezels
3,1%
Het produkt wordt als veevoeder gebruikt.
TARIEFINDELING Post 11.02 G I.
MOTIVERING De verlaging van het oliegehalte is niet ver genoeg doorgevoerd om dit produkt te beschouwen als een afval, verkregen bij de winning van plantaardige oliën, als bedoeld bij post 23.04. Dit produkt, dat niet het karakter van tarwekiemen heeft verloren, blijft ingedeeld onder post 11.02.
6* wijziging - 1 januari 1983
12.01 / 1 VERORDENING
Nr. 1 5 3 6 / 7 7 VAN DE C O M M I S S I E van 4 juli 1977 gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 3 0 3 8 / 7 9 van 2 december 1979 en nr. 1 2 5 9 / 8 2 van 19 mei 1982 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van zaaigoed onder de posten 07.01 A I, 10.01 A, 10.05 A, 10.06 A en 12.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief Zie voor de tekst van deze verordening
6" wijziging- 1 januari 1983
onder post
07.01.
18.05/1 VERORDENING
Nr. 1 9 7 8 / 8 2 VAN DE C O M M I S S I E van 19 juli 1982 (a)
Overwegende dat het noodzakelijk is bepalingen vast te stellen om de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen met betrekking tot de indeling van een produkt bestaande uit cacaopoeder waaraan kleine hoeveelheden (ongeveer 5 gewichtspercenten) lecithine zijn toegevoegd; Overwegende dat post 18.05 van het gemeenschappelijk douanetarief, als bijlage gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1883/82 f). betrekking heeft op cacaopoeder zonder toegevoegde suiker; Overwegende dat de toevoeging van geringe hoeveelheden lecithine aan cacaopoeder slechts leidt tot een verhoging van het dispersievormend vermogen ervan in vloeistoffen en daardoor tot een gemakkelijkere bereiding van cacaodranken („oploscacao"); Overwegende dat de toevoeging van ongeveer 5 gewichtspercenten van post 18.05 niet wezenlijk verandert;
lecithine de aard van het produkt
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief,
zijn met het advies
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Een produkt bestaande uit cacaopoeder waaraan kleine hoeveelheden (ongeveer 5 gewichtspercenten) lecithine zijn toegevoegd, wordt in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post: 18.05 Cacaopoeder zonder toegevoegde suiker
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 207 van 15.7.1982, blz. 4. (a) PB nr. L 214 van 22.7.1982, blz. 11. 6 e wijziging - 1 januari 1983
19.08/ 1 VERORDENING
Nr. 3 1 3 1 / 8 1 VAN DE C O M M I S S I E van 2 8 oktober 1981 (a)
Overwegende dat het noodzakelijk is bepalingen vast te stellen om de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen met betrekking tot de indeling van voorgebakken en diepgevroren pannekoekjes met kaasvulling (ongeveer 48 gewichtspercenten van het geheel) bestemd voor consumptie na kort in olie te zijn gebakken; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, gehecht aan Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatste/ijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3002/81 (2), banketbakkerswerk, gebak en biscuits, ook indien deze produkten (ongeacht in welke verhouding) cacao bevatten onder post 19.08 worden ingedeeld; Overwegende dat noch de samenstel/ing (met name de kaasvulling) noch de bereiding (voorbakken en vervolgens diepvriezen) van de onderhavige produkten een belemmering vormen om deze produkten in te delen onder post 19.08; dat binnen deze post onderverdeling B dient te worden toegepast;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Voorgebakken en diepgevroren pannekoekjes met kaasvulling (ongeveer 4 8 gewichtspercenten van het geheel) bestemd voor consumptie na kort in olie te zijn gebakken, worden in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post: 19.08 Banketbakkerswerk, gebak en biscuits, ook indien deze produkten (ongeacht in welke verhouding) cacao bevatten: B. andere
TARIFERINGEN
- van 22 oktober 1 9 7 1 , ref. nr. 021
OMSCHRIJVING Bitterkoekjes, genaamd „Amaretti", met een ronde vorm, een doorsnede van 1 tot 4 cm, platte onderkant en bolronde bovenkant en gereed voor onmiddellijke consumptie. De produkten zijn vervaardigd uit suiker (ongeveer 70%), gemalen abrikozepitten (ongeveer 20%), eiwit (ongeveer 10%) en soms een geringe hoeveelheid karamel om aan deze produkten een bruine kleur te geven. Deze produkten worden in een oven gebakken en zijn lange tijd houdbaar.
(') H
PB nr. L 172 van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1. PB nr. L 3 0 1 van 2 2 . 1 0 . 1 9 8 1 , blz. 1.
6 e wijziging - 1 januari 1983
19.08/2 TARIEFINDELING Post 19.08 Β I.
MOTIVERING Deze bitterkoekjes kunnen, vooral op grond van de wijze van vervaardiging (bakken in een oven) en hun gebruik, niet worden beschouwd als suikerwerk, bedoeld bij post 17.04, doch door de tekst van post 19.08 „Banketbakkerswerk, gebak en biscuits, enz." worden gedekt. Met betrekking tot de samenstel ling van deze bitterkoekjes wordt opgemerkt dat de omstandigheid dat ze geen meel van granen bevatten, indeling onder post 19.08 niet in de weg staat. (Verwezen wordt naar de Toelichting op Hoofdstuk 19, Algemene Opmerkingen, 2de alinea van de IDR-Nomenclatuur).
van 19 februari 1 9 8 2 , ref. nr. 2 2 8
OMSCHRIJVING Produkten (in de vorm van een loempia), bestaande uit een pannekoekje dat een vulling omgeeft voornamelijk samengesteld uit: a) witte kool, varkensvlees (ongeveer 1 2%) en kruiden, of b) bonenkiemen, witte kool en kruiden, of c) appelmoes, rozijnen of krenten en bremen, of d) consumptie-ijs. De voorgebakken en diepgevroren produkten zijn, na kort in olie te zijn gebakken, gereed voor consumptie.
TARIEFINDELING Post 19.08 B
MOTIVERING Noch de samenstelling, noch de wijze van bereiding (voorbakken en diepvriezen) vormen een beletsel om de onderhavige produkten aan te merken als banketbakkerswerk van post 19.08. Zij moeten
worden ingedeeld
6" wijziging- 1 januari 1983
onder post 19.08 B.
HOOFDSTUK
20/1
VERORDENING
Nr. 1 9 7 9 / 8 2 VAN DE C O M M I S S I E van 19 juli 1982 (a) betreffende de analysemethode voor de bepaling van het aantal gewichtspercenten droge stof van tomatensap in de zin van Aantekening 4 op Hoofdstuk 2 0 van het gemeenschappelijk douanetarief
Overwegende dat ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van tomatensap; Overwegende dat in Aantekening 4 op Hoofdstuk 20 van het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad C), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1883/82 (2). wordt bepaald dat de indeling van tomatensap afhankelijk is van het gewichtspercentage droge stof; Overwegende dat derhalve een analysemethode voor de bepaling van het aantal gewichtspercenten droge stof van tomatensap dient te worden vastgesteld;
aan
Overwegende dat op grond van proefondervindelijk onderzoek verkregen resultaten de in de bijlage van deze verordening opgenomen methode de meest geschikte lijkt; Overwegende dat de in deze verordening vervatte bepalingen in overeenstemming van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief,
zijn met het advies
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Voor de toepassing van Aantekening 4 op Hoofdstuk 20 van het gemeenschappelijk douanetarief wordt het aantal gewichtspercenten droge stof in tomatensap vastgesteld overeenkomstig de methode opgenomen in de bijlage.
(') PB nr. L 172 van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1. (2) PB nr. L 2 0 7 van 15.7.1982, blz. 4. (a) PB nr. L 2 1 4 van 2 2 . 7 . 1 9 8 2 , blz. 12. 6" wijziging - 1 januari 1983
HOOFDSTUK
20/2
BIJLAGE
1. DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze methode maakt het mogelijk het aantal gewichtspercenten droge stof in tomatensap te bepalen. 2. DEFINITIE Het aantal gewichtspercenten droge stof wordt bepaald aan de hand van de droogrest verkregen na het drogen van het monster volgens de hierna omschreven methode. 3. PRINCIPE Bij de bepaling van het gewichtsverlies door droging, wordt het monster grondig met diatomeeënaarde of soortgelijk materiaal vermengd, voorgedroogd en daarna in de vacuümdroogstoof bij 70 ± 1°C en ongeveer 6,6 kPa (66 mbar) 2 uur gedroogd. 4. REAGENTIA 4 . 1 . Diatomeeënaarde of soortgelijk materiaal 4.2. Gedistilleerd water 5. APPARATUUR 5.1.
Droogtoestellen 5.1.1. Een vacuümdroogstoof voorzien van een automatische temperatuurregeling, een thermometer en een manometer. Deze droogstoof moet zodanig geconstrueerd zijn, dat de temperatuurverschillen op verschillende plaatsen in de oven niet meeer dan 2°C bedragen. 5.1.2. Een droogstoof voorzien van een ventilatiesysteem, een automatische temperatuurregeling en een thermometer. De constructie moet een snelle luchtcirculatie in de droogstoof en een voldoende uitwisseling met de buitenlucht mogelijk maken, zodat de waterdamp snel wordt afgevoerd. 5.1.3. Eventueel noodzakelijk: Een waterbad.
5.2. Een inrichting voor het drogen van lucht, bestaande uit een droogkolom gevuld met vers geactiveerde silicagel of met een soortgelijk droogmiddel, voorzien van een vochtigheidsindicator. De droogkolom is verbonden met een wasfles, gevuld met geconcentreerd zwavelzuur, die gekoppeld is aan de luchttoevoerinrichting van de droogstoof. Voor de veiligheid dient voor en achter deze wasfles een lege wasfles geplaatst te worden. 5.3. Een vacuümpomp, waarmee in de droogstoof (5.1.1.) een druk van ten minste 6,6 kPa (66 mbar) verkregen kan worden. 5.4. Een metalen corrosiebestendige schaal met vlakke bodem en afsluitend deksel, met een diameter van ongeveer 100 mm en een hoogte van ten minste 30 mm. 5.5. Een glasstaaf. 5.6. Een exsiccator met vers geactiveerde silicagel of een soortgelijk droogmiddel met een vochtigheidsindicator. 5.7. Een analytische balans. 6. UITVOERING 6 . 1 . Weeg ongeveer 1,5 g diatomeeënaarde (4.1 ) af in een schaal (5.4). Breng de open schaal samen met het deksel over naar de droogstoof en droog gedurende 3 0 minuten bij 110 ± 3°C. Sluit de schaal af met het deksel en breng hem over naar de exsiccator (5.6), laat afkoelen en weeg nauwkeurig.
6" wijziging - 1 januari 1 983
HOOFDSTUK
20/3
6.2. I n de schaal wordt ongeveer 15 gram van het monster nauwkeurig afgewogen. Weeg snel om vochtverlies te voorkomen. 6.3. Het monstermateriaal en de diatomeeënaarde (4.1) worden met behulp van de glasstaaf (5.5) gemengd en gelijkmatig in de schaal verdeeld. Voor een optimale vermenging kan men verdunnen met gedistilleerd water (4.2). De glasstaaf wordt met gedistilleerd water afgespoeld. 6.4. Het monster wordt volgens één van de hierna omschreven methodes tot schijnbare droogheid gedroogd. 6.4.1. Plaats het schaaltje met het monster op een kokend waterbad (5.1.3). 6.4.2. Plaats het schaaltje met het monster in de droogstoof (5.1.2) bij 70°C. 6.4.3. Plaats het schaaltje met het monster in de vacuümdroogstoof (5.1.1) bij 70°C en verminder de druk tot ongeveer 41,3 kPa (413 mbar). 6.5. Plaats het schaaltje met het gedeeltelijk gedroogde monster in de vacuümdroogstoof (5.1.1). Verlaag de druk tot ongeveer 6,6 kPa (66,6 mbar) (komt overeen met een doorstroomsnelheid van de gedroogde lucht van 2 tot 4 luchtbellen per seconde door geconcentreerd zwavelzuur). Laat het monster 2 uur drogen bij 70 ± 1°C. Sluit het vacuüm af en laat langzaam droge lucht binnenstromen tot de atmosferische druk is bereikt. 6.6. Plaats het afgesloten schaaltje met het monster onmiddellijk in de exsiccator (5.6) en weeg zodra kamertemperatuur is bereikt.
BEREKENING VAN DE RESULTATEN Formule en berekeningswijze van de resultaten De gewichtspercenten droge stof worden berekend aan de hand van de volgende formule: . lm,
. m2) χ
100 m0
waarbij m0
: de ingewogen massa van het monster in g
m,
de massa van de schaal met diatomeeënaarde, deksel en droogstof in g
m2
de masssa van de schaal met diatomeeënaarde en deksel in g.
6 e w i j z i g i n g 1 januari 1983
2 1 . 0 7 / 17 van 15 april 1 9 7 7 , ref. nr. 147
OMSCHRIJVING Een ingrediënt dat in de banketbakkerij wordt gebruikt bij de vervaardiging van gebak en biscuits. Het betreft een pasteus produkt dat als volgt is samengesteld : mono-, di- en triglyceriden sorbitol lecithine water
31% 37% 2% 30%
TARIEFINDELING Post 21.07 G l a ) 1
MOTIVERING Er kunnen twee posten in overweging worden genomen, namelijk de posten 38.19 en 21.07. Aangezien dit preparaat zelfstandigheden bevat, die in dit geval als voedingsstoffen moeten worden beschouwd (triglyceriden) is post 38.19, op grond van Aantekening 1 b) op Hoofdstuk 38, niet van toepassing. Dit produkt valt onder post 21.07 G I a) 1 als produkt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen (zie ook de Toelichtingen op de IDR-Nomenclatuur, in onderdeel B, op post 21.07), blz. 144 a).
van 18 november 1977, ref. nr. 162
OMSCHRIJVING Een kristallijn, zoet, oranje poeder met een sinaasappelsmaak, gereed voor de verkoop in het klein (in glazen potjes met een nettogewicht van 4 0 0 gram). Het produkt wordt gebruikt voor de bereiding van alcoholvrije dranken (twee theelepels op 0,1 liter water). Het kan bovendien gebruikt worden voor het op smaak brengen van nagerechten. Het is samengesteld uit saccharose (84,5%), citroenzuur (ongeveer 8%), sinaasappelaromaat, kleurstof, vitamine C (2,8 gr per 4 0 0 gr produkt) en een bepaalde hoeveelheid plantaardige vulstoffen (ongeveer 2%).
TARIEFINDELING Post 21.07
MOTIVERING Door het hoge gehalte aan citroenzuur en de aanwezigheid van plantaardige vulstoffen, kan het produkt niet beschouwd worden als suiker waaraan uitsluitend aromaten en kleurstoffen zijn toegevoegd, van post 17.05. Het wordt daarom ingedeeld onder post 21.07 als een produkt voor menselijke consumptie elders genoemd, noch elders onder begrepen.
5 e w i j z i g i n g - 1 januari 1982
2 1 . 0 7 / 18 -
van 7 december 1 9 7 8 , ref. nr. 183
OMSCHRIJVING Suikergoed in de vorm van zuurtjes of lollies, verkregen uit gehydrogeneerde glucosestroop (97%), waaraan bepaalde smaakgevende en aromatische zelfstandigheden zijn toegevoegd en soms saccharine.
TARIEFINDELING Post 21.07 G I a) 1
MOTIVERING Aangezien gehydrogeneerde glucosestroop geen suiker is in de zin van hoofdstuk 17 van het Tarief van invoerrechten kan het produkt niet worden ingedeeld als suikerwerk onder post 17.04. Rest dus slechts de indeling als „produkt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen" onder deze post. Aangezien
het desbetreffende
produkt geen zetmeel bevat, valt het onder onderverdeling
G I a 1.
van 14 september 1 9 7 9 , ref. nr. 196
OMSCHRIJVING Een produkt voor menselijke consumptie bestaande uit een mengsel van melkpoeder (94%) en enzymatisch actief moutextract (6%).
TARIEFINDELING Post 21.07 D II.
MOTIVERING Drie tariefposten
kunnen in aanmerking
worden genomen : 04.02,
19.02 en
21.07.
Het onderhavige produkt moet worden uitgesloten van post 04.02 vanwege de aanwezigheid van 6% actief moutextract, waarvan de toevoeging aan melkpoeder niet is toegestaan (zie de toelichting, a/gemene opmerkingen, op hoofdstuk 4 van de IDR-Nomenclatuur en de toelichtingen op de posten 04.01 en 04.02). Aangezien het gehalte aan moutextract te gering is om het onderhavige produkt te kunnen beschouwen als een „moutextract preparaat" dient post 19.02 eveneens te worden uitgesloten (zie de toelichting op post 19.02, onderdeel II, van de IDR-Nomenclatuur). Omdat een meer specifieke post ontbreekt valt dit produkt onder post 21.07, als een produkt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, onderverdeling D II (melkpreparaten in poedervorm voor kindervoeding, voor dieetvoeding of voor keukengebruik).
6" wijziging - 1 januari 1983
21.07/19
van 29 mei 1980, ref. nr. 2 0 8
OMSCHRIJVING Een produkt bestaande uit lemmetjes in poedervorm, waarbij de etherische oliën voor het grootste deel zijn afgescheiden, Arabische gom, poeder van lemmetjesschillen en citroenzuur, met een saccharosege halte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als saccharose, daaronder begrepen) van 15 of meer, doch minder dan 30 gewichtspercenten. Het produkt wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het aromatiseren van bepaalde produkten voor menselijke consumptie.
TARIEFINDELING
Post 21.07 G I c) 1.
MOTIVERING Het produkt kan niet worden beschouwd als een mengsel van reukstoffen, noch als een mengsel op basis van één of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, in de zin van post 33.04. Bij het ontbreken van een meer specifieke post, moet het produkt als „een produkt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen", onder post 21.07 worden ingedeeld (onderverdeling G I c) 1.
van 23 juni 1982, ref. nr. 229
OMSCHRIJVING Een dikvloeibaar produkt, bestaande uit ongegiste sappen van frombozen, rode bessen en tomaten, rozebottelpulp (1230%), saccharose (ongeveer 55%), alsmede een geringe hoeveelheid citroenzuur, vruchtenaroma en conserveringsmiddel. Het is bestemd om na verdunning met water te worden gebezigd als (kinder)drank, dan wel om onverdund te worden toegevoegd aan yoghurt en dergelijke produkten.
TARIEFINDELING Post 21.07 G I e ) 1
MOTIVERING Gelet op de hoeveelheid rozebottelpulp (1230%) kan post 20.07 niet in overweging worden genomen. Bij afwezigheid van een meer specifieke post dient dit produkt als een produkt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, onder post 21.07 G I e) 1 te worden ingedeeld.
&'■ wijziging
1 januari 1983
21.07/20 -
van 2 4 juni 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 0
OMSCHRIJVING Produkten in de vorm van een bruinachtig kristallijn poeder met, in gewichtspercenten, de volgende samenstelling: a) tarwezetmeel
12%
sojameel
14%
melasse
73%
calciumstearaat b) tarwezetmeel sojameel melasse calciumpreparaat
1% 30% 5% 64% 1%
Het is bestemd om als produkt voor menselijke consumptie ondermeer aan bakkerswaren en banketbakkerswaren te worden toegevoegd.
TARIEFINDELING Post 21.07 G
MOTIVERING De onderhavige produkten kunnen op grond van hun samenstelling niet als melasse van post 1 7.03 worden aangemerkt. Post 19.02 komt evenmin in aanmerking aangezien het tarwezetmeel en het sojameel slechts zijn toegevoegd om de produkten op de onderscheiden melassegehalten te brengen en het gebruik te vereenvoudigen. Bij het ontbreken van een meer specifieke post moeten zij als produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, onder post 21.07 G worden ingedeeld.
van 2 4 juni 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 1
OMSCHRIJVING Een produkt in de vorm van een bruinachtig kristallijn poeder met, in gewichtspercenten, de volgende samenstelling: tarwezetmeel
29%
sojameel
10%
honig
60%
calciumstearaat
1%
Het is bestemd om als produkt voor menselijke consumptie ondermeer aan bakkerswaren en banketbakkerswaren te worden toegevoegd.
TARIEFINDELING Post 21.07 G
6" wijziging - 1 januari 1983
21.07 / 21 MOTIVERING Het onderhavige produkt kan op grond van de samenstelling niet als natuurhonig van post 04.06 worden aangemerkt. Post 19.02 komt evenmin in aanmerking aangezien het tarwezetmeel en het sojameel slechts zijn toegevoegd om het produkt op een bepaald honiggehalte te brengen en om het gebruik te vereenvoudigen. Bij het ontbreken van een meer specifieke post moet het als een produkt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, onder post 21.07 G worden ingedeeld.
6''wijziging
1 januari 1 9 8 3
23.04 / 1 ARRESTEN VAN HET HOF
-
Zaak 18-72
AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (a) /. Brengt een juiste uitleg van artikel 14 van Verordening nr. 120/67¡EEG en van de in de bijlage A bij die Verordening vermelde, eveneens in het gemeenschappelijk douanetarief voorkomende, tariefpost ex 23.02, omschreven als: „Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van granen", mede, dat onder die tariefpost moet worden ingedeeld een produkt, welks bereidingswijze en samenstelling en hoedanigheden zijn als hierboven ten aanzien van het produkt hominy chop specified is omschreven? en indien deze vraag door het Hof bevestigend zou worden
beantwoord:
2. Voorziet enig voorschrift van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, dan wel van enige op dat Verdrag gegronde verordening, met name van een der in deze uitspraak genoemde EEG-verordeningen, in de mogelijkheid, dat de nationale instanties van een Lid-Staat gebruik maken van een bepaling als die van artikel 12, lid 1, van het In- en uitvoerbesluit Landbouwgoederen 1963, jo. artikel 2, aanhef en onder g, van de In- en uitvoerbeschikking Produktschap voor Veevoeder 1963, dan wel van artikel 15, lid 1, aanhef en onder d, van de Beschikking landbouwheffingenen -restitutieregime 1968 II, tot het verlenen van ontheffing van een verplichting tot het betalen van heffing ingevolge artikel 14 van de Verordening nr. 120/67/EEG ter zake van de invoer in de Gemeenschap van een produkt, vallende onder de in de bijlage A bij die Verordening genoemde tariefpost ex 23.02 van het gemeenschappelijke douanetarief? ARREST (b) 1. Artikel 14 van Verordening nr. 120/67/EEG van de Raad moet aldus worden uitgelegd dat post 23.02 geen onderscheid maakt naar het procédé, toegepast bij de bewerking van de granen, daar post 23.04 uitsluitend doelt op afvallen verkregen bij de winning van plantaardige oliën. 2. Geen enkele bepaling van het Verdrag of van de voor zijn toepassing gegeven regels voorziet in de mogelijkheid voor de nationale instanties om vrijstelling te verlenen van de in artikel 14 van Verordening nr. 120/67/EEG bedoelde heffing ter zake van de invoer in de Gemeenschap van produkten, vallende onder de in bijlage A van deze verordening omschreven post 23.02 van het gemeenschappelijk douanetarief.
-
Zaak 129-81 AAN HET HOF GESTELDE VRAAG (c) „of meel van sojaextract behoort tot de produkten vermeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 136/66 van de Raad van 22 september 1966, en inzonderheid in de posten 12.02, 15.17 of 23.04 van het gemeenschappelijk douanetarief". ARREST (d) van 11 maart 1982 Sojameel moet worden ingedeeld onder post ex 23.04 van het gemeenschappelijk douanetarief en behoort derhalve tot de produkten genoemd in artikel 1, lid 2, van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (PB nr. 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66).
(a) (b) (c) (d)
PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr.
C C C C
59 van 8.6.72, blz. 9. 15 van 3 0 . 3 . 7 3 , blz. 13. 158 van 2 7 . 6 . 1 9 8 1 , blz. 2. 83 van 2 . 4 . 1 9 8 2 , blz. 4 .
6 " wijziging - 1 januari 1983
23.04 / 2 VERORDENING
Nr. 4 8 2 / 7 4 V A N DE C O M M I S S I E van 2 7 februari 1 9 7 4 (a)
Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, gehecht aan Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 ('), laatste/ijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1/74 van de Raad van 17 december 1973 (2), post 23.04 betrekking heeft op bij de winning van plantaardige oliën verkregen afvallen; dat de afvallen in de zin van deze post vaste residuen zijn, die overblijven na winning van de olie uit oliehoudende zaden en vruchten, door persen, extraheren met oplosmiddelen of centrifugeren; dat die afvallen zijn samengesteld uit houtachtige deeltjes, eiwitstoffen, zetmeelachtige en minerale stoffen en dat zij nog een bepaalde hoeveelheid vetstoffen bevatten; dat zij kunnen voorkomen in de vorm van platte koeken, van korrels en van grof meel, en eveneens kunnen zijn samengeperst in de vorm van cilinders, bolletjes en dergelijke (pellets); Overwegende dat het begrip afvallen geen produkten omvat waaruit nog op economisch rendabele wijze olie kan worden gewonnen en evenmin produkten die, (anders dan in te verwaarlozen hoeveelheden) bestanddelen bevatten die niet aan het oliewinningsproces onderworpen zijn geweest en aan de werkelijke afvallen zijn toegevoegd; Overwegende dat de afvallen bij de winning van maïskiemolie overblijven na het winnen, hetzij door extraheren met oplosmiddelen, hetzij door persen, van de in de maïskiemen aanwezige olie; dat de voor deze oliewinning gebruikte grondstoffen vee/al bestaan uit maïskiemen en deeltjes van het endosperm en van de zaadhuid van de maïskorrel; Overwegende dat, afhankelijk van de toegepaste werkwijze (winning van olie door extraheren met oplosmiddelen of door persen) en het verschil in samenstelling van de gebruikte grondstoffen, de afvallen zich onderscheiden door een verschillend vet en proteïnegehalte; Overwegende dat het, ten einde de bij winning van maïskiemolie verkregen afvallen, die onder post onderverdeling 23.04 B vallen, te onderscheiden van de produkten die geen volledige behandeling voor het winnen van olie uit maïskiemen hebben ondergaan enerzijds, en van de produkten die, naast de werkelijke afvallen, bestanddelen bevatten die niet aan het oliewinningsproces onderworpen zijn ge weest anderzijds, noodzakelijk is een minimum of maximumgehalte aan zetmeel, vet en proteïne vast te stellen; dat deze gehalten, berekend in gewichtspercenten op de droge stof, overeenkomstig de huidige technologie ter zake, als volgt kunnen worden vastgesteld: a) voor afvallen die overblijven — zetmeel: minder dan 45 — proteïne (stikstofgehalte — vet: minder dan 3
oplosmiddelen:
gewichtspercenten χ 6,25):
11,5 of meer
gewichtspercenten
gewichtspercenten
b) voor afvallen die overblijven — zetmeel: minder dan 45 — proteïne
na het extraheren met
(stikstofgehalte
— vet: 3 gewichtspercenten
na het persen: gewichtspercenten χ 6,25):
13 of meer
gewichtspercenten
of meer, doch niet meer dan 8
gewichtspercenten;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENI NG VASTGESTELD: Artikel 1 De bij de winning van maïskiemolie verkregen afvallen, die overblijven na winning van maïskiemolie door extraheren met oplosmiddelen of door persen, worden in het gemeenschappelijk douanetarief slechts onder postonderverdeling 2 3 . 0 4 Β ingedeeld indien zij de volgende gehalten hebben, berekend in gewichtspercenten op de droge stof: (') PB nr. L 172 van 22.7.68 blz. 1. (2) PB nr. L 1 van 1.1.74, blz. 1. (a) PB nr. L 57 van 28.2.74, blz. 23. 6 e wijziging 1 januari 1983
23.04 / 3 1. voor de produkten met een vetgehalte van minder dan 3 gewichtspercenten: — zetmeelgehalte: minder dan 45 gewichtspercenten; — proteïnegehalte (stikstofgehalte χ 6,25): 11,5 of meer gewichtspercenten. 2. voor de produkten met een vetgehalte van 3 gewichtspercenten of meer, doch niet meer dan 8 gewichtspercenten: — zetmeelgehalte: minder dan 45 gewichtspercenten; — proteïnegehalte (stikstofgehalte χ 6,25): 13 of meer gewichtspercenten. Deze afvallen mogen voorts geen bestanddelen bevatten die niet van de maïskorrel afkomstig zijn.
6 e wijziging 1 januari 1983
23.07 / 7 -
van 2 9 september 1 9 8 1 . ref. nr. 2 2 5
OMSCHRIJVING Vogelvoeder bestaande uit ongeveer 63% gierst, 10% kanariezaad en 2 7 % gepelde haver
TARIEFINDELING Post 23.07 B
MOTIVERING Aangezien het onderhavige produkt door de aanwezigheid van gepelde haver (post 11.02) niet kan worden beschouwd als een eenvoudig mengsel van granen (gierst en kanariezaad) van hoofdstuk 10, is post 10.07 niet van toepassing. Het dient te worden ingedeeld onder post 23.07 B als een „bereiding van de soort welke wordt gebezigd voor het voederen van dieren".
-
van 19 februari 1982, ref. nr. 232
OMSCHRIJVING VAN DE GOEDEREN Kauwspeelgoed voor honden in verschillende vormen, zoals ringen, botten of krakelingen, bestaande uit stukjes runderhuid, gelatine, glucosestroop (als bindmiddel), kleurstoffen, plantaardig proteïnehydrolysaat, een stabilisator en voorts voor wat de ringen betreft tevens uit vlees- en beendermeel. De produkten kunnen geheel worden opgegeten.
TARIEFINDELING Post 23.07 B I a) 1
MOTIVERING Aangezien de produkten naast runderhuid zelfstandigheden bevatten die gewoonlijk worden gebezigd in diervoeding, dienen zij te worden aangemerkt als bereidingen voor het voederen van dieren en dientengevolge te worden ingedeeld onder post 23.07 Bla) 1.
6* wijziging - 1 januari 1983
24.01 / 1 VERORDENING
Nr. 3 0 3 5 / 7 9 VAN DE C O M M I S S I E van 2 0 december 1 9 7 9 (a), gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 1 4 6 6 / 8 0 van 9 juni 1 9 8 0 ( b ) , nr. 3 2 9 8 / 8 0 van 18 december 1 9 8 0 (c), nr. 3 3 4 4 / 8 0 van 2 2 december 1980 (d), nr. 1541/81 van 5 juni 1981 (e) en nr. 3 3 5 5 / 8 1 van 23 november 1981 (f) en nr. 3 1 8 7 / 8 2 van 25 november 1982 (g) houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van tabak van de soort Virginia, „flue-cured", van de soort Burley, Burley-hybriden daaronder begrepen, „light-air-cured", van de soort Maryland, „light-air-cured", en „fire-cured" tabak onder post 24.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief.
Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, als bijlage gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad (\), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2999/79 (2), post 24.01 A betrekking heeft op tabak van de soort Virginia, „flue-cured", van de soort Burley, Burley-hybriden daaronder begrepen, „light-air-cured", van de soort Maryland, „light-air-cured" en „fire-cured" tabak; dat indeling onder deze post is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen vast te stellen door de bevoegde autoriteiten; dat met het oog op een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief voorschriften noodzakelijk zijn voor het vaststellen van die voorwaarden en bepalingen; Overwegende dat de identificatie van vorenbedoelde produkten enige moeilijkheden oplevert, dat die identificatie aanmerkelijk kan worden vergemakkelijkt indien het uitvoerende land de verzekering geeft dat de uitgevoerde goederen in overeenstemming zijn met de omschrijving van het onderhavige produkt; dat derhalve een produkt slechts dan onder vorengenoemde post kan worden ingedeeld indien het vergezeld gaat van een certificaat van echtheid dat, afgegeven door een instelling belast met de afgifte, als zodanig door het land van uitvoer erkend, deze zekerheid verschaft; Overwegende dat het model van het bedoelde certificaat en de voorwaarden voor het gebruik ervan dienen te worden vastgesteld; dat voorts dient te worden voorzien in regelingen waardoor de Gemeenschap in de gelegenheid wordt gesteld toezicht te houden op de afgifte van het certificaat, dat er derhalve aanleiding is om de instelling belast met de afgifte bepaalde verplichtingen op te leggen; Overwegende dat voor tabak verladen vóór 1 februari 1980 alsmede voor tabak van oorsprong uit landen of gebieden die vallen binnen het systeem van de a/gemene tariefpreferenties, overgangsbepalingen dienen te worden vastgesteld;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1 1. De indeling onder post 24.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief van tabak van de soort Virginia, „flue-cured", van de soort Burley, Burley-hybriden daaronder begrepen, „light-air-cured", van de soort Maryland, „light-air-cured", en „fire-cured" tabak wordt afhankelijk gesteld van de overlegging van een certificaat van echtheid dat aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden voldoet.
(') (2) (a) (b) (c) (d) (e) (f) (g)
PB nr. L 172 PB nr. L 3 4 1 PB nr. L 3 4 1 PB nr. L 146 PB nr. L 3 4 4 PB nr. L 3 5 1 PB nr. L 151 PB nr. L 3 3 9 PB nr. L 3 3 8
van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1 . van 3 1 . 1 2 . 1 9 7 9 , blz. 1. van 3 1 . 1 2 . 1 9 7 9 , blz. 2 0 . van 1 2 . 6 . 1 9 8 0 , blz. 15. van 1 9 . 1 2 . 1 9 8 0 , blz. 17. van 2 4 . 1 2 . 1 9 8 0 , blz. 1 1 . van 1 0 . 6 . 1 9 8 1 , blz. 17. van 26.1 1 . 1 9 8 1 , blz. 13. van 30.1 1.1982, blz. 7.
6« w i j z i g i n g - 1 januari 1 9 8 3
24.01 / 2 De in de eerste alinea bedoelde tabak die op het tijdstip van het in het vrije verkeer brengen, op grond van een communautaire bepaling niet is onderworpen aan invoerrechten, dient echter zonder overlegging van een certificaat onder post 24.01 A te worden ingedeeld. Het certificaat mag niet worden afgegeven noch aanvaard wanneer de voornoemde tabakssoorten onderling vermengd in één onmiddellijke verpakking worden aangeboden. 2. I n de zin van deze verordening wordt verstaan onder : a) tabak van de soort Virginia, „fluecured", tabak welke is gedroogd in kunstmatige atmosferische omstandigheden met behulp van een procédé met warmte en ventilatieregeling en waarbij elk contact tussen de rook en de tabaksbladeren wordt vermeden; de gedroogde tabak heeft dan gewoonlijk een citroengele tot een zeer donker oranje of rode kleur. Andere kleuren en combina ties van kleuren zijn dikwijls een gevolg van de graad van rijpheid, de wijze van telen of van het drogen; b) tabak van de soort Burley, Burleyhybriden daaronder begrepen, „lightaircured", tabak welke met warme lucht is gedroogd in natuurlijke atmosferische omstandigheden en die geen rookgeur heeft indien van extra warmte of van een bijkomende luchtstroom gebruik werd gemaakt; de bladeren variëren van taankleurig tot roodachtig. Andere kleuren en combinaties van kleuren zijn dikwijls een gevolg van de graad van rijpheid, de wijze van telen of van het drogen; c) tabak van de soort Maryland, „lightaircured", tabak welke met warme lucht is gedroogd in natuurlijke atmosferische omstandigheden en die geen rookgeur heeft indien van extra warmte of van een bijkomende luchtstroom gebruik werd gemaakt; de bladeren variëren van lichtgeel tot diep kersenrood. Andere kleuren en combinaties van kleuren zijn dikwijls een gevolg van de graad van rijpheid, de wijze van telen of van het drogen; d) „firecured" tabak, tabak welke met warme lucht is gedroogd in kunstmatige atmosferische omstandigheden boven open houtvuren, waarbij de rook van het hout gedeeltelijk door de tabak is opgenomen. Bladeren van „firecured" tabak zijn dikker dan bladeren van Burley, „fluecured", of Maryland van het overeenkomstige deel van de plant. De kleuren variëren van geelbruin tot zeer donker bruin. Andere kleuren en combinaties van kleuren zijn dikwijls een gevolg van de graad van rijpheid, de wijze van telen of van drogen. Artikel 2 1. Het van een Het
certificaat wordt overeenkomstig het in bijlage I opgenomen model gebruikt en ingevuld in een de officiële talen van de Europese Economische Gemeenschap alsmede, in voorkomend geval, in officiële taal van het land van uitvoer. Het formaat van het certificaat is ongeveer 2 1 0 χ 297 mm. te gebruiken papier moet wit zijn en ten minste 40 g/m 2 wegen.
2. Elk certificaat wordt voorzien van een volgnummer afgegeven door de instelling belast met de afgifte. 3. De douaneautoriteiten van de LidStaat waarin de tabak wordt aangeboden, kunnen een vertaling van het certificaat eisen. Artikel 3 Het certificaat wordt hetzij met de schrijfmachine, hetzij met de hand ingevuld. I n het laatste geval dient dit in blokletters met inkt te geschieden. Artikel 4 Het certificaat of, bij splitsing van de zending, de fotocopie bedoeld in artikel 7 wordt, met de goederen waarop het betrekking heeft, binnen een termijn van 2 4 maanden, te rekenen vanaf de dag van afgifte van het certificaat, aangeboden aan de douaneautoriteiten van de LidStaat van invoer. Artikel 5 1. Een certificaat is slechts geldig indien het behoorlijk geviseerd is door een instelling belast met de afgifte die op de in artikel 6, lid 2, bedoelde lijst voorkomt.
6 e wijziging 1 januari 1 9 8 3
24.01 / 3 2. Een certificaat is behoorlijk geviseerd wanneer plaats en datum van afgifte in het certificaat vermeld zijn en wanneer het stempel van de instelling belast met de afgifte en de handtekening van de tot ondertekening bevoegde persoon of personen op het certificaat voorkomen. Artikel 6 1. Een instelling belast met de afgifte kan slechts op de lijst voorkomen : a) indien zij als zodanig door het land van uitvoer is erkend, b) indien zij zich verplicht de gegevens die in de certificaten voorkomen te verifiëren, c) indien zij zich verplicht aan de Commissie en de Lid-Staten op verzoek alle nodige inlichtingen te verstrekken om de in de certificaten voorkomende gegevens te kunnen beoordelen. 2. De lijst van de instellingen, belast met de afgifte, is in bijlage II opgenomen. 3. De lijst wordt herzien wanneer aan de in lid 1, sub a), bedoelde voorwaarden niet meer wordt voldaan of wanneer een met de afgifte belaste instelling een van de verplichtingen die zij op zich heeft genomen, niet nakomt. Artikel 7 Bij splitsing van de zending dient voor elke partij een fotocopie te worden gemaakt van het originele certificaat. Fotocopieën en origineel certificaat dienen te worden overgelegd aan het douanekantoor waar de goederen zich bevinden. ledere fotocopie dient de naam en het adres van de geadresseerde van de partij te vermelden en te worden voorzien van de vermelding in rood „Uittreksel geldig voor... k g " (in cijfers en in letters), alsmede van de plaats en datum van de splitsing. Deze vermeldingen worden gewaarmerkt door ondertekening door de bevoegde douaneambtenaar en door de afdruk van het dienststempel van het douanekantoor. Het originele certificaat dient te worden voorzien van een passende aantekening met betrekking tot de splitsing van de zending en te worden bewaard door het betrokken douanekantoor. Artikel 8 1. Tot en met 3 0 juni 1980 kan de in artikel 1 bedoelde tabak welke vóór 1 februari 1980 is verladen onder post 24.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief worden ingedeeld zonder dat een certificaat wordt overgelegd, mits ten genoegen van de douane op enigerlei wijze wordt aangetoond dat het tabak betreft van de aldaar bedoelde soorten. 2. Tot en met 31 december 1983 kan het certificaat voor de in artikel 1 bedoelde tabak welke van oorsprong is uit landen of gebieden die vallen binnen het systeem van de algemene tariefpreferenties, worden vervangen door het certificaat van oorsprong, formulier A, waarin de verklaring van echtheid is opgenomen, zelfs indien de landen of gebieden niet in aanmerking komen voor het systeem van de algemene tariefpreferenties voor ruwe tabak.
6e wijziging - 1 januari 1983
24.01 / 4 BIJLAGE I 1. Exporteur
2. Nummer ORIGINEEL
3. Instelling belast met de afgifte
4. Geadresseerde
5.
6. Vervoermiddel CERTIFICAAT VAN ECHTHEID TABAK (POST 24.01 A VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF)
8. Brutogewicht (kg)
7. Tekens en nummers, aantal en soort der colli
9. Nettogewicht (kg)
10. Nettogewicht (kg) (in letters)
11. VISUM VAN DE INSTANTIE VAN AFGIFTE Ik bevestig dat de in dit certificaat omschreven tabak van de soort Virginia „flue cured", van de soort Burley (Burleyhybriden daaronder begrepen), „light-air-cured", van de soort Maryland, „light-air-cured", en „fire cured" tabak (') in de zin van artikel 1, tweede lid, van Verordening (EEG) nr. 3035/79 is. (Zie voor vertaling vak 12). Plaats Datum (Stempel of voorgedrukt stempel en handtekening)
5 e wijziging - 1 januari 1982
24.01 / 5
12. Jeg bekræfter, at tobakken, der er nævnt i dette certifikat, er »flue cured« Virginia tobak — »light air cured« Burley tobak (herunder Burleyhybrider) — »light air cured« Maryland tobak — »fire cured« tobak — der er omhandlet i artikel 1, stk. 2. i forordning (EØF) nr. 3035/79. Ich bestätige, daß es sich bei dem in dieser Bescheinigung beschriebenen Tabak um „flue cured" Virginia Tabak — „light air cured" Burley Tabak (einschießlich Burleyhybriden) — „light air cured" Maryland Tabak „fire cured" Tabak ¡m Sinne des Artikels 1 Absatz 2 der Verordnung (EWG) Nr. 3035/79 handelt. Je certifie que les tabacs décrits dans ce certificat sont des tabacs „flue cured" du type Virginia — tabacs „light air cured" du type Burley (y compris les hybrides de Burley) — tabacs „light air cured" du type Maryland — tabacs „flre cured" au sens de l'article 1 e r paragraphe 2 du règlement (CEE) n° 3035/79. Si certifica che i tabacchi descritti nel presente certificato sono tabacchi «flue cured» del tipo Virginia — tabacchi «light air cured» del tipo Burley (compresi gli ibridi di Burley) — tabacchi «light air cured» del tipo Maryland — tabacchi «fire cured» ai sensi dell'articolo 1, paragrafo 2, del regolamento (CEE) n. 3035/79. I hereby certify that the tobacco described in this certificate is flue cured Virginia type tobacco — light air cured Burley type tobacco (including Burley hybrids) — light air cured Maryland type tobacco — fire cured tobacco within the meaning of Article 1 (2) of Regulation (EEC) No 3035/79. Βεβαιοΰται οτι ο περιγραφόμενος στό παρόν πιστοποιητικό καπνός eïvai καπνός "flue cured" τύπου Virginia — καπνός "light air cured" τύπου Burley (περιλαμβάνων τις ποικιλίες Burley) — καπνός "light air cured" τύπου Maryland — καπνός "fire cured" Ι1) σύμφωνα με την έννοια τοΰ άρθρου 1 (2) του κανονισμού (ΕΟΚ) αριθ. 3035/79
Ι') Ruimte bestemd voor andere gegevens van het land van uitvoer.
BIJLAGE
II Instelling belast met de afgifte
Land van uitvoer Omschrijving — Verenigde Staten van Amerika
— Canada
Tobacco Association of United States of haar officiële agentschappen.
Raleigh, North Carolina
Directorate General Food Production and Inspection Branch Agriculture, Canada of haar officiële agentschappen.
Ottawa
Direction générale de la production et de l'inspection Section Agriculture, Canada of haar officiële agentschappen.
5 e wijziging- 1 januari 1982
Plaats van vestiging
24.01 / β TARIFERING
-
van 14 oktober 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 3
OMSCHRIJVING Gestripte (*), niet versneden tabaksbladeren in de vorm van onregelmatige stukjes. Deze stukjes van verschillende soorten tabak vormen een mengsel dat zonder nadere bewerking wordt gebezigd als binnengoed voor sigaren.
TARIEFINDELING Post 24.01
MOTIVERING Dit produkt kan naar zijn aard niet worden aangemerkt als een produkt gereed om te worden gerookt, als bedoeld in de toelichting, punt 1, op post 24.01 en in de toelichting, punt 1, op post 24.02 van de IDRNomenclatuur. Het moet daarom worden ingedeeld onder post 24.01.
(*) Het strippen geschiedt in stripmachines waarin de tabaksbladeren worden verkleind door middel van een systeem van roterende pennen, verwisselbare metalen roosters van verschillende grootte en een luchtstroom, waarbij de lichtere deeltjes worden gescheiden van de nerven en de zwaardere bestanddelen.
6° wijziging - 1 januari 1983
30.04 / 1 ARREST VAN HET HOF
-
Zaak 3 7 - 8 2
AAN HET HOF GESTELDE VRAAG (a) Kunnen afdekdoeken als in dit geding aan de orde — welke bestaan uit vliezen ce/stof gescheiden door een kunststoffolie, welke niet geïmpregneerd of bedekt zijn met farmaceutische zelfstandigheden maar stuk voor stuk steriel zijn verpakt in enveloppes, opgemaakt voor de verkoop in het klein voor chirurgische doeleinden en welke slechts eenmaal worden gebruikt bij chirurgische ingrepen voor het afdekken van het lichaam van de patiënt, zodanig dat de plaats van de ingreep wordt vrijgelaten — worden aangemerkt als dergelijke artikelen als watten, gaas of verband, in de zin van post 30.04 van het gemeenschappelijk douanetarief?
ARREST (b) van 6 oktober 1982 Afdekdoeken welke bestaan uit vliezen celstof gescheiden door een kunststoffolie, welke niet geïmpregneerd of bedekt zijn met farmaceutische zelfstandigheden, maar stuk voor stuk steriel zijn verpakt in enveloppen, opgemaakt voor de verkoop in het klein voor chirurgische doeleinden en welke slechts eenmaal worden gebruikt bij chirurgische ingrepen voor het afdekken van het lichaam van de patiënt, zodanig dat de plaats van de ingreep wordt vrijgelaten, moeten worden aangemerkt als dergelijke artikelen als watten, gaas of verband, in de zin van post 30.04 van het gemeenschappelijk douanetarief.
(a) PB nr. C 4 2 van 1 7 . 2 . 1 9 8 2 , blz. 3. (b) PB nr. C 2 9 3 van 9.1 1.1982, blz. 4 . 6 e wijziging - 1 januari 1983
31.02 / 1 VERORDENING
Nr. 3 0 3 9 / 7 9 VAN DE C O M M I S S I E van 21 december 1 9 7 9 (a) gewijzigd bij Verordeningen (EEG) nr. 3 2 9 8 / 8 0 van 18 december 1 9 8 0 (b) en nr. 1 2 2 / 8 2 van 19 januari 1982 (c) houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van natuurlijk natrium nitraat en van natuurlijk kaliumhoudend natriumnitraat respectievelijk onder de posten 3 1 . 0 2 A en 3 1 . 0 5 A III a) van het gemeenschappelijk douanetarief
Overwegende dat in de bijlage „gemeenschappelijk douanetarief" van Verordening (EEG) nr. 950/68 de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2999/79 (2) — post 31.02 A betrekking heeft op natuurlijk natriumnitraat, — post 31.05 A III a) op natuurlijk
kaliumhoudend
van
en
natriumnitraat;
dat indeling onder deze posten is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten; dat met het oog op een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief voorschriften noodzakelijk zijn voor het vaststellen van die voorwaarden en bepalingen; Overwegende dat het dienstig lijkt het tot dusver bij invoer van de betrokken produkten door de douaneautoriteiten van de Lid-Staten geëiste kwaliteitscertificaat te vervangen door een certificaat volgens communautair model, gebaseerd op het kaderformulier dat door de Verenigde Naties wordt aanbevolen; Overwegende dat de identificatie van vorenbedoelde produkten enige moeilijkheden oplevert; dat die identificatie aanmerkelijk kan worden vergemakkelijkt indien het exporterende land de verzekering geeft dat de uitgevoerde goederen in overeenstemming zijn met de omschrijving van het produkt in kwestie; dat derhalve een produkt s/echts dan onder een van de vorengenoemde posten kan worden ingedeeld indien het vergezeld gaat van een kwaliteitscertificaat dat, afgegeven door een instelling handelende onder de verantwoordelijkheid van het land van uitvoer, deze verschaft; Overwegende dat het model van het vorenbedoelde certificaat en de voorwaarden voor het gebruik ervan dienen te worden vastgesteld; dat voorts dient te worden voorzien in regelingen waardoor de Gemeenschap in de gelegenheid wordt geste/d toezicht te houden op de afgifte van het certificaat en vervalsingen tegen te gaan; dat er derhalve aanleiding is om de instelling belast met de afgifte bepaalde verplichtingen op te leggen; Overwegende dat het dienstig is te bepalen dat de volgens de oude modellen opgemaakte gedurende een bepaalde periode nog mogen worden gebruikt;
certificaten
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 De indeling onder de posten 31.02 A en 31.05 A l i l a ) van het gemeenschappelijk douanetarief van respectievelijk natriumnitraat en van natuurlijk kaliumhoudend natriumnitraat wordt afhankelijk gesteld
(') (2)
PB nr. L 172 van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1 . PB nr. L 3 4 1 van 3 1 . 1 2 . 1 9 7 9 , blz. 1.
(a) PB nr. L 341 van 31.12.1979, blz. 46. (b) PB nr. L 344 van 19.12.1980, blz. 17. (c) PB nr. L 16 van 22.1.1982, blz. 10. 6e wijziging - 1 januari 1983
31.02/2 van de overlegging van een kwaliteitscertificaat dat aan de in deze verordening vastgestelde voorwaar den voldoet. Artikel 2 1. Het certificaat wordt gesteld op een formulier overeenkomstig het model opgenomen in bijlage I . Het formaat van het certificaat is 2 1 0 χ 297 mm. Het te gebruiken papier moet wit zijn en ten minste 4 0 g/m 2 wegen. 2. Elk certificaat wordt voorzien van een volgnummer, afgegeven door de instelling belast met de afgifte. Artikel 3 Het certificaat wordt hetzij met de schrijfmachine hetzij met de hand ingevuld. In het laatste geval dient dit in blokletters met inkt te geschieden. Artikel 4 Het certificaat wordt, met de goederen waarop het betrekking heeft, binnen een termijn van vijf maanden, te rekenen vanaf de datum van afgifte, aan de douaneautoriteiten van de LidStaat van invoer overgelegd. Artikel 5 1. Een certificaat is slechts geldig indien het behoorlijk geviseerd is door een instelling belast met de afgifte die op de in artikel 6, lid 2, bedoelde lijst voorkomt. 2. Een certificaat is behoorlijk geviseerd wanneer plaats en datum van afgifte in het certificaat vermeld zijn en wanneer het stempel van de instelling belast met de afgifte en de handtekening van de tot ondertekening bevoegde persoon of personen op het certificaat voorkomen. Artikel 6 1. Een instelling belast met de afgifte kan slechts op de lijst voorkomen: a) indien zij als zodanig door het land van uitvoer is erkend, b) indien zij zich verplicht de gegevens die in de certificaten voorkomen te verifiëren, c) indien zij zich verplicht aan de Commissie en de LidStaten op verzoek alle nodige inlichtingen te verstrekken om de in de certificaten voorkomende gegevens te kunnen beoordelen. 2. De lijst van de instellingen, belast met de afgifte, is in bijlage I I opgenomen. 3. De lijst wordt herzien wanneer aan de in lid 1, sub a), bedoelde voorwaarde niet meer wordt voldaan of wanneer een met de afgifte belaste instelling een van de op haar rustende verplichtingen niet nakomt. Artikel 7 Bij splitsing van de zending dient voor elke partij een fotocopie te worden gemaakt van het originele certificaat. Fotocopieën en origineel certificaat dienen te worden overgelegd aan het douanekantoor waar de goederen zich bevinden. ledere fotocopie dient de naam en het adres van de geadresseerde van de partij te vermelden en te worden voorzien van de vermelding in rood „Uittreksel geldig voor ...kg" (in cijfers en in letters), alsmede van de plaats en datum van de splitsing. Deze vermeldingen worden gewaarmerkt door ondertekening door de verantwoordelijke douaneambtenaar en door de afdruk van het dienststempel van het douane kantoor. Het originele certificaat dient te worden voorzien van een passende aantekening met betrekking tot de splitsing van de zending en te worden bewaard door het betrokken douanekantoor.
6e wijziging 1 januari 1983
31.02/3 BILAG I - ANHANG I - ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ I - ANNEX I - ANNEXE I - ALLEGATO I - BIJLAGE I 1. Ex p edidor — Eksp editør — Absender — 'Αποστολέας — Cor\signor — Expéditeur — M ittente — Afzender
2. Número — Nummer — Nummer — 'Αριθμός Number — Numéro — Numero — Nummer 3. REPUBLICA DE CHILE Servicio Nacional de Geología y Minería
Destinatario — Modtager Empfänger — Παραλήπτης — Consignee — Destinataire ■ Destinatario — Geadresseerde
Puerto de embarque - Afskjbningssted — Verladehafen Λιμένας φορτώσεως - Port of embarkation — Port d'embarquement - Porto d'imbarco — Haven van lading
8. Barco - Skib Nave — Schip
Schiff
Πλοίο — Ship — Bateau
9. Conocimiento — Konnossement — Konnossement Φορτωτική — Bil of lading — Connaissement — Polizza di carico — Cognossement
CERTIFICADO DE C A L I D A D KVALITETSCERTIFIKAT REINHEITSZEUGNIS ΠΙΣΤΟΠΟΙΗΤΙΚΟ ΠΟΙΟΤΗΤΟΣ CERTIFICATE OF QUALITY CERTIFICAT DE QUALITÉ CERTIFICATO DI QUALITÀ KWALITEITSCERTIFICAAT '. NITRATO DE CHILE CHILE-SALPETER NITRAT A U S CHILE ΝΙΤΡΟ ΤΗΣ ΧΙΛΗΣ NITRATE FROM CHILE NITRATE DU CHILI NITRATO DEL CILE NITRAAT UIT CHILI
10. En sacos —i sække —In Säcken —Σέ σάκους—In sacks —En sacs —In sacchi —In zakken Marca — Mærke — Zeichen — Σημεία — Marks — Marques— Marche — Merken Número — Nummer — Nummern — 'Αριθμοί — Numbers — Numéros — Numeri — Nummers Cantidad — Antal — Anzahl — Ποσότητα — Number — Nombre — Quantità — Aantal A granel —Løst ladet —Als Massengut —Χύμα —Loose —En vrac —Alla rinfusa — Los gestortC )
11. Cantidad! 2 ) en números M æ n g d e (2) i tal Menge (2) in Ziffern Ποσότητα (2) αριθμητικώς Quantity 2) in figures Quantité (2) en chiffres Quantità (2) in cifre Hoeveelheid (2) in cijfers
12. Cantidad) 2 ) en letra — Mængde (2) i bogstaver — M e n g e l 2 ) in Buchstaben — Ποσότητα! 2 ) ολογράφως words — Quantité (2) en lettres — Quantità (2) in lettere — Hoeveelheid (2) voluit
— Quantity! 2 ) in
13. VISADO DEL O R G A N I S M O EMISOR PÅTEGNING FRA UDSTEDENDE O R G A N BESCHEINIGUNG DER ERTEILEN DEN STELLE ΘΕΩΡΗΣΗ ΤΗΣ ΑΡΧΗΣ ΠΟΥ ΤΟ ΕΞΕΔΩΣΕ CERTIFICATE OF THE ISSUING A U T H O R I T Y V I S A DE L'ORGANISME ÉMETTEUR VISTO DELL'ORGANISMO EMITTENTE V I S U M V A N DE INSTANTIE V A N AFGIFTE El Servicio National de Geología y Minería certifica que el cargamento de nitrato descrito más arriba está constituido por : — nitrato de sodio natural de Chile, con un contenido en nitrógeno que no exceda 16,3% en peso ('); — nitrato de sodio potásico natural de Chile, consistente en una mezcla natural de nitrato de sodio y de nitrato de potasio (la proporción de este último elemento no sobrepasando 44%) con un contenido global en nitrógeno que no exceda 16,3% en peso, producido en Chile y obtenido por lixiviación del mineral de nitrato lamado «caliche» en solución acuosa, seguido por una cristalización fraccionada por enfriamiento y/o evaporación solar (')■
19.
Sello — Stempel — Stempel — Σφραγίδα — S t a m p — Cachet — Timbro — Stempel
Firma — Underskrift — Unterschrift — 'Υπογραφή Signature — Signature — Firma — Handtekening
(Véase traducción bajo el n° 14 — Oversættelse se nr. 14 — Übersetzung siehe Nr. 14 — Βλέπε μετάφραση αριθ. 14 — See the translation under No 14 — Voir traduction au n° 14 — Vedasi traduzione al n. 14 — Zie voor vertaling nr. 14) 6 e wijziging - 1 januari 1 9 8 3
31.02/4
14. Servicio Nacional de Geología y Minería attesterer herved, at den ovenfor beskrevne ladning nitrat (salpeter) består af: — naturligt Chilenatriumnitrat (natronsalpeter) med et nitrogenindhold på 16,3 vægtprocent og derunder. — naturligt Chilekaliumnatriumnitrat, bestående af en naturlig blanding af natriumnitrat og kaliumnitrat (med indhold af kaliumnitrat pá 44 vægtprocent og derunder) med et samlet nitrogenindhold på 16,3 vægtprocent og derunder, produceret i Chile ved ekstraktion af et mineral benævnt »caliche« i form af udludning med en vandopløsning efterfulgt af en krystallisation gennem forskellige former for afkølinger og/eller solfordampning. Der Servicio Nacional de Geología y Minería bescheinigt, daß sich die oben genannte Ladung zusammensetzt aus: — natürlichem Natronsalpeter aus Chile mit einem Stickstoffgehalt von nicht mehr als 16,3 Gewichtshundertteilen; — natürlichem Kaliumnatriumnitrat aus Chile, bestehend aus natürlichen Mischungen von Natriumnitrat und Kaliumni trat (mit einem Anteil an Kaliumnitrat bis zu 44 Gewichtshundertteilen), mit einem Gesamtgehalt an Stickstoff von nicht mehr als 16,3 Gewichtshundertteilen, erzeugt in Chile durch Auslaugen des Rohminerals mit der Bezeichnung „caliche" in wäßriger Lösung mit nachfolgender fraktionierter Kristallisation durch Abkühlung und/oder Verdampfung durch Sonnenwärme. To Servicio Nacional de Geología y Minería πιστοποιεί οτι τό φορτίο νίτρου, τό οποίο περιγράφεται παραπάνω, αποτελείται άπό: — φυσικό νιτρικό νάτριο της Χιλής περιεκτικότητος σέ άζωτο όχι ανώτερης άπό 16,3% κατά βάρος, — φυσικό νιτρικό καλιονάτριο Χιλής τό οποίο συνίσταται άπό ενα φυσικό μίγμα νιτρικού νατρίου καί νιτρικού καλίου (ή αναλογία τοΰ τελευταίου αύτοΰ στοιχείου δύναται νά φθάσει τό 44%) ολικής περιεκτικότητος σέ άζωτο όχι ανώτερης άπό 16,3% κατά 6άρος, παρασκευζόμενο ατή Χιλή καί λαμβανόμενο διά πλύσεως τοΰ όρυκτοΰ τοΰ νίτρου καλούμενο "caliche" σέ υδατικό διάλυμα, ακολουθούμενης άπό μία κλασματική κρυστάλλωση διά ψύξεως ή ηλιακής εξατμίσεως. The Servicio Nacional de Geología y Minería hereby certifies that the cargo of nitrate described above consists of: — natural Chilean sodium nitrate of a nitrogen content not exceeding 16.3% by weight; — natural Chilean potassio sodium nitrate consisting of a natural mixture of sodium nitrate and potassium nitrate (the proportion of the latter element may be as high as 44%) of a total nitrogen content not exceeding 16.3% by weight, produced in Chile by extraction from the nitrate mineral called 'caliche' by lixiviation with a water solution, followed by crystallization by differential cooling and/or solar evaporation. Le Servicio Nacional de Geología y Minería certifie que le chargement de nitrate décrit ci-dessus est constitué de: — nitrate de sodium naturel du Chili d'une teneur en azote n'excédant pas 16,3% en poids; — nitrate de soude potassique naturel du Chili, consistant en un mélange naturel de nitrate de sodium et de nitrate de potassium (la proportion de ce dernier élément pouvant atteindre 44%) d'une teneur globale en azote n'excédant pas 16,3% en poids, produit au Chili et obtenu par lixiviation du minéral de nitrate appelé « caliche » en solution aqueuse, suivie d'une cristallisation fractionnée par refroidissement et/ou evaporation solaire. Il Servicio Nacional de Geología y Minería certifica che il carico di nitrato qui descritto è costituito da: — nitrato di sodio naturale del Cile con tenore di azoto non superiore, in peso, al 1 6,3%; — nitrato sodico potassico naturale del Cile, consistente in un miscuglio naturale di nitrato di sodio e di nitrato di potassio (la proporzione di quest'ultimo elemento può raggiungere il 44%), con tenore globale di azoto non superiore, in peso, al 16,3% prodotto nel Cile e ottenuto per llscivazione con acqua del minerale di nitrato detto «caliche», seguita da cristallizzazione frazionata mediante raffreddamento e/o evaporazione solare. Het Servicio Nacional de Geología y Minería verklaart dat de hierboven omschreven lading nitraat bestaat uit: — natuurlijk natriumnitraat uit Chili met een gehalte aan stikstof van niet meer dan 16,30 gewichtspercenten; — natuurlijk kaliumhoudend natriumnitraat uit Chili, zijnde een natuurlijk mengsel van natriumnitraat en kaliumnitraat (waarvan het gedeelte aan kaliumnitraat ten hoogste 44 gewichtspercenten bedraagt) met een totaal gehalte aan stikstof van niet meer dan 16,30 gewichtspercenten, geproduceerd in Chili en verkregen door het uitlogen van nitraatertsen, „caliche" genoemd, met water, gevolgd door gefractioneerde kristallisatie door koeling en/of door indamping door zonnewarmte.
6 e wijziging - 1 januari 1983
31.02 / 5 BIJLAGE Instelling belast met de afgifte
Land van uitvoer
Republiek Chili
Omscrhijving van het produkt
— natuurlijk natriumnitraat — natuurlijk kaliumhoudend natriumnitraat zijnde een natuurlijk mengsel van natriumnitraat en kaliumnitraat (waarvan het gedeelte aan kaliumnitraat ten hoogste 44 gewichtspercenten bedraagt) met een totaal gehalte aan stikstof van niet meer dan 1 6,30 gewichtspercenten
6e wijziging- 1 januari 1983
Omschrijving
Plaats van vestiging
Servicio Nacional de Geología y Minería del Estado
Santiago
31.05/1 VERORDENING
Nr. 3039/79 VAN DE COMMISSIE van 21 december 1979 (a) gewijzigd bij de verordeningen (EEG) nr. 3298/80 van 18 december 1980 (b) en nr. 122/82 van 19 januari 1982 (c) houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de indeling van natuurlijk natriumnitraat en van natuurlijk kaliumhoudend natriumnitraat respectievelijk onder de posten 31.02 A en 31.05 A III a) van het gemeenschappelijk douanetarief Zie voor de tekst van deze verordening onder post 31.02.
(a) PB nr. L 341 van 31.12.1979, blz. 46. (b) PB nr. L 344 van 19.12.1980, blz. 7. (c) PB nr. L 16 van 22.1.1982, blz. 10. 6" wijziging - 1 januari 1983
35.06 / 1 ARREST VAN HET HOF
-
Zaak 2 7 8 - 8 0
AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN /. Moet post 35.06 van het gemeenschappelijk douanetarief zo worden uitgelegd dat daaronder ook een als „papierplakband" resp. als „strip van niet gevulkaniseerde synthetische rubber" aangeduid produkt valt, dat om een spoel is gewikkeld en dat bestaat uit een aan twee kanten plakkende plakstrook en een (gesi/iconiseerde) papierstrook die de opgerolde plakstrook uit elkaar houdt, en dat zo wordt gebruikt dat de papierstrook van de aan twee kanten klevende plakstrook wordt afgetrokken en daardoor bij het plakken niet wordt meegeplakt? 2. Zo ja: hoe moet dan het begrip „opgemaakt voor de verkoop in het klein in verpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg" (post 35.06 B) worden uitgelegd? Voldoet het onder punt 1 omschreven produkt reeds daarom aan deze voorwaarden omdat de kleefstof over de hele lengte van de plakstrook is aangebracht op een papierstrook met gevolg dat deze als verpakking kan worden aangemerkt of moeten de plakbanden, die binnen het vereiste maximumgewicht blijven, in speciale verpakking zijn ondergebracht en bovendien schriftelijk als kleefstof zijn aangeduid?
ARREST (b) van 11 februari 1982
1. Post 35.06 van het gemeenschappelijk douanetarief moet aldus worden uitgelegd, dat zij ook betrekking heeft op een produkt, aangeduid als „papierkleefband" of „strook van niet-gevulcaniseerde synthetische rubber", dat op een spoel is gewikkeld en bestaat uit een tweezijdig klevende strook en een (gesiliconiseerde) papierstrook die de opgerolde klevende zijden scheidt en aldus wordt gebruikt, dat de papierstrook van de tweezijdig klevende strook wordt getrokken en dus bij het lijmen niet wordt meegelijmd. 2. De omschrijving van postonderverdeling 35.06 B: „opgemaakt voor de verkoop in het klein in verpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan 1 k g " moet aldus worden verstaan, dat de bovenbedoelde papierstrook als verpakking kan worden beschouwd, maar dat indeling van de rollen bij deze postonderverdeling onderstelt, dat zij zich zonder enige verdere opmaak lenen voor verkoop in het klein en dat het nettogewicht van de rollen, dat wil zeggen het gewicht van de kleefstof niet meer dan 1 kg bedraagt. 3. Wanneer het produkt niet voor andere doelen kan worden gebruikt dan lijmen, is het voor indeling bij postonderverdeling 35.06 B niet noodzakelijk dat op de verpakking een aanwijzing omtrent het gebruik van het produkt is aangebracht.
(a) PB nr. C 347 van 31.12.1980, blz. 30. (b) PB nr. C 57 van 5.3.1982, blz. 10. 6" wijziging - 1 januari 1983
38.12/1 TARIFERINGEN
-
van 16 september 1 9 7 7 , ref. nr. 159
OMSCHRIJVING Preparaten voor het appreteren van leder, met de volgende samenstelling: cellulosenitraat
7 tot 12%
weekmakers
80 tot 150% (in verhouding tot het cellulosenitraat)
mengsels van vluchtige organische oplosmiddelen
30 tot 8 0 %
emulgeermiddelen
tot 5%
water
tot 4 0 %
en (eventueel) oplosbare kleurstoffen TARIEFINDELING Post 38.12 A II
MOTIVERING Voor de toepassing van Aantekening 4 op Hoofdstuk 32 mogen in de bij deze Aantekening bedoelde oplossingen die onder post 32.09 vallen, geen emulgeermiddelen, water of kleurstoffen aanwezig zijn (zie ook de Toelichting, onderdeel G, op post 32.09, van de IDR-Nomenclatuur). De onderhavige produkten kunnen dus niet op grond van Aantekening 4 op Hoofdstuk 32 onder die post worden ingedeeld. Zij kunnen evenmin worden aangemerkt als vernis van post 32.09 vanwege het percentage weekmakers (80 tot 150% in verhouding tot het cellulosenitraat) dat, ondanks het feit dat weekmakers noodzakelijk zijn om het leder in voldoende mate te bedekken, te hoog is voor de vernissen die onder deze post vallen. Deze produkten zijn specifieke preparaten voor het appreteren van leder en dienen bijgevolg te worden ingedeeld onder onderverdeling A II van post 38.12.
van 18 juni 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 4
OMSCHRIJVING Een produkt op basis van voorgegelatineerd zetmeel waaraan anorganische zouten zijn toegevoegd die de pH wijzigen, het oplossen vertragen en de kleur stabiliseren. Het produkt wordt aangeboden in de vorm van een reukloos wit poeder, met de volgende samenstelling: zetmeel as droge stof
76,2% 4,2% (Na + , M G + + , C O j - , S 0 4 " , BO3--) 85,9%.
Dit produkt wordt hoofdzakelijk gebruikt als appreteermiddel bij de vervaardiging van papierstof, ten einde het weerstandsvermogen en de klank ervan te verbeteren.
TARIEFINDELING Post 38.12 Α I c) 6" wijziging - 1 januari 1983
38.12/2 MOTIVERING Het onderhavige produkt heeft de kenmerken van een „hulpmiddel", dat speciaal word gebruikt als additief in de papierindustrie, als bedoeld bij post 38.12 (zie eveneens de toelichting op post 38.12 van de IDR-Nomenclatuur, eerste en tweede alinea en onderdeel B/2), in te delen onder post 38.12 A I c) (zie eveneens de toelichting op post 38.12 A I van het GDT).
6 e wijziging- 1 januari 1983
38.19/1 ARREST V A N HET HOF
-
Zaak 2 3 7 - 8 1
AAN HET HOF GESTELDE VRAAG (a) Dient tariefpost 38.19 K van het gemeenschappelijk douanetarief van 1979 aldus te worden uitgelegd, dat onder de daarin vervatte „vuurvaste" preparaten enkel produkten met een vuurvastheid van 1 500°C, bepaald volgens de ISO-aanbevelingen R 528-1966 en R 1146-1969, kunnen worden ingedeeld of kunnen ook goederen met een lager smeltpunt „vuurvaste" goederen in de zin van deze tariefpost zijn (afhankelijk van materiaal en gebruiksdoel)?
ARREST (b) van 23 september 1982 Postonderverdeling 38.19 K van het gemeenschappelijk douanetarief moet aldus worden uitgelegd, dat onder de aldaar genoemde „vuurvaste preparaten" slechts kunnen worden ingedeeld de produkten met een vuurvastheid van ten minste 1 500°C.
VERORDENINGEN
Nr. 3 1 4 9 / 8 1 V A N DE C O M M I S S I E van 3 0 oktober 1981 (c)
Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot indeling van een produkt bestaande uit D-glucitol (sorbitol) waaraan 1 promille 1,2-benzisothiazool-3-on-1,1 -dioxyde (saccharine) is toegevoegd; Overwegende dat post 38.19 T van het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3002/81 (2), betrekking heeft op D-glucitol (sorbitol), andere dan die bedoeld bij onderverdeling C III van post 29.04; Overwegende dat op grond van Aantekening 1 a) op Hoofdstuk 29 dit hoofdstuk slechts organische verbindingen omvat die geïsoleerd chemisch welbepaald zijn en dat het onderhavige produkt wegens de toevoeging van 1 promille 1,2-benzisothiazool-3-on-1,1 -dioxyde (saccharine) niet als een geïsoleerde chemisch welbepaalde organische verbinding kan worden beschouwd; Overwegende dat wegens het ontbreken van een meer specifieke post, post 38.19 in aanmerking dient te worden genomen voor de indeling van het onderhavige produkt; dat het produkt binnen post 38.19 onder onderverdeling T moet worden ingedeeld;
(') (2) (a) (b) (c)
PB PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr. nr.
L 172 L 301 C 241 C 272 L 314
van 22.7.1968, blz. 1. van 22.10.1981, blz. 1. van 19.9.1981, blz. 15. van 15.10.1982, blz. 13. van 4.11.1981, blz. 5.
5" wijziging - 1 januari 1982
38.19/2 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Een produkt bestaande uit D-glucitol (sorbitol) waaraan 1 promille 1,2-benzisothiazool-3-on-1,1-dioxyde (saccharine) is toegevoegd wordt in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post: 38.19 Chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke produkten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: T. D-Glucitol (sorbitol), andere dan die bedoeld bij onderverdeling C III van post 29.04.
Nr. 3 4 0 2 / 8 2 V A N DE C O M M I S S I E van 17 december 1982 (a)
Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van een basispreparaat voor kauwgom, in cilindervormige stukken, bestaande uit circa 34 gewichtspercenten butylrubber, 15 gewichtspercenten polyethyleen, 13 gewichtspercenten polyvinylacetaat, 28 gewichtspercenten plantaardig hars en 10 gewichtspercenten calciumcarbonaat; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatste/ijk gewijzigd door Verordening (EEG) nr. 3000/82 (2), post 38.19 onder meer betrekking heeft op de preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen; Overwegende aanverwante
dat deze produkten industrieën;
het karakter
vertonen
van preparaten
van de chemische
of van
Overwegende dat wegens het ontbreken van een meer specifieke post, post 38.19 in aanmerking dient te worden genomen voor de indeling van onderhavige produkten; dat binnen post 38.19 deze produkten onder onderverdeling X moeten worden ingedeeld;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Een basispreparaat voor kauwgom in cilindervormige stukken, bestaande uit circa 3 4 gewichtspercenten butylrubber, 15 gewichtspercenten polyethyleen, 13 gewichtspercenten poly(vinylacetaat), 28 gewichtspercenten plantaardig hars en 10 gewichtspercenten calciumcarbonaat, dient in het gemeenschappelijk douanetarief te worden ingedeeld onder post: 38.19 Chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke produkten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: X. andere.
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 318 van 15.11.1982, blz. 1. (a) PB nr. L 357 van 18.12.1982, blz. 16. 6" wijziging - 1 januari 1983
38.19/3 TARIFERINGEN
-
van 18 december 1 9 7 0 , ref. nr. 0 4 9
OMSCHRIJVING Gebrand of gesinterd magnesiet, met een geringe hoeveelheid minerale olie vermengd en gebruikt voor het bekleden van bepaalde in de ijzer- en staalindustrie gebezigde ovens.
TARIEFINDELING Post 38.19 K.
MOTIVERING Dit produkt is van Hoofdstuk 25 uitgezonderd en valt onder post 38.19 in verband met de aanwezigheid van minerale oliën (toepassing Aantekening 1 op Hoofdstuk 25). Aangezien het een vuurvast preparaat betreft, dient dit produkt onder post 38.19 L te worden ingedeeld.
-
van 14 januari 1 9 7 0 , ref. nr. 0 5 0
OMSCHRIJVING Het produkt, bestaande uit een mengsel van polychloordiphenyl en fosforzure esters, hetwelk wordt gebruikt als hydraulische vloeistof en tevens de functie van een smeermiddel vervult.
TARIEFINDELING Post 38.19 P.
MOTIVERING De voornaamste
-
functie van het produkt is die van een hydraulische
vloeistof.
van 5 maart 1 9 7 1 , ref. nr. 051
OMSCHRIJVING Produkten bestaande uit mengsels van homologen van verschillende fosforzure esters, en vervaardigd door omzetting van fosforoxychloride met een mengsel van fenol, van ¡sopropylfenol en van diisopropylfenol. Deze produkten worden gebruikt als vloeistoffen voor hydraulische krachtoverbrenging en als plastificeermiddelen voor de kunststoffenverwerkende industrie.
TARIEFINDELING Post 38.19 U. e
6 wijziging- 1 januari 1983
38.19/4 MOTIVERING Deze produkten zijn van Hoofdstuk 29 uitgezonderd op grond van Aantekening 1 a) op dit Hoofdstuk. Aangezien zij anti-oxydatiemidde/en noch corrosiewerende stoffen bevatten, kunnen deze produkten niet als vloeistoffen voor hydraulische krachtoverbrenging onder post 38.19 Ρ worden ingedeeld, doch vallen zij als chemische produkten, elders genoemd noch elders onder begrepen, onder post 38.19 U.
van 2 2 september 1 9 7 2 , ref. nr. 0 5 3 OMSCHRIJVING Vloeibare produkten van de volgende samenstelling: 1. 6 0 - 7 0 % trichloordifenylen (mengsel van isomeren) 2. 6 0 - 7 0 % tetrachloordifenylen (mengsel van isomeren) 3. 6 0 - 7 0 % pentachloordifenylen (mengsel van isomeren) 4. 6 0 - 7 0 % hexachloordifenylen (mengsel van isomeren); de overige bestanddelen zijn meer of minder gechloreerde difenylen. TARIEFINDELING Post 38.19 U. MOTIVERING Op grond van de samenstelling van deze produkten kunnen ze niet worden beschouwd als chemisch welbepaalde verbindingen bedoeld bij Aantekening 1 a) op Hoofdstuk 29. Bijgevolg zijn zij uitgesloten van Hoofdstuk 29 (zie ook de Toelichting op post 29.02, letter D, uitzondering bij punt 7, van de IDRNomenclatuur) en dienen zij, aangezien post 34.04 niet in aanmerking kan worden genomen omdat deze produkten niet het karakter van kunstwassen hebben, door het ontbreken van een post met een meer specifieke omschrijving te worden ingedeeld onder post 38.19 T (zie ook de Toelichting op post 38.19, letter A, punt 5, van de IDR-Nomenclatuur).
-
van 9 maart 1 9 7 3 , ref. nr. 0 5 6 OMSCHRIJVING Produkten, bestaande uit een mengsel van dinatrium inosinaat en dinatrium guanylaat (mononucleotiden) en gebruikt als smaakversterker in de voedselindustrie (met name om de in sausen en voorgekookte soepen aanwezige vleessmaak te accentueren). TARIEFINDELING Post 38.19 U. MOTIVERING Deze produkten
zijn van post 21.04 uitgesloten,
omdat zij geen kruiderijen of dergelijke produkten
zijn.
Zij vallen evenmin onder post 21.07 omdat zij niet zijn te beschouwen als "bereidingen die geheel of gedeeltelijk uit voedingsstoffen bestaan" (zie de toelichting op post 21.07, onderdeel B, van de IDRNomenclatuur). Tenslotte zijn zij als mengsels van niet-isomere produkten eveneens uitgesloten grond van Aantekeningen 1 a) en 1 b) op dit Hoofdstuk). Bij gebrek aan een post met een meer specifieke ingedeeld onder post 38.19 U. 6* wijziging- 1 januari 1983
omschrijving
van Hoofdstuk 29 (op
dienen deze produkten
te
worden
38.19 / 5 -
van 18 mei 1973. ref. nr. 0 5 7 OMSCHRIJVING Calciumzout van dodecylbenzeensulfonzuur, voor 75% (gewicht/volume) in methanol opgelost. Dit produkt wordt gebruikt om de werking van tensio-actieve middelen te bevorderen, hoewel het zelf geen enkele eigenschap van deze middelen bezit. TARIEFINDELING
Post 38.19 U. MOTIVERING Dit produkt moet van Hoofdstuk 29 worden uitgesloten, omdat het niet beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld bij de Aantekeningen 1 a) en e) op dit Hoofdstuk. Aangezien calciumzout van dodecylbenzeensulfonzuur ook niet in water oplosbaar is en hiermede dus geen oplossing kan vormen met aanvechtende en emulgerende eigenschappen, kan dit produkt niet als een tensio-actieve bereiding onder post 34.02 worden ingedeeld. Bij gebrek aan een post met een meer specifieke omschrijving, dient dit produkt derhalve onder post 38.19 U te worden ingedeeld.
- van 18 januari 1974, ref. nr. 0 5 8 OMSCHRIJVING Antiroestpreparaat verkregen door vermenging van de volgende bestanddelen: — smeeroliën
61,9%
-
bitumen
23,6%
-
lanoline
— natriumsulfonaat
9,9% 4,6%
Het gerede produkt heeft een totaalgehalte aan zware olie van 75,6%, waarin begrepen de uit bitumen afkomstige minerale olie. Dit antiroestpreparaat is hoofdzakelijk bestemd om ballasttanks van schepen tegen roest te beschermen. Bij de toepassing gebruikt men de drijftechniek, dat wil zeggen dat het preparaat op de bodem van de tanks wordt uitgegoten, en dat vervolgens het ballastwater in de tanks wordt gelaten waarbij het preparaat op dit water drijft. Naarmate het waterpeil stijgt, stijgt ook de laag van het preparaat dat zich dan op de te beschermen wanden afzet. Dit verschijnsel herhaalt zich wanneer de waterspiegel daalt indien de ballasttanks worden geledigd. TARIEFINDELING Post 38.19 U.
MOTIVERING Voor de tariefindeling kunnen twee posten in beschouwing worden genomen: post 27.10 en post 38.19. Post 27.10 kan slechts in aanmerking worden genomen indien de zware olie die het preparaat bevat (in het onderhavige geval 75,6%) het hoofdbestanddeel is, dat wil zeggen het belangrijkste bestanddeel met het oog op het gebruik van het preparaat. Hoewel de zware olie bepaalde anti-roesteigenschappen bezit, geven de bitumen, de lanoline en het natriumsulfonaat in dit bijzondere geval aan het preparaat het karakter van een antiroestmiddel; de zware olie dient als verdunner en als drager. Dientengevolge moet dit preparaat worden ingedeeld onder post 38.19. Daar het geen aminen als werkzame bestanddelen bevat moet het worden ingedeeld onder post 38.19 U. 6 e wijziging - 1 januari 1983
38.19 / 6 -
van 6 oktober 1 9 7 8 , ref. nr. 181 OMSCHRIJVING Een fijn poeder bestaande uit een mengsel van mangaanoxyde (ongeveer 80%) en andere zelfstandigheden (onder meer ijzer-, silicium- en aluminiumoxyde), verkregen uit pyrolusiet (mangaandioxyde) door vermaling van het erts, thermische reductie met behulp van steenkool in poedervorm, en het opnieuw vermalen van het verkregen produkt. Het wordt onder meer gebruikt als toevoegingsmiddel aan diervoeding. TARIEFINDELING Post 38.19 U.
MOTIVERING Vijf posten kunnen worden overwogen : 23.07, 25.32, 26.01, 28.22 en 38.19. Omdat het onderhavige produkt geen specifieke bereiding is van de soort als gebezigd voor het voederen van dieren komt post 23.07 niet in aanmerking (zie tevens de Toelichtingen op post 23.07 van de IDR-Nomenclatuur, onderdeel C). Aangezien het produkt een thermische reductie heeft ondergaan, kan het onderhavige produkt op grond van Aantekening 1 op Hoofdstuk 25 en Aantekening 2 op Hoofdstuk 26 niet worden ingedeeld onder de posten 25.32 of 26.01 (zie tevens de Toelichtingen op Hoofdstuk 25, A/gemene opmerkingen en op post 26.01, vijfde en zesde alinea, van de IDR-Nomenclatuur). Dit produkt dat uit een erts is verkregen zonder toepassing van een bepaald chemisch procédé dat erop gericht is het mangaanoxyde af te scheiden, kan niet worden beschouwd als een geïsoleerde chemische verbinding. Aangezien niet is voldaan aan het bepaalde in Aantekening toepassing vinden.
1 op Hoofdstuk 28, kan post 28.22
evenmin
Bij het ontbreken van een meer specifieke post dient het onderhavige produkt te worden ingedeeld als chemisch produkt, elders genoemd noch elders onder begrepen, onder onderverdeling U van post 38.19.
-
van 2 9 mei 1 9 8 0 , ref. nr. 2 0 5 OMSCHRIJVING Z.g. zirkonia kristallen, die langs synthetische weg zijn verkregen uit zirkoniumdioxyde waaraan kleine hoeveelheden andere oxyden (b.v. yttriumoxyde of calciumoxyde) zijn toegevoegd, behorende tot het kubische kristalstelsel. Dit produkt wordt gekloofd en gepolijst en onder meer gebruikt in sieraden. TARIEFINDELING Post 38.19 U MOTIVERING Drie posten dienen in overweging te worden genomen : 28.28, 71.03 en 38.19. Omdat het onderhavige produkt niet voldoet aan het gestelde in Aantekening 1 a) op Hoofdstuk 28 en het bovendien niet kan worden beschouwd als een produkt waarvan een stabilisator in de zin van Aantekening 1d) op dat hoofdstuk is toegevoegd, is post 28.28 niet van toepassing. Aangezien zirkonia kristallen, behorende tot het kubische stelsel, in de natuur slechts bekend zijn in de vorm van microkristallen kan het onderhavige produkt evenmin worden beschouwd als een „synthetische steen" van post 71.03 (zie tevens de Toelichtingen op post 71.03 van de IDR-Nomenclatuur). Bij het ontbreken van een meer specifieke post dient dit produkt te worden ingedeeld, als een produkt van de chemische industrie, elders genoemd noch elders onder begrepen, onder post 38.19 U.
6" wijziging - 1 januari 1983
39.02 / 1 ARREST V A N HET HOF
-
Zaak 234-81 AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (a) /. Moet het gemeenschappelijk douanetarief dan wel enig ander relevant voorschrift van het recht der Europese Gemeenschappen aldus worden uitgelegd dat het produkt „Corian" voor de toepassing van invoerrechten moet worden ingedeeld onder post 68.11 van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Economische Gemeenschap? 2. Zo niet, moet het produkt dan worden ingedeeld onder hoofdstuk 39 van het douanetarief, en wel onder de posten 39.02 C XII of 39.07 B V d)?
gemeenschappelijk
3. Zo niet, moet het produkt dan worden ingedeeld onder enige andere post van het douanetarief?
gemeenschappelijk
ARREST (b) van 7 oktober 1982 De bepalingen van het gemeenschappelijk douanetarief moeten aldus worden uitgelegd, dat het produkt met de naam Corian, naar gewicht bestaande uit ongeveer 6 6 % aluminiumhydroxyde, ongeveer 3 3 % polymethylmethacrylaat en een zeer gering percentage katalysators en andere verhardingsmiddelen, valt onder postonderverdeling 39.02 C XII van het gemeenschappelijke douanetarief wanneer het in platen wordt ingevoerd, en onder postonderverdeling 39.07 B V d) wanneer het wordt ingevoerd in de vorm van uit dat produkt vervaardigde werken; in geen geval moet het worden ingedeeld onder een andere post van het gemeenschappelijk douanetarief.
VERORDENINGEN
Nr. 4 8 8 / 7 8 VAN DE C O M M I S S I E van 8 maart 1 9 7 8 (c) Overwegende dat bepalingen nodig zijn om een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren met betrekking tot vloeibaar polyisobutyleen, met een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 440 (overeenkomend met een gemiddelde polymerisatiegraad van ongeveer 8); Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 ('). laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2560/77 ('), is bepaald onder post 27.10 aardoliën uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe, en onder post 39.02 polymerisatieprodukten worden ingedeeld; Overwegende dat de kenmerken van vloeibaar polyisobutyleen meteen gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 440 meer overeenkomen met de kenmerken van een polymerisatieprodukt van post 39.02 dan met die van een aardolieprodukt van post 27.10; Overwegende
dat post 39.02
C V het meest voor dit produkt in aanmerking
komt;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief,
(') (2) (a) (b) (c)
PB PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr. nr.
L 172 L 303 C 236 C 295 L 316
van van van van van
2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1. 2 8 . 1 1 . 1 9 7 7 , blz. 1. 1 6 . 9 . 1 9 8 1 , blz. 2. 1 1 . 1 1 . 1 9 8 2 , blz. 6. 1 0 . 1 1 . 1 9 7 8 , blz. 9.
6" wijziging - 1 januari 1983
zijn met het advies
39.02 / 2 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1 Vloeibaar polyisobutyleen met een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 440 (overeenkomend met een polymerisatiegraad van ongeveer 8) valt in het gemeenschappelijk douanetarief onder onderverdeling : 39.02 Polymerisatieprodukten en copolymerisatieprodukten (polyethyleen, polytetrahaloëthyleen, polyisobutyleen, polystyreen, Polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinylchloroacetaat en andere polyvinylderivaten, polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten, cumaronindeenharsen, enz.) : C. andere : V. Polyisobutyleen
Nr. 3 4 0 1 / 8 2 V A N DE C O M M I S S I E van 17 december 1982 (a)
Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van een vloeibaar copolymerisatieprodukt, met een polymerisatiegraad van 6 tot 8, bevattende delen isobutyleen (ongeveer 60 gewichtspercenten) alsmede delen but-1-een en but-2-een (ongeveer 40 gewichtspercenten), dat volledig gehydrogeneerd is; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3000/82 (2), post 39.02 betrekking heeft op polymerisatie- en copolymerisatieprodukten; dat binnen deze postonderverdeling C XIV a) ondermeer betrekking heeft op vloeibare polymerisatie- en copolymerisatieprodukten die niet in de voorafgaande onderverdelingen zijn genoemd; Overwegende dat het onderhavige produkt de kenmerkende eigenschappen van een copolymerisatieprodukt vertoont; dat binnen post 39.02 het produkt moet worden ingedeeld onder onderverdeling C XIV a);
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Het vloeibare copolymerisatieprodukt met een polymerisatiegraad van 6 tot 8, bevattende delen isobutyleen (ongeveer 6 0 gewichtspercenten), alsmede delen but-1-een en but-2-een (ongeveer 4 0 gewichtspercenten), dat volledig gehydrogeneerd is worden ingedeeld in het gemeenschappelijk douanetarief onder post: 39.02 Polymerisatieprodukten en copolymerisatieprodukten (polyethyleen, polytetrahaloëthyleen, polyisobutyleen, polystyreen, Polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinylchloroacetaat en andere polyvinylderivaten, polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten, cumaronindeenharsen, enz.): C. andere: XIV. overige polymerisatie- of copolymerisatieprodukten: a) in één van de vormen bedoeld bij Aantekening 3 a) en b) op Hoofdstuk 39.
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 318 van 15.11.1982, blz. 1. (a) PB nr. L 357 van 18.12.1982, blz.15. 6 e wijziging - 1 januari 1983
39.02 / 3 TARIFERINGEN
-
van 18 december 1 9 7 0 , ref. nr. 0 6 4
OMSCHRIJVING Wandbekledingsmateriaal, bestaande uit een drager van papier waarop aan één zijde een laag Polyvinylchloride, dat in gewicht overheerst, is aangebracht. Dit materiaal, gegreineerd, geperst of bedrukt, wordt gebruikt als behangselpapier en geleverd in stroken of op rollen met een breedte van 50 cm en met een lengte van ongeveer 10 m.
TARIEFINDELING Post 39.02 C VII b)
MOTIVERING Dit produkt waarvan het papier enkel als een onderlaag of toebehoren is te beschouwen, heeft het karakter van papier verloren en dient als een produkt van kunstmatige plastische stof te worden ingedeeld.
-
van 14 mei 1975, ref. nr. 0 6 5
OMSCHRIJVING Copolymeer van ethyleen en alkylacrylaat, met ongeveer 3 5 % cartonblack, gegranuleerd.
TARIEFINDELING Post 39.02 C XIV a)
MOTIVERING Dit produkt wordt gebruikt als eerste omhulling van elektriciteitskabels. Het cartonblack dient voor het verkrijgen van een homogeen elektrisch veld. Het copolymeer verleent aan het produkt zijn wezenlijk karakter en kan daarom slechts worden ingedeeld onder post 39.02 C XIV a).
- van 3 juni 1976, ref. nr. 0 6 6
OMSCHRIJVING Latex van polybutadieen (ongeveer 8 0 % trans- en 2 0 % cis-1,4-polybutadieen), dat wordt gebruikt als tussenprodukt in de rubberindustrie. TARIEFINDELING Post 39.02 C XIV a) 6 ' wijziging - 1 januari 1983
39.02 / 4 MOTIVERING Twee tariefposten kunnen in aanmerking worden genomen, namelijk post 39.02 en post 40.02. Aangezien het produkt door vu/canisatie met zwavel niet de eigenschappen verkrijgt die nodig zijn om te voldoen aan de in Aantekening 4 a) op Hoofdstuk 40 gestelde eisen met betrekking tot elasticiteit en vormhernemende eigenschappen dient post 40.02 te worden uitgesloten. Het onderhavige produkt dient te worden ingedeeld onder post 39.02 C XIV a).
-
van 2 5 januari 1 9 8 0 , ref. nr. 198
OMSCHRIJVING Reflecterende folien, bestaande uit door melamineformaldehyd gewijzigd polyacrylaat, in de massa voorzien van fijn verdeelde microbolletjes, aan één zijde bedekt met een kleefstof die door een, vóór het gebruik te verwijderen, blad papier is beschermd. Zij worden gebruikt voor verkeersborden, enz. h TARIEFINDELING Post 39.02 C XIV b)
MOTIVERING De folie waaraan het produkt zijn wezen/ijk karakter ontleent is een copolymerisatieprodukt van post 39.02. Als gewijzigd polyacrylaat kan het produkt niet worden ingedeeld onder post 39.02 C XII. Omdat een meer specifieke onderverdeling ontbreekt moet het onder post 39.02 C XIV b) worden ingedeeld als „ander polymerisatie- of copolymerisatieprodukt", in één van de vormen bedoeld bij Aantekening 3 d) op Hoofdstuk 39.
-
van 2 9 mei 1 9 8 0 , ref. nr. 2 0 6
OMSCHRIJVING Een w i t poeder, bestaande uit polyacrylzuur dat door een kleine hoeveelheid polyalkenyl polyether (ongeveer 1,3% of minder), is gewijzigd. Deze copolymeer onderscheidt zich van polyacrylzuur door een niet onbetekenende mate van dwarsbinding en de daarmee verband houdende eigenschappen en vooral door de vloei-eigenschappen (vloeigrens) en de gedeeltelijke onoplosbaarheid in een alkalisch milieu. Het produkt wordt hoofdzakelijk gebruikt als verdikkingsmiddel bij de vervaardiging van inkten en pasta's voor het bedrukken van textiel.
TARIEFINDELING Post 39.02 C XIV a)
MOTIVERING Twee posten dienen in overweging
te worden genomen : 39.02 C XII en 39.02
C XIV.
Aangezien dit produkt, ondanks de geringe hoeveelheid monomeer, eigenschappen vertoont, die een duidelijk onderscheid met polyacrylzuur moge/ijk maken, kan het niet vallen onder post 39.02 C XII en dient het als „overig copolymerisatie produkt ..." te worden ingedeeld onder post 39.02 C XIV a). 6 e wijziging - 1 januari 1983
39.07 / 1 ARREST VAN HET HOF
Zaak 23481 Zie voor de tekst van dit arrest onder post
39.02.
VERORDENING
Nr. 4 8 4 / 7 9 VAN DE C O M M I S S I E van 13 maart 1979 (a) Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren, bepalingen dienen te worden vastgesteld voor de indeling van „hengel snoer", bestaande uit een buisvormige vlecht van nylon continuvezels die met een laag Polyvinylchloride bedekt is. Het hengelsnoer wordt, in afgepaste lengten en aan de uiteinden aangepunt, aangeboden op klossen; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, dat als bijlage is gehecht aan Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2800/78 (2), de garens van synthetische continuvezels onder post 51.03, de vlechten onder post 58.07, de weefsels bekleed met kunstmatige plastische stoffen onder post 59.08 en de werken van kunstmatige plastische stoffen onder post 39.07 worden ingedeeld; Overwegende dat voor de inde/ing van bovengenoemd „hengelsnoer" kunnen worden genomen;
genoemde posten in
overweging
Overwegende dat het betrokken artikel niet kan worden gerekend tot de „garens" in de zin van Afdeling XI van het gemeenschappelijk douanetarief en zoals zij met name zijn omschreven onder letter Β „Garens" van de .Algemene Opmerkingen" van de Toelichtingen op de Nomenclatuur van de Internatio nale Douaneraad, met betrekking tot genoemde afdeling; dat dit artikel daarentegen vanuit technisch oogpunt een vlecht is; Overwegende dat voor de indeling van dit artikel post 58.07 derhalve in overweging moest worden genomen, ware het niet dat in Aantekening I op Hoofstuk 58 van het gemeenschappelijk douanetarief is bepaald dat van dit Hoofdstuk de geïmprimeerde weefsels en de weefsels met een deklaag zijn uitgezonderd en dat deze in Hoofdstuk 59 moeten worden ingedeeld; dat in Aantekening 1. A op Hoofdstuk 59 bepaalde soorten vlechtwerk als „weefsels" worden aangemerkt; dat niettemin overeen komstig Aantekening 2. A. c) van genoemd Hoofdstuk 59 produkten bestaande uit een weefsel dat volledig in een kunstmatige plastische stof is ingebed in Hoofdstuk 39 van het gemeenschappelijk douanetarief moeten worden ingedeeld; dat derhalve bovengenoemd „hengelsnoer" noch onder post 51.03 noch onder post 58.07, noch onder post 59.08, doch onder Hoofdstuk 39 dient te worden ingedeeld; Overwegende dat het betrokken artikel gezien zijn aard en verpakking onder post 39.07 worden ingedeeld;
E IV moet
HEEFT DE VOLGENDE VERORDEN I NG VASTGESTELD: Artikel 1 „Hengelsnoer", bestaande uit een buisvormige vlecht van nylon continuvezels die bedekt is met een laag Polyvinylchloride, in afgepaste lengten en aan de uiteinden aangepunt, aangeboden op klossen, moet in het gemeenschappelijk douanetarief worden ingedeeld onder post: (') (2) (")
PB nr. L 172 van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1. PB nr. L 3 3 5 van 1.12.1978, blz. 1. PB nr. L 6 4 van 1 4 . 3 . 1 9 7 7 , blz. 4 7 .
6 e wijziging 1 januari 1983
39.07 / 2 39.07 Werken van de stoffen bedoeld bij de posten 39.01 tot en met 39.06: E. van andere stoffen: IV. andere.
TARIFERINGEN
van 4 mei 1 9 7 1 , ref. nr. 0 6 8
OMSCHRIJVING Urinedrainagezakken van doorzichtige kunstmatige plastische stof, met inhoudsaanduiding en voorzien van een verbindingsbuis en eventueel van een aansluiting voor een universeelcatheter.
TARIEFINDELING Post 39.07 E IV
MOTIVERING Deze zakken kunnen niet als apparaten of toestellen voor de geneeskunde in de zin van post 90.17 worden beschouwd (voor het gebruik is de tussenkomst van een arts niet vereist), doch dienen naar de grondstof te worden ingedeeld, in dit geval onder post 39.07 E IV.
van 2 0 oktober 1 9 7 2 , ref. nr. 0 6 9
OMSCHRIJVING Slangen van polytetrafluorethyleen, met een inwendige diameter van ongeveer 5 m m , een uitwendige diameter van ongeveer 8,5 mm (met inbegrip van de mantel van gevlochten staaldraad ter dikte van ongeveer 1 mm) en aan beide uiteinden voorzien van een metalen verbindingsstuk. Deze slangen worden als hydraulische leidingen gebruikt, bijvoorbeeld in vliegtuigen.
TARIEFINDELING Post 39.07 E IV
MOTIVERING Deze slangen kunnen door hun aard en hun gebruiksmogelijkheden (zij kunnen eveneens worden aangebracht in onderzeeboten, in spoorwagons, in machines, enz.) niet worden beschouwd als delen en onderdelen bedoeld bij post 88.03 en dienen, op grond van de samenstelling, onder post 39.07 EIV te worden ingedeeld.
6" wijziging - 1 januari 1983
39.07 / 3 van 13 april 1 9 7 3 , ref. nr. 0 7 0
OMSCHRIJVING Artikelen „meubelrollen", bestemd om te worden ingebouwd in schuifladensponningen en telescoopvoeringen. Zij bestaan uit een looprol van kunstmatige plastische stof, een kogellager (eveneens van kunstmatige plastische stof), zes stalen kogels en — een stalen as, samengesteld uit een klinkstift die vast in een stalen binnenring is bevestigd (bijlage I, foto „meubelrollen", type „ A " ) of — een stalen binnenring (bijlage II, foto „meubelrollen", type „ B " ) . De rollen hebben een breedte van 7 mm en een uitwendige diameter van 22 of 2 6 m m .
6" wijziging - 1 januari 1983
39.07/4 BIJLAGE I
MEUBELROLLEN,
Type A
3* wijziging 1 januari 1980
» ■
48.01 / 1 VERORDENINGEN
Nr. 4 7 9 / 8 0 V A N DE C O M M I S S I E van 2 7 februari 1 9 8 0 ( a )
Overwegende dat, ten einde een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren, de indeling moet worden vastgesteld van rechthoekige vellen papier, verkregen uit het op maat snijden (157 χ 38 cm) van papier van het b egin of van het einde van rollen krantenpapier; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, dat als b ijlage is gevoegd b ij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd b ij Verordening (EEG) nr. 3000/79 (2), afval van papier of van karton kennelijk uitsluitend geschikt voor het vervaardigen van papier, wordt ingedeeld onder post 47.02 A I, ander afval van papier of karton onder post 47.02 A II en papier en karton op rollen of in b laden onder post 48.01 F; dat voornoemde posten voor de indeling van eerstgenoemde vellen papier in overweging kunnen worden genomen; Overwegende dat deze vellen papier, welke kennelijk geschikt zijn voor andere doeleinden dan voor het vervaardigen van papier, niet als afval van papier onder post 47.02 A I kunnen worden ingedeeld; dat zij, naar aard en aanzien, als papier van Hoofdstuk 48, eerder dan als afval van papier van Hoofdstuk 47, dienen te worden aangemerkt en derhalve, zelfs indien zij in b ijzondere gevallen b estemd zijn voor het vervaardigen van papier, niet kunnen worden ingedeeld als ander afval van papier van post 47.02 A II. Overwegende dat voornoemde vellen papier derhalve dienen te worden ingedeeld onder post 48.01 F; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief.
zijn met het advies
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1 Rechthoekige vellen papier, verkregen uit het op maat snijden (157 cm χ 38 cm) van papier van het begin of van het einde van rollen krantenpapier, wordt in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post : 48.01 Papier en karton, cellulosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen : F. ander.
Nr. 2 7 3 8 / 8 2 VAN DE C O M M I S S I E van
11 oktober 1 9 8 2 (b)
Overwegende dat ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarb orgen, b epalingen dienen te worden vastgesteld met b etrekking tot de indeling van papier en karton op rollen dat is vervaardigd van naaldhoutcellulose verkregen volgens de zogenaamde hoog-rendementsmethode;
(') (2) (a) (b)
PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr.
L L L L
172 van 22.7.1968, blz. 1. 342 van 31.12.1979, blz. 1. 56 van 29.2.1980, blz. 13. 290 van 14.10.1982, blz. 11.
6* wijziging - 1 januari 1983
48.01 / 2 Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad f1), laatste/ijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2655/82 (2), kraftpapier en kraftkarton, ander, wordt ingedeeld onder post 48.01 CII, terwijl papier en karton, ander dan dat bedoeld in de voorafgaande onderverdelingen van post 48.01, onder post 48.01 F wordt ingedeeld; dat voor de indeling van voornoemd produkt beide posten in aanmerking kunnen komen; Overwegende dat bij voornoemde methode het kookproces vroegtijdig wordt onderbroken, zodat een grote hoeveelheid lignine niet uit de vezels wordt verwijderd; dat daardoor een microscopisch laboratoriumonderzoek, dat volgens de methode van het kleuren wordt uitgevoerd, resultaten zou opleveren op grond waarvan deze produkten, overeenkomstig de Toelichtingen op het douanetarief van de Europese Gemeenschappen op post 48.01 C van het gemeenschappelijk douanetarief, uitgezonderd zouden zijn van post 48.01 C II en zouden moeten worden ingedeeld onder post 48.01 F; Overwegende dat uit een microscopisch onderzoek, dat uitsluitend betrekking had op de vezelstructuur, is gebleken dat het om sulfaatcellulose gaat, aangezien de vezels lang en onbeschadigd zijn, dus niet de sporen vertonen van het mechanisch slijpen van het hout, hetgeen bij de maling in de vervezelaars het uiteenvallen ervan zou hebben veroorzaakt; Overwegende derhalve dat moet worden aangenomen dat dergelijk papier en karton, vervaardigd volgens voornoemde methode, beantwoordt aan de kenmerken vereist voor indeling onder post 48.01 C II van het gemeenschappelijk douanetarief, aangezien de resterende hoeveelheid lignine niet van essentieel belang is; dat derhalve de produkten in kwestie onder laatstgenoemde post dienen te worden ingedeeld;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Papier en karton op rollen dat is vervaardigd van cellulose van naaldhout verkregen volgens de zogenaamde hoog-rendementsmethode dient in het gemeenschappelijk douanetarief te worden ingedeeld onder post: 48.01 Papier en karton, cellulosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen: C. Kraftpapier en kraftkarton: II. ander.
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 280 van 2.10.1982, blz. 14. 6* wijziging - 1 januari 1983
58.03 / 1 TARIFERINGEN
-
van 2 3 november 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 5
OMSCHRIJVING Een assortiment, opgemaakt voor de verkoop in het klein in één verpakking, bestaande uit: — een rechthoekig stramien, aan twee zijden omgezoomd, waarop een motief is aangebracht dat voor een gedeelte door middel van naaldwerk is verkregen; het resterende gedeelte van het motief wordt gevormd door garens van verschillende kleur, welke eenvoudig in de inslagrichting zijn geregen; — wollen garens in verscheidene kleuren voor het door middel van naaldwerk nog af te werken deel van het motief. Het resterende gedeelte van het stramien moet nog volledig worden bedekt door middel van naaldwerk met gebruikmaking van garens welke niet te zamen met het assortiment worden geleverd.
TARIEFINDELING Post 58.03
MOTIVERING Het assortiment ontleent zijn wezenlijk karakter aan het gedeeltelijk afgewerkte stramien (algemene bepaling 3, letter b, voor de toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief); de garens dienen slechts voor de verdere afwerking van het geregen motief. Eenmaal voltooid is het stramien volledig door steken bedekt. Het vormt derhalve geen borduurwerk als bedoeld bij post 58.10 (zie onderdeel B van de toelichtingen op post 58.03 van de IDR-Nomenclatuur). Het artikel moet met toepassing van algemene bepaling 2, letter a, voor de toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief als naaldwerktapisserie in onafgewerkte staat worden ingedeeld onder post 58.03.
van 23 november 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 6
OMSCHRIJVING Een rechthoekig stramien, aan twee zijden omgezoomd, waarop in het midden door middel van naaldwerk een bloemmotief is aangebracht. Het resterende gedeelte van het stramien moet nog volledig worden bedekt door middel van naaldwerk met gebruikmaking van garens welke niet te zamen met het stramien worden geleverd.
TARIEFINDELING Post 58.03
MOTIVERING Eenmaal voltooid is het stramien volledig door steken bedekt. Het vormt derhalve geen borduurwerk als bedoeld bij post 58.10 (zie onderdeel B van de toelichtingen op post 58.03 van de IDR-Nomenclatuur). Het artikel moet met toepassing van a/gemene bepaling 2, letter a, voor de toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief als naaldwerktapisserie in onafgewerkte staat worden ingedeeld onder post 58.03. 6* wijziging- 1 januari 1983
58.08 / 1 TARIFERING
-
van 5 maart 1 9 8 2 , ref. nr. 237
OMSCHRIJVING Niet opgemaakt filetweefsel, van synthetische of kunstmatige continuvezels met een gewicht van minder dan 1 g per meter. Dit filetweefsel is aan de randen niet versterkt en de regelmatige mazen zijn gewoonlijk niet groter dan 2 0 χ 2 0 mm. Het wordt ingevoerd in stukken van verschillende lengte en is bestemd om in kleinere stukken te worden gesneden voor de vervaardiging van fuiken, zegens, sleepnetten en ander vistuig of voor het herstellen van visvangnetten.
TARIEFINDELING Post 58.08 Β
MOTIVERING Het onderhavige produkt valt niet onder post 59.05 omdat het niet is vervaardigd van bindgaren, touw of kabel als omschreven in Aantekening 3 A b) op Afdeling XI. Bovendien is het niet herkenbaar als een visvangnet (zie de toelichtingen op post 59.05 van de IDR-Nomenclatuur). Aangezien het produkt voldoet aan de voorwaarden het te worden ingedeeld onder post 58.08 B.
6* wijziging- 1 januari 1983
vermeld in Aantekening
5 b) op Afdeling XI, dient
59.05 / 1 TARIFERING
- van 5 maart 1982, ref. nr. 238
OMSCHRIJVING Geknoopte netten (z.g. eenwandige netten) van garen van synthetische of kunstmatige continuvezels met een gewicht van minder dan 1 g per meter. De netten hebben mazen met een grootte van ten minste 26 χ 26 mm en zijn aan de lange zijden versterkt door gebruik van een dikker garen in de buitenste rij mazen. Zij worden ingevoerd in afgepaste stukken (gewoonlijk met een lengte van 45 of 90 meter en met een breedte van 2 tot 4 meter).
TARIEFINDELING Post 59.05 A II
MOTIVERING De onderhavige artikelen zijn naar afmetingen, maaswijdte en in het bijzonder aan de versterking van de randen te onderkennen als visvangnetten (zie de toelichtingen op post 59.05 van de IDR-Nomenclatuur). Zij dienen derhalve te worden ingedeeld onder post 59.05 A II.
6* wijziging - 1 januari 1983
59.08 / 1 ARREST VAN HET HOF
-
Zaak 317-81
AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (a) 1. Hoe dient aantekening 2 A a) bij hoofdstuk 59 van het gemeenschappelijk douanetarief, volgens welke onder post 59.08 niet worden ingedeeld weefsels waarvan de impregnering, de deklaag of de bekleding met c.q. van cellulosederivaten niet met het blote oog kan worden waargenomen, te worden uitgelegd? Geeft het subjectieve observatievermogen van een willekeurige beoordelaar, van een gewone douaneambtenaar, van een gespecialiseerde douaneambtenaar of van een deskundige de doorslag? Betekent de term „niet met het blote oog (waarneembaar)" dat slechts direct op een onderlegger liggend weefsel visueel kan worden beoordeeld, of mogen ook indirecte visuele waarnemingsmogelijkheden worden benut, met behulp waarvan normaliter tot de stijfheid die met de impregnering, het aanbrengen van een deklaag of het bekleden gepaard gaat, kan worden geconcludeerd (bij voorbeeld: de naden rafelen niet; deuken blijven staan)? 2. Mocht het observatievermogen van een willekeurige beoordelaar of van een niet gespecialiseerde douaneambtenaar de doorslag geven, is genoemde toelichting dan niet als niet rechtsgeldig te beschouwen, omdat zij genoemde personen voor nauwelijks oplosbare indelingsproblemen stelt?
ARREST (b) van 30 september 1982 1. De uitdrukking „met het blote oog waarneembaar" in aantekening 2 A a) bij hoofdstuk 59 van het gemeenschappelijk douanetarief moet aldus worden uitgelegd, dat de impregnering, deklaag of bekleding van het weefsel bij eenvoudige visuele controle onmiddellijk zichtbaar moet zijn. De uitdrukking laat niet toe dat er op grond van de stijfheid van een weefsel wordt geconcludeerd dat het een dergelijke bewerking heeft ondergaan. 2. Het staat aan de Lid-Staten, de met de tariefindeling der goederen belaste instanties en personen aan te wijzen en ervoor te zorgen dat deze personen zo worden opgeleid, dat zij hun taak naar behoren kunnen vervullen. 3. Bij onderzoek van de aantekening is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid ervan kunnen aantasten.
VERORDENING
Nr. 3 0 8 / 8 0 VAN DE C O M M I S S I E van 11 februari 1 9 8 0 ( c )
Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren, bepalingen dienen te worden vastgesteld betreffende de tariefindeling van bepaalde produkten van fluweel, bestaande uit een weefsel van kunstmatige textielvezels, door de inslag waarvan aan beide zijden polypropyleendraden steken en waarvan één zijde bedekt is met polypropyleenfolie; 0 verwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage gevoegd is bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3000/79 (2), onder post 59.08 worden ingedeeld weefsels, geïmpregneerd met, voorzien van een deklaag van of bekleed met cel/ulose(') (2) (a) (b) (c)
PB PB PB PB PB
nr. nr. nr. nr. nr.
L 172 van 2 2 . 7 . 1 9 6 8 , blz. 1 . L 3 4 2 van 3 1 . 1 2 . 1 9 7 9 , blz. 1. C 17 van 2 2 . 1 . 1 9 8 2 , blz. 5. C 2 8 8 van 5 . 1 1 . 1 9 8 2 , blz. 7. L 3 5 van 1 2 . 2 . 1 9 8 0 , blz. 7.
6 e wijziging - 1 januari 1983
59.08 / 2 derivaten of andere kunstmatige plastische stoffen, alsmede weefsels met inlagen van deze stoffen, onder post 59.17 weefsels en artikelen, voor technisch gebruik, van textielstoffen en voorts onder post 62.05 de andere geconfectioneerde artikelen van weefsel, patronen voor kleding daaronder begrepen; Overwegende van fluweel;
dat voornoemde
posten in aanmerking komen voor de inde/ing van bedoelde
produkten
Overwegende dat deze produkten, die voorkomen in de vorm van banden van onbepaalde lengte, niet als geconfectioneerd in de zin van Aantekening 6 op Afdeling XI van het gemeenschappelijk douanetarief kunnen worden beschouwd en dat zij derhalve van post 62.05 zijn uitgezonderd; dat zij niet behoren tot de limitatief opgesomde textielwaren van paragraaf a) van Aantekening 5 op Hoofdstuk 59; dat zij evenmin artikelen van textielstof voor technisch gebruik als bedoeld in paragraaf b) van dezelfde Aantekening zijn en zij derhalve niet onder post 59.17 kunnen worden ingedeeld; dat de voornoemde produkten van fluweel bijgevolg onder post 59.08 moeten worden ingedeeld; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief,
zijn met het advies
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1 Produkten van fluweel bestaande uit een weefsel van kunstmatige textielvezels, van onbepaalde lengte, door de inslag waarvan aan beide zijden polypropyleendraden steken en waarvan één zijde is bedekt met een folie van polypropyleen worden in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post : 59.08 Weefsels, geïmpregneerd met, voorzien van een deklaag van of bekleed met cellulosederivaten of andere kunstmatige plastische stoffen, alsmede weefsels met inlagen van deze stoffen.
6" wijziging - 1 januari 1983
61.01 Ι Λ VERORDENING
Nr. 2 4 9 6 / 8 2 V A N DE C O M M I S S I E van 13 september 1 9 8 2 (a)
Overwegende dat er, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van lange broeken, zogenaamde „jeans" daaronder begrepen, gemaakt van textielmateriaal als bedoeld bij Aantekening 1 op Hoofdstuk 61 van het voornoemde douanetarief, met een opening aan de voorzijde die links over rechts wordt gesloten, ongeacht op welke wijze; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad f1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1883/82 (2), bovenkleding, gemaakt van textielmateriaal als bedoeld bij Aantekening 1 op Hoofdstuk 61, voor heren en jongens onder post 61.01 en voor dames, meisjes en kinderen onder post 61.02 wordt ingedeeld; dat bovenkle ding waarvan niet kan worden onderkend dat zij herenkleding of jongenskleding, dan wel dameskleding of meisjeskleding is, op grond van Aantekening 3 a) op Hoofdstuk 61 als dameskleding of als meisjeskleding onder post 61.02 dient te worden ingedeeld; Overwegende dat lange broeken, zogenaamde „jeans" daaronder begrepen, met een opening aan de voorzijde, door de voor herenkleding en jongenskleding kenmerkende sluiting — namelijk links over rechts — als herenkleding en jongenskleding worden aangemerkt, zelfs indien deze lange broeken in bepaalde maten eveneens door dames en meisjes kunnen worden gedragen; dat lange broeken, gemaakt van textielmateriaal als bedoeld bij Aantekening 1 op Hoofdstuk 61 en met de voorgenoemde kenmer ken derhalve onder post 61.01 dienen te worden ingedeeld en dat binnen deze post onderverdeling B V e) in aanmerking komt;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Lange broeken, zogenaamde „jeans" daaronder begrepen, gemaakt van textielmateriaal als bedoeld bij Aantekening 1 op Hoofdstuk 61 en met een opening aan de voorzijde die links over rechts wordt gesloten, ongeacht op welke wijze, worden in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post: 61.01 Herenbovenkleding en jongensbovenkleding B. andere: V. overige: e) lange broeken.
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 207 van 15.7.1982, blz. 4. (a) PB nr. L 267 van 16.9.1982, blz. 11. 6 e wijziging - 1 januari 1983
76.08 / 1 TARIFERING
- van 15 september 1 9 8 2 , ref. nr. 2 3 9
OMSCHRIJVING E-vormige, met een laag epoxyhars bedekte profielen van aluminium, met een breedte van 2 5 0 m m , een dikte van 3 mm en een lengte van 1 2 5 0 mm, verkregen door het vervormen (buigen) van de rug van het profiel en het afslijpen van de uiteinden. Deze artikelen komen voor in drie verschillende krommingen en zijn gereed voor aanbrenging tussen de spanten voor betonbekistingen bij de tunnelbouw.
TARIEFINDELING Post 76.08
MOTIVERING Twee tariefposten
komen in aanmerking, post 76.02 en post
76.08.
Gezien de specifieke bewerkingen en de verkregen vorm, hebben de goederen een verdergaande bewerking ondergaan dan voor de toepassing van post 76.02 is toegelaten en hebben zij het karakter verkregen van „profielen, gereed voor gebruik in constructiewerken" als bedoeld bij post 76.08.
6* wijziging - 1 januari 1983
84.07 / 1 VERORDENING
Nr. 2 4 9 7 / 8 2 VAN DE C O M M I S S I E van 13 september 1982 (a)
Overwegende dat er, ten einde een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld voor de indeling van toestellen voor de hydraulische of pneumatische bediening van een bewegingsmechanisme voor het openen of sluiten van deuren van laadruimen van vliegtuigen, bestaande uit: — een cilinder met aan het ene uiteinde een verbindingsstuk voor de bevestiging aan de deur van het laadruim, terwijl aan het andere uiteinde een zuigerstang rechtlijnig naar buiten wordt bewogen doordat de druk van de vloeistof of lucht in het ci/inderhuis wordt overgedragen op de zuiger, — een zuiger met zuigerstang, waarin zich een eveneens door middel van druk te bedienen ontgrendelingszuiger bevindt; aan het uit de cilinder naar buiten stekende uiteinde van de zuigerstang bevindt zich een oog voor de bevestiging van het bewegingsmechanisme van de deur van het laadruim, dat dichtklapt of opengaat als de zuigerstang naar binnen of naar buiten beweegt, waardoor de deur van het laadruim respectievelijk wordt gesloten of geopend, — twee aan het cilinderhuis bevestigde vergrendelingshaken die, als op de ontgrendelingszuiger druk staat, beletten dat de zuigerstang naar buiten wordt bewogen, — verschillende
voor het mechanisme
benodigde
veren, ringen en andere kleine
geen
onderdelen;
Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad {'), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1883/82 (2), onder post 84.22 hef- en hijstoestellen worden ingedeeld, onder post 84.07 hydraulische krachtmachines en onder post 84.08 andere krachtmachines dan stoommachines, explosie- en verbrandingsmotoren met zuigers en hydraulische krachtmachines; Overwegende
dat deze posten in aanmerking
komen voor de indeling van bovengenoemd
toestel;
Overwegende dat voorgenoemd toestel geen compleet of als compleet aan te merken hef- of hijstoestel is noch het wezenlijk karakter heeft van een dergelijk toestel, aangezien zowel het bewegingsmechanisme voor het heffen of hijsen als een sokkel of andere ondersteuning ontbreken die, samen met de kracht van de drukcilinder, nodig zijn voor het heffen of hijsen; dat het toestel slechts een onderdeel is van een dergelijk hef- of hijstoestel; Overwegende dat, gelet op Aantekening 2 a) op Afdeling XVI, onder post 84.22 geen delen en onderde/en van hef- of hijstoestellen vallen, die als zodanig elders in Hoofdstuk 84 kunnen worden ingedeeld; Overwegende dat cilinders bestaande uit een cilinderhuis waarin een zuiger in beweging wordt gebracht door middel van onder druk staande vloeistof of lucht (de druk van vloeistof of lucht in het cilinderhuis wordt omgezet in een rechtlijnige beweging), hydraulische of pneumatische krachtmachines zijn die worden ingedeeld onder post 84.07, respectievelijk post 84.08; dat de aanwezigheid van bepaalde elementen zoals ontgrendelingszuigers, vergrendelingshaken, veren en ringen, niet van invloed is op de inde/ing van deze krachtmachines; Overwegende dat bovengenoemde toestellen, al naar gelang de aandrijving hydraulisch dan wel pneumatisch is, derhalve dienen te worden ingedeeld als hydraulische krachtmachines van post 84.07 dan wel als pneumatische krachtmachines van post 84.08;
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968. blz. 1. (2) PB nr. L 207 van 15.7.1982, blz. 4. (a) PB nr. L 267 van 16.9.1982, blz. 12. 6e wijziging - 1 januari 1983
84.07 / 2 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Toestellen voor de hydraulische of pneumatische bediening van een bewegingsmechanisme voor het openen of sluiten van deuren van laadruimen van vliegtuigen, bestaande uit: — een cilinder met aan het ene uiteinde een verbindingsstuk voor de bevestiging aan de deur van het laadruim, terwijl aan het andere uiteinde een zuigerstang rechtlijnig naar buiten wordt bewogen doordat de druk van de vloeistof of lucht in het cilinderhuis wordt overgedragen op de zuiger; — een zuiger met zuigerstang, waarin zich een eveneens door middel van druk te bedienen ontgrendelingszuiger bevindt; aan het uit de cilinder naar buiten stekende uiteinde van de zuigerstang bevindt zich een oog voor de bevestiging van het bewegingsmechanisme van de deur van het laadruim. Het mechanisme klapt dicht of gaat open als de zuigerstang naar binnen of naar buiten beweegt, waardoor de deur van het laadruim respectievelijk wordt gesloten of geopend; — twee aan het cilinderhuis bevestigde vergrendelingshaken die, als op de ontgrendelingszuiger geen druk staat, beletten dat de zuigerstang naar buiten wordt bewogen; — veren, ringen en andere voor het mechanisme benodigde elementen, Worden in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld: a) indien hydraulisch bediend, onder post: 84.07 Waterraderen (waterwielen), waterturbines en andere hydraulische krachtmachines, b) indien pneumatisch bediend, onder post: 84.08 Andere motoren en andere krachtmachines: C. andere motoren en andere krachtmachines.
6" wijziging- 1 januari 1983
84.08 / 1 VERORDENINGEN
Nr. 2695/77 VAN DE COMMISSIE van 7 december 1977 (a) gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2788/78 van 29 november 1978 (b) en van Verordening (EEG) nr. 3037/79 van 21 december 1979
(O
houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen waaraan bij invoer van produkten bestemd voor bepaalde categorieën vliegtoestellen of schepen, de toepassing van een gunstige tariefregeling is onderworpen. Zie voor de tekst van deze verordening onder post 84.06.
Nr. 2497/82 VAN DE COMMISSIE van 13 september 1982 (d) Zie voor de tekst van deze verordening onder post 84.07.
(a) (b) (c) (d)
P B nr. P B nr. P B nr. P B nr.
L 314 L 333 L 341 L 267
van van van van
8.12.1977, blz. 14. 30.11.1978, blz. 25. 31.12.1979, blz. 4 2 . 16.9.1982, blz. 1 2 .
6 e wijziging - 1 januari 1983
84.65 / 1 TARIFERING
- van 2 9 juni 1982. ref. nr. 2 4 0
OMSCHRIJVING Onderdelen van machines, zogenaamde „roterende verbindingsstukken" (Rotating Unions), hoofdzakelijk van staal, bestaande uit een vast (stilstaand) buis waarin zich een rotor met een holle as bevindt. Door deze as wordt aan een in werking zijnde machine snijolie, boorolie, hydraulische olie, gecomprimeerde lucht, water, stoom of een ander voor het functioneren van de machine hoofdzakelijk medium toegevoerd. Hiertoe worden de „roterende verbindingsstukken" enerzijds aangesloten op een systeem van aanvoerbuizen en anderzijds door middel van de schroefdraad van de uit de rotor stekende holle as vast verbonden met het roterende deel (spindel, spil, as, trommel, enz.) van de machine.
TARIEFINDELING Post 84.65 B
MOTIVERING De „roterende verbindingsstukken" zijn geen goederen die op grond van Aantekening 2 a) op Afdeling XVI onder een bepaalde post zijn in te delen. Omdat zij worden gebezigd voor verschillende machines, kunnen zij evenmin met toepassing van Aantekening 2 b) op Afdeling XVI worden ingedeeld onder post 84.48, ofschoon zij in voorkomend geval deel zullen gaan uitmaken van een gereedschapswerktuig van post 84.45. Het betreft veeleer niet-elektrische onderdelen van machines die overeenkomstig Aantekening 2 c) tot post 84.65 behoren, aangezien zij in een zelfde mate kunnen worden gebezigd voor onder verschillende posten vallende machines.
6* wijziging- 1 januari 1983
HOOFDSTUK 8 5 / 1 ARREST VAN HET HOF
Zaak 1 2 2 8 0
AAN HET HOF GESTELDE VRAGEN (a) Hoe moeten de hiernavolgende woorden in toelichting 5, sub B, bij hoofdstuk 85 van het pelijk douanetarief worden uitgelegd: 1. „discreet
miniatuurelement"
gemeenschap
(sub a) en c)),
2. „gegoten blokjes" („Gießblocktechnik"), den" („die vereinigt sind") (sub a)),
„en dergelijke" („ähnliche Bauweise") en „onder/ing
verbon
3. „waarin praktisch onverbrekelijk (...) elementen zijn opgenomen die deels zijn vervaardigd (...) volgens de halfgeleidertechniek" (sub c)).
ARREST (b) van 19 november 1981 1. De term „discrete elementen" in aantekening 5 Β bij hoofdstuk 85 van het gemeenschappelijke douanetarief moet worden uitgelegd in die zin, dat hij betrekking heeft op fysieke eenheden, die uit één element van een elektrische schakeling bestaan en slechts één elektrische functie hebben, zoals bij voorbeeld dioden, transistors en weerstanden. 2. De term „miniaturisatie" in de zin van aantekening 5 Β moet aldus worden verstaan, dat, de gebruikelijke technische mogelijkheden in de sector van de elektronische industrie op het tijdstip van invoer in aanmerking genomen, in de vormgeving van de module duidelijk het streven van de producent tot uiting komt ruimte te besparen door gebruik te maken van kleine elementen en deze met een zekere dichtheid te groeperen. 3. De termen „gegoten blokjes" en „en dergelijke" in aantekening 5 B, sub a), moeten worden uitgelegd in die zin, dat zij betrekking hebben op procédés ter vervaardiging van modules die een eenheid vormen waarvan de elementen, de gebruikelijke technische mogelijkheden in de sector van de elektronische industrie op het tijdstip van invoer in aanmerking genomen, enkel kunnen worden losgemaakt — bij voorbeeld voor reparatie — door een ingreep waarvan de kosten onevenredig hoog zijn vergeleken met de waarde van de module. De term „gegotenblokjes'techniek heeft betrekking op alle procédés waarbij de elementen van de module zo in isolerend materiaal zijn ingegoten, dat zij een in die zin onlosmakelijke, blokvormige fysieke eenheid vormen. 4. Aantekening 5 B, sub c), is aldus te verstaan, dat onder hybride geïntegreerde schakelingen modules vallen die in halfgeleidertechniek vervaardigde elementen van welke aard ook bevatten, daaronder begrepen elementen die, naast in dunfilm of dikfilmtechniek vervaardigde bestanddelen, uitsluitend discrete elementen in vorenbedoelde zin bevatten. De verschillende elementen van een hybride geïntegreerde schakeling moeten zo met elkaar verbonden zijn, dat zij, de gebruikelijke technische mogelijkheden in de sector van de elektronische industrie op het tijdstip van invoer in aanmerking genomen, enkel kunnen worden losgemaakt — bij voorbeeld voor reparatie — door een ingreep waarvan de kosten onevenredig hoog zijn vergeleken met de waarde van de module.
(a) PB nr. C 155 van 25.6.1980, blz. 2. (b) PB nr. C 332 van 19.12.1981, blz. 5. 6* wijziging 1 januari 1983
87.01 / 1 VERORDENING
Nr. 1 6 2 0 / 8 1 V A N DE C O M M I S S I E van 15 juni 1981 (a)
Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen moeten worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van machines met eigen beweegkracht voor de bosbouw waarop verschillende hulpstukken kunnen worden gemonteerd, die het mogelijk maken verschillende handelingen te verrichten, zoals het heffen, verplaat sen, slepen, voortduwen, laden, lossen, schillen en op maat zagen van boomstammen; Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad ('), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 853/81 (2), post 84.22 hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, post 84.23 delf- en graafmachines en -toestellen, machines en toestellen voor grondwerken, post 84.28 andere machines en toestellen voor de land- en tuinbouw en post 87.01 tractors (trekkers), ook indien met lier, omvat; Overwegende
dat deze posten in aanmerking komen voor de indeling van bovengenoemde
machines;
Overwegende dat overeenkomstig Aantekening 1 op Hoofdstuk 87 onder „tractors (trekkers)" voor de toepassing van dat hoofdstuk en met name met betrekking tot post 87.01 alle motorvoertuigen worden aangemerkt, welke speciaal zijn gemaakt om andere werktuigen, voertuigen of lasten, te trekken of voort te duwen; Overwegende dat gemotoriseerde onderbouwen die speciaal zijn ontworpen en gebouwd om een homogeen mechanisch geheel te vormen met de arbeidswerktuigen die dienen om naast het trekken of duwen een van de bij de posten 84.22, 84.23 of 84.28 omschreven handelingen te verrichten, van post 87.01 zijn uitgezonderd; Overwegende echter dat bovengenoemde machines die, al naar gelang van de daarop aan te brengen hulpstukken, verschillende handelingen kunnen verrichten, evenwel in feite zijn ontworpen voor het trekken of voortduwen van lasten (boomstammen) en derhalve niet kunnen worden aangemerkt als machines of toestellen die specifiek zijn ontworpen om de in de posten 84.22, 84.23 of 84.28 bedoelde handelingen te verrichten; Overwegende dat deze machines derhalve moeten worden ingedeeld onder post 87.01 ; dat zij zijn ontworpen om handelingen te verrichten die gewoonlijk door „tractors voor de bosbouw" worden verricht en zij derhalve onder post 87.01 Β dienen te worden ingedeeld;
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Machines met eigen beweegkracht voor de bosbouw waarop verschillende hulpstukken kunnen worden gemonteerd die het mogelijk maken verschillende handelingen te verrichten, zoals het heffen, verplaat sen, slepen, voortduwen, laden, lossen, schillen en op maat zagen van boomstammen, worden in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post: 87.01 Tractors (trekkers), ook indien met lier: B. Landbouwtractors (met uitzondering van motoculteurs) en tractors voor de bosbouw op wielen.
(') PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1. (2) PB nr. L 90 van 4.4.1981, blz. 8. (a) PB nr. L 160 van 18.6.1981, blz. 2 1 . 5* wijziging - 1 januari 1982
87.01 / 2
12 hp.
10 hp.
97.04 / 1 TARIFERING
- van 21 mei 1980, ref. nr. 2 0 4
OMSCHRIJVING Een computer met een vast programma waarin alleen schaakprogramma's van een verschillende moeilijkheidsgraad zijn opgeslagen. Op elke door middel van het toetsenbord gedane zet antwoordt de computer met de meest verkieslijke tegenzet. De speler kan ook een conventioneel schaakbord gebruiken om zijn eigen zetten en die van de computer weer te geven die dan als zijn tegenspeler fungeert.
TARIEFINDELING Post 97.04 C
MOTIVERING Het schaken tegen de computer kan worden beschouwd als een gezelschapsspel. De computer kan derhalve als een artikel voor gezelschapsspellen worden ingedeeld onder post 97.04 C.
van 2 september 1 9 8 2 , ref. nr. 341
OMSCHRIJVING Cassettes met videospellen, bestemd om in een videospelconsole te worden geplaatst, bestaande uit een huis van kunstmatige plastische stof waarin zich een gedrukte elektrische schakeling (een andere dan een dunfilm- of dikfilmschakeling) bevindt, waarop een monolitische geïntegreerde schakeling is gemonteerd (gesoldeerd). De geïntegreerde schakeling bevat het programma voor een bepaald spel.
TARIEFINDELING Post 97.04 C
MOTIVERING Een zodanig gemonteerd artikel kan niet als een „gedrukte elektrische schakeling" onder post 85.19 worden ingedeeld (zie aantekening 4, tweede alinea, op hoofdstuk 85); met overeenkomstige toepassing van de uitzondering in de toelichting, onderdeel V, laatste alinea, op post 85.19 van de IDR-Nomenclatuur, dient inde/ing te geschieden onder post 97.04 C van het gemeenschappelijk douanetarief. Bovendien wordt deze samenstelling, bevattende een monolitische geïntegreerde schakeling waarover een antistatisch beschermkapje is aangebracht, uitgesloten van post 85.21 op grond van de tweede alinea van de uitzonderingen opgenomen na onderdeel F II van de toelichtingen op post 85.21 van de IDR-Nomenclatuur. De aanwezigheid van een beschermend omhulsel (cassette) is niet van invloed op de inde/ing.
6" w i j z i g i n g - 1 januari 1983
Ill
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Indeling
Arrest v/h Hof
18.3.69
495/69
18.06 D II c/21.07 G VII
18.3.69
496/69
21.07 G VIM en IX
9.4.69
663/69
15.13
23.5.69
955/69
74.19
6.6.69
1061/69
Analysemethodes voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1059/69 - 17.04
6.6.69
1062/69
21.07 E
6.6.69
1063/69
21.07 E
24.7.69
1434/69
11.01 E II/II.02 A V b)
28.11.69
Speciale delen van rupsbanden voor gevechtswagens
73.32 Β II/87.08 A
19.12.69
Smeermiddel (samen gesteld uit een smeer middel en een uitdrijfgas
34.03 A
17.12.69
2552/69
22.09 C III a)
19.12.69
Zirconium carbonate paste
28.42 A VII
14.1.70
Impregneermiddel voor het onderhoud van lederwaren
34.05
14.1.70
Selectief onkruidbestrij dingsmiddel
38.1 1 D
14.1.70
Als hydraulische vloei stof gebruikt produkt
38.19 Ρ
14.1.70
Reprodukties verkregen door „tempagrafie"
99.02
21.1.70
21.07 G
107/70
5.2.70
Room in metalen tuben
04.01
5.2.70
Room in luchtdichte verpakkingen
04.01
5.2.70
Poeder van magere melk waaraan luzernemeel is toegevoegd
04.02
5.2.70
Weipoeder
04.02 A I
9.2.70 18.2.70
20.3.70
21.07 G
241/70 40/69 Kalkoenestaarten ruggen Broekkousen
6 e wijziging- 1 januari 1983
02.02
60.04
IV
Omschrijving Tarifering
Datum
20.3.70
Verordening (EEG) nr.
Filterbuizen
26.5.70
i.ideling
Arrest v/h Hof
73.18 15.01 A I / 15.02 A 1 5.03 Β / 1 5.07 D I
954/70
12.6.70
Korrels bestaande uit polyethyleen en titaandioxyde
32.07 Β
12.6.70
Afval van folien van polyester voor het terugwinnen van wolfram
39.01 C III
12.6.70
Latex uit butadieenstyreencopolymeer
40.02 Β
12.6.70
Lactofer
04.02
12.6.70
Boter waaraan indicatiemiddelen zijn toegevoegd
04.03
12.6.70
Lévulose (fructose)
17.02 D
12.6.70
Stansmessen
82.06
12.6.70
Opvulmateriaal voor automobielen
87.06
12.6.70
Opvulmateriaal voor automobielstoelen
94.01 Β
18.6.70
72/69 (Maniokmeel)
11.04
18.6.70
74/69 (Maniokmeel)
11.04
24.7.70
48.21
1484/70
24.7.70 Vulcanisatieversnellers
29.7.70
38.15 1 523/70
02.01 A II a) 2
25.9.70
Kokosgarens
59.04
25.9.70
Verdampers met geforceerde luchtcirculatie
84.12
20.10.70
Schroot van gelegeerd staal
73.15 Β I b) i aa)
4.11.70
Silo - afvallen
23.02 A II b)
4.12.70
Tweezijdig houtfineerpapier
44.15 B
8.12.70
6 e wijziging- 1 januari 1983
14/70 (Belang Toelichtingen en indelingsadviezen IDR)
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
8.12.70
Indeling
Arrest v/h Hof
28/70 (Pluimvee)
01.05/02.02
18.12.70
Gebrand of gesinterd magnesiet
38.19 k
18.12.70
Wandbekledingsmateriaal (papier + kunstmatige plastische stof
39.02 C VII b)
22.12.70
2607/70
23.02 A 1 a)
22.12.70
2606/70
85.12 A
22.1.71
Mengsel van boter en magere melk (+ natrium caseïnaat en lecithine)
04.02 A II a) 2 04.02 A II b) 2
22.1.71
Mengsel van boter en magere melk ( + palmpittenolie en voedingsfosfaat
21.07 D II b)
3.3.71
51/70 (chocolademassa)
18.06
3.3.71
Hazelnoten in poedervorm
11.04 B
3.3.71
Kunstmatig vervaardigd ijzeroxyde
28.23
5.3.71
Mengsels van homologen van fosforzure esters
38.19 U
23.4.71
12.04 A II
847/71
4.5.71
Thiamine-disulfide Thiamine-propyldisulfide Thiaminetetrahydrofurfuryldisulfide Octotiamine
29.23 Q
4.5.71
Urinedrainagezakken
39.07 E
26.5.71
Warmwatermengtoestel
84.17 F I
26.5.71
Steriliseertrommels
74.19
17.6.71
30.6.71
3/71 (begrip toegevoegde suiker) Bereide maaltijd (rijst + pepers)
6 e wijziging- 1 januari 1983
20.06
21.07 G
VI
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
30.6.71
Selderijzaad, niet geselecteerd
12.03 E
30.6.71
Mengsels (bladeren bloemen, vruchten en schillen van vruchten
21.07 G
14.7.71
12/71 (gebroken granen van mais)
11.02
14.7.71
13/71 (grutten van maïs)
11.02
14.7.71
14/71 (gebroken granen van gierst)
11.02
23.7.71
1592/71
68.08
22.10.71
Bitterkoekjes, genaamd „Amaretti"
19.08 B I
22.10.71
Poeder van de passievrucht
(20.06 B I I a) 9 (20.06 B I I b) 9
22.10.71
Poedervorming produkt voor de bereiding van dranken of toespijzen
21.07 G 1
22.10.71
Onkruidverdelgings middel
29.29
24.11.71
30/71 (mayonaise)
21.04
15.12.71
77/71 (mayonaise)
21.04
4.2.72
Plaatjes van staal voorzien van rijen rechtopstaande punten
73.40 B
4.2.72
Machines voor het vervormen van metaal
84.45 B
4.2.72
Brochure, formaat 14 χ 21 cm
49.01
18.2.72
Tandpasta
33.06 A I I
18.2.72
Produkt ter bestrijding van nachtvorst
36.08 B
18.2.72
Poedervorming produkt voor het aromatiseren van dranken
33.04
6" wijziging 1 januari 1983
VII
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
18.2.72
Tijdens de broodbereiding aan het meel toe te voegen produkt
21.07 G
10.3.72
Wandbekledingsmateriaal (kurk + papier)
45.02
10.3.72
Drukwerken in de vorm van (gebrocheerde) afleveringen
49.01
10.3.72
Machine voor het verkleinen, egaliseren en aanwalsen van vuilnis op stortplaatsen
84.59 E
10.3.72
Kleine elektrische speelwagentjes voor kinderen
97.01
10.3.72
Afvalbakken
73.22
10.3.72
Elektromechanisch bediende slagbomen voor parkeerplaatsen, vliegvelden, enz.
84.59 E
10.3.72
Verlichtingstoestellen, zogenaamde „dentoscopen"
83.07
36/71 (bereide veevoeders)
23.3.72
679/72
29.3.72
11.01/11.02/23.07
(69.09 A/69.11 (69.13 B/69.14 A
29.3.72
Hydroalcoholische oplossingen op basis van gistextracten
30.03 B II b
29.3.72
Wandbekledingsplaten
39.01 C II b)
26.4.72
92/71 (gehalte aan toegevoegde suiker van vruchten
20.06
18.5.72
Overlangs gezaagd hout, geëgaliseerd met een speciale machine
44.05 C
18.5.72
Overlangs gezaagd hout verkregen via een speciale verspaningsmach-ne
44.05 C
6" wijziging- 1 januari 1983
VIII
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
18.5.72
Zogenaamde „placemats" (dekmatjes)
62.02 Β
18.5.72
Rollen „telex"-papier
48.18
18.5.72
Stofzuigerzakken
48.16 A
18.5.72
Stukjes aluminiumdraad verkregen in zogenaamde „Schredder-installaties"
76.01 A
18.5.72
Produkt bestemd om nagelbijten tegen te gaan
33.06 Β
9.6.72
Elektronisch afgifteapparaat voor bankbiljetten
84.54 Β
9.6.72
Elektronische schakelaar voor het regelen van de lichtintensiteit
85.19 Β
9.6.72
Hydraulische mijnstutten (mijnstempels)
73.21
9.6.72
Kettingformulieren
48.18
9.6.72
Kettingformulieren
48.07 C
9.6.72
Plaatjes (chips) en schijfjes (wafers)
85.21 D
23.6.72
Wandtegels
69.08 Β II
23.6.72
Vergrotingsschermen voor TV-toestellen
90.13
22.9.72
Vellen van epoxyhars met versterking van glasvezelweefsel
39.01 C VII
22.9.72
Produkten bestaande uit chloordifenylen en gechloreerde difenylen
38.19 U
22.9.72
Bloedtransfusietoestel
90.17
20.10.72
Slangen van polytetrafluorethyleen
39.07 E IV
6 β wijziging- 1 januari 1983
XV
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Indeling
Arrest v/h Hof
15.4.77
Preparaat in de vorm van pellets voor de bereiding van veevoeder
23.07 B I a) 1
15.4.77
Poedervormig produkt bestaande uit par tikeltjes tylosinefosfaat
23.07 C
6.5.77
Onderdelen voor veiligheidsgordels
39.07 E IV
6.5.77
Stereo-koptelefoon
85.22 C
26.5.77
108/76 (interpretatie „constructiewerk")
7.6.77
1216/77 (Deze ver ordening wijzigt verorde ning 1120/75
73.21/84.23/84.59 E
22.05 C III a) 1, b) 1 en 2 en 22.05 C IV a) 1, b) 1 en 2
10.6.77
Preparaat voor het bekleden van beton en staal
32.09 A II
10.6.77
Smeermiddel in de rubberindustrie
34.03 B
4.7.77
1 535/77 (Basisver ordening Bijzondere bestem mingen)
Vooraan in het boekwerk
4.7.77
1536/77 (Bij zondere bestem mingen)
07.01 A 1/10.05 A/ 12.01 A
4.7.77
1 537/77 (Bij zondere bestem mingen)
59.17 B
8.7.77
59.11 A II
Onderleggers voor tafelkleden
25.7.77
1669/77
02.02 Β I
28.7.77
1 775/77 (Bij zondere bestem mingen)
Hoofdstuk 27/29.01
6 e wijziging - 1 januari 1983
XVI
Omschrijving Datum
Tarifering
16.9.77
Preparaten voor het appreteren van leder
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
38.12 A I I
27.10.77
23/77 (kleurserigrafieën)
49.1 1 Β
7.11.77
Hydraulische of pneumatische hamer
84.23 A I I b)
18.11.77
Vloeibare fractie van palmolie
15.07 D I I a) 2
18.11.77
Kristallijn poeder voor de bereiding van alcoholvrije dranken
21.07
7.12.77
2695/77 (bijzondere bestem mingen
84.06/84.08 88.03/89.01 89.02/89.03
7.12.77
2696/77 (bijzondere bestem mingen)
04.05 1 1.04 B I en C I 25.01 A I I a)
7.12.77
2697/77 (deze verorde ning wijzigt verorde ning 1 535/77)
35.02 A I Zie, vóór tariefposten
8.12.77
62/77 (prenteboeken voor kinderen)
49.03
15.12.77
60/77 (afzonderlijke apparaten als delen en onderdelen)
85.17
15.12.77
63/77 (sets papier)
48.18
16.12.77
28.11.77
60.04/6005
13.1.78
Gloeifosfaat (smeltfosfaat)
31.03 A I I
13.1.78
Ruw menselijk serum
30.01 B
13.1.78
Zwart poeder bestaande uit koperoxyde
28.28 L I
6* wijziging 1 januari 1983
XVII
Omschrijving Datum
3.2.78
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
91.07 Β
Modules voor elektronische horloges
7.2.78
251/78
58.10
8.3.78
488/78
39.02 C V
9.3.78
1 1 1/77 (afvallen van lood in de vorm van zetmachinestaafjes)
78.01 A
16.3.78
104/77 (stukgehakte aluminiumdraad)
76.01 A
7.4.78
Heparine
39.06 B
14.4.78
Inhalator
90.18
14.4.78
Aftakdozen voor televisie
85.22 C
14.4.78
Baklader
84.22 D
19.5.78
Poeder van afge roomde melk
04.02 1688/78
18.7.78
21.07 G 1 a) 2 c c)
8.9.78
Drinkende vogeltjes
97.05
8.9.78
Wijdmazig netwerk uit polyamide en polypropyleenvezels
39.07 E IV
6.10.78
Door oxydatie ge wijzigd zetmeel
35.05 A
6.10.78
Poedermengsel van mangaanoxyde en andere zelfstandig heden
38.19 U
9.11.78
9.11.78
2622/78
Poeder van magere melk met bloedmeel en vismeel
29.11.78
6" wijziging - 1 januari 1983
02.01 A II b) 4 bb) 33 04.02
2788/78 (deze veror dening wijzigt veror dening 2695/77)
84.06/84.08 88.03/89.01 89.02/89.03
XVIII
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Indeling
Arrest v/h Hof
7.12.78
Gedrukte brochure met w i t scheerhaar bevlokte bontgekleurde afbeeldingen
49.01
7.12.78
Zuurtjes of lollies
21.07 G I a)
7.12.78
Notenhouten gezaagde delen
93.06 B I 73.08/89.01 89.02/89.03
Besluit 79/34 (EGKS) (bijzondere bestemmingen)
18.12.78
12.1.79
Pizzasaus
20.02 C
12.1.79
Rekenweegschaal
97.03
9.3.79
Door oxydatie gewijzigd zetmeel
35.05 A
13.3.79
484/79
39.07
13.3.79
485/79 (bijzondere bestemmingen)
01.01 A II
14.3.79
Schroeven voor behandeling van breuken in het beendergestel
73.32
28.3.79
158/78 (stukken kalkoenvlees zonder been)
02.02
2.5.79
137/78 (mengsel van kipheeleipoeder, sojameel en glucosestroop)
21.07 G I a) 1
3.5.79
885/79
75.03 B
11.5.79
936/79
02.01 A II a) 02.01 4 a a)
18.5.79
Enzymatische bereidingen
35.07
18.5.79
Gordels „ceintures multi poches"
42.03 C
29.5.79
6 e wijziging- 1 januari 1 9 8 3
165/78 (niet gemonteerde delen)
Algemene bepaling 2 a)
XIX
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
31.5.79
183/78 (bevroren vlees)
02.01
28.6.79
160/78 (vlees van alle soorten)
16.02 Β III a) 1, 2 en 3
6.7.79
Kinderboek
97.03 Β
6.7.79
Rond tafelkleedje
62.02 Β
10.9.79
Toestel voor het wegen en etiketteren
84.20
11.9.79
Zeilplank
97.06 C
14.9.79
Mengsel van melk poeder en moutextract
21.07 D II
18.9.79
4.10.79
11.10.79
04.05 11.04 25.01 35.02
2035/79 (deze ver ordening wijzigt ver ordening 2696/77) 11/79 (aggregaten voor de regeling van het klimaat)
Β II ex Β Ι en C I A II a) A I
84.12
64.04
Pantoffels
17.10.79
2282/79
55.09 A I
30.10.79
2392/79
29.22 A I
6.12.79
2748/79
13.03 C III
20.12.79
3034/79 (Bij zondere bestem mingen)
08.04
20.12.79
3035/79 (Bij zondere bestem mingen)
24.01 De bijzondere bestemmingen in het begin van dit werk
21.12.79
3036/79 (deze ver ordening wijzigt ver ordening 1535/77)
6 e wijziging- 1 januari 1983
XX
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
21.12.79
3037/79 (deze ver ordening wijzigt ver ordening 2695/77)
84.06 / 84.08 88.03 / 89.01 89.02 / 89.03
21.12.79
3038/79 (deze ver ordening wijzigt ver ordening 1536/77)
07.01 A I / 10.05 A 10.06 A / 12.01 A
21.12.79
3039/79 (Bij zondere bestem mingen)
31.02 A / 31.05 A I I I a)
25.1.80
Verse kaas
04.04 E I e) 1
25.1.80
Vloeibare dieetvoeding voor zuigelingen
22.02 Β
25.1.80
Reflecterende foliën
39.02 C XI V b)
11.2.80 19.2.80
59.04
Kabel van synthetische vezels 54/79 (schoeisel met buitenzooi van hennep)
26.2.80
27.2.80 28.2.80
59.08
308/80
64.02
48.01 F
479/80
30.02 A
Plasma 87/112/113/79 (vruchten in mengsel water en alcohol)
20.3.80
20.06 B I
27.3.80
802/80
04.03 A
27.3.80
803/80
19.07
29.4.80
29.4.80 21.5.80
23.07 C
Vis„solubles" voor veevoeder 1074/80 Schaakcomputer
6" wijziging 1 januari 1983
64.02 B 97.04 C
XXI
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Indeling
Arrest v/h Hof
23.5.80
1284/80 (deze ver ordening wijzigt ver ordening 2696/77)
04.05 11.04 25.01 35.02
23.5.80
1285/80
04.02 A I
23.5.80
1286/80
04.02 A II
Β II ex Β 1 - C I A II a) A I
28.5.80
Gedeeltelijk gehydrolyseerd verenmeel
23.07 C
29.5.80
Lemmetjes in poedervorm voor het aromatiseren
21.07 G I c) 1
29.5.80
Synthetische zirkonia kristallen
38.19 U
29.5.80
Wit copolymeer poeder
39.02 C XIV a)
9.6.80
1466/80 (deze ver ordening wijzigt ver ordening 3035/79)
24.01 A
25.6.80
1725/80 (Bij zondere bestem mingen)
01.02 02.01 02.01 02.01
10.7.80
798/79 (ademhalings toestellen) Raketballons
16.10.80
6" wijziging - 1 januari 1983
a) a) 1 aa) a) 2 aa) a) 3 aa)
90.18
97.03 B
18.9.80 18.9.80
II II II II
90.28 A II b)
Machines voor het testen van autobanden
11.7.80
11.9.80
A A A A
795/79 (veevoeder) 2418/80
23.07 B I c) 1 87.02 B II a) 1 aa) 22
824/825/79 (in stukken of schijven gesneden paddestoelen)
07.04 ex B
XXII
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
16.10.80
Indeling
Arrest v/h Hof
816/79 (afval van synthetische textielvezels)
59.01 Β I
28.10.80
Fructuose (lévulose)
17.02 D I I
30.10.80
Apparaat voor xeroradiografie
90.10 C
19.12.80
Assortiment handwerkpakket
55.09 A I
19.12.80
Assortiment handwerkpakket
56.07 A I I
19.12.80
Pyjamaopbergzak
60.05 Β
22.12.80
24.01 A
3344/80 (deze ver ordening wijzigt Ver ordening 3035/79)
16.1.81
Adventskransen
06.04 Β I I I
16.1.81
Banden van elastisch weefsel met aluminium bekleed
61.11
29.1.81
299/81
15.01
29.1.81
300/81
04.02 A I I
4.2.81
333/81
64.01
6.2.81
341/81
02.02 Β I I f)
25.2.81
550/81
87.07 C I
25.2.81
551/81
90.07 A
26.2.81
Balwerpers
26.3.81
97.03 Β 114/80 (andere alcoholvrije dranken)
22.02
3.4.81
Zwelstijfsel
35.05 A
28.4.81
Boodschappennetten
46.03
5.6.81
Cowboy en indianenkleding
97.03 Β
6 e wijziging 1 januari 1983
XXIII
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Arrest v/h Hof
Indeling
5.6.81
1541/81 (deze verordening wijzigt Verordening 3035/79)
24.01 A
15.6.81
1620/81
87.01 B
19.6.81
Voorgesneden monsterzakjes
48.14
19.6.81
Muurbekleding
59.06
2.7.81
1 60/80 (bindmiddel)
13.02 13.03
8.7.81
1 70/80 (vruchten voorlopig verduurzaamd)
08.11
9.7.81
169/80 (monetair compenserende bedragen Emmentaler)
04.04 A I
14.7.81
205/80
97.05
16.9.81
Abaca bladeren „Leaf of Abaca"
59.03
29.9.81
Vogelvoeder
23.07 B
1.10.81
196/80 (voorvoeten van runderen)
02.01 A II a) 4 aa)
1.10.81
Zakjes voor te steriliseren produkten
48.16 A
14.10.81
Triplexpanelen
44.15
28.10.81
3131/81
19.08 B
30.10.81
3149/81
38.19 T
19.11.81
122/80 (interpretatie aantekening 5 B, sub a) op hoofdstuk 85)
hoofdstuk 85
23.11.81
3355/81) (deze verordening wijzigt Verordening 3035/79
24.01 A
8.12.81
3555/81
02.06 B I a) 7
6* wijziging - 1 januari 1983
XXIV
Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Indeling
Arrest v/h Hof
8.12.81
3556/81
11.02 D V
8.12.81
3557/81
48.07
8.12.81
3558/81
71.16
8.12.81
3559/81
85.15 A III b) 2
19.1.82
122/82 (deze verordening wijzigt verordening 3039/79)
31.02 A/31.05 A III a)
11.2.82
278/80 (papierkleefband)
35.06
19.2.82
Produkt in de vorm van een loempia
19.08 B
19.2.82
Kauwspeelgoed voor honden
23.07 B I a) 1
5.3.82
Niet opgemaakt filetweefsel
58.08 B
5.3.82
Geknoopte netten
59.05 A II
11.3.82
129/81 (meel van sojaextract)
19.5.82
1259/82 (deze verordening wijzigt verordening 1 536/77)
17.6.82
ex 23.04
07.01 A I, 10.01 A, 10.05 A, 10.06 A, 12.01 A
3/81 (parelgort)
11.02
18.6.82
Produkt op basis van voorgegelatineerd zetmeel
38.12 A I c)
23.6.82
Kinderdrank uit ongegiste sappen van frambozen, bessen, enz.
21.07 G I e) 1
24.6.82
Produkt voor toevoeging aan bakkerswaren
21.07 G
6* wijziging - 1 januari 1983
xxv Omschrijving Datum
Tarifering
Verordening (EEG) nr.
Indeling
Arrest v/h Hof
24.6.82
Produkt voor toevoeging aan bakkerswaren (andere samenstelling als voorgaande)
21.07 G
29.6.82
Roterende verbindingsstukken
84.65 B 208-209/81 (ontpunte haverkorrels)
1.7.82
11.02 B I a) 2 aa)
19.7.82
1978/82
18.05
19.7.82
1 979/82
hoofdstuk 2 0
2.9.82
97.04 C
Cassettes met videospelen
13.9.82
2496/82
61.01 B V e)
13.9.82
2497/82
84.07, 84.08 C
15.9.82
237-81 (vuurvaste preparaten)
30.9.82
295/81 (algemene bepaling nr. 2 a voor de toepassing van het GDT)
30.9.82
317/81 (interpretatie aantekening 2 A a) op hoofdstuk 59)
59.08
6.10.82
37/82 afdekdoeken
30.04
7.10.82
234/81 (Corian)
39.02 C XII 39.07 B V d)
38.19 K
14.10.82
Tabaksmengsels
24.01
23.11.82
Assortiment stramien + garens
58.03
23.11.82
Assortimentstramien + motief + garens
58.03
25.11.82
3187/82 (deze verordening wijzigt verordening 3035/79)
24.01
17.12.82
34.02/82
38.19 X
17.12.82
34.01/82
39.02 C XIV a)
6* wijziging - 1 januari 1983
alg og abonnement - Verkauf und Abonnement - Πωλήσεις καί συνδρομές ■ Sales and subscriptions Vente et abonnements ■ Vendita e abbonamenti ■ Verkoop en abonnementen ESPANA
LGIQUE/BELGIË
IRELAND
oniteur belge / Belgisch Staatsblad
Government Publications Sales Office
MundiPrensa Libros, S.A.
ie de Louvain 4 0 4 2 / Leuvensestraat 4042 100 Bruxelles / 1 0 0 0 Brussel I. 5 1 2 0 0 2 6 :P/Postrekening 0 0 0 2 0 0 5 5 0 2 2 7
Sun Alliance House Molesworth Street Dublin 2 Tel. 71 03 0 9
Castellò 37 Madrid 1 Tel. (91) 2 7 5 4 6 55 Telex 4 9 3 7 0 M P LI E
lusdépôts / Agentschappen:
or by post
Draine européenne / iropese Boekhandel
Stationery Office
ie de la Loi 2 4 4 / Wetstraat 2 4 4 )40 Bruxelles / 1 0 4 0 Brussel
St Martin's House Waterloo Road Dublin 4 Tel. 78 96 4 4
?EDOC e de la Montagne 3 4 / Bergstraat 3 4 e 1 1 / Bus 1 1 100 Bruxelles / 1 0 0 0 Brussel
ITALIA Licosa Spa
VNMARK ihultz Forlag antergade 21 16 København Κ : : (01) 12 11 95 rokonto 2 0 0 1 1 9 5
Via Lamarmora, 4 5 Casella postale 5 5 2 5 0 121 Firenze Tel. 5 7 97 51 Telex 5 7 0 4 6 6 LI COSA I CCP 3 4 3 5 0 9 Subagente: Libreria scientifica Lucio de Biasio AEIOU Via Meravigli, 1 6 2 0 123 Milano Tel. 8 0 76 79
PORTUGAL Livraria Bertrand, s.a.r.l. Rua João de Deus Venda Nova Amadora Tél. 9 7 45 71 Telex 12709LI TRANP
SCHWEIZ / SUI SSE / SVI ZZERA FOMA 5. avenue de Longemalle Case postale 3 6 7 CH 1020 Renens Lausanne Tél. (021) 3 5 13 61 Télex 2 5 4 1 6 Sousdépôt:
ι DEUTSCHLAND
Librairie Payot irlag Bundesanzeiger eite Straße stfach 10 8 0 0 6 100 Köln 1 I. (02 21) 2 0 2 9 0 rnschreiber: JZEIGER BONN 8 8 8 2 595
GRANDDUCHÉ DE LUXEMBOURG Office des publications officielles des Communautés européennes 5, rue du Commerce L2985 Luxembourg Tél. 4 9 0 0 81 4 9 01 91 Télex PUBLOF Lu 1322 CCP 1 9 1 9 0 8 1 CC bancaire BI L 8 1 0 9 / 6 0 0 3 / 3 0 0
ÌEECE C. Eleftheroudakis SA ernational Bookstore Nikis Street hens (126) I. 322 63 23 lex 2 1 9 4 1 0 ELEF bagent for Northern Greece:
NEDERLAND Staatsdrukkerij en uitgeversbedrijf
UNITED STATES OF AMERI CA European Community Information Service 2 1 0 0 M Street, NW Suite 707 Washington, DC 2 0 0 3 7 Tel. (202) 8 6 2 9 5 0 0
Christoffel Plantijnstraat Postbus 2 0 0 1 4 2 5 0 0 EA 'sGravenhage Tel. (070) 78 9 9 11 CANADA
slho's Bookstore e Business Bookshop ι Tsimiski Street essaloniki I. 2 7 5 2 7 1 lex 4 1 2 8 8 5 LI MO
6, rue Grenus 1211 Genève Tél. 31 89 5 0 CCP 12236
Renouf Publishing Co., Ltd UNITED KI NGDOM H M Stationery Office HMSO Publications Centre 51 Nine Elms Lane London S W 8 5DR Tel. 0 1 2 1 1 8 5 9 5
2 1 8 2 St Catherine Street West Montreal Quebec H3H 1M7 Tel. (514) 9 3 7 3 5 1 9
ANCE Subagent: rvice de vente en France des publications s Communautés européennes urnal officiel , rue Desaix 7 3 2 Paris Cedex 1 5 I. (1) 5 7 8 61 3 9
JAPAN
Alan Armstrong & Associates European Bookshop London Business School Sussex Place London NW1 4SA Tel. 0 1 7 2 3 3 9 0 2
Kinokuniya Company Ltd 177 Shinjuku 3Chome Shiniukuku Tokyo 1 6 0 9 1 Tel. (03) 3 5 4 0 1 3 1