6 Dendrochronologisch onderzoek Van de kap van het woonhuis en van de gebinten en sporen van de middendeel zijn houtmonsters genomen om die dendrochronologisch te dateren. Daaruit komen drie perioden naar voren. Rond 1480 is de eerste periode. De houtmonsters met deze datering zijn van het hergebruikte hout van de fliering en de muurplaat van het woonhuis genomen. De tweede periode ligt rond 1594. De houtmonsters zijn genomen van een jukbeen van juk a en van een schoor. Het hout is primair, dus niet hergebruikt. De derde periode ligt rond 1673. De monsters zijn genomen van een dakspoor van het woonhuis, het juk c en van de gebintconstructie en de kap van de middendeel.
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
70
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
71
7 Priseringen en kaarten
95. Prisering van huizen en hoven uit 1645.
96. Prisering van huizen en hoven uit 1646.
Transcriptie:
Transcriptie:
Register vant caspel Peijsse wegen de huesen schuiren hoefen
Register wegen de huesen ende hoefen vant caspel Peijse den 1sten juny 1646
Gerreijt Roelefsz als meyer van saelig heer Efert Lewen arfgenamen husz 10 gebindt 25 foedt widt Het binnen husz met de beijde kamer widt alst achter husz lanck 42 foedt Een olde schuire 6 gebint 22 foet widt Een klyen fije husijen Hoffte ende holdt
Gerreijt roelefs als meijijer van saelige Efert Lewen arfgenamen husz 10 gebint wit 25 foet Het binnen husz met de beijde kamers wit alst achter husz lanck 42 foet Een schuere 6 gebint wit 22 foet Een fijehusijen 3 gebint wit 15 foet Hofte 2 schat Mosz lant 4 mudde 2 schat Hofte met eiken holdt 9 mudde
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
5500 – 0 – 0
300 - 0 - 0 90 – 0 - 0 66 – 0 - 0 22 – 0 - 0 50 – 0 - 0 75 – 0 - 0 900 – 0 - 0
72
97. Haardstedenregister van 1672.
98. Prisering uit 1742.
Transcriptie:
Transcriptie:
Register vant (caspel …) derselver heerdsteden den 23 aprilis 1672
Namen der eige naren en mere ren na de metin ge van 1646 (…) Ter Hansou Jan Buiringe meier van de weduwe van de heer secretar. S. Nijsingh de heer Ketelen Willinge
Gerreit Roelefsz op de Hansouw 4 – 0 - 0
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
Na de laaste metrage van 1646 Huis 10-25 Binnenhuis met de beide kamers als het agterhuis lank 42 gemu(…) schuire 6-22 Een veehuisjen
Demolieerde huisplaatsen of onbekend wie daar eigenaar is
Nu aldus door ons bevonden
Huis 10 geb 25 Binnenhuis met de beide kamers als het agterhuis lank:- gemu(…) schuire 3-20
73
99. Fragment uit: Pijnacker 1634
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
74
100. Fragment uit een Franse kaart uit 1674. Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
75
101. Fragment uit: Huguenin 1819-1829.
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
76
102. Fragment uit: Kadastrale minuut 1832. Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
77
103. Fragment uit: Topografische militaire kaart uit 1852. Hierin valt op dat er een bouwwerk voor het woonhuis aangegeven wordt. Op andere militaire kaarten is dat ook zo. Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
78
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
79
104. Fragment uit: Topografische kaart uit 1898. Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
80
8 Tekeningen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek In 1961 heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg opdracht gegeven om een aantal tekeningen te maken van Huis ter Hansouwe. Deze tekeningen geven informatie over de toestand van de boerderij in die tijd. Belangrijk is de plattegrond van het woongedeelte. Daarin staat de wand die in de woonkamer geplaatst is. Daardoor kunnen de archieffoto’s goed geïnterpreteerd worden. De profileringen van de beide schouwbalken zijn gedetailleerd weergegeven. In de tekening van de noordgevel zijn de letteraanduidingen bij de ankers en bij het stuk zandsteen overgenomen op de tekening van de noordgevel op bladzij … Op de tekening van de Rijksdienst wordt het kelderraam gedetailleerd weergegeven. In de huidige situatie zijn de sporen van de diefijzers niet vast te stellen. De tekening van de SHBO geeft een toestand weer die enigszins geïdealiseerd is. In de noordgevel hebben geen vensters gezeten, de bedstedenwand was niet te zien en de bomenrij voor het huis lijkt ook niet aanwezig. De strekkenlagen (hanenkammen) boven de vensters aan de westzijde zijn niet getoogd.
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
82
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
83
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
84
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
85
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
86
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
87
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
88
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
89
9 Interpretatie van de onderzoeksgegevens Huis ter Hansouwe heeft als bouwwerk een veelbewogen geschiedenis.
Van het oudste deel is alleen de onderzijde van de noordmuur en een gedeelte van de oostmuur bewaard. Daarmee stemt waarschijnlijk ook de plattegrond van het oudste deel overeen. De bakstenen in de plint zijn echter hoogstwaarschijnlijk hergebruikt. Er is geen metselverband en er zijn heel veel stukken. Dat betekent dat er een fase aan vooraf is gegaan. Wat er nu staat is dus niet de oudste fase. Als de bakstenen van die oudste fase afkomstig zijn, kan op grond van het formaat gesteld worden dat er in de veertiende eeuw een steenhuis gestaan heeft.
Het is een steenhuis waarvan aan west- en oostzijde een topgevel heeft gezeten. De reden voor deze conclusie is de afmeting van de noordmuur, die als zijkant van een oorspronkelijk steenhuis het meest in aanmerking komt. De oostgevel heeft metselwerk dat tot de bloktand doorloopt en korter is dan de noordgevel, dus een voor- of achterkant. Een ander argument is het feit dat de plaat op de noordmuur tot een oude fase (ca. 1480) behoort.
In de noordmuur zijn verschillende sporen die op een andere invulling van de gevel duiden dan nu het geval is. Die invulling heeft betrekking op een latere fase dan de oudste. De bakstenen die daarvoor gebruikt zijn, zijn alle kleiner dan die van de plint.
In de noordgevel kunnen verschillende vensters aangegeven worden. Er zijn minstens drie verschillende fasen aan te duiden, waarvan het niet mogelijk is de volgorde aan te geven. Eén fase komt overeen met de dichtzettingen aan de onderzijde van de vensters aan de oostkant: de vensters zijn daar even laag. Bovendien zit een stuk zandsteen in de noordgevel, afkomstig van een kalf in een venster, op dezelfde hoogte als de zandstenen restanten in de oostgevel. Het is overigens logisch dat er vensters in de noordmuur gezeten hebben: zo was er zicht op het haventje en op het Eelder Diep. 105. In de noordgevel zit een stuk zandsteen op dezelfde hoogte als in de oostgevel.
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
90
Als het hergebruikte hout in de kap afkomstig is van een voorgaande fase, wat het meest waarschijnlijk is, dan moet rond 1480 een bouwcampagne plaatsgevonden hebben. In 1484 erft Wigbold Lewe het huis. Een nieuwe eigenaar is vaak verantwoordelijk voor een verbouwing, dus dat zou goed kunnen. Het is niet vast te stellen wàt er rond 1480 verbouwd is.
Rond 1590 heeft een volgende grote verbouwing plaatsgevonden. De jukken die met A aangeduid zijn, dateren uit die periode. De sleutelstukken in de opkamer hebben een ojiefmotief dat in die periode te plaatsen is. In de Prisering van huizen en hoven uit 1645 en 1646 wordt Ter Hansouwe beschreven. Daarin staat dat het gedeelte van de middendeel uit 10 gebinten bestaat waarvan de gebintstijlen 25 voet (iets minder dan 7,5 meter) uit elkaar staan. Het woongedeelte wordt binnenhuis genoemd; het bestaat uit twee kamers. Het is even breed als de deel en het is 42 voet (ongeveer 12,5 meter) lang.
In deze beschrijving is de situatie van 1590 en later weergeven. Daarbij is het belangrijk om te constateren dat de opvolger van het steenhuis verlengd is en de nokrichting een kwartslag gedraaid is. Er is sprake van twee kamers. De lengte van ca. 12, 5 m komt met de huidige situatie overeen. Aan de oostgevel is in het metselwerk die verlenging vast te stellen.
Als in 1742 een nieuwe beschrijving van huizen en hoven plaatsvindt, omdat er in de eeuw ervoor het nodige veranderd kan zijn ten opzichte van de beschrijving in 1646, lijkt de enige verandering het aantal van 6 naar 3 gebinten te zijn van de schuur, die apart genoemd wordt. Misschien is er zelfs wel sprake van een nieuwe schuur, omdat de breedte van 22 voet op 20 voet overgaat. Het ligt voor de hand om de deel als onveranderd te beschouwen, ware het niet, dat al het hout in 1672 en 1673 gedateerd is. De situatie in 1742 was dus een andere dan in 1646. 1672 is het zogenaamde rampjaar. Groningen werd in dat jaar belegerd door Bernhard von Galen (Bommen Berend). De conclusie is dan ook dat Ter Hansouwe hoogstwaarschijnlijk bij de
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
gevechtshandelingen gedeeltelijk verwoest is. Het hout van de jukken c en d dateert uit 1672, de gebintconstructie van de deel eveneens, met daarbij de opmerking dat één stijl in de lente of de zomer van 1673 gedateerd wordt, wat bijna altijd betekent dat men blijkbaar heel veel noodzaak tot de bouw zag, omdat het lastig is om bomen met blad te kappen. Hetzelfde geldt voor een dakspoor van het woongedeelte, dat in de lente of zomer van 1674 gedateerd is. De conclusie daarvan is dat het huis gedeeltelijk en de deel helemaal herbouwd zijn, waarbij de deel net zo groot werd als zijn verwoeste voorganger. De middendeel had een stookplaats met een schoorsteen, waarvan de resten op zolder 2.2 te zien zijn. Het is met zoveel woonruimte in het voorste deel niet aannemelijk om te veronderstellen dat deze stookplaats bij een woonruimte op de deel hoorde. Dat zou kunnen betekenen dat de schoorsteen voor bedrijfsdoeleinden gebruikt is. Rond Peize was de hopteelt een belangrijke activiteit. Ook bij Ter Hansouwe hoorden hopkuilen, evenals bij de omliggende boerderijen. Hop moet gedroogd worden. Het is dan ook heel waarschijnlijk dat de schoorsteen hoorde bij een hopeest. De zolder boven het woonhuis heeft als opslagruimte gediend. De balken die tussen de jukken aan de flieringen bevestigd zijn, hebben geen ander doel gediend dan om er een vloer over te leggen, waar bijvoorbeeld hop opgeslagen kon worden. De dichtzetting naast de schoorsteen is van een luik, waardoor de zolder 2.1 bereikt kon worden.
De westgevel is aan het eind van de achttiende of begin negentiende eeuw aangebracht. De reden voor deze conclusie is de grootte van de vensters en het metselwerk. De voordeur is in empirestijl uitgevoerd en dus rond 1800 te dateren. De pompstraat is bij die verbouwing betrokken en heeft zijn huidige uiterlijk in deze periode gekregen.
Van de tien gebinten van de middendeel die in 1742 nog aanwezig waren, zijn drie gebinten verwijderd. Daarvoor in de plaats is de huidige dwarsschuur gekomen, die als jaartal 1837 in de muurankers draagt. Volgens de gegevens uit archiefonderzoek komt deze schuur uit Eelde.
91
In de dwarsschuur heeft één stijl een natuurlijk oog, waar een zeis aan opgehangen kon worden. In de leemvloer van de dwarsschuur duikt een zwerfkei op, waar een vierkant gat in zit. Het is waarschijnlijk dat hij dienst gedaan heeft voor een dorsblok.
De tegels in de haard zijn na de restauratie in de jaren zeventig van de twintigste eeuw aangebracht. De tegels met blauwe 1 bloemendecoratie zijn afkomstig uit Harlingen en Makkum en zijn rond 1800 gefabriceerd. Het tegeltableau is van recente datum. 2 Het is ca. 1972 gemaakt in Makkum.
In de lemen vloer van de dwarsschuur duikt een veldkei op die gediend heeft voor een dorsblok. In de bovenkant zit een rechthoekig gat waar een stijl gestaan heeft.
106.
Uit het feit dat in de muren van de melkkamer dezelfde rondboogvensters als in de dwarsschuur zijn gemetseld, kan geconcludeerd worden dat de melkkamer gelijktijdig met de dwarsschuur is aangebracht.
108.
In de woonkamer is aan de oostzijde een bedstedenwand geweest. De muur aan de oostzijde van de woonkamer is op de plaats van die wand aangebracht.
De omgrachting wijst op een aanzienlijke positie van het oorspronkelijke steenhuis. De open verbinding met het Eelder Diep en de haven bij Ter Hansouwe gaf de mogelijkheid om een directe relatie met de stad Groningen te hebben. De aanvoer van stadsmest voor de hopteelt en de afvoer van gedroogde hop was daar dus mogelijk. Of dat werkelijk zo was, is tot nu toe niet vast te stellen.
In de melkkamer heeft de balkconstructie gediend als drager voor planken die met elkaar een bergruimte vormden. De glasraampjes bovenin de muur wijzen daarop.
107. 1 2
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
Pluis 2005, Tichelaar 2004 Pluis 2008, p. 263
92
10 Waardestelling Externe waardestelling Huis ter Hansouwe is een bijzonder complex. Het was als bezit van het Groninger geslacht Lewe erg belangrijk. De geschiedenis van het huis staat in relatie tot het Huis te Peize, ook bezit van de Lewes, dat voor 1818 is afgebroken. Ter Hansouwe is als steenhuis begonnen en daardoor te vergelijken met andere steenhuizen. Het is niet uitgegroeid tot een havezathe, maar tot een boerderij. Het heeft nog steeds een zekere allure. De omgrachting en het haventje zijn uniek. Huis ter Hansouwe heeft daarom een hoge monumentwaarde.
Interne waardestelling Exterieur
Woonhuis
Middendeel
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
Hoge monumentwaarde
Positieve monumentwaarde
Indifferente monumentwaarde
Noordmuur met kelderraam Westmuur met vensters en ramen Ankers Voordeur met bovenlicht Oostmuur met kloostervensters, luiken en ramen. Dak met pannen Westmuur met krimpen Oostmuur Stalvensters west- en oostzijde Rieten dak Dak met rijen pannen aan de onderzijde, west- en oostzijde
Dakvensters in pannen aan west- en oostzijde
93
Dwarsschuur
Melkkamer
Westmuur met beide ingangen Scheidingswand met middendeel Deurkozijnen en deuren Rondboogvensters in west-, zuid-, oost- en noordmuur Ankers Zuidmuur Ingang met kozijn en deuren Rieten dak
Dichtzetting paardenstaldeur
Kippenren
Alle muurwerk Alle vensters Ingang met kozijn en deur Dak met pannen Hele stookhok
Stookhok
Interieur
Kelder 0.1
Opkamer 1.1
Keuken 1.2
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
Hoge monumentwaarde Vloer met plavuizen Zoldering met balken
Positieve monumentwaarde
Indifferente monumentwaarde Rekken
Planken vloer Bedsteden Haard met schouw Opgang Zoldering met balken en sleutelstukken Wandbetimmering noordzijde Deurtje met nis oostzijde (hude) Zoldering met balken
Keukeninrichting
94
Woonkamer 1.3
Planken vloer Toegang naar opkamer, kelder en keuken Venstertje naar gang Haard met schouw Zoldering met balken Deuren naar opkamer, kelder en keuken Tegels in haard Deur in oostmuur
Hele gang Trap naar zolder
Gang 1.4
Gang 1.5
Oostmuur
Vloer met plavuizen Toegang tot woonkamer Ovale venster Wand tussen gang 1.5 en rest van middendeel
Zoldering
Gebintconstructie Deur in studeerkamer naar dwarsschuur Gebintconstructie
Indeling met kamers Zoldering Deur in werkhok
Melkkamer 1.6
Deel 1.7
Dwarsschuur CV-installatie Stookhok
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
95
Zolder 2.1
Zolder 2.2
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
Vloerdelen Muurplaten Balk op vloer voor zoldering woonkamer 1.3 Jukken Eiken flieringen Eiken sporen Eiken tussenspantbalken Schoorsteen Doorgang naar zolder 2.2 Gebintconstructie Sporen met haanhouten
Grenen sporen Grenen tussenspantbalken Grenen schoren Grenen flieringen
Asbest platen
Platen op vloer Planken vloer Rietlatten Gordingen Schoren onder gordingen
96
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
97
Geraadpleegde literatuur Berends, G., Historische houtconstructies in Nederland, Arnhem (Stichting Historisch Boerderij-Onderzoek) 1999
e
Molema, H., Woordenboek der Groningsche volkstaal in de 19 eeuw, ongewijzigde herdruk van de editie Winsum 1887, met: A.A. Ganderheyden, Groningana. Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche volkstaal, ongewijzigde herdruk van de editie Winsum 1897, Groningen (Wolters Noordhoff, Bouma’s Boekhuis) 1985
Bieleman, Jan, Boeren op het Drentse zand 1600-1900. Een nieuwe visie op de ‘oude’ landbouw, A.A.G. Bijdragen 29, Wageningen (Afdeling Agrarische Geschiedenis Landbouwuniversiteit) 1987
Pluis, Jan, De Nederlandse tegel, decors en benamingen, tweede, herziene druk, Leiden (Nederlands Tegelmuseum / Vrienden van het Nederlands Tegelmuseum i.s.m. Primavera Pers) 1998
Encyclopedie van Drenthe, red. M.A.W. Gerding e.a., 3 dln, Assen (Koninklijke Van Gorcum) 2003
Pluis, Jan, Nederlandse tegels 1900-2000, Leiden (Primavera Pers) 2008
Grote historische topografische atlas ± 1898-1928. Drenthe, Tilburg (Uitgeverij Nieuwland) 2006
Pluis, Jan, Fries Aardewerk. Harlingen. Producten 1720-1933, Leiden (Primavera Pers) 2005
Haan, Johan de, Hier ziet men uit paleizen. Het Groninger interieur in de zeventiende en achttiende eeuw, Groninger Historische Reeks 31, Assen (Koninklijke Van Gorcum) 2005
Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek, Den Haag (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Stichting Bouwhistorie Nederland, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Atelier Rijksbouwmeester, Rijksgebouwendienst) 2009
Haslinghuis, E.J. en H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie, derde, geheel opnieuw bewerkte en vermeerderde druk, Leiden (Primavera Pers) 1997
Stenvert, Ronald e.a., Monumenten in Nederland. Groningen, Zwolle (Rijksdienst voor de Monumentenzorg Zeist, Waanders Uitgevers Zwolle) 1998
Hemert, Ries van, Houtconstructies: balklagen, gebinten, kapconstructies. Handboek voor timmerlieden betrokken bij restauratie van monumenten, Amsterdam (Nationaal Restauratie Centrum) 2005 Het Nederlandse interieur in beeld 1600-1900, C. Willemijn Fock red., Zwolle (Waanders Uitgevers) 2001 Janse, H., Houten kappen in Nederland. 1000-1940, Delft/Zeist (Delftse Universitaire Pers/Rijksdienst voor de Monumentenzorg)
Tichelaar, Pieter Jan, Fries aardewerk. Tichelaar Makkum. 1700-1876, Leiden (Primavera Pers) 2004 Versfelt, H.J., Kaarten van Drenthe 1500-1900, Groningen/Veendam (Heveskes Uitgevers) 2004 Versfelt, H.J. en M. Schroor, De atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, Groningen/Veendam (Heveskes Uitgevers) 2005
Janse, H., Vensters, z.pl. 1971 [230 pp., ISBN-] Meindersma, K.T., Achter slot en grendel, Zeist/’s-Gravenhage (Rijksdienst voor de Monumentenzorg/Sdu Uitgeverij) 1994
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
98
Verantwoording van de afbeeldingen Afbeelding 1-34, 36-38, 40-42, 44-53, 56-98, 105-108: foto Battjes & Ladrak Afbeelding 2: GoogleEarth Afbeelding 35, 39, 43, 54, 55: www.drentsarchief.nl Afbeelding 99, 100: Versfelt 2004 Afbeelding 101: Versfelt en Schroor 2005 Afbeelding 102, 103: www.watwaswaar.nl Afbeelding 104: Grote historische topografische atlas Pagina 8, 9 en 10: Kadaster Pagina 12-16, 19, 26, 63, 64, 95: tekening Battjes & Ladrak Pagina 78, 81-86: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Pagina 87: SHBO
Battjes & Ladrak, Bouwhistorici
99