6e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek – maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op alle gegevens die we van jullie hebben mogen verzamelen. En er blijken interessante resultaten uit te komen die we jullie in deze nieuwsbrief graag laten zien!
Eerst een nieuwtje Binnenkort promoveert Bianca van den Bulk! Zij heeft de afgelopen tijd heel veel gegevens geanalyseerd en daar interessante artikelen over geschreven die ook internationaal worden gelezen. Omdat ze nu al 5 internationale artikelen heeft geschreven gaat ze in juni 2015 promoveren. Dat betekent dat ze officieel doctor in de wetenschap wordt! De andere onderzoekers zijn ook druk aan het werk met het analyseren van de gegevens en met het schrijven van artikelen voor in nationale en internationale tijdschriften. Ook zij zullen gaan promoveren. Een paar voorbeelden van internationale artikelen die we dankzij jullie deelname aan ons onderzoek hebben kunnen publiceren. Deze artikelen gaan allemaal over hoe de hersenen werken en hoe dit over tijd kan veranderen bij jongeren die psychische klachten hebben: •van den Bulk, B.G, e.a. (2014). Amygdala activation during emotional faces processing in adolescents with affective disorders: the role of underlying depression and anxiety symptoms. Frontiers of Human Neuroscience, 8: 393. •Pannekoek, J.N, e.a. (2014). Reduced anterior cingulate gray matter volume in treatment-naive clinically depressed adolescents. NeuroImage: Clinical, 4, 336-342 •Van Hoof M, e.a. (2013). Gehechtsheidsrepresentaties en de verwerking van emoties in de hersenen: fMRI onderzoek na seksueel misbruik. Kind en Adolescent Praktijk 3, 118-121. •Rinne-Albers M, e.a. (2013). Neuroimaging in children, adolescents and young adults with psychological trauma. European Child and Adolescent Psychiatry 22, 745-755. •Aghajani M, e.a. (2013) Altered white-matter architecture in treatment-naive adolescents with clinical depression. Psychological Medicine, 16, 1-12.
Verschillende hersenscans: Zoals jullie waarschijnlijk nog wel weten zijn er elke keer als jullie naar het LUMC kwamen verschillende hersenscans gemaakt. Soms moesten jullie verschillende opdrachten doen en soms hoefden jullie niets te doen. Hieronder geven we per hersenscan aan welke resultaten we hebben gevonden.
ACC
Amygdala Volumes van hersengebieden: Hierboven in de beide plaatjes hebben we twee hersengebieden omcirkeld die alle twee belangrijk zijn bij het voelen en omgaan met emoties: - de amygdala (voor het waarnemen en verwerken van emoties) - delen in het voorste (prefrontale) hersengebied, waaronder delen die te maken hebben met het controleren van emoties, zoals de Anterior Cingulate Cortex (ACC).
Wat wij hebben gevonden is dat het volume (= de grootte) van het hersengebied ACC bij zowel de jongeren die trauma’s hebben meegemaakt, als de jongeren die somber of angstig zijn, kleiner is dan bij de leeftijdgenoten zonder psychische klachten. We denken dat dit te maken heeft met dat de jongeren die psychische klachten hebben meer moeite hebben om met hun emoties om te gaan/te controleren. Het zou kunnen zijn dat dit hersengebied de ervaren emoties onvoldoende controleert, maar we weten nog niet of dit gebied altijd al kleiner was of dat dat in de loop van de tijd is ontstaan. Ook zijn we benieuwd of dit gebied na behandeling ook weer groter kan worden. Dit laatste hopen we snel uit te zoeken! Witte stof banen (snelwegen tussen hersengebieden)
Zoals we de vorige keer hebben verteld, hebben we in de hersenscans gezien dat bij jongeren die somber en angstig zijn in het gebied precies tussen beide hersenhelften, het corpus callosum, de witte stof banen er minder goed uit zien dan bij leeftijdgenoten zonder psychische klachten. Nu hebben we gevonden dat dit ook geldt voor de jongeren die trauma’s hebben meegemaakt. Het lijkt er dus op dat bij beide groepen jongeren met psychische klachten de twee hersenhelften op een minder goede manier met elkaar informatie uitwisselen. Dit wordt ook wel bij andere groepen mensen gevonden en we vermoeden dat dit te maken heeft met het wel of niet goed kunnen omgaan met emotionele ervaringen.
Taak met emotionele gezichten Terwijl jullie in de scanner lagen, hebben jullie een taak gemaakt waarbij jullie emotionele gezichten moesten bekijken en beoordelen. Op de scans die we tijdens het maken van deze taak van jullie gemaakt hebben, kunnen we goed zien welke hersengebieden actief worden als jullie naar emotionele gezichten kijken. We hebben hier veel analyses uitgevoerd en een aantal interessante resultaten gevonden!
Amygdala 1. We vonden dat het hersengebied ‘de amygdala’ bij jullie allemaal actief werd bij het zien van de emotionele gezichten. Dit wordt ook in andere onderzoeken gevonden. 2. We vonden dat bij de jongeren met somberheid en angst klachten de amygdala vooral meer actief was wanneer iemand aangaf dat hij/zij in het dagelijks level veel last had van angstige gevoelens. Voor gevoelens van somberheid was dit verband er niet. 3. De amygdala is bij jongeren die trauma’s hebben meegemaakt vooral aan het begin van de taak heel actief, maar deze activiteit wordt ook snel weer minder. Kennelijk reageert dit hersengebied bij jongeren die trauma’s hebben meegemaakt sneller en sterker dan bij jongeren die somber of angstig zijn of jongeren die geen psychische klachten hebben. 4. De meeste jongeren die somber of angstig zijn hebben aangegeven dat ze zich na de behandeling gelukkig beter voelen! Uit de 3e hersenscan is naar voren gekomen dat de amygdala bij deze jongeren actiever is geworden dan bij de start van het onderzoek. Andere onderzoeken hebben een zelfde resultaat laten zien en het lijkt erop dat deze verandering in activiteit specifiek is voor adolescenten. Om er precies achter te komen van de verandering in amygdala activiteit betekent moeten we wel nog meer onderzoek doen. Interview over vroegere gebeurtenissen
Misschien weten jullie ook nog dat jullie iets hebben verteld over herinneringen aan vroeger. Alle informatie die jullie hebben verteld, hebben we kunnen gebruiken om te zien of de manier waarop jullie aan vroeger denken en over vroeger vertellen samenhangt met hoe jullie je voelen. Ook kunnen we kijken of deze informatie samenhangt met wat er in de hersenen gebeurt. Uit de analyses komt naar voren dat jongeren die trauma’s hebben meegemaakt op een andere manier aan vroeger terug denken dan jongeren die geen trauma’s hebben meegemaakt. Ook lijkt het op een bepaalde manier nadenken en vertellen over vroeger samen te hangen met hoe sommige hersengebieden eruit zien. Wat dit precies betekent weten we nog niet zo goed en dat zijn we nu verder aan het onderzoeken!
Hersenen in rust Op een ander moment tijdens de scanmetingen hebben jullie ook de opdracht gekregen om ongeveer 6 minuten heel stil te liggen met je ogen dicht, zonder in slaap te vallen. Door deze opdracht te doen konden we de hersenactiviteit tijdens rust in kaart brengen. Dus wanneer de hersenen eigenlijk niets hoeven te doen. Zoals we jullie de vorige keer lieten zien hebben we gevonden dat er verschillende hersengebieden met elkaar tegelijk worden geactiveerd tijdens rust. We noemen dit hersennetwerken. Dit klinkt tegenstrijdig, hersennetwerken die actief zijn terwijl je niets doet. Maar eigenlijk zijn je hersenen altijd aan het werk. Zie het plaatje hiernaast als voorbeeld, waarin de verschillende kleuren aangeven welke gebieden in de hersenen met elkaar tegelijk actief zijn, ook als je niets doet.
Wat hebben wij gevonden? We hebben jullie de vorige keer laten weten dat we zagen dat bij jongeren die somber en angstig zijn, twee hersennetwerken minder actief zijn dan bij leeftijdgenoten zonder psychische klachten. Dit zijn twee hersennetwerken waarvan bekend is dat ze betrokken zijn bij het goed kunnen omgaan met emoties. Opvallend is dat de verminderde activiteit van één van de twee netwerken na de behandeling in activiteit is toegenomen, vooral bij jongeren die zich na de behandeling beter voelen. Kennelijk is er een relatie tussen je beter gaan voelen en meer activiteit in dat specifieke hersennetwerk! Bij jongeren die trauma’s hebben meegemaakt, hebben we gevonden dat er minder verbindingen zijn in het netwerk tussen de amygdala en verschillende delen van het voorste (prefrontale) hersengebied. We denken dat dit ook te maken heeft met het minder goed om kunnen gaan met emoties.
Kort samengevat: Als we alle puzzelstukjes die we tot nu toe gevonden hebben bij elkaar leggen, dan kunnen we zeggen dat: - Onze resultaten erop lijken te wijzen dat jongeren die somber of angstig zijn en jongeren die trauma’s hebben meegemaakt emoties in de hersenen op een andere manier verwerken dan leeftijdgenoten. - Het lijkt dat de hersengebieden en hersennetwerken die deze emoties een beetje in de hand moeten houden, soms onvoldoende aan het werk zijn. - Maar het lijkt er ook op dat sommige hersengebieden of hersennetwerken na behandeling weer ‘meer aan het werk gezet’ kunnen worden. - Dit klinkt heel interessant en we gaan dit dan ook snel nog verder en nog beter uitzoeken!
Nogmaals bedankt voor jullie deelname! Jullie hebben in het onderzoek verschillende mensen gezien, maar met onderstaande personen en met Carien Gelderblom hebben jullie het meeste contact gehad. Via deze nieuwsbrief willen zij jullie nogmaals bedanken voor jullie deelname aan het onderzoek. Zonder jullie zouden zij niet zo een mooie dataset hebben kunnen verzamelen! We hopen dat jullie een beetje een idee hebben gekregen over wat voor resultaten we tot nu toe hebben gevonden. Mirjam Rinne Marie-José van Hoof
Paul Meens
Bianca van den Bulk
En … hoe gaan we nu verder?
We gaan verder met het verder analyseren van alle gegevens, waaronder de gegevens van de 2e en 3e hersenscans. Ook gaan we de uitkomsten van het interview over vroegere herinneringen in verband brengen met wat er in de hersenen gebeurt. Kortom, er is nog genoeg te doen en we hopen jullie volgend jaar weer een nieuwe nieuwsbrief op te sturen!
Tip voor meer informatie over hersenen Er zijn via internet en de app-store mooie 3D voorstellingen te vinden waarin je de hersenen goed kunt zien! Kijk bijvoorbeeld eens bij de app 3D brain als je meer wilt weten over de verschillende hersengebieden die wij bekeken hebben. Betrokken organisaties: Er zijn heel veel verschillende mensen en afdelingen bij dit onderzoek betrokken. Zij hebben ons geholpen met geld om het onderzoek te kunnen doen en met hulp om de gegevens goed te kunnen analyseren. Daar zijn we heel blij mee!
• Afdeling Psychologie en Gezinspedagogiek van de Universiteit Leiden • Afdeling Psychiatrie van het LUMC • Afdeling Radiologie van het LUMC