NetWare
3/5 NetWare 6.5 3/5.1
Inleiding
Novell is hot. Na tijden van rust gebeurt er ineens van alles vanuit Provo. Recent kwam een groot aantal zaken in het nieuws, onder meer de roadmap richting NetWare 7 op een Linux-kernel, de overname van Ximian en als klap op de vuurpijl de overname van SuSe. Wereldwijd zijn er van alle kanten reacties gekomen op deze strategische koers die door Novell nu is uitgezet. De beurskoers vloog omhoog en het verhandelde volume was in één week ongeveer gelijk aan het normaal in een jaar verhandelde aantal aandelen. In al dit geweld bleef het op tijd (15 augustus 2003) verschijnen van NetWare 6.5 wat onderbelicht. Een complete NetWare 6.5 negentig dagen evaluatieset is te downloaden vanaf http://download.novell.com. Voor een volledige installatie hebt u dan in elk geval de volgende bestanden nodig: • nw65os_eval.exe: 313 MB – CD1, het OS, bootable; • nw65prod_eval.exe: 564 MB – CD2, de producten (waaronder Virtual Office, Apache, Tomcat, MySql enz.). Nadat u deze hebt gedownload, kunt u ze unzippen en krijgt u een ISO-bestand, dat vervolgens via bijvoorbeeld Nero (burn image) om te zetten is in een complete cd. Ook de documentatie-cd (circa 466 MB) wordt in een ISObestand aangeboden en kan handig zijn als u documentatie bij u wilt hebben en niet steeds on line bij Novell wilt
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.1-1
Netware 6.5
zoeken. De handleiding wordt in de vorm van een naslagwerk in pdf-formaat aangeboden, waarin u kunt zoeken naar relevante informatie. Wij denken dat nogal wat beheerders, en anders hun manager wel, zullen denken: ‘Alweer een nieuwe versie! We hebben als organisatie nog niet eens de migratie naar versie 6 afgerond en nu moeten we alweer naar een volgende versie kijken!!’ Recentelijk interviewden wij Bram Haasnoot, directeur van Novell Nederland, voor een tijdschrift en daarin gaf hij aan hoe Novell Nederland op dit moment tegen het huidige productengamma aankijkt.
Levenscyclus
3/5.1-2
De tendens is duidelijk af te lezen: Netware 6.5 zit aan het begin van zijn levenscyclus, 5.x en 6.0 zitten op hun top en NetWare 4 is aan het uitsterven. NetWare 6.5 is dus samen met de producten GroupWise 6.5 en ZENworks 4 de kurk waarop Novell de komende tijd moet drijven om geld te blijven verdienen totdat NetWare 7 en de Novell Nterprise Linux Services klaar zijn om het over te nemen.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
3/5.2
Aandachtsgebieden en verbeteringen
Als we dan kijken naar NetWare 6.5, is er een aantal zaken die opvallen. Als eerste is er het voortbouwen op de stabiele kern van 6.0. Verder is nog duidelijker de ambitie naar voren gekomen om alles op basis van open standaarden en open-source-software uit te voeren. Dit uit zich vooral in het feit dat steeds meer diensten zowel qua management als qua aanbieden aan de eindgebruiker browsergeoriënteerd zijn.
Novell zelf definieert de vier volgende aandachtsgebieden voor NetWare 6.5: • business continuity; • virtual office; • webservices; • open source.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-1
Netware 6.5
3/5.2.1 Business continuity Business continuity klinkt erg ingewikkeld, maar feitelijk wordt hiermee bedoeld dat Novell er alles aan heeft gedaan om ervoor te zorgen dat NetWare 6.5 in staat is een maximale uptime te bieden. Tenslotte wordt door steeds meer organisaties ICT en de diensten die daarbij horen als een nutsvoorziening gezien en dienen ze dan ook 24 uur per dag en dat het hele jaar door beschikbaar te zijn. Een operating-systeem dient hier uiteraard op toegerust te zijn, want anders gaan er snel genoeg problemen optreden. De volgende nieuwe voorzieningen moeten daaraan gaan bijdragen: • iSCSI – integratie van de snelgroeiende iSCSI-standaard in het core operating-systeem – moet ervoor zorgen dat de NetWare-server makkelijk aan een iSCSI disk-infrastructuur kan worden gekoppeld over ethernet. Hierdoor dalen aan de ene kant de kosten voor diskgebruik en aan de andere kant neemt de betrouwbaarheid toe. Er kan ook sneller op behoeftes als uitbreidingen e.d. worden ingespeeld, doordat de dataopslag kan worden gecentraliseerd op relatief goedkope hardware die efficiënt kan worden ingezet. • Clustering, het is nu mogelijk om een disaster recovery-systeem te maken, waarmee de diensten fysiek vanaf een andere (geografische) plaats kunnen worden overgenomen. Hiermee kan de impact van zaken als overstromingen, blikseminslag, stroomuitval e.d. worden geminimaliseerd. Uiteraard dient men hierbij altijd de zwakste schakel in het hoog te houden. Het is bijvoorbeeld heel mooi als de server het nog doet op de UPS bij een stroomstoring, maar als de werkstations daar niet opstaan, kunnen medewerkers nog niet op het netwerk.
3/5.2-2
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
•
• Software onderdelen
Meer aandacht voor het aanbieden van de NetWarediensten op de nevenvestigingen en remote-gebruikers, terwijl tegelijkertijd de performance voor deze doelgroep beter is dan in voorgaande versies. De mogelijkheid voor centrale back-up en restore.
De belangrijkste onderdelen qua software zijn de volgende: Novell iManager 2.0 Binnen Netware 6.5 wordt standaard iManager 2.0 aangeboden. iManager is een browsergebaseerde managementtool waarin Novell al zijn producten aan het onderbrengen is. In het verleden hadden we NWadmin (alleen nog echt nodig voor queue based printers), ConsoleOne (zeker voor ZENworks nog nodig) en gebruikten we deze door elkaar. Het streven van Novell is nu om alle managementzaken in één programma onder te brengen. De volgende zaken zijn toegevoegd in NetWare 6.5 in iManager: • extra beheersmogelijkheden voor NSS; • Product-metering; • iPrint; • iSCSI; • DNS-server; • Nsure UDDI-server.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-3
Netware 6.5
Server Consolidation Utility 2.5 Als er steeds meer servers komen in een serverpark, wordt het steeds moeilijker om deze allemaal op dezelfde wijze in te richten en bij te houden qua patchen en bestandenversie van deze patches. De nieuwe Server Consolidation Utility gaat deze taak voor de beheerder verlichten doordat het makkelijker wordt om de volgende zaken te regelen: • Consolidatie van meerdere servers in een enkele tree of zelfs tussen verschillende trees. • Het kopiëren van data vanaf elk volumesoort naar elke volumesoort (NCS, NSS of traditioneel). • Het kopiëren van bestanden vanaf elke plaats binnen een eDirectory naar elke gewenste plaats binnen deze eDirectory met behoud van file system trustees, ownerships en attributen. • Het verplaatsen van printer-agents van een printservicesmanager naar een andere print-servicemanager in dezelfde tree.
3/5.2-4
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
Hierbij geldt dat de source-server kan draaien op NetWare 4.x, 5.x of 6.x, terwijl de ontvangende server NetWare 5.x of 6.x moet draaien. Novell Cluster Services (NCS) 1.7 Ook hier een nieuwe versie van een product dat al in NetWare 6 voorkwam. Clustering is uiteraard een techniek waarmee het mogelijk wordt om de beschikbaarheid behoorlijk te verhogen. Bij de meeste operating-systemen hangt hier een fors prijskaartje aan, maar binnen de NetWare 6.5-omgeving wordt standaard een gratis 2-nodeversie meegeleverd. NCS ondersteunt maximaal 32 nodes en kan worden aangesloten op een SAN om een nog hogere beschikbaarheid te creëren. In versie 1.7 treffen we de volgende nieuwe zaken aan: • nieuwe Cluster Volume Broker (CVB) rebuild-mogelijkheden; • onderhoudsmodus om de heartbeat tussen de systemen te pauzeren of de status hiervan te veranderen; • clustermanagement op basis van scripting; • cascade fail-over om defecte onderdelen van het cluster op te sporen; • betere (IP-) informatie als een nieuwe node zich aanmeldt bij het cluster. iSCSI SAN-support iSCSI is een standaard die in opkomst is en daarmee terrein verovert op de traditionele SAN-oplossingen. De meeste SAN-oplossingen zijn gebaseerd op glasvezelswitches en erg duur qua aanschaf (minimaal € 50.000) en beheer. Er is namelijk geen sprake van een standaard, maar van propriety-technieken van de diverse fabrikanten. iSCSI is een protocol waarmee het mogelijk is om SCSI-datablokken te verplaatsen over een ethernet-TCP/IP-netwerk. Er is
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-5
Netware 6.5
inmiddels een IETF-standaard goedgekeurd, waarin het iSCSI-protocol beschreven is (meer info: www.iscsi.org en www.ietf.org). De meeste hardwareleveranciers spelen op de iSCSI-trend in met relatief goedkope hardware, waardoor het prijsniveau aanzienlijk gedaald is ten opzichte van de traditionele SAN-oplossing. Veelal wordt er gebruikgemaakt van standaard-hardware en IDE-harddisks. Natief support
In NetWare 6.5 zit natief support voor iSCSI en hiermee wordt het mogelijk om tegen een beperkte prijs te beschikken over een gedeelde pool van harde schijven, die bijvoorbeeld in een cluster kunnen worden geplaatst. Er is dus geen duur SAN meer nodig en de iSCSI-apparatuur kan op elke plek in het netwerk worden geplaatst. iSCSI 1.0 voor NetWare 6.5 bestaat uit software waarmee bestaande NetWare-servers kunnen worden toegevoegd aan een ‘SAN’ en een NetWare-cluster. De iSCSI-initiatorsoftware wordt op alle servers geïnstalleerd en geconfigureerd die het zogenaamde SAN (=iSCSI databank) willen gebruiken voor dataopslag. Hiermee communiceren ze via TCP/IP met de iSCSI-storage-server, ook wel ‘target’ genoemd. iSCSI kunt u via Novell Remote Manager configureren en beheren. DirXML-starter-pack Met DirXML wordt het mogelijk om een interface te maken tussen verschillende informatiebronnen, waarmee vervolgens op de aangegeven wijze informatie kan worden uitgewisseld. Dit kan zowel unidirectioneel als bi-directioneel gebeuren. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het koppelen van een salarissysteem in Peoplesoft aan eDirectory. Op het moment dat er in de salarisadministratie iemand wordt toegevoegd, zal via een automatisch profiel ook een user worden aangemaakt in eDirectory. Als het geheel bidirectioneel is, zullen wijzigingen aan een van beide zijden
3/5.2-6
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
met elkaar worden gesynchroniseerd en is de data in beide systemen na deze slag altijd identiek. In het in NetWare 6.5 meegeleverde starter-pack zitten de DirXML-engine en -drivers voor Novell eDirectory, Microsoft Active Directory en Windows NT domeinen.
SMS
Back-up- en opslagverbeteringen In NetWare 6.5 is er gesleuteld aan de Storage Management Services (SMS) om een betere performance en een betere schaalbaarheid te realiseren. Onder meer het product Snapshot Backup is toegevoegd, waarmee het mogelijk wordt om een snapshot van een server te maken en deze naar een andere server weg te schrijven. Hiermee kan het back-up window aanzienlijk worden ingekort. Nterprise Branch Office Steeds meer ondernemingen (her)kennen het probleem: het aanbieden van diensten op nevenvestigingen. Vaak is dit lastig door beperkte bandbreedte of rechtvaardigt de grootte van een nevenvestiging geen full blown serverpark. Door middel van Nterprise Branch Office wordt het mogelijk om de data automatisch naar de remote-vestiging te repliceren en op deze wijze een goed dienstenniveau aan te bieden. Er wordt meer gebruikgemaakt van de volgende technieken: • Auto provisioning. Nterprise Branch Office zorgt ervoor dat gebruikers automatisch de juiste rechten krijgen, waar ze ook zijn (mobiel, op de nevenvestiging, op de hoofdvestiging) om de juiste netwerkresources te benaderen. Op het moment dat de gebruiker niet bestaat in de lokale directory, wordt meteen een check gedaan tegen de centrale LDAPdirectory en worden de gebruikersattributen lokaal gecached.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-7
Netware 6.5
•
•
•
Network Attached Storage (NAS). Nterprise Branch Office kan acteren als een werkgroep-NAS en er daardoor voor zorgen dat gebruikers hun bestanden kunnen benaderen via elk protocol. Printing. Vaak is dit een groot probleem. Gebruikers kunnen nu echter via een webbrowser hun printer opzoeken en lokaal printen via Nterprise Branch Office als een lokale printer-queue. Centrale back-up. Door het gebruik van Nterprise Branch Office kunnen we de nevenvestiging feitelijk zien als een stuk cache van de hoofdvestiging. De data zal dan ook op de hoofdvestiging beschikbaar zijn en kan daar in de centrale back-up worden meegenomen.
3/5.2.2 Virtual Office In NetWare 6.5 introduceert Novell een volledig nieuwe dienst, namelijk de Virtual Office-service. De achterliggende gedachte is het mogelijk maken van een virtueel kantoor, waarin zowel in team als zelfstandig kan worden gewerkt.
Belangrijkste diensten
3/5.2-8
Het accent binnen Virtual Office ligt op samenwerking tussen teamleden en de meest gebruikte term hierbij is ‘any place, any time, any where’ en het zal u dus niet verbazen dat de diensten via een browser moeten worden geraadpleegd. De belangrijkste diensten die als een integraal geheel, inclusief een zelfservicecentrum, worden aangeboden, zijn: • iFolder – zorgt ervoor dat u met elk web enabled apparaat bij uw bestanden kan. iFolder zorgt voor automatische synchronisatie, back-up en veilige opslag. Dit alles op een intelligente wijze, zodat de beschikbare bandbreedte van tevoren wordt ingeschat en daardoor optimaal benut.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
•
iPrint – zorgt ervoor dat vanaf elke plek naar een printer kan worden geprint. Via een browser kan er op de printer worden geklikt; deze wordt vervolgens automatisch geïnstalleerd, waarna er kan worden geprint. Deze dienst is met name interessant om te worden ingezet als er veel wijzigingen zijn op printergebied of voor kortlopende evenementen of bijvoorbeeld gastgebruikers. Met een beetje creativiteit maakt u plattegronden waar alle printers van belang op staan en waarmee de eindgebruiker moeiteloos zijn weg kan vinden.
•
eGuide – zorgt ervoor dat gebruikers eenvoudig informatie die is opgeslagen in eDirectory kunnen opvragen. Denk hierbij aan NAW-gegevens, e-mailadressen, enzovoort. In NetWare 6.5 zit standaard ook het DirXML-starter-pack, waardoor het eveneens mogelijk is om koppelingen naar andere (LDAP) directory’s te maken en bijvoorbeeld een interconnectie met een leverancier op te zetten.
•
Virtual Teams – het eerste echt nieuwe product. De hierboven genoemde producten kenden we al een tijdje. Virtual teams maakt het mogelijk om gebruikers in een soort van werkgroepen te organiseren, van waaruit ze informatie kunnen delen en uitwisselen. Ook is het mogelijk om via instant messaging direct contact te houden met andere teamleden.
•
Automatic file revisioning – ook dit is nieuw. Met deze dienst kunnen gebruikers automatisch aan versiebeheer doen, zonder dat de ICT-organisatie daarvoor zaken hoeft te regelen. Er wordt op deze wijze dus een archief gevormd.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-9
Netware 6.5
Een van de belangrijkste succesfactoren in Virtual Office is het feit dat gebruikers zelf in staat zijn hun zaken te regelen. Dit is bij het ontwerp dan ook het uitgangspunt geweest en gebruikers zijn zelf in staat, zonder hulp van een ICT-organisatie, om de volgende zaken te regelen: • printers zoeken en installeren; • het instellen en onderhouden van wachtwoorden; • het back-uppen van informatie; • real-time-communicatie met andere leden van een team; • het publiceren van een persoonlijke webpagina, waarmee kennis kan worden uitgewisseld; • het maken van bookmarks van websites; • het bereiken van al deze informatie via een browsersessie. 3/5.2.3 Webservices Webservices is een soort modewoord geworden. Tot een jaar geleden hoorden we er geen enkele leverancier over, maar ondertussen hebben alle grote leveranciers webservices ontdekt en zijn daar met diverse producten op ingesprongen. Het vervelende hierbij is dat eigenlijk niemand definieert wat nu eigenlijk webservices zijn. Ook Novell bezondigt zich hier enigszins aan, hoewel er wel moeite wordt gedaan om het product te beschrijven en er een markt voor te creëren. Bij NetWare 6.5 wordt standaard de Novell exteNd Application Server meegeleverd waarmee het mogelijk wordt om de ontwikkelomgeving voor webservices te uniformeren en op deze wijze een efficiënt ontwikkelplatform te bieden voor deze webservices. Uiteraard word J2EE (Java 2 Enterprise Edition) ondersteund, waardoor het ook
3/5.2-10
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
mogelijk is om de ontwikkelde applicaties hieronder aan te bieden en op alle andere operating-systemen zonder verlies van functionaliteit te hergebruiken. De webservices bieden dus het volgende: • J2EE-applicaties draaien op het NetWare 6.5-platform en verlagen hierdoor de kosten van de bestaande systemen, omdat al ontwikkelde software zonder codeaanpassingen kan worden hergebruikt. • Het mogelijk maken om in te springen op het webservicesmodel van Novell, waardoor het mogelijk wordt om efficiënter en makkelijker met andere applicaties te integreren. • Het is mogelijk om andere software uit de Novell exteNd Application-ontwikkelomgeving, zoals Novell exteNd Composer en Novell exteNd Directory, toe te voegen, waardoor een integrale oplossing aan klanten en/of eindgebruikers kan worden aangeboden. De focus hierbij ligt vooral op het gebruik van open standaarden en open-source-software. 3/5.2.4 Open source Met Netware 6.5 gaat er een wereld van mogelijkheden open om open-source-oplossingen te hosten op het NetWare OS. Hierdoor wordt het mogelijk om slechts één operating-systeem te gebruiken en te focussen op aan de ene kant efficiënt beheer en aan de andere kant functioneel gebruik van de geboden applicaties. Uiteraard is hierbij de NetWare-kern dermate stabiel, dat een hoge beschikbaarheid is gegarandeerd. Het is hierdoor nu ook eindelijk mogelijk geworden om NetWare-oplossingen met andere standaarden te integreren, waardoor weer nieuwe oplossingen kunnen ontstaan. Onder meer volgende open standaarden worden ondersteund:
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-11
Netware 6.5
• • • • • • • • Softwareonderdelen
SOAP UDDI Java Perl Apache 2 PHP MySQL Tomcat
De belangrijkste softwareonderdelen zijn: Apache-webserver In NetWare 6.5 wordt standaard versie 2.0.4.5 van Apachewebserver meegeleverd. Deze versie van Apache voor NetWare is verbeterd qua performance en het management kan nu via een browser-interface worden gedaan. Tomcat-applicatieserver Tomcat is een applicatieserver die is ontwikkeld door de Apache Group, waarin wordt gewerkt met Java-servlets en JavaServer Pages (JSP). Tomcat versie 4.0.18 wordt meegeleverd. In een standaardinstallatie van NetWare 6.5 wordt het automatisch meegenomen, omdat een aantal NetWare-applicaties er gebruik van maakt. MySQL MySQL maak al een tijdje onderdeel uit van de opensource-software die draait op het NetWare-platform. Bij NetWare 6.5 wordt versie 4.0.12 meegeleverd. Perl Bij NetWare 6.5 wordt een nieuwe versie van Perl, de scripting-taal, meegeleverd. Er is onder meer ondersteuning voor mod_Perl 5.8 en de scripting engine is aangepast
3/5.2-12
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
voor gebruik met de exteNd Application-server. Uiteraard is er integratie met Apache en is er API-ondersteuning voor het gebruik van de LDAP-extensies van eDirectory. PHP voor NetWare PHP is wereldwijd gezien waarschijnlijk de meest gebruikte scripting-taal voor het maken van dynamische webpagina’s. Bij NetWare 6.5 wordt standaard versie 4.2.3 meegeleverd, waardoor het mogelijk wordt om native PHP-applicaties te draaien op een NetWare-server. OpenSSH Een compleet nieuw product wordt ondersteund, namelijk OpenSSH voor NetWare. In tegenstelling tot de tegenhanger Telnet, wordt bij SSH het verkeer volledig versleuteld en is het niet meer eenvoudig te lezen Hierdoor wordt het beheer op afstand via bijvoorbeeld internet een stuk veiliger, de data (= dus ook de wachtwoorden) gaan immers versleuteld over het net. Informatie over SSH is te vinden op www.openssh.org. Nsure UDDI-server Novells Nsure UDDI-server werkt met open standaarden, zoals HTTP, XML en SOAP. Er kan een connectie worden opgezet met elke LDAP versie 3-server als back-end. Indien er wordt gekoppeld aan eDirectory kunnen zaken als authentificatie, autorisatie, replicatie en synchronisatie van gegevens in de applicatie meegenomen worden. De UDDI-server is via een browser te managen. 3/5.2.5 Overige verbeteringen/nieuwe zaken In het voorgaande overzicht is duidelijk te zien dat NetWare 6.5 voortborduurt op NetWare 6 en dat de meeste onderdelen zijn voorzien van een nieuwere versie. Vooral
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-13
Netware 6.5
de integratie tussen de onderlinge onderdelen is hierbij verbeterd. Los van de bovengenoemde onderdelen is er nog een aantal andere zaken nieuw in NetWare 6.5. Dit zijn onder meer: Auditing Novell Nsure Audit 1.0 wordt standaard meegeleverd om het auditing-systeem te versterken. Hierdoor wordt het mogelijk om activiteiten van gebruikers en netwerkresources beter in beeld te brengen. IPv6 In NetWare 6.5 zit native support voor Internet Protocol v6 (IPv6). Met IPv6 wordt het huidige c.q. kortetermijnprobleem van een tekort aan IP-adressen opgelost. Ook is het Ipv6-protocol compleet opnieuw opgezet, waardoor het efficiënter is en beter schaalt. Meer informatie over IPv6 is te vinden op www.ipv6.org. Licensing In NetWare 6.5 wordt uitgegaan van het aantal gebruikers en niet van het aantal servers. Hierdoor kosten extra servers voor bijvoorbeeld replicering of om bijvoorbeeld te worden ingezet als applicatieserver geen extra licenties. Novell eDirectory 8.7.1 De laatste versie van eDirectory, 8.7.1 wordt standaard meegeleverd. Installatieprocedure verbeterd Op het gebied van de installatie is een aantal verbeteringen doorgevoerd. Het is nu mogelijk om via iMonitor een server remote te upgraden. Ook kunt u bij de installatie kiezen voor een serverprofiel waardoor een standaardset
3/5.2-14
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
van programmatuur wordt geïnstalleerd (dit is erg handig nu het aantal ondersteunde pakketten drastisch toeneemt). De volgende profielen zijn beschikbaar: • DNS/DHCP-server • exteNd J2EE-web-applicatieserver • LDAP-server • NetWare AMP- (Apache, MySQL, PHP/Perl) server • NetWare Backup-server • NetWare Web Search-server • Nterprise Branch Office-server • Apache/Tomcat-server • Network Attached Storage (NAS)-server • iSCSI storage-server • Management-server • iFolder-server • Virtual Office-server De installatie kan dus via een iMonitor-sessie worden geregeld. Een voorbeeld hiervan is:
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
3/5.2-15
Netware 6.5
Installatiebenodigdheden In het begin van dit hoofdstuk vertelden we al hoe u aan een evaluatieversie van NetWare 6.5 kunt komen. Als u na het lezen van al deze nieuwe functies zelf aan de slag wilt, hebt u minimaal het volgende nodig: • een server of pc met een Pentium II- of AMD K7-processor; • 512 MB geheugen (bij de installatie wordt dit gecontroleerd en als er minder geheugen is, wordt de installatie afgebroken); • VGA-kaart; • een DOS-partitie van minstens 200 MB waarop ook nog minimaal 200 MB vrij is; • 2 GB aan beschikbare ruimte voor SYS:; • een of meer netwerkkaarten; • cd-speler; • NetWare 6.5 CD1 (operating-systeem); • Netware 6.5 CD2 (products). Test
Een aardige manier om NetWare 6.5 te testen, is om het installeren onder VmWare (www.vmware.com). Hiermee kunt u dit zonder echt risico doen en als u klaar bent met testen, kunt u het eenvoudig weer weggooien. Uiteraard geldt voor elke test die u wilt uitvoeren, dat u een aantal voorzorgsmaatregelen moet nemen: • Hang de testomgeving in een eigen tree en niet in een bestaande productieomgeving. • Zorg er, desnoods via ACL’s op een router, voor dat gebruikers de testomgeving niet kunnen zien. Niets is vervelender dan een overbelaste helpdesk, omdat er zonodig iets moest worden getest.
3/5.2-16
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 10
NetWare
3/5.3
Installatie
De installatie van NetWare 6.5 lijkt in grote lijnen op de installatie van NetWare 6.0. Om die reden laten we u zien hoe u NetWare 6.5 door middel van een standaardinstallatie, in een bestaande tree, kunt installeren: de tree waarin uw NetWare 6.0 server is geïnstalleerd. Let op
Hier wordt beschreven hoe NetWare 6.5 moet worden geïnstalleerd. Inmiddels is ook Open Enterprise Server (OES) uit. Aangezien OES eigenlijk voor een groot deel gelijk is aan NetWare 6.5, geïnstalleerd met Service Pack 3, is deze procedure ook voor OES van toepassing. 1.
2. 3. 4. 5.
Leg de NetWare 6.5 installatie-cd in de lade van uw server en start de server op. Kies vervolgens voor de opties I (Install a New Server). Wanneer daarna wordt gevraagd welke type cd-rom u gebruikt, selecteert u A om ervoor te zorgen dat zowel drivers voor SCSI als drivers voor IDE worden geïnstalleerd. Kies daarna de optie A om ervoor te zorgen dat het installatiebestand install.bat automatisch wordt uitgevoerd. Als u dit allemaal hebt gedaan, wordt een tijdelijke server gestart van waaruit u de installatie verder kunt doen. Selecteer de taal waarin u NetWare 6.5 wilt installeren. Geef vervolgens aan welke regionale instellingen u wilt gebruiken. Accepteer de licentieovereenkomst door op F10 te drukken. U moet dit twee keer achter elkaar doen. Geef aan dat u een Default-installatie uit wilt voeren. Bij dit type installatie wordt u een minimale hoeveelheid informatie gevraagd.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.3-1
NetWare 6.5
6.
7.
8. Serverkeuze
Producten
3/5.3-2
9.
Indien deze nog niet bestaat, kunt u nu handmatig een DOS-partitie aanmaken. Zorg ervoor dat deze minimaal 500 MB groot is. Selecteer na het aanmaken van de DOS-partitie de optie Continue om automatisch een SYS:-volume van 4 GB te creëren. Ook LAN- en Disk-drivers worden automatisch gedetecteerd. Wacht vervolgens totdat de noodzakelijke bestanden zijn gekopieerd. Wanneer het systeem klaar is met het kopiëren van alle noodzakelijke bestanden, wordt gevraagd wat voor type server u wilt installeren. U hebt de keuze uit de volgende opties: • Customized NetWare Server: Deze optie biedt u de mogelijkheid zelf aan te geven welke producten ermee moeten worden geïnstalleerd. • Basic NetWare File Server: Hiermee zorgt u ervoor dat uw server wordt ingericht puur als fileserver. • Pre Migration-server: Kies deze optie om uw server voor te bereiden op een migratie. Daarnaast hebt u nog de mogelijkheid te kiezen uit een aantal pre-configured servers. Maak hier een keuze wanneer u de NetWare-server heel duidelijk voor één specifiek doel wilt inzetten. Om u te laten zien welke mogelijkheden er zijn, kiezen wij hier voor de optie Customized NetWare Server. U hebt nu de gelegenheid aan te geven welke producten u wilt installeren. U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden: • Apache2 Web Server and Tomcat 4 Servlet Container Selecteer deze optie om uw server in te richten als webserver waarop gebruik wordt gemaakt van servlets en Java Server Pages.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
•
•
•
•
•
•
•
•
iPrint Kies deze optie wanneer u wilt dat gebruikers via uw netwerk iPrint-printers kunnen benaderen. NetWare FTP Server Kies deze optie om door middel van FTPbestanden van en naar uw NetWare-server te kunnen verplaatsen. NetWare Web Search Server Gebruik deze optie om uw server te gebruiken voor het indexeren van webpagina’s. WAN Traffic Manager Services Kies deze optie wanneer u het eDirectory-verkeer over uw WAN-verbindingen zoveel mogelijk wilt beperken. Het is niet aan te raden deze optie te gebruiken aangezien dit nadelige effecten kan hebben voor uw eDirectorysynchronisatie. Novell DNS/DHCP Services Selecteer deze mogelijkheid wanneer u uw NetWare-server wilt inrichten als DNS- en/of DHCP-server. Novell iFolder Storage Services Gebruik deze mogelijkheid om uw server in te richten als iFolder-server. eDirectory SNMP Subagent Als u eDirectory op uw server wilt beheren met een op SNMP gebaseerd netwerkbeheerprogramma zoals Novells ZEN for Servers, moet u deze optie selecteren. MySQL De MySQL-database kan worden gebruikt in combinatie met een webserver om klanten via internet toegang te geven tot uw databasegegevens.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.3-3
NetWare 6.5
•
•
•
•
•
•
•
•
3/5.3-4
ExteNd Application Server Installeer dit product als u uw server wilt gebruiken als J2EE applicatieserver. Novell Nsure UDDI Server Hiermee kunt u snel en veilig toegang geven tot uw webservices. Novell Nsure Audit Starter Pack Selecteer deze optie wanneer u de mogelijkheid wilt hebben bij te houden wat uw gebruikers op uw netwerk aan het doen zijn. Nterprise Branch Office Met dit pakket kunt u alle gegevens op een server op een bijkantoor laten wegschrijven naar een server in het hoofdkantoor van uw organisatie. Deze oplossing is ideaal voor bijkantoren waar geen lokale systeembeheerder aanwezig is. iSCSI Target Met deze optie kunt u ervoor zorgen dat uw server de toegang tot het op iSCSI gebaseerde Storage Area Network (SAN) regelt. Refresh Native File Access Login Methods U hebt deze mogelijkheid nodig wanneer u wilt dat na het terugzetten van een back-up uw gebruikers nog steeds kunnen inloggen door middel van Native File Access. Novell NetStorage Dit product zorgt ervoor dat u bestanden op een NetWare-server kunt benaderen vanuit een browser, ongeacht de manier waarop deze bestanden worden aangeboden. OpenSSH OpenSSH is de meest veilige methode die kan worden gebruikt om de console van uw NetWare-server over te nemen. Gebruik dit als
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
•
•
•
•
Tip
alternatief voor de klassieke rconsole- en rconjutilities. WAN Connectivity Selecteer deze component wanneer u een WANverbinding tussen twee NetWare-servers op basis van PPP tot stand wilt brengen. eGuide eGuide is een LDAP-toepassing die het mogelijk maakt vanuit een browser gegevens op te halen vanuit elke willekeurige LDAP-directory. Dit is een handige tool voor uw gebruikers als die informatie over hun collega’s uit eDirectory willen kunnen opvragen. Novell iManager 2.0 Het is zeer aan te raden deze optie te selecteren. Hiermee installeert u namelijk het beheerprogramma iManager. Dit is het standaardbeheerprogramma voor NetWare 6.5. Novell Virtual Office Framework Virtual Office is de portal die gebruikers kunnen gebruiken om toegang te krijgen tot al hun netwerkresources.
Wij raden u aan in elk geval iManager en iPrint te installeren, voor de rest mag u het zelf weten wat u wilt meenemen. Klik op Next wanneer u uw selectie hebt gemaakt. Er verschijnt tot slot een overzichtsvenster. Klik hier op Copy files om te beginnen met het kopiëren van bestanden. Voer wanneer daarom wordt gevraagd installatie-cd 2 in. 10. Nadat alle bestanden zijn gekopieerd, moet de installatie worden afgerond. Om te beginnen mag u de server een naam geven.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.3-5
NetWare 6.5
11. Specificeer nu de locatie van het licentiebestand dat u wilt gebruiken. Als u geen officiële licentie hebt, kunt u gebruikmaken van de evaluatielicentie die u op installatie-cd nummer 2 in de directory \license\eval kunt vinden. 12. Voer nu een IP-adres in voor uw server. Als uw server ook IPX nodig heeft, kunt u dat in dit scherm aangeven. Een aardige nieuwigheid in NetWare 6.5 is dat de server op een bestaand netwerk zelf kan achterhalen in welk IP-netwerk hij moet worden geïnstalleerd. 13. Geef nu de DNS-informatie die op de server moet worden gebruikt. Ook hier is het niet absoluut noodzakelijk dat u verwijst naar een werkende DNS-server. Waarschuwing
Het kan in de grafische installatie op NetWare 6.5 voorkomen dat de muiscursor enigszins van slag is en de vorm van een klok blijft houden. Het lijkt dan alsof u moet wachten, in de meeste gevallen is er echter niets aan de hand en kunt u gewoon doorwerken. 14. Selecteer nu de tijdzone waarin uw server wordt geïnstalleerd. 15. Nu mag u aangeven of u een nieuwe eDirectory-tree wilt installeren, of dat de server moet worden geïnstalleerd in een bestaande eDirectory-tree. Wij selecteren nu de optie Install server into an existing eDirectory or NDS tree. Wanneer dit een tree is die gebaseerd is op NetWare 6, moet u één ding heel goed in de gaten houden: de NetWare 6-server moet bijgewerkt zijn met het laatste supportpack voordat u deze server in dezelfde eDirectory tree kunt installeren. 16. Gebruik nu het pictogram met het boompje om te bladeren naar de eDirectory-tree waarin u deze server
3/5.3-6
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
17.
18.
19.
20.
wilt installeren. Alleen als dit niet lukt, kunt u handmatig de naam van de tree waarin u uw server wilt installeren invoeren. Specificeer eveneens de context waarin u de server wilt aanmaken. Uw NetWare 6.5server gaat nu contact tot stand brengen met de gespecificeerde tree. Dit kan enige tijd duren. Soms gaat het niet goed. In dat geval kunt u in het volgende scherm het IP-adres opgeven van een server met een replica in de tree waarin u uw server wilt installeren. Nu moet u zich aanmelden als admin op de remote tree. Gebruik hiervoor bij voorkeur de typefull distinguished name van admin, dus bijvoorbeeld cn=admin.o=digitalair. Als er vervolgens een waarschuwing verschijnt dat u Deployment Manager moet gebruiken om de tree waarin u wilt installeren voor te bereiden op een nieuw op te nemen NetWare 6.5-server, mag u deze waarschuwing alleen negeren wanneer u het meest recente servicepack op alle NetWare 6.0-servers in die tree hebt geïnstalleerd. Klik in dat geval op Yes om door te gaan. In alle andere gevallen moet u de procedure die in het waarschuwingscherm wordt beschreven exact uitvoeren voordat u de NetWare 6.5-server in de andere tree installeert. Klik in het overzicht op Next om verder te gaan met de installatie. Klik vervolgens twee keer op Next om de standaardlocatie voor de licenties en het licentie object te accepteren. Vervolgens wordt gevraagd welke NMAS-authenticatiemethodes u wilt installeren. Wanneer u wilt kunnen inloggen op eDirectory en daarnaast ook gebruik wilt kunnen maken van de Native File Accessmethodes die worden meegeleverd, moet u naast de standaardoptie NDS ook de opties NDS Change
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.3-7
NetWare 6.5
Password en Simple Password installeren. Alle overige methodes worden alleen gebruikt wanneer u wilt kunnen aanmelden met speciale access tokens en kunnen genegeerd worden. 21. Klik vervolgens op Next om de standaard-iFolderopties te selecteren. Daarna komt u in het MySQLscherm (als u dit product ook hebt geïnstalleerd). Hier moet u een wachtwoord opgeven voor de beheerder van de MySQL-server. Vervolgens klikt u op Next om verder te gaan. 22. Klik wederom op Next om de standaardopties in het NetStorage-installatiescherm te accepteren. De installatie wordt nu afgerond. Dit kost ongeveer vijf minuten. Daarna is de installatie voltooid en kunt u de server opnieuw opstarten om hem in gebruik te nemen.
3/5.3-8
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
3/5.4
Beheer
Er zijn verschillende manieren om het beheer van uw NetWare-server uit te voeren. Om te beginnen kunt u vanaf de console werken. Dit is het zwarte scherm waar u allerhande commando’s moet invoeren om uw server te vertellen wat er moet gebeuren. Hoewel deze commando’s soms lastig zijn te onthouden, moet u in elk geval op de hoogte zijn van een minimumaantal commando’s om in geval van problemen adequaat te kunnen handelen. De tweede werkwijze vindt ook vanaf de server zelf plaats, maar dan in verschillende NLM-utilities. Denk daarbij aan hulpmiddelen zoals MONITOR.NLM waarin u de status van uw systeem kunt bekijken, of INETCFG.NLM waarin u de eigenschappen van uw netwerkkaart kunt aanpassen. De derde manier om met uw server te werken, is vanuit de grafische gebruikersinterface, de GUI. Hier vindt u verschillende programma’s waarmee u bepaalde maar niet alle taken kunt uitvoeren. Als laatste is het ook mogelijk de server remote te beheren. Hiervoor hebt u de beschikking over verschillende programma’s. Om te beginnen kunt u met Remote Console-functionaliteit het beeldscherm van uw server van een afstand overnemen; daarnaast is het echter ook mogelijk om heel veel serverinstellingen vanuit een browser te beheren. 3/5.4.1 Werken vanaf de console Er zijn grofweg twee dingen die u kunt doen op de console van de server: u kunt commando’s invoeren om bepaalde taken uit te voeren en daarnaast is het ook mogelijk om modules te laden die bepaalde functionaliteit aan de
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-1
NetWare 6.5
server toevoegen. Deze modules zijn de zogenaamde NLM’s. U kunt elke NLM laden door de naam van de NLM in te voeren. Om bijvoorbeeld MONITOR.NLM te laden, gebruikt u het commando MONITOR. Om de NLM vervolgens weer uit het geheugen te verwijderen, kunt u in veel gevallen gebruikmaken van de Escape-toets. Als dit niet mogelijk is, kunt u als alternatief het Console-scherm op uw server activeren en daar UNLOAD gebruiken om de NLM weer uit het geheugen te verwijderen. Zo geeft u bijvoorbeeld het commando UNLOAD NWCONFIG om NWCONFIG.NLM weer uit het geheugen te verwijderen. Wanneer op uw server een NLM geladen is, merkt u dat het standaard Console-scherm van uw server niet langer zichtbaar is. U kunt echter op de server gebruikmaken van een Toetscombinaties aantal toetscombinaties om heen en weer te bewegen tussen de verschillende schermen: • Ctrl – Esc: Gebruik deze toetscombinatie om een overzicht te krijgen van alle schermen die op uw server actief zijn. Voer vervolgens het nummer van een van deze schermen in om het desbetreffende scherm te activeren.
Met de toetscombinatie Ctrl-Esc kunt u een overzicht opvragen van alle schermen die op uw server in gebruik zijn.
•
3/5.4-2
Alt – Esc: Deze toetscombinatie kan worden gebruikt om heen en weer te toggelen tussen de verschillende schermen die op uw server in gebruik zijn.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
•
Crtl – Alt – Esc: Deze toetscombinatie moet u alleen gebruiken wanneer u problemen hebt met uw server en de server op andere commando’s niet meer reageert. Wanneer u deze toetscombinatie gebruikt, krijgt u namelijk een klein menuutje te zien waarin u kunt kiezen uit drie bewerkingen die handig zijn wanneer uw server verder niet meer reageert. Vooral de optie Down the File Server is handig; zo kunt u een server die verder niets meer doet namelijk nog op een nette manier uitzetten.
Aan- en uitzetten van de server Wanneer een server volop in gebruik is, zijn er nogal wat bestanden die openstaan. Deze bestanden worden tijdelijk bewaard in het cache-geheugen van de server. Dit komt de snelheid van de server behoorlijk ten goede, maar het heeft ook een nadeel. Als u namelijk de server zomaar onverhoopt zou uitzetten, gaan al deze bestanden verloren. Om die reden moet u er altijd voor zorgen dat de server netjes wordt uitgezet. Er zijn drie commando’s die u kunt gebruiken om de server netjes uit te zetten en/of opnieuw op te starten. • down: Dit commando gebruikt u wanneer u de server helemaal wilt uitzetten. Dit doet u bijvoorbeeld wanneer er nieuwe hardware in de server moet worden geïnstalleerd. Nadat het commando down zijn werk heeft gedaan, komt u op een DOS-prompt terecht. Nu kunt u de power-knop van uw computer gebruiken om de server helemaal uit te zetten. • reset server: Gebruik dit commando wanneer u de server opnieuw wilt opstarten. Kenmerkend aan reset server is dat de server dan helemaal vooraan in het bootproces weer opnieuw begint met opstarten. Dit betekent dat ook de Power On Self Test (POST) van de computer opnieuw wordt uitgevoerd.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-3
NetWare 6.5
•
restart server: Dit commando zorgt ervoor dat het bestand waarmee de server wordt gestart (SERVER.EXE) opnieuw wordt geladen. Het grote verschil tussen reset server en restart server is dat bij een restart server het werkgeheugen van de server niet volledig wordt geleegd. U kunt er echter wel een beetje tijd mee besparen door restart server te gebruiken in plaats van reset server.
Opstarten van de server Wanneer er zich problemen voordoen met de werking van de server, kan het handig zijn enig inzicht te hebben in wat er gebeurt bij het starten van de server. 1. De computer wordt gestart en voert de Power On Self Test uit. 2. Via het Master Boot Record wordt gekeken vanaf welke harde schijf moet worden gestart. Op een NetWare-server zal voor dit doel het besturingssysteem DOS worden gebruikt.
Een NetWare-server heeft nog steeds DOS nodig om te kunnen opstarten.
3.
3/5.4-4
Via het DOS-opstartbestand AUTOEXEC.BAT wordt automatisch het bestand C:\NWSERVER\SERVER.EXE uitgevoerd. Dit bestand zorgt ervoor dat de NetWarekernel wordt gestart en DOS op de achtergrond wordt gezet.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
4.
Tijdens het starten wordt door SERVER.EXE eerst het bestand C:\NWSERVER\STARTUP.NCF ingelezen. In dit bestand vindt SERVER.EXE informatie over hardware die moet worden gebruikt tijdens het opstarten. Hier komt onder andere informatie voor over de drivers die moeten worden gebruikt voor de storage devices. Ook kunnen in dit bestand speciale commando’s worden gebruikt die bepalen hoe bijvoorbeeld het werkgeheugen van de server wordt gebruikt. Om dit bestand vanaf een DOS-prompt met een editor te bewerken, geeft u het commando C:\EDIT C:\NWSERVER \STARTUP.NCF.
U kunt het opstartbestand STARTUP.NCF gewoon vanaf een DOSprompt met een editor bewerken.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-5
NetWare 6.5
5.
Opstartproces beïnvloeden
3/5.4-6
Nadat SERVER.EXE actief is geworden, verdwijnt de DOS-omgeving op de achtergrond en wordt de NetWare-kernel geactiveerd. Het volgende bestand dat wordt ingelezen om te bepalen hoe de NetWareserver zijn werk moet doen, is SYS:SYSTEM\AUTOEXEC.NCF. Hierin wordt geregeld dat een groot aantal NLM’s wordt geladen die ervoor zorgen dat de totale NetWare-omgeving wordt klaargezet.
U kunt zelf beïnvloeden hoe het opstartproces van de server wordt uitgevoerd: • Gebruik de toetsen F5 en F8 wanneer u Starting DOS in beeld ziet. Met behulp van deze toetsen kunt u het automatisch opstarten van de server onderbreken zodat u op een DOSprompt terechtkomt. • Geef vanuit de DOS-omgeving in de directory C:\NWSERVER het commando SERVER -NA om de server op te starten zonder dat AUTOEXEC.NCF wordt uitgevoerd. • Geef het commando SERVER -NS om ervoor te zorgen dat de server wordt gestart zonder dat STARTUP.NCF wordt gebruikt. • Geef het commando SERVER -NL om ervoor te zorgen dat u tijdens het opstarten niet het Novell-logo te zien krijgt, maar gewoon kunt zien wat er allemaal gebeurt bij het opstarten. • Gebruik het commando SERVER -NDB om de server te starten zonder dat de eDirectory-database wordt geopend. Dit is handig om onderhoud op de eDirectory-database te kunnen uitvoeren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
AUTOEXEC.NCF
Een van de belangrijkste configuratiebestanden van uw server is AUTOEXEC.NCF. In dit bestand wordt zo ongeveer de volledige werking van de server gedefinieerd. De volgende zaken worden in AUTOEXEC.NCF geregeld: • definitie van de tijdzone; • naam van de NetWare-server; • definitie van een standaardcontainer waarin utilities moeten kijken die niet met eDirectory overweg kunnen, de zogenaamde BINDERY CONTEXT; • definitie van de server-ID; • definitie van zoekpaden die op de server moeten worden gebruikt bij het zoeken naar commando’s en NLM’s; • commando’s waarmee de netwerkkaart wordt geladen; • protocolinstellingen voor de netwerkkaarten; • commando’s waarmee volumes worden gemount; • commando’s om andere batchbestanden die eindigen op de extensie .NCF uit te voeren; • commando’s om NLM’s te laden; • instellingen van het SET-commando; • commentaar. Om u een indruk te geven van wat er in AUTOEXEC.NCF allemaal gebeurt, ziet u hierna een voorbeeld, ontleend aan NetWare 6.5. We hebben overigens in dit voorbeeld een aanzienlijk aantal regels gewoon weggelaten; het gaat voor het doel van dit boek te ver om precies uit te leggen wat er allemaal gebeurt. Set Bindery Context = digitalair SET Daylight Savings Time Offset = 1:00:00 SET Start of Daylight Savings Time = (MARCH SUNDAY LAST 2:00:00 AM) SET End Of Daylight Savings Time = (OCTOBER SUNDAY LAST 3:00:00 AM)
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-7
NetWare 6.5
SET Time Zone = CET=1CEST # Note:The Time zone information mentioned above # should always precede the SERVER name. SEARCH ADD SYS:\JAVA\BIN SEARCH ADD SYS:\JAVA\NWGFX\BIN SEARCH ADD SYS:\JAVA\NJCLV2\BIN # WARNING!! FILE SERVER NAME DA2 #WARNING!! # If you change the name of this server, you must update # the server name in all the licenses that are assigned # to it using iManager LOAD CONLOG -MAXIMUM=100 LOAD TCPIP LOAD CE100B.LAN SLOT=3 FRAME=ETHERNET_II NAME=CE100B_1_EII BIND IP CE100B_1_EII addr=192.168.0.11 mask=255.255.255.0 gate=192.168.0.1 MOUNT ALL IPMINIT.NCF SYS:\SYSTEM\NMA\NMA5.NCF BSTART.NCF Load nile.nlm Load httpstk.nlm /SSL /keyfile:”SSL CertificateIP” LOAD PORTAL.NLM LOAD NDSIMON.NLM LOAD NICISDI.XLM LOAD SASDFM.XLM # — Added by CIFS Install
3/5.4-8
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
CIFSSTRT.NCF # — End of CIFS Install …. #RCONAG6.NLM is required by RConsoleJ LOAD RCONAG6 novell 2034 16800 2036 STARTX
Console-commando’s Wanneer u aan het werk bent op de server, is het handig kennis te hebben van een aantal commando’s die u op de console kunt gebruiken. Deze commando’s verwijzen in de meeste gevallen naar bestanden die ergens op de server voorkomen. Om dit zoeken naar bestanden goed te laten gebeuren, maakt uw server gebruik van een zoekpad. U kunt opvragen hoe dit zoekpad er op dit moment uitziet door het commando SEARCH op de console in te voeren.
Wanneer u het commando SEARCH gebruikt, krijgt u een overzicht van alle zoekpaden die op dit moment zijn gedefinieerd.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-9
NetWare 6.5
Het is overigens ook mogelijk uw eigen zoekpaden toe te voegen; hiervoor gebruikt u het commando SEARCH ADD gevolgd door de volledige naam van de directory die u aan het zoekpad wilt toevoegen. In het voorgaande voorbeeld van AUTOEXEC.NCF kunt u hier een paar voorbeelden van vinden. De volgende commando’s worden vaak op de console gebruikt: Commando
Omschrijving
BIND
Wordt gebruikt om informatie over een protocol zoals TCP/IP te verbinden aan een netwerkkaart. Zie het voorbeeld in AUTOEXEC.NCF. Kan worden gebruikt om een bericht te versturen aan alle gebruikers die op dat moment zijn ingelogd. Toont informatie over de configuratie van uw server. U kunt hier onder andere mee opvragen welk IP-adres in gebruik is en welke tree en context wordt gebruikt. Dit commando kunt u gebruiken om een geactiveerd volume te deactiveren. Zorg er van tevoren echter wel voor dat er geen gebruikers meer zijn die bestanden op dit volume in gebruik hebben! Dit commando kan alleen worden gebruikt als IPX ook is geactiveerd. Met dit commando kunt u een overzicht opvragen van andere servers die IPX gebruiken. Toont een overzicht van alle services die in het netwerk worden aangeboden. Dit commando zal u ook alle servers laten zien. Gebruik dit commando om de server af te sluiten en terug te gaan naar de onderliggende DOS-omgeving. Met dit commando laadt u een module waarmee u de protocolconfiguratie van uw server kunt regelen. Wanneer u het met INETCFG doet, worden de LOAD-netwerkkaart en de BIND-commando’s uit AUTOEXEC.NCF verwijderd.
BROADCAST CONFIG
DISMOUNT
DISPLAY SERVERS
DISPLAY SLP SERVICES DOWN INETCFG
3/5.4-10
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
Commando
Omschrijving
LIST DEVICES
Toont een overzicht van alle opslagapparatuur die aan uw server is verbonden. Zoekt naar nieuwe opslagapparatuur op uw server. Gebruik dit commando om apparatuur te initialiseren die nog niet gebruiksklaar is. Laat zien hoeveel werkgeheugen in de server aanwezig is. Toont een overzicht van alle NLM’s die zijn geladen. Geeft een lijst van alle commando’s die op de server kunnen worden gebruikt. Gebruik HELP COMMANDO om meer informatie te krijgen over het gebruik van een specifiek commando. Gebruik dit commando om een volume te activeren. Normaliter gebeurt dit vanuit AUTOEXEC.NCF met het commando MOUNT ALL. Om handmatig een volume te mounten, specificeert u de naam van het volume gevolgd door een dubbele punt. Toont een overzicht van alle protocollen die op uw server in gebruik zijn. Start de server opnieuw op waarbij de computer helemaal opnieuw begint met uitvoeren van een POST. Laadt de kernel van de server opnieuw. Gebruik dit commando om een overzicht te krijgen van alle zoekpaden die op dit moment op de server zijn gedefinieerd. Met dit commando kunt u een bericht versturen naar een gebruiker of een groep gebruikers. Drukt de relatieve snelheid van de processor uit. Laat de tijd en de datum van de server zien. Toont tevens of de tijd is gesynchroniseerd met de tijd op andere servers. Toont welke versie NetWare wordt gebruikt, welk supportpack is geïnstalleerd en voor hoeveel gebruikers een connectielicentie is geïnstalleerd. Toont een lijst van alle volumes die zijn gemount.
SCAN FOR NEW DEVICES MEMORY MODULES HELP
MOUNT
PROTOCOL RESET SERVER RESTART SERVER SEARCH
SEND SPEED TIME
VERSION
VOLUME
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-11
NetWare 6.5
Scriptbestand
Uw eigen NCF-bestanden maken Wellicht hebt u vanuit een Windows-omgeving ooit gehoord van scriptfiles of batchfiles. Dit zijn bestanden waarin commando’s achter elkaar worden gezet die u automatisch in die volgorde kunt laten uitvoeren. Ook op een NetWareserver is het mogelijk om scriptfiles aan te maken. In feite zijn de bestanden STARTUP.NCF en AUTOEXEC.NCF waar we het eerder over hebben gehad, voorbeelden van dergelijke scriptbestanden. Wanneer het echter nodig is dat een aantal commando’s achter elkaar wordt uitgevoerd, kunt u deze commando’s in een afzonderlijk scriptbestand plaatsen. Aan dit bestand worden slechts twee eisen gesteld: • Een NetWare-scriptbestand moet eindigen met de extensie .NCF. • De commando’s in het scriptbestand moeten door de NetWare-kernel worden begrepen. U hoeft dus niet aan te komen met DOS-commando’s of andere commando’s die alleen op werkstations worden begrepen. Om zelf scriptbestanden aan te maken, kunt u op de console van de server gebruikmaken van de module EDIT.NLM. Ook is het mogelijk om vanuit NWCONFIG met de optie NCF Files Options STARTUP.NCF en AUTOEXEC.NCF aan te passen.
U kunt vanuit NWCONFIG.NLM de bestanden STARTUP.NCF en AUTOEXEC.NCF aanpassen.
3/5.4-12
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
NETBASIC
Een DOS-prompt op uw server Als laatste willen we uw aandacht vestigen op een commando dat bijzonder handig is wanneer u aan het werk bent op de console: het commando NETBASIC. Wanneer u dit commando gebruikt, kunt u vervolgens het commando SHELL gebruiken om een DOS-prompt op uw server te activeren. Het aantal commando’s dat vanuit deze DOSprompt kan worden gegeven, is zeer beperkt, maar wel erg handig. Zo kunt u het bijvoorbeeld gebruiken om even een bestand vanaf een diskette te kopiëren naar een directory op de server. In het volgende voorbeeld laten we zien hoe u NETBASIC kunt gebruiken om een NLM vanaf een diskette naar de directory SYSTEM te kopiëren. 1.
2. 3.
Geef het commando NETBASIC. Dit commando zorgt ervoor dat een aantal ondersteunende NLM’s wordt geladen. Geef nu het commando SHELL. Dit zorgt ervoor dat u in een beperkte DOS-omgeving terechtkomt. Geef het commando cd \netbasic\util. Hierin ziet u de namen van een aantal handige commando’s die u met NETBASIC op de console van uw server kunt uitvoeren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-13
NetWare 6.5
Netbasic biedt u een aantal erg handige commando’s die u vanaf de server kunt uitvoeren.
4.
5.
6.
3/5.4-14
Om vanaf een diskette het bestand NW5-IDLE.NLM naar de directory SYS:\SYSTEM op uw server te kopiëren, geeft u vervolgens het commando copy a:\nw5-idle.nlm sys:\system\nw5-idle.nlm. Let erop dat u inderdaad ook de naam van het bestand dat in SYS:\SYSTEM moet worden aangemaakt, moet meegeven. Nog niet overtuigd van het nut van NETBASIC? Probeer dan eens de handige programma’s FCONSOLE of NETMON. Gebruik het commando EXIT om de NETBASIC Shell weer te verlaten.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
Netbasic levert behalve een aantal DOS-commando’s ook een klein aantal heel aardige hulpprogramma’s.
3/5.4.2 Werken vanuit de grafische interface Behalve de grote hoeveelheid commando’s die u op de server zelf kunt invoeren, is het ook mogelijk op de server te werken met een grafische interface. Deze interface is gebaseerd op de standaard X Windows-interface die op verschillende soorten UNIX veel wordt gebruikt. Novell heeft daar een Java-stack aan toegevoegd; de meeste programma’s die u vanuit de grafische interface gebruikt, maken dan ook op de achtergrond gebruik van Java. Vanuit de standaard grafische interface kunt u verschillende programma’s starten. Als het goed is, wordt de grafische interface automatisch gestart. Dit komt door het commando STARTX dat aan het einde van AUTOEXEC.NCF is toegevoegd. Als u met Ctrl – Esc een overzicht opvraagt van alle taken die op dit moment op uw server zijn geactiveerd, moet u daar een taak X Server – Graphical Console tussen zien staan. Wanneer dit niet het geval is, kunt u de X-server altijd nog handmatig opstarten met behulp van het commando Startx.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-15
NetWare 6.5
Op uw server is standaard ook een grafische interface beschikbaar.
Alles wat u doet in de grafische interface op uw Novellserver, doet u vanuit het Novell-menu. Inderdaad, de gelijkenis met het Windows-startmenu is treffend. Bovenaan in dit menu vindt u verwijzingen naar twee uitermate handige hulpprogramma’s: de serverversie van het programma ConsoleOne en het programma Install dat u kunt gebruiken om extra producten op uw server te installeren. U zult overigens zien dat er op een NetWare 6.5-server wat meer zaken beschikbaar zijn vanuit de grafische interface, zo vindt u op NetWare 6.5 bijvoorbeeld ook de handige opties Novell Web Links die ervoor zorgen dat een browser wordt gestart waarmee u sommige Novellwebsites kunt bezoeken. ConsoleOne Een van de meest handige programma’s die u vanuit de grafische interface op de server kunt benaderen, is het hulpprogramma ConsoleOne. Uiteraard kent u dit programma van uw werkstation; u dient zich te realiseren dat de versie van ConsoleOne op de server iets minder krachtig 3/5.4-16
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
is. Toch is dit programma krachtig genoeg om er bijvoorbeeld even de eigenschappen van een gebruiker mee aan te passen. Voordat u met ConsoleOne op de server aan het werk kunt, moet u zich wel eerst bekendmaken: 1. Klik onder My World op NDS. 2. Selecteer nu uit het menu File de optie Authenticate. Voer in het scherm dat verschijnt al uw logingegevens in. 3. Klik op Login. U hebt nu toegang tot uw tree.
De versie van ConsoleOne op de server is niet gelijk aan de versie die u op werkstations gebruikt.
Utilities Ook erg handig is dat u vanuit uw server-console verschillende utilities kunt benaderen. U vindt deze onder de optie Utilities in het Novell-menu. In NetWare 6.5 vindt u ook snelkoppelingen naar deze hulpprogramma’s in de taakbalk links van het Novell-menu. De volgende utilities kunnen vanaf de server worden benaderd:
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-17
NetWare 6.5
Console Log Dit hulpprogramma kan worden gebruikt om te kijken naar logbestanden die op de console van uw server zijn aangemaakt. In deze bestanden wordt alles bijgehouden wat bijvoorbeeld tijdens het opstarten van de server aan berichten voorbijkomt. Als u het dus tijdens het opstarten niet hebt kunnen lezen, kunt u het met deze utility op uw gemak nog eens nakijken. Editor Dit is een ASCII-editor waarmee u snel configuratiebestanden zoals AUTOEXEC.NCF kunt aanpassen. File Browser Vanuit de File Browser kunt u wat minimaal beheer uitvoeren op de bestanden op uw NetWare-server. Niet alleen bestanden op de NetWare-volumes kunnen hiermee worden benaderd, ook bestanden die voorkomen op de DOS-partitie van uw server of op een diskette kunnen met dit hulp-
Vanuit de file-browser kunt u snel eenvoudig bestandsbeheer op uw server uitvoeren.
3/5.4-18
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
programma worden beheerd. Wanneer u met de rechtermuisknop op een bestand klikt, worden verschillende opties getoond. Zo hebt u gelegenheid snel de inhoud van het bestand aan te passen of het van hieruit te verwijderen. NetWare Remote Manager Dit is het web-based beheerprogramma waarmee u onderhoud kunt uitvoeren op uw servers. Wanneer u dit programma start, wordt een eenvoudige browser geopend. Waarschijnlijk ziet u de eerste keer dat u het programma start een foutmelding over een security certificate dat niet wordt geaccepteerd – dat is normaal. U mag op Always klikken om aan te geven dat u dit certificaat permanent wilt accepteren. Vervolgens moet u uw log-innaam en wachtwoord invoeren om u te kunnen aanmelden. Als dit goed is gegaan, bent u nu in Remote Manager. Vanuit deze toepassing kunt u vrijwel alle eigenschappen van uw server aanpassen.
Met Remote Manager kunt u vrijwel alle beheer van de server vanuit een browser uitvoeren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-19
NetWare 6.5
Server Console U kunt natuurlijk vanuit de GUI de toetscombinatie CtrlEsc gebruiken en uw Console-scherm activeren. Wanneer u echter gewend bent te werken in een GUI, wilt u waarschijnlijk ook blijven werken in de GUI, zelfs als u eventjes iets in de Console moet regelen. Voor dit doel is de utility Server Console ontworpen. Hiermee kunt u namelijk even een Console-scherm opvragen waarin u commando’s kunt invoeren. Let even op de menubalk boven in het venster waarin Server Console wordt getoond. Vooral het menu Screens is handig; hierin vindt u namelijk een volledig overzicht van alle schermen die op uw server in de Console-modus actief zijn.
Met de Server Console-utility kunt u snel een Console-venster openen vanuit de GUI.
Volume Copy Upgrade Alleen op NetWare 6.5 wordt ook de utility Volume Copy Upgrade meegeleverd. Deze utility kan worden gebruikt om een traditioneel volume na een server upgrade te conver-
3/5.4-20
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
teren naar een NSS-volume. Wij willen u vooral aanraden niets met dit hulpprogramma te doen wanneer u niet exact weet wat u aan het doen bent – verkeerd gebruik van dit programma kan namelijk vernietigende effecten op de bestanden op uw server hebben. Settings In het menu Settings, dat u onder het Novell-menu vindt, kunt u regelen hoe het uiterlijk van uw server er uitziet. Op NetWare 6.0 kunt u alleen de achtergrond en de eigenschappen van uw grafische kaart wijzigen, op NetWare 6.5 vindt u daarnaast ook nog een menu-editor die u kunt gebruiken om zelf items aan het Novell-menu toe te voegen. Als u het standaardachtergrondje niet leuk vindt, kunt u dit wijzigen met de optie Background. U kunt hier elke afbeelding die in BMP-, JPG- of GIF-formaat is aangemaakt als achtergrond gebruiken: 1. Zorg ervoor dat uw favoriete afbeelding is aangemaakt in een formaat dat door de grafische hardware van uw server wordt ondersteund. Selecteer een resolutie van 640 x 480 met een gebruik van 8 bits, dan zit u altijd goed. 2. Kopieer de afbeelding naar een locatie op uw server. 3. Selecteer nu uit het Novell-menu de optie Settings, Background en klik vervolgens op het tabblad Background Image. 4. Gebruik nu de knop Browse om te bladeren naar de locatie waar u deze afbeelding naartoe hebt gekopieerd. 5. Selecteer de afbeelding en klik op Test of te kijken of het beeld u bevalt. Bevalt het? Klik dan op OK om de afbeelding te bewaren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-21
NetWare 6.5
Een andere belangrijke mogelijkheid die door het menu Settings wordt geboden, is de optie om de eigenschappen van uw grafische kaart en monitor aan te passen. Selecteer hiervoor uit het Novell-menu Settings, GUI Environment. U ziet vervolgens vier tabbladen waarop u het gedrag van uw grafische omgeving verder kunt specificeren.
Wanneer u de optie GUI Environment selecteert, kunt u de eigenschappen van uw grafische hardware geheel naar eigen wens aanpassen.
Install Als laatste belangrijke onderdeel in de GUI, is er het programma Install. Hiermee kunt u namelijk extra Novellproducten installeren. U vindt deze optie direct onder het menu Novell. In het hoofdvenster van Install ziet u een overzicht van producten die op dit moment zijn geïnstalleerd. Wilt u daar producten aan toevoegen? Klik dan op Add. Verwijs vervolgens naar de locatie waarop het product zich bevindt. In de meeste gevallen moet u hier de directory specificeren waarin zich het bestand product.ni
3/5.4-22
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
NetWare
bevindt. Klik nadat u dat hebt gedaan, op OK om te beginnen met installatie van het product.
Met het Install-programma kunt u extra producten op uw server installeren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16
3/5.4-23
NetWare 6.5
3/5.4-24
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 16