Dit betreft een hoofdstuk uit het bestemmings-wijzigingsplan van Rho d.d. 15-04-15.
27
Hoofdstuk 5 Milieu‐ en andere aspecten
In dit hoofdstuk komen de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek naar milieuaspecten en andere aspecten aan de orde.
5.1 Archeologie en cultuurhistorie 5.1.1 Archeologie Toetsingskader Provinciaal beleid Het provinciaal beleid ten aanzien van archeologie is vastgelegd in de Nota Archeologie 2006‐2012. Het toetsingskader is overgenomen in het Omgevingsplan. Het toetsingskader wordt verder bepaald door het volgende. Archeologische waarden zijn vastgelegd op de AMK (Archeologische Monumenten Kaart). Op de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarden) zijn de trefkansen (laag middelhoog en hoog) opgenomen. Archis2 is de nationale database voor archeologische vindplaatsen. Het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) vormt de Zeeuwse database. Gemeentelijk beleid Recent is door de 9 gemeenten in Zuid‐Beveland, Tholen en Zeeuws‐Vlaanderen archeologie beleid opgesteld. Het gemeentelijk archeologiebeleid voor Reimerswaal is vastgelegd in de nota Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal: deel A: Beleidsnota archeologie; deel B: Toelichting beleidskaart, 30‐06‐2011. In het beleid (vastgesteld op 22 november 2011) zijn de archeologische verwachting en bekende vindplaatsen en archeologische monumenten vastgelegd. In dit bestemmingsplan zijn de in het beleid geformuleerde uitgangspunten vertaald. Het grootste deel van de bodemingrepen vindt plaats in de bovenste laag van het bodemarchief (maatregelenkaart in lagen, kaartlaag I, Walcheren). Deze laag is veelal maatgevend. Bij vergunning aanvragen voor diepere bodemingrepen wordt door de bevoegde overheidsinstantie vastgelegd of met de ingreep de diepere lagen (lagen 2 Hollandveen, laag 3 Wormer en laag 4 Pleistoceen) worden geraakt. Op basis van het beleid gelden voor kaartlaag 1 (Walcheren) de volgende categorieën:
Rho adviseurs voor leefruimte
080511.1929500
28
Maatregelcat Verwachtingswaarde egorie categorie 1 wettelijk beschermd monument categorie 2
Onderzoeksverplich Bestemmingsregeling* ting Wettelijke ‐ bescherming archeologische 50 m² en 40 cm WR ‐ A ‐ 1
terreinen van waarde categorie 3 gewaardeerde stads‐/ dorpskern categorie 4 hoge verwachting categorie 5 gematigde verwachting categorie 6 lage verwachting categorie 7 waterbodem categorie 8 geen verwachting
50 m² en 40 cm 250 m² en 40 cm 500 m² en 40 cm 2.500 m² en 40 cm 500 m² en 40 cm ‐
WR ‐ A ‐ 1 WR ‐ A ‐ 2 WR ‐ A ‐ 3 WR ‐ A ‐ 4 WR ‐ A ‐ 3 ‐
* WR ‐ A staat voor Waarde ‐ Archeologie Onderzoek en conclusie In het kader van de voorgenomen ontwikkeling heeft een archeologisch bureau‐ en veldonderzoek plaatsgevonden (zie Bijlage 1). Hieruit blijkt dat de kans op archeologisch waardevolle resten in de bodem zeer gering is. Geadviseerd wordt het terrein wat archeologie betreft vrij te geven voor de beoogde ontwikkeling. Het aspect 'archeologie' staat de beoogde ontwikkeling daarom niet in de weg. 5.1.2 Cultuurhistorie Analyse De cultuurhistorische waarden zijn aangegeven op de kaart CHS (Cultuurhistorische hoofdstructuur) van de provincie. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen waardevolle objecten (onder andere rijksmonumenten) en waardevolle gebieden (onder andere Nationale Landschappen). Onderzoek en conclusie Uit onderzoek blijkt dat er binnen het plangebied geen cultuurhistorisch waardevolle objecten of landschappen aanwezig zijn.
5.2 Milieuhinder 5.2.1 Milieuhinder bedrijvigheid Toetsingskader In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen: ter plaatse van de woningen een goed woon‐ en leefmilieu kan worden gegarandeerd; rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en de milieuruimte van de betreffende bedrijven. Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG‐publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie‐indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Bij een gemengd gebied kunnen de richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd.
Rho adviseurs voor leefruimte
080511.1929500
29
Onderzoek Het wijzigingsplan voorziet in de realisatie van 11 woningen ter plaatse van de huidige maatschappelijke functie. Het voormalige schoolgebouw in het plangebied is reeds gesloopt. In de directe omgeving van het plangebied zijn woningen, een kerkgebouw en een begraafplaats aanwezig. In de nabije omgeving zijn meer maatschappelijke voorzieningen en centrum functies aanwezig. Hierdoor kan het gebied gezien worden als 'gemengd gebied' op basis van de VNG‐publicatie. Voor een kerkgebouw geldt op basis van de VNG‐uitgave Bedrijven en milieuzonering (2009) een richtafstand van 10 m ten opzichte van woningen in een gemengd gebied. Voor een begraafplaats geldt een richtafstand van 0 m ten opzichte van woningen in een gemengd gebied. Het kerkgebouw ligt op ca. 75 m afstand tot het plangebied en de begraafplaats op ca. 50 m afstand. Hierdoor wordt er voldaan aan de genoemde richtafstanden. De overige maatschappelijke voorzieningen en centrum functies liggen op dusdanig grote afstand dat deze geen belemmering vormen. Verder zijn er in de omgeving geen bedrijven aanwezig die van invloed zijn op de milieusituatie in het plangebied, of die in hun bedrijfsvoering worden beperkt door de beoogde ontwikkeling. Conclusie Ter plaatse van de beoogde woningen is sprake van een aanvaardbaar woon‐ en leefklimaat. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg. 5.2.2 Geluid Het bestemmingsplan voorziet in vier nieuwe woningen aan de Molenlaan en zeven nieuwe woningen aan de Oude Boogaert in Yerseke. Een woning is op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) een geluidsgevoelige functie waarvoor, indien gelegen binnen de geluidszone van een (spoor)weg, akoestisch onderzoek uitgevoerd moet worden. De locatie ligt niet binnen wettelijke geluidszones van gezoneerde wegen of spoorwegen. De Molenlaan en Oude Boogaert zijn 30 km/h‐wegen en zijn daarom op grond van de Wgh niet gezoneerd. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt inzichtelijk gemaakt of sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Toetsingskader Normstelling Langs alle wegen ‐ met uitzondering van 30 km/h‐wegen en woonerven‐ bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidhinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen‐ of buitenstedelijke ligging. De geluidhinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day‐evening‐night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal. Nieuwe situaties Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt worden de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB geldt hierbij als richtwaarde en de maximale ontheffingswaarde van 63 dB als maximaal aanvaardbare waarde.
Rho adviseurs voor leefruimte
080511.1929500
30
Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van de aftrek conform artikel 3.4 uit het Reken‐ en Meetvoorschrift 2012 is gebruik gemaakt. Onderzoek Rekenmethodiek en invoergegevens Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken‐ en Meetvoorschrift Geluidhinder 2012. De berekeningen zijn opgenomen in Bijlage 3. Voor de verkeersintensiteiten van de Molenlaan is een schatting gemaakt op basis van verkeersintensiteit van de Dam (Verkeersstromenkaart Zeeland, 2013). Voor de verkeersintensiteit op de Oude Boogaert is een schatting gemaakt op basis van het aantal bestemmingen waarvoor deze weg de verkeersontsluiting verzorgt. De wegdekverharding van de wegen is ontleend aan beelden van Google Street View. Voor de wegdekverharding van de Molenlaan is uitgegaan van een uitvoering in dicht asfaltbeton (DAB) en voor de Oude Boogaert is uitgegaan van een uitvoering in klinkerverharding in keperverband. Voor beide wegen is uitgegaan van een standaard voertuigverdeling op een buurtverzamelweg [o.b.v. onderzoek 'Grenzen aan de groei', RBOI/Rho Adviseurs, 2009]. In tabel 1 zijn de verkeersgegevens weergegeven. Tabel 1: Verkeersgegevens in mvt/weekdagetmaal (afgerond op 50‐tallen) Intensiteit 2025 Snelheidsregime Wegdekverharding (mvt/etmaal) Molenlaan 3.500 30 km/h Dicht asfaltbeton Oude Boogaert 250 30 km/h Klinkerverharding (keper) Aan de hand van een situatietekening van het plangebied zijn de afstanden van de wegas tot het bouwvlak bepaald. Deze gegevens zijn opgenomen in tabel 2. Tabel 2: Afstand wegas tot bouwvlak Afstand tot bouwvlak (m) Molenlaan 9,3 m Oude Boogaert 6,0 m Resultaten In tabel 3 is voor de Hoofdstraat de geluidsbelasting ter plaatse van de grens van het wijzigingsgebied weergegeven. Er is gerekend op de waarneemhoogtes 1,5 m, 4,5 m en 7,5 m. Tabel 3: Geluidsbelasting op de woningen 1,5 m 4,5 m 7,5 m Molenlaan 54 dB 54 dB 54 dB Oude Boogaert 47 dB 46 dB 45 dB Op basis de geluidberekening blijkt dat de richtwaarde van 48 dB ter plaatse van de nieuwe woningen aan de Molenlaan wordt overschreden, maar de maximaal aanvaarbare waarde van 63 dB niet. De hoogst optredende geluidsbelasting ten gevolge van de Molenlaan bedraagt 54 dB op alle waarneemhoogtes. Ten gevolge van de Oude Boogaert wordt de richtwaarde van 48 dB niet overschreden. De hoogst optredende geluidsbelasting ten gevolge van deze weg bedraagt 47 dB op een waarneemhoogte van 1,5 m.
Rho adviseurs voor leefruimte
080511.1929500
31
Maatregelen Ten gevolge van het verkeer op de Molenlaan wordt de richtwaarde van 48 dB overschreden. De geluidsbelasting kan worden gereduceerd door maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied. Er is een aantal maatregelen aan de bron denkbaar. De eerste mogelijkheid zou het beperken van de verkeersomvang, het wijzigen van de snelheid of van de samenstelling van het verkeer kunnen zijn. Gezien de functie van de weg is het beperken van de verkeersomvang of het wijzigen van de samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid niet mogelijk/gewenst. De functie als erftoegangsweg met de daarbij behorende maximumsnelheid van 30 km/h dient behouden te blijven voor de ontsluiting van het omliggende gebied. Erftoegangswegen behoren tot de laagste wegcategorie. Wijziging hiervan of van de samenstelling van het verkeer ten behoeve van verdere geluidsreductie is daarom niet wenselijk. Er zijn derhalve overwegende bezwaren van verkeers‐ en vervoerskundige aard. Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van een ander wegdektype. Het toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding stuit op bezwaren van financiële aard, vanwege de relatief hoge kosten. Bij maatregelen tussen de bron en de waarnemer (in de overdracht) gaat het om de realisering van geluidswallen of geluidsschermen. Deze maatregel stuit op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige en landschappelijke aard. Tevens zijn aan dit type maatregelen hoge kosten verbonden, wat leidt tot overwegende financiële bezwaren. Eveneens is het vergroten van de afstand tussen de weg en de rand van het bouwvlak geen mogelijkheid. Het bouwplan is dan niet meer inpasbaar. De afstand tussen de weg en de rand van het bouwvlak vergroten stuit dan ook op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige aard. Geconcludeerd kan worden dat redelijkerwijs geen maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting te reduceren of dat maatregelen daartoe op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige, vervoerskundige of financiële aard stuiten. Conclusie Op grond van de SRM I‐methode is de geluidsbelasting ter plaatse van de nieuwe woningen ten gevolge van de Molenlaan en Oude Boogaert berekend. Daaruit blijkt dat ten gevolge van het verkeer op de Molenlaan de richtwaarde van 48 dB wordt overschreden, maar de maximale aanvaardbare waarde van 63 dB niet. Maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren zijn niet mogelijk, gewenst en/of doelmatig. Omdat de maximaal aanvaardbare waarde van 63 dB niet wordt overschreden, is er sprake van een acceptabel akoestisch klimaat. Omdat 30 km/h‐wegen niet‐gezoneerd zijn, zijn in het kader van de Wgh geen aanvullende procedures noodzakelijk. Het aspect wegverkeerslawaai staat de ontwikkeling niet in de weg.
Rho adviseurs voor leefruimte
080511.1929500