Draaiboek boerderijlessen (groep 3/4) ‘De winkel van boerin Brenda’ Toelichting voor de leerkracht
Vergeet niet: contact op te nemen met de boer begeleiders en vervoer naar de boerderij te regelen begeleiders te instrueren het draaiboek goed door te lezen creatief materiaal klaar te leggen
Boerderijlessen ‘De winkel van boerin Brenda’ (groep 3/4) Opzet van het Verhalend Ontwerp in vogelvlucht Fase Episode 1 Wie is boerin Brenda?
Inhoud
Locatie
Groepsvorm Op school Klassikaal Leerlingen maken kennis met de door henzelf bedachte boerin Brenda, haar familie, hun melkIn groepjes veebedrijf, de dieren en zuivelproducten. Dit presenteren ze aan elkaar.
Materiaal
Op school Klassikaal Episode 2 Brenda begint een winkel met zuivelproducten. In groepjes Winkel van Maar Brenda wil graag hulp van de kinderen. De Brenda leerlingen helpen Brenda door het maken van een eigen winkeltje in zuivelproducten. Episode 3 De leerlingen gaan op bezoek bij een echte Op bezoek boer. Ze ervaren hoe het leven op een boerderij bij de boer eruit ziet (hierbij staan de waardering en de producten van de boerderij centraal). Episode 4 Opening winkel
De leerlingen maken hun eigen winkel met zuivelproducten en presenteren dit aan ouders, overige leerkrachten en leerlingen.
Op de boerderij
Creatief materiaal* Vel A3 papier Kartonnen doos Hooi, stro
-
Draaiboek doorlezen Materiaal verzamelen
1,5 uur
-
Creatief materiaal Grote vellen papier Lege verpakkingen Foldermateriaal
-
Materiaal verzamelen
1,5 uur
-
Begeleiders en ver2 uur voer regelen Begeleiders instrueren (zie bijlage 2)
Op school Klassikaal In groepen
-
*Creatief materiaal: wasco, potloden, schaar, lijm, gekleurd papier, karton etc.
groep 3 + 4
Tijd
-
Klassikaal
Natuurlijk wordt alles opgestuurd naar Brenda (of de boer waar jullie op bezoek zijn geweest).
‘De winkel van boerin Brenda’
Voorbereiding
blz. 2
Materialen voor de opening Ingrediënten voor recepten Fototoestel
-
Materiaal verzamelen 2 uur Eventueel begeleiding voor het maken van de recpten
Totaal:
7 uur
‘De winkel van boerin Brenda’ Draaiboek voor de leerkracht Inleiding De leerlingen worden meegenomen met een Verhalend Ontwerp Algemene over boerin Brenda. Brenda is een erg leuke boerin die samen met informatie haar man Ben een melkveehouderij heeft.
Ze zorgen goed voor de dieren en vinden het fijn om op de boerderij te werken en te wonen. Brenda begint binnenkort een winkel met zuivelproducten op haar erf. Het verhaal heeft vier episodes. De leerlingen leren de melkveehouderij en zijn producten kennen. Na een bezoek aan een boerderij in de buurt van Amersfoort beginnen ze op school hun eigen winkel met zuivelproducten. Ook ouders, leerkrachten en andere leerlingen zijn welkom om de opening van de winkel bij te wonen. Doelgroep
De themales ‘ De winkel van boerin Brenda’ is bedoeld voor groep 3 en 4 van het basisonderwijs.
Hoofddoel
De leerlingen leren het leven op een melkveehouderij kennen, waarbij de waardering voor de boerderij en het hoofdproduct melk centraal staan.
Leerdoelen
Na het volgen van de les ‘De winkel van boerin Brenda’: -
-
Verhalend Ontwerpen
hebben de leerlingen kennis gemaakt met enkele werkzaamheden van een melkveehouder. kunnen de leerlingen in eigen woorden vertellen wat het belang is van kalfjes op de boerderij. weten de leerlingen waar de melk vandaan komt. weten de leerlingen dat naast het hoofdproduct (melk) de melkveehouder nog meer (bij)producten zoals kalveren, gras, hooi, kuilgras, -maïs, mest en vlees produceert. hebben de leerlingen contact gemaakt met kalfjes. kunnen de leerlingen in eigen woorden het volgende vertellen over zuivelproducten: wat het zijn, waar ze van gemaakt worden en hoe ze smaken.
De les is opgebouwd volgens het didactisch model ‘Verhalend Ontwerpen’. Dit houdt in het kort in: de les bestaat uit een verhaal dat is opgebouwd uit 4 episodes. Iedere episode begint met een deel van het verhaal. Daarna maken de leerlingen er hun eigen verhaal van. De leerkracht ondersteunt dit door middel van het stellen van sleutelvragen. De kracht van Verhalend Ontwerpen is dat het de leerlingen activeert om zelf goed na te denken. Om dit te bereiken zijn sleutelvragen van belang. De leerlingen presenteren na iedere episode hun eigen werk aan elkaar. Dit wordt op chronologische volgorde opgehangen in de klas, het zogenoemde wandfries. Achtergrondinformatie over Verhalend Ontwerpen staat in bijlage 3.
Voorbereidingen Het voorbereiden en uitvoeren van deze lessen kost ongeveer 7 uur. ‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 3
Aansluiting
Kerndoelen
Deze lessenserie geeft invulling aan de volgende kerndoelen: 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
Methode
Je kunt één van de onderstaande lessen uit de natuuronderwijsmethodes laten aansluiten of eventueel vervangen door de les ‘ De winkel van boerin Brenda’ De lessen waar een pijltje (►) voor staat kun je geheel vervangen door deze themales. ► 1e Leefwereld 3, 17, Melk voor elk 1e Natuurlijk In de kijker 4, 3, Weet wat je eet 1e Natuurlijk In de kijker 4, 4, Goed gekleed ► 2e Leefwereld 4, 2, Melk, kaas, boter 2e Leefwereld 4, 24, De kinderboerderij 2e Natuurlijk 3, 7.2, Eten van dieren ► 2e Natuurlijk 4, 7.2, Van gras tot melk Grote reis 4, 2, Voedsel 3 Tuinen (gr 4) Natuur Buiten-gewoon 3, 8, 8 Dieren houden Natuur Buiten-gewoon 4, 2, 2 Dieren in de winter
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 4
‘De winkel van boerin Brenda’ Episode 1 (in de klas)
Boerin Brenda Doel en inhoud
Tijdens de eerste episode van het Verhalend Ontwerp maken de leerlingen kennis met boerin Brenda. Na het vertellen van de eerste episode en het klassengesprek met de sleutelvragen geven de leerlingen zelf vorm aan boerin Brenda, haar gezin en het bedrijf. Door het zelf maken van het hele gezin en het bedrijf gaat het verhaal leven voor de leerlingen. Aan het einde van de episode presenteren de leerlingen aan elkaar wat ze hebben gemaakt. Het creatieve werk krijgt een mooie plek in de klas en vormt het wandfries wat gedurende de lessen aangevuld zal worden.
Voorbereidingen
1. Lees het draaiboek goed door. 2. Leg vooraf creatief materiaal klaar.
Verloop van episode 1
-
Kringgesprek mbv sleutelvragen Vragen over Brenda en haar gezin en bedrijf
‘De winkel van boerin Brenda’
Lees episode 1 voor aan de klas (zie bijlage 6). Kringgesprek: hou een kringgesprek met behulp van de sleutelvragen. Groepswerk: de leerlingen maken samen boerin Brenda, haar gezin en hun bedrijf, zoals zij denken dat ze er uit zien. Presentatie: alle groepjes presenteren aan elkaar wat ze hebben gemaakt. Wandfries: geef het werk een mooie plek in de klas.
Mogelijke sleutelvragen voor het eerste kringgesprek zijn: - Wat voor iemand zou de boerin Brenda eigenlijk zijn? - Hoe zou boerin Brenda er uitzien denk je? - En boer Ben, wat voor man zou dat zijn? - Hoe zou de boerderij van Brenda eruit kunnen zien? - Hoe denk je dat het gezin van Brenda eruit ziet? - Wat zou er allemaal in de stal van boerin Brenda kunnen staan? - Hoeveel koeien denk je dat er op de boerderij zijn? - Welke dieren zullen er nog meer op de boerderij wonen, denk je? - Wat voor werk doet Brenda allemaal op de boerderij, denk je? - Wat zal Brenda in haar winkel gaan verkopen? - Weten jullie verschillende melkproducten? - Waarom zijn er zoveel koeien op de boerderij van Brenda? - Hoeveel melk geeft een koe per dag, denk je? - Hoe vaak denk je dat een koe wordt gemolken per dag? - Wat zullen de koeien lekker vinden om te eten?
groep 3 + 4
blz. 5
Vervolg episode 1 Groepswerk
De leerlingen maken in groepjes Brenda, haar gezin, bedrijf en een poster met verschillende melkproducten. Hierdoor kunnen de leerlingen hun eigen beeld van Brenda, haar bedrijf en hun producten weergeven. Verdeel alle onderdelen over de groepjes met leerlingen: - Boerin Brenda en boer Ben - Gezin van Brenda - De stal, het weiland, het woonhuis, melkmachine etc. - De koeien, kalfjes - De andere dieren van de boerderij (bv. kat, hond, kippen) - Poster met verschillende zuivelproducten Stel hiervoor de volgende vragen aan de klas: - Zullen we samen Brenda en haar boerderij gaan maken? - Wie willen de boerin tekenen op dit grote papier met wasco? - Wie maakt boer Ben en wie de dieren? - Wie wil de boerderij maken? - Welk groepje maakt een poster met de zuivelproducten? Voor meer achtergrondinformatie, kun je bijlage 1 gebruiken (voor jezelf en begeleiders) of het internet met leuke filmpjes (voor de leerlingen).
Presentatie
De leerlingen presenteren na afloop aan elkaar wat ze hebben gemaakt. Dit kan onvoorbereid, omdat leerlingen graag en met kennis van zaken zullen vertellen over werk waar ze zich bij betrokken voelen. Hun zelfvertrouwen en presentatievaardigheden groeien er meer van dan van een spreekbeurt. Bovendien zorgt het ervoor dat de leerlingen op de hoogte blijven van elkaars werk, en dat de hele klas zich betrokken blijft voelen bij het verhaal. Wie deze tussentijdse presentaties vanwege ‘tijdgebrek’ overslaat, zal merken dat de betrokkenheid van de leerlingen een stuk minder wordt.
Wandfries
Geef het werk een mooie plaats in de klas. Gedurende de lessen zal dit wandfries worden aangevuld.
Filmpjes
Op internet zijn veel leuke, korte informatieve filmpjes te vinden over zuivel. De leerlingen krijgen hierdoor een goed beeld van wat er allemaal gebeurt op een melkveehouderij. Ga naar: www.schooltv.nl/beeldbank, kies voor primair onderwijs en voer de term ‘Kaas’ of ‘Koe’ in. Kies uit de volgende filmpjes (ieder filmpje duurt ca. 2 minuten): - ‘Kinderen maken van melk kaas’ - ‘Kaas maken’ - ‘De koe die zorgt voor jouw lekkere glaasje melk’ - ‘Mijn Beessie is een koe’
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 6
Episode 2 (in de klas)
De winkel van boerin Brenda Doel en inhoud
De leerlingen weten dat Brenda een winkel wil beginnen met zuivelproducten. Maar Brenda heeft een probleem, ze weet niet goed welke lekkere dingen je allemaal van zuivel kunt maken. De leerlingen helpen Brenda door het maken van een eigen winkeltje in zuivelproducten.
Voorbereidingen
1. Leg vooraf creatief materiaal klaar. 2. Verzamel ook de volgende materialen: - grote vellen papier (A3) - foldermateriaal van biologische winkels, supermarkten, veehouderijen en lege verpakkingen van zuivelproducten
Verloop van episode 2
-
-
-
Kringgesprek
‘De winkel van boerin Brenda’
Lees episode 2 voor aan de klas (zie bijlage 6). Kringgesprek: hou een kringgesprek over de winkel van Brenda met behulp van de sleutelvragen (zie hieronder). Groepswerk: de leerlingen voeren samen de voorbereidingen voor de winkel uit. Presentatie: alle groepjes presenteren aan elkaar wat ze hebben gemaakt. Wandfries: vul het wandfries aan met alle voorbereidingen voor de zuivelwinkel (affiches, naambordje etc).
Mogelijke sleutelvragen zijn: -
Wat gebeurt er met de melk als de koe gemolken is?
-
Welke melksoorten kennen jullie nog meer? chocolademelk, fruitmelk, karnemelk, volle/halvolle/magere melk, koffiemelk
-
Wat wordt er eigenlijk nog meer van melk gemaakt? boter, kaas, vla, yoghurt, kwark, slagroom, en nog veel meer
-
Hoe zou dat in zijn werk gaan?
-
-
Wat kun je eigenlijk allemaal van zuivel maken? taarten, pannenkoeken, milkshakes, sauzen, puddings, pap, en nog veel meer Welke producten zal Brenda in haar winkel verkopen denk je?
-
Welke zuivelproducten vinden jullie lekker?
-
Maak jij wel eens iets lekkers met zuivelproducten?
groep 3 + 4
blz. 7
Groepswerk
Verdeel de klas weer in groepjes. Iedere groep werkt aan een eigen onderdeel voor de winkel. Verschillende onderdelen kunnen zijn: - Naambordje voor de winkel - Inrichting van de winkel met lege verpakkingsmaterialen - Eigen verpakkingen voor zuivelproducten - Reclameaffiches Stel hiervoor de volgende vragen aan de klas: - Zullen we samen een winkel starten met zuivelproducten? - Wat zou er allemaal verkocht kunnen worden in de winkel? - Hoe zou de winkel kunnen heten? - Hoe kunnen we het klaslokaal inrichten zodat het op een winkel lijkt?
Presenteren
Vervolg episode 2 Wandfries
‘De winkel van boerin Brenda’
Laat iedere groepje aan de rest van de klas hun onderdeel voor de winkel presenteren. De wandfries vormt een belangrijk onderdeel voor de opening van de winkel. Vul het aan met de onderdelen die in deze episode zijn gemaakt.
groep 3 + 4
blz. 8
Episode 3 (op de boerderij)
Op bezoek bij de boer Doel en inhoud
De klas kent boerin Brenda, haar familie en bedrijf nu aardig goed. Ze hebben een start gemaakt met hun eigen winkel in zuivelproducten. Maar hoe zit het nu echt met de melk en de koeien? Hiervoor brengen ze een bezoek bij een echte melkveehouderij in de buurt. De leerlingen ervaren hoe het er nu echt op een boerderij aan toe gaat. Waar komt de melk nu eigenlijk vandaan? Hoe leven de koeien en welke andere dingen gebeuren er op de boerderij? Let op: jullie gaan niet bij boerin Brenda op bezoek, maar naar een andere boerderij om te ervaren en te zien waar de melk vandaan komt. Vertel dit ook aan de leerlingen.
Praktische voorbereidingen voor bezoek boerderij
Leerkracht - Neem vooraf zelf contact op met de boer over: planning, kleding, parkeren, aantal leerlingen, groepjes. -
Regel begeleiders (minimaal een per zes leerlingen) en vervoer naar de boerderij.
-
Rooster jezelf vrij, zodat je de begeleiders kunt helpen, het contact met de boer kunt onderhouden en foto’s kunt maken.
-
Geef elke begeleider een kopie van bijlage 2: ‘Instructie begeleiders’.
-
Vertel de leerlingen de volgende regels: • Wees rustig bij de dieren. • Maak niks kapot, pluk niet zomaar fruit en trek geen planten uit de grond. • Klim niet zonder toestemming op machines, hooibalen enz. • Sluit hekken en deuren achter je. • Luister naar de boer en zijn regels!
Begeleiders - Laat de begeleiders de instructie voor begeleiders en de achtergrondinformatie van de melkveehouderij doorlezen (bijlage 1 en 2). Verloop van episode 3
‘De winkel van boerin Brenda’
Lees episode 3 voor aan de klas (zie bijlage 6). - Kringgesprek: bespreek met de leerlingen het bezoek aan de boerderij aan de hand van de sleutelvragen. - Boerderijbezoek: de leerlingen bezoeken een echte melkveehouderij en zullen ervaren wat er allemaal op dit bedrijf gebeurt. - Verslag of tekening (optioneel): laat de leerlingen eventueel een kort verslag of tekening maken over het bezoek aan de boer. En laat ze dit aan elkaar zien/voorlezen/vertellen. - Wandfries: vul het wandfries aan met de verslagen of tekeningen en eventueel met de foto’s die tijdens het bezoek zijn gemaakt.
groep 3 + 4
blz. 9
Vervolg episode 3 Kringgesprek
Mogelijke sleutelvragen zijn: - Zullen we op bezoek gaan bij een echte melkveehouderij? - Wat zou er allemaal te zien zijn op de boerderij? - Wat zullen we gaan doen op de boerderij? - Wat zou je nog van de boer willen weten? (maak hiervan een lijstje, de kinderen hebben na afloop tijd om de vragen aan de boer te stellen) - Welke kleding zullen we moeten aantrekken? (kleding die vies mag worden en tegen regen kan) - Hoe zullen we ons op de boerderij moeten gedragen en waarom is dat?
Boerderijbezoek
1. De boer(in) ontvangt de groep op de boerderij. Hij vertelt kort iets over de boerderij en waar de leerlingen mogen komen. 2. Daarna gaat de groep met de boer(in) op pad. 3. De boer(in) leidt de leerlingen rond over het bedrijf en vertelt overal wat er gebeurt. Vooral de beleving staat voorop. 4. Tot slot sluit de boer het bezoek aan de boerderij af en kunnen de leerlingen nog vragen stellen.
Verslag achteraf in de klas (optioneel)
Laat de leerlingen een kort verslag schrijven of een tekening maken over hun mooiste, leukste, gekste ervaring op de boerderij. De leerlingen presenteren dit aan elkaar.
Wandfries
Vul het wandfries aan met de korte verslagen en de foto’s die tijdens het bezoek aan de boerderij zijn gemaakt.
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 10
Episode 4 (in de klas)
Opening van de winkel Doel en inhoud
In deze laatste episode openen de leerlingen hun eigen winkel met zuivelproducten. Tijdens de opening zijn de ouders, overige leerkrachten en leerlingen aanwezig en kunnen zij de zuivelproducten proeven. Hierdoor krijgt het een echt feestelijk karakter en kan het verhaal goed worden afgerond. Als afsluiting sturen de leerlingen de recepten en de foto’s van de opening naar Brenda. Brenda kan deze tips goed gebruiken voor haar eigen winkel (CNME stuurt het door naar de boer). Ze krijgen een e-mail van haar terug krijgen.
Voorbereidingen
1. Zoek met de leerlingen de recepten uit die jullie willen gaan maken (zie bijlage 4). 2. Laat de leerlingen van huis de ingrediënten meenemen voor de recepten of zorg zelf voor de boodschappen. 3. Zorg voor proefbekertjes, elektrisch kookplaatje, keukenweegschaal, maatbeker, schoteltjes, lepeltjes, mesjes, kaasprikkertjes (eventueel door de leerlingen zelf gemaakt), rietjes. 4. Zorg voor een fototoestel om tijdens de proeverij foto’s te maken. 5. Leg vooraf creatief materiaal klaar. 6. Regel zonodig een klassenassistent, stagiaire of een hulpouder om de recepten in groepjes klaar te maken.
Verloop van episode 4
-
-
-
Kringgesprek mbv sleutelvragen
-
-
‘De winkel van boerin Brenda’
Kringgesprek: houd een kringgesprek over de opening van de winkel met behulp van de sleutelvragen (zie hieronder). Groepswerk: de leerlingen voeren samen de voorbereidingen voor de opening van de winkel uit. Opening: alle groepjes presenteren aan de gasten wat ze hebben gemaakt. De gasten mogen de zuivelproducten proeven. Zullen we samen de opening van de winkel organiseren? Welke recepten van zuivel zullen we maken? - Zelfgemaakte vanillevla - Vanillevla met aardbeiensaus en slagroom - Romige yoghurt - Kruidenboter met toast - Milkshake - Kaas met kerstomaatjes Welke groepje maakt de naamkaartjes, versieringen, uitnodigingen, posters? Op welke dag en tijd zullen we de opening van de winkel houden?
groep 3 + 4
blz. 11
Vervolg episode 4 Organisatie
Je kunt zelf bepalen hoe je het maken van de recepten en het maken van de aankleding van de winkel organiseert. De recepten zijn zo uitgekozen dat het weinig werk kost en makkelijk uitvoerbaar zijn. Tip: neem voor en tijdens de opening van de winkel foto’s en hang deze bij het wandfries. Een mogelijke organisatievorm is: Ga klassikaal aan de slag met de aankleding van het lokaal zodat het op een echte winkel lijkt: receptkaartjes, versieringen, uitnodigingen, posters etc. Iedere keer kan één groepje mee met een klassenassistent, stagiaire of hulpouder om een recept klaar te maken. De rest van de klas blijft bezig met de aankleding.
Opening
-
Ieder groepje vertelt tijdens de opening aan de bezoekers over wat ze gemaakt hebben. Alle bezoekers mogen proeven van de recepten die de leerlingen hebben gemaakt.
Brief aan de boer Stuur de recepten en foto’s van de proeverij op naar Brenda. De brief kan in de antwoordenvelop worden opgestuurd naar CNME Landgoed Schothorst, samen met het evaluatieformulier. Het CNME zorgt ervoor dat de envelop naar de boer wordt gestuurd. Laat ongeveer een week later de bedank e-mail van Brenda terugkomen in de klas (zie bijlage 5). Evaluatieformulier
Tijdens uw bezoek aan de boerderij ontvang je een evaluatieformulier van CNME Schothorst. Wil je het evaluatieformulier na afloop van de les invullen en in de antwoordenvelop terugsturen? Bedankt!
Bijlagen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
‘De winkel van boerin Brenda’
Achtergrondinformatie melkveehouderij Instructie begeleiders Achtergrondinformatie didactiek Verhalend Ontwerpen Recepten E-mail van Brenda Voorleesverhalen episode 1, 2 en 3
groep 3 + 4
blz. 12
Bijlage 1 Achtergrondinformatie Melkveehouderij (voor leerkracht en begeleiders) Van kalf tot koe Een jonge koe heet, als het net geboren is, een kalf. Een kalf weegt bij de geboorte ongeveer 40 kilo. Kalfjes worden bij de moeder weggehaald. Hierdoor kan de boer de koe melken. Het kalfje krijgt de eerste dagen melk van de moeder. Deze eerste melk heeft veel voeding voor het kalfje en heet biest. Als het kalf 1 jaar oud is wordt het pink genoemd. Als de pink 2 jaar is en een kalfje krijgt heet zij een vaars. Als de vaars 3 jaar is en een tweede kalfje krijgt, is het een koe.
Melk geven Een koe geeft pas melk, nadat ze een kalfje heeft gekregen. Eerst is een koe negen maanden zwanger. Dit heet drachtig. Nadat het kalfje is geboren geeft de koe ongeveer 10 maanden melk. Een koe geeft gemiddeld 25 tot 30 liter melk per dag. Tijdens de laatste maanden geeft de koe steeds minder melk. Totdat de koe…weer een kalfje krijgt! Melkstal of robot De koeien worden gemolken in de melkstal. De boer staat beneden in de melkput. Hierdoor kan hij goed bij de uier van de koe. Hij hangt de melkklauw aan de spenen. De melk komt via leidingen in de melktank. De melktank staat in een aparte ruimte. Na elke melkbeurt maakt de boer de melkput schoon. Dit doet hij met een hogedrukspuit. Op sommige boerderijen worden de koeien met een melkrobot gemolken. De koeien lopen zelf naar de robot als ze gemolken willen worden. Alles gaat daarna automatisch.
Het eten van de koe In de winter staan de koeien binnen. Buiten is er dan te weinig gras in de wei. Binnen krijgen koeien hooi en kuilgras of kuilmaïs. Hooi is gedroogd gras. Kuilgras is gemaaid gras of maïs op een hoop. Hierover gaat plastic. Door het plastic blijft het de hele winter goed. Het heet kuilgras, omdat het vroeger in een kuil werd gedaan. Hoe grazen koeien? Koeien slingeren hun lange tong om een plukje gras. Daarna duwen ze het tegen hun snijtanden in de onderkaak. Dan trekken ze het gras met een korte beweging los. Voor koeien moet het gras zeker 10 centimeter lang zijn. ‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 13
Herkauwen Gras is moeilijk te verteren. Het is belangrijk dat koeien veel herkauwen. Koeien hebben 4 magen. Ze slikken het gras door en dan gaat het naar de eerste maag, de pens. Dan boeren ze het gras weer op en gaan herkauwen. Ze slikken het nog een keer door. Dan gaat het naar de netmaag, boekmaag en lebmaag.
A Netmaag B Pens C Boekmaag D Lebmaag
Is de koe gezond?! Een boer kent al zijn koeien goed. Dat is belangrijk, want dan ziet hij snel of een koe ziek is. Het is eigenlijk net als bij mensen. Je kunt aan dezelfde dingen zien of een koe zich goed voelt of niet. Een gezonde koe: • Heeft een schone neus, ogen en bek. • Heeft een gladde, glanzende vacht. • Heeft geen kale of vieze plekken op haar huid. • Gedraagt zich levendig. Hoe kijk je naar koeien? Als je op een afstand naar koeien kijkt, zie je goed of een koe zich normaal gedraagt. Als je dichtbij komt, letten de koeien juist op jou. Ze stoppen dan met de activiteit waar ze mee bezig zijn. Koeien zijn niet lui! Koeien zijn altijd actief, zelfs als ze liggen en bezig zijn met herkauwen kijken ze nog om zich heen om te zien wat er allemaal aan de hand is. Koeien slapen maar 30 minuten per dag.
Melkproducten Melk is rijk aan eiwitten en vetten daarom worden er veel zuivelproducten van gemaakt zoals: kaas, boter, pap, slagroom, vla, ijs en yoghurt. Zuivelproducten geven ons energie en warmte. Je krijgt er sterke botten van. Het helpt bij het groeien. Het geeft bescherming tegen infecties.
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 14
Productieproces van zuivel -
Boter: melk gaat in een grote trommel. Deze trommel draait snel rond en scheidt de room van de melk. De room wordt verhit om de meeste bacteriën te doden. Daarna gaat de room in een tank waar hij wordt aangezuurd. Door het draaien van de tank wordt de room boter. Het vocht dat overblijft, de karnemelk, wordt afgetapt. Voor een kilo boter is ongeveer twintig liter melk nodig.
-
Boter wordt van melk gemaakt. Margarine is geen zuivelproduct. Dit wordt gemaakt van vet van varkens of schapen of van olie uit kokosnoten, zonnebloempitten, soja-bonen of palmpitten.
-
Kaas: melk wordt verhit tot 38 C. Er gaat zuursel (voor de smaak) en stremsel (om de melk dik te maken) bij. Na een half uur is de melk ingedikt en wrongel geworden. De wrongel wordt gesneden. Een deel van de vloeistof die boven komt drijven, de wei, wordt afgetapt. Wei wordt gevoerd aan de kalveren. Bij de wrongel wordt heet water gegoten. Nu wordt ook de rest van de wei afgetapt. De wrongel gaat in kaasvaten onder de pers. Na een paar uur worden de kazen in de vaten gekeerd. Daarna moeten ze nog een aantal uur onder de pers. Dan gaan ze in een pekelbad. Hier krijgen ze een plastic beschermlaagje om schimmelen te voorkomen. Voor een kilo kaas is ongeveer tien liter melk nodig.
-
Jonge kaas: Jong belegen: Belegen: Extra belegen: Oud: Overjarig:
o
kaas van vier weken oud kaas van acht weken kaas van vier maanden kaas van zeven maanden oud kaas van tien maanden kaas ouder dan een jaar
Andere producten van de melkveehouder Gras Melkveehouders hebben veel grasland. Koeien eten gras, het is het belangrijkste voedsel van de koe. Op een mooie zomerdag eet een koe wel 60 kilo gras. Daarom gaan boeren heel zorgvuldig met hun grasland om. Hij gebruikt zijn weilanden ook om voer voor de winter van te oogsten. Hoe beter het gras, hoe beter de melk. Mest Een koe poept op een dag wel zes emmers vol. Boeren hebben het over mest en niet over poep. Mest is een vloeibaar mengsel dat op het land wordt gebruikt. Het is voeding voor onder meer het gras. Met een speciale machine wordt de vloeibare mest in de grond gebracht. Er komt dan weinig of geen ammoniak (en stank) vrij. Ammoniak is niet goed voor het milieu.
Vlees Koeien van een melkveehouder leven gemiddeld zo’n zes jaar. Wanneer de melkproductie daalt of de koeien niet meer vruchtbaar zijn, worden koeien afgevoerd naar het slachthuis. ‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 15
Bijlage 2 Instructie begeleiders Fijn dat u meegaat als begeleider naar de les bij een melkveehouderij Vertrekdatum, -plaats, -tijd: ……………………………………………………………………. Contactpersoon school:
…………………………………………………………………….
Naam boer:
…………………………………………………………………….
Adres boerderij:
…………………………………………………………………….
Om van de les op de boerderij een leerzaam succes te maken, volgt hieronder enige informatie. Indeling les De les wordt door iedere boer anders gegeven, maar heeft ongeveer de volgende indeling: 1. Aankomst met welkom 2. Korte uitleg over het bedrijf en de volgorde van de rondleiding 3. De groep wordt zonodig in tweeën gedeeld en gaat met de boer(in)/begeleider mee 4. Centrale afsluiting met mogelijkheid tot vragen stellen. Gedragsregels Op school zijn een aantal regels met de leerlingen besproken, u kunt ze hierop aanspreken. De regels zijn: - Wees rustig bij de dieren. - Maak niks kapot, pluk niet zomaar fruit en trek geen planten uit de grond. - Klim niet zonder toestemming op machines, hooibalen enz. - Sluit hekken en deuren achter je. - Luister naar de boer en zijn regels! De leerkracht zorgt voor: - De orde en spreekt de leerlingen zonodig hierop aan zodat de boer zijn verhaal kan vertellen - Dat de leerlingen geschikte kleding dragen (hou rekening met vies worden, kou, zon en regen) - Dat iedere begeleider de ‘achtergrondinformatie melkveehouderij’ heeft gelezen - Foto’s maken
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 16
Bijlage 3
Achtergrondinformatie didactiek Verhalend Ontwerpen
Verhalend ontwerpen Verhalend ontwerpen is in de jaren zeventig uitgevonden in Schotland en heet daar de ‘storyline approach to education.’ Er zijn meerdere verhalen in omloop over het ontstaan van deze krachtige methodiek. Zo zouden lerarenopleider Steve Bell en zijn collega’s op zoek zijn geweest naar thematisch onderwijs dat zorgt voor werkelijke, zinvolle samenhang tussen vakken. Meer romantisch is het verhaal over de Summerschool waar docenten haast wanhopig moesten proberen om ongemotiveerde jongeren uit de achterbuurten van Glasgow te boeien. In het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs wordt sinds 1990 op een snel groeiend aantal scholen met verhalend ontwerpen gewerkt. Bijzonder thematisch onderwijs In normale mensentaal is verhalend ontwerpen een vorm van thematisch onderwijs, waarbij de verhaallijn zorgt voor sterke betrokkenheid bij de leerlingen en voor samenhang tussen de leeractiviteiten. Onderwijskundig is het een sociaalconstructivistische onderwijsmethodiek: de leerlingen construeren actief hun kennis en competenties en leren van en met elkaar. Betekenisvolle context Een verhalend ontwerp gaat altijd uit van een context die betekenisvol en herkenbaar is. Haast ongemerkt leren leerlingen analyseren, overleggen en theoretische kennis toepassen op een praktisch dilemma. Bijvoorbeeld als zij zich inleven in een fictieve hoofdpersoon: de leerlingen maken als het ware zelf mee wat de docent de hoofdpersoon laat overkomen. Hetzelfde geldt voor klassen die zelf een fictief bedrijf oprichten. De kersverse jonge medewerkers zullen er zeker voor proberen te zorgen dat hun bedrijf de concurrentie met echte bedrijven zonodig kan overleven. Verhaallijn en episodes In een verhalend ontwerp zorgt de verhaallijn voor zinvolle samenhang tussen de episodes (hoofdstukken). En minstens zo belangrijk: voor grote betrokkenheid bij het leren. Onder de episodes hangen leeractiviteiten van verschillende vakgebieden. Vakkennis, vaardigheden en meningsvorming gaan in een verhalend ontwerp op een natuurlijke manier hand in hand. Eigen inbreng en structuur De inbreng van leerlingen in een verhalend ontwerp is groot. Zo groot dat zij zelf vaak het idee hebben dat de docent niets heeft gedaan en zij alles. Toch zijn verhalende ontwerpen erg doelgericht. Het uitgewerkte draaiboek beschrijft gedetailleerd de verhaallijn, die als een rode draad fungeert. Elke docent maakt desgewenst eigen aanpassingen op het draaiboek. De uitwerking van de episodes in leeractiviteiten biedt duidelijkheid en structuur en zorgt er voor dat de geplande onderwijsdoelen gerealiseerd kunnen worden. Binnen de leeractiviteiten hebben de leerlingen precies zoveel vrijheid en eigen inbreng als de leerkracht wenselijk vindt – en de ervaring leert dat zij binnen een verhalend ontwerp meer vrijheid aankunnen dan in regulier onderwijs. Tijdens de uitvoering heb je als docent een belangrijke begeleidende rol. Je houdt het verhaal op gang en structureert het werk van de leerlingen met activerende vragen. Deze zogeheten sleutelvragen blijken het leren enorm te bevorderen en geven de leerlingen tegelijk inbreng èn voldoende structuur. Verhalend Ontwerpen, een draaiboek Erik Vos, Peter Dekkers, Ellen Reehorst; Wolters-Noordhoff, vijfde gewijzigde druk, 2004 Nadruk op de techniek van het ontwerpen, voorbeelden uit het basisonderwijs. www.verhalendontwerpen.nl
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 17
Bijlage 4
Zes verschillende zuivelrecepten
1. Zelfgemaakte vanillevla Nodig voor 1 liter - 50 gr custard Dr. Oetker - 1 liter melk - 65 gram suiker - Elektrisch kookplaatje - Steelpan - Grote en kleine kom - Houten spatel
Bereiden Doe de custard en de suiker in een kommetje. Roer de suiker door de custard. Roer 6 eetlepels van de melk door het custard-suikermengsel. Verwarm de rest van de melk. Doe het custardmengsel al roerende bij de hete melk. Breng de melk al roerende zachtjes aan de kook. Blijven roeren anders brandt de vla aan! Laat het nog ongeveer 3 minuten zachtjes koken terwijl je roert. Strooi een klein beetje suiker over de vla, dan krijg je er geen velletje over. Serveer de vla eventueel met slagroom, limonadesiroop of vruchtensaus.
2. Vanillevla met aardbeiensaus en slagroom Nodig voor anderhalve liter - 1 liter vanillevla - 1 flesje Tova aardbeiensaus van Hero - 250 dl slagroom - Mixer - Grote kom
Bereiden Klop de slagroom in de kom. Giet de vla bij de slagroom. Voeg de aardbeiensaus toe. Meng het geheel met de mixer.
3. Romige yoghurt Nodig voor 1 liter - 1 liter volle yoghurt - 250 dl slagroom - Vloeibare honing - Mixer - Kom - Stukjes fruit om het toetje te versieren
Bereiden Klop de slagroom in een kom. Giet de yoghurt bij de slagroom. Meng alles met de mixer. Schenk de honing over het toetje. Versier het toetje eventueel met een stukje fruit.
4. Kruidenboter met toast Nodig - 2 pakjes ongezouten roomboter (op kamertemperatuur) - 75 gram bieslook - 80 gram peterselie - Stukjes stokbrood of toastjes
Bereiden Snijd de bieslook fijn. Snijd de peterselie fijn. Meng met een vork de roomboter met de bieslook en de peterselie goed door elkaar .
5. Milkshake Nodig voor 1 liter - 1 liter volle melk - 10 bollen (vanille)roomijs of aardbeienijs - 5 zakjes vanillesuiker - Blender of staafmixer, - Kom
Bereiden Doe alles in een blender of keukenmachine en pureer het tot een lekkere milkshake. Je kunt dit ook met de staafmixer doen.
6. Kaas met kerstomaatjes Nodig - Kaas - Kerstomaatjes - Kaasprikkers
‘De winkel van boerin Brenda’
Bereiden Snijd de kaas in kleine stukjes. Prik een kerstomaatje en een stukje kaas op de prikker.
groep 3 + 4
blz. 18
Bijlage 5
E-mail van van Brenda
Deze mail kun je ook digitaal toegestuurd krijgen. Stuur hiervoor een mailtje naar
[email protected] ovv Brenda.
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 19
Bijlage 6
Voorleesteksten episodes 1, 2 en 3
Tekst Episode 1:
Ik heb gehoord over een erg leuke boerin, zij heet Brenda.
Boerin Brenda
Brenda is echt een leuk mens en vindt het heel fijn om op de boerderij te werken. Samen met haar hardwerkende man Ben zorgen zij goed voor hun koeien. Omdat de koeien het zo goed hebben bij Brenda en Ben geven zij veel lekkere melk. Brenda heeft grote plannen voor hun boerderij… Ze begint binnenkort een winkel met melkproducten op hun eigen erf.
Tekst episode 2:
Zoals jullie weten wil Brenda een winkel met zuivelproducten beginnen. In deze winkel gaat ze allemaal spullen verkopen die van melk zijn gemaakt.
Boerin Brenda wil een winkel starten
Alleen maakt Brenda zich een beetje zorgen. Ze weet best wat zuivelproducten zijn en hoe ze worden gemaakt. Maar ze weet niet zo goed welke lekkere dingen je er allemaal van kunt maken. Zo eet ze best eens een blokje jong belegen kaas ’s avonds. Maar laatst las ze in een tijdschrift over mozzarella en gorgonzola en toen dacht ze dat het ging over Italiaanse steden. Maar dat zijn ook kazen. Ze is nou eenmaal niet zo’n keukenprinses! “Als ik nou een aantal goede recepten zou hebben, dan zou ik nog meer klanten naar mijn winkel kunnen krijgen”, denkt Brenda. Denken jullie dat we Brenda kunnen helpen om van haar nieuwe winkel een succes te maken? Zullen wij een eigen winkel beginnen met allemaal lekkere dingen van zuivelproducten? Zullen we haar daarna al onze goede tips doorgeven?
Tekst episode 3: Naar de boerderij
Ik heb contact gehad met een echte boer hier uit de buurt. Hij heeft gehoord over onze winkel met zuivelproducten. Hij vroeg of we met de hele klas bij hem op bezoek willen komen om zelf te zien waar de melk echt vandaan komt. Hij wil jullie laten zien wat er allemaal bij komt kijken om een glaasje melk te krijgen. Zullen met de hele klas een bezoek brengen aan deze boerderij?
‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 20
Adressen educatieboeren ‘Boer Teun krijgt een brief’ en ‘De Winkel van Boerin Brenda’ Kijk op het rooster bij welke educatieboer je bent ingedeeld. Neem ongeveer 14 dagen voor je bezoek aan de boerderij zelf contact met de boer op om de laatste dingen door te nemen: exacte start en stoptijd, wel geen moment van eten tussendoor, kleding, begeleiding, aantal leerlingen, routebeschrijving, veiligheid, etc… Hierdoor weten jullie precies van elkaar wat er die ochtend gaat gebeuren…wel zo prettig!
1. Kees van Valkengoed Lodijk 10 3752 LA Bunschoten 033-4801721
[email protected] http://www.koeenzo.nl/ 2. Anneke Kuijer A.P. Hilhorstweg 5 3764 MS Soest 035-6014133
[email protected] 3. Marian Melissen vd Wolfshaar Zeldertseweg 10 3828 PP Hoogland 06-42736632
[email protected] http://www.mariboe.nl/ 4. Amanda en Wim Kok Heerlijkheid Groot Weede Van Boetzelaerlaan 3 3828NW Hoogland 06-12943077 033-4890637 http://www.weede.nl
[email protected] [email protected] ‘De winkel van boerin Brenda’
groep 3 + 4
blz. 21