3.B.2., 4.A.2 Energie- en emissiemanagementsysteem Grijsen 2013(jan 2014) Inhoudsopgave 1)
Introductie.......................................................................................................................... 2
2)
Organisatiestructuur ........................................................................................................ 3
3)
Taken en verantwoordelijkheden .................................................................................... 4
4)
Structurele acties .............................................................................................................. 4
5)
Correctieve acties ............................................................................................................. 5
3.B.2., 4.A.2. Energie- en emissiemanagementsyteem Grijsen, 2013 (jan 2014) 1
1) Introductie Binnen Grijsen staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen en maatschappelijke betrokkenheid (het leveren van een bijdrage in maatschappelijke vraagstukken). Extern maken we onze klant bewust van een duurzame oplossing voor de inrichting van de openbare ruimte en de mogelijkheden aan het einde van de levensduur van straatmeubilair. Grijsen veroorzaakt CO2-emissies door haar eigen activiteiten en wil werken aan reductie hiervan. Omdat CO2, als broeikasgas, wordt gezien als de belangrijkste veroorzaker van het broeikaseffect en dus de klimaatverandering, wordt het totale energieverbruik vertaald in tonnen CO2-emissie. Grijsen wil deze uitstoot in kaart brengen en reduceren. Naast de wens voor een duurzame bedrijfsvoering is de verwachting dat steeds meer overheden de CO2-prestatieladder zullen gaan toepassen een uitstekende motivatie om het CO2-bewust certificaat niveau 3 te behouden. In dit document staat beschreven hoe Grijsen wil waarborgen dat de doelstelling voor CO2-emissieen energieverbruik reductie wordt uitgevoerd. Het beschrijft verantwoordelijkheden en maatregelen om dit tot stand te brengen. Dit gebeurt volgens de methodiek zoals beschreven in het handboek CO2 -prestatieladder beschreven aspecten van de ISO16001 norm voor energiemanagement. Daarnaast worden de daarin beschreven aspecten voor management van energie reductie ook toe op de emissie inventaris conform de ISO14064-1 norm. Dit resulteert in een energie- en emissiemanagementsysteem.
3.B.2., 4.A.2. Energie- en emissiemanagementsyteem Grijsen, 2013 (jan 2014) 2
2) Organisatiestructuur Dit energie- en emissiemanagement programma handelt over alle onderdelen van de organisatie van Grijsen. Hieronder is het organogram opgenomen van de organizational boundaries.
Grijsen Holding B.V.
Grijsen Project B.V.
Grijsen Park & Straatdesign B.V.
Inter Design B.V.
Grijsen International B.V.
Figuur 2:Organogram Grijsen
Om duurzaamheid binnen de organisatie steeds verdergaand vorm te geven is een aantal medewerkers belast met specifieke taken en verantwoordelijkheden, die zij dragen naast hun vakinhoudelijke werk: VCA*: Milieucoördinator (taak binnen functie Planner/Werkvoorbereider) Milieumanagementsysteem: Milieucoördinator (taak binnen functie Planner/Werkvoorbereider) FSC: Inkoper CO2-prestatieladder: Medewerkers Financiele Administratie Eindverantwoordelijk: Directeur Directeur
Medewerkers Financiele Administratie Planner/Werkvoorbereider
Inkoper
Figuur 2: Organisatiestructuur duurzaamheid
Doordat verschillende personen verantwoordelijk zijn voor de verschillende "systemen" die wel in elkaar "haken", zijn er steeds verschillende ogen op gericht en is de controlerende functie beter geborgd De verantwoordelijke medewerkers Financiele Administratie zorgen voor de vaststelling en uitvoering van dit energie- en emissie management programma binnen Grijsen en de rapportage ervan in dit rapport. Patrick Grijsen is de eindverantwoordelijke als directeur van Grijsen.
3.B.2., 4.A.2. Energie- en emissiemanagementsyteem Grijsen, 2013 (jan 2014) 3
3) Taken en verantwoordelijkheden Hieronder is weergegeven wat de taken en verantwoordelijkheden zijn van de betrokkenen in het kader van de CO2-prestatieladder. Directeur De directeur is - zoals reeds vermeld - eindverantwoordelijk voor de operatie binnen Grijsen en daarmee tevens de CO2-prestatieladder. De taken en verantwoordelijkheden van de directeur zijn: beslissende instantie voor het goedkeuren van de visie /ambitie/doelstellingen en het beleid op het gebied van duurzaamheid en milieu beslissende instantie voor het goedkeuren van investeringen op het gebied van duurzaamheid en milieu intern en extern uitdragen van de visie /ambitie/doelstellingen en het beleid binnen Grijsen Medewerkers Financiele Administratie De verantwoordelijkheid voor alle zaken in het kader van de CO2-prestatieladder zijn door de directeur gedelegeerd aan de Medewerkers Financiele Administratie. Het pakket aan taken en verantwoordelijkheden laat zich als volgt omschrijven: rapportage aan de directeur algemene interne en externe communicatie ten aanzien van duurzaamheid en milieu invulling geven aan visie /ambitie/doelstellingen en het beleid signaleren van ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, kennisontwikkeling, bezoek aan congressen en symposia en deelname in initiatieven ten behoeve van reductie van CO2 begeleiden van verbeterprocessen ten aanzien van CO2-reductie en energiebesparing en borging van de certificeringen agendeert relevante duurzaamheidaspecten bij de directeur bewaken van doelstellingen beheer van normen en richtlijnen
4) Structurele acties De volgende structurele acties dienen te worden uitgevoerd in het kader van dit energie- en emissiemanagementsysteem structureel inventariseren van data en het opstellen van de carbon footprint (jaarlijks) genereren van data van het energieverbruik, opstellen energie audit verslag (jaarlijks) structureel rapporteren over de stand van zaken ten opzichte van de CO2-reductie doelstelling (2x per jaar)
3.B.2., 4.A.2. Energie- en emissiemanagementsyteem Grijsen, 2013 (jan 2014) 4
5) Correctieve acties In het geval dat blijkt dat de in de CO2-reductie doelstelling omschreven doelstelling in gevaar komt dienen de volgende acties te worden overwogen:
Evaluatie van de CO2-reductie doelstelling, is deze realistisch Heroverwegen kansen tot energie- en dus CO2-reductie zoals opgesteld in het energieaspectenregister Bespreken van relevante aspecten in managementoverleg tussen eerder genoemde verantwoordelijken
3.B.2., 4.A.2. Energie- en emissiemanagementsyteem Grijsen, 2013 (jan 2014) 5