3A Medische zaken (Applicatieversie) Inleiding De tennissport is uitermate geschikt voor ouderen. Het spel kan, als dat nodig is, met een paar aanpassingen (bv. een zachtere bal en een kleinere baan) een stuk eenvoudiger en daardoor leuker worden gemaakt. Bovendien biedt de tennissport de unieke mogelijkheid om zowel enkelspel als dubbelspel te spelen. Dubbelspel vraagt minder van het duurvermogen van de oudere sporters, terwijl de aantrekkelijke tactische en technische aspecten van het tennissen volledig behouden blijven. De groep tennissers in de leeftijd van 50 jaar en ouder groeit. We noemen deze groep tennissers SeniorPlus Tennissers. De informatiebladen SeniorPlus Tennis hebben als doel verenigingsvrijwilligers en tennisleraren op verschillende vlakken te informeren over de doelgroep 50 jaar en ouder. De begrippen ‘oudere tennisser’, 50-plusser, en seniorplus vormen soms beladen begrippen. Leeftijd is slechts een beperkte indicatie; er zijn spelers van 70 die zowel vaardiger als fitter zijn dan andere spelers van 50. Het niveau van beginnende spelers van 60 is onvergelijkbaar met ervaren spelers van 60 jaar. Spelers met ‘gebreken/beperkingen’ (revalidatie na heupoperatie of hartinfarct, minder gezichtsvermogen, etc.) zijn onvergelijkbaar met spelers ‘die niets mankeren’. De door ons gehanteerde leeftijd van ‘50+’ moet dus niet als absoluut worden gezien. In dit informatieblad staat het onderwerp ‘Medische Zaken’ centraal. Verouderingsproces ‘Ouderdom komt met gebreken’. En die gebreken zijn vrijwel onvermijdelijk. Veroudering beperkt zich nu eenmaal niet tot zichtbare uiterlijke veranderingen. Ook uithoudingsvermogen, kracht en lenigheid gaan achteruit. Een omkering van dit proces is – helaas – vrijwel onmogelijk. Wat wel beïnvloed kan worden, is het tempo van de afname. Bijvoorbeeld door te tennissen. Het verouderingsproces gaat vergezeld van een groter wordend risico op allerlei aandoeningen en ziektes, zoals diabetes, atherosclerose (vernauwing van de bloedvaten), hoge bloeddruk, obesitas, een hoog cholesterolgehalte en osteoporose (botontkalking). Bovendien neemt het risico op blessures met het ouder worden toe. Het goede nieuws! Het is een somber perspectief, maar gelukkig is er ook goed nieuws! Het ouderdomsproces zet zich later in dan vroeger het geval was en sowieso is er geen absolute leeftijd te benoemen waarop het verouderingsproces start. Bij de een begint het wat eerder dan bij de ander en bij de een is het wat ‘ernstiger’ dan bij de ander. En wat belangrijk is om te beseffen als het verouderingsproces zijn intrede doet: het sportieve leven houdt niet ineens op! Ouderen – over welke leeftijd we het dan ook hebben- kunnen nog prima sporten en bewegen. Alleen moet er hier en daar misschien een aanpassing plaatsvinden (in intensiteit, in materiaal, in afstand, in duur en in de eisen die de speler aan zichzelf stelt). Sterker nog, sport en bewegen zijn heel belangrijk voor de ouder wordende mens! Want hoewel de gevolgen van veroudering niet volledig omkeerbaar zijn, heeft iemand wel degelijk invloed op het tempo van de verandering. De helft van de lichamelijke achteruitgang kan namelijk worden toegeschreven aan fysieke inactiviteit. Met andere woorden: mensen die bewegen, blijven fitter en gezonder. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor beoefenaren van de – relatief gezonde – tennissport. Sporten reduceert het risico op de genoemde (en andere) ziektes en aandoeningen. Het vertraagt de achteruitgang in duurvermogen, spierkracht, spiermassa en botmassa, waardoor het risico op blessures minder snel toeneemt als men ouder wordt. En wie denkt dat tennissen alleen goed is
voor het lichaam, heeft het mis. Ook de geest vaart wel bij regelmatig tennissen. Psychologische voordelen zijn bijvoorbeeld een beter behoud van cognitieve vaardigheden en verlichting van symptomen van depressiviteit. Kortom, wanneer een oudere speler regelmatig tennist, draagt dat bij aan een gezondere leefstijl en een betere kwaliteit van leven. Anatomische veranderingen Op anatomisch gebied neemt zijn de volgende veranderingen waar te nemen. Bij het ouder worden neemt de lichaamslengte vaak enige centimeters af. De oorzaak is het inzakken van rugwervels door botontkalking, versmalling van de tussenwervelschijf en een toegenomen kromming van de rug. Hoewel het lichaamsgewicht in het algemeen gelijk blijft, neemt het vetpercentage toe. Mannen hebben op jeugdige leeftijd gemiddeld 15% vet, op oudere leeftijd 28%; bij vrouwen stijgt het percentage van 25% naar 39%. De spier- en botmassa neemt af. De elasticiteit van huid, pezen, banden en tussenwervelschijven vermindert. Ouderen zijn hierdoor minder flexibel en gevoeliger voor weke-delen-letsels dan jongeren. Fysiologische veranderingen Op fysiologisch gebied doen zich eveneens veranderingen voor. De maximale zuurstofopname daalt gemiddeld met 30% in de periode van 30 tot 65 jaar. Dit hangt echter zeer van de getraindheid af. Zo kan een goed getrainde oudere beter presteren dan een slecht getrainde jongere. Een goede jongere kan echter tot twee á drie keer zoveel presteren als een slechte oudere. Het totale gewicht van de spieren daalt door een afname van het aantal spiervezels en de grootte daarvan. Er is een selectief verlies aan snelle vezels (vezels die het mogelijk maken korte, intensieve krachtsinspanningen te leveren), waardoor kracht en snelheid eerder verminderen dan het uithoudingsvermogen. Ook de zintuigen gaan geleidelijk minder goed functioneren. Effecten van (tennis)training Door training kan een aantal aspecten van veroudering vertraagd of in sommige gevallen omgekeerd worden. Maximale zuurstofopname Uit een onderzoek bleek dat bij oudere mannen (36-57 jaar) door gedurende vijf jaar twee keer per week te tennissen een verwachte achteruitgang van de gemiddelde maximale zuurstof opname niet alleen te stoppen, maar zelfs om te keren is. In vijf jaar vond een stijging plaats van 2,3 naar 2,8 L/min. Kracht en spiermassa Met het ouder worden moet je ook inleveren aan kracht en spiermassa. Spijtig voor tennissers verlies je met de jaren vooral de zogeheten snelle spiervezels; spiervezels die juist extra belangrijk zijn in de tennissport. De zogeheten langzame spiervezels (die belangrijker zijn voor echte duursporters) hebben minder te lijden onder de veroudering. Door regelmatig te trainen kan het verlies aan snelle vezels gelukkig beperkt worden. Een goede manier om kracht en spiermassa te behouden, is krachttraining. Nu is krachttraining onder tennissers nog niet ingeburgerd. Zeker de meeste oudere tennissers hebben hier geen ervaring mee. Oudere tennissers zouden echter toch moeten overwegen om krachttraining een vast onderdeel van het totale trainingsprogramma te maken, want als de speler zijn kracht behoudt, is hij minder gevoelig voor blessures en kan hij beter presteren op de tennisbaan. Stabiliteit Een afname van stabiliteit wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste veroorzakers van valpartijen door ouderen. Voor een goede stabiliteit moeten spieren optimaal met elkaar samenwerken. Niet verwonderlijk is dus dat het verlies van spierkracht en spiermassa van invloed is op de stabiliteit. Het verlies aan stabiliteit wordt daarnaast ook beïnvloed door een achteruitgang
van het coördinatievermogen, het gezichtsvermogen, het evenwicht (vestibulaire systeem), de propriocepsis (gewrichtsgevoel, gevoel voor standen en standsveranderingen) en de reactietijd. Een deel van deze factoren is goed trainbaar. Dat geldt voor spierkracht, coördinatievermogen, propriocepsis en reactietijd. En dat zijn toevallig allemaal zaken die je uitstekend kunt trainen tijdens het tennissen! Eén uur tennissen per week vermindert daarom al het risico op pols- en heupfracturen omdat ze helpen de stabiliteit te verbeteren en daarmee de kans op valpartijen verkleinen. Meer tennissen geeft natuurlijk betere resultaten. Behalve tennissen kan een speler ook nog andere oefeningen doen voor de verbetering van de stabiliteit. Botmassa De botmassa neemt na het dertigste levensjaar geleidelijk af, vooral bij vrouwen. Op de leeftijd van zeventig jaar heeft een vrouw gemiddeld maar liefst dertig procent van haar botmassa verloren. Het verlies aan botmassa brengt een verhoogd risico op botbreuken met zich mee bij oudere mensen. In medische termen noemt men dit proces osteoporose of botontkalking. Lichaamsbeweging vertraagt het verlies aan botmassa. Zo blijkt uit onderzoek dat tennissers in de slagarm en wervelkolom een betere en hogere botdichtheid hebben dan niet-sporters. Lenigheid Lenigheid is ook voor tennissers een belangrijke grondeigenschap. Een achteruitgang in lenigheid gaat ten koste van de prestaties en vergroot de blessurerisico’s. Reeds vanaf de geboorte moet men voortdurend inboeten aan lenigheid en juist bij ouderen kan deze eigenschap van een ondermaats niveau worden. Gelukkig kan deze ontwikkeling met minimale inspanningen geremd worden. Maak van rekoefeningen bijvoorbeeld een vast onderdeel van het trainingsprogramma. Warming-up Door een warming-up te doen bereid de speler zich zowel fysiek als mentaal voor op de lichamelijke inspanning die hij gaat leveren. De kans op blessures neemt af en de tennisprestaties zullen verbeteren. Opgewarmde spieren leveren betere prestaties dan koude. Het gaat erom dat de spieren warm en soepel worden zodat ze de inspanning tijdens het tennisspel aankunnen. De stofwisselingsprocessen verlopen sneller, waardoor de spieren makkelijker beschikken over de energie die nodig is en er worden minder afvalstoffen gevormd (en dus minder spierpijn). Een speler moet er altijd op letten dat hij zijn warming-up dusdanig intensief doet, dat hij het wel warm krijgt en een beetje gaat zweten, maar niet moe wordt. Met name bij koud weer is het zaak dat de speler goed warm wordt! Een goede warming-up bestaat uit inlopen, dynamische rekoefeningen en inspelen. Gemiddeld duurt een warming-up ongeveer 15 minuten. Tijdens de warming-up wordt warme en gemakkelijk zittende kleding aanbevolen. Voor de rekoefeningen tijdens de warming up geldt: de rekoefeningen worden licht verend uitgevoerd (beweeg rustig, forceer niets; rekken mag geen pijn doen) houd de uiterste stand enkele seconden vast ontspan daarna langzaam en schud je spieren los voer iedere oefening zowel links als rechts uit herhaal alle oefeningen 2-3 keer met korte pauzes Hoe onregelmatiger iemand sport en/of hoe ouder iemand wordt, des te meer risico loopt een speler een blessure op te lopen. Het is van belang dan meer aandacht te besteden aan de warming-up. Als een tennisles/wedstrijd of vrij tennissen in de ochtend geland staat, dan is het belangrijk wat langer de tijd te nemen voor de warming-up. ’s Morgens zijn spelers namelijk minder soepel dan ’s middags of ’s avonds.
Wat gebeurt er tijdens de warming-up? Door de stijging van de lichaamstemperatuur stroomt er meer bloed naar de spieren. Met dat bloed wordt zuurstof aangevoerd, dat de spier gebruikt voor het energieverbrandingsproces. Tevens gaat de stofwisseling sneller verlopen, zodat de spieren gemakkelijker kunnen beschikken over de benodigde brandstoffen. Tot slot zorgt de doorbloeding ervoor dat spieren soepeler en elastischer worden. Niet alleen de spieren worden tijdens de warming-up echter op de inspanning voorbereid. Het hele lichaam profiteert. Zo schudt een speler bijvoorbeeld tijdens de warming-up ook het zenuwstelsel min of meer wakker. De gevoeligheid van de zenuwreceptoren – die de prikkels van buiten het lichaam ontvangen – neemt toe en de zenuwbanen kunnen de prikkels gemakkelijker geleiden. Daardoor kunnen de spieren sneller reageren. Handig, want zo haalt de speler mogelijk net die ene bal die hij anders had gemist. De verhoogde gevoeligheid is ook van toepassing op de gewrichten. De propriocepcis (gewrichtsgevoel) neemt toe en dat verkleint bijvoorbeeld het risico op enkelverzwikkingen. Tot slot biedt een goede warming-up ook mentale voordelen voor spelers die een wedstrijd moeten spelen. Het inlopen en inspelen zijn een uitstekende gelegenheid voor de speler om zich te concentreren op de wedstrijd en zenuwen de baas te worden. Alle reden dus om voor het tennissen even de tijd te nemen voor de opwarming! Cooling-down Door een cooling-down na een training of wedstrijd kan een tennisser zijn lichaam geleidelijk weer terugbrengen in de ‘ruststand’. Terwijl de warming-up belangrijk is voor de fysieke en mentale voorbereiding op de te leveren sportprestaties, dient de cooling-down voor de fysieke en mentale voorbereiding op het ‘normale dagelijkse leven’. Wat gebeurt er tijdens een cooling-down? Tijdens de cooling-down wordt de hartslag geleidelijk omlaag gebracht tot een normale rustslag. Hierdoor wordt de kans op ritmestoornissen en flauwtes kleiner en herstelt tijdens de cooling-down de bloedcirculatie zich geleidelijk weer tot een ‘normale’ rustsituatie. Tijdens het sporten gaat er relatief veel bloed naar de spieren om die van zuurstof en voedingsstoffen te voorzien en afvalstoffen af te voeren. In rust gaat er minder bloed naar de spieren en meer naar andere lichaamsdelen. Een plotselinge overgang van intensieve lichamelijke activiteit naar stilstand kan leiden tot duizeligheid of flauwvallen, doordat de bloedcirculatie geen tijd krijgt om zich aan te passen en zich te veel bloed in de benen ophoopt. Tijdens het sporten zorgen de actieve beenspieren ervoor dat het bloed in de benen continu teruggepompt wordt naar het hoofd en het hart. Bij stilstand echter stopt deze ‘spierpomp’ en dat kan ertoe leiden dat de bloeddruk daalt, het bloed zich in de wijd openstaande vaten in de benen verzamelt en het hoofd en hart (tijdelijk) van onvoldoende bloed worden voorzien. Een ander effect van een actief herstel middels een cooling-down is dat hierdoor de afvoer van de afvalstof melkzuur wordt bevorderd. Het melkzuur dat zich tijdens de inspanning in spieren en bloed ophoopt (als bijproduct van de anaerobe energieleverantie), verdwijnt met een cooling-down sneller dan zonder. Melkzuur kan een (tijdelijk) zwaar gevoel in de benen geven. Melkzuur is niet de belangrijkste oorzaak van spierpijn. De spierpijn die meestal zo’n 24 tot 48 uur na de inspanning optreedt, is het gevolg van microrupturen (kleine scheurtjes) die door het sporten in spiervezels ontstaan. Deze rupturen kunnen gepaard gaan met lichte ontstekingsreacties en vochtophopingen en dat lijkt de pijn te veroorzaken. Een cooling-down kan deze vorm van spierpijn helaas niet voorkomen. Veel voorkomende aandoeningen Hoewel er natuurlijk veel klachten, aandoeningen en problemen te benoemen zijn, behandelen we hier de meest voorkomende aandoeningen onder SeniorPlus tennissers. Schouder- en knieklachten
Knie- en schouderklachten komen bij ouderen vaker voor dan bij jongeren. Rond eenderde van de vijftigplussers heeft chronische knieklachten en de prevalentie van schouderklachten in de Nederlandse bevolking is ca. 30%, met een piek tussen de 50 en 60 jaar. Dit betekent dat hier tijdens de tennistraining rekening mee moet worden gehouden. Voor iemand met knieklachten kan de training aangepast worden door kniebelastende activiteiten te beperken. Dit betekent minder ver laten lopen, minder explosief laten afzetten, minder diepe kniebuigingen laten maken (bijv. bij serveren en bij lage volleys). Schouderklachten treden het meest op bij bovenhandse activiteiten zoals de service en de smash. De training kan hierop aangepast worden door de speler minder te laten serveren, of hem te helpen bij het aanpassen van zijn service beweging, of door punten te laten spelen waarbij de service onderhands in het spel gebracht wordt Hart- en vaatziekten Een van de belangrijkste zorgen van oudere sporters is dat de bloedvoorziening van het hart tijdens lichamelijke inspanning in gevaar komt met een hartaanval of plotselinge hartdood tot gevolg. Het is inderdaad zo dat oudere mensen een groter risico lopen op cardiovasculaire aandoeningen. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat het risico op een hartaanval of plotselinge hartdood tijdens en onmiddellijk na de inspanning groter is dan in rust. We weten echter ook dat regelmatige lichaamsbeweging het risico op plotselinge hartdood op de langere termijn juist verkleint. Niet voor niets wordt oudere tennissers dan ook aangeraden om tot op hoge leeftijd lekker te blijven tennissen. Hierbij geldt wel dat mogelijke hartklachten serieus genomen moeten worden. Heeft een speler last van pijn op de borst, flauwvallen of extreme vermoeidheid, dan moet een arts geraadpleegd worden. Knie- en heupprotheses Wanneer een gewricht is beschadigd of versleten, kan het vervangen worden door een kunstgewricht (van metaal en/of plastic of keramiek). Er zijn veel gewrichten waarvoor deze operatie kan worden uitgevoerd, maar de gewrichten die het meest vervangen worden zijn de heup en de knie. De resultaten van de operatie zijn over het algemeen uitstekend. De pijn aan het gewricht vermindert aanzienlijk en de patiënt kan het nieuwe gewricht vaak prima bewegen. Kun je na de vervanging van een gewricht weer tennissen? Aan het antwoord op deze vraag zitten twee kanten. Enerzijds is het zo dat patiënten het beste ook na hun operatie actief kunnen blijven vanwege het positieve effect op de algemene gezondheid en ter handhaving van de kwaliteit van hun botten en spieren. Wanneer je de kwaliteit van de botten op peil weet te houden, heeft dat een positief effect op de fixatie van de prothese en het verkleint de kans dat de prothese voortijdig loslaat. Anderzijds echter zijn overbelasting en slijtage van de prothese de belangrijkste oorzaken van het loslaten of haperen van de prothese. Om langdurig plezier te hebben van je nieuwe prothese moet een speler dan ook proberen om slijtage tot een minimum te beperken. Wanneer iemand zijn nieuwe kunstgewricht veelvuldig en zwaar belast, zal het meer en eerder slijten en dat verkort zijn levensduur. Normaal gesproken gaat een kunstgewricht circa vijftien tot twintig jaar mee. Slijtage kan de levensduur met jaren verkorten. Het advies aan tennissers is dan ook om na een vervanging van de heup liever geen intensief enkelspel meer te spelen, maar om zich voornamelijk te beperken tot dubbelspel. Heeft een speler een totale knievervanging ondergaan, dan mag iemand alleen tennissen als hij voor de operatie ook al aan tennis deed – en dan alleen het dubbelspel. Tot slot nog dit. Mocht een speler bang zijn dat hij na de operatie niet meer zo goed kan tennissen, dan kan hij gerust wezen. Die angst is onterecht. Gewrichtsvervangingen hebben over het algemeen een positief effect op de tennisprestaties. Uit verscheidene onderzoeken is gebleken dat de meeste tennissers na hun operatie op een hoger niveau konden spelen dan daarvoor, omdat zij zich weer beter en zonder pijn over de baan kunnen bewegen..
Hitteaandoeningen Oudere tennissers lopen een groter risico op problemen in de hitte dan jongere tennissers. Het lichaam regelt de warmte-afvoer op twee manieren: - Meer zweten, waarbij het zweet op de huid voor verkoeling zorgt als het verdampt. - Een sterkere doorbloeding van de huid, doordat de bloedvaten wijder worden en het hart meer bloed kan rondpompen, wat vervolgens meerw armte aan de huid kan afgeven. Hierdoor moet het hart bij heet weer harder werken. Bij ouderen werkt de temperatuurregulatie vaak wat minder. Hart en longen werken bij sommige ouderen wat minder krachtig, vooral bij mensen met hartproblemen. Bepaalde medicijnen kunnen een goede temperatuurregulatie tegengaan. Doordat ook hun dorstgevoel minder aanwezig is, kunnen oudere tennissers gemakkelijker last krijgen van een vochttekort en hitteaandoeningen. De richtlijnen voor tennissen in de hitte zijn voor SeniorPlus tennissers daarom extra belangrijk! Een aantal praktische tips om te voorkomen dat iemand door de hitte bevangen wordt: tijdens hete dagen bij voorkeur ‘s ochtends vroeg, aan het einde van de middag of ‘s avonds tennissen luchtige kleding dragen en een witte pet of hoed om het hoofd te beschermen bij langdurig, meerdere dagen achter elkaar tennissen in de hitte wat extra zout in het eten gebruiken (geen zouttabletten) voldoende drinken tijdens de wissels in een wedstrijd het lichaam koelen (schaduw op zoeken, ventilatie, koud water, ijs) Belastbaarheid De belastbaarheid van de oudere sporter ligt lager dan die van de jongere sporter. Het is daarom raadzaam om bij het werken met oudere tennissers de volgende adviezen in acht te nemen: Door een verlies aan flexibiliteit en een mindere circulatie dienen ouderen meer aandacht te besteden aan de geleidelijke warming up en stretching. Rustig inspelen en het trainingspak langer aanhouden is hierbij de boodschap. Pijn heeft bij ouderen dezelfde signaalfunctie als bij jongeren. Niet negeren dus! Door de afname van de maximale zuurstofopname en de maximale hartslag ligt de optimale trainingsintensiteit van een oudere lager. in plaats van op kracht en snelheid in het spel zal meer op tactiek moeten worden gespeeld. Dubbels nemen een belangrijkere plaats in dan singles. Krachttraining moet echter wel aan bod komen in de trainingen van SeniorPlus tennissers, maar dan om de kracht in zijn totaliteit te behouden. Het is raadzaam de oudere sporter te attenderen op de mogelijkheid van een sportkeuring bij een sportarts op een sportmedische instelling. Zie voor nadere informatie www.sportzorg.nl. Tijdens zo'n keuring wordt gekeken naar het functioneren van de verschillende functies bij inspanning. De kans op struikelen en vallen is bij ouderen wat groter dan bij jongeren. Raap de ballen uit het speelveld, laat losliggende lijnen repareren en zorg dat het sleepnet aan de kant is opgeborgen, zodat onnodige ongelukken zoveel mogelijk vorkomen worden. Sportkeuring De medische commissie van de ITF (Internationale Tennis Federatie) adviseert veteranentennissers (35 jaar en ouder en dus zeker de 50plussers) jaarlijks een medisch onderzoek te ondergaan. De commissie benadrukt het belang van een zorgvuldig medisch onderzoek, inclusief een bloedonderzoek, ECG en een inspanningstest voor diegenen die langere tijd (sportief) inactief zijn geweest of lichamelijke klachten hebben. Een dergelijke keuring kan worden uitgevoerd door een SMI (Sport Medische Instelling). Raadpleeg uw huisarts of kijk op www.sportzorg.nl. Hier vindt u ook een keuringswijzer, die u helpt de voor u meest geschikte sportkeuring te kiezen (http://www.sportzorg.nl/onderzoek-en-keuring/testuzelf/keuringswijzer.html).
Voeding De basisregels voor een gezonde voeding zijn voor ouderen hetzelfde als die voor jongeren, namelijk gevarieerd eten, niet te veel eten, minder verzadigd vet en veel groente, fruit en brood eten en veilig eten (ouderen zijn iets kwetsbaarder voor voedselvergiftiging). Gezonde voeding is de basis voor een gezonde levensstijl. Het levert de voedingsstoffen die nodig zijn om het lichaam in een goede conditie te houden en speelt een grote rol bij het verouderingsproces. Tevens verkleint het de kans op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten en diabetes en kan een goede voeding helpen om deze aandoeningen onder controle te houden. Het gaat te ver om al deze aspecten van een goede voeding in detail hier te behandelen. Meer informatie kunt u vinden op de website van het voedingscentrum, zie www.voedingscentrum.nl en op de website van de knltb, zie www.knltb.nl. Waaraan voldoet goed materiaal? tennisschoenen met voldoende steun schoenen passend bij de baan (bijvoorbeeld schoenen met gladde zool bij tennissen op tapijt) kleding bij voorkeur van ademend materiaal en een goed beschermend trainingspak een niet te zwaar tennisracket tennisballen die passen bij het niveau van de speler en de baan waarop wordt gespeeld (er zijn tegenwoordig rode, oranje, groene en gele tennisballen verkrijgbaar behorend bij de rode, oranje of volledige baan) Calamiteiten Neem in ieder geval maatregelen, zodat in geval van calamiteiten, adequaat kan worden opgetreden. Denk bijvoorbeeld aan: telefoonnummer van de hulpdiensten onder bereik een mobiele telefoon op de baan beheersing van EHBO, o.a. reanimatie een complete EHBO-doos een AED (Automatische Externe Defibrillator) apparaat Een rampenplan is een groot woord, maar een beschrijving van hoe te handelen bij calamiteiten (duidelijk en voor iedereen bereikbaar, met telefoonnummers en adressen) helpt in geval van nood.