Management Services
5/3.5 Appliances maken met SuSE Studio In omgevingen waar virtualisatie op grote schaal is ingevoerd, kunt u op een geheel nieuwe wijze werken met toepassingen. Waar het in het verleden nog nodig was om voor verschillende toepassingen elk een eigen server in te richten, kunt u in moderne omgevingen appliances maken. Tot voor kort stond het begrip appliance gelijk aan een zwarte doos waarin zekere functionaliteit ‘ingebakken’ was. U hangt de appliance in het rack in uw serverruimte, start de zwarte doos op en er is weer een functie toegevoegd aan uw netwerk. Het werken met appliances op zich biedt al een grote vooruitgang ten opzichte van de oude methode waar u voor alles een server installeerde en vervolgens de service die u nodig had op maat ging configureren voor uw omgeving. Het nadeel echter van het werken met deze hardware-appliances is dat u wel steeds meer ruimte nodig hebt in het datacentrum, met alle nadelige gevolgen van dien. Denk bijvoorbeeld aan stroomvoorziening, koeling, de kans op hardwarestoringen en wat al niet meer.
Virtuele appliances
De laatste trend is om appliances virtueel aan te bieden. In principe komt het er hierbij op neer dat iemand u een virtuele machine aanbiedt waarop bepaalde functionaliteit al kant-en-klaar is ingebouwd. Dit is een aanpak die bijvoorbeeld in cursusomgevingen al veel gebruikt wordt. Door te werken met virtuele machines die klaarstaan, kan de cursist direct instappen in een bepaald scenario. Het nadeel van een kant-en-klare virtuele machine echter is dat daar ook allerhande services op draaien die u helemaal niet nodig hebt en dat brengt weer de nodige risico’s op het gebied van beveiliging met zich mee. Dit probleem lost u op door te werken met virtuele appliances. U kunt een virtuele appliance beschouwen als een minimale installatie van een
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-1
ZENworks for Servers
besturingssysteem met daarin alleen die functie die u ook echt nodig hebt. Het voordeel dat u bereikt door een appliance juist zo minimaal mogelijk uit te voeren, is efficiëntie. Aan de ene kant maakt dit de claim op resources die door de appliance gedaan wordt zo licht mogelijk, aan de andere kant worden de risico’s dat u problemen krijgt op het gebied van beveiliging, tot een minimum beperkt. 5/3.5.1 SuSE Studio Novell biedt een oplossing om uw eigen appliances te bouwen in de vorm van SuSE Studio. Deze oplossing is beschikbaar als een webservice op http://SuSEstudio.com en als serveroplossing die u in uw eigen omgeving kunt draaien. De eenvoudigste manier om uw eigen appliances aan te bieden is door eerst eens te spelen met de webservices. Wanneer u daar handig mee bent geworden en van plan bent zelf op grote schaal appliances te gaan bouwen, kunt u altijd nog overwegen om SuSE Studio Onsite aan te schaffen.
Figuur 5/3.5-1 SuSE Studio is onder andere als webservice beschikbaar.
5/3.5-2
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Om met de webversie van SuSE Studio aan het werk te kunnen hebt u een account nodig. Helaas doet zich hier een klein probleem voor: heel veel mensen willen aan het werk met SuSE Studio en de capaciteit is beschikbaar. Dat betekent dat u een speciaal SuSE Studio-account moet aanvragen en dat u zult moeten wachten totdat u aan de beurt bent.
Figuur 5/3.5-2 Voordat u met de webservice aan het werk kunt, moet u een account aanvragen en wachten totdat er plaats is.
Nu vindt niemand het natuurlijk leuk om te wachten. Om het proces enigszins te bespoedigen geeft Novell voorrang aan mensen die de korte enquête invullen. Geef aan waarvoor u SuSE Studio wilt gebruiken en Novell plaatst u met voorrang in de rij met wachtenden. Nu is het natuurlijk de vraag wat precies het effect daarvan is als iedereen die enquête invult, maar u kunt het toch maar beter doen om ervoor te zorgen dat u niet helemaal achteraan in de rij komt te staan.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-3
ZENworks for Servers
Figuur 5/3.5-3 Novell belooft uw aanvraag met voorrang te behandelen als u aangeeft waarvoor u SuSE Studio gaat gebruiken.
Figuur 5/3.5-4 Doorgaans duurt het niet lang voordat u uw uitnodiging ontvangt.
5/3.5-4
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
In ons geval duurde het niet lang voordat we een uitnodiging ontvingen van Novell, ongeveer twee hele minuten. U krijgt een e-mail met daarin een link. Nadat u deze link ontvangen hebt, kunt u inloggen met een van de vier identificatieservices die geboden worden. Hebt u al een Novellaccount, dan is dat een mogelijkheid, maar u kunt ook authenticeren met een andere vorm van Open-ID, zoals Yahoo. Vervolgens voert u uw gebruikersnaam en e-mailadres in, geeft aan dat u akkoord gaat met de voorwaarden uit de licentiebepaling en u kunt al bijna aan het werk. Nadat u bent aangemeld, wordt u direct doorgestuurd naar de pagina waarin u kunt beginnen met het aanmaken van uw appliance. De procedure is niet moeilijk. Om te beginnen geeft u aan op basis van welke versie van SuSE u de appliance wilt maken. U kiest hier tussen OpenSuSE, SuSE Linux Enterprise Server en SuSE Linux Enterprise Desktop. Het kan zijn dat de interface een klein beetje achterloopt op de laatste versie van de software, maar meestal wordt dat redelijk snel ook rechtgetrokken. Nadat u de SuSE-versie gekozen hebt waarmee u wilt gaan werken, geeft u aan welke template u wilt gebruiken. De standaardtemplate is JeOS, een afkorting die staat voor Just Enough Operating System. U raadt het al, dit is de template die u nodig hebt voor een echt minimale installatie. Daarnaast kunt u kiezen voor minimale installaties met een grafische interface, een minimale machine die wel specifiek als server is ingericht of een minimale grafische desktop. Alles is dus in elk geval minimalistisch uitgevoerd.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-5
ZENworks for Servers
Figuur 5/3.5-5 Kies uw besturingssysteem en template en u bent klaar om verder te gaan.
Nadat u hebt aangegeven wat u precies wilt maken, klikt u onder in beeld op Create Appliance. Dit brengt u naar een venster dat uit een vijftal tabs bestaat waarop u aangeeft wat u precies wilt doen.
Figuur 5/3.5-6 Door de vijf tabbladen te doorlopen geeft u de appliance vorm.
5/3.5-6
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
In het eerste venster geeft u de appliance een naam. In dit geval is dat Sander’s Server, wat prima is voor een eerste test. Uiteindelijk wilt u waarschijnlijk een naam gebruiken die iets beter beschrijft waarvoor de appliance precies gebruikt wordt. Houd overigens ook het kader links in beeld in de gaten, want hier ziet u uit hoeveel packages uw appliance op dit moment bestaat en hoeveel schijfruimte dat dan wel moet kosten. Klik vervolgens op het tabblad Software om aan te geven welke programmatuur er precies in de appliance voor moet komen.
Figuur 5/3.5-7 Op het tabblad Software selecteert u de programma’s die u wilt gebruiken.
Als eerste moet u op het tabblad Software bepalen met welke repositories u wilt werken. Hebt u gekozen voor een bepaalde SuSE-variant, zoals OpenSuSE, dan worden de repositories daarvan automatisch al toegevoegd. Als u echter software wilt installeren die niet standaard in OpenSuSE zit, dan moet u de installatiebron (repository) voor die software toevoegen.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-7
ZENworks for Servers
Op basis van de beschikbare repositories kunt u verder naar beneden op het tabblad Software uw keuze voor software specificeren. Onder Selected software ziet u de categorieën software die nu geselecteerd zijn, bij Quick Add kunt u een filter toevoegen om snel meerdere packages aan de selectie toe te voegen. Een andere manier om software toe te voegen is door middel van de categorieën die onder in beeld staan. Kies hier een categorie (bijvoorbeeld Server) en u krijgt een lijst te zien met alle RPM-packages die in die categorie thuishoren. Ook handig: omdat SuSE Studio een webservice is, ziet u ook welke packages het populairst zijn. De filtering staat standaard ook op populariteit. U kunt ook op andere criteria selecteren. Klik bijvoorbeeld op Name om packages te sorteren op naam, zodat u eenvoudiger de software terugvindt op alfabetische volgorde.
Figuur 5/3.5-8 Klik een categorie aan om een lijst te tonen met alle softwarepackages die in die categorie thuishoren.
5/3.5-8
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Figuur 5/3.5-9 Nadat u de softwarepackages hebt geselecteerd, kunt u de rest van de configuratie specificeren.
Nadat u de softwarepackages geselecteerd hebt, wordt het tijd om de rest van de configuratie te specificeren. Dit doet u op het tabblad Configuration. Houd in de gaten dat u bovenaan op dit tabblad verschillende knoppen vindt. Het begint allemaal onder de categorie General, waar u instellingen bepaalt zoals de locatie waar de appliance gebruikt wordt en de standaardtaal. Een andere belangrijke functie die u hier vindt, is de configuratie van het netwerk. Standaard zal de appliance proberen de netwerkconfiguratie op te halen door middel van DHCP, maar u kunt er ook voor kiezen dat de appliance tijdens het opstarten de gebruiker vraagt welke netwerkconfiguratie er gebruikt moet worden. Goed om te weten: de firewall staat standaard aan, maar veelgebruikte poorten zoals SSH en HTTP staan wel standaard open. Als laatste categorie-instellingen op het tabblad General, kunt u gebruikersaccounts aanmaken.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-9
ZENworks for Servers
Figuur 5/3.5-10 Ook gebruikersaccounts maakt u allemaal van tevoren aan.
Als tweede knop op het tabblad Configuration vindt u de optie Personalize. Hier bepaalt u het uiterlijk van de appliance. Dit is natuurlijk niet echt belangrijk als u een minimale serverappliance aanmaakt, maar als u een grafische desktop beschikbaar wilt stellen, regelt u hier bijvoorbeeld dat het bedrijfslogo op de achtergrond getoond wordt. Zelfs voor servers kan het toch de moeite waard zijn, omdat tijdens het opstarten van de serverappliance standaard een groen scherm als achtergrond gebruikt wordt. Wellicht wilt u dit groene scherm vervangen door een productafbeelding of wat informatie over uw bedrijf. Dit kan zeker de moeite waard zijn als u de appliance commercieel beschikbaar wilt stellen. Gebruik om uw eigen afbeeldingen te gebruiken de knop Upload New Logo en Upload New Background.
5/3.5-10
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Figuur 5/3.5-11 Door uw eigen logo en achtergrond te uploaden bepaalt u het uiterlijk van uw appliance.
Figuur 5/3.5-12 Als u een eigen licentieovereenkomst wilt tonen, regelt u dit onder de knop Startup.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-11
ZENworks for Servers
Onder de knop Startup treft u twee opties. U bepaalt hier in welk runlevel de appliance opkomt. Typisch selecteert u hier runlevel 3 voor omgevingen waar u geen grafische interface nodig hebt, of runlevel 5 als u wel grafisch wilt kunnen werken in de appliance. Daarnaast kunt u uw eigen licentiebepalingen uploaden zodat gebruikers van de appliance zien wat ze er wel en niet mee mogen doen. Deze licentiebepalingen worden overigens alleen de eerste keer getoond dat de appliance geactiveerd wordt. Vervolgens vindt u onder de knop Servers een optie waarmee u de configuratie kunt aanpassen van de services die u geselecteerd hebt. U treft hier standaardopties om de Postgres-database en MySQL te configureren. Wilt u andere services verder configureren, dan doet u dat niet hier.
Figuur 5/3.5-13 Vanuit de optie Servers kunt u alleen maar databases configureren.
Als u een appliance maakt die een desktopomgeving moet aanbieden aan een gebruiker, zijn de opties op het tabblad Desktop ook de moeite waard. Hier vindt u mogelijkheden 5/3.5-12
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
om een gebruiker automatisch te laten inloggen en om programma’s automatisch op te starten nadat de gebruiker zich heeft aangemeld.
Figuur 5/3.5-14 Onder de optie Desktop kunt u applicaties configureren voor automatisch opstarten.
Op het tabblad Appliance geeft u de technische aspecten van de appliance verder vorm. Hier specificeert u hoeveel werkgeheugen u wilt toewijzen aan de virtuele machine en hoe groot de virtuele harddisk moet zijn. Ook kunt u hier geavanceerde features opgeven. Zo regelt u hier bijvoorbeeld of u gebruik wilt maken van de Logical Volume Manager (LVM) of dat u in een 32-bits kernel gebruik wilt maken van de Physical Address Extension (PAE) om meer dan 4 GB RAM te adresseren.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-13
ZENworks for Servers
Figuur 5/3.5-15 Onder Appliance regelt u de hardware-eigenschappen van de appliance.
Figuur 5/3.5-16 Door een script uit te voeren na het opstarten van de appliance zorgt u ervoor dat alle mogelijke taken worden uitgevoerd.
5/3.5-14
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Als laatste op het tabblad Configuration vindt u de optie om scripts uit te voeren. Hier voert u scripts in die u automatisch wilt uitvoeren nadat de appliance gestart is. Met deze scripts kunt u er bijvoorbeeld voor zorgen dat de volledige omgeving waarvan de appliance gebruik moet maken, op maat gemaakt is. Tot slot is er het belangrijke tabblad Files. Hier regelt u dat configuratiebestanden aangepast worden. Dit is belangrijk, omdat u er zo voor zorgt dat bijvoorbeeld uw webserver uitgerust wordt met de configuratie die u met de appliance wilt aanbieden. U kunt hier kant-en-klare configuratiebestanden uploaden vanuit uw huidige desktopomgeving of vanaf een URL waar deze bestanden voor u klaar staan.
Figuur 5/3.5-17 Met de opties op het tabblad Files zorgt u ervoor dat configuratiebestanden volledig naar wens worden aangepast.
Nadat u de appliance inhoudelijk hebt vormgegeven, rest u nog om hem te bouwen. Dat kan in verschillende formaten. De standaardselectie maakt een imagebestand aan dat Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-15
ZENworks for Servers
u op een USB-key kunt zetten, maar u kunt de appliance ook exporteren naar ISO of virtueel formaat om hem te gebruiken binnen VMware- of Xen-omgevingen. Bij het uitvoeren van de build hebt u overigens de mogelijkheid om te exporteren naar meerdere formaten tegelijkertijd. Dat betekent dat u de appliance op een ISO kunt zetten, maar tegelijkertijd ook kunt exporteren naar een imagebestand of VMware virtuele machine.
Figuur 5/3.5-18 Bij het uitvoeren van de build bepaalt u hoe de appliance wordt aangemaakt.
Het uitvoeren van de build zal overigens een tijdje duren. U kunt dit vergelijken met het starten van een installatie van SuSE, daar duurt het ook even voordat alle configuratiebestanden naar de harde schijf van uw computer gekopieerd zijn. Wanneer de appliance klaar is, wordt deze in het overzicht van builds geplaatst. U kunt nu twee dingen doen: een testdrive uitvoeren of de appliance downloaden. Vaak blijkt dat er nog wel wat bijgeschaafd kan worden aan de appliance. Daarom is het aan te raden om eerst eens
5/3.5-16
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
een testdrive uit te voeren, zodat u de appliance kunt aanpassen als dat nodig blijkt.
Figuur 5/3.5-19 Voordat u de appliance gaat downloaden, is het raadzaam eerst een testdrive uit te voeren.
Tijdens de testdrive wordt de appliance op de SuSE Studioserver gestart. U maakt vanaf uw eigen computer een remote verbinding naar de SuSE-server. Het kan dus zijn dat de performance niet helemaal optimaal is en het even duurt voordat u verbonden bent. Eenmaal verbonden, kunt u de on-screen toetsencombinatieknoppen gebruiken om te verbinden met de appliance. Om de testdrive uit te voeren hebt u Flash nodig. Verzeker u er dus van dat uw browser Flash-ondersteuning biedt. Is dat niet het geval, installeer dan de Flash-plug-in voor uw browser. Als u dan klaar bent met testen op basis van de testdrive, kunt u de appliance downloaden. Houd er rekening mee dat de appliance 24 uur beschikbaar blijft op de SuSE Studio-server. Als u hem binnen die tijd niet gedownload hebt, moet u opnieuw een build uitvoeren om de appliance aan te maNovell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-17
ZENworks for Servers
ken. Hierbij wordt overigens de configuratie van de appliance gewoon bewaard.
Figuur 5/3.5-20 Om een testdrive te kunnen uitvoeren hebt u een Flash-plug-in nodig in uw browser.
5/3.5.2 SuSE Studio Onsite Bent u bedrijfsmatig geïnteresseerd in SuSE Studio, dan hebt u waarschijnlijk meer aan SuSE Studio Onsite. Dit betekent dat u uw eigen SuSE Studio-server installeert. Dit is overigens iets waarvan Novell wel aanraadt om het op een fysieke computer te doen en niet virtueel! In de volgende procedure beschrijven we hoe u SuSE Studio Onsite zelf kunt installeren. We gaan er hierbij van uit dat u de beschikking hebt over de SuSE Studio Onsite-installatie-cd en ook over de bijbehorende installatiecode. 1. Leg de installatie-cd in het optische schijfstation van de server die u wilt gebruiken voor SuSE Studio. U ziet nu het opstartmenu van de SuSE Studio Onsite-disk. Kies hier de optie Install/Restore SuSE Studio Onsite en druk op Enter om verder te gaan (of wacht totdat de 5/3.5-18
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
timer afloopt en deze optie automatisch geselecteerd wordt).
Figuur 5/3.5-21 Het opstartmenu van SuSE Studio Onsite.
2. Nadat uw hardware gedetecteerd is, meldt het installatieprogramma dat het alle gegevens van uw harde schijf zal wissen. Selecteer hier de optie Yes om verder te gaan (nadat u zich ervan verzekerd hebt dat dit inderdaad is wat u wilt doen). Op dit moment wordt het installatiebestand dat op de optische schijf staat uitgepakt. Dit duurt een paar minuten 3. Nadat het installatiebestand gekopieerd is vanaf het optische schijfstation, start u de computer opnieuw op om de rest van de installatie uit te voeren. SuSE Studio wordt nu uitgepakt op uw computer en ook dit duurt weer een paar minuten. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-19
ZENworks for Servers
4. Als SuSE Studio Onsite voor u geprepareerd en uitgepakt is, ziet u het blauwe menugestuurde scherm met de licentieovereenkomst. Kies hier de optie Yes, I Agree to the License Agreement en gebruik vervolgens de Tab-toets om naar de optie Next te manoeuvreren. (U kunt ook de toetsencombinatie Alt+N gebruiken om deze knop te selecteren.) 5. Net als andere Novell-oplossingen die op SuSE gebaseerd zijn, wilt u waarschijnlijk SuSE Studio Onsite ook voorzien van updates. Om dit te doen kiest u in het volgende venster de optie Configure Now om contact te maken met het Novell Customer Center. Uw server gaat nu contact maken met het Novell Customer Center. Dit kan een tijdje duren. 6. Als met succes contact gemaakt is met de Novell-registratieserver, krijgt u hiervan een melding. Zorg er nu voor dat u het e-mailadres bij de hand hebt dat gebruikt is om te registreren. Daarnaast hebt u uw registratiecode nodig. Als u ervan verzekerd bent over deze gegevens te beschikken, selecteert u de optie Continue en drukt u op Enter om verder te gaan met het afconfigureren van SuSE Studio. Mocht u niet overweg kunnen met de vrij lastige text-based browser, dan kunt u ook later nog de YaST-registratiemodule gebruiken om SuSE Studio te registreren. Ook is het mogelijk om het product vanuit een browser op het Novell Customer Center te activeren. Mocht het tijdens de deployment niet gelukt zijn SuSE Studio Onsite te registreren, dan kunt u dit nu doen. Ga hiervoor naar de Novell-website, selecteer Support en vervolgens Customer Center en kies dan de optie My Products, Active Product. Dit brengt u naar de webpagina die u in figuur 5/3.5-22 ziet. Voer hier uw activeringscode in en klik op Activate om het product te activeren. 5/3.5-20
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Figuur 5/3.5-22 U kunt SuSE Studio Onsite ook later via de browser activeren.
Figuur 5/3.5-23 Als eerste stap op uw SuSE Studio Onsite-server moet u een beheerdersaccount aanmaken.
Op dit moment kunt u SuSE Studio Onsite verder afconfigureren. Dit doet u door er vanuit uw browser een verbinding Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-21
ZENworks for Servers
mee te maken. Om dit te doen moet u eerst weten welk IP-adres de SuSE Studio-server gebruikt. Om dit te achterhalen logt u in op de SuSE Studio-server. Dit doet u als root, met het standaardwachtwoord novell. Typ vervolgens het commando ifconfig om te achterhalen welk IP-adres aan uw eth0-netwerkkaart gekoppeld is. Vervolgens start u een browser en voert u op de adresbalk dit adres in. U ziet nu een venster waarin u een beheerdersaccount kunt aanmaken. Geef deze beheerder de naam die u wilt gebruiken, koppel er een wachtwoord en uw e-mailadres aan en ga dan verder. In de volgende stap moet u verwijzen naar een repositoryserver. Dit is een server waarop de installatiebestanden beschikbaar zijn voor de SuSE-versies die u met SuSE Studio wilt aanbieden. Als u SuSE Linux Enterprise Server of Desktop wilt aanbieden, moet u uw eigen repositoryserver in het leven roepen. Als u alle appliances wilt bouwen op
Figuur 5/3.5-24 Om eenvoudig om te gaan met repositories doet u er goed aan van de OpenSuSE-repositories gebruik te maken.
5/3.5-22
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
basis van OpenSuSE, selecteert u alleen OpenSuSE uit de lijst. Alle OpenSuSE-repositories worden namelijk van internet gehaald. Met de aanduiding welke repositories u wilt gebruiken, bent u klaar. U kunt nu beginnen met het aanmaken van appliances op uw eigen SuSE Studio Onsite-server. Open een nieuw browservenster en activeer een HTTP-sessie naar uw SuSE Studio Onsite-server. Als u niet de vertrouwde interface ziet waarmee u appliances kunt bouwen, klik dan op Home. U ziet nu de interface waarmee u kunt aangeven wat u precies voor appliance wilt aanmaken. In het begin van deze paragraaf hebt u gelezen hoe dit moet.
Figuur 5/3.5-25 De SuSE Studio Onsite-server is klaar voor gebruik.
5/3.5.3 Meer beheeropties Werken met SuSE Studio is eenvoudig en dat geldt ook voor uw eigen SuSE Studio Onsite-server. Tot slot willen we u kennis laten maken met een paar andere beheeropties die u in de administratieve interface vindt. Om te beginnen is Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-23
ZENworks for Servers
er het dashboard. Hier vindt u een overzicht van wat er in de afgelopen periode allemaal gebeurd is op uw server.
Figuur 5/3.5-26 In het dashboard vindt u een overzicht van de activiteiten op uw server in de afgelopen periode.
Naast het dashboard is er de diary. Hierin treft u een overzicht van alle events die de afgelopen periode zijn voorgekomen.
Figuur 5/3.5-27 In de diary vindt u een overzicht van alle events die de afgelopen periode zijn voorgekomen.
5/3.5-24
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Tot slot vindt u onder Advanced alle geavanceerde opties. Vanuit deze interface hebt u onder andere toegang tot alle opties die in het SuSE Studio-menu getoond worden en kunt u nieuwe gebruikers toestemming verlenen aan het werk te gaan in SuSE Studio. Vooral onder de optie Users treft u mogelijkheden die voor u als beheerder de moeite waard zijn.
Figuur 5/3.5-28 Onder de optie Users vindt u alle mogelijkheden om gebruikers te beheren.
Om te beginnen is er de optie Users. Hier vindt u een overzicht van alle gebruikers die bij het systeem bekend zijn, inclusief de herkomst van deze gebruikers en de appliances die door de betreffende gebruiker aangemaakt zijn.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-25
ZENworks for Servers
Figuur 5/3.5-29 In de Users-interface vindt u een lijst met alle gebruikers die bij het systeem bekend zijn.
Onder de knop Signups ziet u welke gebruikers er tot op heden allemaal een account aangevraagd hebben en wat hun huidige status is. Nadat een gebruiker zich heeft aangemeld, moet hij nog uitgenodigd worden. Dat regelt u hier: selecteer de gebruiker in kwestie en klik dan op Signup om hem uit te nodigen. Dit heeft als gevolg dat de gebruiker een mail krijgt met daarin een uitnodiging en vervolgens kan beginnen met het gebruik van SuSE Studio online.
5/3.5-26
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
Management Services
Figuur 5/3.5-30 Via Signups verstuurt u uitnodigingen naar gebruikers die zich hebben aangemeld bij SuSE Studio online.
Figuur 5/3.5-30 Via Invitations kunt u uitnodigingen versturen aan nieuwe SuSE Studiogebruikers.
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35
5/3.5-27
ZENworks for Servers
Als laatste optie die aan gebruikers gerelateerd is, is er de optie Invitations. Hier vindt u alle gebruikers die tot op heden een uitnodiging hebben ontvangen. Daarnaast hebt u hier de mogelijkheid om zelf uitnodigingen te versturen. Dat laatste kan de moeite waard zijn om bijvoorbeeld uw vrienden of collega’s kennis te laten maken met SuSE Studio. 5/3.5.4 Tot slot In deze paragraaf hebt u kennisgemaakt met de mogelijkheden van SuSE Studio en het maken van appliances. U hebt geleerd hoe u zelf appliances kunt maken met behulp van de Novell-service op SuSEstudio.com. Daarna hebt u kennisgemaakt met de mogelijkheden die uw eigen SuSE Studio Onsite-server u te bieden heeft.
5/3.5-28
Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 35