3.1.5 Ontwikkelagenda Recreatie en Toerisme (aanvalsplan R&T)
In het collegeprogramma 2015-2019 nemen de ambities voor een sterke sector Recreatie en Toerisme een stevige plaats in. Het verbeteren van het organiserend en innovatief vermogen wordt gezien als een van de belangrijkste uitgangspunten om de sector beter te laten renderen. Toerisme is een groeisector, zowel nationaal als internationaal, en heeft in Fryslân een omzet van ruim 1 miljard euro. Om de sector robuuster te maken zijn het anticiperen op nieuwe gastprofielen en de toename van digitalisering en internationalisering belangrijke randvoorwaarden.
De daadwerkelijke opstelling van de ontwikkelagenda is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen waarbij de provincie nadrukkelijk de regie pakt. KH2018 biedt een wenkend perspectief voor de korte termijn; in 2018 moet de sector klaar staan voor een stroom aan bezoekers. Het faciliterende Hospitality-programma KH2018 biedt inhoudelijke aanknopingspunten voor een kennisprogramma dat kan worden ondergebracht in de ontwikkelagenda. Maar de echte uitdaging zit vervolgens in het vasthouden en verder ontwikkelen van ondernemerschap en innovatie. Oftewel: in 2019 staat er een sterke sector, met zelfbewuste ondernemers die profijt hebben gehad van 2018 en nu gezamenlijk en voortvarend doorbouwen aan een solide sector.
Als eerste stap heeft een inventarisatie plaats gevonden van de ambities van de onderwijsinstellingen in Fryslân (MBO, HBO, WO) om tot een gezamenlijke aanpak van de opleidingsmogelijkheden op het gebied van R&T te komen. Deze inventarisatie moet uitmonden in een meerjarig strategisch kader van overheden, ondernemers, toeristische brancheorganisaties (HISWA, Recron en KHN) en kennisinstel1
lingen. Uitgangspunt is dat innovatie, valorisatie van kennis en versterking van het onderwijs de basis vormen voor een robuuste sector. Fryslân kan door deze unieke samenwerking tussen ondernemers, onderwijsinstellingen en overheden een koppositie in Nederland innemen. De missie reikt nog verder en is erop gericht om in Fryslân een European Centre of Excellence in Tourism op te bouwen.
Beoogd resultaat Samenwerkingsafspraken en de ontwikkeling van een structuur waarbinnen de kennisuitwisseling tussen kennisorganisaties en MKB-bedrijven in de R&T-sector en de horeca op een duurzame wijze kan plaats vinden. Binnen de ontwikkeling van het uitvoeringsprogramma Gastvrij Fryslân is ruim aandacht voor sectorversterkende maatregelen. Deze hebben zowel betrekking op inhoud als op de structuur; wie gaat welke rol en verantwoordelijkheid nemen. De Triple Helix (TH) is hierin het leidend uitgangspunt – een structuur waarin ondernemers, overheden en onderwijs- en onderzoekinstellingen vanuit eigen bestaansrecht een bijdrage leveren aan de agenda.
Vanuit een aantal TH-partijen (provincie Fryslân, brancheorganisaties HISWA, Recron en KHN, MBO, HBO en WO, ETFI, Waddenacademie) zijn intussen de nodige ingrediënten ingebracht. Het is nu zaak om deze met elkaar te verbinden en te komen tot een daadkrachtige en zichtbare aanpak. Concreet gaat het om het volgende: 1. Stenden Hogeschool neemt vanuit ETFI het initiatief om in samenspraak met de TH-partijen voor de hele onderwijskolom een kennisagenda op te stellen.
2
2. De toeristische brancheorganisaties HISWA, Recron en KHN ontwikkelen in nauw overleg met kennisinstellingen en overheden een toerisme-alliantie als netwerk- en business development-organisatie. 3. De provincie Fryslân neemt samen met de TH-partijen het initiatief voor de ontwikkeling van een kennistransferpunt als onderdeel van een algemeen ondernemersloket.
Hoe gaan we dit regelen? De eerste stap van inventarisatie bij de kennisinstellingen is gereed en op 2 juni in het IPF gepresenteerd. De volgende stap is om aan de hand van het Hospitalityprogramma KH2018 en de inbreng van de provincie, ETFI en de brancheorganisaties een ontwikkelagenda op te stellen. Het is daarbij zaak naast het onderwijs ook de regionale ondernemers te betrekken om tot verbreding en regionale uitwerking te komen.
Ad 1) Kennisagenda Conform de kennisagenda voor het Hospitality-programma KH2018 en de aandachtsgebieden van CELTH (Centre of Expertise Leisure, Tourism & Hospitality, een samenwerkingsverband tussen NHTV, HZ en Stenden) zal de ontwikkelagenda Recreatie en Toerisme bestaan uit vijf programma’s, elk met drie doelstellingen. In schema:
Programma: Gast Adequate van de verdienmotoedellen Doel: komst Innovatie Valorisatie kennis
Destinatieen Duurzaamproductontwikheid keling
van
3
Internationalisering
Onderwijsversterking
De vijf programma’s adresseren de grote vraagstukken waar zowel ondernemingen als kennisinstellingen voor staan: wie is onze toekomstige gast, welke verdienmodellen zijn adequaat binnen een snel veranderende markt, hoe kunnen we de provincie Fryslân als toeristische destinatie duurzaam verder ontwikkelen, vooral binnen de snel groeiende internationale toeristenstroom, en welke producten zetten we daarbij in. Om antwoord te kunnen geven op deze fundamentele vragen richten we ons op de volgende componenten: Moon: ‘massive online onderwijs- en trainingsnetwerk’ gebaseerd op de welbekende Mooc’s (www.coursera.com). De Moon wordt ingezet voor de ontwikkeling van een omvattend trainingsnetwerk op het gebied van Hospitality, verzorgd door Stenden, NHL en de Friese MBO-instellingen, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen/Campus Fryslân. Als afgeleide wordt onderzocht of een masterprogramma (MSc) toeristische innovatie/internationalisering kan worden opgestart. De top 100-positie (75) van de Rijksuniversiteit Groningen in de Academic Ranking of World Universities (ARWU) kan daarbij van grote waarde zijn. Living labs: vanuit de onderwijsinstellingen kunnen in Fryslân minimaal 3 Living labs worden georganiseerd in samenspraak met de brancheorganisaties en de regionale samenwerkingsverbanden van toeristische ondernemers. Vanuit deze labs werken studenten en docenten in de regio’s, dicht bij de ondernemers, dus niet specifiek in onderwijsgebouwen. Daarbij wordt nauw samengewerkt met scholingsspecialisten van de brancheorganisaties. De Provincie denkt aan de Wadden (waddencampus), de Wouden en de Meren, waarbij de Kenniswerkplaats Noord-Oost een voorbeeldfunctie heeft. Daar4
naast is er de aanpak waarmee ervaring is opgedaan in Drenthe (verbinding MBO-HBO-ondernemers) en die door de onderwijsinstellingen wordt onderschreven. Mondiaal debat: de internationale oriëntatie van ETFI/Stenden kan goed van pas komen bij het creëren van een platform voor het internationale debat over de toekomst van Hospitality. Op deze wijze kan opgedane kennis dienen als start- en landingsbaan voor nieuwe innovatieve projecten. Fryslân zou daarmee een mondiale positie kunnen veroveren. Aansluiting moet worden gezocht met de plannen van de Waddenacademie en het Common Wadden Sea Secretariat (CWSS) in Wilhelmshaven. Internationaal kennisnetwerk: ETFI is oprichter en trekker van een Europees netwerk van 17 toeristische topinstellingen. Het doel is samenwerking op het vlak van toeristische kennisdeling en -ontwikkeling. Dit kan een goede basis zijn voor de ondersteuning van KH2018 en voor de opbouw van een European Centre of Excellence in Tourism te Leeuwarden. Van belang is daarbij dat University Campus Fryslân (UCF) via Stenden Hogeschool en de Waddenacademie drie promotieplaatsen beschikbaar heeft gesteld voor onderzoek op het gebied van recreatie en toerisme. Ad 2) Toerisme-alliantie – Netwerk & business development De branches ontwikkelen een toerisme-alliantie waarin het bedrijfsleven actief en sectorwijd participeert. Bij de totstandkoming van een dergelijke alliantie zullen alle relevante TH-partijen worden betrokken. In open overleg zal een agenda worden vastgesteld waaraan men de komende jaren gezamenlijk wil werken. Die agenda zal onder andere betrekking hebben op business development, internationaal ondernemen, innovatie en valorisatie van kennis. Naast de kennis die de bran-
5
ches zelf inbrengen gaat het vooral om de kennis van de onderwijsinstellingen die moet worden gedeeld en ondergebracht in het collectieve kennistransferpunt.
Als uitgangspunt voor alliantievorming dient het model van de Wateralliantie, ook al is duidelijk dat Recreatie en Toerisme een andersoortige sector is die zich niet leent voor één-op-één kopiëring van het model.
Ad 3) Kennistransferpunt toerisme. Door de kennisontwikkeling vanuit het onderwijs en het toeristische bedrijfsleven te bundelen in een gemeenschappelijk kennistransferpunt toerisme is sprake van optimale kennisvalorisatie. Deze vorm van kennisdeling moet zowel digitaal (www.innovatietoerisme.nl) als fysiek tot stand gebracht worden. Om de kosten in de hand te houden wordt aangesloten op bestaande organisaties en netwerken. De Provincie Fryslân neemt samen met het Innovatieplatform Fryslân (IPF) het initiatief om het kennistransferpunt toerisme in te richten als onderdeel van een algemeen ondernemersloket en stemt dit af met de TH-partijen in de sector Recreatie en Toerisme.
Vervolg Actiehouder aanloopfase De Provincie Fryslân treedt in de aanloopfase op als regievoerder. Draagt zorg voor projectbeschrijving op grond waarvan betrokkenen uitwerking doen. Tijdens dit proces kan inhoudelijke input worden geleverd en kan afstemming plaatsvinden voor wat betreft financieringsproces. Aanloopfase bedraagt maximaal half jaar. Na afloop aanloopfase kan nieuwe werkwijze van start, met provincie op afstand.
6
Betrokkenen Stenden, NHL, Friesland College, Friese Poort, Nordwin, Van Hall Larenstein, Waddenacademie, Rijksuniversiteit Groningen/Campus Fryslân, provincie Fryslân, gemeente Leeuwarden, HISWA, Recron en KHN.
Planning Plan in ontwikkeling, eind 2015 gereed.
Bij de bespreking van de tussenrapportage in het IPF van 2 juni 2015 zijn een aantal richtinggevende suggesties gedaan: Toepassing van internet- en ICT toepassingen in de sector kunnen het verschil maken; de Moon is hier een goed voorbeeld van. Internationale promotie en marketing (door Merk Fryslân) is van groot belang; dit maakt evenwel onderdeel uit van het uitvoeringsplan Gastvrij Fryslân en wordt daarom niet meegenomen in de ontwikkelagenda. Er is vooral behoefte aan het in de etalage zetten van wat we hebben aan rijkdom zoals natuur en landschap, voorzieningen en infrastructuur. Meer investeren in infrastructuur voegt niets toe. Investeren in de kwaliteit van de verblijfvoorzieningen is een must; daar waar het gaat om investeringen door ondernemers maakt dit zeker onderdeel van uit van het onderwerp destinatie-ontwikkeling.
7