Impulsprogramma Recreatie en Toerisme Resultaten in de periode 2011-2014
Nicole Huenders Guus van Steenbergen Lilian Froitzheim-Leijs Odette Hartgerink november 2014
Inhoudsopgave
Inhoud
2
1 2 2.1
Inleiding ............................................................................................................................. 3 Alles Stroomt ..................................................................................................................... 5 Oosterleese brug ................................................................................................................ 5
2.2 2.3 2.4
Zoetermeerse Plas .............................................................................................................. 6 Rondje Rijn – IJssel ............................................................................................................ 7 Sloepennetwerk Haaglanden .............................................................................................. 7
2.5 2.6 2.7
Sloepennetwerk Rotterdam Noord ...................................................................................... 8 Bruggen en sluizen ............................................................................................................. 8 Ondernemers Platform Hollandse Plassen ......................................................................... 8
2.8 3 4
Vereniging Regio Water ...................................................................................................... 9 Investeringsprogramma Waterdriehoek ....................................................................... 10 Zeejachthaven Katwijk /Noordwijk ................................................................................ 11
5 6 7
Achterlandverbinding uitwateringskanaal Katwijk ...................................................... 13 Land van Bezinning ........................................................................................................ 14 Kruininger Gors .............................................................................................................. 14
8 9 10
Investeringskracht Alblasserwaard ............................................................................. 15 Zuid Hollands Bureau voor Toerisme ........................................................................... 15 Denktank .......................................................................................................................... 16
11 12 13
Overige adviezen ............................................................................................................ 16 Initiatieven die geen impuls zijn geworden .................................................................. 17 Netwerksturing – toetsing aan bestuurlijke opdracht ................................................. 18
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
1
Inleiding
Bestuurlijke opdracht Om een uitstekend vestigingsklimaat te creëren, investeert de provincie onder andere in recreatie, toeristische voorzieningen en natuur voor bewoners en bezoekers. In het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 'Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte' staat het als volgt: ‘’Ondersteunen van en ruimtelijke voorwaarden scheppen voor toeristisch recreatief ondernemerschap’’. In lijn met het Hoofdlijnenakkoord wil het Impulsprogramma Recreatie en Toerisme samen met private partijen en mede-overheden, de kansen op het gebied van recreatie en toerisme in de provincie beter benutten. Daarmee werken we gezamenlijk aan een aantrekkelijk Zuid-Holland. De provincie pakt hiermee haar rol vanuit het belang van deze sector voor de economie en de leefomgeving, gericht op het bieden van een gevarieerd en kwalitatief hoogstaand toeristischrecreatief-voorzieningenniveau. GS besluit 29-11-2011: “De uitvoeringsimpuls bevat geen nieuw beleid. Het schetst een werkwijze om externe initiatieven op het gebied van recreatie en toerisme, die de uitvoering van de kerntaken van de provincie versterken, met een korte impuls een stap verder te helpen. Op deze manier kunnen lange-termijn ambities versneld tot uitvoering gebracht worden.”
Werkwijze Het impulsprogramma is gericht op netwerksturing en ‘co-creatie’. Daartoe ondersteunt het programma initiatieven van derden zijnde: ondernemers en medeoverheden. De werkwijze is gericht op het stimuleren van partnership waarbij het initiatief centraal wordt gesteld. Per initiatief wordt de rol en inzet van de provincie bekeken. Bestaande kaders en overeenkomsten met gebiedspartijen worden daarin meegenomen. Het impulsprogramma kent een dynamische portefeuille. Nieuwe kansrijke initiatieven kunnen zich aandienen en in aanmerking komen voor een impuls, wanneer ze voldoen aan de volgende criteria:
versterken van de kerntaken van de provincie zoals benoemd in het hoofdlijnenakkoord; een meervoudig provinciaal belang dienen; gericht zijn op (versnelling van) de uitvoering; een korte impuls van de provincie vragen met een lange termijn effect; de identiteit van Zuid-Holland versterken.
Het programma kent een grote diversiteit in impact, grootte, fasering en intensiteit van projecten. De rol van de provincie verschilt per impuls, maar het impulsprogramma acteert altijd in het proces. Daarmee vervult dit programma een brugfunctie tussen initiatieven vanuit de markt en publieke (provinciale) belangen. Deze brugfunctie wordt ingevuld vanuit de kernwoorden:
3
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
verkennen, verbinden, aanjagen en organiseren. De werkwijze is experimenteel van karakter, waarbij de uitkomst niet bij voorbaat vast staat. Netwerkend werken en het organiseren van denktankbijeenkomsten geven mede inhoud aan het experimentele karakter.
Beleidsambities PZH Groen
Economie en Energie Initiatiefnemers: marktpartijen -
projectontwikkelaars publieke partners belangenorganisaties
Impulsprogramma R&T: Andere werkwijze:
Erfgoedlijnen
Proces- en netwerksturing, uitvoering versnellen.
Ruimte
Mobiliteit
Voor het impulsprogramma is een klein team beschikbaar met relatief veel vrijheid om met initiatiefnemers in de samenleving aan het werk te gaan. Dit mede omdat het programma een positie buiten de lijnorganisatie heeft, met korte lijnen naar verantwoordelijke gedeputeerde Rogier van der Sande. De provincie investeert €200.000 tot € 300.000 per jaar als procesgeld in het programma. Het budget wordt ingezet ten behoeve van proces-facilitatoren, haalbaarheidsonderzoeken, bijeenkomsten en het opstellen van projectplannen. Om de uitvoering te versnellen zijn o.a. meerdere versnellingskamers georganiseerd, waarbij denkers, kunners en doeners met elkaar tot concrete afspraken komen. 1
1
Versnellingskamers zijn bijeenkomsten gericht op het versneld in uitvoering krijgen c.q. het uitvoering gereed
maken van projecten. Dit gebeurt door in een versnellingskamer alle voor de uitvoering benodigde partijen bij elkaar te brengen en met elkaar te laten overleggen en afstemmen over de mogelijkheden tot (versnelde) projectrealisatie. Versnellingskamers zijn probleem gestuurd en gericht op het oplossen van knelpunten die zich op de weg naar uitvoering/realisatie van project(en) manifesteren.
4
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
2
Alles Stroomt In Zuid-Holland is het water, het DNA van de provincie, een verbindende factor. “Alles Stroomt” heeft tot doel het beter benutten en ontsluiten van het fijnmazig netwerk van vaarwegen vanuit stedelijke gebieden naar buiten met ontwikkelruimte voor watergebonden ondernemers op het gebied van recreatie, toerisme, verblijf, detailhandel en botenbouw. De projecten die ontwikkeld worden binnen “Alles Stroomt” versterken de leefbaarheid en het economisch rendement van waterrijke stedelijke uitloopgebieden. Het impulsprogramma acteert daarbij tussen externe initiatiefnemers en de interne provinciale ambities op het gebied van economie, cultuur, groen en vaarwegen.
2.1
Oosterleese brug Het project ”Ophogen Oosterleese brug” staat in meerdere actieplannen en programma’s bij verschillende overheden hoog op de agenda (gemeente Westland, HHRS Delfland, Recreatieschap Midden-Delfland, provincie, samenwerkingsverband Hof van Delfland). De uitvoering stagneerde echter omdat er te weinig inzicht was in de opgave (oa. door gespreide verantwoordelijkheden) en uitzicht op financiële middelen. . De Oosterleese brug ligt in de vaarroute vanuit Westland via De Zijde naar Midden Delfland (Schipluiden en Delft), een rechtstreekse rustige route door een mooie, landelijke omgeving. In deze route is de hoogte van de Oosterleesebrug in De Lier het grote knelpunt. De brug is (te) laag en vormt een obstakel voor zowel de rondvaartondernemingen als de pleziervaart. Die vragen om een minimale doorvaarthoogte van 1,50 m respectievelijk 1,80 m. Het impulsprogramma heeft in 2012 geholpen door - via versnellingskamers - inzicht te geven in de op te lossen issues en benodigde acties om het knelpunt te kunnen oplossen. Versnellingskamers zijn bedoeld om projecten die bijna uitvoering gereed zijn, maar door allerlei
5
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
factoren stagneren, een laatste duwtje te geven. Dit was bij de Oosterleese brug aan de orde. Er is uitgezocht welke partijen een belang en/of verantwoordelijkheid hebben, waar aanvullende subsidies mogelijk zijn etc. Gemeente Westland is inmiddels de projecttrekker. Het resultaat van de versnellingskamer is dat eind 2013 de financiering van een nieuwe brug is rond gekomen. Bijdragen worden geleverd door gemeente Westland (€ 350.000), de provincie (€ 300.000), Recreatieschap Midden-Delfland (€ 280.000) en Stadsgewest Haaglanden (€ 200.000). Daarmee wordt bereikt dat de Oosterleese brug ruim tien jaar eerder wordt vernieuwd dan in de oorspronkelijke planning stond. De basis hiervoor is gelegd tijdens het congres “Banen met Water” waarbij met de provincie Zuid Holland is afgesproken op korte termijn te beginnen om knelpunten in dit routenetwerk aan te pakken. Bovenaan het lijstje stond de Oosterleesebrug.
2.2
Zoetermeerse Plas In 2012 is het impulsprogramma benaderd door een bewonersinitiatief uit Zoetermeer en de Vereniging Regio Water (VRW) om helderheid te krijgen over de ontsluiting van de Zoetermeerse Plas. Ook gemeente Zoetermeer wil de historische band van Zoetermeer met het omliggende water herstellen en zo verbindingen over het water met Den Haag en Leiden mogelijk maken. De provincie ondersteunt het initiatief en heeft in 2013 de inhuur van externe expertise voor het opstellen van een projectplan gefaciliteerd. Er is o.a. een versnellingskamer georganiseerd en aanvullend onderzoek gedaan. Er is een concreet projectplan gemaakt met een helder programma van eisen voor de ontsluiting van de Zoetermeerse Plas. Het projectplan biedt zicht op de haalbaarheid en geeft mogelijkheden tot financiering van de ontsluiting door de aanleg van een sluis, innovatieve overtoom of boatconveyor. Het document is gebaseerd op bestaande informatie en informatie uit versnellingskamers en gesprekken met betrokken partijen en deskundigen. Witteveen+Bos hebben een schetsontwerp voor de boatconveyor op twee mogelijke locaties, inclusief een kostenindicatie opgesteld.
6
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
Resultaat is een door direct betrokken partijen gedragen concreet en haalbaar plan. Het plan bevat een helder programma van eisen en wensen voor deze ontsluiting, en een lijst met vervolgacties om de financiering rond te krijgen. Gemeente Zoetermeer heeft zich het eigenaarschap toegerekend. Dit projectplan vormt de basis voor verdere besluitvorming. Het projectplan is tevens het kader voor de uitwerking van een aanbestedingsdocument ter realisatie van de ontsluiting. Onderdeel hiervan is een meer technische uitwerking en gedetailleerde kostenraming.
2.3
Rondje Rijn – IJssel Tussen Gouda en Bodegraven bestaan historische vaarwegen. Begin jaren '80 zijn die deels buiten gebruik gekomen en is een sluis naar de Oude Rijn dichtgezet. Gemeente Bodegraven– Reeuwijk wil een vaarrondje door het gebied mogelijk maken, maar ziet ook veel en dure knelpunten op de route. Het impulsprogramma heeft in 2012 een versnellingskamer georganiseerd om uit te zoeken welke ambitie past bij de ontwikkeling van een sloepenroute Rijn-IJssel, welke knelpunten daarvoor opgelost moeten worden en hoe deze gefaseerd kunnen worden aangepakt. In maart 2013 is er - in vervolg op de versnellingskamer - een start-up bijeenkomst geweest. Tijdens deze bijeenkomst zijn de deeltrajecten en bijbehorende acties benoemd en geadresseerd. De nieuwe gemeentebestuurders van Bodegraven-Reeuwijk en Gouda hebben in de zomer van 2014 besloten om voorrang te geven aan het project. Aangezien het ‘rondje’ uit meerdere knelpunten bestaat, is er door de externe partijen en in samenwerking met de afdeling Programma’s en Projecten van de provincie besloten om er kleinere (gebieds)projecten van te maken die uiteindelijk gezamenlijk moeten leiden tot het complete rondje Rijn-IJssel.
2.4
Sloepennetwerk Haaglanden Het impulsprogramma is benaderd door Stadsgewest Haaglanden om samen een versnellingskamer te organiseren om een sloepennetwerk binnen het stadsgewest te ontwikkelen. Dit idee sluit aan op lopende ontwikkelingen in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en in het Groene Hart en is een vervolg op het bestaande Sloepennetwerk Hollands Plassengebied tussen Katwijk en Woerden. Een sloepennetwerk heeft dezelfde functie als het succesvolle landelijk dekkende fietsknooppuntensysteem. In december 2013 is een versnellingskamer georganiseerd met de 9 gemeenten uit het gewest, provincie en waterschappen, ondernemers en intermediaire organisaties. Tijdens de versnellingskamer heeft Stadsgewest Haaglanden zich opgeworpen als trekker van dit project waarbij Ondernemers Platform Hollandse Plassen (OPHP) en Vereniging Regio Water (VRW) ook actief hun bijdrage zullen leveren. De provincie heeft in de zomer van 2014 de subsidieaanvragen goedgekeurd voor dit project. Najaar 2014 is benut om de route in het Geografisch Informatie Systeem online te krijgen en bebording te laten maken. Voorjaar 2015 zal de bebording worden aangebracht op de route voor de waterrecreant.
7
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
2.5
Sloepennetwerk Rotterdam Noord Na verkennende gesprekken met Stadsontwikkeling Rotterdam, Groenservice Zuid-Holland (GZH), Stadsregio Rotterdam en verschillende gebiedsaccountmanagers van omliggende (deel)gemeenten, blijkt dat er veel draagvlak is om het sloepennetwerk ook richting Rotterdam uit te breiden. Een versnellingskamer voor dit deel van de regio is oktober 2014 georganiseerd. Het impulsprogramma heeft dit financieel ondersteund.
2.6
Bruggen en sluizen De provincie Zuid-Holland heeft meer water dan de provincie Friesland. Meer in oppervlakte en meer in diversiteit! Maar het water wordt niet optimaal gebruikt. Dat kan worden verbeterd als de bedienings- en openingstijden van bruggen en sluizen beter op elkaar worden afgestemd. De provincie heeft eerder in haar Beleidsnota Vaarwegen en Scheepvaart aangegeven dit te willen oplossen door de landelijke richtlijnen voor recreatievaart toe te passen. De Beleidsvisie Groen geeft duidelijk een kader aan voor het versterken van het routenetwerk voor fietsen, wandelen en varen. Rogier van der Sande heeft het impulsprogramma in 2012 gevraagd wat de kosten zijn om in de komende drie seizoenen (2013/2014/2015) te voldoen aan de landelijke BRTN richtlijnen voor openingstijden bruggen en sluizen. Het blijkt dat op werkdagen voldoende wordt bediend. Het betreft dus alleen openingstijden tijdens weekenden. In 2013 is de pilot Nieuwkoop uitgevoerd. Het betreft de vaarroute Oude Rijn, Ziende - Vaart, Nieuwkoopse Plassen en Grecht. De bestuurlijke ambitie van de provincie was om voor deze vaarverbinding de bediening van sluizen en bruggen voor het vaarseizoen (eind april) beter op elkaar af te stemmen conform de BRTN-normen, zoals deze voor de verschillende vaarwegen en vaarklasse zijn opgesteld. De procescoördinatie lag bij het impulsprogramma dat met inzet van de DBI, afdeling Water en Groen en in overleg met gemeenten en waterschappen het project heeft gerealiseerd. Resultaat is dat de openings- en bedieningstijden op elkaar zijn afgestemd en voldaan is aan de landelijke richtlijnen, mede dankzij de inzet van diverse partners waaronder gemeenten en waterschappen. In 2014 is de communicatie over de pilot naar de gebruikers verbeterd.
2.7
Ondernemers Platform Hollandse Plassen Het Ondernemers Platform Hollandse Plassen (OPHP) is een samenwerkingsverband van watersportverbonden ondernemers binnen het Hollandse Plassengebied. Het gebied strekt zich uit van Katwijk tot Amsterdam (Westeinder), richting Utrecht (Loosdrechtse Plassen), Rotterdam (Reeuwijkse Plassen) en terug naar de kust. Het Hollandse Plassengebied bevat alle plassen, meren,
8
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
waterwegen en dorpen tussen de genoemde steden van de Randstad. Het OPHP heeft als doel het recreatieve, toeristische en economische potentieel van het Hollandse Plassengebied beter te benutten en te zorgen voor meer werkgelegenheid en bestedingen. Het platform zet zich in voor een betere afstemming en de onderlinge samenwerking om zodoende de bekendheid en bereikbaarheid van het gebied te vergroten. OPHP constateert dat het huidige aanbod aan voorzieningen voor de waterrecreant (routes, horeca, jachthavens, bezienswaardigheden etc.) versnippert en onvoldoende is. Ook wordt het niet inzichtelijk aan specifieke doelgroepen aangeboden. Het OPHP heeft het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een kansenkaart waarmee de versnipperde informatie wordt gebundeld, zodat een duidelijk inzicht wordt verkregen in de knelpunten. Dit proces is mede mogelijk gemaakt met een kleine bijdrage vanuit het impulsprogramma. De kansenkaart vormt het uitgangspunt voor een Roadmap Marketing & Promotie en een gemeenschappelijk en breed gedragen beleid. Eind 2014 zal er een top 5 van knelpunten zijn mét bijbehorend projectplan voor deze locaties om de knelpunten op te lossen.
2.8
Vereniging Regio Water Vanuit het Impulsprogramma Recreatie en Toerisme acteert de provincie Zuid Holland op basis van initiatieven van derden. Vereniging Regio Water (VRW) is sinds 2006 actief in het beter gebruik maken van het fijnmazige cultuurhistorische waternetwerk in Zuid-Holland. Met als doel om via waterrecreatie het toerisme en daardoor ook de lokale economie te versterken. Via het impulsprogramma heeft de provincie in 2014 bijgedragen aan concreet uit te voeren projecten/ acties van VRW, zoals sloepennetwerk Haaglanden, rondje Rijn-IJssel, uitvoeringsplan witte pump-steigers Vliet en kennis en visieoverdracht. VRW draagt daarmee bij aan de realisering van provinciale doelstellingen. Het doel is om draagvlak bij andere organisaties en ondernemers te verkrijgen waardoor zij ook co-financieren in regionale impulsprojecten.
9
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
3
Investeringsprogramma Waterdriehoek Deze impuls is ontstaan uit de gedeelde ambities en activiteiten vanuit een van de vijf landelijk regionale beeldverhalen 'Dijk van een Delta' (ministerie van EZ en STIRR). Gemeente Dordrecht is opdracht gevende partij om te komen tot investeringsvoorstellen. Het impulsprogramma heeft de lopende initiatieven in de regio Kinderdijk, Dordrecht en NP De Biesbosch gefaciliteerd. Initiatieven die tot doel hebben de regio duurzamer te ontwikkelen en beter beleefbaar te maken. Hiermee worden ook provinciale doelen in het kader van cultuur, groen en mobiliteit gediend. Deze doelen zijn vastgelegd in Beleidsvisie Cultuur en het Uitvoeringsprogramma Cultureel Erfgoed, Beleidsvisie Groen en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma Groen en Consessiehouderschap met openbaar vervoerder Aquabus. De partijen onderschrijven een marktpotentieel voor de regio en met name een hogere bezettingsgraad van openbaar vervoer over water en meer betalende bezoekers voor de molens van Kinderdijk. Het impulsprogramma heeft (financieel) bijgedragen aan het proces en aan het opleveren van een investeringsprogramma en een procesaanpak voor het vervolg. Het betreft een document, waarin gezamenlijke ambities in beeld zijn gebracht, vertaald naar concrete uitvoeringsprojecten en investeringen, gekoppeld aan zelfstandige business cases. Hiermee heeft het impulsprogramma binnen de provincie de besluitvorming vanuit de drie genoemde disciplines gestroomlijnd. Zodat de provinciale middelen met focus worden ingezet.2
2
9 deelnemende partijen zijn: gemeente Dordrecht, SWEK, Nat. Park Biesbosch, Aquabus BV, Molenwaard, Drechtsteden, Dordrecht Marketing, Provincie Zuid-Holland
10
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
Het resultaat is te vertalen naar besluiten en zichtbare output: • • • • • • • •
4
2 miljoen investeringen in verbindende thema’s 8000 dagkaarten Kinderdijk / Waterbus Directe overstap Rotterdam / Dordrecht / Kinderdijk Extra afvaarten Dordrecht/Kinderdijk Rabobank wil partij, met opdracht, zijn in de kerngroep Partners gaan verder, Dordrecht blijft in de lead Veel constructieve energie, in goede sfeer, partijen die elkaar verder helpen, processen die parallel aan elkaar gestart worden PZH: van impulsprogramma naar de lijn: mobiliteit, milieu, groen en cultuur.
Zeejachthaven Katwijk /Noordwijk In het Impulsprogramma Recreatie en Toerisme is het (al jaren bestaande) voornemen opgenomen te komen tot een zee jachthaven in Katwijk. Een zeejachthaven bij Katwijk (als stop tussen IJmuiden en Scheveningen) maakt zeezeilen langs de Zuid-Hollandse kust aantrekkelijker. Dit betekent een impuls voor de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse kust als thuisbasis voor de zee(zeil)watersport. Gemeente Katwijk en private consortia hebben afzonderlijk gevraagd naar een eenduidig provinciaal standpunt. Doel van de activiteit van het impulsprogramma is helderheid te geven over inhoud, voorwaarden en rollen. En niet alleen van de provinciale overheid, maar van alle direct betrokken overheden. In 2013 is gelijker tijd met de inventarisatie van provinciale ambities en voorwaarden een pre-governance traject doorlopen. In juni en december 2013 hebben bestuurlijke bijeenkomsten plaatsgevonden om de opgedane kennis te delen. Dit heeft mede geleid tot een publiek netwerkinitiatief om te samen met Katwijk, Noordwijk, Holland Rijnland en het Hoogheemraadschap Rijnland (als agenda lid) de belangen te formuleren. Er is door de publieke partijen, een spelregelkader vastgesteld voor mogelijke gebiedsontwikkeling. En er is meer inzicht ontstaan in reële verdienmodellen. Vervolgens is in 2014 een externe projectleider (Rebel) in gehuurd voor het vervolg van de gebiedsontwikkeling Katwijk/Noordwijk gericht op de volgende eindresultaten: heldere besluitvorming over een eventueel vervolgtraject, een business case die inzicht geeft in de (on) mogelijkheden eerder ontwikkelde concepten, inclusief de optie van de zee jachthaven en een overzicht van mogelijke vormen van samenwerking voor een vervolg. Daarnaast heeft het
11
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
impulsprogramma ERAC opdracht gegeven voor een QuickScan naar de mogelijkheden voor financiering vanuit Europa. Hiertoe is kennis gemobiliseerd bij kennisinstellingen, private partijen en stakeholders over innovatieve en financieel haalbare concepten voor de ontwikkeling van een zee jachthaven. Op basis van deze kennis is duidelijk geworden dat voor een zelfstandige havenontwikkeling op korte termijn geen reële business case is te ontwikkelen. Een zeejachthaven kan voor de langere termijn mogelijk wel onderdeel zijn van een meer integrale gebiedsontwikkeling van de kustparel Katwijk-Noordwijk. Deze ambitie, gericht op een economische sterke en aantrekkelijke kust, is vastgelegd in de Nationale Kust Visie (2013).
Tijdens een bestuurlijk overleg op 19 november in petite comité, is besloten om de zeejachthaven als eindbeeld los te laten. Andere ontwikkelingen bieden inmiddels meer perspectief. Gemeente Katwijk, Hoogheemraadschap van Rijnland en provincie Zuid-Holland zien voldoende aanknopingspunten om hun samenwerking te continueren. De samenwerking richt zich op het versterken van de Kustparel Katwijk-Noordwijk door het stimuleren van een synergetische ontwikkeling van een blue energy-centrale, toeristisch-recreatieve elementen (zoals recreatieve verbindingen, een achterlandverbinding voor boten (zie 5.), het zichtbaar maken van de Limes, zwemwaterkwaliteit) en de branding van het gebied. Er wordt mogelijk de komende periode een gebiedsagenda geformuleerd. De ontwikkeling van een blue energy-centrale (Osmose) wordt gezien als kansrijke aanjager voor de Kustparel Katwijk-Noordwijk. Begin 2015 wordt over de vervolgaanpak door de publieke partijen een besluit genomen. Dan wordt duidelijk op welke basis (eventueel met een andere samenwerkingsvorm) wordt verder gewerkt aan de ambities voor het gebied.
12
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
5
Achterlandverbinding uitwateringskanaal Katwijk In het verlengde van de vorige opgave ‘zeejachthaven Katwijk’ ligt de wens om een zoet/zoutpassage te realiseren bij het uitwateringskanaal in Katwijk voor de watersport. De achterlandverbinding kan bijdragen aan de ontwikkeling van de kustparel Katwijk-Noordwijk, gericht op een ‘economisch sterke en aantrekkelijke kust’. GS hebben aangegeven te willen onderzoeken of het mogelijk is om de achterlandverbinding bij Katwijk te verbeteren door gerichte (fysieke) maatregelen. Dit vanuit de bestuurlijke ambities om het watersportpotentieel in deze regio beter te benutten. Zij hebben daarbij de voorkeur uitgesproken voor een zoet/zout passage waardoor de Oude Rijn en de zee met elkaar worden verbonden. Om de belangen, wensen en randvoorwaarden voor een zoet/zout passage in beeld te brengen, heeft het impulsprogramma gesprekken gevoerd met diverse partijen. Daarnaast heeft Royal Haskoning/DHV opdracht gekregen om de financiële en technische haalbaarheid van deze verbinding te onderzoeken. Met als vereiste een goed functionerende verbinding die veilig en technisch betrouwbaar is. Door Royal Haskoning/DHV zijn twee alternatieven in beeld gebracht. Een pragmatische oplossing waarbij niet wordt ingegrepen op de huidige kustlijn vs. een forse investering voor een goed functionerende natte verbinding. Het eerste zal slechts voor een beperkte doelgroep en onder gunstige omstandigheden te gebruiken zijn. Het tweede alternatief zet in op integrale ontwikkeling van het gebied met een zee jachthaven aan de binnenzijde van de kering. Deze ontwikkelingen kunnen alleen mogelijk worden gemaakt in combinatie met woningbouw. De aanleg van strekdammen met een vaargeul is noodzakelijk voor dit tweede alternatief. Dit vergt een forse investering, die ook benut kan worden voor andere opgaven zoals de zee jachthaven en het verbeteren van de waterkwaliteit. Op basis van beide onderzoekstrajecten kan worden geconcludeerd dat een goed functionerende zoet/zout passage die de Oude Rijn met de zee verbindt voor de recreatievaart nu niet haalbaar is. Een dergelijke ontwikkeling is pas in beeld wanneer de basis voorzieningen gerealiseerd zijn, als ‘plus’ bij een (zee)jachthaven ontwikkeling. Daarmee kan het onderdeel zijn van een integrale gebiedsontwikkeling. De initiële gedachte om een verbinding te realiseren voor €5- € 10 miljoen lijkt dan haalbaar. Om de bredere gebiedsontwikkeling te stimuleren, wordt nader bekeken of het eerste alternatief voor kleine open (vissers)boten, mogelijk gecombineerd kan worden met een boatconveyor die de Oude Rijn en de zee daadwerkelijk verbindt. Dit als toekomstvaste investering (ook geschikt voor grotere boten) die kan worden ingezet als publieke prikkel om de ontwikkelingen in het gebied op gang te brengen.
13
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
6
Land van Bezinning De Stichting Innovatie Recreatie en Ruimte (STIRR) heeft de provincie gevraagd een initiatiefnemer in Wellness-landgoederen te faciliteren bij het vinden van een geschikte locatie voor een wellnesscentrum in de Randstad ( Land van Bezinning). Initiatiefnemer is het bedrijf International Wellness Resorts (IWR). Het initiatief is onderdeel van het Rijkstraject Green Deal en richt zich op de samenwerking tussen overheids- en marktpartijen om een impuls te geven aan economie en natuur. In het kader van deze Green Deal worden één of meer nieuwe Wellnessland-goederen gerealiseerd, waarbij rond het wellnesscentrum ruimte voor natuur wordt geschapen, passend in het huidige landschap en openbaar toegankelijk voor de recreant. Het Impulsprogramma Recreatie en Toerisme fungeerde als aanspreekpunt en organiseerde interne betrokkenheid met als doel om het traject te faciliteren en te leren van de ervaringen met dit project inzake private financiering van groengebieden. De provincie en Staatsbosbeheer hebben een locatiestudie gedaan waarbij vijftien locaties in Zuid-Holland zijn onderzocht. Vijf locaties hieruit zijn door IWR onderzocht op economische haalbaarheid voor vestiging van een wellnesscentrum waarbij een locatie in Dordrecht hoog scoorde. Door de huidige conjunctuur en marktontwikkelingen in de wellness-sector is inmiddels duidelijk dat de investeerder voorlopig afziet van het ontwikkelen van nieuwe wellnesscentra in Zuid-Holland.
7
Kruininger Gors Directeur-eigenaar van Molecaten (campings en vakantieparken) heeft eind 2012 een expertmeeting gehouden in de regio Voorne-Putten. Molecaten is op zoek naar een publiekprivate samenwerking. Hij wil investeren in het kader van revitalisering van het verblijfsrecreatiecomplex Kruininger Gors als stimulans voor het verhogen van de toeristische potentie van de regio. Zijn investeringsstrategie is daarmee afhankelijk van de wil en inzet van andere (publieke) partijen in de regio en die van de provincie. Het impulsprogramma heeft dit proces gefaciliteerd met een publieke verkenning bij de gemeenten naar de toeristische
14
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
ontwikkelingspotentie van de regio en met voorstellen voor de vervolgaanpak. Molecaten heeft een zelfde verkenning gedaan bij private partijen. De provincie concludeert dat er voldoende provinciale belangen zijn in Voorne-Putten gezien opgaven, taken en rollen. Bij de lokale overheden is er voldoende energie, maar deze is niet gezamenlijk gericht. Er is wel een gezamenlijke visie opgesteld (Voorne-Putten herontdekt), maar deze is niet uitgewerkt in concrete acties. Op basis van deze bevindingen hebben gedeputeerde en directeur eigenaar van Molecaten in dialoog met betrokken partijen gezocht naar een breder maatschappelijk ontwikkelingskader. Streven was om een gezamenlijk ‘statement’ op te stellen over de kwaliteit en het onderscheidende toeristisch-recreatieve karakter van Voorne Putten. Helaas is dit niet gelukt.
8
Investeringskracht Alblasserwaard Deelnemers vanuit de Denktank hebben gevraagd ‘cultuur’ meer te betrekken bij het impulsprogramma. Dit in verband met het vele ‘cultuuraanbod’ dat Zuid-Holland te bieden heeft. Het impulsprogramma heeft dit ingevuld door een externe expert onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden om kapitaalkrachtige investeerders te verbinden aan cultureel erfgoed, recreatie, water. Deze opgave was in eerste instantie gekoppeld aan de ‘Oude Hollandse Waterlinie’. Tijdens een volgende Denktankbijeenkomst zijn de eerste bevindingen gepresenteerd. Het lijkt mogelijk om via de verbinding met disciplines als recreatie, economie, duurzaamheid, landbouw en energie, andere, duurzame financieringsstromingen te genereren, waarmee de investeerders invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.. Een combinatie van een aantal private partijen (Volker Wessel, HP,3M, Stichting Development Areas) heeft dit uitgewerkt in meer concrete voorstellen in de Alblasserwaard. Daarover vindt inmiddels verder overleg plaats tussen de bedrijven en de provincie (diverse beleidsvelden) waarbij het impulsprogramma het zoekproces faciliteert.
9
Zuid Hollands Bureau voor Toerisme In 2013 is voor het laatste jaar subsidie toegekend aan het Zuid-Hollands Bureau voor Toerisme (ZHBT). Per 1 juli 2013 is het toeristische bureau gesloten. Een aantal taken die voor de provincie van wezenlijk belang zijn, zijn (intern) geborgd via afspraken die daarover met het ZHBT zijn gemaakt. Dit betreft promotie en realisering van nieuwe Toeristische Overstap Punten (TOP’s ), opname van toeristische data in een centrale databank (beheer), digitale rapportages en beheer van routewebsites. Het impulsprogramma heeft deze processen begeleid.
15
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
10
Denktank Vanaf begin 2012 wordt er actief gewerkt aan het Impulsprogramma Recreatie en Toerisme. De
uitvoeringsimpuls is gericht op co-creatie en samenwerking tussen provincie, ondernemers en medeoverheden op het gebied van recreatie en toerisme. Daarmee wordt invulling gegeven aan het motto “Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte”. Om deze nieuwe manier van werken kracht bij te zetten, te ondersteunen en te spiegelen, is een aantal personen uitgenodigd om in een Denktank zitting te nemen. Bij de samenstelling van de Denktank is uitgegaan van een evenwichtige mix van ervaring op het snijvlak van markt en overheid, out-of-the-box denken, energie en over eigen domeinen heen kunnen kijken. Daarvoor zijn op persoonlijke titel een aantal deskundigen uitgenodigd. De Denktank draagt bij aan de invulling van het experimentele karakter van het werken binnen het impulsprogramma. Concrete onderwerpen c.q. thema’s die zijn besproken zijn: relaties richting het Rijk, zee jachthaven Katwijk/Noordwijk, ideeën over draagvlakverbreding, verkenning ‘verdienmodellen’ natuur en economie, Waterdriehoek regio Dordrecht, leren van elkaar (o.a. Kruininger Gors), verkenning private inzet voor natuur en cultuur, evaluatie van het impulsprogramma en concrete projecten uit Alles stroomt. De vijf bijeenkomsten van de Denktank hebben een functie gehad. Met goede, concrete presentaties uit verschillende impulsprojecten en de reflectie daarop van de Denktankdeelnemers is invulling gegeven aan het ‘leren van elkaar’. De bijeenkomsten waren veelal inspirerend, soms agenda-vormend en altijd een stimulans voor ‘netwerkend werken’.
11
Overige adviezen Ballast Nedam Het bieden van platform om ideeën met betrekking tot verdienmodel voor recreatie aan betrokken publieke partijen te presenteren. Binnen (besluitvorming)trajecten rondom Floriade 2022 was geen ruimte meer om een dergelijke interventie te laten plaatsvinden. Door het impulsprogramma zijn drie bijeenkomsten georganiseerd met betrokken publieke partijen om de kennis van Ballast Nedam te delen en op te laten nemen in het bidbook voor Floriade. Avifauna Op initiatief van de directeur van Avifauna en de burgemeester van Alphen aan de Rijn heeft een gesprek plaatsgevonden met Rogier van der Sande over de grootse (indoor) uitbreidingsplannen van Avifauna. Met de vraag: wat kan de provincie betekenen in de realisatie van deze plannen? Omdat het provinciaal belang niet werd onderschreven, is ingezet op het ophalen van kennis met betrekking tot provinciaal ruimtelijk beleid (geen belemmeringen) en gesprekken met Europa-deskundigen van de provincie (geen directe mogelijkheden). Dit heeft niet geleid tot verdere betrokkenheid van de provincie.
16
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
Hoek van Holland In Hoek van Holland is er een idee om een zee jachthaven aan te leggen. Het idee is nog volop in ontwikkeling. Een adviesbureau doet in opdracht van Rotterdam een haalbaarheidsstudie waarbij ook een relatie wordt gelegd met een mogelijke woningbouwlocatie. Vanuit het impulsprogramma zijn er contacten met de initiatiefnemers, maar vooralsnog heeft dat nog niet geleid tot een concreet plan. Op dit moment wordt vanuit het impulsprogramma geen verdere actie ondernomen. Blauwe vlag De provincie is benaderd vanuit de keurmerken Blauwe Vlag en Green Key om te spreken over een eventuele samenwerking bij de organisatie van een internationale conferentie. Het hebben van een Blauwe Vlag is voor veel jachthavens van toegevoegde waarde als profileringsinstrument en geeft voor gebruikers een extra bezoekmotief. De ambitie is: alle jachthavens in Zuid-Holland hebben de Blauwe Vlag. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat over dit onderwerp een internationale conferentie georganiseerd zou worden in Zuid-Holland. Daarbij kon het netwerk dat het impulsprogramma heeft opgebouwd (o.a. met VRW en OPHP) worden ingezet. Eind 2013 is bekend geworden dat de Europese organisatie ervoor heeft gekozen de conferentie te houden in Griekenland en niet in Nederland. Daarmee is deze actie komen te vervallen.
12
Initiatieven die geen impuls zijn geworden Het Impulsprogramma heeft ook een aantal initiatieven onderzocht welke geen impuls zijn geworden. Onderstaand een overzicht in vogelvlucht: Haringvliet Naar aanleiding van de alliantie met Haringvliet is door Rogier aan het impulsprogramma gevraagd hoe deze alliantie een stap verder gebracht kan worden. De behoefte is gepeild maar door onduidelijkheid vanuit de regio is er geen impuls uit voort gevloeid. Waterfront Pernis Door een collega van Economie zijn wij gewezen op dit project. Aangezien er geen meervoudig provinciaal belang was, hebben wij het project doorverwezen naar een externe adviseur. Willem van der Ham/ mobile app ‘stad en land vertellen geschiedenis’ Na een verkennend gesprek is de conclusie dat het impulsprogramma geen rol kan spelen. We hebben de heer Van der Ham in contact gebracht met collega’s van Cultuur en Groen, en met de VVV Nederland en Zuid-Holland Zuid (ZHZ). Hotelsuites Het ondersteunen van een initiatief voor exclusieve strandhuisjes met een (internationale) uitstraling ten behoeve van ontwikkeling Kijkduin strand. Na een gesprek met de initiatiefnemer hebben we deze in contact gebracht met collega’s van RO en Kust.
17
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
13
Netwerksturing – toetsing aan bestuurlijke opdracht Bij de start van het impulsprogramma is de bestuurlijke opdracht geformuleerd waaraan het programma moet voldoen. In onderstaande tabel is deze opdracht vertaald in vijf criteria (horizontale as) waaraan de impulsprojecten zijn getoetst.
Bestuurlijke criteria
Impuls (I) vs.
Beleidsontwikkeli
Focus bij
Publiek/privaat
langlopend proces
ng (B) vs.
regionale
(PP) vs. Publiek
(P)
uitvoering (U)
economie (E) vs.
(P)
ruimtelijke kwaliteit (RK)
Impulsprojecten Alles Stroomt (programma) 1. Oosterleesebrug
P
U
E
PP
I
U
E
P
I
U
E/RK
P
I
U
E
P
I
U
E
P
I
U
E
P
I
B
E
PP
I
U
E/RK
PP
Zeejachthaven Katwijk/Noordwijk
P
B
E
P(P)
Achterlandverbinding Katwijk
P
B
E
P
Land van Bezinning
I
U
E/RK
PP
2.
Zoetermeerse Plas
3.
Rondje Rijn-IJssel
4. 5.
Sloepennetwerk Haaglanden, Rottemeren Openings- en bedieningstijden
6.
Kansenkaart Hollandse Plassen
Waterdriehoek Kinderdijk/Dordrecht/Biesbosch
(locatieonderzoek) Kruininger Gors (Voorne Putten)
P
B
E/RK
PP
Investeringskracht Alblasserwaard
?
B/U
E/RK
PP
Korte impuls met lange termijn effect Zoals bij aanvang van het programma verwacht, verschilt de werkwijze per project. In een aantal gevallen bleek een korte impuls niet te volstaan. Dit zijn de projecten die zich in de initiatieffase bevinden, en daarmee ook tegen beleidsvorming aanschuren. Vanwege de complexiteit en betrokkenheid van veel partijen vragen deze projecten meer tijd voor een gedegen afweging van belangen en mogelijkheden. Geconstateerd is dat projecten die veel tijd en energie vergen vaak niet het grootste effect hebben of zelfs mislukken zoals Kruininger Gors/Voorne Putten. Er worden belangrijke processtappen gezet, maar er is(nog) geen zichtbaar resultaat. Een uitzondering vormt het project Alles Stroomt. Dit project kent ook een langere doorlooptijd, maar dat komt omdat het een programma is van diverse kleinere, kortlopende impulsen. Deze projecten dragen bij aan de verdere ontwikkeling van waterrecreatie in Zuid-Holland. De projecten zijn vaak met weinig inzet, energie vanuit het impulsprogramma tot uitvoering gebracht. Deze
18
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme
kleine initiatieven helpen om nieuw elan te brengen in de samenwerking tussen partijen. De stimulerende rol van de provincie c.q. het impulsteam is ook komende jaren nuttig om nieuwe projecten een duwtje te geven. De uitvoering staat voorop Bij de start van impulsprojecten gaat het altijd om concreet te behalen en in het veld zichtbare resultaten. Toch is in een aantal gevallen tijdens het proces het accent in de richting van beleidsontwikkeling verschoven. Dat geldt in het bijzonder voor de Zeejachthaven Katwijk/Noordwijk waar vooral overheden met elkaar afspraken maken, nu een private business case voor een zeejachthaven niet mogelijk is. De overheden willen blijven samenwerken, omdat zij kansen zien voor de regio: blue energy-centrale in relatie met toeristisch-recreatieve ontwikkeling. De achterlandverbinding voor waterrecreatie (zoet/zoutpassage) zal als één van de bouwstenen worden geïntegreerd in de ‘Kustparel (voorheen zeejachthaven) Katwijk-Noordwijk’. De achterlandverbinding is vanuit beleid (‘compensatie’ voor vastzetten van de bruggen ikv. De Rijnlandroute) toegevoegd aan het impulsprogramma. De werkwijze van het impulsprogramma is daarmee ook toepasbaar voor (nieuwe) beleidsontwikkeling. Beleidsontwikkeling is geen start en geen doel, maar kan wel een resultante zijn. Belang toeristisch-recreatieve sector voor de economie en de leefomgeving Alle projecten kennen een economische insteek. De bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit speelt bij sommige projecten een minder grote rol. De twee projecten in Katwijk verkeren nog een in verkennende fase. Beide projecten bewegen zich in de richting van integrale gebiedsontwikkeling van de kustparel Katwijk-Noordwijk, waarbij het aspect ruimtelijke kwaliteit van groter belang wordt. De projecten van Alles Stroomt hebben vaak weinig tot geen effect op de ruimtelijke kwaliteit. Private initiatieven versterken de publieke zaak Door middel van een impulsprogramma kunnen private initiatieven aan publieke ambities worden gekoppeld. Zoals de impulsprojecten Land van bezinning, Kruininger Gors (Voorne-Putten) en Investeringkracht Alblasserwaard goed laten zien. Deze projecten gingen nadrukkelijk uit van marktiniatieven, waarbij publieke belangen (groenontwikkeling, duurzame energie) worden gediend. Het project Zeejachthaven Katwijk-Noordwijk is gestart met een concreet marktinitiatief voor de aanleg van een jachthaven met woningbouw, maar is uiteindelijk vooral een proces met publieke partijen geworden die kansen zien voor de ontwikkeling van het gebied als Kustparel. De ontwikkeling van een blue energy cenrale (nieuwe technologiën, waterkwaliteit) wordt nu gezien als kansrijke aanjager. In een vervolgfase zullen private partijen opnieuw betrokken worden.
19
Impulsprogramma Recreatie en Toerisme