30 oktober. In rustiger vaarwater. We zijn weer op het water. De zee is nog wel onrustig maar de wind is behoorlijk afgenomen. We hebben de fok en de bezaan op. Meer wind is er niet. Het is zonnig weer. We besluiten om tussen de eilanden door naar Poros te varen. Dat scheelt een paar mijl. Gelukkig is er bijna geen deining tussen de rotsen. Het is altijd weer spannend om zo’n gat te vinden, maar uiteindelijk opent zich de doorgang. We hebben eigenlijk veel meer moeite om de ingang naar ‘Poros Street’ te vinden. Dat is maar een klein gaatje (straatje,) maar ook dat lukt met dit rustige weer.
Karel en Padje houden zich binnen op. Als Padje naar buiten komt, zijn we even oplettend of ze niet over de reling gaat. Ze houdt zich prima, doet niet gevaarlijk. We gaan naar Poros om de dierenarts te bezoeken. Dat kan pas in het weekend, dus hebben we tijd genoeg om o.a. de was- en uitgebreid boodschappen te doen. We kunnen aan de kade voor de restaurantjes afmeren. Het seizoen is afgelopen, maar de dikke uitbater van een van de restaurantjes wil ons niet op “zijn” kade hebben. Alleen grote charterschepen met veel bemanning zijn welkom! “Gewoon afmeren,” gebaar ik naar Frans. We weten inmiddels dat hij geen enkele zeggenschap heeft over deze gemeentekade. Na al die avonturen in Hydra heb ik het gevoel dat dit er ook nog wel bij kan. Hij rommelt nog wat maar laat ons verder met rust. Onze linker buren uit Hydra helpen ons afmeren. Ze komen een drankje drinken en Peter vertelt wat hem allemaal is overkomen de laatste dagen in Hydra. Weer een verhaal: ze zijn door een kleine watertaxi geramd toen ze die vroege ochtend in de storm naar de kade waren gevlucht. Het was zijn plekje. Ze deden aangifte bij de Port Police, maar het enige advies wat ze kregen was direct te vertrekken voor ze nog meer schade zouden krijgen. Daarna hebben ze snel losgemaakt en op zee de nodige golven getrotseerd. Het was windkracht 7, 8 beaufort. Ze durfden Poros Street niet binnen te varen: een kolkende massa van water kwam hen tegemoet en ze hebben aan een afmeerboei gelegen voor het werfje dat daar ligt. Hij heeft eerst gedoken om te kijken of de boei wel sterk genoeg was, gelukkig lag er een groot stuk beton op de bodem. Toen moesten ze hun gast nog kwijt: zijn vlucht vanuit Athene wachtte niet. Ze hebben op de kant een brommer aangehouden en voor 10 euro wilde die wel voor taxi spelen naar Galata. Ze denken niet dat ze hun vriend voorlopig op de boot kunnen ontvangen: hij heeft zijn buik vol van zeilen! Wij vertrokken gelukkig zonder schade en met een extra gast! Ze zien ons katje en moeten vreselijk lachen: “Wir hatten das schon gedacht.” Maar Hydra zullen we niet snel vergeten!
Frans helpt hem met zijn schade en belt met Willem van onze werf in Stellendam voor alle zekerheid. Hij krijgt veel informatie over reparaties aan een polyester schip. Ondertussen horen we van Willem dat het allemaal goed gaat in Stellendam. Ze komen in het voorjaar weer naar Preveza. We zullen ze helaas dit jaar niet zien: ons plan is om richting de Cycladen te gaan. In de paar dagen dat we aan de kade liggen krijgen we weer elektriciteit van de meisjes: ze komen maar een keer langs…
Op een ochtend is er een demonstratie van de taxi’s over de weg en het water. Later horen we dat ze demonstreren omdat het belastingkantoor van Poros naar Athene gaat. Dus geen werk meer voor een 50-tal mensen, maar wat echt belachelijk is: de watertaxi’s halen hun bonnenboekjes (we krijgen sinds kort voor de euro die we betalen een bonnetje) bij het belastingkantoor. Als het boekje leeg is, halen ze daar een stempel en krijgen weer nieuwe boekjes. Nu moeten ze straks om de week naar Athene om daar die boekjes te halen, want ze krijgen er maar een paar mee. En dat is zo’n twee uur varen van Poros! Aan land lijkt het een gewone demonstratie, maar op het water is het wel een spectaculair gezicht met al dat vuurwerk. We gaan met Padje naar de dokter: ze krijgt haar prik en wordt gezond verklaard. We veranderen haar naam in Helena: nadat Frans een extra bulletin op onze website had gezet kregen we meerdere reacties dat ze wel aandoenlijk was maar niet zo mooi! Omdat ze Grieks is en om haar eigendunk wat op te vijzelen vernoemen we haar naar Helena van Troye, die volgens Homerus de mooiste vouw van de wereld was. 4 november. In Methana. We worden hartelijk ontvangen door Willem en Alie van de Ra en de havenmeester Marina. Ze heeft een mooi plekje voor ons en wij hebben bloembollen voor haar. Dat zit wel goed de komende winter. Het weer blijft mooi en ik ga elke middag zwemmen met Alie. Dat is toch wel heel uitzonderlijk: het is midden november en we zwemmen gewoon in zee! Dit kunnen we een dikke week volhouden, daarna komt er onstabieler weer. Ondertussen word ik geveld door een griep. Als ik weer wat op de been ben gaan Alie en ik ’s middags in de omgeving wandelen: de zee is niet meer zo aantrekkelijk. De windrichting is de laatste tijd pal op het strand geweest en dan komt de hele golf van Athene onze richting op. Zo koelt het water wel snel af! We gaan de bergen in. We kunnen niet anders, want de haven van Methana is aan alle kanten omgeven door hoge rotsen. We lopen over de terrassen die al eeuwen geleden zijn aangelegd tegen de bergen om de olijfbomen wat meer ‘voet’ te geven.
We komen mooie oude bomen tegen, ze hebben de gestalte van een oude landloper: knoestig en krom met een warrige haardos, al loopt er wel eens een kale tussen. Dat is wel de nationale trots van Griekenland: de olijfboom. Ze staan tegen elke bergwand die we inmiddels hebben gezien. In de zomer is het een dor gezicht: de grijsgroene tint van de olijfbomen en de grijze kleur van de kale rotsen. Geen groen van gras ertussen, dat is al bijna hooi.
Maar nu we er zo tussen lopen zien we allerlei kleine plantjes tevoorschijn komen na de regen. Het is ineens wel groen op de grond. Klaverblad menen we te herkennen (geen klavertje 4 gevonden!) en cyclaampjes en kleine margrietjes. Ook de eerste paddelstoelen dienen zich aan. De Grieken zijn daar wel bang voor: elk jaar vallen er weer slachtoffers. In Frankrijk kan je bij elke apotheek terecht met je gevonden paddenstoelen, daar krijg je goed advies. Maar hier moet je op internet kijken. Alleen geen kruiden: we hebben een paar zielige struikjes tijm gezien en verder onderzoeken we veel kruidachtige planten, met weinig resultaat. Zelfs met de smaaktest komen we veel niet verder. Alie heeft na tien jaar Griekenland de nodige ervaring met de Griekse keuken. Ze hebben een jaar in Griekenland gewoond en in die tijd heeft ze veel Griekse gerechten leren maken. Dus over de kruiden die hier gebruikt worden weet ze veel. Ik word een stuk wijzer tijdens onze wandelingen!
We voelen ons echte ‘klimgeiten’, dat past wel bij ons: we lachen wat af! Gelukkig tot nu toe zonder schade wat betreft het klimmen, geen schaafwonden of verstuikte enkels. Van de heren moeten we
een mobiel meenemen, maar dat vergeten we nog al eens. We houden vaak wat over aan onze middagbesteding: een paar rozen uit de tuin van een oude Griekse dame, een bosje cyclaampjes, appels uit de supermarkt en we kregen zelfs het aanbod om mee te rijden naar de kraters. Toen we de man goed bekeken zijn we daar maar niet op ingegaan! Maar we zijn wel nieuwsgierig geworden en als het weer wat stabieler wordt willen we toch proberen om de kraters op eigen kracht te bezoeken.
Inmiddels hebben we aan alle kanten de bergen bezocht. We zijn allebei nieuwsgierig naar de volgende bocht, dus zijn we vaak lang onderweg. Soms herkennen we ineens de route weer: “Hier zijn we toch al geweest?” Laatst was er een weg die ons in de bergen had gebracht ineens verdwenen! ”Hoe zijn we dan omhoog gekomen?” Daar werden we zo zenuwachtig van dat we net zo lang hebben gezocht tot we uiteindelijk de weg herkenden: gelukkig nog niet dement. De volgende morgen hadden we wel veel spierpijn, maar dat weegt niet op tegen de aftakeling! We komen steeds voor ravijnen te staan. Dat is een ander ding. Het is soms een hele toer om de weg te vinden langs zo’n ravijn. De terrassen staan daar bijna op de afgrond en je moet goed uitkijken hoe je naar het volgende terras komt. Hier hebben al sinds tijden ezels, geiten en hoeders gelopen. We zoeken dus naar de ‘keutelpaadjes’. En dan kom je ineens weer een bospaadje tegen of zelfs een verharde weg langs een ravijn. Dat is in Griekenland ook een fenomeen: je begint riant op de verharde weg (in ons geval eindigen we daar), dan een hoop zand met een zandpaadje erachter en ineens kijk je het ravijn in. De weg houdt gewoon op.
Halve wegen en halve huizen! Die halve huizen hebben een speciale reden: tot nu toe betaalden de Grieken geen belasting als het huis nog niet af was. Je ziet veel mooie huizen, die vaak bovenop nog uitsteeksels hebben van elektrische kabels. En die halve wegen? Ik zou het niet weten!
En natuurlijk worden we overvallen door een echte Griekse regenbui: lang en veel! We schuilen in het voorportaal van de kerk naast een uitgestorven beautyfarm, waar een hoopje doorzichtige stenen (spekstenen?) met verlichting nog de glorie van weleer uitstraalt.
25 november. Verjaardag van twee heren. Ze zijn allebei jarig vandaag! Toen we daar achter kwamen, keken Alie en ik elkaar aan: voor ons geen verrassing, allebei ‘stiefkopp’n.’ En dat is niet de enige overeenkomst, ze zouden zo een tweeling kunnen zijn. We worden uitgenodigd door onze mannen voor een etentje. Er is een leuk restaurantje in de hoofdstraat. Dat gaan we proberen. Ze hebben geen souvlaki of ander verbrand vlees, maar echte Griekse potten. We mogen in de keuken kijken en het ziet er allemaal lekker en vooral schoon uit. Het wordt heel gezellig: waxinelichtjes op tafel, het eten is goed en we gaan samen met de kok op de foto, natuurlijk een mama! 28 november. Ander weer. Het is de afgelopen dagen behoorlijk tekeer gegaan in onze haven. Regen en storm. De havenmeester kwam nog een keer langs om te kijken of alles nog wel in orde was. We moesten verder van de kade af en we trekken Pietje naar voren. We liggen met de neus aan twee meerboeien, dus dat houdt wel stand. Ons schip is hoger dan de rest, we vangen meer wind. Dat merk je met deze wind goed. Windkracht 8 zou het worden uit het zuiden, dus op de kop. We liggen rustgevend te
wiegelen, maar met zo’n loeier trekt Pietje wel even aan zijn touwen. Het giert door het want. Ik bedenk me dat de wind zich toch heel anders gedraagt hier. In Nederland kan het ook wel eens loeien met zoveel wind, maar hier is het constant. De wind kruipt aan de ene kant de berg op en eenmaal over de top heen valt hij letterlijk naar beneden. Deze valwinden komen met nog meer kracht aanzetten. In Hydra was het geluid van zo’n loeier spannend: houdt alles het wel? Hier weten we zeker dat hij niet veel uithaalt, behalve: waar zijn de katten? Hellenaadje is al een keer kletsnat thuisgekomen en nu we verder van de kaai liggen is de sprong een stuk verder voor ons ‘grut’. Gelukkig, ik kan tot twee tellen. Ze liggen uitgestrekt op ons bed, ook lekker te wiegelen? Ze blijven lekker thuis, want inmiddels regent het ook. Veilig in moeders’ schoot. Die uitspraak past hier wel goed met al dat geklots om ons heen. Een rustgevend gevoel, al wordt er ook gevochten…
1 dec. Toch gezwommen! Vandaag is het weer anders opgestaan. Eest nog een laatste onweersbui in de vroege ochtend. Dat heb ik van horen zeggen: “Heb je dat niet gemerkt, precies boven ons hoofd, flits en knal bijna tegelijkertijd!” Nee, daar ben ik finaal doorheen geslapen. Het is warm. Na de koffie kijken Alie en ik elkaar aan: gaan we? Natuurlijk. We nemen wel voorzorgsmaatregelen: ik pak in mijn tas de ‘campingsmoking’ samen met de badhanddoek. Even voelen, we zien wel. We gaan niet naar het strand, maar richting het zwavelbad. Het water is daar echt weer wit, de laatste dagen heeft de wind op de haven gestaan en zo ook het water uit de bron de haven ingebracht. De stank is dragelijk, ik heb mijn reuk nog niet echt terug na die griep. Na twee weken is het water behoorlijk afgekoeld, gelukkig heeft de zon een lint van warmer water aan de oppervlakte gebracht. We moeten niet zakken met de beentjes, dat is pas echt koud! Maar het is heerlijk en daarna kunnen we ook nog opdrogen aan de kant: op de rotsen, lekker in het zonnetje. Wat een cadeautje op 1 december! 17 dec. Een klusdag. Vandaag is het zover. Het is echt ‘klusdag’ weer. De lucht is grijs, afgewisseld met donkerblauw. Het regent nog niet, het is wel koud. Ik heb mijn gebreide ‘thuispak’ aan en Frans gaat vandaag de boiler maken. Die heeft het al weken geleden begeven. Gelukkig kunnen we warm water krijgen via de centrale verwarming en die staat elke ochtend een paar uur aan, dus niets aan de hand. Onze laatste bezoekers hebben weer allerlei onderdelen meegenomen die het in de loop van onze reis begaven, o.a. het element voor de boiler. Ik krijg zo langzamerhand medelijden met onze visite. Maar mijn zus heeft haar oudste zoon meegenomen en die is met zijn lange gestalte en jaren fit genoeg om een zware koffer mee te sjouwen. We hebben ze net uitgezwaaid na een fijne week, waar ik weer even het gevoel had het jongste zusje te zijn. Een warm thuisgevoel, dat ik nu nog koester. Maar vandaag is daar geen tijd voor. De boiler wordt gemaakt! Eerst moet al het water uit de boiler. Frans zit onder
de vloer van de stuurhut en ontdekt dat de elektrische lenspomp niet naar behoren werkt: “Shit, de pomp stopt niet, wat is dat nu weer? Nu doe hij helemaal niets meer!” Met enige krachttermen en: “ Waar is het boekje?” vult het water uit de boiler even later niet de hele boot, maar vertrekt netjes vanuit de bilgen in het water. Ik doe dienst als tweede handje en hoor: Kraan open, KRAAN DICHT! Ik ben al lang gewend aan deze opdrachten die vaak precies het tegenovergestelde beweren. Ik doe gewoon wat hij zegt en heb geen commentaar meer (meestal). Dat heb ik wel geleerd tijdens de bouw: gewoon doen, niet zeuren, al vind ik vaak dat mijn opmerkingen er wel degelijk toe doen. De herstelwerkzaamheden worden onderbroken door het zoeken naar het boekje over de boiler. Ook dat wordt begeleid met boute uitspraken. Dan: ”Oh ja, verdomd ik heb hem, dat is mazzel!” Er volgt een leespauze begeleid met gemompel van de monteur en enig geschrijf: “Nee dat is het niet, hier staat het in het Duits, nee toch in het Engels.” Eerst maar koffie, ook voor buurman Willem, die heeft Frans er voor de zekerheid maar bijgehaald. Ze hebben hun eigen vaktaal: “Dan moet je dat dingetje niet zo hard aandraaien, handvast met een klein tikkie.” Nu is Frans klaar voor montage. Handvast met een klein tikkie en hij is klaar. Ik doe de kraan open, “NEE DICHT!” “Er moet toch lucht uit de leiding,” zegt Willem. “Oh ja, kraan open.” “Wieslippuh,” mompelt Willem. En hij heeft gelijk: Frans weet het altijd beter. Maar even later kunnen we de boiler weer gebruiken. Fluitje van een cent! 22 december. Een donkere dag in Methana. Het is ‘takkenweer’. De wind huilt door het wand en het is koud. Ik ben net opgestaan en zet gauw ons kacheltje aan. Ik maak een kop warme thee, geef de katten te eten, doe de kaarsjes aan en zit even later te genieten van een speelse Helena: ze molt de kerstversiering. Ik huiver nog: de warmte is nog niet helemaal boven in de stuurhut. Hollandser kan het niet in deze donkere dagen voor kerst. Storm, regen, kou. Ik heb vandaag een pyjamadag! Straks ga ik de spliterwten die mijn zus heeft meegenomen maar eens te voorschijn halen. Gisteren heb ik een selderieknol gevonden bij de groenteboer. Het is tijd voor snert, heerlijk. Maar ik moet eerst mijn verhaal afmaken. Dat heeft prioriteit. De schuld van mijn Ipad, nee mijn schuld moet ik zeggen: ik zit te vaak te wordfeuten!