nº
40ste jaargang / 30 november 2007
23 /
2007
TIJDSCHRIFT VOOR WATERVOORZIENING EN WATERBEHEER
thema proceswater INTERVIEW MET HEINEKEN-PROCESTECHNOLOOG WIM SCHAAP LEIDINGMATERIAAL BEÏNVLOEDT LEGIONELLA NIET BIJ THERMISCH BEHEER GEVOLGEN EUROPESE INTERCALIBRATIE VOOR NEDERLAND BEPERKT
Ruimte
N
aar aanleiding van de gevolgen van een warmer en natter klimaat en de daarvoor benodigde extra ruimte voor water en een betere kustbescherming begint de discussie over de toekomstige inrichting van Nederland los te komen. Het laatste idee dat uit deze discussie voortkomt, is het eilandenplan in de Noordzee (zie daarvoor het commentaar in de vorige uitgave). Ook de Klimaatkaart (eveneens in het nummer van 16 november) roept veel reacties op. Centrale vraag hierbij is of Nederland nog wel voldoende ruimte heeft voor meer water(berging), woningen, wegen, bedrijventerreinen én niet te vergeten natuur en recreatie. Ik denk zelf dat Nederland redelijk vol zit, zeker in verhouding met het buitenland. Als je een week op een waddeneiland bent, merk je weer wat ruimte inhoudt. Alle ruimte op het
vasteland heeft een bestemming. In die zin is er nauwelijks nog ruimte over. Maar als zaken als waterberging en recreatie of woningbouw op het water samen kunnen gaan, dan ontstaat wel degelijk wat ruimte. Compacter bouwen en een verbod op het bouwen van ‘dozen’ op bedrijventerreinen helpen ook ruimte te creëren. Ruimte krijgt pas betekenis als de omgeving open is. Als de horizon (op zee) verpest wordt door dijken, torens of andere bebouwing, wordt de ruimte beperkt. Het voordeel van water(berging) is dat het ruimte maakt. Water schept dus ruimte en kan bovendien eventueel samengaan met recreatie en beperkte woningbouw. Peter Bielars
H2O tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer verschijnt ééns per 14 dagen Officieel orgaan van Stichting tot uitgave van het tijdschrift H2O en haar participanten: - Vereniging van Waterbedrijven in Nederland - Koninklijke Vereniging voor Waterleidingbelangen in Nederland - Nederlandse Vereniging voor Waterbeheer - Kiwa Water Holding BV Uitgever Rinus Vissers Redactie Peter Bielars (hoofdredacteur) Michiel van Zaane Gerda Pieters Redactiesecretariaat Dora Pompe Redactieadres en uitgeverij Postbus 122, 3100 AC Schiedam telefoon (010) 427 41 65 telefax (010) 473 26 40 e-mail
[email protected] Bezoekadres: ’s-Gravelandseweg 565 3119 XT Schiedam Redactiecommissie Harry Tolkamp (voorzitter/NVA) André Struker (KVWN) Frits Vos (VEWIN) Gerda Sulmann (Kiwa Water Research) Advertentieverkoop Roelien Voshol (010) 427 41 54 Brigitte Laban (010) 427 41 52 Mediaorder Carola Sjoukes (010) 427 41 41 Suzanne Klüver (010) 427 41 40 telefax (010) 473 20 00 Abonnementenservice Pauline Roos Tini van Schijndel telefoon (010) 427 41 08 telefax (010) 426 27 95 Abonnementsprijs € 95,- per jaar excl. 6% BTW € 126,- per jaar voor buitenland € 8,- losse exemplaren excl. 6% BTW Abonnementen gelden voor één jaar en worden – zonder tegenbericht – automatisch verlengd. Opzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode te geschieden aan bovenstaand postadres.
inhoud nº 23 / 2007 / *thema 4
/ Verdeling Rijnwater bij Pannerdensche Kop ter discussie
8* / Interview met procestechnoloog Wim Schaap bij Heineken: “Per glas bier drie glazen afvalwater” Maarten Gast
11 / Richtlijn voor het normeren van compartimenteringsdijken
15 / Geohydrologisch onderzoek voor het Wieringermeer Matthijs Bonte, Theo Witjes en Taco Vergeer
18 / Naar een informatiesysteem over de waterkwantiteit Arjan Peters, Fred van Bemmel, Sander Loos en Arnold Lobbrecht
8
21 / Opinie: Evaluatie Meststoffenwet 2006 voor een betere kwaliteit van het oppervlaktewater? Gé van den Eertwegh en Marianne Mul
23 / Opinie: KRW-criteria voor significante schade en onomkeerbaarheid Nico Broodbakker
39* / Invloed van de watertemperatuur op het gedrag van Legionella in leidingen van verschillend materiaal
39
Frank Oesterholt, Harm Veenendaal en Dick van der Kooij
42 / Nederlands macrofauna-maatlat voor rivieren internationaal vergeleken Roel Knoben, Marcel van den Berg, Ton Ruigrok en Niels Evers
Druk en lay-out Den Haag mediagroep b.v., Rijswijk
46 / Gevolgen Europese intercalibratie voor
Copyright Nijgh Periodieken B.V., 2007 Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Overname van artikelen alleen na schriftelijke toestemming van de uitgever.
Marcel van den Berg, Paul Latour, Diederik van der Molen en Bob Dekker
www.vakbladh2o.nl
4
Bas Kolen, Jakolien Leenders en Henk van Hemert
Nederland beperkt
49 / Integrale modellering van ozonisatie voor optimalisatie drinkwaterbereiding Alex van der Helm
57* / Behandeling koelwater kan duurzaam 59* / Uitbreiding waterfabriek Kisuma Chemicals binnen één jaar
Bij de omslagfoto: De waterfabriek van North Water (Waterbedrijf Groningen, Waterleidingmaatschappij Drenthe en Evides Industriewater) in Veendam wordt fors uitgebreid. North Water levert proceswater van demiwaterkwaliteit (zie pagina 59).
Verdeling Rijnwater bij Pannerdensche Kop ter discussie Juist bij het 300-jarig bestaan van het Pannerdensch Kanaal is de discussie losgebroken over het eventueel loslaten van de huidige verdeling van het rivierwater over de Waal en de IJssel, Neder-Rijn en Lek. Rijkswaterstaat wil de verdeling graag houden zoals die is. Provincie Gelderland is voorstander van meer water door de Waal en de Unie van waterschappen voelt juist wat meer voor meer water door de IJssel, mits de afvoer via en vanuit het IJsselmeer goed geregeld wordt. Duidelijk is dat het Pannerdensch Kanaal nog steeds de hoofdkraan van Nederland vormt en dat Nederland er heel wat anders uitgezien zou hebben als deze bypass tussen Neder-Rijn en Waal niet gegraven zou zijn.
O
p 14 november 1707 werd het Pannerdensch Kanaal officieel in gebruik genomen. Precies 300 jaar later, op 14 november jl. hield Rijkswaterstaat samen met Provincie Gelderland, de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland, Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk Gebied en de programmadirectie van ‘Ruimte voor de Rivier’ een symposium op het Pannerdensch Kanaal. Een heleboel vragen stonden op het programma: Moeten we in deze regio klimaatverandering vrezen? Waar vallen de klappen bij extreem hoog water? Hebben we ‘s zomers nog wel voldoende drinkwater, ook voor het westen van het land? Leveren alle ingrepen en aanpassingen van het riviersysteem voldoende op? En is de huidige verdeling van het Rijnwater over Waal, Neder-Rijn en IJssel nog wel van deze tijd? Met name die laatste vraag roept discussie op.
Professor H. de Vriend (TU Delft), met links van hem R. van Waveren (Waterdienst) en rechts van hem de professoren N. van Egmond (NMP) en S. Kroonenberg (TU Delft) (foto: Niek Michel).
Nu stroomt tweederde van de hoeveelheid Rijnwater bij de Pannerdensche Kop de Waal in en éénderde het Pannerdensch Kanaal. Vervolgens splitst die laatste hoeveelheid rivierwater zich bij Arnhem nogmaals in tweederde deel naar de Neder-Rijn en Lek en éénderde naar de IJssel. Volgens Siebe Schaap van de Unie van Waterschappen heeft deze verdeelsleutel erg lang goed gefunctioneerd en bleef de verdeling zelfs in 1995 bij het erg hoge rivierpeil nog intact. Ook aanpassingen in het kader van ‘Ruimte voor de Rivier’ en de stijging van de rivierafvoer bij Lobith van 16.000 naar 18.000 kubieke meter per seconde kunnen het Pannerdensch Kanaal en de omliggende rivieren aan. Alleen de te verwachten zeespiegelstijging kan wel eens voor problemen gaan zorgen, vreest Schaap. Dan moet er veel meer water door de Waal, die dat niet kan afvoeren. Via de IJssel is dat wel mogelijk, mits goed geregeld wordt dat het IJsselmeer meer water aankan. Of dat met meer gemaalcapaciteit moet gebeuren of met het opzetten van het peil, daarover is nog veel overleg nodig tussen Rijkswaterstaat en de betrokken waterschappen. Gedeputeerde Harry Keereweer stelde een nieuwe afvoerverdeling voor: niet langer 66 procent naar de Waal, 22 procent naar
4
H2O / 23 - 2007
verslag
Pannerdensche Kop (uit het boek ‘Verdeel en beheers! 300 jaar Pannerdensch Kanaal’ van Gerard van de Ven).
Neder-Rijn en Lek en 11 procent naar de IJssel, maar 69 procent naar de Waal, 20 procent naar Neder-Rijn en Lek en 11 procent naar de IJssel. De IJssel kan volgens Keereweer voorlopig een stijgend rivierpeil aan, althans wanneer aanpassingen van de rivierloop doorgevoerd worden bij Zutphen, Deventer en Kampen, maar de afvoer is wel begrensd. De Waal moet volgens hem de hoofdrol krijgen in de afvoer. Het is ook de rivier met het hoogste verhang (40 procent meer dan de IJssel en Neder-Rijn). De gedeputeerde wil dan wel afspraken maken met steden in de Randstad om niet langer dicht bij de rivieren te bouwen. De plannen zijn anders onmogelijk te realiseren, aldus Keereweer. Drie professoren (Kroonenberg, Van Egmond en De Vriend) lieten ook hun mening horen
over het Pannerdensch Kanaal. Kroonenberg (TU Delft) ziet de delta opschuiven naar het oosten als de Noordzeespiegel gaat stijgen. In feite zal de oorspronkelijke situatie rond het Pannerdensch Kanaal zich herstellen, denkt hij. Van Egmond (Milieu- en Natuurplanbureau), reagerend op de Waterkaart van Adriaan Geuze (zie de vorige H2O, pag. 26), benadrukte dat het aanpassen van de waterverdeling bij de Pannerdensche Kop in één keer moet gebeuren, faseren is onmogelijk. Het betekent volgens hem dat langs de Waal gigantische nieuwe dijken gebouwd moeten worden. Van Egmond is voorstander van een grotere rol van de IJssel, omdat het IJsselmeer eventueel gedifferentieerd kan overstromen, waar dat in de Randstad nergens kan zonder veel slachtoffers te maken. De Vriend (TU Delft) hamerde erop dat ook de morfologie van de
Splitsing van Neder-Rijn en IJssel bij Arnhem. De dijk links op de foto, de doorsnijding en het splitsingspunt liggen er nog net zo bij als in 1777 (uit het boek ‘Verdeel en beheers! 300 jaar Pannerdensch Kanaal’ van Gerard van de Ven).
rivieren in de gaten gehouden moet worden. Hij waarschuwde ervoor om bij de Pannerdensche Kop in te grijpen. Volgens De Vriend zal de bodem van de Waal vanzelf omhoog komen, waardoor meer water via de IJssel zal gaan stromen. Van Waveren (Rijkswaterstaat Waterdienst) tenslotte kon niet genoeg benadrukken dat Nederland veel vaker last zal krijgen / hebben van laag water in plaats van hoog water. Gemiddeld eens in de vijf tot tien jaar staat het water in de rivieren zo laag, dat het problemen oplevert voor de scheepvaart en de elektriciteitsvoorziening. Rijkswaterstaat zelf voelt niets voor een wijziging van de waterverdeling. Het rivierensysteem is daarvoor te gevoelig. Elke ingreep kan grote gevolgen hebben voor de achterliggende rivieren. Rijkswaterstaat heeft overigens zijn bestaan te danken aan het Pannerdensch Kanaal. Luc Kohsiek, plaatsvervangend directeur-generaal van Rijkswaterstaat ziet op kort termijn twee dingen gebeuren: het weghalen van de vegetatie langs de rivioeren en het meer ruimte geven aan de rivieren. Op lange termijn, wanneer het debiet bij Lobith opgelopen zou zijn tot 18.000 kubieke meter per seconde (meer kan waarschijnlijk niet), zal een deel van Gelderland onder water lopen via Duitsland, vreest hij. Maar dan is inmiddels het gehele Ruhrgebied ook ondergelopen. Die afvoernorm werd ook tijdens deze discussie zwaar in twijfel genomen.
Jubileumnummer Het laatste nummer van dit jaar, dat op 28 december uitkomt, staat in het teken van het 40-jarig bestaan van H2O. In januari 1968 kwam het eerste nummer van dit vaktijdschrift uit. Het jubileumnummer bevat onder meer interviews met de drie hoofdredacteuren van H2O, de voorzitter van de redactiecommissie Harry Tolkamp en één van de eerste auteurs, professor Koot.
H2O / 23 - 2007
5
actualiteit PWN mag niet fuseren met collega-waterbedrijven Het Noord-Hollandse waterleidingbedrijf PWN mag niet, zoals het zelf graag wil, fuseren met de collega-waterbedrijven DZH en Oasen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland stemmen niet in met deze plannen. Hoe de toekomst van het waterleidingbedrijf eruit gaat zien, is daardoor ongewis. Waterketenorganisatie Waternet ziet wel brood in een samenwerking.
D
e directies van PWN, DZH en Oasen waren er in principe al uit. Er was al een intentieverklaring getekend die in februari van dit jaar (zie H2O nr. 2, pag. 4) aan de aandeelhouders zou worden voorgelegd. Maar Gedeputeerde Staten gaven meteen aan liever de vorming van een waterketenbedrijf te zien waarin PWN zou opgaan. Uit onderzoek dat de Boston Consulting Group in 2006 uitvoerde, zou blijken dat een fusie met collega-waterleidingbedrijven de meest efficiënte optie was.
De provincie, die 100 procent van de aandelen van PWN in haar bezit heeft, heeft in februari een quick-scan door de TU Delft laten uitvoeren. Uit die scan bleek dat nog veel zaken onduidelijk waren. Er bestond aanzienlijk verschil van inzicht over de te verwachten voordelen. Ook werd verschillend gedacht over de synergie die bij de vorming van een waterketenbedrijf is te verwachten, de belangen van de burgers bij een eventuele fusie, het draagvlak bij gemeenten (die hun rioleringstaak moeten overdragen) en de bestuurlijke en organisatorische complexiteit.
Vanwege die onduidelijkheden werd toen besloten het besluit uit te stellen. Na de provinciale verkiezingen in maart gaf GS opdracht aan adviesbureau Boer & Croon nieuw onderzoek te verrichten. Dat zou aanvankelijk voor de zomer gereed zijn. Toch heeft GS besloten niet in te stemmen met de fusie. Komende week komt het rapport alsnog beschikbaar voor de belanghebbenden. PWN zal na bestudering van dat rappport met een officiële reactie komen, maar heeft al aangegeven op zoek te gaan naar andere wegen om zich zo goed mogelijk op de toekomst voor te bereiden. Waternet wil graag met PWN rond de tafel gaan zitten. In eerste instantie voor een intensieve samenwerking, maar op lange termijn sluit Waternet een fusie met PWN niet uit.
Opening internationaal ‘jaar van de sanitatie’ Tijdens de opening van het ‘jaar van de sanitatie’ van de Verenigde Naties op 21 november in New York benadrukte prins Willem-Alexander het belang van technische innovatie om de sanitaire voorzieningen wereldwijd te verbeteren. Afgelopen maandag, 26 november, gaf de kroonprins in Zaandam het startschot voor de Nederlandse lancering van het ‘jaar van de sanitatie’.
O
mdat vooral arme mensen in slechte hygiënische omstandigheden leven, moedigt de kroonprins met name de ontwikkeling aan van goedkope en eenvoudige toiletinnovaties. In zijn toespraak in New York probeerde prins Willem-Alexander zijn toehoorders zich te laten voorstellen hoe het zou zijn als er geen toiletten in het gebouw aanwezig zouden zijn. Dat de straten van New York nou niet
bepaald een prettige plek zijn om je behoefte te moeten doen en hoe onwaardig zoiets zou voelen. “Alle mensen wereldwijd hebben het recht op een gezond en waardig leven en het recht op sanisatie”, aldus de prins. Van de wereldbevolking beschikt 40 procent (2,6 miljard mensen) niet over een toilet. Met het tempo van de huidige ontwikkelingen zullen de millenniumdoelen, waaronder ook
wereldwijde toegang tot schoon drinkwater en goede hygiënische omstandigheden, niet vóór 2026 worden gehaald, terwijl de oorspronkelijke streefdatum 2015 is. Op het moment sterven iedere week naar schatting 42.000 mensen aan ziekten die in verband staan met gebrekkige sanitaire voorzieningen. Hoogste tijd dus, aldus de kroonprins, om regeringen op te roepen actie te ondernemen om het millenniumdoel van goede sanitatie dichterbij te laten komen. Willem-Alexander beloofde als voorzitter van de VN-werkgroep Water and Sanitation dat hij zich komend jaar extra gaat inzetten om sanitatie bovenaan de agenda van de wereldleiders te krijgen.
Minister en staatssecretaris bezoeken Waterkader Haaglanden Minister Cramer (Ruimte en Milieu) en staatssecretaris Huizinga (Verkeer en Waterstaat) hebben zich op 21 november tijdens een bezoek aan Waterkader Haaglanden op de hoogte gesteld van de waterproblematiek en de innovatieve oplossingen van overheden, bedrijven en kennisinstellingen in deze regio.
O
mdat het klimaat verandert, kampt Nederland - en in het bijzonder de regio Haaglanden - steeds vaker met enorme hoeveelheden regenwater in korte tijd. Dit zorgt regelmatig voor grote overlast, met name in dichtbebouwde wijken en in het kassengebied van het Westland waar het water moeilijk af kan vloeien. Slimme, innovatieve oplossingen moeten meer ruimte voor water creëren, zonder dat dit ten koste gaat van het wonen en werken of de natuur. Een voorbeeld van deze innovatie is een nieuw kassencomplex in Honselersdijk, dat de bewindslieden bezochten. Overtollig water wordt daar afgevoerd in een kelder onder de kas, om het later te gebruiken voor de bevloeiing van de kassen.
6
H2O / 23 - 2007
Waterkader Haaglanden is een samenwerkingsverband van het Stadsgewest Haaglanden met zijn negen gemeenten,
het Hoogheemraadschap van Delfland en de Provincie Zuid-Holland. Met subsidie van Economische Zaken zoekt het samenwerkingsverband in zes proeftuinen naar technieken om het watersysteem in de regio duurzamer en beheersbaarder te maken. De partijen streven ernaar het watersysteem in 2015 op orde te hebben.
Voorzitter Verkerk van Waterlanden (l.), staatssecretaris Huizinga, dijkgraaf Van Haersma Buma en minister Cramer krijgen uitleg over wateropvang en bevloeiing in het kassencomplex in Honselersdijk.
Wanneer u iets nodig hebt waarop u kunt rekenen ... is er maar één oplossing Nog een bewezen kwaliteitsproduct van Georg Fischer, ons PVC-U leidingsysteem. Dit biedt u een voordelige oplossing voor het veilig en efficiënt transporteren van vloeistoffen. Chemisch resistent, snel en eenvoudig te monteren, als standaard of klantspecifiek verkrijgbaar en volledig traceerbaar dankzij een unieke code, en Meer! Voor uw rust gaat onze productsupport verder: scholing, advies, technische handboeken, een CADbibliotheek én een levenslange garantie!
PVC-U50jaarervaringPVC-UlevenslangegarantiePVC-UCAD/bibliotheekPVC-U technischeondersteuningPVC-UvolledigtraceerbaarPVC-Uwereldwijdbeschikbaar
Uw projecten, onze uitdaging In airconditionings-, verwarmings- en waterbehandelingssystemen in utiliteitsbouw, residentiële en industriële toepassingen garanderen Lowara pompen hoge efficiëntie en betrouwbaarheid. Dit wordt bereikt door geavanceerde technologie en een specifiek ontwerp voor de circulatie van koud en warm water. Excellence in water technology. www.lowara.com
Lowara Nederland B.V. Postbus 54 4180 BB Waardenburg Tel.: (+31) (0) 418 - 65 50 60
[email protected]
GF-0723
Georg Fischer N.V. Postbus 35, 8160 AA Epe Lange Veenteweg 19, 8161 PA Epe Telefoon: 0578/678222 Fax: 0578/621768 E-mail:
[email protected] Internet: www.georgfischer.nl
WIM SCHAAP, PROCESTECHNOLOOG BIJ HEINEKEN:
“Per glas bier drie glazen afvalwater” Bier is er altijd veel gedronken. Vele steden in Nederland en ook daarbuiten hadden vroeger hun eigen brouwerij. Toen er nog gidsen waren in de rondvaartboten in Amsterdam, vertelden zij bij passage van de Brouwersgracht, dat er veel bier gedronken werd, omdat het drinkwater in de stad vroeger zo onbetrouwbaar was. Waar grondwater gebruikt werd, gaat dat verhaal niet op. Vele brouwerijen zijn inmiddels verdwenen. Zo ook uit Amsterdam, waar Heineken en Amstel grote bedrijven waren. In 1968 vond de fusie tussen beide concerns plaats. Aansluitend werd in 1972 de productie overgeheveld naar de nieuwe brouwerij in Zoeterwoude. Voor de bereiding van bier is veel water nodig. Bij de productie ontstaat veel afvalwater. Verslag van een bezoek aan Heineken en een gesprek met Wim Schaap, de procestechnoloog die bij de brouwerij voor water verantwoordelijk is.
Hoe belangrijk is water voor Heineken? “Water is heel belangrijk. Van het bier is 95 procent water. Heineken heeft in Nederland drie brouwerijen. In Zoeterwoude en in Wijlre, de vroegere Brand-brouwerij, maken wij pils voor onze drie hoofdmerken Heineken, Amstel en Brand. In ‘s-Hertogenbosch worden ook bijzondere bieren gemaakt: bruine bieren, wit bier en ‘light’ bier. Heineken is verder eigenaar van Vrumona-frisdranken in Bunnik. Wij produceren daar Pepsi Cola en Seven-Up in licentie, Sisi en Royal Club als eigen merk en Sourcy-water uit een eigen bron in de Utrechtse Heuvelrug. In veel andere landen heeft Heineken een eigen brouwerij waarmee het dikwijls ook lokaal bier in licentie produceert. De uitzondering hierop vormen de Verenigde Staten; een exportmarkt die vanuit Nederland bediend wordt.” “Heineken betrekt in Nederland drinkwater van Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, Maaswater dus dat in de duinen geïnfiltreerd en daarna tot drinkwater bereid is. Een aparte leiding loopt hiervoor van het DZH-net naar Zoeterwoude. Omdat we in het leveringsgebied van Oasen zitten, vindt de levering plaats via Oasen. Voor ons is de kwaliteit ontzettend belangrijk. De eisen die we wereldwijd aan de kwaliteit van het water stellen, zijn hoger dan die voor drinkwater. Water moet vooral natriumarm zijn. We hebben voor het water van DZH gekozen vanwege het gehalte aan barium. Dat lag voor ons gunstiger dan het gehalte in het drinkwater dat Oasen in Zoeterwoude levert. Wij zijn namelijk al in 1981 begonnen met omgekeerde osmose (RO). Daarbij blijkt het bariumgehalte belangrijk voor het rendement dat je kunt halen.”
Hoeveel water gebruikt Heineken op jaarbasis? “De hoeveelheid schommelt op het ogenblik tussen de vier en zes miljoen kubieke meter per jaar. De leiding waarmee wij gevoed worden, heeft een diameter van 600 mm. Toen die in 1972 werd aangelegd, was het
8
H2O / 23 - 2007
watergebruik per eenheid product veel groter dan nu. Toen waren voor één glas bier tien glazen water nodig, nu minder dan vier. Zowel vanuit financieel oogpunt als vanuit milieuzorg hebben we het watergebruik drastisch teruggebracht. Verder reduceren wordt steeds moeilijker. We hebben een grens bereikt.” “Het drinkwater slaan we op in twee kelders van ieder 2.000 kubieke meter groot. Van daaruit onderscheiden we vier waterstromen voor de productie: brouwwater en ketelvoedingswater (samen ruim 60%), zacht water (20%), productiewater (10%) en gewoon drinkwater (minder dan 10% van de totale hoeveelheid). Het drinkwater is bedoeld voor de keukens, douches, toiletten, etc.” “De hoofdstroom is bij ons brouwwater. Daarvoor gebruiken we al sinds 1982 de RO, dus lang voordat de waterleidingbedrijven die gingen toepassen. We hebben een drietrapssysteem: de eerste trap bevat 25 buizen met membranen, de tweede trap twaalf en de derde trap zes. In elke trap gaat globaal de helft van het water door het membraan, de andere helft blijft achter. Die gaat dan naar de tweede trap, maar inmiddels is de concentratie aan zouten daarin verdubbeld. Er gebeurt dan weer hetzelfde, maar in de derde trap bedraagt de zoutconcentratie wel het viervoud van de oorspronkelijke concentratie. Het percentage water dat als totaal van deze drie trappen door de membranen is gegaan, heet de ‘recovery’. In 1982 zat Heineken op een recovery van 85 procent. In de jaren daarna is die telkens met één procent verhoogd tot we op 90 procent zaten. Daar hebben we het bij gelaten. We zijn namelijk bang voor zoutneerslagen bij verdere verhoging. Heineken kan zich geen enkel risico bij de waterbereiding permitteren, omdat we geen moment zonder water kunnen.”
Welke kwaliteit bereikt u met de omgekeerde osmose? “We sturen aan op een natriumgehalte van minder dan 14 mg/l en een hardheid lager dan 0,05°D. Het chloridegehalte ligt dan ook onder 10 mg/l. De oudste filtermodules die
nog in gebruik zijn, dateren van 1993. Die zijn binnenkort 15 jaar in bedrijf. We gaan nieuwe aanschaffen. Toen deze filters nieuw waren, brachten zij de geleidbaarheid terug tot 40 microsiemens. Bij het ouder worden nemen de retenties wat af. Ze zitten nu op 60 microsiemens. Als de geleidbaarheid boven de 100 microsiemens zou komen, krijgen we een procesalarm. Heineken heeft dit proces volledig geautomatiseerd.” “Het wordt zo gestuurd dat we zo weinig mogelijk oponthoud hebben. Het RO-water wordt opgeslagen in buffertanks met een totaal volume van 1.600 kubieke meter. Van daaruit wordt de brouwerij gevoed. Die werkt volcontinu, maar kent wel variaties in de bierproductie als gevolg van onderhoud, wisseling van biersoort en fluctuaties in de afname. Wij zorgen ervoor dat de voorraadtanks met RO-water voor de brouwerij op niveau blijven. We kunnen de voedingsflow per unit variëren tussen 120 en 200 kubieke meter per uur. Met twee units in bedrijf hebben we dus een variatieruimte van 160 kubieke meter per uur, wat voldoende regelbereik geeft om de waterproductie continu af te stemmen op de vraag en oponthoud te vermijden. Vroeger konden we de waterfabriek alleen aan- of uitzetten. Dat dat nu wel kan, hebben we te danken aan Karel Jansen, die hier vroeger werkte. Hij was een pionier in de waterwereld op het gebied van de RO-toepassing. Bij hem heb ik een goede leerschool gehad en veel ervaring opgedaan.”
Waarvoor wordt het RO-water gebruikt? “Voor het brouwen en als ketelvoedingswater. Het water dat het brouwproces ingaat, wordt eerst op 5°C gebracht, omdat daarmee het brouwsel, de wort, gekoeld wordt tot een temperatuur beneden 10°C. Dat lukt alleen met water van 5°C, dat daarbij zelf weer verwarmd wordt. Dan voegen we calcium toe, wat nodig is voor het gistproces. We werken met het beroemde Heineken-A-gist, een giststam die al in 1898 geïsoleerd is door dr. Elion, een leerling van Pasteur, en nog steeds gebruikt wordt. Om bier te maken worden mout en hop in water gekookt. Daar ontstaat het brouwsel dat in een week of vijf door de gistwerking omgezet wordt in bier. De gist zorgt voor de estervorming tijdens de afbraak van de mout en is daarmee bepalend voor de smaak. De juiste verhouding tussen water, gist, temperatuur en verblijftijd is hét geheim van de brouwer.” “Omdat Heineken geen smaakverschillen tussen bier van verschillende brouwerijen wil als gevolg van het gebruikte water moet het water overal aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen, ook al is de bron heel verschillend. Op de Bahama’s is de bron bijvoorbeeld zeewater, in ‘s-Hertogenbosch is het grondwater. De RO-techniek maakt het mogelijk dit uitgangspunt te realiseren. In ‘s-Hertogenbosch werd vroeger alleen ijzer verwijderd; nu worden daar ook biologische NH4-verwijdering en zandfiltratie toegepast.
*thema
Maar binnenkort komt daar een RO-installatie te staan.” “Omdat het water in Zoetermeer relatief duur is, eisen wij een hoge recovery. Waar Heineken grondwater gebruikt, ligt de prijs per kubieke meter lager en heeft het bedrijf wat recovery betreft meer speelruimte. Het ketelvoedingswater wordt gebruikt om stoom te maken. Verliezen in het systeem worden aangevuld met RO-water, omdat dit geen hardheid heeft. “Het zachte water wordt gebruikt om reinigingsmiddelen aan te maken en de pasteurisatie-installaties te bedrijven. Ionenwisselaars halen de kalk eruit. Calciumionen worden vervangen door natriumionen, een proces dat altijd werkt. Wij willen geen kalkaanslag in de tanks en in of op de bierflessen. Ook daar werken wij met het sturen op het niveau in de voorraadtanks.” “Heineken gebruikt voor deze doelen geen RO-water, omdat de RO-waterproductie veel meer energie vraagt. Vroeger werkten de membranen bij een druk van 40 bar; inmiddels is dat gezakt tot acht à negen bar, maar het blijft een proces dat relatief veel energie vraagt.” “Het productwater is een mengsel van drinkwater en RO-water, dat gebruikt wordt voor het reinigen van de installaties en het spoelen van tanks en leidingen. Wij kunnen daarvoor geen RO-water gebruiken, omdat allerlei meters reageren op geleidbaarheid. Een tankleegmeter kan dan het signaal ‘leeg’ geven terwijl de tank vol zit.” “Voor dit water zijn de microbiologische eisen de meest kritische. Bier is een goede voedingsbodem voor bacteriën, maar wij
interview
willen nergens aangroei hebben. In dit water moet het aantal kiemen bij 37°C lager zijn dan 10/100 ml. Dit bereiken wij met een UV-filter vooraf, direct na het samenvoegen van de beide waterstromen.”
wekenlang één mg/l. De CVZ-concentratie is in deze nazuivering verder gereduceerd van 700 tot 40 mg/l. Het gezuiverde water wordt via een leiding van negen kilometer geloosd op het Korte Vlietkanaal.”
U heeft ook een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie?
Hoe bent u in deze functie terechtgekomen?
“Per glas bier gaan er tenminste drie glazen afvalwater het riool in. Dat water behandelen wij in een eigen awzi. Het afvalwater van de toiletten gaat naar de rwzi Leiden-Zuidwest van Rijnland. Wij hebben een anaerobe voorzuivering en een aerobe nazuivering. De voorzuivering bestaat uit twee anaerobe reactoren, die in serie geschakeld staan. Alle afvalwater gaat daar doorheen. Zij werken bij 30°C, de eerste met een verblijftijd van zes à zeven uur, de tweede van tien uur. In deze reactor vindt eigenlijk alleen CZV-afbraak plaats van 3.000 naar 700 mg/l. Daarbij ontstaat gas waarmee wij in een biogasmotor elektriciteit opwekken. Hiermee kunnen we vijf à zes procent van onze totale energiebehoefte dekken. Met het koelwater van deze motor wordt in de winter het hoofdkantoor verwarmd.” “De aerobe zuivering vindt plaats in twee carrousels met een verblijftijd van twee dagen, en aansluitend nabezinktanks. Ons slib is licht; we hebben slibindexen van 300 à 400 ml/l. Maar omdat de nabezinktanks gedimensioneerd waren voor in totaal negen carrousels, komen wij niet in de problemen. Door de dikke slibdeken is het effluent bijzonder helder met BZV’s van twee à drie mg/l, soms
“Ik ben in 1957 geboren in Katwijk aan Zee. Op mijn 15e ben ik al gaan werken, als machinist op een vissersboot. Er moest geld verdiend worden. Dat heb ik tot mijn 23e gedaan, een goede leerschool. In 1982 ben ik bij Heineken in dienst gekomen als operator. Ik heb eerst allerlei cursussen gevolgd: meet- en regeltechniek, kwaliteitsbeheersing, procestechniek e.d. In 1993 ben ik aan de avond-HTS in Delft verder gaan studeren: levensmiddelentechnologie. In januari 1998 ben ik bij de afdeling utilities aangesteld als technoloog. Deze afdeling is verantwoordelijk voor (afval)water, koeling en stroomvoorziening. Wij hebben een eigen warmtekrachtinstallatie. Ik ben verantwoordelijk voor de procesvoering op al deze gebieden, een zeer gevarieerde functie, waarbij geen dag hetzelfde is.”
Hebt u wel eens echte problemen met water gehad? “Ooit zat de zuiveringsinstallatie plotseling onder een dichte laag schuim. Zo’n beeld dat herinnert aan de tijd dat er nog fosfaten in de wasmiddelen zaten. Wij hadden geen
“Eisen aan water voor bier strenger dan voor drinkwater”
Wim Schaap
idee wat de oorzaak kon zijn en ook niet hoe wij er vanaf konden komen. In het afvalwater kwamen sporen minerale olie terecht die normaal in de vetvanger worden afgevangen. Niet zichtbaar (geen oliefilm), maar voldoende voor een enorme schuimvorming.”
Besteed Heineken wereldwijd aandacht aan water? “Alle bier uit onze brouwerijen wordt hier in het laboratorium in Zoeterwoude apart getest op kwaliteit en smaak. Die moet overal constant en gelijk zijn. En overal is water daarbij belangrijk. Vandaar ook die centrale normering voor water, waarover ik vertelde. ‘Aware of water’ vormt een centraal Heinekenthema wereldwijd. U treft plaquettes met dat thema in al onze brouwerijen aan. ‘Water is onmisbaar’ is de invulling die wij er in onze vestigingen in Nederland aan gegeven hebben. Dat zegt genoeg.” Maarten Gast
H2O / 23 - 2007
9
2OSSMARK 4IJDEN VERANDEREN KWALITEIT BLIJFT 0ROCESWATER 3INDS JAREN EEN SPECIALISME VAN 2OSSMARK (ONDERDEN INSTAL LATIES LEVERDEN WE AAN DE INDUSTRIE EN INSTELLINGEN 7E HEBBEN EEN SCHAT AAN ERVARING OPGEBOUWD 6OOR WELKE INDUSTRIETAK OOK WIJ HEBBEN EEN PASSEND SYSTEEM 6AN KLEIN TOT GROOT 6OOR ONTHARDING ONTIJZERING DEMINERALISATIE EN DESINFECTIE 4OT M H ZIJN ER STANDAARD SYSTEMEN $AARBOVEN LEVEREN WE OP MAAT ONTHARDERS MET TEGENSTROOM REGENERATIE GEAVANCEERDE 2/ SYSTEMEN #$) SYSTEMEN VOOR ULTRAPUUR WATER ONTIJZERINGSFILTERS 5 VINDT ONS BIJVOORBEELD IN DE PAPIERINDUSTRIE CHEMISCHE EN PETROCHEMISCHE INDUSTRIE EN DE VOEDINGSMIDDELENINDUSTRIE DAARNAAST OOK IN ZIEKENHUIZEN EN LABORATORIA 7IJ KENNEN DE WERELD VAN PROCESWATER EN NEMEN U GRAAG DE ZORG DAARVOOR UIT HANDEN
2OSSMARK 4HE -ARK OF %XPERIENCE 2OSSMARK 7ATERBEHANDELING BV #ELSIUSSTRAAT ": %DE ., 0OSTBUS "' %DE ., 4 &