Beleidsinformatica Tijdschrift
Volume 31 Nummer 1 (2005)
30 Jaar Beleidsinformatica Jan Vanthienen K.U.Leuven, FETEW, onderzoeksgroep LIRIS
[email protected]
Abstract Op dinsdag 11 oktober 2005 vierde de Contactgroep Beleidsinformatici Leuven haar dertigjarig bestaan. Bij die gelegenheid werd een academische zitting georganiseerd over verleden, heden en toekomst van Beleidsinformatica. In dit nummer vindt u de teksten van de bijdragen en een aantal sfeerbeelden van de viering.
1
* welkomstwoord door Prof. dr. Yvo Dirickx, voorzitter van de nieuwe onderzoekseenheid Kwantitatieve Beleidsmethoden en Beleidsinformatica (KBI) * voorstelling van de LIRIS onderzoeksgroep door Prof. Jan Vanthienen, voorzitter * 30 jaar Beleidsinformatica: Terugblik en nieuwe ontwikkelingen in de Beleidsinformatica
Leven met beleidsinformatica Dries Cuypers (Marketing Director, CA Northern Area),
Van studie naar job Gudrun Van de Weghe (Risk data application manager, Electrabel)
Beleidsinformatica in België Johan Cattersel (CEO Inno.com)
Ondernemen met Informatica; Universiteit en bedrijfsleven Jan Callewaert (President & CEO Option)
Beleidsinformatica: verleden, heden en toekomst Roger Heijens (Voorzitter PricewaterhouseCoopers)
* slotwoord door vice-rector Prof. dr. Filip Abraham
2
Inhoudsopgave
1
Leven met Beleidsinformatica ......................................................................5 Dries Cuypers Marketing Director, CA Northern Area
2
Van studie naar job, 30 jaar Beleidsinformatica .....................................11 Gudrun Van de Weghe Risk data application manager, Electrabel
3
Beleidsinformatica in België .......................................................................17 Johan Cattersel CEO Inno.com
4
Ondernemen met Informatica; Universiteit en bedrijfsleven.................21 Jan Callewaert CEO Option
5
Beleidsinformatica: Verleden, heden en toekomst...................................27 Roger Heijens Voorzitter PricewaterhouseCoopers België
3
4
1
Leven met Beleidsinformatica
Dries Cuypers Marketing Director, CA Northern Area
1.1
Inleiding
Geachte Professoren, Dames en Heren. Het Leven met Beleidsinformatica is mij eerlijk gezegd gewoon overkomen. It just happened. Laat mij me eerst even voorstellen – mijn naam is Dries Cuypers, ben 35 jaar, en als ongewild “generation X” element ben ik al 5 jaar gelukkig samenwonend in Edegem, een slapende gemeente ten zuiden van Antwerpen. Mijn leven als Beleidsinformaticus is gestart hier aan deze universiteit. Afgestudeerd in 1992, ben ik, zoals zovelen, blijven plakken in Leuven, tot ik in 2000 verkast ben naar Edegem. En dat had niets te maken met Y2K – ik schat de informaticadienst van de stad Leuven niet lager in dan die van de gemeente Edegem. Ik zou graag met u even stilstaan bij wat volgens mij belangrijke kenmerken van een Beleidsinformaticus zijn. Vervolgens wil ik u een aantal nieuwe taken beschrijven die volgens mij op het lijf van de Beleidsinformaticus geschreven zijn. En ik wil u aantonen dat de vraag naar Beleidsinformatici, zelfs na 30 jaar, actueler en groter is dan ooit. 1.2
Forrest Gump
Het leven met Beleidsinformatica is “like a box of chocolates : you’ll never know what you’re gonna get” – een citaat uit de film Forrest Gump. Ik wil niet zover gaan om mezelf – en zeker niet mijn collega-Beleidsinformatici – te vergelijken met Forrest Gump. Maar ik heb in dit interessante personage toch
5
2 kwaliteiten, of zo u wil, gelijkenissen gevonden met de Beleidsinformatici die hier de voorbije 30 jaar uitstroomden. Het leven van Forrest Gump werd gekenmerkt door een opeenvolging van nieuwe kansen, die hij meestal tot een goed einde bracht. Tot Forrest geconfronteerd werd met de volgende uitdaging. Zo verging het mij ook – en zo heb ik het vele van mijn collegaBeleidsinformatici zien vergaan. Ze zijn aanwezig in vele domeinen en op vele niveaus – in België en in het buitenland. Dit getuigt volgens mij van de kwaliteit van de opleiding die we hier aan de universiteit hebben genoten, en van een fascinatie voor verandering die zo eigen is aan het wereldje waarin wij leven. Forrest Gump kan je misschien beschrijven als ‘van alle markten thuis’ – en voor Beleidsinformatici heeft de brede basis die we ontvingen door de vele cursussen in vele vakdomeinen gezorgd voor een breed kennisgebied. Als starterpremie kan dat tellen ! 1.3
Ik, Beleidsinformaticus
Even terug naar Forrest Gump. Forrest viel altijd toevallig en bijna holderdebolder in de volgende job. Zo is het ook mij een beetje vergaan. Het begon al bij de bepaling van mijn studiekeuze. Zoals iedereen mochten we langs het ‘PMS’ passeren. Mijn voorkeur ging uit naar Germaanse Filologie. Het PMS vond dat iemand die uit de ‘Wetenschappelijke A’ kwam beter Burgerlijk Ingenieur zou worden – maar dat zag ik dan weer niet zitten. Dus kwamen ze op een Belgisch compromis : Handelsingenieur, iets tussen de twee in. Hoe het PMS op die typering gekomen is blijft mij tot op vandaag de dag een raadsel. Hiermee wil ik alvast ontkrachten dat enkel computernerds een studie Beleidsinformatica kunnen aanvatten – mijn eerste computer werd thuis pas ingeplugd in het 6de middelbaar. Hoe ziet mijn Forrest Gump verhaal er verder uit – het romantische buiten beschouwing gelaten ? Het leven van Forrest werd gekenmerkt door een aantal sleutelfiguren die de loop van z’n leven hebben bepaald. Voor Forrest was dat onder andere Captain Dann. Mijn Captain Dann was Professor Vandenbulcke – met mijn excuses voor de vergelijking die u liefst zo breed metaforisch mogelijk moet opvatten.
6
Laat ik een onvergetelijk moment met u delen dat zich voordeed kort na het examen Bestuurlijke Informatiesystemen. Ik kwam Professor Vandenbulcke tegen in de gang van het Handelskot – die mij influisterde : “Wat heb jij uitgespookt op het examen ?”. Paniek in het Handelskot, enfin, toch bij mezelf. Gelukkig was het positief bedoeld – ik had in mijn antwoord verwezen naar een aantal artikels rond ER modelering die ik toen gelezen had, en waarvan ik vond dat ze mooi aansloten op het antwoord op de examenvraag in kwestie. Het vak BIS en de besproken onderwerpen lagen me wel – en ik begreep de verzuchtingen van mijn collega-studenten – vooral buiten Beleidsinformatica – niet zo goed. Ik was dan ook heel blij toen ik aan het einde van het laatste jaar door Professor Vandenbulcke werd gevraagd als assistent. Dankuwel, Professor Dann … De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik binnen één jaar door had dat een academische carrière niet direct mijn ding was – en ik ben dan ook heel blij dat ik op tijd plaats heb gelaten voor iemand die er wél in geslaagd is zich te bewijzen met een geslaagd doctoraat – Professor Lemahieu. Op naar het volgende avontuur – EliAS – een leverancier van bibliotheeksystemen waaronder Dobis-Libis. Bij EliAS waagde ik mij aan database-programmatie. En de database hield mij in de greep. Na EliAS kwam Sybase, daarna Oracle. En tijdens deze boeiende avonturen een geleidelijke, maar ook weer toevallige ontdekkingstocht van techniek, over technisch-commercieel, via product management en product marketing naar marketing. Momenteel zet ik mij in voor Computer Associates waar ik mag rondtrekken in de BeNeLux en in het koudste deel van Europa – het Hoge Noorden. Met de stap naar marketing begint de database stilaan haar grip op mij te verliezen. Of is dat niet mogelijk ? Misschien is dat een vraag voor Professor Vandenbulcke binnen 10 jaar ? 1.4
Het tijdperk van de Beleidsinformaticus
Vertel ik dit omdat ik reken op de aanwezigheid van headhunters in de zaal ? Verre van – ik denk dat dit aantoont dat we bij Beleidsinformatica een brede basis hebben gekregen waarmee je vele kanten uitkan. En dat is iets waar ik tot op vandaag heel blij mee ben – ik hou mezelf graag voor dat we dankzij onze opleiding vrij snel de klepel zien hangen. Over 30 jaar Beleidsinformatica kan ik niet getuigen – wel over de laatste helft.
7
Bij client/server computing, daar ben ik begonnen. De discussie toen ? Techniek. Vervolgens internet computing. De discussie toen ? Techniek. Dan dook het doemscenario van Y2K op. De discussie toen ? Techniek. En dan – een unicum in de informaticawereld – even stilte en even een gebrek aan ‘the next big thing’. De discussie ? Wat vangen we aan met IT. Tijdens de technische discussies kunnen Beleidsinformatici hun mannetje – maar helaas te weinig hun vrouwtje – wel staan. Maar waar ze volgens mij echt in uitblinken is in – opgelet, hier komt de nieuwe kreet van vandaag – Alignment. Ik meen het echt – volgens mij is nu het tijdperk van de Beleidsinformaticus aangebroken. 1.5
De Beleidsinformaticus als advocate
Kan u ontkennen dat Beleidsinformatici tijdens hun opleiding in aanraking zijn gekomen met verscheidene bedrijfsfuncties ? Kan u ontkennen dat ze hun bedrijfskennis hebben kunnen uitdiepen als ze onder een slimme IT baas zijn terecht gekomen die hen tijdens de job nog meer bedrijfsvoering hebben doen beleven ? Beleidsinformatici zijn volgens mij goed geschikt als “business advocates” bij IT en “IT advocates” bij de business. Ze zijn als het ware opgeleid tot liaison officers. Dat betekent kaas gegeten hebben van beide kanten – en begrip kunnen opbrengen voor de verzuchtingen en oordelen – vaak vooroordelen – van beide kanten. Ik pleit ervoor om van elke informaticus een beetje “Beleids” te maken om hen bewust te maken wat de vrucht van hun arbeid echt betekent in een organisatie. Vele organisaties hebben dit begrepen en laten informatici eerst van de business proeven vooraleer ze ook maar aan een IT project beginnen. Ze doen beleidservaring op die ze kunnen toepassen in de informatica – Beleidsinformatica dus. 1.6
De Beleidsinformaticus als marketeer
Elke tak van de bedrijfsvoering heeft beleidsondersteuning nodig. En IT staat altijd klaar om deze te leveren : ERP voor productieafdelingen, Financiële systemen, HR systemen voor de personeelsafdeling, CRM voor sales en
8
marketing. IT staat vaak aan de wieg van deze beleidsondersteunende systemen – maar de meest succesvolle realisaties zijn diegene die door de business zelf werden geïnitieerd, of waarvan de business zelf de waarde inziet. Dit vraagt dus ook IT inzicht van de beleidsverantwoordelijken zelf. Om hen daarbij te helpen - wat dacht u van het invoeren van een “interne IT Marketing” functie, waarbij het IT departement vanuit een behoeftenbepaling van de doelgroep binnen de organisatie, een IT oplossing voorstelt. Deze IT Marketeer stelt zich de klassieke marketing vragen. Wie is mijn doelgroep ? Wat zijn hun behoeften ? Hoe kunnen we deze behoeften bevredigen ? Wat is de optimale invulling van Product, Prijs, en Plaats - voor IT betekent dit het ter beschikking stellen van de oplossingen ? Deze IT Marketeer zorgt er ook voor dat de interne Promotie niet vergeten wordt. Nog een functie die weggelegd is voor de Beleidsinformaticus. 1.7
De Beleidsinformaticus voor de IT afdeling
Het is de taak van zowel een Beleids- als de IT afdeling om nieuwe toepassingen voor beleidsondersteuning te bedenken en te ontwikkelen. Rapportering, Planning, Kennissystemen, Business Process Modeling platformen, compliance platformen, verkoopsplatformen, beveiligingsplatformen, risk management platformen, noem maar op. Al deze systemen laten de diverse departementen toe zichzelf te “aligneren” – hier gaan we weer – maar vooral om te bewijzen waarvoor ze de schaarse bedrijfsmiddelen inzetten en welk resultaat ze behalen. Zelf kan ik getuigen van de discussies die vandaag in de marketing departementen gevoerd worden : alignering met bedrijfsdoelstellingen en het bewijzen van de toegevoegde waarde. Heel herkenbaar denk ik, niet ? De marketing afdeling rekent in dit debat op IT en verzoeken hen om beleidsondersteunde systemen zoals CRM, project & campaign management, lead follow-up en systemen voor closed loop marketing rapportering. En welke systemen heeft IT voor zichzelf ingezet om te helpen zich te aligneren met de bedrijfsdoelstellingen en de toegevoegde waarde aan te tonen ? Nog niet zoveel, vrees ik. Het wordt dus tijd dat IT aan zichzelf begint te denken. De voorbije jaren heeft IT vooral gewerkt aan het verhogen van de efficiëntie en het indijken van de kosten door bijvoorbeeld te investeren in nieuwe ontwikkelingsmethodologieën en computerplatformen. Jammer genoeg blijven deze verbeteringen vaak verborgen voor de rest van het bedrijf en door hen verwezen naar de interne keuken van het IT departement.
9
Hoe kan IT dan de toegevoegde waarde aantonen ? Op dezelfde manier als finance, sales, marketing of HR dat doen : door te investeren in beleidsondersteuning. Hoe kan IT nog verder de efficiëntie verhogen – maar vooral de resultaten hiervan aantonen ? Op dezelfde manier als finance, sales, marketing of productie dat doen : door standaardisering en automatisering van processen. IT zoekt, bedenkt, ontwikkelt en implementeert systemen voor beleidsondersteuning voor het ganse bedrijf – laat IT nu wat meer zichzelf helpen. Tijd dus voor investeringen in beleidsondersteunende systemen voor het IT departement zelf – noem het voor mijn part “ERP voor de IT afdeling”. Of om het met een mode term aan te duiden : Governance. Raad eens wie volgens mij goed geplaatst is om beleidsprincipes in te voeren in een IT departement ? De Beleidsinformaticus. 1.8
Beleids, wo bist du bleben ?
De term ‘informatica’ speelt ons parten. We delen in de klappen van de perceptie rond de informaticus : het waanidee van de aan fastfood en iPod verslaafde computerfreak die vandaag moeilijk aan een job geraakt. Misschien moeten we afstappen van de term informaticus – en spreken van Handelsingenieur in de Beleidsondersteuning – of Master in Business Enablement ? Recente publieke optredens van onder andere professoren hier aanwezig en collega-sprekers tonen aan dat de vraag nog steeds groot is. En de functies die ik eerder heb toegelicht waarvoor ik de Beleidsinformaticus bijzonder geschikt acht tonen aan dat de vraag nog groter zou kunnen zijn. Volgens de cijfers die eind deze week in DataNews zullen verschijnen hebben de nieuwe bachelors deze mogelijkheden nog niet gezien en gaat het aantal eerstejaarsstudenten informatica achteruit. Ook hier zijn de Beleidsinformatici slachtoffer van de term ‘informatica’. Er tonen zich positieve evoluties voor het het nieuwe programma Handelsingenieur in de Beleidsinformatica. 36% stijging in aantal, en een stijging van 20% voor de dames. Ze komen er aan – de beleidsondersteuners van morgen ! Dank u voor uw aandacht. Dries Cuypers
10
2
Van studie naar job, 30 jaar Beleidsinformatica
Gudrun Van de Weghe Risk data application manager, Electrabel
2.1
Inleiding
Geachte professoren, dames en heren, oudstudenten en studenten, Met veel plezier, breng ik jullie vandaag, in het kader van 30 jaar Beleidsinformatica, mijn verhaal, mijn ervaring als beleidsinformatica-studente en als beleidsinformaticus in de praktijk, nu sedert 6 jaar. Mijn naam is Gudrun Van de Weghe, en ik ben, net als de richting beleidsinformatica, 30 jaar, woonachtig te Aalst en afgestudeerd als Handelsingenieur in de beleidsinformatica in het jaar 1999, jawel dus deel uitmakend van de generatie die door professor Jan Vanthienen op de proclamatie werd uitgewuifd als “zij die het jaar 2000-probleem gaan oplossen.” 2.2
Studiekeuze
Vooraleer in te gaan op het professionele luik, stel ik voor dat we beginnen bij het begin: de keuze voor de richting Handelsingenieur in de Beleidsinformatica. Waarom koos ik in 1994 voor Handelsingenieur en twee jaar later in 1996 voor de optie Beleidsinformatica? De keuze handelsingenieur was destijds gestoeld op het feit ik nu net moeilijk kon kiezen, of correcter geformuleerd, omdat een brede vorming me wel aansprak. Eigenlijk, koos ik bewust voor een veelzijdige / polyvalente studie, waarin een flinke dosis wiskunde en natuurwetenschappen gecombineerd werd met de menswetenschappen economie en psychologie waarbij bovendien ook nog wat recht- en talenkennis zou worden aangescherpt.
11
In 1996 koos ik voor beleidsinformatica, enerzijds geprikkeld door de reputatie van de richting, net nog iets “uitdagender” te zijn dan de ander opties, anderzijds door een waaier van argumenten zoals • Het feit dat het spel met constructen als iteraties en recursies in een inleidende programmeercursus me wel amuseerde. • Het internet dat net als nieuw medium in de samenleving was opgedoken, wel een zekere nieuwsgierigheid bij me opwekte • En ook de garantie dat naast de informatica-dimensie, parallel de economische, “business“ dimensie ontplooid zou worden, dit laatste aspect, was niet alleen een “nice-to-have” maar een echte “must-have”, gezien een beleidsinformaticus @ work de kloof tussen IT en business nogal dikwijls moet overbruggen. 2.3
Studiejaren
Zo begon ik, samen met een 40-tal medestudenten, waaronder een tiental meisjes, het eerste jaar. Van dit jaar herinner ik me vooral een stevige douche in het ICTjargon, waarbij het een sport werd om TLA’s three-letter-acronyms te ontcijferen. De volgende reeks is mijn loopbaan in een notedop: ERP-BPR-DWH-, 1 vierletter-acroniem- GIGO-KDD-CRM-EIS-RMS . Daarover later meer. Ook een stevige dosis “professor Jacques Vandenbulcke” kenmerkte het eerste jaar. Tijdens het vak BIS, dat bij menig student ook de associatie met het werkwoord opriep, had professor Jacques Vandenbulcke het meteen over bestuurlijke informatiesystemen, een wereld waarin ik me tot op de dag van vandaag nog altijd bevind. Ook het marathonexamen van het vak databasemanagementsystems, waarbij we in één dag een volledige database-design-cyclus dienden te doorlopen is me bijgebleven. Ik ruik als het ware nog altijd de pizza die één van mijn medestudenten had besteld, met levering in het examenlokaal, terwijl iedereen aan het zwoegen was op de examenoefening. Tijdens het tweede jaar doceerde professor Ferdi Put ons netwerktheorie en systeemsoftware, professor Jan Vanthienen introduceerde ons in systeemanalyse en allerlei ontwikkelingsmethodologieën. Er was ook de eerste praktijkervaring, in het kader van toepassingen van computers in management. Hiervoor deed ik met een studentcollega een leuke stage in het marketing-departement bij FedEx waar wij een rapporteringsysteem ontwikkelden boven een Oracle datawarehouse. Deze stage was naast de eerste boeiende confrontatie theorie-praktijk, voor mij bovendien, een persoonlijk een ticket voor een vakantiejob met inhoud bij Federal Express.
12
Tijdens het laatste jaar was er ruimte voor debat over ERP-systemen en business process reengineering tijdens de sessies collaborative systems met professor Ferdi Put. Professor Maurice Verhelst doceerde ons tijdens dit jaar software engineering met MERODE. Ook Economics of Information Systems, van professor Guido Dedene, is mij bijgebleven als een waardevol economisch toetsingskader (TCO: total cost of ownership) voor alle praktijkervaringen die totnogtoe volgden. Uiteraard lag tijdens het laatste jaar een belangrijke focus op het eindwerk. Ik deed mijn eindwerk, met titel “datawarehousing en business intelligence in dataintensieve sectoren” onder de deskundige en zeer intensieve begeleiding van professor Jacques Vandenbulcke. In dit kader woonde ik ook voor het eerst een seminarie bij van het SAI, een zeer waardevol kennisforum voor de ICTprofessional. De voornaamste conclusies van mijn eindwerk: • Het tijdperk is aangebroken waarin ICT “strategic challenges” kan én moet waarmaken • Om tot een succesvol resultaat te komen in business intelligence oefeningen is een multidisciplinaire aanpak nodig: voor een dataminingoefening o Volstaat het niet om een goeroe in neurale netwerken te zijn (algoritme-kennis) o Heel belangrijk is de business-kennis of de domein-kennis o Daarenboven ook de specifieke datakennis nodig o En de kennis van het softwarepakket waarmee de analyse wordt gedaan. 2.4
Diploma beleidsinformatica = ticket tot een boeiende multidisciplinaire job.
Met die conclusies in het achterhoofd, en in het algemeen een polyvalente vorming op zak, ben ik mijn actief professioneel leven met veel enthousiasme, nieuws- en leergierigheid begonnen. Dit in een periode waarin de ICT-sector boomde met enerzijds het Y2K-probleem en anderzijds de dotcom-hype. Mijn eerste ervaring, was zoals dat dan heet een “big-bang SAP implementatie” bij VRT. Of anders geformuleerd een simultane introductie van de logistieke, financiële en HR modules van deze standaard ERP software. Deel uitmakend van een technical core team, was ik verantwoordelijk voor de MM-module. In deze rol analyseerde ik de aankoop- en voorraadbeheerprocessen van VRT (aankoop en voorraad van kantoormateriaal tot aankoop van filmrechten) en maakte vervolgens de mapping naar de best-practices-processen beschikbaar binnen SAP.
13
Na deze ervaring met operationele processen en standaardsoftware, koos ik er bewust voor om terug te keren naar het domein dat ik onderzocht had in het kader van mijn thesis, dat van de tactische en strategische applicaties, het domein van business intelligence, dat uiteraard in heel wat gevallen gevoed wordt door data komende van ERP-systemen. Gedurende vier jaar werkte ik voor de software vendor SAS, als SAS consultant (SAS en niet SAP). Voor alle duidelijkheid, voor de studenten hier aanwezig, SAS is veel ruimer dan de statische modules die klassiek in het kader van econometrie en multivariaatanalyse worden gebruikt. Het is een suite, die per domein, zoals bv. Risk Management, CRM, SRM, BalancedScoreCarding, enz., en ook per sector Telco, Banking, Utilities, Pharma, business intelligence oplossing aanbiedt op datawarehousingfundamenten. Deze 4 jaar zijn enorm verrijkend geweest. Naast een technologiebad, kreeg ik bij SAS ook snel een overzichtsvisie op de business intelligence needs van de grote Belgische bedrijven hetzij door persoonlijke ervaringen of door knowledge sharing met collega’s en dit in financiële sector, publieke sector, industriële sector. Daarnaast werden ook soft skills en projectmanagement technieken aangescherpt. De “intieme” Belgische context van een 100-tal werknemers, gelinkt aan een high-level internationaal knowledge netwerk, bleek ook heel effectief om, vrij van bureaucratie, snel te kunnen ageren en pragmatisch te werk te gaan met een duidelijke focus op resultaat voor de klanten, dit tijdens de periode nà de ICTboom van eind de jaren negentig. Sinds juli vorig jaar, ben ik vol energie voor een heel mooi project bij Electrabel, en dit als risk data and application manager binnen het european middle office team. Dit middle office team waakt over het market risk, credit risk en operations risk die de trading-, sales- en procurementactiviteiten met zich meebrengen. Merk op dat Electrabel de tradingactiviteit pas vrij recent, een aantal jaar terug, met de liberalisering van de energie-markt, terug intensief begon te ontwikkelen. Concreet, wat houdt dit in? Aan de hand van marktprijzen, die dagelijks verzameld en gevalideerd worden, worden de posities van electrabel dagelijks gevalueerd met pricing functions op maat van de soms wel complexe energieproducten, en worden ondermeer de Mark-to-Market, Value-at-Risk, Credit-Exposure-rapportering dagelijks geanalyseerd. We opteerden hierbij voor een best-of-breed aanpak. Gezien geen enkel off-the shelf product beschikbaar op de markt de noden van de complexiteit van de energietrading beantwoordt, was voor het calculatiehart van RMS (risk
14
management system), de pricing engine, maatwerk was aangewezen. Voor de publicatie en verdere adhoc-analyse van de resultaten werd gekozen voor een pakket, namelijk de enterprise business intelligence solution met OLAPtechnologie van SAS . Het kan niet genoeg gezegd worden dat “wendbaarheid” / “agility” binnen deze omgeving cruciaal is. Lightweighted- iteratieve-ontwikkelcycli zijn dan ook aan de orde. (Als traders nieuwe producten ontwikkelen, moeten de valueringsmethoden quasi onmiddellijk beschikbaar zijn/ Als electrabel nieuwe internationale samenwerking opzet dient dit ook geïntegreerd te worden in de risk portfolio / …) Dit project is nog niet af, uitdagingen zijn er nog bij de vleet. Business-wise, is er het IAS/IFRS – framework dat een impact heeft en technisch is er de vereiste om zowel het overzicht (globale positie België) als het laagste detail( uurlijkse profielen van bepaalde centrales) te tonen en dit dan ook al in een near-real-time omgeving. Tegen een achtergrond van globalisering, in een wereld waarin men regelmatig beweert dat “verandering de enige constante is”, liggen er zeer zeker, nog heel wat strategische beleidsondersteunde ICT projecten voor ons. Ik ben er, - met mijn bescheiden ervaring van overtuigd, dat wij beleidsinformatici, dankzij onze polyvalente vorming, die ons als het ware als een multidisciplinair 1-persoonsteam afleverde, een belangrijke bijdrage kunnen leveren om succes te boeken in de huidige complexe context. Sta me ook toe, te beklemtonen, voor de meisjes/dames hier aanwezig, dat binnen deze wereld, er zeker ruimte, zo niet nood is aan vrouwelijk talent dat met onder meer een extra empathische touch, ongetwijfeld nog een extra waardevolle contributie kan leveren. En, met dit statement, rond ik mijn verhaal graag af. Ik dank u voor uw aandacht, en wens jullie allen succes, maar ook veel fun bij toekomstige projecten. Gudrun Van de Weghe
15
16
3
Beleidsinformatica in België
Johan Cattersel CEO Inno.com Enkele jaren geleden, tijdens de viering van 25 jaar beleidsinformatica, sprak professor Vandenbulcke over: “Geen toekomst zonder informatica” En dat was in het jaar 2000 een heel gewone uitspraak. Vanmorgen las ik de Tijd en zou graag enkele zaken op een rijtje willen zetten: -
het Internet groeit sneller de laatste 12 maanden dan in het topjaar 2000; er kwamen 16 miljoen sites bij Capgemini boekt voor het eerst in 4 jaar terug positieve halfjaar cijfers
-
Enkele weken terug berichtte Data News: o 7000 werkloze IT’ers
-
en kwamen berichten in de krant over o ontslagen bij HP en anderen o outsourcing van IT-activiteiten werkloosheid
-
naar
het
Oosten
veroorzaakt
Andere nieuwsberichten haalden ook de voorpagina’s, zoals de moeilijke start van Tax-on-web, de kruispuntbank voor ondernemingen, en vele anderen… Wereldwijd zouden voor vele miljarden Euro ICT-projecten de mist in gaan.
Zouden we dan de vraag van Prof Vandenbulcke vandaag niet eerder moeten omdraaien en in plaats van te stellen: “ geen toekomst zonder informatica” moeten vragen: “ heeft informatica nog een toekomst ?” Het nieuws van de laatste dagen en weken geeft geen duidelijk antwoord op deze vraag. De negatievere berichtgeving vermeldde ik reeds kort zo-even en de media spelen daar een grote rol in. Positieve berichtgeving vind je gelukkig ook…
17
Bedrijven nemen informatici aan, en nog sterker , enkele weken geleden stond ik samen met enkele professoren uit onze adviesraad en uit de verschillende universiteiten van de daken te roepen dat er een schrijnend gebrek was aan informatici en werd deze noodkreet nog versterkt door de constatatie dat er een terugloop was van de nieuwe inschrijvingen in deze opleidingsrichting ( dit werd uitgebreid in Kanaal Z, in Data News en in de Tijd in het nieuws gebracht). Ook vanuit de kant van Agoria werd duidelijk aangegeven dat er jaarlijks een 3000 nieuwe informatici bijkomen op de markt, maar de markt nood heeft aan ongeveer 4.500 afgestudeerden. In juni van dit jaar maakte Inno.com een zeer visibele media-campagne om Enterprise Architects te werven. Slechts een 10-tal goede kandidaten lieten van zich horen…. Hoe zit dit eigenlijk? Hoe kunnen we deze 2 – op het eerste zicht tegenstrijdige constataties verzoenen? Informaticus is een term die in tegenstelling tot die van ingenieur niet door de wet beschermd wordt en ook een die vele ladingen dekt. Het is zoals spreken over een medicus die dan even goed een verpleegster, een bejaardenverzorgster een oogarts, een tandarts of een neurochirurg zou kunnen zijn. Dit heeft geen zin en geeft ook duidelijk aan dat het dan geen zin heeft om te spreken van medici…een verpleegster school je ook niet in 3 maanden om tot een hartchirurg. En nochtans worden er in onze sector alleen gesproken over die ene informaticus en van de 7.000 werklozen waar Data News vorige week melding van maakte zijn er wellicht een aantal die zich terecht zo kunnen noemen, maar zijn er ongetwijfeld ook heel wat van die “snelle jongens” die enkele jaren geleden de overstap hebben gemaakt vanuit een andere achtergrond en zich wat toegelegd hebben op programmeren en zich nu trots “informaticus” noemen. Dat deze laatsten misschien geen al te roze toekomst tegemoet gaan lijkt me duidelijk. Daar zijn andere markten op in gaan spelen zoals de lage loonkost-landen in OostEuropa of Azië. Over welke informaticus spreken we dan wel als er geroepen wordt dat er een schrijnend tekort is. Moet ik hier antwoorden dat dit de beleidsinformaticus is ? Het is zeker niet over de computer-nerd dat we hier spreken. Op Google vinden we een definitie van beleidsinformatica : die stelt dat deze discipline het ontwikkelen en beheren inhoudt van informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Als we deze definitie even ontleden zien we onmiddellijk dat dit veel meer inhoudt dan wat kennis van wiskunde, wat hardware of software ontwerpen.
18
Als we vandaag – en ik ben goedgeplaatst om hierover uit eigen ervaring te praten zowel langs de vraag- als langs de aanbodzijde – even kijken naar het schrijnend tekort op de markt, spreekt men in eerste instantie niet over een tekort aan programmeurs….maar wel over een tekort aan professionals die: -
hoogopgeleid zijn, een hele diepe en brede kennis hebben van ICT, een visie hebben op enterprise architectuur (en dat is meer dan alleen wat technologische inzichten). Architectuur is immers een discipline die het mogelijk maakt om complexiteit te reduceren, maar even belangrijk is het om een aantal vaardigheden te hebben. Vroeger volstond het om de credentials rond technologische kennis aan de dag te kunnen leggen, vandaag is dit niet voldoende meer, er is behoefte aan Creativiteit en Imagination…aan ondernemers die met zin voor innovatie de wereld van morgen in hun visie brengen en dan nadien als een architect events laten gebeuren die hen leiden naar de geviseerde situatie.
Een technologisch goed opgeleid persoon kan vandaag meedraaien, maar kan zich zeker niet een informaticus noemen zoals we het hier wensen te bespreken. Hiervoor is meer nodig, dat moge duidelijk zijn. Er zijn vaardigheden vereist die ik makkelijkheidshalve soft-skills zou willen noemen (zoals: in team kunnen werken, goed communiceren en presenteren, vergaderen, project management uitoefenen,….) en anderzijds ook een voldoende inlevingsvermogen in de problematiek van een organisatie en hiervoor zijn dan weer een aantal bedrijfseconomische competenties en management-skills nodig. Dit zijn typisch 2 bijkomende vereisten om te kunnen spreken van een informaticus. De meeste technologische opleidingen voorzien hier niet in en dan zijn er 2 alternatieven (naast “al doende leert men “): -
-
of wel wordt de opleiding aangepast zodat, naast de technologische vorming ook aandacht wordt gegeven aan de niet-technologische vaardigheden…denken we maar aan communicatie-skills en bedrijfseconomische inzichten ofwel moeten de bedrijven daar een stuk zelf in investeren. Bij Inno.com hebben we een aantal jaren geleden voor de eerste keer een initiatief opgezet, “ de mini MBA”, dat zijn weerklank vond in de markt en dat deden we samen met onze academische partners. Vandaag zijn we bezig met een vervolgtraject, nog meer gericht op de soft- of interpersoonlijke skills. In het bedrijfsleven moet je immers niet alleen gelijk hebben, je moet ook gelijk halen.
19
Als we zien hoe de complexiteit van het bedrijfsleven de laatste 10-15…ja zelfs de laatste 5 jaar is toegenomen, is het evident dat de nieuwe ICT-ers hierin een belangrijke rol kunnen en zullen spelen: -
zij kunnen en zullen impact hebben op de strategie van het bedrijf, van de organisatie, er zijn nieuwe technologieën, nieuwe vragen op de markt, er zijn M&A, steeds meer en sneller worden nieuwe diensten gevraagd en gecreëerd (SOA)… ook hier wens ik nog eens de nadruk te leggen op de architecturale kennis en inzichten die nodig zijn om met deze complexiteit om te kunnen gaan. Voor ons bestaat Enterprise Architectuur uit een 5-tal disciplines: o Business Architectuur (hoe zijn de business-processen gestructureerd?) o Integratie Architectuur (hoe zijn de verschillende enterprise-applicaties gelinkt?) o Applicatie Architectuur (hoe is een applicatie op zichzelf gestructureerd?) o Informatie Architectuur (hoe kan een eenduidig informatie- en datamodel worden uitgebouwd op ondernemingsvlak en hoe kan het worden gestandaardiseerd over de verschillende applicaties heen?) o Technologische Architectuur (welke technologie gebruiken we hier voor?) Dat deze skills niet allemaal in één en dezelfde persoon vertegenwoordigd kunnen zijn is evident en legt nogmaals de nadruk op de noodzaak om goed in team te kunnen werken en zich dus communicatievaardigheden e.d. eigen te maken.
De veranderingen waarmee heel wat organisaties geconfronteerd worden door M&A, nieuwe processen, nieuwe noden van de markt, maken dat het aspect “change management” ook niet mag onderschat worden. Neem hierbij nog dat ook heel wat nieuwe technologieën hun intrede doen en dan blijkt het duidelijk dat ICT-ers een heel belangrijke rol spelen in het initiëren en begeleiden van deze veranderingstrajecten in organisaties. Dit zijn uiterst moeilijke projecten die zeker niet met puur technologische skills kunnen worden uitgevoerd. Met vertrouwen zien we dan ook dat de opleiding beleidsinformatica meer en meer oog heeft voor dit soort competenties en vaardigheden en er niet alleen oog voor heeft, maar ze ook daadwerkelijk doorvoert. De personen die hier afstuderen hebben een boeiend vooruitzicht op aantrekkelijk werk en carrièremogelijkheden. Ze zullen de bedrijven en organisaties van morgen mee vorm geven. Johan Cattersel
20
4
Ondernemen met Informatica; Universiteit en bedrijfsleven
Jan Callewaert CEO Option Geachte vice rector, professoren, collega fellows, alumni, dames en heren, Vandaag wou ik het, ter gelegenheid van de viering 30 jaar Beleidsinformatica Leuven, hebben over Beleidsinformatica en Ondernemen: Universiteit en bedrijfsleven. Ikzelf ben afgestudeerd in 1980 als ‘Handels- en Bedrijfseconomisch Ingenieur in de Beleidsinformatica’. Een erg lange titel die wordt vertaald in het engels als ‘Commercial- and Managerial Engineer in Management Informatics’. ‘Herhaal dit nog eens’, of, ‘leg eens uit’, kreeg ik dikwijls te horen. Alhoewel afgestudeerden tegenwoordig met de titel van ‘Handelsingenieur in de Beleidsinformatica’ door het leven gaan vergt dit nog altijd enige uitleg. Als beleidsinformatica de wetenschap is van het ontwikkelen en in stand houden van informatiesystemen met het oog op het besturen en onderhouden van organisaties dan moet ik wel eerst weten hoe die organisaties in elkaar zitten. Daartoe moet ik economie, bedrijfskunde en de Informatie- en CommunicatieTechnologie (ICT) als een geheel kunnen begrijpen. De vraag die ik mij moet stellen is hoe de ICT kan worden afgestemd op het optimaliseren van de doelstellingen van de organisatie? Ik werd getraind om vaardig te zijn in systeemdenken en systeemimplementatie. Als de jaren zestig de mainframe computer jaren waren en de jaren zeventig de mini computer jaren, dan braken de jaren tachtig aan als de jaren van de personal computer. In plaats van vast te zitten aan een terminal gekoppeld aan een ‘host’ computer, kon ik als het ware de software en hardware van het systeem zelf bezitten en exploiteren. Dit boeide me enorm.
21
Na mijn studies werd ik assistent aan de Vlaams Economische Hogeschool te Brussel. Als assistent had ik de verantwoordelijkheid om het informatica centrum uit te bouwen. Met een IBM S23 onder de hand had ik de gelegenheid om alle opgedane theoretische kennis aan de praktijk te toetsen. Ik wou letterlijk alles weten van de kernel, het operating system, de file organisation, de beschikbare programmeertalen, maar ook van de werking van het diskettestation en de verschillende drivers. Kortom ik wou het systeem van binnen en van buiten kennen om het in de praktijk optimaal te kunnen benutten voor het opzetten, het programmeren en het onderhouden van het informatiesysteem van de hogeschool. Met deze praktische kennis op zak wou ik meer doen. Aangetrokken door een computerconstructeur werd ik system engineer bij Honeywell Bull te Brussel. Een computerconstructeur is een gezegende plaats om in het verlengstuk van de universiteit de nieuwste zaken in de informatica mee te maken, ja zelfs mee te creëren, alvorens deze doorstromen naar de bedrijfswereld. Ik kreeg terug een opleiding nu op de Bull Mini6 computer reeks en zodoende werd ik als expert betrokken in het programmeren van bedrijfsprocessen in een rits ondernemingen. Ik zag er hoe meer en meer PC’s werden aangewend niet alleen als ‘personal productivity tool’ maar ook als terminal op de ‘host’ computer van de organisatie door middel van emulatie software. Synchrone en asynchrone protocollen werden me eigen. Toen mijn werkgever startte met de lancering van het Bull Micral PC computer gamma greep ik mijn kans. Ik werd product manager en gedreven als ik was passeerden zowel software als hardware de revue. Het duurde niet lang vooraleer er een competence center bestond waarop de gehele Bull organisatie een beroep deed. Vooral de desktop tot mini- en mainframe computer communicatie wekte mijn bijzondere interesse. Ik behoorde er tot een lichting van jonge wolven die vooruit wilden maar die nu en dan botsten op de starheid van de bureaucratie in deze grote onderneming. Op een bepaald moment zwermden wij met een aantal kopstukken uit. Sommigen gingen als informatica directeur aan de slag bij een klant van de computerconstructeur, anderen wisselden van constructeur bij Digital Computer of bij het dan opkomende Wang Computer. Ikzelf werd aangezogen door de toentertijd nog onbekende telecommunicatie constructeur Ericsson te Brussel. Daar was ik als product marketing manager verantwoordelijk voor alles wat te maken had met ‘Office Automation’, in het bijzonder de integratie van kantoor
22
wordprocessing en e-mail met het PABX telefonie systeem. Een complexe maar boeiende materie. Ericsson was de eerste die met een VIDEOTEX oplossing die draaide op een mini computer op de Belgische markt kwam en ik had het geluk de volledige implementatie te kunnen doen van een VIDEOTEX reservatie systeem in samenwerking met de toenmalige RTT bij het reisbureau Neckermann in Gent. Dit was een primeur voor België. Vandaag zou je kunnen zeggen dat dit een voorloper was van een web- informatiesysteem. Maar er was meer. In plaats van de reservaties op afstand te maken met behulp van een ‘dedicated VIDEOTEX terminal’ van het toenmalige Devlonics bracht ik een innovatie aan door een PC als multi-functionele terminal naar voor te schuiven met behulp van een modem insteekkaart in het PC slot en bijhorende VIDEOTEX emulatie software. De sleutel tot deze oplossing lag in het hoge noorden bij AU-Systems, een partner bedrijf van Ericsson. Ik liet de hardware aanpassen aan de normen van het Belgische telefonienetwerk en liet het geheel met de applicatiesoftware goedkeuren door de RTT. De toepassing werd een schot in de roos. Ik wou een competence center rond communicatiesoftware creëren maar het bedrijf zag het anders: het was maar één van de toepassingen naast zovele andere. Toen heb ik het lef gehad een beslissende stap te zetten. Als het bedrijf dit initiatief niet wou ondersteunen dan zou ik het wel doen. En ik had ook de kennis om het te doen. Eigenlijk was het simpel. Als de jaren tachtig de jaren waren van de desktop PC, dan zouden de aankomende jaren negentig de jaren worden van de portable computer met de mogelijkheid tot communicatie op afstand met het bedrijf. Ik zette mijn goedbetaalde job opzij en ik deed een sprong in het onbekende met de opstart van het bedrijfje Option: een BVBA met een oprichtingskapitaal van 750.000 BEF. Ik werd ondernemer. Met mijn expertise zowel op toepassings- en systeemsoftware als op hardware zou ik het bedrijfje uitbouwen met de focus op: ‘Altijd en overal toegang tot Informatie’. Een bedrijf opstarten is eenvoudig, het duurzaam uitbouwen is een andere klus. Eenmaal de visie voor ogen moet je ze vasthouden, uitvoeren en volhouden.
23
Option is een van die ondernemingen die gestart zijn in een innovatieve markt. Als pionier kan ik zeggen dat ik een marktniche gevonden, gecreëerd en groot gemaakt heb tot wat het vandaag is. Op de golven van de technologie is het bedrijfje door de jaren heen getransformeerd van toegang tot informatie via het vaste net naar toegang tot informatie via draadloze netwerken. Option heeft dan ook een transitie bewerkstelligd in zijn distributiemodel door zijn producten te verdelen via de mobiele operatoren in plaats van via de klassieke IT kanalen. Innovatie is de sleutel tot het succes gebleken en het zit diep ingebakken in het bedrijf zowel in de business strategie als in het product & process design. Vandaag opereert Option in een groeimarkt en is het wereldmarktleider in het segment van ‘wireless data cards’ voor laptop gebruikers. Het bedrijfje van weleer wordt vandaag geclassificeerd als een groot bedrijf in België. Option is publiek genoteerd op Euronext Brussel en heeft een markt kapitalisatie van ongeveer 500 miljoen €. Het zal dit jaar om en bij de 180 miljoen € omzet maken met een operationeel resultaat van 18% en een netto winstmarge van 14% tegenover de omzet. Option genereert voldoende cash om organisch verder te kunnen groeien en is bankschuldenvrij. Het bedrijf opereert op de globale markt en heeft meer dan 65 mobiele operatoren als klant. Kortelings wordt de 1 miljoenste ‘third generation’ UMTS data kaart geleverd. Er zijn 330 medewerkers, voornamelijk ingenieurs zowel burgerlijk-, industrieel- als handelsingenieurs. En jawel, informatica heeft een dominante rol in het bedrijf. Option heeft in huis een ‘Sequel Relational Database Package’ geschreven voor het bijhouden van de historiek per geproduceerd product. Alles is op afstand te monitoren. Binnenkort bedient de groep zich van een SAP Business One implementatie waarin vooral de workflow processen en de supply chain zijn geïntegreerd in een totaalsysteem. En nu kom ik terug op beleidsinformatica en ondernemen. In mijn ogen heeft dit onderzoeksdomein de geesten gescherpt om analytisch te werken, in systemen te denken zowel op strategisch als operationeel niveau en is de meegenomen bagage uiterst geschikt voor zowel de intrapreneur als de entrepreneur.
24
Er heeft een welbekend iemand in Vlaanderen ooit gezegd dat met ondernemen ‘het succes aan de overkant van de afgrond ligt’, wel dan meen ik te mogen zeggen dat Option daarvan een voorbeeld is. ‘Crossing the Chasm, Marketing and Selling High-Tech Products and Services to Mainstream Customer’, daar is het hem om te doen. Ik wens jullie het allerbeste. En ik dank u voor uw aandacht. Jan Callewaert
25
26
5
Beleidsinformatica: Verleden, heden en toekomst
Roger Heijens Voorzitter PricewaterhouseCoopers België Geachte Professoren, dames en heren, 5.1
Het verleden
In de laatste 20 jaar heb ik op veel spreekgestoelten gestaan, maar als er één gelegenheid is waar ik absoluut aan houd, dan is het deze, en wel om verschillende redenen. Een eerste reden is dat ik de plechtige zitting ter gelegenheid van het emeritaat van Professor Maurice Verhelst heb gemist en ik dit vandaag voor een deel kan goedmaken. Bovendien wil ik bij deze dertigste verjaardag niet de eer missen de initiatiefnemers mee te huldigen. En de voornaamste reden is wellicht dat ik van hier ben. Hoewel ik me vandaag nog noemen, identificeer ik me Vandenbulcke en Herroelen, universitaire opleidingen heb buitenland.
moeilijk een up-to-date Beleidsinformaticus kan nog altijd als een oud-student van Verhelst, en dit ondanks het feit dat ik nadien nog postgevolgd aan gerenommeerde universiteiten in het
Toen Professor Jan Vanthienen me belde met de vraag hier vandaag een woordje te zeggen ter gelegenheid van 30 jaar Beleidsinformatica was het wel even slikken, want ook ik mag er 30 jaartjes bij tellen... En toch is het net alsof het gisteren was. Ik herinner me dat in 1973, tijdens een les systeemanalyse van Professor Van Acoleyen, Professor Maurice Verhelst kwam aankondigen dat er iets nieuws in de maak was voor wie de kwantitatieve richting volgde, namelijk een programma Beleidsinformatica. We waren de tweede lichting, met 11 studenten: 6 West-Vlamingen en 5 Limburgers. Vooral blij dat we een extra jaartje in Leuven konden blijven.
27
Wij beseften toen nog niet hoe innoverend dit programma was; dat hebben de meesten van ons zich pas naderhand in de realiteit gerealiseerd. Dit was de tijd waar informatica in zijn prille beginfase was, en de brede massa (studenten inclusief) nauwelijks begreep waar informatica voor stond, en de specialisten informatica zagen als een haast exclusief domein voor wiskundigen en ingenieurs. Toch bestond hier reeds eind jaren ’60 de overtuiging dat er nood was aan onderzoek en opleiding met betrekking tot het optimale gebruik van ‘niet pure’ DATA PROCESSING, maar INFORMATICA vanuit een bedrijfseconomisch perspectief. Dit inzicht was heel avant-gardistisch en uniek. U moet beseffen dat eind jaren ’60 nauwelijks iets gestructureerd bestond – en ik citeer hier graag Maurice Verhelst: “Er was Fortran, Cobol en Algol en iets wat Autocode heette, een soort Assembler, maar er bestond nauwelijks systeemsoftware. En van databases, datacommunicatie en netwerken was al helemaal geen sprake.” Toch startte men hier in die tijd (1968) reeds acht cursussen, gedoceerd door 3 voltijdse professoren (Van Acoleyen, Vander Eecken en Verhelst). De namen van die cursussen klinken nog na, zoals BOAC, Systeemanalyse volgens de methoden SOP en ARDI, enzovoorts. In 1973, nauwelijks 3 jaar nadat Codd zijn relationeel model ontwierp, lanceerde men hier dit ambitieuze programma: Beleidsinformatica. Als we vandaag, met in het achterhoofd de evolutie van de laatste 30 jaar, terugkijken naar de visie die hierachter zat, dan wordt het vooruitstrevend karakter extra duidelijk. Nemen we daarvoor de tekst zoals verwoord door Professor Verhelst 5 jaar geleden en we stellen vast dat: “vooral de filosofie waarop het onderwijs in de Beleidsinformatica te Leuven stoelt, nog altijd beantwoordt aan een concrete behoefte en deze kan in vier punten geresumeerd worden: een beleidsmatige onderbouw, polyvalentie, een klemtoon op denkpatronen en waardigheden, en praktijkgerichtheid.” Het belang hiervan stel ik nog dagelijks vast. Vergeet niet, dit was de tijd van ‘data processing’ en de EDP-afdeling. Ik heb de resultaten van de pure EDPaanpak later kunnen vaststellen. Niet fraai. De hierboven vermelde fundamentele beginselen hebben de tand des tijds in de afgelopen 30 jaar echter heel goed doorstaan en zijn nog altijd heel actueel.
28
5.2
Het Heden
Hoe actueel is de noodzaak van onderzoek en opleiding vandaag de dag nog? Ik stel voor als uitgangspunt de definitie te nemen die Professor Jacques Vandenbulcke hier 5 jaar geleden gaf: “Beleidsinformatica is een studiedomein van de informatica dat zich bezighoudt met theorieën, methoden en technieken voor het ontwikkelen en in stand houden van informatiesystemen zozeer dat de strategie, de structuur en de administratieve processen van een organisatie op een adequate wijze worden ondersteund”. Ik lees hierin: de mate waarin de ROI in informatica bedrijfseconomisch wordt gerealiseerd. Als we kijken naar de kwaliteit van de toepassing van ICT in veel bedrijven, dan blijkt al snel dat de noodzaak van beleidsinformatica nog altijd heel actueel is. En de behoefte aan leidinggevende personen die bekwaam zijn om het bovenstaande in de praktijk in te vullen is nog altijd heel groot. Recente onderzoeken zoals degene die we samen met Professor Stijn Viaene hebben uitgevoerd, tonen duidelijk aan dat de return die investeringen in ICT opleveren, over het algemeen te laag is. Slechts 10% van de bedrijven bevestigt dat de eigen ICT gealigneerd is met de strategie van het bedrijf. In de meeste bedrijven blijft de investering voornamelijk gericht op: • • • • •
het draaiend houden van het bedrijf; het beheersen van kosten door het automatiseren van procesmatige activiteiten; het ad hoc reactief ondersteunen van nieuwe activiteiten; het ondersteunen en ordenen van gegevens in functie van klantgerichte activiteiten, maar zonder voldoende coherentie en betrouwbaarheid in de hele ‘value chain’; m.a.w. CRM is een ‘add-on’; etc.
In veel bedrijven wordt ICT nog altijd behandeld als een domein van kosten – in plaats van investeringen (ROI). Hier worden opportuniteiten gemist. Het gehalte aan ‘loss of opportunities’ in ICT is heel hoog in vergelijking met andere investeringsdomeinen. Een aanvaardbare ROI wordt slechts bereikt indien ICT op een coherente wijze de organisatie effectief en efficiënt ondersteunt in verschillende domeinen, zoals: 1. De bedrijfsstrategie moet worden gerealiseerd (wat momenteel in slechts 10% van de onderzochte gevallen effectief blijkt te gebeuren). ICT wordt
29
daarbij gezien als een strategisch middel om de duurzame rendabiliteit van een bedrijf te optimaliseren. In deze context is ICT uiteraard niet het enige middel maar wel essentieel bij het voortdurend in balans houden van de volgende drie permanente doelstellingen van een CEO: •
het realiseren van groei door middel van een verhoogde duurzame rendabele omzet, gebaseerd op innovatie;
•
een waardeverhogende kostenbeheersing, m.a.w. het optimaal inzetten van de activa;
•
het ontwikkelen van en investeren in ‘assets’ naar de toekomst toe om de twee bovenstaande op lange termijn te kunnen volhouden.
2. ICT moet op een effectieve wijze ook de bedrijfsprocessen ondersteunen zodanig dat een bedrijf optimaal kan inspelen op veranderingen in zijn omgeving. Naar deze competitieve wendbaarheid wordt ook wel verwezen in termen van ‘The Agile Organisation’. Dit veronderstelt dat ICT een bedrijf ondersteunt in zijn alertheid, reactiviteit, responsiviteit, aanpasbaarheid en ‘time to market’. Het concurrentievoordeel dat hieruit voortvloeit is de echte ROI. Uit onderzoek blijkt dat veel bedrijven in dit opzicht nog een hele weg af te leggen hebben. 3. ICT moet de kennisopbouw ondersteunen. In de meeste bedrijven is ‘knowledge management’ met het oog op het uitbouwen van ‘competitive intelligence’ op basis van de eigen leercurve heel zwak. Kennisbeheer beperkt zich te veel tot het verzamelen en analyseren van gegevens in het kader van ‘projecten’. 4. Het bedrijf moet aanvaardbaar worden gemaakt bij de juiste ‘business communities’. Hierbij gaan we uit van de wetenschap dat de duurzame rendabiliteit van uw bedrijf rechtstreeks afhankelijk is van de kwaliteit van de business community waartoe u behoort. Dit stelt hoge eisen op het vlak van de kwaliteit van ICT zoals: juistheid, tijdigheid, volledigheid, betrouwbaarheid en de ethische kwaliteit van informatiesystemen.
30
Ook hier ligt een grote uitdaging, afgaande op wat we bij veel bedrijven zien. Maar ook de overheid heeft in dit verband een opdracht als onze regio nog een rol van betekenis in de moderne economie wil spelen; ik denk aan de noodzakelijke administratieve vereenvoudiging om o.a. ons land aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders. Dit gezegd zijnde, krijgt de volgende tekst van Professor Vandenbulcke, van 5 jaar geleden, een heel actuele betekenis: “Als dusdanig staat de Beleidsinformatica tussen enerzijds economie en bedrijfskunde en anderzijds informatie- en communicatietechnologie en is het de doelstelling van de beleidsinformatica om de mogelijkheden van deze technologie optimaal af te stemmen op de plannen van een organisatie, en te wijzen op opportuniteiten die de plannen eventueel moeten sturen in een bepaalde richting. De technologieontwikkelingen draven heden ten dage dusdanig door en de economische en maatschappelijke veranderingen zijn zó ingrijpend dat er in veel bedrijven een discrepantie dreigt te ontstaan tussen de behoeften van de business en het volgvermogen van de informatievoorziening.” Einde citaat (uit ‘Back to the Future’). 5.3
De toekomst
Meteen geeft deze tekst aan waar de toekomst van Beleidsinformatica ligt. In de huidige economische samenleving helpt ICT waarde creëren, onder meer door: • de toegang tot informatie en kennis te verruimen; • de efficiëntie en effectiviteit van de economische samenleving te verhogen; • de toegang tot economisch inzetbaar ‘human capital’ te verhogen. Maar ICT kan ook waarde helpen vernietigen, en wel door: • een ongecontroleerde toegang tot en een ongecontroleerd gebruik van kennis; • het onderwerp te zijn van speculatie (e-bizz-hype); • schade toe te brengen door een gebrek aan kwaliteit van de verspreide informatie (‘reputational damage’). In zijn zoektocht naar ROI moet een bedrijf rekening houden met het volgende gegeven: ICT stimuleert het ontstaan en geeft mee vorm en inhoud aan de biotoop waarbinnen waardecreatie plaatsvindt en heeft een directe impact op de prestatiemogelijkheden van het bedrijf.
31
Daarom mijn eerste aanbeveling voor de toekomst: ik stel een scope-verruiming voor voor het onderzoek naar de invloed die ICT op de waardecreatie in de economische samenleving heeft, en naar de wijze waarop een bedrijf hierop met zijn eigen ICT moet inspelen om de eigen prestaties te optimaliseren. Het is duidelijk dat het bovenstaande om een gedegen wetenschappelijk onderzoek en opleiding vraagt. Mijn tweede aanbeveling heeft betrekking op het feit dat ICT algemeen aanwezig is in de samenleving en het onderscheid tussen de verschillende gemeenschappen en individuele leefwerelden doet vervagen. Wanneer ben je consument? Wanneer ben je aan het werk? Bedrijven volgen ons als consument en bron van economische groei tot in onze woonkamer en slaapkamer. Zelfs ons privé-leven wordt een actief onderdeel van het economische gebeuren via e-mail, brievenbus, telefoon/gsm, fax, tv en tutti quanti. Overal worden we gevolgd in wat we uitgeven, waarvoor en aan wie. Ook het privé-leven en de werksfeer lopen over in elkaar, tussen werk en thuis, op vakantie, waar ook in de wereld (de ‘knowledge worker’). Voor bedrijven rijst de vraag hoe ze ICT optimaal inzetten rekening houdend met fenomenen als: • de ‘work-life balance’; • mobiliteit; • diversiteit; • hygiëne in het gebruik van informatie en kennis; • ethiek; • risicobeheer; • duurzaam ondernemen. In deze context krijgen efficiëntie en effectiviteit een nieuwe dimensie. Het onderzoek naar de optimale aanpak is voor een groot stuk weggelegd voor economisten, zowel bedrijfseconomisten als macro-economisten, maar ook voor andere wetenschappelijke disciplines. Dit is een tweede reden voor de te overwegen verruiming van de ‘scope’ van Beleidsinformatica: de nood aan een multidisciplinaire inbreng vanuit de verschillende onderzoeksdomeinen en competenties die hier nodig zijn. Hierbij denk ik ook aan een verruiming naar andere faculteiten en de inbreng van personen uit de praktijk. Samengevat, met de blik op de toekomst, stel ik dus twee scope-verruimingen voor Beleidsinformatica voor:
32
• •
van bedrijf naar economische samenleving; en een grotere multidisciplinaire inbreng.
Dit is nu net waar onze faculteit zich in een uitgelezen uitgangspositie bevindt, gezien de multidisciplinaire capaciteiten waarover we beschikken. Maar minstens zo belangrijk is de al heel gedegen expertise die onze faculteit in de laatste 30 jaar heeft opgebouwd en die voor de toekomst een onvergelijkbare basis en voorsprong ten opzichte van anderen biedt. Heren, Professoren Verhelst, Vandenbulcke, Herroelen en Van Acoleyen, Dedene, Vanthienen en Put, jullie hebben met zijn allen ingestaan voor het idee en hebben ook het lef en het aanstekelijke enthousiasme aan de dag gelegd om met het zo succesvolle project Beleidsinformatica te starten en het verder uit te bouwen. Het is aan ons u daarvoor te feliciteren, maar vooral te bedanken. Dank vanwege allen die hier de vruchten van hebben mogen plukken. Hartelijk dank. Roger Heijens, Alumnus Beleidsinformatica
33