Algemeen 1. Aantal vragen dat DNB stelt Is het logisch dat DNB zoveel vragen moet stellen over de derivatenstaat? (Naar aanleiding van het feit dat alle aanwezigen in de zaal aangaven vragen te hebben gehad van DNB) Jos Mijnarends geeft aan dat op basis van logische (geautomatiseerde) checks de gerapporteerde gegevens afweken van de verwachtingen. Oorzaken daarvoor betroffen rapportagefouten en bijzonderheden. Het aantal rapportagefouten is inmiddels drastisch gereduceerd. Bijzonderheden dienen daarentegen te allen tijde toegelicht te worden in de desbetreffende toelichtingenvelden.
2. Vragen uit voorgaande kwartalen Houdt DNB rekening met vragen die gesteld zijn in voorgaande kwartalen? Ja, DNB houdt rekening met vragen die in eerdere kwartalen zijn gesteld. Maar DNB verwacht ook dat bijzonderheden in de rapportage elk kwartaal toegelicht worden in de daartoe betreffende toelichtingsvelden.
3. Testsheet Kan op de DNB website een testsheet worden gepubliceerd waarop pensioenfondsen de juistheid van hun rapportage kunnen laten testen? DNB publiceert geen testsheets, omdat niet alle controlevragen en alarmbellen een onjuiste rapportage impliceren. Veel vaker impliceren deze signalen een behoefte bij DNB aan een toelichting door het fonds; deze toelichting vraagt DNB nu op via de automatische gegenereerde controlevragen. DNB is ook terughoudend met het delen van testsheets, omdat dit onterecht de indruk zou kunnen wekken dat een bepaalde rapportage niet juist is, terwijl het pensioenfonds goede redenen kan hebben om toch op die wijze te rapporteren om haar feitelijke risicopositie het best weer te geven.
4. Openbare checks Zijn de checks die DNB hanteert bij de K204 openbaar? Ja, die zijn openbaar. Deze hebben bijvoorbeeld in de brief gestaan die pensioenfondsen dit voorjaar hebben ontvangen van DNB over de derivatenstaat.
5. Checks inbouwen in e-Line Kunnen de logische checks ingebouwd worden in e-Line DNB? Ja, deels kan dat. Maar zodra bijzonderheden moeten worden toegelicht in een tekstveld, dan is een geautomatiseerde e-Line DNB check ontoereikend.
6. Handhavingsbeleid herrapportages Vallen herrapportages ook onder het Handhavingsbeleid Tijdigheid? Nee, alleen initiële rapportages vallen daaronder.
7. Vragen in het Engels Kunnen de vragen die over K204 gesteld worden ook in het Engels gegenereerd worden? Nee, op dit moment zijn de opmerkingen die teruggekoppeld worden aan de pensioenfondsen automatisch gegenereerde berichten en deze zijn in het Nederlands. Standaard communiceert DNB ook in het Nederlands met pensioenfondsen, maar als vragen in het Engels gesteld worden, dan zal DNB ook in het Engels antwoorden.
8. Openingstijden e-Line Waarom zijn de openingstijden van e-Line begrensd van 7:00 - 19:00 uur? Een langere openstelling van e-Line heeft consequenties voor de correcte, achterliggende verwerking van ingediende rapportages. De periode na sluitingstijd wordt momenteel volledig benut voor de verwerking van de ingediende rapportages en voor het plegen van onderhoud aan e-Line zelf.
9. Inzendtermijn verruimen Kan de inzendtermijn voor de kwartaalstaten Beleggingen, die nu 30 werkdagen bedraagt, verruimd worden? Bij de introductie van het Financieel Toetsingskader in 2007 is de inzendtermijn voor de Kwartaalstaten Beleggingen wettelijk vastgesteld op 30 werkdagen. Destijds is, onder meer, een afweging gemaakt tussen enerzijds het tijdstip waarop toezichtdata beschikbaar moet zijn bij DNB en anderzijds de door onder toezicht staande pensioenfondsen noodzakelijk geachte aanleverperiode. Een eventuele verruiming van de wettelijke inzendtermijn kan alleen tot stand komen na een hernieuwde afweging.
K101 dekkingsgraad 10. Geen normweging rente-afdekking Wat moet gerapporteerd worden als er geen normweging op rente-afdekking wordt gehanteerd? Hoofdstuk: Balans, dekkingsgraad en solvabiliteitswaarde Kopje: Vraag 7: Normweging rente-afdekking (%) Indien het fonds geen normweging hanteert op de rente-afdekking dient dit toegelicht te worden.
11. Dynamische normweging rente-afdekking Hoe gaat DNB om met normwegingen op rente-afdekking die per kwartaal verschillen?
DNB betrekt in de beoordeling ook andere documenten, zoals de ABTN. Indien het beleggingsbeleid daarvan afwijkt, dan is het verstandig om in de kwartaalrapportage het toelichtingenveld in te vullen.
12. Dekkingsgraad en beleggingen voor risico deelnemers Worden posities uit hoofde van beleggingen voor risico deelnemers meegenomen bij de berekening van de dekkingsgraad? Hoofdstuk: Kopje:
Balans, dekkingsgraad en solvabiliteitswaarde Vraag 1.4: Beleggingen voor risico deelnemers
Deze beleggingen tellen niet mee bij de berekening van de dekkingsgraad.
13. Rapportage niet gedefinieerde risico’s In welke post komen buffers voor risico's die niet gedefinieerd zijn (zoals liquiditeitsrisico) tot uiting? Hoofdstuk: Kopje:
Balans, dekkingsgraad en solvabiliteitswaarde Vraag 9: Toetswaarde solvabiliteit
S'jes voor risico's die niet expliciet genoemd zijn, moeten onder ‘overige risico's’ worden gerapporteerd.
K201 beleggingen 14. Vastgoed in aandelenmandaten Hoe moeten beleggingen in vastgoed via aandelenmandaten geclassificeerd worden? Op alle beleggingen van K201 (m.u.v. hedgefondsen) is het look through principe van toepassing. Beleggingen in vastgoed via aandelenmandaten zullen dan ook als vastgoed geclassificeerd moeten worden.
15. Commercieel vastgoed Wat is de definitie van commercieel vastgoed? Alle vastgoedbeleggingen die niet residentieel zijn, zijn commercieel.
16. Hypotheekfondsen Worden beleggingen in hypotheekfondsen geclassificeerd als indirecte leningen (zoals RMBS'en)? Nee, beleggingen via hypotheekfondsen zijn directe hypotheken (regel 5.3.1 of 5.3.2). RMBS'en en CMBS'en zijn gestructureerde obligaties waar de risico's herverdeeld zijn over de verschillende tranches/notes.
17. Renteswaps Klopt het dat renteswaps toegerekend moeten blijven worden aan staatsobligaties?
Voor renteswaps in mature markets/currencies blijft dat inderdaad gelden.
18. Definitie mature en emerging markets Wat bedoelt DNB met mature markets? Hoofdstuk:
Beleggingen K201, vraag 3.2
Wanneer een andere classificatie van mature en emerging markets dan de OESOclassificatie kan deze worden toegepast (mits de afwijkingen niet materieel zijn).
19. Landen classificatie Op grond waarvan moet in de verslagstaat Geografie het land waarin de belegging plaatsvindt geclassificeerd worden? In beginsel moet hierbij uitgegaan worden van de definitie die ook in de statistische rapportages gehanteerd wordt: dus naar land van emittent van de effecten, tenzij het land van emittent geen betrekking heeft op de onderliggende risico's. Van een beleggingsfonds dat in Luxemburg of Ierland geëmitteerd is, maar belegt in Amerikaanse en Canadese aandelen worden de beleggingen op deze twee landen gerapporteerd.
20. Covered bonds Moeten covered bonds voortaan onder credits gerapporteerd worden en niet meer onder hypothecaire leningen? Ja
21. Normwegingen Moeten alle normwegingen ingevuld worden? Wat moet het pensioenfonds invullen indien normwegingen niet op het niveau van de "waarvan"-posten beschikbaar zijn. Hoofdstuk:
Beleggingen K201
Als uit de ABTN blijkt dat een pensioenfonds volgens het strategische beleggingsbeleid niet belegt in een bepaalde categorie, dan worden een normweging en bandbreedtes van nul gerapporteerd. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor als het pensioenfonds (strategisch) in een aandelenfonds belegt waarin ook wordt belegd in beursgenoteerd vastgoed. In die gevallen kan de normweging en bandbreedte voor (beursgenoteerd) vastgoed nul bedragen terwijl de feitelijk weging groter is dan nul. Als er geen normwegingen voor bepaalde subcategorieën beschikbaar zijn en deze subcategorieën zijn in de fonds- of mandaatvoorwaarden niet uitgesloten, dan worden de bandbreedtes voor deze subcategorieën vastgesteld op de maximaal realiseerbare ruimte om in deze subcategorie te beleggen. Zie ook het kopje “Normwegingen en bandbreedtes” in de aanwijzingen.
22.
Cash posities en commitments
Hoe moeten cash posities in bijvoorbeeld private equity mandaten gerapporteerd worden? Hoofdstuk:
Beleggingen K201, vraag 4.1.1.
Commitments in een private equity mandaat die nog niet zijn aangegaan dienen te worden gerapporteerd onder de categorie waar deze middelen momenteel in worden belegd. Wat betreft cash posities binnen private equity en andere beleggingscategorieën moet het volledige look-through principe worden toegepast. De cash binnen fondsen en/of mandaten in andere categorieën moet als cash worden verantwoord in de staten. Alleen bij rendementen in K205, als er sprake is van een kleine, nietmateriele positie in cash, hoeft het rendement niet uitgesplitst te worden naar cash en de betreffende categorie.
K202 valuta 23. Currency opties Moeten currency opties ook gerapporteerd worden op K202? Ja, alle valutaderivaten zullen op K202 terug moeten komen.
K203 vastrentende waarden 24. Creditratings Op grond van welk ratingbureau moet de creditratings van vastrentende waarden bepaald worden. In beginsel mag het pensioenfonds zelf kiezen van welk ratingbureau gebruikt gemaakt wordt. In de Aanwijzingen bij de verslagstaten staat een 'vertaaltabel'.
25. Spread duration naar creditrating Tellen de spread durations naar creditrating (regel 3.1 t/m 3.6) op tot de totale spread duration? Nee, de spread durations zijn gewogen gemiddelden over de rating categorieën.
26. Cash en rating Cash posities zijn per definitie 'not rated'. Waar moeten deze gerapporteerd worden? Hoofdstuk:
Beleggingen K203, vraag 3
Cash posities, die geen spread duration kennen, dienen op regel 3.6 te worden gerapporteerd.
27. Duration en high yield, emerging market debt en andere valuta Hoe moet bij de berekening van de modified durations omgegaan worden met High Yield, Emerging Debt en Currencies? Hoofdstuk:
Beleggingen K203
Voor de berekening van de duration worden niet alleen Euro rentes met één basispunt aangepast, maar ook alle andere niet-Euro rentecurves worden met één basispunt aangepast. Alle producten, ongeacht hun rating en het niveau van hun credit spread, worden meegenomen bij de berekening van de duration (dus ook high yield obligaties en emerging market debt).
28. Converteerbare obligaties Welk onderscheid moet eigenlijk gehanteerd worden voor vastrentende waarden? Moeten converteerbare obligaties bijvoorbeeld wél of niet tot de vastrentende waardenportefeuille gerekend worden? Converteerbare obligatie worden op hun 'eigen' regel gerapporteerd onder vastrentende waarden gerapporteerd.
29. Partiële durations en derivaten Zijn de partiële durations bij regel 5.1 tot en met 5.25 inclusief derivaten? Hoofdstuk:
Beleggingen K203, vraag 5
De partiële durations op de regels 5.1 tot en met 5.25 zijn inclusief de rentegevoeligheid van derivaten.
K204 derivaten posities 30. Omschrijving toelichtingenveld De omschrijving bij het toelichtingenveld op regel 9 luidt: "Toelichting fonds mbt achtergronden gebruik van derivaten". Verwacht DNB dat pensioenfondsen derivatenposities aangaan om hun exposure in bepaalde beleggingscategorieën te vergroten? Nee, dat verwacht DNB niet. Wellicht kan de tekst bij dit toelichtingenveld genuanceerder omschreven worden.
31. Derivaten met exposure naar meerdere factoren Wat wordt bij de regels voor derivaten met exposure naar twee of meer factoren bedoeld met marktwaardes na schok (regel 7.1 t/m 7.3) en wat is het verschil met de marktwaardes na schok bij de uitsplitsing op de regels bij vraag 10? Hoofdstuk: Kopje:
K204 Beleggingen voor risico fonds, derivatenposities Kolom 5 t/m 8: Doorrekening marktwaarde na additionele schokken
Bij de regels 7.1 t/m 7.4 dient de marktwaarde van het derivaat doorgerekend te worden, ervan uitgaande dat alle schokken tegelijkertijd optreden. Bij de regels van vraag 10 moet de marktwaarde van het derivaat doorgerekend worden ervan uitgaande dat alleen een schok optreedt van de desbetreffende factor.
32. Definitie total return swap Wat is de definitie van een Total Return Swap? Hoofdstuk:
K204 Beleggingen voor risico fonds, derivatenposities
Een Total Return Swap is veelal een bilaterale overeenkomst op de OTC markt waar het rendement op een portefeuille of één of meerdere beleggingscategorieën wordt uitgewisseld voor een bepaalde variabele of vaste coupon. Dit kan ook inflatie betreffen.
33. Valutaderivaten en schokken in Euro’s per vreemde valuta Waarom wordt bij valutaderivaten de euro's de berekening gebaseerd op euro's uitgedrukt in vreemde valuta (dus €0,70 = USD 1) in plaats van vreemde valuta in euro's (USD 1,35 = EUR 1)? Hoofdstuk:
K202 Beleggingen voor risico fonds, valuta K204 Beleggingen voor risico fonds, derivatenposities
De gedachtelijn met betrekking tot de valutaderivaten bij K202 en K204 is dat valutaderivaten uit twee ‘poten’ (valuta) bestaan; een te ontvangen en een te betalen poot. Bij veranderingen van de wisselkoers zal de waarde in Euro’s van een Euro poot niet wijzigen; de waarde van een valutaderivaat wijzigt als gevolg van veranderingen in de waarde van de vreemde valuta poot. Om die reden wordt in K202 en K204 gevraagd van alle valutaderivaten de hoofdsommen te rapporteren van alle niet-Euro poten. Voor de meeste valutaderivaten betekent dit dat één poot wordt gerapporteerd, maar voor derivaten waar geen van beide poten betrekking hebben op de Euro worden twee hoofdsommen (één long en één short) gerapporteerd. Enkel op deze wijze is er consistentie tussen K202 en K204 te waarborgen. De wijze van rapporteren én aanwijzing is op meerdere punten aangepast om de rapportage van valutaderivaten in K202 en K204 op dit punt te verhelderen.
34. Valutaderivaten tussen twee vreemde valuta Hoe moeten valutacontracten tussen twee vreemde valuta's (bijvoorbeeld dollars en ponden) gerapporteerd worden zodra deze een marktwaarde hebben? Beide legs luiden dan immers in vreemde valuta. Hoofdstuk:
K202 Beleggingen voor risico fonds, valuta K204 Beleggingen voor risico fonds, derivatenposities
Met ingang van de rapportage van de aangepaste staten per 2015K1 worden van valutaderivaten tussen twee vreemde valuta beide ‘poten’ gerapporteerd. In K204 geldt voor valutaderivaten waar de Euro geen betrekking op heeft dat de waardes in Euro’s van de hoofdsommen van beide poten (valuta) op de rapportagedatum worden gerapporteerd; de poot die in waarde toeneemt als de Euro deprecieert ten opzichte van andere valuta wordt gerapporteerd als een long positie en de poot die in waarde afneemt als de Euro deprecieert wordt gerapporteerd als een short positie. In K202 worden deze long posities als negatief gerapporteerd op de betreffende valuta en short posities als positief. Op deze wijze wordt consistentie tussen K202 en K204 gewaarborgd. De wijze van rapporteren én aanwijzing is op meerdere punten aangepast om de rapportage van valutaderivaten in K202 en K204 op dit punt te verhelderen.
K205 beleggingsrendementen 35. Look through rendementen Geldt het look through principe ook volledig voor K205? Nee. Het Look Through principe is op deze staat gedeeltelijk van belang. Posities die nauwelijks materieel zijn, mogen toegerekend worden aan het betreffende beleggingenmandaat.
36. Currency overlay rendement Hoe moet het rendement op currency overlay gerapporteerd worden? Het rendement op een currency overlay binnen een beleggingsfonds of -mandaat wordt gerapporteerd op.