Diverse rechten en taksen
Voor de in artikel 120, 3°, vermelde verrichtingen, wordt het tarief van de taks op [1 p.c.] vastgesteld. § 2. In afwijking van § 1, wordt het tarief van de taks vastgesteld op [1 p.c.] voor de in artikel 120, 1°, vermelde verrichtingen, indien ze slaan op kapitalisatieaandelen. Gewijzigd door art. 45 W 22 juni 2012 (BS 28 juni 2012) en in werking vanaf 1 augustus 2012 tot 31 december 2014 (art. 48)
Art. 122. Wat de verrichtingen betreft vermeld: 1° onder artikel 120, 1°, is een taks van [0,90], [2,50 per duizend of 1 pct.], volgens het geval, afzonderlijk verschuldigd of de verkoop of afstand en op de aankoop of verwering; 2° […]; 3° onder artikel 120, 3°, is de taks enkel verschuldigd uit hoofde van de afstand van het aandeel aan de beleggingsvennootschap. Gewijzigd door art. 46 W 22 juni 2012 (BS 28 juni 2012) en in werking vanaf 1 augustus 2012 tot 31 december 2014 (art. 48)
Art. 123. De vorderbare taks wordt berekend: 1° wat betreft de aankopen of verwervingen, op de sommen door de koper te betalen, het loon van de makelaar niet inbegrepen; 2° wat aangaat de verkopen of afstanden, op de door de verkoper of afstanddoener te ontvangen som, zonder aftrek van het loon van de makelaar; 3° voor de inkopen bedoeld in artikel 120, 3°, op de netto-inventariswaarde van de aandelen, zonder aftrek van de forfaitaire vergoeding; 4° Voor de inkopen bedoeld in artikel 120, 3°, van kapitalisatieaandelen door collectieve beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 19bis, § 1, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, op de inventariswaarde van de kapitalisatieaandelen, zonder aftrek van de forfaitaire vergoeding, doch verminderd met de ingehouden roerende voorheffing. Art. 124. Op elk van de verrichtingen waarop overeenkomstig artikel 122 afzonderlijke taks wordt geheven, mag geen taks worden geheven ten belope van een bedrag van meer dan [650 EUR,] behalve wat betreft [ de verrichtingen bedoeld in artikel 121, § 1, eerste lid, 2°, voor welke verrichtingen dat bedrag op 740 euro wordt gebracht, en voor de verrichtingen met kapitalisatieaandelen, voor welke verrichtingen dat bedrag op 1.500 euro wordt gebracht] Gewijzigd door art. 47 W 22 juni 2012 (BS 28 juni 2012) en in werking vanaf 1 augustus 2012 tot 31 december 2014 (art. 48)
Art. 125. § 1. De taks is betaalbaar uiterlijk de laatste werkdag van de maand die volgt op die waarin de verrichting werd uitgevoerd. De taks wordt betaald door storting of overschrijving op de bankrekening van het bevoegde kantoor. Op de dag van de betaling wordt door de belastingschuldige op dat kantoor een opgave ingediend die de maatstaf van heffing opgeeft alsmede alle elementen noodzakelijk ter bepaling ervan. § 2. Wanneer de taks niet binnen de in § 1 bepaalde termijn werd betaald, is de interest van rechtswege verschuldigd te rekenen van de dag waarop de betaling had moeten geschieden. Indien de opgave niet binnen de bepaalde termijn werd ingediend, wordt een boete verbeurd van 12,50 EUR per week vertraging. Iedere begonnen week wordt voor een gehele week aangerekend. 15 juli 2012
Iedere onjuistheid of onvolledigheid in de opgave bedoeld in § 1 evenals de afwezigheid van het borderel bepaald bij artikel 127, wordt gestraft met een boete gelijk aan vijf maal de ontdoken taks zonder dat ze minder dan 250 EUR kan bedragen. § 3. De elementen die in de § 1 vermelde opgave moeten worden meegedeeld evenals het bevoegde kantoor worden door de Koning bepaald. Art. 126/1. Zijn van de taks vrijgesteld: 1° de verrichtingen waarin geen tussenpersoon van beroep optreedt of een overeenkomst sluit hetzij voor rekening van een der partijen, hetzij voor zijn eigen rekening; 2° de verrichtingen voor zijn eigen rekening gedaan, door een tussenpersoon als bedoeld in artikel 2, 9° en 10°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, door een verzekeringsonderneming als bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, door een instelling voor collectieve belegging of door een niet-inwoner; 3° de verrichtingen met als voorwerp de rechten van deelneming van een institutionele instelling voor collectieve belegging; 4° de verrichtingen die effecten van de Belgische openbare schuld in 't algemeen tot voorwerp hebben en die de Administratie van de Thesaurie uitvoert of doet uitvoeren voor rekening van de Deposito- en Consignatiekas, van het Muntfonds of in het kader van haar liquiditeitsbeheer; 5° de verrichtingen die effecten van de Belgische openbare schuld in 't algemeen tot voorwerp hebben en die de Federale Overheidsdienst Financiën, Thesaurie uitvoert of doet uitvoeren; 6° de verrichtingen met als voorwerp schatkistcertificaten of lineaire obligaties uitgegeven door de Staat; 7° de verrichtingen die het Rentefonds uitvoert of doet uitvoeren; 8° […]; 9° de verrichtingen met betrekking tot thesauriebewijzen en depositobewijzen uitgegeven overeenkomstig de wet van 22 juli 1991; 10° de verrichtingen met als voorwerp de rechten van deelneming van een private instelling voor collectieve belegging; 11° […]; 12° […]; 13° de verrichtingen met als voorwerp kortlopende schuldbewijzen van de Nationale Bank van België; 14° de verrichtingen die het Herdiscontering- en Waarborginstituut of het Interventiefonds van de beursvennootschappen doen uitvoeren in het kader van het beheer van de beleggers- of depositobeschermingsregelingen die zij hebben ingesteld of beheren; 15° […] Enig lid, 2°, 3° en 10°, gewijzigd bij art. 329, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006), met ingang van 01.01.2007. Voor de toepassing van de fiscale bepalingen worden de instellingen voor collectieve beleggingen waarop de overgangsbepalingen van de wet van 20.07.2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles van toepassing zijn, geacht vanaf 01.01.2007 onder het toepassingsgebied te vallen van de bepaling die overeenkom5
Diverse rechten en taksen stig hun statuut gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 126/2. De tussenpersoon van beroep zijn persoonlijk gehouden tot de betaling der rechten op de verrichtingen welke zij hetzij voor rekening van derden, hetzij voor hun eigen rekening doen. Art. 127. Uiterlijk de werkdag die volgt op die waarop de verrichting werd uitgevoerd, is de tussenpersoon ertoe gehouden aan elke persoon die hem een beursorder geeft een borderel af te geven vermeldende de namen van de lastgever en van de tussenpersoon, het soort van verrichtingen, het bedrag of de waarde van de verrichtingen en het bedrag van de verschuldigde taks. Art. 128. Het borderel bepaald bij artikel 127 wordt genummerd volgens één of meerdere series van doorlopende nummerreeksen en opgemaakt in tweevoud. Het duplicaat van het borderel kan evenwel worden vervangen door een van dag tot dag opgestelde listing, genummerd volgens een doorlopende nummerreeks, waarin het volgende wordt vermeld: a) de datum van het borderel; b) het nummer van het borderel; c) de naam van de ordergever en de tussenpersoon; d) de gedetailleerde opgave van de verrichtingen; e) het bedrag of de waarde van de verrichtingen; f) het bedrag van de taks op de beursverrichtingen of de reporten dat werd geheven; g) in geval van vernietiging van het borderel, de referentie van het vernietigde borderel naast de aanduiding van het vernietigde borderel. Art. 129. Wanneer de taks verschuldigd is op een verkoop, aankoop- of inkoopverrichting gedaan door een tussenpersoon van beroep voor zijn eigen rekening, wordt zij betaald op de wijze aangeduid door de artikelen 127 en 128, onder voorbehoud dat in plaats van aan de ordergever uitgereikt te worden, het borderel door de tussenpersoon wordt bewaard. Art. 129/1. […] Art. 130/1. De duplicaten van de borderellen of van de listings die ze vervangen evenals de borderellen betreffende de verrichtingen welke de tussenpersoon voor hun eigen rekening doen, moeten worden bewaard gedurende zes jaar te rekenen vanaf hun datum. Bij beëindiging van de zaken, mogen die stukken worden vernield, mits voorafgaande machtiging door de gewestelijke directeur van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen uit het ressort. Art. 130/2. Op straf van een boete van 250 tot 2.500 EUR per overtreding, zijn de tussenpersonen gehouden op elke vordering der aangestelden van de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen die ten minste de graad van verificateur hebben, zonder verplaatsing inzage te verlenen van de duplicaten van de borderellen of van de listings die hen vervangen, van de borderellen betreffende de verrichtingen gedaan voor hun eigen rekening, van hun boeken, contracten en van alle andere bescheiden in verband met hun verrichtingen die over openbare fondsen gaan. Art. 131. Wordt gestraft met een boete van 250 tot 2.500 EUR iedere overtreding van de verplichting de duplicaten van de borderellen of de listings die hen vervangen bepaald bij artikel 128 te houden en te bewaren. 6
Al de overtreders zijn, bovendien, ieder hoofdelijk gehouden tot het betalen van de ontdoken rechten, behoudens beroep zo daartoe redenen zijn. Art. 132-135. […] Art. 136. De taks wordt terugbetaald: 1° wanneer de betaalde taks de belasting overtreft waartoe de verrichting aanleiding geeft; 2° wanneer de intrekking, wijziging of verbetering van de beurskoersen de nietigverklaring of wijziging van het oorspronkelijk verstrekte borderel tot gevolg heeft. De regering bepaalt de wijze en de voorwaarden waarop de terugbetaling plaats heeft. Er wordt geen gevolg gegeven aan aanvragen van terugbetaling indien de terug te betalen som geen 0,25 EUR bedraagt. Art. 137. […]
Hoofdstuk II. Reportverrichtingen Gewijzigd bij art. 41, W 19.12.2006 (B.S. 29.12.2006), met ingang van 01.01.2007 (art. 95, KB 21.12.2006 (B.S. 29.12.2006))
Art. 138. De prolongatieverrichting met als voorwerp openbare fondsen, waarin een tussenpersoon die zijn beroep maakt van beursverrichtingen hetzij voor rekening van een derde, hetzij voor zijn eigen rekening handelt, is aan een taks van 0,85 per duizend onderworpen. Art. 139. Er is een taks van 0,85 per duizend verschuldigd in hoofde van elk der contracterende partijen: zij dekt beide verrichtingen door elk hunner gedaan. De taks is echter niet verschuldigd ten aanzien van de partij of van de partijen die een tussenpersoon als bedoeld in artikel 2, 9° en 10°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten zijn, of een verzekeringsonderneming als bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, of een instelling voor collectieve belegging of een niet-inwoner. De taks is evenwel niet verschuldigd door het Herdiscontering- en Waarborginstituut of het Interventiefonds van de beursvennootschappen, voor de reportverrichtingen die zij doen uitvoeren in het kader van de beleggers- of depositobeschermingsregelingen die zij hebben ingesteld of beheren. Gewijzigd bij art. 330, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006), met ingang van 01.01.2007. Voor de toepassing van de fiscale bepalingen worden de instellingen voor collectieve beleggingen waarop de overgangsbepalingen van de wet van 20.07.2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles van toepassing zijn, geacht vanaf 01.01.2007 onder het toepassingsgebied te vallen van de bepaling die overeenkomstig hun statuut gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 139bis. Zijn van de taks vrijgesteld, de transacties met: 1° schatkistcertificaten en lineaire obligaties uitgegeven door de Staat; 15 juli 2012
Diverse rechten en taksen
2° thesauriebewijzen en depositobewijzen uitgegeven overeenkomstig de wet van 22 juli 1991; 3° […]; 4° kortlopende schuldbewijzen van de Nationale Bank van België; 5° aan de cessies-retrocessies van effecten. Art. 140. Die taks wordt berekend over het totaal bedrag der sommen, in hoofdsom en interesten, door de gereporteerde te voldoen. Art. 141. Wordt met het report gelijkgesteld, de overeenkomst waarbij de partijen het uitvoeren van een koop op termijn tot op een nieuwe vervaldag verschuiven. Art. 142. In geval van achtereenvolgende reporten wordt elke hernieuwing van het contract beschouwd als een nieuwe taksplichtige verrichting. Art. 143. Artikelen 124, 125, 126/2, 127, 128, 129, 130/1, 130/2, 131 en 136 worden op de door deze sectie gevestigde taks toepasselijk gemaakt. Art. 144-150. […]
Titel II. […] Gewijzigd bij art. 42, W 19.12.2006 (B.S. 29.12.2006), met ingang van 01.01.2007 (art. 95, KB 21.12.2006 (B.S. 29.12.2006))
Art. 151. - 158. (...) Opgeheven bij art. 37 K.B. nr. 5 van 22 augustus 1934 (B.S. 24 augustus 1934, err., B.S. 25 augustus 1935)
Titel III. Taks op de aflevering van effecten aan toonder Gewijzigd bij art. 42, W 19.12.2006 (B.S. 29.12.2006), met ingang van 01.01.2007 (art. 95, KB 21.12.2006 (B.S. 29.12.2006))
Art. 159. Elke aflevering van effecten aan toonder is onderworpen aan de taks op de aflevering van effecten aan toonder, wanneer zij Belgische of vreemde openbare fondsen betreft. Onder aflevering wordt verstaan elke materiële overhandiging van het effect ten gevolge van: 1° […]; 2° een verkrijging onder bezwarende titel; 3° een omzetting van effecten op naam in effecten aan toonder; 4° het terugnemen van effecten die zich in open bewaargeving bevinden bij een kredietinstelling, een beursvennootschap, een vennootschap voor vermogensbeheer of bij de Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas. Evenwel zijn de leveringen gedaan aan in België gevestigde vennootschappen, ondernemingen, instellingen of bijkantoren van tussenpersonen als bedoeld in artikel 2, 9° en 10°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, niet onderworpen. Art. 160. Het tarief van de taks wordt vastgesteld op 0,6 pct. Art. 161. De vorderbare taks wordt berekend: 1° in geval van verkrijging onder bezwarende titel, op de sommen door de koper te betalen, het loon van de makelaar en de taks op de beursverrichtingen niet inbegrepen; 15 juli 2012
2° in geval van omzetting van effecten op naam in effecten aan toonder of van terugneming van effecten in open bewaargeving, op de verkoopwaarde van de effecten, de intresten daarin niet begrepen, te ramen op de dag van de omzetting of van de terugneming door degene die de omzetting heeft bewerkt of door de bewaargever. In het geval bedoeld in het eerste lid, 2°, wordt de belastbare grondslag evenwel als volgt bepaald: a) voor de roerende waarden opgenomen in de officiële notering van een effectenbeurs van het Rijk, volgens de laatste notering gepubliceerd vóór de datum van omzetting of van terugneming; b) voor de schuldinstrumenten niet opgenomen in de officiële notering, volgens de nominale waarde van het kapitaal van de schuldvordering; c) voor de rechten van deelneming in beleggingsinstellingen met een veranderlijk aantal rechten, volgens de laatst berekende inventariswaarde vóór de datum van omzetting of van terugneming. Wanneer de waarde van de teruggenomen effecten uitgedrukt wordt in vreemde munt, wordt zij omgezet in euro op basis van de verkoopkoers op de datum van de terugneming. Art. 162. § 1. De taks is betaalbaar: 1° uiterlijk de laatste werkdag van de maand die volgt op die waarin het borderel dat de transactie bevestigd, afgeleverd wordt wanneer de levering plaatsvindt ten gevolge van een verkrijging onder bezwarende titel waarbij een tussenpersoon van beroep tussenkomt; 2° in alle andere gevallen, uiterlijk de laatste werkdag van de maand die volgt op die waarin de levering plaatsgevonden heeft. In het in het eerste lid, 1° bedoelde geval is de tussenpersoon gehouden de inning van de taks te verzekeren vóór de aflevering van het in artikel 127 voorziene borderel. De taks wordt betaald door storting of overschrijving op de postrekening van het bevoegde kantoor. Op de dag van de betaling wordt door de belastingschuldige op dat kantoor een opgave ingediend die de maatstaf van heffing opgeeft alsmede alle elementen noodzakelijk ter bepaling ervan. § 2. Wanneer de taks niet binnen de in § 1 bepaalde termijn werd betaald, is de interest van rechtswege verschuldigd te rekenen van de dag waarop de betaling had moeten geschieden. Wanneer de opgave niet binnen de bepaalde termijn werd ingediend, wordt een boete verbeurd van 12,50 EUR per week vertraging. Iedere begonnen week wordt voor een gehele week aangerekend. Iedere onjuistheid of onvolledigheid in de opgave bedoeld in § 1, wordt gestraft met een boete gelijk aan vijf maal de ontdoken taks zonder dat ze minder dan 250 EUR kan bedragen. § 3. De elementen die in de in § 1 vermelde opgave moeten meegedeeld worden, elk stuk waarvan het overleggen nodig is voor de controle van de heffing van de taks evenals het bevoegde kantoor worden door de Koning bepaald. Art. 163. Zijn van de taks vrijgesteld: 1° de afleveringen van effecten gedaan ten gevolge van een verkrijging onder bezwarende titel waarin geen tussenpersoon van beroep optreedt of een overeenkomst sluit hetzij voor rekening van een der partijen; 7
Diverse rechten en taksen
2° de afleveringen gedaan aan een niet-inwoner van buitenlandse openbare fondsen en van certificaten die buitenlandse openbare fondsen vertegenwoordigen die in open bewaargeving worden gegeven in België bij de Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas of bij een tussenpersoon als bedoeld in artikel 2, 9° en 10°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; 3° de afleveringen van door de Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten in deviezen uitgegeven effecten, wanneer die effecten in het buitenland of aan een niet-inwoner worden afgeleverd; 4° de afleveringen van effecten gedaan aan instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening die werden opgericht onder de vorm van een Organisme voor de Financiering van Pensioenen, geregeld door hoofdstuk II van titel II van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.
De Koning bepaalt de wijze van en de voorwaarden voor de terugbetaling. Er wordt geen gevolg gegeven aan de verzoeken tot terugbetaling van minder dan 5 EUR per aangifte.
Enig lid, 4° ingevoegd bij art. 331, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006), met ingang van 01.01.2007. Voor de toepassing van de fiscale bepalingen worden de instellingen voor collectieve beleggingen waarop de overgangsbepalingen van de wet van 20.07.2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles van toepassing zijn, geacht vanaf 01.01.2007 onder het toepassingsgebied te vallen van de bepaling die overeenkomstig hun statuut gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 168. [Het tarief van de taks wordt vastgesteld op :- 1 pct. voor de omzetting gerealiseerd in de loop van het jaar 2012; - 2 pct. voor de omzetting gerealiseerd in de loop van het jaar 2013.]
Art. 164. De taks wordt betaald: 1° door de tussenpersonen van beroep voor de afleveringen die zij doen aan de verkrijger of aan degene die de effecten op naam heeft omgezet in effecten aan toonder evenals voor de afleveringen die aan hen worden gedaan voor hun eigen rekening; 2° door de bewaarnemende inrichtingen of vennootschappen voor de afleveringen die zij doen ten gevolge van een terugneming van effecten die zich in open bewaargeving bevinden; 3° door de uitgevende vennootschappen voor de afleveringen die zij doen aan degene die de effecten op naam heeft omgezet in effecten aan toonder, wanneer geen enkele tussenpersoon van beroep optreedt of een overeenkomst sluit hetzij voor rekening van één der partijen hetzij voor zijn eigen rekening. Art. 165. Op straf van een boete van 250 EUR tot 2.500 EUR per overtreding, zijn de tussenpersonen, de bewaarnemende inrichtingen of vennootschappen en de uitgevende vennootschappen gehouden op elke vordering der aangestelden van de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen die ten minste de graad van adjunct-verificateur hebben, zonder verplaatsing inzage te verlenen, van hun boeken, contracten en van alle andere bescheiden in verband met hun verrichtingen die over openbare fondsen gaan. Art. 166. De taks wordt terugbetaald: 1° wanneer de betaalde taks meer bedraagt dan de belasting verschuldigd op de aflevering; 2° wanneer de intrekking, de wijziging of de verbetering van de beurskoersen de nietigverklaring of de wijziging van de belastbare basis heeft teweeggebracht waarop de taks oorspronkelijk werd gekweten; 3° wanneer de opdracht tot aflevering geannuleerd wordt. 8
Titel IV. [Taks op de effecten aan toonder] Ingevoegd door art. 61 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Art. 167. [Er wordt een taks gevestigd op de omzetting van effecten aan toonder in gedematerialiseerde effecten of in effecten op naam overeenkomstig de wet van 14 december 2005 houdende de afschaffing van de effecten aan toonder, met uitzondering van de effecten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, van de voormelde wet van 14 december 2005, die op vervaldag komen vóór 1 januari 2014.] Ingevoegd door art. 62 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Ingevoegd door art. 63 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Art. 169. [De vorderbare taks wordt berekend op de datum van neerlegging : a) voor de roerende waarden opgenomen in de gereglementeerde markt of in een multilaterale handelsfaciliteit, volgens de laatste koers vastgesteld voor de datum van neerlegging; b) voor de effecten van schuldvorderingen die niet zijn toegelaten tot een gereglementeerde markt, op het nominale bedrag van het kapitaal van de schuldvordering; c) voor de rechten van deelneming in beleggingsinstellingen met een veranderlijk aantal rechten, volgens de laatst berekende inventariswaarde vóór de datum van neerlegging; d) in alle andere gevallen, op de boekwaarde van de effecten, de interesten daarin niet begrepen, te ramen op de dag van de neerlegging, door degene die de omzetting heeft bewerkt. Wanneer de waarde van de om te zetten effecten uitgedrukt wordt in vreemde munt, wordt zij omgezet in euro op basis van de verkoopkoers op de datum van neerlegging.] Ingevoegd door art. 64 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Art. 170. [De taks wordt betaald : 1° door de tussenpersonen van beroep wanneer de titels aan toonder zijn ingeschreven op een effectenrekening ten gevolge van een neerlegging door de houder; 2° door de uitgevende vennootschappen wanneer de titels zijn neergelegd met het oog op een omzetting in effecten op naam.] Ingevoegd door art. 65 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Art. 171. § 1. De taks is betaalbaar uiterlijk de laatste werkdag van de maand die volgt op deze waarop de neerlegging plaatsvindt. 15 juli 2012
Diverse rechten en taksen
De taks wordt betaald door storting of overschrijving op de postrekening van het bevoegde kantoor. Op de dag van de betaling wordt door de belastingschuldige op dat kantoor een opgave ingediend die de maatstaf van heffing opgeeft alsmede alle elementen noodzakelijk ter bepaling ervan. § 2. Wanneer de taks niet binnen de in § 1 bepaalde termijn werd betaald, is de interest van rechtswege verschuldigd te rekenen van de dag waarop de betaling had moeten geschieden. Wanneer de opgave niet binnen de bepaalde termijn werd ingediend, wordt een boete verbeurd van 12,50 euro per week vertraging. Iedere begonnen week wordt voor een gehele week aangerekend. Iedere onjuistheid of onvolledigheid in de opgave bedoeld in § 1, wordt gestraft met een boete gelijk aan vijfmaal de ontdoken taks zonder dat ze minder dan 250 euro kan bedragen. § 3. De elementen die in de in § 1 bedoelde opgave moeten meegedeeld worden, elk stuk waarvan het overleggen nodig is voor de controle van de heffing van de taks evenals het bevoegde kantoor worden door de Koning bepaald.] Ingevoegd door art. 66 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Art. 172. [Op straf van een boete van 250 euro tot 2.500 euro, zijn de tussenpersonen en de uitgevende vennootschappen gehouden op elke vordering der aangestelden van de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen die ten minste de graad van adjunct-verificateur hebben, zonder verplaatsing inzage te verlenen, van hun boeken, contracten en van alle andere bescheiden in verband met de verrichtingen die over openbare fondsen gaan.] Ingevoegd door art. 67 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69)
Art. 173. [De taks wordt terugbetaald : 1° wanneer de betaalde taks meer bedraagt dan de belasting die naar aanleiding van de omzetting opvorderbaar was; 2° wanneer de intrekking, de wijziging of de verbetering van de beurskoersen de nietigverklaring of de wijziging van de belastbare basis heeft teweeggebracht waarop de taks oorspronkelijk werd gekweten. De Koning bepaalt de wijze en de voorwaarden voor de terugbetaling. Er wordt geen gevolg gegeven aan de verzoeken tot terugbetaling van minder dan 5 euro per aangifte.] Ingevoegd door art. 68 W 28 december 2011 (BS 30 december 2011) en in werking vanaf 1 januari 2012 (art. 69) De wetgever heeft hier een art. 173 ingevoegd en nadien ingezien dat er al een art. 173 in de volgende paragraaf was
Titel V. Jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen Gewijzigd bij art. 42, W 19.12.2006 (B.S. 29.12.2006), met ingang van 01.01.2007 (art. 95, KB 21.12.2006 (B.S. 29.12.2006))
Art. 173. De verzekeringsverrichtingen zijn onderworpen aan een jaarlijkse taks wanneer het risico in België is gelegen. Het risico van de verzekeringsverrichting wordt geacht in België gelegen te zijn indien de verzekeringne15 juli 2012
mer zijn gewone verblijfplaats in België heeft, of, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, indien de vestiging van deze rechtspersoon waarop de overeenkomst betrekking heeft zich in België bevindt. Het risico van de verzekeringsverrichting wordt eveneens geacht in België gelegen te zijn, in de volgende gevallen: 1° indien de goederen zich in België bevinden, wanneer de verzekeringsverrichting betrekking heeft: a) hetzij op onroerende goederen; b) hetzij op onroerende goederen en op de inhoud daarvan, voor zover deze door dezelfde verzekeringsovereenkomst worden gedekt; c) hetzij op roerende goederen die zich bevinden in een onroerend goed, met uitzondering van commerciele transitogoederen, ook al worden het onroerend goed en de inhoud daarvan niet door dezelfde verzekeringsovereenkomst gedekt; 2° indien de registratie in België plaatsvindt, wanneer de verzekeringsverrichting betrekking heeft op voer- en vaartuigen van om het even welke aard; 3° indien de overeenkomst in België werd gesloten, wanneer het een verzekeringsverrichting betreft met een looptijd van vier maanden of minder die betrekking hebben op tijdens een reis of vakantie gelopen risico's, ongeacht de betrokken tak; Onder vestiging, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan de hoofdvestiging van de rechtspersoon en elke andere duurzame aanwezigheid van die rechtspersoon in welke vorm dan ook. In 2007 wordt een bedrag van 11.860.300 EUR afkomstig van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen, zoals bepaald bij de artikelen 173 tot 183, titel XII van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, toegewezen door middel van het toewijzingsfonds 66.80.B teneinde de Nationale Kas voor Rampenschade te financieren. Maandelijks zal één twaalfde van het op jaarbasis voorziene bedrag aan de Nationale Kas voor Rampenschade worden overgemaakt. Dit twaalfde wordt gestort op uiterlijk de 20ste van de maand waarin de ontvangsten inzake de jaarlijkse taks op de bovenvermelde verzekeringsverrichtingen zijn ontvangen. (Art. 86, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006)
Art. 174. Worden met de verzekeringen gelijkgesteld, de contracten van lijfrente of tijdelijke renten gesloten met een verzekeringsonderneming, elke verbintenis aangegaan door instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening of door andere pensioeninstellingen, alsmede de verbintenissen aangegaan door de rechtspersonen belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. Vervangen bij art. 332, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006), met ingang van 01.01.2007. Voor de toepassing van de fiscale bepalingen worden de instellingen voor collectieve beleggingen waarop de overgangsbepalingen van de wet van 20.07.2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles van toepassing zijn, geacht vanaf 01.01.2007 onder het toepassingsgebied te vallen van de bepaling die overeenkomstig hun statuut gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. In 2007 wordt een bedrag van 11.860.300 EUR afkomstig van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen, zoals bepaald bij de artikelen 173 tot 183, titel XII van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, toegewezen door middel van het toewijzingsfonds 66.80.B teneinde de 9
Diverse rechten en taksen Nationale Kas voor Rampenschade te financieren. Maandelijks zal één twaalfde van het op jaarbasis voorziene bedrag aan de Nationale Kas voor Rampenschade worden overgemaakt. Dit twaalfde wordt gestort op uiterlijk de 20ste van de maand waarin de ontvangsten inzake de jaarlijkse taks op de bovenvermelde verzekeringsverrichtingen zijn ontvangen. (Art. 86, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006)
Art. 175/1. § 1. Het tarief van de taks bedraagt 9,25%. § 2. Dit tarief wordt verminderd tot 4,40% wat betreft: 1° de verzekeringen in geval van leven; 2° de verzekeringen in geval van overlijden; 3° de vestigingen van lijfrenten of tijdelijke renten gesloten met een verzekeringsonderneming; 4° de collectieve toezeggingen die moeten worden beschouwd als een aanvulling van de wettelijke uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid door arbeidsongeval of ongeval ofwel beroepsziekte of ziekte, indien ze worden uitgevoerd door de verzekeringsondernemingen of pensioensinstellingen bedoeld in artikel 2, § 1 of § 3, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen of door de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, en indien deze collectieve toezeggingen op eenzelfde en niet-discriminerende wijze toegankelijk zijn voor alle aangeslotenen, zijnde alle werknemers of regelmatig bezoldigde bedrijfsleiders van eenzelfde onderneming of een bijzondere categorie ervan; 5° de pensioentoezeggingen die worden uitgevoerd door de verzekeringsondernemingen of pensioeninstellingen bedoeld in artikel 2, § 1 of § 3, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen of door de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening; 6° de individuele voortzetting van pensioentoezeggingen als bedoeld in artikel 33 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. § 3. Elke toezegging begrepen in de plannen die worden uitgevoerd door de verzekeringsondernemingen of pensioeninstellingen bedoeld in artikel 2, § 1 of § 3, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, of door de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, wordt onderworpen aan het tarief dat op die bepaalde toezegging van toepassing is overeenkomstig §§ 1 en 2, indien: - het collectief plan en de eventueel voorziene alternatieve individuele keuzemogelijkheden, op eenzelfde en niet-discriminerende wijze toegankelijk zijn voor alle aangeslotenen, zijnde alle werknemers of regelmatig bezoldigde bedrijfsleiders van eenzelfde onderneming of een bijzondere categorie ervan, en - de eventuele toezegging bij overlijden van de aangeslotene, de eventuele toezegging bij arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene en de eventuele toezegging medische kosten van de aangeslotene, kan onderschreven worden zonder uitsluiting op basis van een medisch onderzoek indien meer dan tien personen bij dat collectief plan zijn aangesloten, en 10
- dat plan door de verzekeringsonderneming, door de pensioeninstelling of door de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening op een gedifferentieerde wijze wordt beheerd zodat te allen tijde voor elke belastingplichtige of belastingschuldige de toepassing van het specifieke regime inzake inkomstenbelastingen en met het zegel gelijkgestelde taksen kan worden gewaarborgd, zowel inzake de behandeling van de bijdragen of premies als van de uitkeringen. In geval van een collectief plan waarbij voor alle aangeslotenen in een globaal premiebudget wordt voorzien en iedere aangeslotene zelf vrij de aanwending van dit premiebudget mag invullen en ventileren over de verschillende in het plan aangeboden dekkingen, moet er in een standaard toezegging worden voorzien. In afwachting van een keuze of indien de aangeslotene geen keuze maakt, wordt de standaard toezegging voor deze aangeslotene toegepast. Voor elke dekking wordt in een standaard dekking voorzien. Het verbod van uitsluiting op grond van een medisch onderzoek geldt zowel voor deze standaard dekking als de standaard toezeggingen; de standaard dekkingen en de standaard toezegging moeten in het reglement worden omschreven en een betekenisvolle inhoud hebben. § 4. Bij niet-naleving van één van de in § 3 vermelde voorwaarden wordt op alle toezeggingen begrepen in een in § 3 bedoeld plan, het in § 1 bepaalde tarief toegepast. Vervangen bij art. 333, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006), met ingang van 01.01.2007. Voor de toepassing van de fiscale bepalingen worden de instellingen voor collectieve beleggingen waarop de overgangsbepalingen van de wet van 20.07.2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles van toepassing zijn, geacht vanaf 01.01.2007 onder het toepassingsgebied te vallen van de bepaling die overeenkomstig hun statuut gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. In 2007 wordt een bedrag van 11.860.300 EUR afkomstig van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen, zoals bepaald bij de artikelen 173 tot 183, titel XII van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, toegewezen door middel van het toewijzingsfonds 66.80.B teneinde de Nationale Kas voor Rampenschade te financieren. Maandelijks zal één twaalfde van het op jaarbasis voorziene bedrag aan de Nationale Kas voor Rampenschade worden overgemaakt. Dit twaalfde wordt gestort op uiterlijk de 20ste van de maand waarin de ontvangsten inzake de jaarlijkse taks op de bovenvermelde verzekeringsverrichtingen zijn ontvangen. (Art. 86, W 27.12.2006 (B.S. 28.12.2006)
Art. 175/2. De taks wordt eveneens verminderd tot 1,40 pct.: 1° voor de verzekeringen inzake zee- en binnenvaart en de verzekeringen tegen de risico's van vervoer te land of te lucht, wanneer zij betrekking hebben op de goederen; 2° voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen inzake motorrijtuigen en de verzekeringen van materiële schade, wanneer zij betrekking hebben op: - autovoertuigen die, op basis van een vergunning, aangewend worden hetzij voor een taxidienst hetzij voor verhuring met bestuurder, overeenkomstig de wet van 27 december 1974 betreffende de taxidiensten en de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; - autobussen en autocars met hun aanhangwagens; - een motorvoertuig dat uitsluitend bestemd is voor het vervoer van goederen over de weg en een maximaal 15 juli 2012