268
Kosten: II.D. 63 425,00 = 53 425,00 (afschrijvingen) + 10 000,00 (waardevermindering)
3 FINANCIERINGSSTROMEN De onderneming moet, om haar activiteiten te kunnen financieren, beschikken over vermogensbronnen: eigen vermogen en vreemd vermogen. Dit laatste wordt dan nog gesplitst in vermogen op meer dan e´e´n jaar en op ten hoogste e´e´n jaar. Hierna behandelen we achtereenvolgens: 1) Eigen vermogen. 2) Schulden op meer dan e´e´n jaar. 3) Schulden op ten hoogste e´e´n jaar.
3.1 Eigen vermogen Eigen vermogen van de onderneming ontstaat doordat de eigenaar(s) vanuit zijn/hun prive´-patrimonium geld of goederen permanent ter beschikking van de onderneming stellen.
3.1.1 Kapitaalvorming door storting in contanten Een persoon stort 25 000,00 EUR op een rekening, geopend op naam van zijn handelszaak ‘Erikson’ en is niet van plan het later weer op te vragen. De onderneming ‘Erikson’ verwerft hiermee eigen vermogen, ‘Geplaatst kapitaal’ genoemd, en een tegoed bij de bank. Schematisch
Inschrijvingen: – In het financieel dagboek: . debet: ontvangst: 25 000,00 EUR . tegenrekening credit ‘10000 Geplaatst kapitaal’ waaruit de centralisatiepost: Kredietinstellingen: R/C aan Geplaatst kapitaal
55000 10000
25 000,00 25 000,00
........ ........
Centralisatie kredietinstelling maand
HANDBOEK BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK
269
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
3.1.2 Kapitaalvorming door inbreng in natura De fysische persoon kan eveneens zijn handelszaak ‘Erikson’ stichten door diverse persoonlijke bezittingen aan zijn zaak over te maken. Dit wordt dan ‘inbreng in natura’ genoemd. Zo bestemt hij op een permanente wijze voor zijn onderneming: – winkelhuis, waarderaming: 75 000,00 EUR – winkelinrichting, waarderaming: 12 500,00 EUR – meubilair, waarderaming: 7 500,00 EUR – hypothecaire schuld, waarderaming: 30 000,00 EUR Aangezien op de totale waarde van de ingebrachte activa (75 000,00 + 12 500,00 + 7 500,00 = 95 000,00) een schuld rust van 30 000,00 EUR die de onderneming mee overneemt, bedraagt de nettowaarde van de inbreng 95 000,00 – 30 000,00 = 65 000,00 EUR. Dit kan als volgt worden weergegeven:
Inschrijvingen: – In het diversepostenboek: Gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair aan Geplaatst kapitaal Overige leningen: hypothecaire lening Stichting door inbreng in natura
22100 23000 24000 10000 17400
75 000,00 12 500,00 7 500,00 65 000,00 30 000,00
3.1.3 Wijzigingen in het kapitaal Wijzigingen in het kapitaal (kapitaalverhoging of kapitaalverlaging) worden op dezelfde wijze als hiervoor behandeld. Indien de onderneming is opgericht in vennootschapsvorm, moeten bij kapitaalvorming en -wijzigingen wel de bepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen worden gerespecteerd.
BOEK 3
270
3.2 Schulden op meer dan e´e´n jaar 3.2.1 Betekenis Voor de financiering doet men meestal ook een beroep op leningen. Deze hebben bij oorsprong dikwijls een contractuele looptijd van meer dan e´e´n jaar en worden meestal verstrekt door: – kredietinstellingen: investeringsleningen op rekening, leningen op ondertekening van promessen of orderbriefjes; – derde personen of instanties: mits een contract. De voornaamste kenmerken van een lening zijn: – De nominale waarde: dit is de hoofdsom die men ontvangt en moet terugbetalen. – De looptijd: dit is de periode waarover men het geld ter beschikking krijgt of waarbinnen het afgelost moet worden. – De terugbetaling of aflossing: ineens na vervallen termijn of verdeeld over de looptijd. – De intrestvoet: dit is het intrestpercentage dat men moet betalen over het uitstaand nominaal kapitaal. Deze intrest is jaarlijks, zesmaandelijks, driemaandelijks of maandelijks te betalen na vervallen termijn (uitzonderlijk kan vo´o´r vervallen termijn voorkomen). – De vervaldag: dit is de dag waarop de lening contractueel verstrekt werd en waarop in de toekomst intresten en/of aflossingen moeten gebeuren. Leningen worden meestal pas verstrekt nadat de verstrekker een onderzoek verricht heeft naar de kredietwaardigheid van de onderneming-aanvrager. Soms moet deze laatste zekerheden als waarborg aan de verstrekker geven.
3.2.2 Administratie van een investeringslening De onderneming ‘Erikson’ gaat een investeringslening aan bij haar financie¨le instelling ter waarde van 100 000,00 EUR, vertegenwoordigd door 5 promesses van 20 000,00 EUR. Het contract heeft volgende kenmerken: – nominale waarde: 100 000,00 EUR – looptijd: 5 jaar – terugbetaling: jaarlijks e´e´n promesse van 20 000,00 EUR – intrestvoet: 7,5 % met zesmaandelijkse intrestafrekening, na vervallen termijn – vervaldag: 15 maart – datum van ontvangst: 15 maart 20N0 – dossierkosten door de financie¨le instelling in rekening gebracht 200,00 EUR + 21 % BTW. Het verloop van de lening kunnen we schematisch als volgt weergeven:
HANDBOEK BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK
271
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
In een aflossingstabel ziet het verloop van de lening en de daaraan verbonden intresten er als volgt uit: Leningen
Datum 15/03/20N0 15/09/20N0 31/12/20N0 15/03/20N1 15/09/20N1 31/12/20N1 15/03/20N2 15/09/20N2 31/12/20N2 15/03/20N3 15/09/20N3 31/12/20N3 15/03/20N4 15/09/20N4 31/12/20N4 15/03/20N5
meer dan 1 bj. 17310 100 100 80 80 80 60 60 60 40 40 40 20 20 20
000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 000,00 – –
Te betalen intrest
hoogstens 1 bj. 42310
15/09 65000
15/03 65000
– – 000,00 – – 000,00 – – 000,00 – – 000,00 – – 000,00 –
– 3 750,00 – – 3 000,00 – – 2 250,00 – – 1 500,00 – – 750,00 – –
– – – 750,00 – – 000,00 – – 250,00 – – 500,00 – – 750,00
20
20
20
20
20
3
3
2
1
Aflossing Toe te rekenen intrest per 15/03 31/12 42310 65000 / 49200
20
20
20
20
20
– – – 000,00 – – 000,00 – – 000,00 – – 000,00 – – 000,00
3 ½ maand 2
3 ½ maand 1
3 ½ maand 1
3 ½ maand
3 ½ maand
– – 187,50 – – 750,00 – – 312,50 – – 875,00 – – 437,50 –
Opmerkingen bij de tabel: – In de boekhouding heeft ‘meer dan e´e´n jaar’ steeds betrekking op het boekjaar. Zo zal men op 15 maart 20N0 het volledige bedrag in deze rubriek plaatsen, omdat de eerste aflossing pas op 15 maart 20N1 gebeurt. – De intrest wordt berekend en betaald om de zes maanden. Doordat de semestrie¨le intrest niet samenvalt met het afsluiten van het boekjaar, heeft men een inventarisprobleem: namelijk de intrest van het gehele boekjaar is niet ten laste genomen. Het toe te rekenen deel wordt berekend in de laatste kolom (deze bewerking is een anticipatiepost, zie hoofdstuk 7 voor een gedetailleerde bespreking).
BOEK 3
272
De boekhoudkundige bewerkingen zijn als volgt weer te geven: 1) 15 maart 20N0: ontvangst op rekening: Lening: – kosten – BTW (21 %)
100 000,00 200,00 42,00
– 242,00 99 758,00
Inschrijvingen: – In het financieel dagboek: . debet ontvangst: 100 000,00 EUR; tegenrekening credit ‘17310 Kredietinstellingen: promessen’ . credit uitgave: 242,00 EUR; tegenrekeningen debet: ‘65000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden’ en ‘49948 Terugvorderbare BTW bij aankopen’ waaruit de centralisatiejournaalposten: Kredietinstellingen: R/C aan ........ Kredietinstellingen: promessen
55000
100 000,00
17310
100 000,00
........
Centralisatie kredietinstelling maand ....................
........
Rente, commisies en kosten verbonden aan schulden Terugvorderbare BTW bij aankopen
65000 49948
200,00 42,00
........
aan Kredietinstellingen: R/C Centralisatie kredietinstelling ........ maand ....................
55000
242,00
2) 15 september 20N0: betaling van 6 maanden intrest: 3 750,00 EUR. Inschrijving: – In het financieel dagboek: . credit: uitgave: 3 750,00 EUR . tegenrekening: debet ‘65000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden’, waaruit via centralisatie: ........
Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden
65000
........
........
aan Kredietinstellingen: R/C Centralisatie kredietinstelling ........ maand ....................
55000
3 750,00 3 750,00
HANDBOEK BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK
273
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
3) en 4) 31 december 20N0: inschrijving in het diversepostenboek van de inventarisgegevens, nl.: – Overboeking naar binnen het jaar vervallende leningen op me´e´r dan 1 jaar Kredietinstellingen: promessen aan Binnen het jaar vervallende kredietinstellingen: promessen –
17310
20 000,00
42310
20 000,00
Boeken van de ‘toe te rekenen intrest’: Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden aan Toe te rekenen kosten
65000
2 187,50
49200
2 187,50
5) 1 januari 20N1: inschrijving in het diversepostenboek: tegenboeken van de toe te rekenen intrest: Toe te rekenen kosten aan Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden
49200
2 187,50
65000
2 187,50
6) en 7) 15 maart 20N1: aflossing van 1e promesse en betaling intrest: Inschrijving: – In het financieel dagboek: . credit: uitgave 23 750,00 EUR . tegenrekening: debet ‘42310 Kredietinstellingen: promessen’ 20 000,00 EUR en ‘65000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden’: 3 750,00 EUR waaruit bij centralisatie: Binnen het jaar vervallende kredietinstellingen: promessen Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden
42310
20 000,00
65000
3 750,00
........
aan Kredietinstellingen: R/C Centralisatie kredietinstelling ........ maand ....................
55000
23 750,00
8) 15 september 20N1: betaling van de intrest. Inschrijving in het financieel dagboek waaruit bij centralisatie: ........
Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden aan Kredietinstellingen: R/C
BOEK 3
65000 55000
3 000,00 3 000,00
274
9) en 10) 31 december 20N1: boeking van de inventarisgegevens in het diversepostenboek: Idem 3) en 4) hiervoor: Kredietinstellingen: promessen aan Binnen het jaar vervallende kredietinstellingen: promessen Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden aan Toe te rekenen kosten
17310 42310
20 000,00
65000 49200
1 750,00
20 000,00
1 750,00
HANDBOEK BOEKHOUDEN
Boekingsschema voor het boekjaar 20N0
HOOFDSTUK
BOEK 3
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
275
Boekingsschema voor het boekjaar 20N1
276
HANDBOEK BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
277
3.3 Schulden op ten hoogste e´e´n jaar Naast de leningen op meer dan e´e´n jaar doet de onderneming soms ook een beroep op kredieten op korte termijn.
3.3.1 Ontvangen leverancierskrediet Deze kredietvorm ontstaat telkens als een leverancier de handelaar uitstel van betaling geeft. De termijn tussen de ontvangst van de factuur en de datum van betaling is de krediettermijn. Dit is duidelijk een krediet op korte termijn, aangezien het uitstel van betaling meestal schommelt tussen 45 en 120 dagen. Aan deze kredietvorm is geen expliciete intrest verbonden. In vele gevallen is dit krediet echter niet helemaal gratis. Indien men krediet neemt bij de leverancier, mist men immers de eventuele korting voor contante betaling. We kunnen dit verlies de impliciete kost noemen.
3.3.2 Discontokrediet 3.3.2.1 Begrip Vorderingen op klanten kunnen worden omgezet in wisselvorderingen (cf. te innen wisselbrieven). Een te innen wissel, die door de betrokkene geaccepteerd is, kan men gebruiken als instrument van kredietverlening, via het zgn. ‘wisseldiscontokrediet’. Hierbij verkoopt de handelaar de wissel aan zijn bankier (clie¨ntendisconto of cedentendisconto) of verkoopt de betrokkene de wisselbrief aan zijn bankier, maar ontvangt de handelaar het bedrag (leveranciersdisconto). Schema Clie¨ntendisconto
BOEK 3
278
Leveranciersdisconto
De trekker van de wisselbrief blijft in beide gevallen verantwoordelijk voor de goede afloop. Wanneer de betrokkene op de vervaldag niet betaalt, zal de bank haar regresrecht uitoefenen tegenover de trekker.
3.3.2.2 Boekhoudkundige verwerking bij de trekker 1) De afgifte van de wissel ter verdiscontering aan de bank zal aanleiding geven tot een vermelding in het wisselbrievenboek. Meestal wordt dit niet boekhoudkundig verwerkt. Wenst men dit toch, dan zal men bij voorkeur in het wisselbrievenboek additionele kolommen voorzien voor de inschrijving: – credit: afgifte Te innen wissels – tegenrekening: – debet ‘40110 Te innen wissels ter clie¨ntenverdiscontering’ of ‘40120 Te innen wissels ter leveranciersverdiscontering’. Uit de centralisatie van het wisselbrievenboek volgt dan: ........
Te innen wissels ter clie¨ntenverdiscontering of Te innen wissels ter leveranciersverdiscontering
40110 of 40120
........ ........
........ ........
........
aan Te innen wissels Centralisatie wisselbrievenboek maand ....................
40100
........ ........
2) Bij ontvangst van het afrekeningsborderel en het dagafschrift van de financie¨le instelling: a) voor clie¨ntendisconto:
HANDBOEK BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK
279
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
Praktisch impliceert dit dat het financieel dagboek bijgewerkt wordt, nl.: – debet: ontvangst: wisselbedrag; tegenrekening: credit: ‘43210 Kredietinstellingen: clie¨ntendisconto’ – credit: uitgave: discontobedrag; tegenrekening: debet: ‘65300 Discontokosten op vorderingen’. Waaruit bij centralisatie volgende journaalpost voortvloeit: Kredietinstellingen: R/C aan ........ Kredietinstellingen: clie¨ntendisconto
55000
........ ........
43210
........ ........
........
Centralisatie kredietinstelling maand ....................
........
........
Discontokosten op vorderingen
65300
........ ........
........
aan Kredietinstellingen: R/C Centralisatie kredietinstelling ........ maand ....................
55000
........ ........
De handelaar heeft dus nu van zijn bank een krediet verkregen dat uitgedrukt wordt via de passiefrekening ‘43210 Kredietinstellingen: clie¨ntendisconto’. Deze rekening kan tevens beschouwd worden als de uitdrukking van de verplichtingen van de handelaar wegens regresrecht. b) voor leveranciersdisconto:
In dit geval verleent de bank van de handelaar geen krediet en heeft de handelaar dus geen schuld tegenover de kredietinstelling. Het feit dat de te innen wisselbrief nog niet door de betrokkene is betaald, kan via een correctierekening van de actiefrekening worden weergegeven, nl. ‘40121 TIW: leveranciersverdisconteerd’. De verplichting wegens regresrecht moet nu wel nog afzonderlijk worden opgenomen via de rekeningen van de klasse 0. Inschrijvingen: – In het financieel dagboek: . debet: ontvangst: wisselbedrag . tegenrekening: credit: ‘40121 TIW: leveranciers verdisconteerd’. Kredietinstellingen: R/C aan ........ ........ TIW: leveranciersverdisconteerd Centralisatie kredietinstelling maand –
........ ........
40121
........ ........
In het diversepostenboek: verplichting wegens regresrecht: Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop aan Crediteuren wegens andere verplichtingen uit wissels in omloop
BOEK 3
55000
01000 01110
........ ........ ........ ........
280
3) Afloop bij vervaldag a) Gunstige afloop Indien de betrokkene op de vervaldag zijn schuld aan de bankier betaalt, zal de handelaar geen enkel bericht ontvangen. Het periodiek opvolgen van de te innen wissels zal hem informatie geven over alle verdisconteerde wisselbrieven die op de vervaldag binnenkwamen en waarvoor er blijkbaar geen problemen waren. Na afpunten zal hij naar gelang van het geval de volgende boekingen doen in het diversepostenboek: .
Geval clie¨ntendisconto
Kredietinstellingen: clie¨ntendisconto aan Te innen wissels of Te innen wissels ter clie¨ntenverdiscontering
.
43210 40100
........ ........ ........ ........
40110
Geval leveranciersdisconto
TIW: leveranciersverdisconteerd aan Te innen wissels of TIW ter leveranciersverdiscontering
40121 40100
Crediteuren wegens andere verplichtingen uit wissels in omloop aan Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop
01110
........ ........ ........ ........
40120
01000
........ ........
........ ........
........ ........
b) Ongunstige afloop Indien de betrokkene op de vervaldag de financie¨le instelling niet betaalt, zal deze de wissel laten protesteren en het regresrecht tegenover de trekker uitoefenen. De financie¨le instelling zal de handelaar debiteren (d.i. het tegoed op zijn rekening verminderen) met het bedrag van de wisselbrief, verhoogd met protestkosten en een vast recht. Bij ontvangst van de afrekening op het dagafschrift zal men boeken:
HANDBOEK BOEKHOUDEN
BOEK 3
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
Opmerking Het gebruik van de rekeningen wegens ‘43210’ en ‘40121’ bij de handelaar heeft het voordeel dat de handelaar steeds op de hoogte blijft van de verdisconteerde wissels die nog niet op vervaldag gekomen zijn en waarvoor hij nog verantwoordelijk is voor de goede afloop.
Clie¨ntendisconto
HOOFDSTUK
281
282
Dit wordt gerealiseerd via de volgende inschrijving in het financieel dagboek: – credit: uitgave: wisselbedrag + protestkosten + vast recht – tegenrekening: debet: ‘40700 Dubieuze debiteuren’ waaruit bij centralisatie: Dubieuze debiteuren aan Kredietinstellingen: R/C Centralisatie kredietinstelling ........ maand ....................
40700 55000
........ ........ ........ ........
Afpunten afloop in wisselbrievenboek en boeking in het diversepostenboek: Clie¨ntendisconto: Kredietinstellingen: clie¨ntendisconto aan Te innen wissels of Te innen wissels ter clie¨ntenverdiscontering
43210 40100 40110
........ ........
TIW: leveranciersverdisconteerd aan Te innen wissels of Te innen wissels ter leveranciersverdiscontering
40121 40100 40120
........ ........
Crediteuren wegens andere verplichtingen uit wissels in omloop aan Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop
01110
........ ........ ........ ........
Leveranciersdisconto:
........ ........
........ ........
01000
........ ........
........ ........
3.3.2.3 Boekhoudkundige verwerking bij de betrokkene Een handelaar kan met zijn bankier afspreken dat deze bij ontvangst van een door hem geaccepteerde wissel de betrokken leverancier onmiddellijk mag betalen, disconto ten laste van hemzelf. Dit krediet is een leveranciersdisconto, zoals besproken onder punt 3.3.2, maar vanuit het standpunt van de betrokkene. Het is inderdaad deze laatste die met zijn bankier een lijn zal moeten vastleggen waarbinnen door de trekker (zijn leverancier) wissels kunnen worden ingegeven. Boekhoudkundige verwerking: a) Bij het bericht aan zijn bank, met verzoek de door hem geaccepteerde wisselbrief te disconteren, alle kosten te zijne laste.
Deze boeking volgt uit de inschrijving in het te betalen wisselbrievenboek (dat eventueel voorzien is van additionele kolommen): – debet: discontoverzoek – tegenrekening: credit: ‘43220 Kredietinstellingen: leveranciersdisconto’.
HANDBOEK BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK
283
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
Uit de centralisatie volgt dan: Te betalen wissels aan Kredietinstellingen: leveranciersdisconto Centralisatie te betalen wisselbrievenboek maand
44100 43220
........ ........ ........ ........
De rekening ‘43220 Kredietinstellingen: leveranciersdisconto’ geeft dus de schuld aan die de betrokkene (in ons geval de handelaar) heeft ten opzichte van zijn bank als gevolg van leveranciersdisconto. b) Bij ontvangst van het dagafschrift van de bank voor de discontokosten:
c) Bij ontvangst van het dagafschrift van de bank voor de betaling van het wisselbedrag op de vervaldag:
De boekingen b) en c) ontstaan uit de inschrijving in het financieel dagboek: – credit: uitgave – tegenrekeningen: debet b) ‘65000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden’ en c) ‘43220 Kredietinstellingen: leveranciersdisconto’.
3.3.2.4 Samenvattend rekeningenschema (Zie volgende blz.).
3.3.2.5 Opmerking: incasso In de voorgaande punten hebben we het gebruik van de wisselbrief als financieringsinstrument geı¨llustreerd. In situaties van voldoende liquiditeit zal de trekker echter niet overgaan tot verdiscontering van de wisselbrief. Op die manier vermijdt hij de aangerekende discontokosten op vorderingen. De bank crediteert dan op de vervaldag zijn rekening voor het totale wisselbedrag min de incassokosten (zie ook hoofdstuk 5). Bij ontvangst dagafschrift van de financie¨le instelling wordt er geboekt: Kredietinstellingen: R/C Incassokosten op vorderingen Terugvorderbare BTW bij aankopen aan Te innen wissels ter incasso of Te innen wissels
BOEK 3
55000 65310 49948 40130 40100
........ ........ ........ ........ ........ ........ ........ ........ ........ ........
Bij de betrokkene
Bij de trekker
Clie¨ntendisconto
284
HANDBOEK BOEKHOUDEN
BOEK 3
6 - REGISTRATIE VAN DE ANDERE ELEMENTEN VAN DE ONDERNEMINGSCYCLUS
Bij de betrokkene
Bij de trekker
Leveranciersdisconto
HOOFDSTUK
285