1
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.tue.nl/cursor en volg tuecursor op Twitter en Facebook
23 mei 2012 | jaargang 54
3 | Batavierenrace: Dansen op verzuurde benen 4 Knarsetandend naar de fysio
5 Venlo leent miljoenen voor stadion
5 Online kunst kopen
7 Liever olifantenpaadje dan Limbopad?
2 | Vooraf
Colofon Hoofdredactie Brigit Span Anouck Vrouwe
Redactie Jasper Massink Lisa York Dorothé Smit Susanne Schouten Willem Rabsztyn Laura Cornet Christiaan Rosendaal Marjolein Schets Jop van Hooft
Opmaak Natasha Franc
Uitgave Dit is een speciale uitgave van Cursor voor de deelnemers aan de SG-cursus journalistiek schrijven in mei 2012.
23 mei 2012
“Elk mens heeft exhibitionistische neigingen”, zo vond de schilder die mij heeft ingehuurd om wekelijks model te staan; mijn tweede bijbaan. Omdat ik niet het type ben dat beweringen zonder meer voor waar aanneemt, heb ik mij erin verdiept. Ik dichtte mezelf namelijk geen exhibitionistische neigingen toe. Het kostte nogal wat moed en een grote portie research om in te stemmen met het verzoek model te staan. Inmiddels ben ik wijzer en zie ik, net als de kunstenaar, het exhibitionistische in mensen; vooral op internet. Waarom geven mensen zich op internet zo makkelijk bloot? En vooral: wat is het verschil met de straat of, spannender, het atelier van een kunstschilder? Zie pagina 6 Laura Cornet
Susanne Schouten
Elk stadsbestuur stoot zich aan dezelfde steen. Vooral als het om stedelijke paradepaardjes gaan die eigenlijk veel te duur zijn. Als masterstudent stedebouw sta je nergens meer van te kijken van de vele iconische musea, duurzame stadskantoren en aantrekkelijke stationsgebieden die eigenlijk veel te duur zijn. Op dit moment ben ik met mijn project in Roosendaal bezig waar een voetbalstadion van een failliete voetbalclub herontwikkeld moet worden. Toen ik op zoek was naar referenties voor dit project kwam ik een fantastische 3d-rendering tegen van een voetbalstadion in -of all places- Venlo. Dit verbaasde me uiteraard niks. Elk stadsbestuur stoot zich immers aan dezelfde steen. Zie pagina 6 Jasper Massink
© 2012. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur. De redactie behoudt zich het recht voor om aangeboden artikelen te wijzigen.
Willem Rabsztyn
Marjolein Schets & Dorothé Smit
Jop van Hooft
Batavierenrace| 3
17.018 hardloopschoenen Twaalf uur ’s nachts op een regenachtige zaterdag, 28 april. Busjes arriveren op het startpunt in Nijmegen. Slaap wordt uit ogen gewreven. Om half één klinkt het startschot: de Batavierenrace begint. Er zijn 348 ploegen aanwezig die elk 25 etappes moeten afleggen. Vorig jaar ging het RUG Hanze Team uit Groningen er voor de vierde keer in vijf jaar vandoor met de eerste plaats. Zal het ze dit jaar opnieuw lukken? Team Lucid neemt het tegen hen op als een van de teams van de TU/e.
Eerste overwinning al binnen bij begin race: het Guinnessbook De eerste overwinning is al binnen voor de race zelfs nog maar begonnen is: met maar liefst 8.509 hardlopers verovert de 40ste Batavierenrace een
plek in het Guinness World Records Book als de grootste estafetteloop ter wereld. De race gaat over 175 kilometer. De lopers zijn opgesplitst in drie ploegen: de nacht-, ochtend- en dagploeg. Deze zijn verdeeld in 25 etappes die variëren van drie tot tien kilometer. Er zijn mannen- en vrouwen afstanden. Team Lucid, ploeg 205, gaat alles op alles zetten om de eer van hun studievereniging te verdedigen. “We moeten in elk geval boven Cheops eindigen”, lacht Enitia Karijodinomo, de ploegleidster het team. Zelf rent ze de 24e afstand van 7.1 kilometer. “Ik ga mijn best doen”, aldus Karijodinomo.
Het blijkt nog een heel karwei om de busjes met de ploegen op de juiste plaats te krijgen. Team Lucid wordt rondgereden door Frits van Beek, die de renners kundig van etappe naar etappe loodst. Een zestal busjes komt aarzelend achter hen aan. Of dat wel zo handig is, is niet helemaal duidelijk, aangezien het Lucid-busje één van de etappes overslaat, omdat ze daar geen loper op hoeven te halen. We kunnen alleen maar hopen dat de busjes zelf de weg weer gevonden hebben.
Eer studievereniging staat op het spel De lopers voor de ochtendetappe zitten om kwart voor vijf ’s ochtends al in de bus om naar het eerste startpunt te komen. Gelukkig is het weer opgeklaard, anders hadden ze net als de nachtploeg door de stromende regen moeten rennen. Bij de finish aangekomen is het druk.
Onder luid gejuich komen de eerste renners langs gehold. “Dadelijk als Paul (Van Beek, red.) er is lopen we mee als bodyguards”, zegt Naomi Verdaasdonk, die ook deel uitmaakt van team Lucid. “Volgens mij is hij al voorbij”, zegt iemand aarzelend. Uiteindelijk vindt het team hem terug bij de finish. Paul had klaarblijkelijk nog genoeg energie om hen ongezien voorbij te razen. Karijodinomo wordt wel op tijd door haar teamleden gespot. Uitgeput maar trots komt ze over de finish gerend, waar haar als trofee een biertje wordt overhandigd. De naam van de winnende ploeg schalt door de speakers. Het Wageningen University team wint de 40e Batavierenrace 2012 met een totale tijd van 10:29:12. De tweede plaats werd veroverd door het Technische Universiteitsteam Eindhoven. Team Lucid haalde de 243e plaats met een tijd van 15:48:08, 62 plaatsen boven Cheops. Marjolein Schets
Dansen op verzuurde benen Met de grootste estafettewedstrijd ter wereld wordt ook het grootste studentenfeest van de Benelux gehouden in Enschede: het Batavierenfeest. Alle uitgeputte sporters, enthousiaste supporters en verdere aanhang hijsen zich op zaterdagavond nog één keer in de benen om los te gaan op meer dan vijftien artiesten op negen locaties verspreid over de campus van de Universiteit van Twente. Studenten Harmonie Orkest Enschede trapt al spelend de avond af, met een rondje over de campus, en al gauw een niet al te nuchtere schare van volgzame, vrolijke en vooral luidruchtige studenten oppikt. Een half uur lang speelt het orkest in een impromptu concert de geweldigste levensliederen, die luidkeels worden meegezongen. Rond een uur of negen dreunen de eerste klanken vanuit de podia de geïmproviseerde camping op. De 12.000 feestgangers stromen langzaam vanuit hun tentenkampen richting de muziek. In de grote,
12.000 Feestgangers stromen vanuit hun tentenkampen richting de muziek wittetenten spelen bandjes aanstekelijke liedjes en al snel staat het publiek wild te dansen en te springen -
ondanks de verzuurde benen. Ook op de openluchtlocaties - waaronder het Grolsch Greenlight District draaien dj’s de fijnste plaatjes. Het Batavierenfeest gaat dit jaar op de groene toer: bier wordt getapt in maïsbekers, de aggregaten zijn voorzien van roetfilters en per vijftien ingeleverde bierglazen krijgen feestgangers een gratis drankmuntje. Het afval wordt zoveel mogelijk gescheiden verzameld. Tot diep in de nacht blijft het onrustig op de feestlocaties en het omliggende tentenkamp. Op de meeste plekken is het feest rond drieën afgelopen, maar daar trekken de meeste studenten zich niets van aan. Oordopjes zijn op de camping geen overbodige luxe; het rumoer gaat nog tot vroeg in de ochtend door. Een tactische zet dus van Douwe Egberts, om de volgende ochtend gratis koffie uit te delen aan alle slaperige, katerige studenten. Dorothé Smit
4 | Gelinkt
23 mei 2012
Tandenknarsend naar de fysiotherapeut Fysiotherapeuten zijn er om je te helpen, zeggen ze. Er blijken echter ook speciale kaaktherapeuten te zijn. Verslaggeefster Susanne Schouten is van hun goede intenties nog niet zo overtuigd. Twee weken geleden verwees de huisarts mij door naar deze specialist. Dit ter bestrijding van mijn kaakgewrichts ontsteking en de daaraan ten gronde liggende hoofdpijn. Nietsvermoedend ging ik de eerste sessie in bij fysiothe rapiepraktijk Gestel, om er een half uur later met geklemde kaken weer uit te komen. Wat een pijn: een kwartier lang had de kaakfysiotherapeute mijn kaakgewricht en omliggende spieren ‘gemasseerd’… het woord ‘fijngeknepen’ dekt echter beter de lading.
Lachen als een boer met kaakpijn De therapeute stak zonder pardon haar duim in mijn mond en drukte minutenlang precies daar waar de ontsteking zat. Ze sjorde mijn kaak van links naar rechts en van boven naar beneden.
Mijn klachten kwamen door het zogenaamde ‘bruxeren’ wat ik ’s nachts schijn te doen: een verzamelwoord voor knarsetanden, kaakklemmen en je wangen vacuüm zuigen. Fijn was de eerste behandeling niet; ik weet nu waarom ik drie keer per dag een sterke pijnstiller van de dokter moet slikken. Ik vond het tijd voor nader onderzoek; bij mijn tweede bezoek zou ik háár eens aan de tand voelen. Wat houdt kaakfysiotherapie in en hoe komt iemand erbij daar zijn dagelijks werk van te maken? “Fysiotherapie is een interessant beroep omdat het zich met zowel fysieke als sociale aspecten bezig houdt”, aldus Mylou Hamers, mijn kaakfysiotherapeute. Toen zij begon, was het een vierjarige HBO-opleiding, en alle specialisaties waren deeltijdstudies, gecombineerd met praktijk. Nadat ze haar eerste vier jaar had afgerond, kwam ze bij een praktijk te werken waar
een vooraanstaande kaaktherapeut de scepter zwaaide. “Hij heeft mij ingeleid in de kaakfysiotherapie door me mee te laten kijken met zijn sessies. Na verloop van tijd nam ik patiënten van hem over; daarna besloot ik zelf de specialisatie te gaan volgen.” Nu is ze één van de weinige kaakfysiotherapeuten in Nederland. Hamers specialiseerde zich in het orofaciale gebied oftewel: spieren en gewrichten in de aangezichts- en oorregio. Hierbij gaat men dieper in op mogelijke oorzaken voor deze klachten en verschillende behandel methodes. In de basisopleiding wordt weinig tot geen aandacht besteed aan het orofaciale gebied.
Patiënten eerder dankbaar dan wraakzuchtig Ben ik dan weer zo’n rare vogel die dit soort klachten heeft? Volgens Hamers zijn het er inderdaad relatief weinig. Het overgrote deel van de mensen heeft last van grotere gewrichten zoals de knieën of heupen. Het kaakgebied is maar klein
en is slechts verbonden met de nekspieren en het hoofd. De klachten zijn veelal niet levensbedreigend en worden minder vaak door mensen als echt probleem gezien, waardoor ze niet snel naar een arts stappen voor advies. Tot zover was dit voor mij een begrijpelijk verhaal. Toch kon ik het niet laten te vragen of ze het zelf prettig vond mensen zoveel pijn te moeten doen tijdens een behandeling. “Natuurlijk vind ik het niet prettig als cliënten hier pijn liggen te lijden, maar het is wel mooi om te zien hoe deze pijnlijke methode uiteindelijk toch voor verlichting zorgt. Mensen zijn me over het algemeen eerder dankbaar dan dat ze me wraakzuchtig aankijken. Het is overigens ook niet de bedoeling dat de pijn tijdens de behandeling langer dan een dag of anderhalf aanhoudt.” Dat deed het de vorige keer anders wel bij mij, ik heb tweeënhalve dag niet fatsoenlijk kunnen gapen of kauwen en ik lachte als een boer met kaakpijn. Hamers: “Dat is niet de bedoeling. Het zou kunnen dat tijdens de eerste sessie, de ontsteking nog niet voldoende was genezen en het gewricht door het masseren teveel geplaagd is. Deze
keer zal ik je na afloop nog met een TENS-apparaatje behandelen.” O help… Ik dacht dat fysiotherapie niet veel met apparaten te maken had?! Hamers lacht en legt uit: “Vroeger stonden de boeken vol over behandelingen met apparaten. Later onderzoek wees echter uit dat de werking van het overgrote deel van de apparaten niet bewezen kon worden. Het TENS-apparaatje heeft zichzelf wél bewezen. Het geeft door de hoge frequentie van micro-vibraties die door het gewricht worden gestuurd een verlammend effect. Dit helpt je om in de pijn te kunnen ontspannen. Je zult merken dat je dit keer minder lang last van de massage zult hebben” En wonder boven wonder was dat zo. Na drie behandelingen en wat simpele massageoefeningen die ik thuis zelf moest doen merk ik minder spanning in mijn kaak. Ik ben Hamers inderdaad dankbaar voor het gesjor en getrek aan mijn hoofd. Hoewel ik niet graag in haar schoenen zou staan, is het toch maar wat fijn dat er mensen zijn die met plezier hun duim tussen je vastgeklemde kaken durven te steken. Susanne Schouten
Nieuws | 5
Online podium voor kunstenaars De initiatiefnemers willen met dit concept het internet meer toegangelijkheid bieden voor kunstenaars, die vaak alleen met hun vak bezig zijn en geen tijd kunnen investeren in het openen van een online marktplaats van hun werk. Dit kan een schilder zijn, een grafisch artiest maar ook een fotograaf. Als promotiestunt hebben Suasso en Rabsztyn eind vorig jaar al een kunstcontest georganiseerd. De door een vakkundige jury gekozen HKU-studente Serah van Bilsen-Nijehuis werd als winnaar beloond met een waardebon voor de Hoge Ramen ter waarde van 250
Industrial Design-student Willem Rabsztyn en cadeauwinkel eigenaar Huub Suasso beginnen een internetpodium voor creatieve geesten die echt iets willen doen met hun werk. Rabsztyn en Suasso ontmoetten elkaar in de zomer van 2011. Ze raken aan de praat over de toekomst van de cadeauwinkel van Suasso. Rabstzyn is ervan overtuigd dat een goede webwinkel met een vertaling van de huissfeer van de cadeauwinkel een grote stap voorwaarts voor de winkel zou betekenen. Suasso loopt daar nog niet meteen warm voor, maar brengt een aantal andere plannen ter tafel. Na een aantal ontmoetingen zijn deze plannen uitgewerkt.
Initiatiefnemers willen het web toegankelijker voor kunstenaars
aangesproken voelt door deze website, iedereen kent wel een kunstenaar of is een kunstenaar die van deze website gebruik kan maken. Daarbij is het leuk om gewoon om op deze webmarkt rond te kijken of iets te kopen, wat helemaal niet duur hoeft te zijn!”, zegt Rabsztyn op de vraag hoe hij denkt dat de website een succes wordt.
De jonge ondernemers vragen een commissie 10 procent op de verkochte kunst in hun webwinkel, verder mag er gratis kunst worden toegevoegd.
Kunstkenners controleren op relevantie en kwaliteit Door verschillende kunstkenners wordt de kunst nauwkeurig gecontroleerd op relevantie waardoor de kwaliteit van WanBuyOne gewaardborgd kan blijven.
euro. Daarna volgende maandenlange ontwikkeling van de kunstmarktplaats resulteerde in een volledig werkend WanBuyOne. Het resultaat mag er volgens Rabsztyn en Suasso wezen, ook veel andere mensen zijn zeer positief te spreken over dit initiatiefrijke concept. “Het is de bedoeling dat iedereen zich
Willem Rabsztyn
Miljoenenvoetbalstadion in Venlo Als het aan de gemeente Venlo ligt, komt er aan de rand van de binnenstad een nieuw voetbalstadion. Daarnaast moet er een centrum komen voor grootschalige evenementen, zoals popconcerten, beurzen en congressen. Voor de omgeving van het stadion is een stedenbouwkundig plan gemaakt, waarbij de ruïnes van een oud Spaans fort de leidraad vormen. Daarmee is Venlo na Rotterdam, Breda en Sittard de volgende stad met een ambitieus stadionplan. Dankzij een nieuwe financiële constructie hoopt de gemeente problemen te voorkomen. Op een 22 hectare groot oud kazerne terrein aan de rand van de Venloose binnenstand wordt begin 2013 begonnen met de bouw van een nieuw voetbalstadion en een centrum voor grootschalige evenementen. De ontwikkeling duurt ongeveer 10 jaar. De gemeente voert gesprekken met mogelijke exploitanten. Ze denkt aan evenementen als popconcerten, beurzen en congressen. Daarnaast wil men ook ruimte vrij maken voor wellness en kansspelen.
Wethouder trots op financiële constructie De gemeente treedt op als financier en leent veertig miljoen voor het voetbal- en evenementencomplex. De kosten van de lening worden gedekt uit de huurinkomsten van de twee huurders van het complex: VVV-voetbal en VVV-events. De private partij MFC
deKazerne BV staat garant voor deze huuropbrengsten en springt financieel bij als een van de huurders de huur niet kunnen betalen. Dit doet zij door tien miljoen euro in een depot te storten dat verpand wordt aan de gemeente Venlo. Daarnaast is afgesproken dat MFC deKazerne BV het MFC over 16 jaar koopt van de gemeente. Zo hoopt de gemeente een gezond bedrijf achter te laten. Dit is een nieuwe financiële constructie voor een dergelijk project. Wethouder Twan Beurskens is trots en verwacht dat andere gemeenten dit model gaan hanteren. De laatste jaren zijn er veel ambitieuze plannen gemaakt rond voetbalstadions, vaak in combinatie met economische functies zoals kantoren functies en entertainment. Tot nu hebben deze plannen altijd op financiële of maatschappelijke problemen gestuit, waarvan de plannen in Breda (NAC) en Rotterdam (Feyenoord) voorbeelden zijn. Het meest bedenkelijke voorbeeld is dat van Fortuna Sittard. Daar liepen
de exploitatiekosten tijdens de bouw zo hoog op dat de club in geldnood kwam en bijna zijn proflicentie verloor. Vervolgens zat de club voor drie jaar met een half afgebouwd stadion in zijn maag en moest het een groot deel van zijn duurste spelers verkopen. Het complex in Venlo wordt gebouwd op een oud kazerneterrein waar vroeger een oud Spaans fort heeft gestaan. De omtrek van het fort vormt een
Voetbalstadion naast oud Spaans fort
belangrijk structurerend element in het stedenbouwkundig plan. Op deze manier moet het gebied een eigen identiteit krijgen, dat verbonden is met de plaatselijke geschiedenis. Hiervoor wordt ook een deel van het oude fort gerestaureerd. Het stedenbouwkundig plan is ontworpen door het bureau Karres en Brand, dat in Eindoven verantwoordelijk is voor het ontwerp van Bosrijk. Jasper Massink
Karres & Brands
www.venlovernieuwt.nl www.architectenweb.nl
6 | Onderzoek
23 mei 2012
In je niemendal op het netwerk In je bikini naar de winkel om de hoek? Dat nooit! Maar wel in diezelfde outfit in de cache van Google. Internet en privacy zijn als water en vuur. Toch groeit het online exhibitionisme. Waar we ons op straat steeds preutser gedragen, laten we onszelf op internet flink zien. Gewaarschuwd door talloze spotjes over het delen van persoonsgegevens, denken we wel drie keer na voor we een telefoonnummer of e-mailadres op het web zetten. We zijn bang dat de overheid te veel van ons kan zien of weten, maar durven wel foto’s en video’s van onszelf op een site te plaatsen, waarmee we ineens vele facetten uit ons leven delen. Over ons eigen beeldmateriaal op internet hebben we dus een ander idee. Beeld is geen informatie, lijkt de opvatting. Foto’s en video’s bevatten wel degelijk informatie. Ze vallen zelfs onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens en mogen niet zonder expliciete toestemming van de gefotografeerde dan wel gefilmde persoon geplaatst worden. Dit omdat een beeld meerdere zogeheten ‘bijzondere persoons kenmerken’ bevat, zoals geslacht, huidskleur, haarkleur en oogkleur.
Met een kleine bewerking ben je in no time pornomodel Echter, anders dan bij een fenomeen als phishing, gaat het bij foto’s meestal niet om die persoonsgegevens. Tevens wordt bij phishing informatie getapt; bij beeldinformatie gaat het juist om het verspreiden. Het verwijderen van
gegevens kan met beeld beter dan met tekstuele informatie, maar in de tijd dat een filmpje of foto op internet staat, kan het gekopieerd, gedownload en gedeeld worden. Leuk onder vrienden, maar daarbuiten vaak iets minder. Een beetje behoorlijke bikinifoto vindt al snel zijn weg naar een ratingsite, en met een kleine bewerking ben je in no time pornomodel. Het werkelijke probleem heeft dus te maken met het onderschatten van meerdere dingen. Allereerst de zichtbaarheid van foto’s. Je profiel op Facebook afschermen is één ding, maar een forum waar je een inlogcode voor nodig hebt biedt niet dezelfde bescherming; afbeeldingen zijn gewoon vindbaar. Ook de mogelijkheden tot kopiëren of verspreiden worden onderschat. Eerdergenoemde wet beschermt hier niet tegen: ook als je bezwaar maakt tegen oneigenlijk gebruik van jouw foto, ben je zelf verantwoordelijk voor wat er in de tijd dat het op het web staat mee gebeurt. Zo is het handig achterliggende informatie die elke digitaal geschoten foto automatisch meekrijgt eruit te halen voordat je een foto plaatst. Vooral een titel of plaatsaanduidingen zijn belangrijk, maar ook waar de foto op staat. Uiteindelijk is dit de informatie waarop een foto het makkelijkst vindbaar is en we weten allemaal: Google’s wegen zijn soms ondoor grondelijk. De nieuwste generatie internetexhibi-
tionisten lijkt hier niet van op de hoogte. Ze plaatsen zelf hun foto’s, waar geldt: hoe meer foto’s, hoe groter de behoefte aan bevestiging. Dat mensen zich op internet makkelijker blootgeven, heeft te maken met de laagdrempeligheid. Omdat er geen direct publiek is, zijn er ook geen directe gevolgen. Binnen de grenzen van een sociaal netwerk is een foto met goede privacyinstellingen af te doen als een ‘onderonsje’. Buiten die grenzen wanen mensen zich juist veilig, omdat het publiek niets te maken heeft met het persoonlijke netwerk. Ook dat het delen ‘achter glas’ gebeurt, vergroot het veiligheidsgevoel. De enige informatiespot over foto’s op internet, toont een man die de deuren langsgaat met de vraag of hij foto’s mag zien van de kinderen van de bewoners. De directheid schrikt af.
Omdat er geen direct publiek is, zijn er ook geen directe gevolgen Indirecte gevolgen van het plaatsen van foto’s zijn des te meer aanwezig. Echter, niet altijd zichtbaar. Vervelende commentaren zijn inherent aan het plaatsen van inhoud op internet, maar wat er met je foto’s gebeurt, zie je meestal niet. In 2010 rolde de politie bijvoorbeeld een kinderpornonetwerk op, dat volstond met Facebook-foto’s. Hierbij vond een lus-constructie plaats: de afbeelding wordt gedownload, van naam veranderd of op een andere manier aangepast en opnieuw geplaatst. Zo is de informatie achter het beeld weg, maar het beeld zelf bestaat nog, en is met speciale software te herleiden naar
Heleen van Royen op twitter.
de bron. Ook op videogebied neemt online exhibitionisme toe. Niet alleen uiterlijk exhibitionisme leent zich voor dit medium, ook emotioneel blootgeven is op Youtube populair. Veilig in je eigen kamer met een webcam zo authentiek mogelijk overkomen; kluizenaarsexhibitionisme. Na de trend van de zingende meisjes een aantal jaar geleden is er nu een belangrijk nieuw verschijnsel: de zogeheten ‘Am I pretty or ugly’-video’s. Ook deze video’s worden veelal gemaakt door jonge meisjes. De leeftijd is in
Google’s wegen zijn soms ondoorgrondelijk vergelijking met een paar jaar geleden gedaald. Net als foto’s, verspreiden video’s zich als een olievlek. Hierbij linken internetgebruikers echter vaker direct naar de
originele bron, omdat het nu eenmaal wat meer om het lijf heeft een video te downloaden en te uploaden. Bij video’s schuilt nog een ander gevaar: de beeldverspreiding hoeft niet per sé als video, maar kan ook als screenshot. Zo staat het mooiste meisje met haar vraag nu op talloze fora, en vond het originele filmpje door beelden op de fora zelfs haar weg naar de nationale televisie. Het is te kort door de bocht dit internetexhibitionisme, kluizenaarsexhibitionisme of websibitionisme te zien als een tegenbeweging voor het groeiende gevoel van privacyschending, of de zogenaamde ‘nieuwe transparantie‘ , maar het is wel een fenomeen dat door zijn contradictie met de samenleving op straat de aandacht trekt. Het sijpelt door in de reguliere media, zoals kranten, televisie en tijdschriften. Een groeiend aantal mensen legt zich toe op het zoeken, verzamelen en parodiëren van filmpjes en foto’s. Voel je je dus in je hemd gezet als jouw duckface opduikt in de hofvijver bij Pownews? Bij deze
Vijf must-see exhibitionisten op Youtube: • Edarem: de man die klassieke muziek neuriet en dirigeert, inclusief spannende oogbewegingen en een hond. • Keenan Cahill: de playbackende minimens • Molly Soda: een meisje met felgekleurd haar, die niet altijd wat te melden heeft, maar als ze iets leuks heeft, dan is het ook de moeite waard. Bekijk vooral haar “Hot Sugar” kerstfilmpje. • sgal09: het meisje achter het bekende pretty or ugly- filmpje • Locomama08: een vrouw, of een man, met een gezicht. • Community Channel: het kanaal van Natalie Tran. Een meisje dat situaties uit haar leven vaak naspeelt met zichzelf. Niet vreemd, wel leuk.
Olifantenpaadjes | 7
TU/e-studenten zijn goede olifanten Olifantenpaadjes; de campus ligt er vol mee. Het zijn de uitgesleten paden in het gras. Ze ontstaan als er keer op keer een bestaand pad wordt afgesneden. TU/e studenten kiezen altijd voor efficiëntie; de kortste weg moet en zal genomen worden. Dit levert kunstige creaties op, zoals de drie op één rij gelegen paadjes tussen het gebouw Potentiaal en het bruggetje naar het sportcentrum. Zowel het fietspad als de weg de Lismortel zijn daar zo krom als een hoepel, en alleen deze paadjes leveren de kortste afstand tussen de twee op.
Limbopad vernoemd naar ‘trein-Limburgers’ die wonen in ‘Hotel Mama’ De ontwikkeling van olifantenpaadjes staat nooit stil. Dwars over het grasveld bij het Auditorium tekent zich steeds duidelijker een nieuw paadje af. Vanuit het station naar het Potentiaal is schuin over het gras nou eenmaal het kortst. En niet onterecht; het scheelt 33 meter. En er zijn meer paadjes op de campus. Wie goed om zich heen kijkt, vindt er tientallen. Zijn olifantenpaadjes het bewijs voor denkfouten bij de inrichting van het terreinen zoals de TU/e-campus? De meningen zijn verdeeld. Dat ergens een olifantenpaadje loopt hoeft niet te betekenen dat de bestaande paden overbodig zijn. Een duidelijke casus waarin het bestuur van de universiteit zwichtte voor een olifantenpaadje is het limbopad. Het limbopad loopt richting het hoofdgebouw en begint wanneer je vanaf het station de Professor Doctor Dorgelolaan bent overgestoken. Het pad is vernoemd naar de ‘treinLimburger’; Limburgse studenten die in ‘Hotel Mama’ wonen. Zij pendelen elke dag tussen hun ouderlijke thuishaven en Eindhoven. Het pad ontstond ooit door deze Zuidelijke olifanten. Dit tot grote onvrede bij de
Bouwtechnische Dienst: “Jarenlang hebben we geprobeerd om het grasveld tussen het station en het TU/e-terrein ongeschonden te laten. We hebben op een gegeven moment zelfs prikkeldraad geplaatst, maar dat knipten de studenten gewoon door.” In 1988 had de universiteit twee miljoen gulden over voor de treinlimbo’s, en kocht de grond van de gemeente. De Bouwtechnische Dienst verhardde het pad. Sinds 2002 is het in de huidige vorm met de golvende bruggen de entree van de universiteit. Moeten niet alle olifantenpaadjes verhard worden? “Er zijn van die paadjes die je gewoon moet laten bestaan, dat is een prachtig verschijnsel. Maar er zijn ook situaties waarvan je denkt: daar hadden we gewoon een voet- of fietspad van moeten maken.” aldus Ton Hendriks, verkeersdeskundige bij het ANWB en olifantenpaadjesdeskundige. Op de TU/e is de dienst huisvesting verantwoordelijk voor het al dan niet verharden van olifantenpaadjes: “Soms zijn olifantenpaadjes onvermijdelijk. Tussen Potentiaal en het sportcentrum bruggetje ligt namelijk al een pad. Toch kiezen studenten voor nóg kortere mogelijkheden. Extra paden leggen is in deze gevallen onnodig en een overbodige uitgave. Verharding van de paden is dus altijd een afweging tussen kosten en efficiënte ruimtelijke indeling”.
Olifantenpaadje bewijst slechte inrichting TU/e-terrein De TU/e-olifanten zullen altijd creatieve routes vinden. “Zelfs al levert een olifantenpaadje geen specifieke tijdwinst, doordat er bijvoorbeeld een obstakel is geplaatst, dan nog verkiezen mensen het olifantenpaadje. Bovendien lopen langere paden altijd een beetje
Drie olifantenpaadjes op een kort stukje op het TU/e-terrein. Foto | Jan-Dirk van der Burg
Drie olifantenpaadjes op een kort stukje op het TU/e-terrein. Foto | Jan-Dirk van der Burg
krom, iets wat ik niet echt kan verklaren. Misschien ontstaat dit uit een zeker gevoel voor esthetiek”, aldus olifantenpaadjesfan, gedragspsycholoog en schrijver Maarten ’t Hart. Ontwerpers van paden kunnen en willen niet tegen het fenomeen ingaan. Dienst Huisvesting gaat liever niet nog meer verharden.
Jop van Hooft’
Dieren zoeken ook graag het kortste paadje op. Als een groep olifanten, beesten van drie tot vijf ton, besluit dat ergens een route komt, ontstaat er gegarandeerd een paadje. Dat maakt ze goede naamgevers voor onze olifantenpaadjes.
Jan-Dirk van der Burg is fotograaf en geobsedeerd door olifantenpaadjes. Zijn boek “Olifantenpaadjes” is gevuld met foto’s van allerlei verschillende paadjes. Ook heeft hij een grappige minidocumentaire gemaakt, die op internet te bekijken is op www.olifantenpaadjes.nl.