PROVIIMSJE FRYSLAN
Doe. nr.: Class, nr. Ingek.:
3 1 AUb ' ZÜ15
Beh. door:
Aid. Hoofd
College van Gedeputeerate Afdeling Stad en Platteland Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
A,.kt . .weken
I. afgedaan
Retouradres: Postbus 10055, 8000 GB ZWOLLE
Datum Ons Kenmerk Contactpersoon E-mall Doorkiesnummer
Vestigingen
Betreft
• Almelo • Almere • Apeldoorn
Countus accountanis + adviseurs
Afdelinq.
28 augustus 2015 201508280953/2065310/gengb1-1.0 Mevrouw ing. A. de Haan
[email protected] (06) 48 505 336 Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning namens De Heerlijkheid Kuunder Worstsloot IA 8374 EV KUINRE
Countus accountants + adviseurs b.v. Afdeling ROM Dokter Stolteweg 2 8025 AV ZWOLLE Postbus 10055 8000 GB ZWOLLE Telefoon
038-4552600
Fax
038-4531892
Website
www.countus.nl
E-mall
[email protected]
Bankrek.
NL33RAB003773975S5
K.v.K.nr. Beconnr. BTW nr.
05059718 196903 NL806030483B01
Geacht College,
• Assen • Doetlnchem • Dronten • Eibergen • Emnneloord
Bijgevoegd ontvangt u namens onze cliënt, De Heerlijkheid Kuunder, de aanvraag voor een Natuurbeschermingswetvergunning onder de PAS. Het betreft een aanvraag voor de locatie Worstsloot la te Kuinre.
• Emmen • Enschede • Hardenberg • Joure
De aanvraag is op 28 augustus per e-mail ingediend via
[email protected]. De Aerius berekeningen zijn als bijlagen toegevoegd aan de e-mail, zodat u deze weer in kunt lezen in Aerius.
• Markelo • MUI • Ommen • Raalte • Staphorst
De aanvraag voldoet aan de voorwaarden uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Voor verder inhoudelijke informatie verwijzen wij u naar de toelichting bij de aanvraag. Mocht u hierover nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende, via bovengenoemd telefoonnummer en/of e-mailadres.
• Steenwijk • Zeewolde • Zwolle
Met vriendelijke groet, Countus accountants + adviseurs, /. ^ ing. A. de Haan Specialist Ruimtelijke Ordening en Milieu Bijlage(n): Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning (vijfvoud)
Op de leveringen en diensten van C ountus accountants + adviseurs b.v, z ijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Deze z ijn gedeponeerd bij de K.v.K. te Zwolle.
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning De Heerlijkheid Kuunder Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Opdrachtgever
De Heerlijkheid Kuunder Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Opgesteld door
Ing. A. de Haan Specialist Ruimtelijke Ordening en Milieu Countus Accountants + Adviseurs B.V. Afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieu Postbus 10055 8000 GB Zwolle Tel.nr. 038 - 455 26 00
Zwolle, 28 augustus 2015
Countus accountants+adviseurs
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Pagina 2 van 33
Countifs accauntants + adviseurs
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Inhoudsopgave
Toelichting Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Bijlage 1. Machtiging bij aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning Bijlage 2. Topografische kaart met ligging bedrijfslocatie Bijlage 3. Overzicht dieraantallen en ammoniakemissie Bijlage 4. Effectbeschrijving overige effecten
4 5 18 19 20 21
Overige bijlagen: - AERIUS_bijlage_20150828092411_2DU6kA1AgM - Beoogde situatie - AERIUS_bijlage_20150828095916_2FA2rdYkyH - Verschilberekening - Gecombineerde opgave 2014 - Vergunning Wet milieubeheer 22 augustus 2006 Milieutekening 22 augustus 2006 Milieutekening gewenste situatie
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot la 8374 EV Kuinre
Pagina 3 van 33
Countus êCC0untants+advis6urs
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Toelichting
Onze cliënt, "De Heerlijkheid Kuunder", heeft een biologisch geitenhouderij bedrijf aan de Worstsioot 1a te Kuinre (provincie Overijssel). Referentie situatie In de Gecombineerde opgaven zijn de geiten jonger dan 1 jaar niet opgesplitst in de leeftijdscategorieën 060 dgn. en 61 dgn. -1 jaar. Daarom hebben wij het totaal aantal geiten jonger dan 1 jaar gedeeld door 365 dgn. en vermenigvuldigd met 60 voor de geiten met Rav-code CS.100. Als referentiesituatie Is de Gecombineerde opgave van 2014 gehanteerd. Deze situatie geeft een lagere ammonlakemissie dan de vigerende milieuvergunning van 22 augustus 2006. Deze milieuvergunning geldt ook op 1 januari 201 5. Gewenste situatie Het bedrijf De Heerlijkheid Kuunder wil binnen de bestaande gebouwen iets uitbreiden, ten opzichte van de referentie situatie. De aan te vragen dieraantallen zijn gelijk aan de milieuvergunde dieraantallen van 22 augustus 2006. Ventilatie Alle stallen worden natuurlijk geventileerd. De stal voor de melkgeiten (stal A) wordt via de nok geventileerd, voor deze stal is de uitstoothoogte gelijk aan de nokhoogte. De stallen voor de opfokgeiten (stal B en C) worden via de zijgevels geventileerd. Voor die stallen wordt als uitstoothoogte de goothoogte van 3,0 meter gehanteerd. In de milieutekening van de gewenste situatie staan dwarsdoorsneden van de stallen met daarbij de goot- en nokhoogtes en de uitstoothoogtes. Toetsing overige effecten In de bijlagen is een effectbeschrijving van de overige effecten (naast ammoniakdepositie) toegevoegd. In de effectbeschrijving is getoetst op het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied in de provincie Friesland, Rottige Meenthe & Brandemeer. Uit de effectbeschrijving blijkt dat overige effecten op de omliggende Natura 2000-gebieden uitgesloten zijn. Conclusie Het betreft een aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning onder de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De aanvraag voldoet aan de voorwaarden van de PAS met een toename van minder dan 3 mol/ha/jr. Wij verwachten dat voor deze activiteit een Natuurbeschermingswetvergunning verleend kan worden.
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 4 van 33
Countus accounfan(5<^adv(s«urs
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet 1998
Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Aanvraag vergunning
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Fryslén.
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsioot la 8374 EV Kuinre
Pagina 5 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Mceountants-i-adviseurs
Let op! Gebruik bij het invulien van dit formuiier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de gebiedsinformatie (ook) opwww.frysian.nl/nb-wet. Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Als u het formulier invult en het antwoord past niet op het formulier, dan kunt u het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4-formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan. Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 exemplaar te worden aangeleverd. Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Dit formulier is via de website www.frysian.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het invullen?
Als u hulp nodig heeft bij het invullen of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Frysién. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 89 95, vi a e-maii nb-wet®frysian.nl of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Concept Wij verzoeken u om uw aanvraag eerst in concept in te dienen. Als uw activiteit een agrarische activiteit is en het enige te beoordelen aspect de depositie van stikstof is, dan is vooroverleg niet noodzakelijk ais uw aanvraag aan de in de link van bijlage 5 o pgenomen indieningsvereisten voldoet.
\/ergunnln(;iaanvi aag Natuur beschermingwv'et 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 6 van 33
Countus
1.1
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Aanvrager of gemachtigde Organisatie Naam
1.2
O dhr. ® mevr. A. de Haan
Straat
: Postbus
hu is nr. 10055
Postcode en plaats
; 8000 GB Zwolle
Telefoonnummer
: 06 - 48 50 53 36
Faxnummer
: 038 - 453 18 92
E-mailadres
:
[email protected]
Gebruiker Organisatie Naam
1.3
: Countus Accountants + Adviseurs B.V.
: De HeerlijkheidKiiunder ®dhr. Q
Straat
Worstsloot
A. Pijlman huisnr. la
Postcode en plaats
8374 EV Kuinre
Telefoonnummer
0527-291419
Faxnummer
-
E-maiiadres
[email protected]
Locatie activiteit straat
Worstsloot
Postcode en plaats
8374 EV Kuinre
hulsnr. la
Omschrijving locatie*
Kadastrale gegevens
: Sectie F, nummer 190
Ligging in gemeente
: KUINRE
Voeg als bijlage een topografische kaarte bij. Zie 4.1. * Indien locatie niet Is gekoppeld aan een hulsadres.
Vetgunningaanvraag NatuurbeschetmingsvvGt 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 7 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
ic counts/} Is* adviseurs
1.4
Natuurgebied(en) waarop project/handeling effect heeft* Naam
Rottige Meenthe & &andemeer, afstand circa 5,3 kilometer Weerribben, afstand circa 6,2 kilometer Voor de overige gebieden, zie Aerius berdceningen in bijlagen.
1.5
Korte omschrijving hoofdlijnen van de activiteit. Zie hiervoor de toelichting in de bijlagen.
Voeg als bijlage een situatietekening bij. Zie 4.2.
1.6
Welke Nb-wetvergunning vraagt u aan? •
1.7
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
[2
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunnIng is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
•
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wetvergunning is verleend.
Gegevens laatst verleende Nb-wetvergunning Naam activiteit Datum vergunning Nummer vergunning Voeg een afschrift bij van eerder verleende vergunningen. Zie 4.3.
* Maak hiervoor gebruik van de bescNkbare gebiedsinf ormatie. Bijvoorbeeld vla; www.fryslan.nlAib-wet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsioot la 8374 EV Kuinre
Pagina 8 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
accountants t3dytseurs
1
1.8
~
-
4? •
" 1.
-• V:'T j , ' ' "'
r ,
'
'
Wat is er veranderd ten opzichte van de laatst verleende vergunning?
-ï lk •
1.9
1.10
Gaat het om een vergunning met bepaalde of onbepaalde tijd? •
Bepaalde tijd, van
(2
Onbepaalde tijd
tot
Welke andere vergunningen vraagt u aan? Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc.
Soort vergunning
Datum aanvraag
Aanvragen/aangevraagd Uj (instantie en afdeling)
1. Niet van toepassing 2. 3.
«38":. , j
4. 5. 6.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Venjunninc-iaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 9 van 33
Cmmtus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
.i-j»
2.1
Geef een gedetailleerde beschrijving van uw activiteit. Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten.Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkeien en voorbereiden van de 'activiteit' (de aaniegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn;
a)
Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied?
b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) ge bieden (versnippering)? c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoaiswijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water?
d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? e) Wordt het gebied door de activiteit verstoord ais gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.?
g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? h) is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten. is het (b edrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging.
k)
is er sprake van ontgronding, egaiisering of andere ingrepen in de bodem?
I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998(Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 10 van 33
Countus accountants* ad vistur 5
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Beschrijving activiteitZie hiervoor de effecfteschrijving in debylagen.
Vergunningaanvraag NatuurbeKherrningsvv'el 1998 (Nb-vvet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 11 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
accountants^advfseurs
2.2
Welke habitattypen en diersoorten worden mogelijk verstoord? Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en aanwezige diersoorten In het gebied (zie gebledslnformatle) de voorgenomen activiteit rrxjgelljk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van Informatie op de website wvm.synbiosys.alterra.nllnatura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvcx>r aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én In welke mate.
Storende factoren
Habitattypen
a
I i ï »Sä
Zie eCfectbcschrijving in de bijlagen
Diersoorten
Zie eScctbeschrjjving in de bijlagen
G
=
Gevoelig voor deze storende factor
ZG
=
Zeer gevoelig voor deze storende factor
NG
=
Nietgevoelig voor deze storende factor
7
:=
Niet voldoende Informatie om hierover een uitspraak te doen
NVT s
Deze storende factor is op deze natuurwaarde niet van toepassing
Vergunningaarwraag Natuuibeschérmingwv'et 19 98 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 12 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
dccountants-^ adviseurs
2.3
Van welke stapeling van negatieve effecten is er sprake? Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen(cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente.
Zie effectbeschrijving in de bijlagen
2.4
Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen omeventuele schade erVof verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikke len en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen: • hettijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; • de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op eenovereengekomen afstand van de oever; • alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, • afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. • afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
Vergunningaanvraag Matuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 13 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
accountants+adviseurs
Zie efFectbeschrijving in de bijlagen
Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit negatieve effecten kan hebben op het gebied (aangewezen habitats) en/of aanwezige relevante soorten, dan dient u deze effecten te kwantificeren In een verstoring- en verslechteringstoets. Indien sprake Is van (mogelijke) signi ficante gevolgen van de activiteit, dan dient een Passende Beoordeling opgesteld te worden. Heeft u voor het Indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een verstorlngverslechterlngtoets/ Passende Beoordeling, dan adviseren wij u om tijdig zelf contact op te nemen met de Provincie Fryslén,
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heeriijkheid Kuunder, Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 14 van 33
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bi] wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Frysiän onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordelingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend:
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats:
Zwolle
Datum:
28 augustus 2015
Naam ondertekenaar:
Mw. A. de Haan
Functie / hoedanigheid ondertekenaar:
Specialist ROM
Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend) :
Handtekening :
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 15 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
accountants tad vi sears
4
Overzicht van bijlagen en checklist
1.
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activi teit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voidoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien deactiviteit buiten het natuurgebied valt)
2.
Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven optekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen.
3.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nts-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Indien sprake is van een bestaande activiteit.
4.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit.
5.
Voeg, indien van toepassing, een afschrift toe van het Miiieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling of Passende Beoordeling /voortoets.
6.
Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebledsbeheerdertoe omtrent de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ... •
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in behartdelinggenomen.
•
de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen?
•
op aiie bijlagen aangegeven dat ze be horen bij de aanvraag?
•
het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en aiie daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wanneersprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 extra exemplaar te worden aangeleverd.
•
het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Frysiän, afdeling Stêd en Platteiên, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden (het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 in Leeuwarden).
Vergunningaanvraag Matuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 16 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
9CCountants*3dviseurs
Vereisten danvraag Nb-wetvergunning veehouderijen
Kijk voor een actueel overzicht van de vereisten op (klik op de link): http://www.fry5lan.nl/2i ll/natuurbeschermingswetvergunning-en-ammoniakdepositie.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 17 van 33
Countus
„ _
iccounianis.iiviseurs
Bijlage 1.
AsHvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Machtiging bij aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
MACHTIGING ONDERGETEKENDE Naam
Countus accountants^adviseurs
: VOF De Heerlijkheid Kuunder
Adres
: Worstsloot IA
Postcode, woonplaats
: 8374 EV KUINRE
Cllêntnummer Countus K.v.K.-nummer
: 2065310 : 60804416
Machtigt hierbij met recht van substitutie (vervanging): Ing. A. de Haan, Ing. A.J. Albers, Ir. U.M. van der Vegte en Ing, E J.M. Zandbelt Werkzaam als Specialisten ruimtelijke ordening en milieu bij Countus Accountants -f Ad viseurs B.V. Postbus 10055 8000 GB Zwolle Om namens hem/heiar; • een insprcökreactie in te dienen inzake het voorontwerp bestemmingsplan • een zienswijze in te dienen inzake net ontwerpbestemmingsplan • beroep aan te tekenen tegen het vaststellen van het bestemmingsplan • het toelichten van de zienswrijze tijdens de hoorzitting voor • een aanvraag in te dienen voor een omgevingsvergunning voor • een melding in te dienen inzake het Activiteitenbeslult voor H een aanvraag inzake de Natuurtieschenmingswet in te dienen na inwerking treden van de PAS / een melding in te dienen inzake de Natuurbeschermingswet na inwerking treden vEin de PAS ^ en het voeren van procedures en verrichten van alle handelingen die hier aan verbonden zijn. Alsmede om al datgene te doen of na te laten, wat gemachtigde nodig oordeelt om te komen tot een juiste regeling of afhandeling van bovengenoenxJe zaak. Ondergetekende kiest te dezer zake domicilie ten kantore van de gemachtigde. Eén en ander is van kracht tot wederopzegging. Ondergetekende cKént bevestigt door ondertekening van deze machtiging ten allen tijde zelf verantwoordelijk te zijn voor het juist, tijdig en volledig aanleveren van alle benodigde gegevens. Countus Accountants -i- Adviseurs B.V. wordt gevrijwaard van aansprakelijkheid in deze. Aldus opgemaakt en ondertekend.
Plaats:
Datum:....
Machtiging gaver Naam
: 4
Functie
: eigenaar/maat
Handtekening :..
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 18 van 33
Countus accountant s+advlseur$
Bijlage 2.
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Topografische kaart met ligging bedrijfslocatie
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 19 van 33
Countus
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
accountants
Bijlage 3.
Overzicht dieraantalien en ammoniakemissie
Gecombineerde opgave 2014
Aantallen dieren, diercategorie en stalsysteem
Stal nr
Diercategorie
RAV nr
Omschrijving stalsysteem (g etal is oppervlakte per dier)
NH3norm
Aantal
NH3
A
Cl.100
Geiten > Ijaar
o\«rige huisvestingssystemen
1,9
804
1.527,6
B
02.100
Opfokgeiten 61 dgn -1 jaar
o\erige huis\«stingssystemen
0,8
148
C
03.100
Opfokgeiten + lammeren 0-60 dagen
overige huisvsstingssystemen
0,2
29
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 20 van 33
Aantal
NH3
Vergunning PAS
Aantal
NH3
800 1.520,0
800
1.520,0
118,4
250
200,0
250
200,0
5,8
200
40,0
200
40,0
1.651,8
Totaal ammoniak
Vergunning 22 aug. 2006
1.760,0
1.760,0
Countus accountantsradviseurs
Bijlage 4.
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Effectbeschrijving overige effecten
a) Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied? Het bedrijf "De Heerlijkheid Kuunder" ligt op circa 5.5 kilometer afstand van het Natura 2000-gebied Rottige Meenthe & Brandemeer. De activiteiten hebben daardoor geen effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied. b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? Het gebied Rottige Meenthe & Brandemeer wordt niet versnipperd door de voorgenomen activiteit. c) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoals wijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water? De gewenste dieraantallen worden gehuisvest binnen de bestaande bedrijfsgebouwen. Er vinden geen bouwwerkzaamheden plaats. Effecten op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater zijn daardoor uitgesloten. d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? De gewenste dieraantallen worden gehuisvest binnen de bestaande bedrijfsgebouwen. Er vinden geen bouwwerkzaamheden plaats. Effecten op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater zijn daardoor uitgesloten. e) Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsiuitingen, omleidingen, etc. Het bedrijf van onze cliënt ligt op circa 5,5 kilometer afstand van het Natura 2000-gebied Rottige Meenthe & Brandemeer. Gezien deze afstand zal het gebied niet verstoord worden door verkeersbewegingen van en naar het bedrijf. f) Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.? Op het bedrijf wordt gebruik gemaakt van landbouwmachines, zoals tractoren. Verder vinden er aan- en afvoerbewegingen plaats van vrachtwagens, bijvoorbeeld voor het laden van melk en het lossen van krachtvoer. g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? De activiteit, het houden van melkgeiten en opfokgeiten, wordt jaarrond voor onbepaalde tijd uitgevoerd. Het bedrijf is volcontinu in bedrijf. h) Is er sprake van geluidsbelasting In het gebied door de activiteit? Door de grote afstand tot het gebied is er geen sprake van geluidsbelasting.
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 21 van 33
Countus account ants-tad vigours
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
i) Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten. Gezien de afstand van circa 5,5 kilometer tot het gebied zal de verlichting geen effect hebben op het gebied. j) Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging. Door middel van de voorliggende Natuurbeschermingswet vergunningaanvraag is aangetoond dat de ammoniakdepositie vanuit het bedrijf binnen de Programmatische Aanpak Stikstof valt, daarmee kan de NB-vergunning worden verleend. k) Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem? Er is geen sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem. I) Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit? Door de activiteiten op het bedrijf ontstaan er geen trillingen in de bodem. m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? Gezien de afstand van het bedrijf tot het Natura 2000-gebied is er geen sprake van fysieke aantasting van het Natura 2000-gebied. n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven. Door middel van de voorliggende Natuurbeschermingswet vergunningaanvraag is aangetoond dat de ammoniakdepositie vanuit het bedrijf binnen de Programmatische Aanpa k Stikstof valt, daarmee kan de NB-vergunning worden verleend. Daarmee is ook aangetoond dat er geen sprake is van negatieve effecten op soorten habitattypen in het gebied Rottige Meenthe & Brandemeer. Van welke stapeling van negatieve effecten is er sprake Doordat er geen sprake is van negatieve effecten op habitattypen en soorten in het gebied Rottige Meenthe & Brandemeer is stapeling van negatieve effecten uitgesloten. Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Er is geen sprake van verstoring van habitattypen of soorten in de Rottige Meenthe & Brandemeer.
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Pagina 22 van 33
Countus a cc sun (ants-f adviseurs
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
AERIUS_bijlage_20150828092411_2DU6kA1AgM - Beoogde situatie
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
I«J accountants* adviseurs
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
AERIUS B CALCULATOR Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura 2000gebieden als beschermde natuurmonumenten. Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (IMH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeerde pdf dan in de Calculator.
Berekening Gewenste situatie • Kenmerken • Emissie • Depositie natuurgebieden • Depositie habitattypen
Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.ni. zDUekAlAgM (28 augustus 2015) pagina 1/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS B CALCULATOR Contact
Activiteit
Rechtspersoon
Inrichtingslocatie
Countus Accountants + Adviseurs B.V.
Worstsloot ia, 8374 EV Kuinre
omschrijving
AERIUS kenmerk
. •
De Heerlijkheid Kuunder
zDUekAiAgM
Datum berekening
Rekenjaar
28 augustus 2015,09:25
2015
Totale emissie
Situatie 1
NOx NH3
Depositie Hectare met hoogste project bijdrage (mol/ha/j)
1.760,00 kg/j
Natuurgebied
Provincie
Rottige Meenthe & Brandemeer
Friesland
Situatie 1
0,53
Toelichting
Berekening voor vergunningaanvraag
Aenusberekenlng (beoogde situatie)
Gewenste situatie
zDUSkAiAgM (z8 augustus Z015) pagina 2/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR
Locatie Gewenste situatie
Emissie (per bron) Gewenste situatie
Dier
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam
A) Geitenstal
Locatie(X,Y)
l83000, 535856
Uitstoothoogte
9,0 m
Warmteinhoud
0,0 mW
NH3
1.520,00 kg/j
RAV code
Omschrijving
C 1.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; geiten ouder dan 1 jaar) (Overig)
Gewenste situatie
Aantal Stof dieren
800 NH3
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
1,900
1.520,00 kg/j
2DU6kAiAgM (28 augustus 2015) pagina 3/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR
B) Geitenstal
Locatie (X,Y)
182963,535852
Uitstoothoogte
3»0 m
Warmteinhoud
0,0 ITIW
NH3
200,00 kg/j
Dier
RAV code
Omschrijving
^
C 2.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar) (Overig)
Dier
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam
Aantal Stof dieren
Emissie
0,800
200,00 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
0,200
40,00 kg/j
250 NH3
Naam
Q Geiteosta!
Locatie (X.Y)
182957, 535861
Uitstoothoogte
3,0 171
Warmteinhoud
0,0 FTIW
NH3
40,00 kg/j
RAV code
Omschrijving
C 3-100
overige huisvestingssystemen (Geiten; opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen) (Overig)
Gewenste situatie
Emissiefactor (kg/dier/j)
Aantal Stof dieren
200 NH3
zDUSkAiAgM (28 augustus 2015) pagina 4/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS «CALCULATOR N... •
Depositie ttenseradw
natuur gebieden
^
I
TX
^ '
Dewoiden
5^?^^
' L_-2T1
f
Hoogste projectbijdrage (Rottige Meenthe b Brandemeer)
Hoogste projectbijdrage per natuurgebied
^ Habitatrichtlijn i'.gi Vogelrichtlijn ^ Beschermd natuurgebied A Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn A Habitatrichtlijn, Beschermd natuurgebied A Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied A Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied
Berekening voor vergunningaanvraag
Gewenste situatie
zDUekAiAgM (28 augustus 2015) pagina 5/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS B CALCULATOR Depositie PASgebieden
Hoogste depositie (moi/ha/j)
Overschrijding KDW
Ontwikkeiingsruimte beschikbaar
Rottige Meenthe b Brandemeer
0,53
Weerribben
0,38
O
De Wieden
o,n
O
Drents-Friese Weid b Leggelderveid
0,08
O
Holtingerveld
0,06
O
Van Oordt's Mersken
0,06
O
Wijnjeterper Schar
0,06
O
Aide Feanen
>0,05
O
Q Geen overschrijding ^ Wei overschrijding O Ontwikkelingsruimte beschikbaar*
O
Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar
^ In tenminste één hectare is meer dan 60% van de ontwikkelingsruimte uitgegeven *
Berekening voor vergunningaanvraag
Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de IVb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkeiingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden.
Gewenste situatie
zDUekAi AgM (28 augustus 2015) pagina 6/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR Depositie per Rottige Meenthe £7 Brandemeer habitattype
Berekening voor vergunningaanvraag
Habitattype
Hoogste depositie (mol/ha/j)
Overschrij- Ontwlkkellngsding KDW ruimte beschikbaar
HgiDo Hoogveenbossen
0.53
O
ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,52
O
H/irjoB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,52
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,45
H6410 Blauwgraslanden
0,42
H/zio Galigaanmoerassen
0,42
H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,42
O
H4010B Vochtige heiden (laagveengebied)
0,34
O
Gewenste situatie
O O
O O
O
O
zDUekAiAgM (28 augustus 2015) pagina 7/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS B CALCULATOR Weerribben
Berekening voor vergunningaanvraag
Habitattype
Hoogste depositle (mol/ha/j)
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,38
O
H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,37
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,37
O
H7210 Galigaanmoerassen
0,37
O
H4010B Vochtige heiden (laagveengebied)
0,37
O
ZGHgiDo Hoogveenbossen
0,36
O
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,34
O
O
ZGH314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,34
O
O
H6410 Blauwgraslanden
0,34
O
H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,34
O
ZGH7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,31
O
H314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,29
H9999:34 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H3i4o)
0,19
O
ZGH4010B Vochtige heiden (laagveengebied)
0,18
O
ZGH7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,14
O
Gewenste situatie
O
O
O
zDUekAiAgM (28 augustus 2015) pagina 8/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR De Wieden
Berekening voor vergunningaanvraag
Habitattype
Hoogste depositie (mol/ha/j)
HgiDo Hoogveenbossen
o,n
H3i50baz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
o,n
H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
o,n
O
H9999:35 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type {H3i40)
0,10
O
HcjoioB Vochtige heiden (laagveengebied)
0,09
O
ZGHgiDo Hoogveenbossen
0,09
O
ZGH7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,09
O
H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,08
O
H7210 Galigaanmoerassen
0,08
O
H6410 Blauwgraslanden
0,06
O
H3140IV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,06
O
ZGH314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,06
O
Gewenste situatie
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
O
zDUekAi AgM (28 augustus 2015) pagina 9/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR Drents-Friese Wold & Leggelderveld
Berekening voor vergunningaanvraag
Habitattype
Hoogste depositie (mol/ha/j)
Overschrij- Ontwikkelings ding KDW ruimte beschikbaar
HynoB Actieve hoogvenen (heideveentjes)
0,08
•
O
H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,08
#
O
H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
0,08
#
O
H4030 Droge heiden
0,08
#
O
H3I6O Zure vennen
0,08
#
O
Hgigo Oude eikenbossen
0,08
#
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,08
#
O
H3130 Zwakgebufferde vennen
0,08
#
O
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
0,07
#
O
H2330 Zandverstuivingen
0,06
#
O
H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
0,06
%
H5130 Jeneverbesstruwelen
>0,05
#
Gewenste situatie
O
2DU6kAiAgM (28 augustus 2015) pagina 10/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR Holtingerveld Habitattype
Hoogste depositie (mol/ha/j)
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
Hgigo Oude eikenbossen
0,06
O
H2330 Zandverstuivingen
0,06
O
H4030 Droge heiden
0,06
O
H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,06
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,06
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,06
O
ZGH/noB Actieve hoogvenen (heideveentjes)
0,06
O
H3I6O Zure vennen
>0,05
O
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
>0,05
O
H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
>0,05
O
Van Oordt's Mersken
Berekening voor vergunningaanvraag
Habitattype
Hoogste depositie (molAia/j)
H40IOA Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,06
H6410 Blauwgraslanden
>0,05
H623ovka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
>0,05
Gewenste situatie
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
O
zDUekAiAgM (28 augustus 2015) pagina 11/13
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS B CALCULATOR Wijnjeterper Schar Habitattype
Hoogste depositie (mol/ha/j)
H4030 Droge heiden
0,06
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
Aide Feanen Habitattype
Hoogste depositie (mol/ha/j)
Overschrij- Ontwikkelings ding KDW ruimte beschikbaar
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
>0,05
O
Q Geen overschrijding ^ Wel overschrijding
O O
Ontwikkelingsruimte beschikbaar* Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar In tenminste één hectare is meer dan 60% van de ontwikkelingsruimte uitgegeven
*
Berekening voor vergunningaanvraag
Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden.
Gewenste situatie
2DU6kAiAgM (28 augustus 2015) pagina 12/13
AERIUS BCALCULATOR
DiSClai mer
Berekening voor vergunningaanvraag
Hoewei verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de Inhoud van de door de gebruiker aangeboden Informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar Is. AERIUS Is een geregistreerd handelsmerk In de Benelux. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.
Reken basis
berekening Is tot stand gekomen op basis van: AERIUS versie 20i£i.i_20i50825_fb538daf3i Database versie 20iq.i_zoi5o825_fb538daf3i Meer Informatie over de gebruikte data, zie www.aerlus.nl/methodlek
Berekening voor vergunningaanvraag
Gewenste situatie
zDUSkAiAgM (28 augustus 2015) pagina 13/13
Countus accounianis^.dws.ufi
AaHvraaQ Natuurbeschermingswetvergunning
AERIUS_bijlage_20150828095916_2FA2rdYkyH - Verschilberekening
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Countus account ants+aävis9urs
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingsw/etvergunning
AERIUS «CALCULATOR Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet iggS. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura 2000gebieden als beschermde natuurmonumenten. Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voorkomen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH^) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.
Berekening Referentie situatie • Kenmerken • Emissie • Depositie natuurgebieden • Depositie habitattypen
Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.nl. aFAzrd YkyH (28 augustus 2015) pagina 1/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS «CALCULATOR Contact
ActivitOit
Rechtspersoon
Inrichtingslocatie
Countus Accountants + Adviseurs B.V.
Worstslootia, 8374 EV Kuinre
Omschrijving
AERIUS kenmerk
De Heerlijkheid Kuunder
zFAzrdYkyH
Datum berekening
Rekenjaar
28 augustus 2015, io:oo
2015
Totale emissie
situatie 1
Situatie 2
Verschil
1.651,80 kg/j
1.760,00 kg/j
108,20 kg/j
NOx I\IH3
Depositie Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j)
Toelichting
Natuurgebied
Provincie
Rottige Meenthe & Brandemeer
Friesland
Situatie 1
Situatie 2
Verschil
0.47
0,51
+ 0,03
Aeriusberekening(verschilberekening)
Berekening voor
Referentie situatie
zFAzrdYkyH (28 augustus 2015)
vergunningaanvraag
Gewenste situatie
pagina 2/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS B CALCULATOR
Locatie Referentie situatie
Emissie (per bron) Referentie situatie
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam
A) Geitenstal
Locatie(X,Y)
l83000, 535856
Ultstocthcogte
Q,0 m
Warmteinhoud
0,0 mW
NH3
1.527,60 kg/j
Dier
RAV code
Omschrijving
yy
C 1.100
overige huisvestingssystemen (Geiten: geiten ouder dan 1 jaar) (Overig)
Referentie situatie Gewenste situatie
Aantal Stof dieren
804 NH3
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
1,900
1.527,60 kg/j
aFAardYkyH (28 augustus 2015) pagina 3/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR
Naam Locatie (X,Y) Ultstoothoogte Warmteinhoud NH3
Dier
RAV code
Omschrijving
^
C 2.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; opfokgeiten van 6i dagen tot en met één jaar) (Overig)
Aantal Stof dieren
Naam Locatie (X,Y) Ultstoothoogte Warmteinhoud NH3
Dier
Berekening voor vergunningaanvraag
RAV code
Omschrijving
C 3.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen) (Overig)
Referentie situatie Gewenste situatie
B) Geitenstal 182963, 535852 3.0 m 0,0 mw 118,40 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
0,800
118,40 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
0,200
5.80 kg/j
148 NH3
C) Geitenstal 182957, 535861 3.0 m 0,0 mw 5.80 kg/j
Aantal Stof dieren
29 NH3
zFAardYkyH (28 augustus 2015) pagina ii/i 5
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS «CALCULATOR
Locatie Gewenste situatie
Emissie (per bron) Gewenste situatie
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam
A) Geitenstal
Locatie(X,Y)
l83000, 535856
Uitstoothoogte
g,0 m
Warmteinhoud
0,0 mW
NH3
1.520,00 kg/j
Dier
RAV code
Omschrijving
^
C 1.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; geiten ouder dani jaar) (Overig)
Referentie situatie Gewenste situatie
Aantal Stof dieren
800 NH3
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
1,900
1.520,00 kg/j
zEAzrdYkyH (28 augustus 2015) pagina 5/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR
B) Geitenstal
Locatie(X,Y)
182963, 535852
Ultstoothocgte
^,0 m
Warmteinhoud
0,0 fTlW
NH3
200,00 kg/j
Dier
RAV code
Omschrijving
^
C 2.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; opfokgeiten van 6i dagen tot en met één jaar) (Overig)
Dier
Berekening voor vergunningaanvraag
Naam
Aantal Stof dieren
Emissie
0,800
200,00 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
0,200
40,00 kg/j
250 NH3
Naam
Q Geitenstal
Locatie(X,Y)
182957, 53586l
Ultstoothoogte
3(0 m
Warmteinhoud
0,0 HRW
NHj
40,00 kg/j
RAV code
Omschrijving
C 3.100
overige huisvestingssystemen (Geiten; opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen) (Overig)
Referentie situatie Gewenste situatie
Emissiefactor (kg/dier/j)
Aantal Stof dieren
200 NH3
zFAzrdYkyH (28 augustus 2015) pagina 6/15
Berekening voor vergunn1nga a nvra ag
AERIUS« CALCULATOR
Depositie
«.nseradW
„ "
natuur- ' gebieden
V•
-
SmaDingerland
y
,1
J«s«
Ä. Ä. ^®
•f4 • \ }
, «»"T' .. .
,
Hflil ^<^1 foch Mloirvfn p \
Oosbiellingwerf . • "1^
•
)•' V> >-> 'NiddenDicnthe
^WÖutdlmgw^rf' • f ^\ \ II H oltktgfwld
Hooidaostpaldei
•^Jr
\
:4t , DeVtolden
- « ^X
9
Hoogste projectverschil (Rottige Meenthe £/ Brandemeer)
Hoogste projectverschil per natuurgebied
^ Mabltatrichtlljn Vogelrichtlijn ^ Beschermd natuurgebied A Mabltatrichtlljn, Vcgelrlchtlijn A Mabltatrichtlljn, Beschermd natuurgebied A Vcgelrlchtlijn, Beschermd natuurgebied A Mabltatrichtlljn, Vcgelrlchtlijn, Beschermd natuurgebied
Berekening voer
Referentie situatie
zFAardYkyM (aS augustus 2015)
vergunningaanvraag
Gewenste situatie
pagina 7/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR Depositie PA5gebieden
Natuurgebied
Verschil
Hoogste depositie Situatie 2 (mol/ha/j)
Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie 2
Overschrijding KDW
Ontwikkelingsruimte beschikbaar
Rottige Meenthe b Brandemeer
0,47
0,51
+ 0,03
0,53
Weerribben
0,36
0,38
+ 0,02
0,38
O
De Wieden
o,n
o,n
+ 0,01
0,11
O
Drents-Friese Wold £7 Leggelderveld
0,08
0,08
+ 0,00
0,08
O
Holtingerveid
0,06
0,06
+ 0,00
0,06
O
Van Oordt's Mersken
0,06
0,06
+ 0,00
0,06
O
Wijnjeterper Schar
>0,05
0,06
+ 0,00
0,06
O
Aide Feanen
0,05
>0,05
+ o»oo
>0,05
O
Q Geen overschrijding ^ Wel overschrijding
O Ontwikkeiingsruimte beschikbaar* Q Geen ontwikkeiingsruimte beschikbaar In tenminste één hectare is meer dan 60% van de ontwikkelingsruimte uitgegeven *
Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden.
Berekening voor
Referentie situatie
aFAardYkyH (28 augustus 2015)
vergunningaanvraag
Gewenste situatie
pagina 8/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS »CALCULATOR Depositie per Rottige Meenthe b Brandemeer habitattype Habitattype
Hectare met hoogste projectverschll (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie 2
Verschil
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,49
0,52
+ 0,03
O
H91D0 Hoogveenbossen
0,47
0,51
+ 0,03
O
H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,47
0,51
+ 0,03
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,43
0,45
+0,03
O
O
H7210 Galigaanmoerassen
0,39
0,42
+ 0,03
O
O
H714OA Overgangs-en trilvenen (trilvenen)
0,39
0,42
+0,03
O
H6410 Blauwgraslanden
0,39
0,42
+ 0,03
O
H40IOB Vochtige heiden (laagveengebied)
0,32
0,34
+0,02
O
O O
Berekening voor
Referentie situatie
2FA2rdYkyH (28 augustus 2015)
vergunningaanvraag
Gewenste situatie
pagina 9/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS B CALCULATOR Weerribben Habitattype
Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie 2
ding KDW
Ori^ikkelingsruimte beschikbaar
O
ö
Verschil
ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,36
0,38
+ 0,02
H4OIOB Vochtige heiden (laagveengebied)
0,35
0,37
+0,02
O
H/aio Galigaanmoerassen
0,34
0,36
+ 0,02
O
ZGHgiDo Hoogveenbossen
0,34
0,36
+ 0,02
O
H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,33
0,35
+ 0,02
O
HgiDo Hoogveenbossen
0.33
0,35
+ 0,02
O
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,32
0,34
+0,02
O
ZGH314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,32
0,34
+ 0,02
O
H714OA Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,31
0,33
+ 0,02
O
H6410 Blauwgraslanden
0,32
0,34
+ 0,02
O
ZGH7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,29
0,31
+ 0,02
O
H314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
0,27
0,29
+ 0,02
H9999:34 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H3140)
0,18
0,19
+ 0,01
O
ZGH401OB Vochtige heiden (laagveengebied)
0,17
o,i8
+ o,oi
O
ZGH7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen)
0,14
0,14
+ 0,01
O
Referentie situatie Gewenste situatie
O
O
O
2FA2rdYkyH (28 augustus 2015) pagina 10/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS «CALCULATOR De Wieden Habitattype
Hectare met hoogste projectverschl! (molAia/j) Situatie 1
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie 2
Verschil
Overschrij- Ontwikkellngs'•'"e KDW ruimte beschikbaar
HgiDo Hoogveenbossen
o,n
o,n
+ 0,01
O
H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
o,n
o,ii
+ 0,01
O
H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,10
0,10
+ 0,01
O
H9999:35 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H3140)
0,10
0,10
+ 0,01
O
H4010B Vochtige heiden (laagveengebled)
0,09
0,09
+o,oi
O
ZGHgiDo Hoogveenbossen
0,09
0,09
+ 0,01
O
ZGH7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)
0,08
0,09
+ 0,00
O
H7140A Overgangs-en trilvenen (trilvenen)
0,08
0,08
+0,00
O
H7210 Galigaanmoerassen
0,07
0,08
+ 0,00
O
H6410 Blauwgraslanden
0,06
0,06
+ 0,00
O
H314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
>0,05
0,06
+ 0,00
O
ZGH314OIV Kranswierwateren, in laagveengebieden
>0,05
0,06
+ 0,00
O
Referentie situatie Gewenste situatie
O
zFAardYkyH (28 augustus 2015) pagina n/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS« CALCULATOR Drents-Friese Wold & Leggelderveld Habitattype
Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
Situatie 2
Verschil
ding KDW
On^ikkelingsruimte beschikbaar
HynoB Actieve hoogvenen (heideveentjes)
0,08
0,08
+0,00
O
H4010A Vochtige heiden (hogere
0,08
0,08
+ 0,00
O
H3I6O Zure vennen
0,08
0,08
+ 0,00
O
H4030 Droge heiden
0,08
0,08
+ 0,00
O
H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
0,08
0,08
+ 0,00
O
Hgigo Oude eikenbossen
0,07
0,08
+ 0,00
O
H3130 Zwakgebufferde vennen
0,07
0,08
+ 0,00
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,07
0,08
+ 0,00
O
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
0,06
0,07
+0,00
O
H2330 Zandverstuivingen
0,06
0,06
+ 0,00
H623ovka Heischrale graslanden, vochtig
>0,05
0,06
+0,00
>0,05
>0,05
+ 0,00
zandgronden)
kalkarm
H5130 Jeneverbesstruwelen
Berekening voor
Referentie situatie
zFAzrdYkyH (28 augustus 2015)
vergunningaanvraag
Gewenste situatie
pagina 12/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS «CALCULATOR Holtingerveld Habitattype
Hectare met hoogste projectverschll (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie 2
Verschil
Overschrij- Ontwlkkelingsding KDW ruimte beschikbaar
Hgigo Oude eikenbossen
0,06
0,06
+ 0,00
H2330 Zandverstuivingen
0,06
0,06
+ 0,00
H4030 Droge heiden
0.06
0.06
+ 0,00
O
H40IOA Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,06
0,06
+ 0,00
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
>0,05
0,06
+ 0,00
O
HgiDo Hoogveenbossen
>0,05
0,06
+ 0 ,00
O
ZGH/noB Actieve hoogvenen (heideveentjes)
>0,05
0,06
+ 0,00
O
H3i6oZure vennen
0,05
>0,05
+ 0,00
O
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
0,05
>0,05
+0,00
O
H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
0,05
>0,05
+0,00
O
Van Oordt's Mersken Habitattype
Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie!
Berekening voor vergunningaanvraag
Situatie 2
Verschii
Overschrij- Ontwikkeiingsding KDW ruimte beschikbaar
H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,06
0,06
+ 0,00
H6410 Blauwgraslanden
>0,05
>0,05
+ 0,00
O
H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
0,05
>0,05
+0,00
O
Referentie situatie Gewenste situatie
2FA2rdYkyH (28 augustus 2015) pagina 13/15
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS n CALCULATOR Wijnjeterper Schar Habitattype
Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
H4030 Droge heiden
>0,05
Situatie 2
0,06
Verschil
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
+ 0,00
Aide Feanen Habitattype
Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie i
H315obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
0,05
Situatie 2
Verschil
>0,05
+ 0,00
Overschrij- Ontwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar
O
Q Geen overschrijding ^ Wel overschrijding O Ontwikkelingsruimte beschikbaar*
O
Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar
^ In tenminste één hectare is meer dan 60% van de ontwikkelingsruimte uitgegeven *
Berekening voor vergunningaanvraag
Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden.
Referentie situatie
zFAard YkyH (28 augustus 2015)
Gewenste situatie
pagina ia/15
AERIUS n CALCULATOR
Disclaimer
RO kon bOSiS
Berekening voor vergunningaanvraag
Hoewei verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aanworden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie vanAERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk inde Benelux. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.
berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS
versie Z0i4.i_20i50825_fb538daf3i
Database
versie 20iq.i_20i50825_fb538daf3i
Meer informatie over de gebruikte data, zie www.aerius.nl/methodiek
Berekening voor
Referentie situatie
zFAzrdYkyH (28 augustus 2015)
vergunningaanvraag
Gewenste situatie
pagina 15/15
Countus accourjfan^si-adviseurs
Gecombineerde opgave 2014
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Countus êccountantsi-sdviseurs
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Rtjksdien« voor Ondernemend Nederland
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Uw gegevens Naam
Maatschap S. Pijlman en H. Pijlman-de Dood
Adres Woonplaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer E-malladres Relatienummer Aanvraagnummer Kamer van Koophandelnummer Burgerservicenummer
Worstsloot 1 a KUINRE 0527291419 s.pljlman®solcon.nl 200122167 8314012 08197171
IIIIIIIRIIIIIIIIIIIIIIIM "8314012CD001200122167"
Documentnaam
200122167_GO_forniulier_2014_20140410.pdf
Datum en tijdsbp
10-04-2014 12:05:40
Pagina 1 van 12
Rijicsdjenst voor Ondernemend Nederland
Gecombineerde opgave 2014
Formulier Relatiegegevens Naam Adres Woonplaats Aanvraagnummer Kamer van Koophandelnummer Burgerservicenummer Relatienummer IBAN BIC Rechtsvorm Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer E-mailadres
Maatschap S. Pijlman en H. PIJIman-de Dood Worstsloot 1 a 8374 EV KU INRE 8314012 08197171 200122167
NL40RAB00149096968 RAB0NL2U Maatschap
0527291419
[email protected]
Zijn bovenstaande gegevens correct en volledig?
B Ja • Nee Uw e-mailadres v oor de ontvangsttievestiging
[email protected]
E-mailadres adviseur voor de ontvangstbevestiging Heeft u uw bedrijf volledig beëindigd? (U houdt, bedrljls- of hobbymatig, op 1 april 2014 géén dieren. Vanaf 15 mei 2014 heeft u géén grond In getfrulk.) • Ja
H Nee Is uw bedrijf een rechtspersoon? • Ja (o.a. BV, NV, stic hting, vereniging, coöperabe) 0 Nee (natuurlijk persoon/eenmanszaak, maatschap, VOF, CV)
Biologische landbouw op 15 mei 2014 Past u op het bedrijf een door SKAL gecontroleerde biologische productiewijze toe? B Ja • Nee Wat is het SKAL-nummer van uw bedrijf?
14983
Pagina 2 van 12
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Gecombineerde opgave 2014
Formulier Bedrijfshoofd/bedrijfsleider Bedrijfshoofd/bedrijfsleider Geboortejaar
1956
Geslacht
B| Man • Vrouw
Gemiddelde arbeidstijd per week In de periode van ap ril 2013 t/m maart 2014 op dit 38 uur of meer bedrijf
Meewerkende familie Hoeveel Ie en 2e graads familieleden (inclusief levenspartner) van 16 jaar of ouder werkten er mee op het bedrijf in de periode van april 2013 tot en met maart 2014 (naar gemiddelde arbeidstijd per week)7 38 uur of meer Aantal mannen
1
Aantal vrouw en
1
30 tot 38 uur
20 tot 30 uur
10 tot 20 uur
minder dan 10 uur
Regelmatig meewerkende personen Hoeveel personen van 16 jaar of ouder waren, met een contract voor onbepaalde tijd, regelmatig werkzaam op het bedrijf in de periode van april 2013 tot en met maart 2014 (naar gemiddelde arbeidstijd per week)? 38 uur of meer
30 tot 38 uur
20 tot 30 uur
10 tot 20 uur
minder dan 10 uur
Aantal mannen Aantal vrouwen
Niet-regelmatig meewerkende personen Wat was de totale arbeidstijd van de personen van 16 jaar of ouder die niet-regelmatig werkzaam waren op het bedrijf in de periode van april 2013 tot en met maart 2014 (omgerekend naar volledige werkdagen)? Rechtstreeks door h et bedrijf tewerkgesteld (bijvoorbeeld arbeidskrachten voor bepaald werk of gelegenheidswerk)
Niet rechtstreeks door het bedrijf tewerkgesteld (bijvoorbeeld loonwerkers of arbeidskrachten van werktuigencoöperaties)
O volle dige werkdagen
30 volledige werkdagen
Pagina 3 van 12
KTaM Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Subsidies Geef hieronder aan voor welke subsidie(s) u in 2014 in aanmerking wilt komen, of waarvoor u uitbetaling wilt aanvragen. Ik voldoe aan de voorwaarden voor deze subsidie(s). Aanvraag uitbetaling Toeslagrechten
B Ja
Aanvraag uitbetaling Subsidie natuur- en landschapsbeheer, onderdeel agrarisch natuur- en landschapsbeheer (SNL-a)
• Ja
Aanvraag Probleemgebiedenvergoeding
• Ja
Vaarvergoeding
• Ja
Tegemoetkoming premie brede weersverzekering
• Ja
Instandhouding van vezelgewassen
• Ja
• Nee Nee
El El El
Nee Nee Nee Nee
Toeslagrechten Volgens onze registratie op dit moment heeft u: - Gewone toeslagrechten - Toeslagrechten met speciale voorwaarden
28,18 0,00
Wilt u uw gewone toeslagrechten laten uitbetalen? B Ja • Nee wilt u uw toeslagrechten met speciale voorwaarden laten uitbetalen? • Ja
El Nee
Wilt u een andere volgorde dan de standaard volgorde? H Ja, ik wil uitbetaling in de volgorde van de hoogste waarde eerst, ook als hierdoor (extra) toeslagrechten vervallen. Wilt u toeslagrechten In een andere volgorde laten betalen (anders dan de standaard volgorde en de hoogste waarde eerst)? Wijzig dan uw volgorde via mijn.rvo.nl. Uw melding moet uiterlijk 15 mei 2014 zijn ontvangen.
Pagina 4 van 12
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Grond op 15 mei 2014
Heeft u grond in Nederland in gebruik of beheer op 15 mei 20147
BI Ja • Nee Op welke manier gebruikt u de grond? (meerdere antwoorden mogelijk) B) Akkerland, grasland, natuurterrein, braakland of bos • Tuinbouw open gro nd Wilt u in 2014 gebruik maken van de hogere fosfaatnorm voor fosfaatarme en -fixerende gronden? • Ja S Nee Heeft u tuinbouw onder glas of overige tuinbouw (boilenbroei, paddenstoelenteelt of witloftrek) op 15 mei 20147 • Ja ^ Nee
Heeft u grond in België en/of Duitsland in gebruik op 15 mei 20147 • Ja H Nee
Pagina 5 van 12
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Open grond biologisch op IS mei 2014 Welk deel van uw percelen Is biologisch of In omschakeling?
Oppervlakte Blijvend grasland
34,16 ha
Biologisch
In omschakeling
Oppervlakte
Oppervlakte
34,16 ha
ha
Bedrijfsoppervlakte op 15 mei 2014 Oppervlakte Gewassen open grand waarvan; tuinbouw open grond
Landschapselementen SNL-a
34,16 ha 0,00 ha
0,00 ha
Slotenmarge
0,00 ha
Tuinbouw onder glas
0,00 ha
Grond in Nederiand nog niet opgegeven Oppervlakte (exclusief braakland) geschikt voor landbouw maar niet 20 in gebruik (bijvoorbeeld kampeerterrein)
ha
Oppervlakte overige grond (bijvoorbeeld erf, gebouwen, sloten)
1,95 ha
Totale oppervlakte van het bedrijf in Nederland
36,11 ha
Pagina 6 van 12
Rijiisdienst voor Ondernemend NedcrUnd
Formulier Beweiding en excretie 2014
Gecombineerde opgave 2014
Heeft u in 2014 grasiand dat u gebruikt voor beweiding van graasdieren? El Ja • Nee Weidt u andere dieren dan jongvee van runderen (niet ouder dan twee jaar)? S Ja • Nee
Maakt u gebruik van de bedrijfsspeclfieke excretie? • Ja H Nee
Beweiding in 2013 Had u in het weideseizoen 2013 melkgevende melkkoeien op uw bedrijf? • Ja H Nee
Mest be- en verwerking Bewerkt of verwerkt u mest op uw bedrijf? • Ja 0 Nee
Pagina 7 van 12
Kijksdienst voorUndernemcnd Ncderijnd
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Opslag dierlijke mest Had u in de periode augustus 2013 tot en met februari 2014 opslagcapaciteit voor dierlijke mest op uw bedrijf (inclusief gehuurde opslag)? H Ja • Nee Wat Is voor uw bedrijf van toepassing? (meerdere antwoorden mogelijk) • Meer dan een maand opslag van drijfmest 13 Meer dan een week opslag van va ste mest • Meer dan een maand opslag van gier
Opslag Dierlijke Mest (Vervolg) Opslagcapaciteit vaste mest Opslagcapaciteit In of onder de stal Inhoud m'
voldoende voor hoeveel maanden?
Opslagcapaciteit buiten de stal Inhoud m^
voldoende voor hoeveel maanden?
12
Afdekking aanwezig?
Rundermest Varkensmest Pluimveemest Overig
550
1200
Totaal
550
1200
Ja
• Nee
Pagina 8 van 12
Rijksdienst voor Ondernemend Ncdcrljr.d
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Dieren op l april 2014
Heeft u dieren op 1april 20147 H Ja • Nee
Welke diersoort(en) heeft u7 • Rundvee Q Varkens • Kippen • Overig pluimvee • Paarden, pony's en ezels Schapen en geiten • Konijnen • Nertsen Q Overige dieren
Voor welke dieren heeft u huisvesting op 1april 2014? • Vleeskalveren • Varkens, exclusief dekrijpe beren • Vleeskuikens • Leghennen (Incl. ouderdieren) jonger dan 18 weken • Leghennen (incl. ouderdieren) 18 weken en ouder • Konijnen • Nertsen
Pagina 9 van 12
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Gecombineerde opgave 2014
Formulier Schapen en geiten op 1 april 2014
Aantal Schapen
lammeren (Jonger dan 1 jaar, nog nooit gelammerd) overige schapen
vrouwelijk mannelijk
Geiten
melkgeiten overige geiten
jonger dan 1 jaar vrouwelijk
1 jaar of ouder
774
jonger dan 1 jaar
175
1 jaar of ouder mannelijk
21
jonger dan 1 jaar
2
1 aj ar of ouder
9 +
Totaal aantal schapen en gelten
waarvan:
981
biologisch gehouden
981
in omschakeling naar biologisch
Pagina 10 van 12
Pagina 12 van 12
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Stallen In gebruik Heeft u stallen in gebruik voor rundvee, varkens, melkgeiten, pluimvee of konijnen? H Ja • Nee Vul onderstaande vragen in per stal diersoort
jaar van ingebruikname 2009 of later?
stal 1
Melkgeiten
• Ja
H Nee
stal 2 stal 3
Meikgeiten
• Ja
H Nee
jaartal ingebruikname
aantal dierpiaatsen
stal 4 stal 5 stal 6 stal 7 stal 8 stal 9 stal 10
Over deze opgave Is deze opgave door uzelf of door uw adviseur ingevuld? B Zelf • Adviseur
uur
min
Hoeveei tijd heeft u besteed aan het inlezen / verzamelen van informatie voor het invullen van de opgave?
05 : 00
Hoeveel tijd heeft u besteed aan het invullen van de opgave?
01 : 00
Pagina 11 van 12
Rijksdienst voor Ondemomend Nederland
Formulier
Gecombineerde opgave 2014
Ondertekening
Ik verklaar dat ik: - de opgave volledig en naar waarheid heb Ingevuld - bekend ben met de regels en verplichtingen van de Landbouw wet, het mestbeleid en het Gemeenschappelijk landbouwbeleid - lan dbouwer ben (van toepassing als u subsidies aanvraagt met deze opgave)
Ontvangstbevestiging per e-mail Na het versturen van deze digitale Gecombineerde opgave ontvangt u van ons geen papieren ontvangstbevestiging. Wij sturen u alleen een bev estiging per e-mail. E-mailadres
[email protected]
Elektronisch ondertekend op
10-04-2014 12:05:39
door
Maatschap S. Pijlman e n H. Pijlman-de Dood
Relatienummer
200122167
Burgerservicenummer Kamer van Koophandelnummer
08197171
Pagina 12 van 12
Countus »ccoununistadvisturs
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Vergunning Wet milieubeheer 22 augustus 2006
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Countus accoufltanfs^adftseurs
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
GEMEENTE
Steenwijkerland
S. Pijlman en H. Pijlman-de Dood Veldhuisweg 4 8372 VH BAARLO
behandeld door Y. Tammens-Tuijt afdeling VROM telefoon 0521-5 38851 ons kenmerk 36VVM/06 uw kenmerk bijlagen div.
Stcenipjjk (Uersenädefum)
2 2 AUG. 2006
Onderwerp Besluit op verzoek om Wet milieubeheer vergunning
Geachte heer/mevrouw. Hierbij doen vcij u een exemplaar toekomen van het besluit, alsmede van de kennisgeving van uw onder bovengenoemd nummer ingeschreven verzoek om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer. Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, hoofd afdeling volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu.
drs. R.H. de Ruiter
Adre^gegeaens pogtbus 162. 8330 AD Sleenwiik • Vendelwec 1. Steenwiik • telefoon (05211 53 83 00 • fax f0521) 53 85 09 e-maillnfo®steenwijkerland.nl • www.steenwiikerland.nl • bankrekeningnummer2850.92.421
Nr. 36WM/06 GEMEENTE
Steenwijkerland
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN STEENWIJKERLANIJ;
Beschikkende op het op 8 mei 2005 ingekomen verzoek van S. Pijlman en H. Pijlman-de Dood, Veldhuisweg 4 te Baarlo om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het oprichten en in werking hebben van een melkgeitenhouderij alsmede bovengrondse opslag van dieselolie op het perceel Worstsloot (ongenummerd) tussen no. 1 en 3 te Kuinre, kadastraal bekend gemeente Kuinre, sectie D, nr. 32; overwegende, dat aan de beoordelingsgronden, zoals die zijn opgenomen in de artikelen 8.8, 8.9 en 8.10 van de Wet milieubeheer is getoetst; (voor nadere motivering wordt verwezen naar bijlage 1 behorende bij dit besluit). dat de inrichting is gelegen in de directe nabijheid van de gemeente Lemsterland en ter advisering is gezonden aan het college van de gemeente Lemsterland; dat in verband met het lozen van afvalwater de aanvraag met alle bijbehorende bijlagen ter advisering is gezonden aan het Waterschap Reest en Wieden; dat door het stellen van voorschriften zoals hierbij aangegeven, de bescherming van het milieu, als bedoeld in artikel 8.10 van de Wet milieubeheer, in voldoende mate wordt gewaarborgd; dat daarnaast aan hetgeen is opgenomen in artikel 3 van de Wet Ammoniak en Veehouderij is getoetst; dat uit deze toetsing is gebleken, dat de emissie van ammoniak uit dierenverblijven van veehouderijen van zodanige aard is, dat deze niet in strijd is met de uitgangspunten van de Wet Ammoniak en Veehouderij; dat bovendien de nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van de emissie van stank in voldoende mate worden beperkt; dat overigens geen advies en/of zienswijze tegen de aanvraag en het ontwerp-besluit is ingebrachtdat het derhalve geen bezwaar ontmoet de gevraagde vergunning te verlenen; gelet op de Wet milieubeheer, de Wet Ammoniak en Veehouderij, en de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: de gevraagde vergunning te verlenen overeenkomstig de aan dit besluit gehechte tekening en beschrijving, zulks onder de in de, bij dit besluit vervatte nadere motivatie en in de bijlage II vermelde voorschriften. Steenwijk, 22 augustus 2006 verzonden; 2 2 AUG. 2006 Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, hoofd afdeling volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu.
ifs. R.H. de Ruiter
GEMEENTE
GTMFENÏEBESTUUR VAN STEENWIJKERLAND
Steenwijkcrland
WET MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland; maken bekend, dat zij op 22 augustus 2006 aan S. Pijlman en H. Pijlman-de Dood te Baarlo vergunning ingevolge de Wet milieubeheer hebben verleend voor het oprichten en in werking hebben van een melkgeitenhouderij alsmede bovengrondse opslag van dieselolie op het perceel Worstsloot (ongenummerd) te Kuinre, zulks onder diverse voorschriften in het belang van de bescherming van het milieu. De Wet milieubeheervergunning en alle ter zake zijnde stukken liggen bij de afdeling volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu in het Gemeentehuis, Vendelweg 1 te Steenwijk ter inzage tot en met 10 oktober 2005, elke werkdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 16.00 uur. op verzoek kunnen genoemde stukken op donderdag van 16.00 tot 19.00 uur bij de receptie/loket leefomgeving van het gemeentehuis ter inzage worden gelegd. Ingevolge artikel 20.6, tweede lid van de Wet milieubeheer, staat tot en met 10 oktober 2006 beroep open bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor: 1. degenen, die overeenkomstig de artikelen 3:15 en/of 3:17 van de Algemene wet bestuursrecht tijdig zienswijzen hebben ingebracht tegen het ontwerp-besluit; 2. de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen over het ontwerp-besluit; 3. degenen, die zienswijzen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het besluit ten opzichte van het ontwerp daarvan zijn aangebracht; 4. belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen overeenkomstig de artikelen 3:15 en/of 3:17 van dc Algemene wet bestuursrecht te hebben ingebracht tegen het ontwerp-besluit. De vergunning wordt na afloop van de beroepstermijn van kracht, tenzij voordien beroep is ingesteld en met toepassing van artikel 36 van de Wet op de Raad van State juncto artikel 8:81 van de'Algemene wet bestuursrecht een verzoek wordt gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een beroepschrift moet in tweevoud worden ingediend bij de Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. Een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit wordt niet van kracht voordat op een dergelijk verzoek is beslist. Steenwijk, 22 augustus 2006 namens burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, hoofd afdeling volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu.
drs. R.H. de Ruiter
,
,1,1}
, .
, .
,1
~
^
Bijlade I: Beoordeling S. Fiilman en H. Pijlman-De Dood. Worstsloot ongenummerd te Kuinre Gevraagde vergunning Er wordt een oprichtingsvergunning gevraagd voor het houden van 800 geiten ouder dan 1jaar (categorie C.l.Regeling ammorriak en veehouderij), 250 opfokgeiten van 61 dagen t/m 1 jaar (categorie C.2.RAV) en 200 opfokgeiten en afmestlammeren t/m 60 dagen (categorie C.3.RAV). Deze veebezetting veroorzaakt een ammoniakemissie van 1760,0 kg en komt overeen met 266,7 mestvarkeneenheden (mve's). Wet ammoniak en veehouderij De afstand tot een kwetsbaar gebied bedraagt meer dan 250 meter. Op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet ammoniak en veehouderij behoeft de gevraagde vergunning niet te worden geweigerd. AMvB Huisvesting Voor de diercategorieën geiten en opfokgeiten staan in de AMvB Huisvesting geen maximale emissiewaarden vermeld. Voor deze diercategorieën bestaan op dit moment geen huisvestings systemen met een lagere emissiefactor dan die genoemd in de RAV. De aangevraagde huis vestingssystemen kunnen derhalve worden vergund. IPPC-richtliin De ondergrenswaarde uit de IPPC-richtlijn wordt niet overschreden. De veehouderij valt derhalve niet onder de reikwijdte van de IPPC-richtlijn en de ammoniakemissie uit de dierenverblijven ver oorzaken geen belangrijke verontreiniging. Op grond van artikel 4 lid 2 van de Wet ammoniak en veehouderij behoeft de gevraagde vergunning niet te worden geweigerd. MER Het Besluit milieu effectrapportage is niet van toepassing in onderhavige situatie. Habitat- en vogelrichtlijn Op zeer grote afstand van de inrichting is het habitatrichtlijngebied "Rottige Meenthe en Brandemeer" gelegen. De afstand van de inrichting tot dit gebied bedraagt ca. 5500 meter. Tot een afstand van 3000 meter is het mogelijk om de ammoniakdepositie van een inrichting op een gebied te berekenen. Geconcludeerd kan worden dat er zowel wat betreft het ammoniak- als het geluid aspect, gezien de grote afstand tot het gebied "Rottige Meenthe en Brandemeer", er geen reden is om aan te nemen dat deze vergunning significante gevolgen heeft voor dit gebied. Op ca. 6250 meter is het habitat- en vogelrichtlijngebied "Weerribben" gelegen. Het betreft hier een zogenaamd gecombineerd habitat- en vogelrichtlijngebied. De gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) is op 1oktober 2005 in werking getreden. De habitattoets die verplicht is op grond van de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn (afhankelijk van het soort gebied) maakt voor vogelrichtlijn gebieden voortaan deel uit van het vergunningenstelsel vim de Nbw 1998. Voor habitatrichtlijn gebieden geldt dit nog niet. Pas als de minister van LNV de gebieden heeft aangewezen gaat de habitattoets over naar de Nbw 1998. Het gaat hierbij om een groot aantal gebieden die in 2006 en 2007 gefaseerd worden aange wezen. Als een habitatrichtlijn gebied samenvalt met een beschermd natuurmonument of een vogelrichtlijn gebied (en dus Nbw-vergurmingplichtig is), dient de habitattoets volledig in het kader van de Nbw-vergurmingverlening te worden uitgevoerd. De Provincie Overijssel heeft per 1 oktober 2005 het bevoegd gezag gekregen over de Nbw 1998. GS van de Provincie Overijssel dienen derhalve de Nbw-vergunning, indien deze nodig is, te verlenen.
Pf' '-.A
•' '1 .lively [!•>>''i.
.h
t
•
4
'
Directe ammoniakschade In het rapport "Stallucht en Planten" (1981) wordt ter voorkoming van directe ammoniakschade een afstand van minimaal 50 meter tussen stallen en meer gevoelige planten en bomen en een afstand van minimaal 25 meter tussen stallen en minder gevoelige planten en bomen aanbevolen. In de onderhavige situatie is geen sprake van de aanwezigheid van minder dan wel meer ge voelige planten en bomen binnen deze afstand. Daarnaast valt uit het rapport op te maken dat in de praktijk uitsluitend schade geconstateerd lijkt te worden bij kippen- en varkensstallen en niet bij andere vormen van veehouderijen. Stimkhinder De aangevraagde veebezetting komt overeen met 266,7 mve's. Bij een aantal van 266,7 mve's gelden afstandsnormen van 134 meter tot categorie 1 objecten, 107 meter tot categorie n objecten, 75 meter tot categorie III objecten en 50 meter tot categorie IV objecten. Binnen deze afstanden liggen geen categorie I, U, UI dan wel IV objecten. In de omgeving van het onderhavige bedrijf zijn geen objecten gelegen waarop de relatieve cumulatieve bijdrage van het bedrijf groter dan of geUjk aan 0,05 is. Gezien het vorenstaande is er, uit oogpunt van stankhinder, geen bezwaar tegen vergunningverlening. Geluid De inrichting is gelegen in een omgeving die, gezien deaard en omvang van de bebouwing, is te typeren als landelijk gebied. Derhalve zijn in de vergunning als richtwaarden voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode opgenomen: 40dB(A), 35 dB(A) en 30 dB(A). De dichtstbijzijnde woning is gelegen op ca. 160 meter van de inrichtingsgrens. Op basis van de beperkte activiteiten binnen de inrichting en de afstanden tot omliggende te beschermen objecten kan worden geconcludeerd dat niet hoeft te worden gevreesd voor geluidsoverlast. Afvaltvater Het afvalwater afkomstig van de woning en afkomstig van het spoelen van de melkmachine en melktank wordt via een IBA (individuele behandeling afvalwater), klasse 2, op het oppervlakte water geloosd. Hiertoe dient het Waterschap Reest & Wieden een vergunning in het kader van de WVO (Wet verontreiniging oppervlaktewateren) te verlenen. De heer Pijhnan heeft inmiddels contact gehad met het Waterschap. Volgens afspraak met mevrouw Vrielink van de afdeling emissiebeheer van het Waterschap wordt het Waterschap geïnformeerd met betrekking tot de milieuvergunning. Cmclusie De milieuvergunning kan worden verleend overeenkomstig de bijgaande bescheiden en onder de bijgaande voorschriften.
VOORSCHRIFTEN Nummer 36Wm/06 ^']4?l|SiB:P|5 Bijlage II behorende bij het besluit
,
•iiÄiIl
IBP-msü •
1^ B p ^
Betreffende S. Pijlman en H. Pijlman-De Dood
'rPV.'
lliiiill
gelegen aan de Worstsloot ongenummerd 8374 EVKuinre
s;|;||4,äi44r;4't •
-4
' .
. -ij4_ - B"'''' ' ,
44'..i44f|4SPïP®ij3jS'É;4
INHOUD BEGRIPPENLIJST VOORSCHRIFTEN 1. ALGEMEEN Elektrische installatie 2. GELUID 3. BRANDPREVENTIE EN BRANDBESTRIJDING 4. AFVALSTOFFEN 5. BODEMBESCHERMING Bodembeschermende voorzieningen 6. HOUDEN VAN DIEREN Algemeen Afvalwaterlozingen agrarische bedrijven algemeen Afvalwaterlozingen agrarische bedrijven op een mestkelder Melkkamer Opslag van voer Opslag van voer in een kuil Opslag van voer in een voedersilo Luchtverontreiniging en stankhinder Mest, algemeen Opslag van vaste mest op een mestplaat Gierput Kadaverplaats 7. KOEL- EN VRIESINSTALLATIES Koelmotoren 8. VERWARMINGSINSTALLA.TIE MET NOMINALE BELASTING TOT 130 KW Aardgasgestookt toestel 9. BOVENGRONDSE TANK VOOR DE OPSLAG VAN (DIESEL)OLIE 10. AFLEVERPOMP VOOR DIESELOLIE 11. HEFTRUCK 12. HOGEDRUKREINIGER 13. MILIEUZORG Besparing van grondstoffen en voorkomen afvalstoffen Waterbesparing Milieulogboek 14. ENERGIEBESPARING 15. NAZORG
Adres Inrichting: Worstsloot ongenummerd
3 7 7 7 8 9 9 10 10 12 12 12 12 12 12 12 13 14 14 14 14 14 15 15 16 16 16 17 17 18 18 18 18 19 19 19
2/19
BEGRIPPENLIJST BEVOEGD GEZAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland. BODEMBESCHERMENDE VOORZIENING Fysieke voorziening die de kans op emissies of immissies van bodembedreigende stoffen reduceert. CE-MERK Conformité Européene; Europees keurmerk betreffende veiligheidseisen. CUR/PBV Stichting civieltechnisch centrum uitvoering, research en regelgeving/ Projectbureau Plan Bodembeschermende Voorzieningen. DIN Een door het Deutsches Institut für Normung e.V. (DIN) uitgegeven publicatie. EMBALLAGE Glazen flessen tot 5 I, kunststof flessen en vaten tot 601, metalen bussen tot 25 I, stalen vaten en kunststof drums tot 300 I, papieren en kunststof zakken en laadketels. EURAL Regeling Europese afvalstoffenlijst. FOLIE Folie dat is vervaardigd van al dan niet versterkte kunststof, rubber of versterkte bitumen. GELUIDSNIVEAU IN dB(A) Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de NEN 10651 en de door de Internationale Electrotechnische Commissie (lEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de lEC-publicatie no. 651, uitgave 1979. GEV/\ARLIJKE STOFFEN Stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de IDMS-Code. GEVOELIG OBJECT (BIJ DE TOEPASSING VAN VEEHOUDERIJRICHTLIJNEN) woning van derden; ziekenhuis; sanatorium; internaat; bungalowpark; camping; zwembaden, etc. K3-VL0EIST0F Een brandbare vloeistof waarvan het vlampunt is gelegen tussen 55°C en 100°C, bepaald volgens NEN-ISO 2719, of een verfproduct waarvan het vlampunt is gelegen tussen 55°C en 100°C. Voorbeelden van K3-vloeistoffen zijn: gasolie, dieselolie, huisbrandolie en fenol. LANGTIJDGEMIDDELD BEOORDELINGSNIVEAU (LAr,LT) Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de afzonderlijke geluidsbijdragen tijdens de verschillende bedrijfstoestanden van de inrichting, alsmede het karakter van het geluid (impulsachtig, tonaal, muziek) en variaties van het immissieniveau als gevolg van verschillende weersomstandigheden (meteocorrectie), vastgesteld overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, 1999".
Adres inrichting: Worstsioot ongenummerd
3/19
LEKBAKCONSTRUCTIE Een vloeistofdichte vloer die tezamen met aanwezige drempels en muren een vloeistofdichte bak vormt, dan wel een apart gecreëerde vloeistofdichte bak van steen, beton, staal of kunststof materiaal. De lekbakconstructie moet bestand zijn tegen de als gevolg van lekkage optredende plotselinge vloeistofdruk, alsmede de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen en een inhoud hebben ten minste gelijk aan de totale hoeveelheid erin opgeslagen vloeistoffen, tenzij in het desbetreffende voorschrift anders is aangegeven. De lekbakconstructie moet inpandig zijn, dan wel in de open lucht voorzien van een afdak voor de wering van hemelwater. MAXIMAAL GELUIDSNIVEAU (LAmax) Maximaal geluidsniveau, gemeten in de meterstand "F" of "fast". MESTDICHT Een zeer beperkte en acceptabele hoeveelheid mest als vloeistof doorlatend vanuit de voorziening naar het buitenmilieu. MESTKELDER Een beneden het maaiveld gelegen reservoir van beton of metselwerk bestemd voor de opslag van dunne mest. MESTPLAAT Opslagplaats van vaste mest buiten de stal. NEN Een door het Nederlandse Normalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm. In deze beschikking wordt onder de genoemde norm verstaan de versie zoals deze ten tijde van het verlenen van deze vergunning, inclusief eventuele correctiebladen, van kracht is. NEN 1010 De Nederlandse norm NEN 1010, getiteld; "Veiligheidsbepalingen voor laagspannings installaties". NEN 1014 De Nederlandse norm NEN 1014, getiteld: "Bliksembeveiliging". NEN 1078:2004 De Nederlandse norm NEN 1078:2004, getiteld: "Voorziening voorgas met een werkdruk van ten hoogste 500 mbar; Prestatie-eisen: Nieuwbouw". NEN 2559:2001/A2:2004 De Nederiandse norm NEN 2559:2001/A2:2004, getiteld: "Onderhoud van draagbare blustoestellen". NEN-EN-IEC 60079-14:2003 Elektrisch materieel voor plaatsen waar gasontploffingsgevaar kan heersen; Deel 14: Elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (anders dan mijnen). NEN-EN-IEC 60079-1:2004 Elektrisch materieel voor plaatsen waar gasontploffingsgevaar kan heersen; Deel 1: Drukvast omhulsel "d". NEN-EN-IEC 60079-15:2003 Elektrisch materieel voor plaatsen waar gasontploffingsgevaar kan heersen; Deel 15: Beschermingswijze "n". NEN-EN Een door het Comitée Européen de Normalisation opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm. In deze beschikking wordt onder de genoemde norm verstaan de versie zoals deze ten tijde van het verlenen van deze vergunning, inclusief eventuele correctiebladen, van kracht is.
Adres inricliting: Worstsloot ongenummerd
4/19
NEN-ISO Een door de International Organization for Standardization opgestelde en door het Nederlands Normaiisatie Instituut (NNi) als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm. In deze beschikking wordt onder de genoemde norm verstaan de versie zoais deze ten tijde van het verlenen van deze vergunning, inclusief eventuele correctiebladen, van kracht is. NRB Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten. ONBRANDBAAR Het onbrandbaar zijn overeenkomstig het bepaalde in NEN 6064. ONTVLAMBARE STOF Een stof die in vloeibare toestand een vlampunt van ten minste 2rc en ten hoogste 55°C heeft. OPSLAGPLAATS Een losse kast, een bouwkundige kast, een kluis, een opsiaggebouw of een vatenpark, bestemd voor de bewaring van gevaarlijke stoffen. PGS Publicatiereek Gevaarlijke Stoffen; richtlijnen voor opslag, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen, uitgegeven door de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen. PGS 3 Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 3, Opslag van organische peroxiden, juli 2005. PGS 30 Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 30, Vloeibare aardolieproducten, Buiten opslag in kleine installaties, juni 2005. RIOLERING Bedrijfsriolering of voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater. SBR Stichting Bouwresearch, Postbus 1819, 3000 BV ROTTERDAM, - telefoon 0104117276/4123528, Telefax 010-4130175. SCHADELIJKE STOF Een stof die door inademing of door binnendringing via de mond of door de huid gevaren van beperkte aard kan opleveren. TRILLING De effectieve waarde van de gewogen triilinggrootheid, gemeten en beoordeeld overeenkomstig de meet- en beoordelingsrichtlijn "SBR-richtlijn deel B" (Hinder voor personen in gebouwen, uitgave augustus 2002) van de stichting Bouwresearch Rotterdam (SBR). VASTE MEST Dierlijke mest die niet verpompbaar is. VATENPARK Een aan ten minste één zijde open ruimte die uitsluitend is bestemd voor de opslag van gevaarlijke stoffen. VLAMPUNT De laagste temperatuur van een vloeistof, waarbij de damp daarvan met lucht een ontvlambaar mengsel vormt.
Adres inrichting: Worstsioot ongenummerd
5/19
VLOEISTOFDICHTE VLOER OF VOORZIENING Effectgerichte voorziening die waarborgt dat - onder voorwaarde van doelmatig onderhoud en adequate inspectie en/of bewaking - geen vloeistof aan de niet met vloeistofbelaste zijde van die voorziening kan komen. Dit dient te worden aangetoond door middel van een CUR/PBV-Aanbeveling 44 certificaat. VLOEISTOFKERENDE VLOER OF VOORZIENING Een vloer of voorziening die niet volledig vloeistof dicht is maar voldoende dicht om bij calamiteiten te voorkomen dat de vloeistoffen direct aan de niet met vloeistofbelaste zijde van die voorziening of de bodem kunnen komen. WET BODEMBESCHERMING Wet van 3 juli 1986 (Staatsblad 1986, 374) houdende regelen inzake bescherming van de bodem. WONING Een gebouw of deel van een gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe is bestemd. Voorzover een DIN-, NVN-, NEN-, NEN-EN- of NEN-ISO-norm of CPR-richtlijn, waarnaar in een voorschrift verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van gebouwen, constructies, toestellen en apparaten, wordt bedoeld de voor de datum waarop deze vergunning van kracht is geworden, laatst uitgegeven norm of richtiijn met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen, dan wel voorzover het op voornoemde datum reeds bestaande gebouwen, constructies, toestellen en appa-raten betreft - de norm of richtlijn die bij de aanleg en/of installatie van die gebouwen, constructies, toestellen en apparaten is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald.
Besteladressen CPR-bladen zijn te verkrijgen bij: SDU Uitgeverij, Plantijnstraat, Afdeling Verkoop Arbeidsinspectie, K 2301, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. 070-3789880. (www.sdu.nl) NVN-, NEN-, NEN-EN-, NEN-ISO-normen zijn te verkrijgen bij het NEN, Vlinderweg 6 te Delft, Postbus 5059, 2600 GB te Delft, tel. 015-2690390. (www.nen.nl) CUR/PBV-Aanbeveling 44 is te verkrijgen bij Stichting civieltechnisch centrum uitvoering, research en regelgeving/Projectbureau Plan Bodembeschermende Voor-zieningen Postbus 420, 2800 AK Gouda, tel. 0182-540600, fax 0182-540601. (www.cur.nl) PGS-richtlijnen zijn te downloaden van de website van het Ministerie van Volks-gezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). (www.vrom.nl, dossier Externe Veiligheid Publicaties). De PGS-bladen zijn niet te bestellen.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
6/19
VOORSCHRIFTEN 1.
ALGEMEEN
1.1.
Het aanvraagformulier voor deze vergunning en de daarbij behorende als zodanig gewaarmerkte plattegrondtekening d.d. 4 mei 2006 en overige bijlagen maken deel uit van de vergunning.
1.2.
De vergunninghouder is verplicht de in de inrichting werkzame personen te instrueren omtrent de voor hen van toepassing zijnde voorschriften van deze vergunning.
1.3.
De gehele inrichting, inclusief het buitenterrein van de inrichting, moet schoon en ordelijk worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.
1.4.
Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ander ongedierte moet worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden.
1.5.
De in de inrichting aangebrachte of gebezigde verlichting alsmede de uit te voeren werkzaamheden moeten zodanig zijn afgeschermd, dat geen directe lichtstraling op gevoelige objecten plaatsvindt die buiten de inrichting gelegen zijn.
1.6.
Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbehandelinginstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen onaanvaardbare milieugevoigen worden ondervonden buiten de inrichting.
1.7.
De op een afvoerleiding bestemd voor de afvoer van lucht, gassen of dampen aangebrachte regenkap, moet zodanig zijn geconstrueerd dat de luchtstroom naar boven blijft gericht.
1.8.
De gebouwen van de inrichting en opslagvoorzieningen, inclusief de op het buitenterrein van de inrichting opgestelde afvalcontainers, moeten buiten werktijd deugdelijk zijn (afjgesloten met een slot.
1.9.
In de inrichting moet tijdens de werktijden altijd ten minste één verantwoordelijk persoon aanwezig zijn, die terzake kundig is en bekend is met de bestaande veiligheidsmaatregelen en bekend is met de voorschriften van de milieuvergunning, om in geval van een onveilige situatie direct de vereiste maatregelen te treffen. Elektrische installatie
1.10.
De elektrische installatie moet voldoen aan de voorschriften, zoals aangegeven in de norm NEN 1010.
1.11.
De elektrische installatie dient door een erkend deskundige te zijn gekeurd.
1.12.
Wijzigingen, uitbreidingen en onderhoud van de elektrische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend installateur. Van deze vwijzigingen, uitbreidingen en onderhoud dient een registratie te worden bijgehouden. Deze registratie moet worden opgenomen in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek.
1.13.
De elektrische installatie in ruimten waar wordt gewerkt met (licht) ontvlambare stoffen, dan wel ruimten waar (licht) ontvlambare stoffen zijn opgeslagen, moet voldoen aan NEN-EN-IEC 60079-14. Het elektrisch materieel in bedoelde ruimten moet voldoen aan NEN-EN-IEC 60079-15, NEN-EN 50014 tot en met 50020 en NEN-EN 50039.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
7/19
1.14.
De elektrische installatie in ruimten waar bijtende stoffen zijn opgeslagen, moet voldoen aan de "Voorschriften voor installaties in vochtige ruimten en ruimten met bijtende gassen, dampen of stoffen", zoals bedoeld in NEN 1010.
2.
GELUID
2.1.
Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr.LT), veroorzaakt door de In de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en de daarin plaatsvindende activiteiten, mag ter plaatse van de gevel van woningen van derden en andere geluidsgevoelige objecten, niet meer bedragen dan: - 40 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur (dagperiode); - 35 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur (avondperiode); - 30 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur (nachtperiode).
2.2.
Onverminderd het gestelde in voorschrift 2.1., zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, mogen de maximale geluidsniveaus (LAmax), voor zover deze een gevolg zijn van de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede van de in de inrichting verrichte werkzaamheden en de daarin plaatsvindende activiteiten, gemeten in de meterstand "fast", ter plaatse van de in voorschrift 2.1., zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, genoemde immissiepunten, niet groter zijn dan: - 60 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur (dagperiode); - 55 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur (avondperiode); - 50 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur (nachtperiode).
2.3.
Op zondagen en algemeen erkende feestdagen gelden voor de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur, zoals opgenomen in de voorschriften 2.1. en 2.2. van deze bijlage behorende bij het besluit, de geluidsniveaus die zijn gesteld voor de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur, zoals opgenomen in de voorschriften 2.1. en 2.2. van deze bijlage behorende bij het besluit
2.4.
De controle op, of berekenin g van de in de voorschriften 2.1. en 2.2., zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, vastgelegde geluidsniveaus, moet geschieden overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai", uitgave 1999. Ook de beoordeling van de meetresultaten moet overeen komstig deze handleiding plaatsvinden.
2.5.
Onverminderd het gestelde in de voorschriften 2.1. en 2.2., zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, mogen radio's en andere geluid- of omroepinstallaties, inclusief die van auto's van bezoekers of bevoorradingsauto's, buiten de inrichting niet hoorbaar zijn.
2.6.
Voorschrift 2.2., zoals opgenomen In deze bijlage behorende bij het besluit, is niet van toepassing op het laden en lossen van goederen en het ten behoeve hiervan manoeuvreren van motorvoertuigen, voorzover dit plaatsvindt tussen 07.00 en 19.00 uur, niet zijnde zondagen en algemeen erkende feestdagen.
2.7.
Gedurende het laden en lossen mogen de motoren van de voertuigen waarin wordt geladen of waaruit wordt gelost niet in werking zijn, tenzij dit noodzakelijk is ten behoeve van de laad- en losapparatuur.
2.8.
Het warmdraaien van motoren op het terrein van de inrichting mag uitsluitend het leveren van remlucht tot doel hebben en mag niet eerder beginnen dan 5 minuten voor het vertrek van het motorvoertuig.
2.9.
In de inrichting mogen slechts motorvoertuigen en andere apparaten, machines of installaties met een (verbrandings)motor in werking zijn, die zijn voorzien van een doelmatige en in goede staat verkerende geluiddemper en uitlaatsysteem.
Adres Inrictiting: Worstsloot ongenummerd
8/19
"t'
l'.'VAi'
Het pneumatisch of mechanisch vullen van voedersilo's of van tankwagens voor gier of dunne mest is verboden tussen 20.00 en 07.00 uur. Verkeersbewegingen op de openbare weg, voor zover aanwijsbaar aan de inrichting, blijven bij de beoordeling van het langtijdgemiddeld beoordelings-niveau op het terrein van de inrichting zelf buiten beschouwing. De beoordeling van indirecte hinder veroorzaakt door verkeersbewegingen op de openbare weg, voor zover aanwijsbaar aan de inrichting, dient plaats te vinden volgens de circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer, (circulaire van 29 februari 1996). BRANDPREVENTIE EN BRANDBESTRIJDING Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandpreventieve maatregelen zijn getroffen en moeten de brandblusmiddelen aanwezig zijn, zoals op de bij dit besluit behorende gewaarmerkte plattegrond tekening d.d. 4 mei 2006. Brandblusmiddelen moeten steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn en onbelemmerd kunnen worden bereikt. Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. Deze blustoestellen moeten jaarlijks door een deskundige worden gecontroleerd op hun deugdelijkheid. Van elke controle moet een aantekening worden gemaakt op een bij het apparaat ter inzage aanwezige registratiekaart of sticker. Het onderhoud moet overeenkomstig NEN 2559 geschieden. De bedrijfsruimten moeten zodanig zijn geventileerd dat ter voorkoming van brandof explosiegevaar te allen tijde voldoende ventilatie is gewaarborgd om eventuele gassen of dampen ten gevolge van mogelijke lekkage of ten gevolge van werkzaamheden af te voeren. Alle machines en toestellen moeten in zodanige staat verkeren, dat hierdoor brand en/of explosiegevaar wordt vermeden. De gehele inrichting, inclusief het buitenterrein van de inrichting, moet zodanig worden onderhouden, dat elk gebouw en het opslagterrein bij eventuele onregelmatigheden en bij calamiteiten onder alle omstandigheden bereikbaar is voor blusvoertuigen, alsmede voor voertuigen van hulpdiensten. Een besloten ruimte waarin mengmest aanwezig is of wordt bewerkt moet zodanig zijn geventileerd, dat zich geen brandbaar en/of explosief gas/luchtmengsel kan Binnen een afstand van 10 m van las- en slijpwerkzaamheden mogen zich geen brandbare materialen en gassen bevinden.
Het bewaren en het afvoeren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden. Van afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden. Het bewaren en afvoeren van afvalstoffen moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. Afvalstoffen mogen niet in de inrichting, met inbegrip van het bij de inrichting behorende open terrein, worden verbrand.
Adres inricliting: Worstsloot ongenummerd
9/19
4.4.
Het in de inrichting vrijkomende bedrijfsafval moet worden bewaard in doelmatige, goed gesloten afvalcontainers. Indien de aard van de afvalstoffen daartoe aanleiding geeft moet de container zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal. De bedrijfsafvalstoffen dienen aan een erkende inzamelaar te worden afgegeven.
4.5.
Kadavers van dieren en afvalstoffen van dierlijke aard mogen, onverminderd het bepaalde in de Destructiewet, niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Kadavers van dieren en afvalstoffen van dierlijke aard moeten, in afwachting van afvoer uit de inrichting naar een daartoe ingerichte verwerkingsinrichting, worden bewaard in een deugdelijke, waterdichte verpakking of in een goed gesloten speciaal daartoe bestemde ruimte.
4.6.
De verpakking of de ruimte waarin kadavers worden bewaard moet regelmatig worden schoongemaakt en ontsmet om stankverspreiding te voorkomen. Het spoelwater dat bij de reiniging vrijkomt moet op de mestkelder worden geloosd.
4.7.
Gevaarlijke afvalstoffen moeten, in afwachting van vervoer uit de inrichting, gescheiden naar soort worden bewaard in goed gesloten doelmatige verpakking. In de inrichting ontstane gevaarlijke afvalstoffen mogen niet met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere stoffen worden vermengd of gemengd.
4.8.
Gevaarlijke afvalstoffen moeten worden opgeslagen conform de opslageisen voor de stoffen waaruit zij zijn ontstaan.
4.9.
In de inrichting mogen niet meer gevaarlijke afvalstoffen worden opgeslagen dan voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is.
4.10.
Van de afvoer van bedrijfsafval en gevaarlijk afvai, dient een registratie te worden bijgehouden. Deze registratie moet worden opgenomen in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek.
4.11.
Gevaarlijke afvalstoffen moeten zo vaak als nodig en ten minste éénmaal per jaar uit de inrichting worden afgevoerd.
4.12.
Olieafval en afval van vloeibare brandstoffen, in de zin van de "Regeling Europese afvalstoffen" (Eural), mogen niet worden gebruikt als brandstof.
5.
BODEMBESCHERMING
5.1.
Het is verboden vloeistoffen definitief in de bodem te brengen. Van dit verbod is uitgezonderd oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater, waaraan geen veront reinigende stoffen zijn toegevoegd, waarvan de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en waaraan geen warmte is toegevoegd.
5.2.
Een riolering voor de afvoer van afvalwater en/of regenwater moet, met Inbegrip van alle daarop aangesloten afvoerroosters, schrobputten en afscheiders en bijbehoren de verbindingen en afsluiters, vloeistofdicht zijn uitgevoerd. Onderdelen moeten blijvend vloeistofdicht op elkaar aansluiten. De gebruikte materialen moeten bestand zijn tegen het af te voeren afvalwater.
5.3.
Stoffen moeten zodanig worden bewaard en worden gebezigd dat geen veront reiniging van de bodem optreedt. Bodembeschermende voorzieningen
5.4.
In gedeelten van de inrichting waar volgens de NRB sprake is van bodembedreigende activiteiten, dienen maatregelen en/of voorzieningen te zijn getroffen die voldoende bodembescherming waarborgen. Onder "voldoende bodembescherming" wordt verstaan dat, overeenk omstig de NRB, de bodemrisico's van bedrijfsmatige a ctiviteiten door doelmatige maatregelen en voorzieningen tot een verwaarloosbaar risico (bodemrisico categorie A) beperkt moeten worden.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
10/19
5.5.
De opslag van gevaarlijke stoffen in emballage, de opslag van olie in vaatwerk en de opslag van vloeibaar gevaarlijk afval in vaatwerk dient plaats te vinden boven een vloeistofkerende voorziening In combinatie met lekbakken die bestand zijn tegen de op te vangen vloeistoffen en opruiminstructies aan het personeei.
5.6.
De vloer in het tanklokaal en de machineberging moet vloeistofkerend zijn
uitgevoerd. Degene die de inrichting drijft controleert door middel van een globale visuele controle wekelijks de vloeistofkerende vloer. De resultaten van de Interne controles moeten worden bewaard in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek
5.7.
Het tanken van motorvoertuigen mag alleen plaatsvinden op de daarvoor bestemde afleverplaats voor motorbrandstoffen.
5.8.
De vloer van de afleverplaats moet zich uitstrekken over een afstand van ten minste de lengte van de afleverslang + 1 meter, met een minimum van 5 meter vanaf de afleverpomp. De vloer moet ter plaatse van het afleverpunt voor motorbrandstoffen over een oppervlakte van 3 m * 5 m zijn voorzien van een aaneengesloten verharding.
5.9.
De vloer van de afleverplaats moet vloeistofkerend zijn uitgevoerd. Degene die de inrichting drijft controleert door middel van een globale visuele controle wekelijks de vloeistofkerende vloer. De resultaten van de interne controles moeten worden bewaard in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde mllieulogboek
5.10.
Indien lekkage wordt geconstateerd uit motorvoertuigen (tractoren), werktuigen of (landbouw)machlnes, moeten onder het voertuig, werktuig of machine direct opvangvoorzieningen met voldoende capaciteit worden geplaatst.
5.11.
Gemorste oliën, vetten en chemicaliën moeten terstond worden opgeruimd. Hiertoe moeten absorptiemateriaal en neutraliserende stoffen in voldoende mate en gebrulksgereed aanwezig zijn. Gebruikte absorptie- of neutralisatiemiddelen moeten worden bewaard en afgevoerd als gevaarlijk afval.
5.12.
Daar, waar in deze vergunning sprake is van een vloeistofdicht(e) vloer of voorziening moet de vloeistofdichtheid hiervan worden beoordeeld door een deskundig inspecteur overeenkomstig het gestelde in CUR/PBV aanbeveling 44. De deskundig inspecteur of de rechtspersoon waarbij hij werkzaam is, is daartoe gecertificeerd door een door de Raad voor de Accreditatie erkende certificeringinstelling.
5.13.
Degene die de inrichting drijft controleert door middel van een globale visuele controle met regelmatige intervallen de vloeistofdichte vloer of voorziening. De frequentie van deze controles wordt door de deskundig inspecteur vastgesteld. De resultaten van de interne controles moeten worden bewaard in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek.
5.14.
Als bewijs van vloeistofdichtheid moet de verklaring vloeistofdichte voorziening (PBV verklaring) worden getoond. De verklaring vloeistofdichte voorziening moet worden bewaard in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek. De temiijn van herkeuring van de vloeistofdichte vloer, verharding of oppervlak wordt door de deskundig Inspecteur vastgesteld. Van een nieuw aan te leggen vloeistofdichte vloer of voorziening dient uiterlijk binnen 1 maand na aanleg ervan een PBV verklaring vloeistofdichte voorziening aan het bevoegd gezag te worden overlegd.
5.15.
De bodembeschermende voorzieningen dienen in goede staat van onderhoud te verkeren.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
11/19
6.
HOUDEN VAN DIEREN Algemeen
6.1.
In de inrichting mogen ten hoogste de navolgende aantallen dieren aanwezig zijn: - 800 geiten ouder dan 1 jaa r (categorie C.1. RAW). - 250 opfokgeiten van 61 dagen t/m 1 jaar (categorie C,2. RAV). - 200 opfokgeiten en afmestlammeren t/m 60 dagen (categorie C.3. RAV).
6.2.
Het watergebruik moet zoveel mogelijk worden beperkt. Hiertoe moet, tenzij dit om technische of organisatorische redenen niet mogelijk is, voor reinigingsdoeleinden gebruik worden gemaakt van een hogedrukreiniger.
Afvalwaterlozingen agrarische bedrijven algemeen
Afvalwaterlozingen agrarische bedrijven op een mestkelder 6.3.
Afvalwater afkomstig van composteringshopen en vaste mestopslagen moet worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte.
6.4.
Spoel- en schrobwater afkomstig uit stallen, mestopslagen en veetransportwagens moet worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte.
6.5.
Het spoel- en reinigingswater van de melktank en melkleidingen, alswel het spoel en schrobwater van de meikkamer en/of de sanitaire voorzieningen, dient te worden afgevoerd naar de riolering ofwel naar een vloeistofdichte opslagruimte.
6.6.
De vloer in de meikkamer dient te zijn vervaardigd van vloeistofkerend beton of metselwerk en dient afwaterend te zijn gelegd naar een schrobput. De schrobput dient via een gesloten leiding te zijn aangesloten op de riolering ofwel op een vloeistofdichte opslagruimte als bedoeld onder voorschrift 6.5, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit.
6.7.
Het reiniging- en spoelwater, afkomstig van het schoonmaken van de melkinstallatie en de opstellingsruimte van de melkkoeltank, mag in de gierkelder worden opgeslagen, indien een reiniging- en ontsmettingsmiddel op anorganische basis wordt gebruikt, waarvan het desinfektiebestanddeel wordt gevormd door waterstofperoxyde of door hypochloriet en loog.
6.8.
Reiniging- en ontsmettingsmiddelen voor de melkapparatuur moeten zijn opgeslagen in goed gesloten vaatwerk.
Meikkamer
Opslag van voer 6.9.
Het voer, met uitzondering van kuilvoer, moet worden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen, die rat- en muiswerend zijn ingericht. Opslag van voer in een kuil
6.10.
Een kuilvoeropslag van gras of snijmaïs moet zijn gelegen op ten minste 25 m afstand van een woning van derden of een gevoelig object.
6.11.
Kunststoffolie, jerrycans en sjorbanden, welke niet direct worden gebruikt voor de aanwezige kuilvoeropslag, moeten in de bedrijfsgebouwen worden opgeslagen.
6.12.
Autobanden en (afval)landbouwplastic, welke niet direct worden gebruikt voor de aanwezige kuilvoeropslag, mogen buiten de bedrijfsgebouwen op het terrein van de inrichting zijn opgeslagen. De opslag moet plaatsvinden op een afstand van minimaal 3 m vanaf de erfgrens, en moet zodanig zijn vastgezet dat het opgeslagen materiaal niet buiten de inrichting kan geraken.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
12/19
6.13.
Het uitgehaalde kuilvoer moet direct in de stal, dan wel in een afgesloten ruimte worden geplaatst, of op een zodanige wijze worden afgedekt dat geen stank overlast kan ontstaan. Direct na het uithalen van het kuilvoer moet de kuil door middel van kunststoffolie, vastgelegd met zogenaamde zandslurven of een hieraan tenminste gelijkwaardige voorziening, worden toegedekt. Eventuele restanten van het kuilvoer moeten op een zodanige wijze worden opgeslagen dat geen stankoverlast kan ontstaan.
6.14.
Voor een kuilvoeropslag van gras behoeven de in voorschrift 6.13., zoals opge nomen in deze bijlage behorende bij het besluit, genoemde maatregelen niet in acht te worden genomen indien: a. de kuilvoeropslag is gelegen op ten minste 25 meter afstand van een woning van derden of ander gevoelig object; en b. een analyserapport van de betreffende kuilopslag overgelegd kan worden waaruit blijkt dat de opslag een droge stofgehalte hoger dan 30% en een boterzuurgehalte in droge stof lager dan 2,5% bezit, dan wel een droge stofgehalte hoger dan 30% en een ammoniakfractie lager dan 25% bezit. De monstername en analyses (droge stofgehalte en boterzuurgehalte of ammoniakfractie) moeten ten minste 4 weken na het inkuilen zijn verricht door de Stichting Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek of de Stichting Bedrijfslaboratorium voor Gewasonderzoek te Leeuwarden.
6.15.
Kuilvoer van snijmaïs moet zijn opgeslagen op een vloeistofkerende plaat van beton met een opstaande rand. De betonplaat dient zodanig te zijn geconstrueerd dat vocht naar het midden van de plaat stroomt en opgevangen wordt in een goot. Al het uitzakkende vocht moet worden opgevangen en door middel van een gesloten leiding worden afgevoerd naar een vloeistofdichte of mestdichte opslagruimte. Opslag van voer in een voedersilo
6.16.
Een voedersilo, alsmede zijn ondersteunende constructie, moet zodanig zijn uitgevoerd, dat alle bij normaal gebruik optredende krachten veilig en zonder blijvende of toelaatbare vervorming kunnen worden opgenomen. Een voedersilo moet stabiel staan opgesteld op een voldoende draagkrachtige fundering. Een voedersilo, alsmede een daarbij behorend transportsysteem, moet zijn beveiligd tegen elektrostatische oplading door middel van een deugdelijke aarding met aardelektroden overeenkomstig de norm NEN 1014. de verspreidingsweerstand van de aardelektrode mag niet meer dan 5 ohm bedragen. Isolerende delen van de installatie moeten elektrisch geleidend met elkaar zijn verbonden.
6.17.
Tijdens het vullen van een voedersilo moet de aanvoerende buiktransportwagen elektrisch geleidend aan de silo zijn gekoppeld of doelmatig zijn geaard, zodat geen spanningsverschil kan ontstaan tussen de buiktransportwagen en de silo.
6.18.
Op een voedersilo, alsmede een daarbij behorend transportsysteem, moet een zodanige ontlastvoorziening zijn aangebracht, dat de maximale explosiedruk de barstdruk van het betreffende onderdeel niet overschrijdt. De ontlastopening moet zodanig uitmonden, dat een explosie geen gevaar of schade buiten de inrichting kan veroorzaken.
6.19.
Hinderlijke stofverspreiding bij het vullen van een voedersilo moet worden voor komen door het via de ontluchting ontwijkende stof op doeltreffende wijze op te vangen, bijvoorbeeld met behulp van een doekfilter.
6.20.
Versleten of beschadigde filterdoeken moeten onmiddellijk worden vervangen.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
i* '' '
13/19
Luchtverontreiniging en stankhinder 6.21.
Ramen en deuren van de stallen moeten, voor zover zij geen functie hebben voor de luchtverversing in de stal, behoudens gedurende het doorlaten van personen, dieren of goederen gesloten worden gehouden.
6.22.
Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden gedroogd of worden verbrand. Mest, algemeen
6.23.
De vloeren van de stallen moeten mestdicht zijn uitgevoerd.
6.24.
Gier en mest moeten worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte.
6.25.
De vaste mest uit de stallen moet tenminste één keer per halfjaar uit de stallen worden verwijderd. Vaste mest moet worden getransporteerd met behulp van daartoe geschikte transportmiddelen, die op correcte wijze zijn beladen
6.26.
Bij verwijdering van mest en gier mag de omgeving niet worden verontreinigd. Transport van dunne mest en gier moet geschieden in volledig gesloten tank wagens, die in zindelijke staat moeten verkeren.
6.27.
Het terrein van de inrichting mag niet worden bevloeid of op een andere wijze van een laag mest of gier worden voorzien. Deze bepaling is uiteraard niet van toepassing op het bemesten van grond volgens de normale bemestingspraktijk. Opslag van vaste mest op een mestplaat
6.28.
De in de stallen aanwezige vaste mest moet worden verzameld en overgebracht naar de mestplaten als bedoeld in voorschrift 6.29, zoals opgenomen in deze bij lage behorende bij het besluit dan wel direct uit de inrichting worden afgevoerd.
6.29.
De opslag van vaste mest buiten de stal moet geschieden op de mestplaten, zoals aangegeven op de bij het besluit behorende gewaarmerkte plattegrondtekening d.d. 4 mei 2006. De mestplaten moeten mestdicht zijn en zijn voorzien van een opstaan de rand of een gelijkwaardige voorziening. De stapeling van de mest op deze platen moet zodanig geschieden dat uitzakkend mestvocht niet van de mestplaten kan vloeien. Dit vocht moet, voor zover van toepassing, door middel van een gesloten, mestdichte riolering, worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte of opslagput. De opslagruimte moet van voldoende inhoud zijn om ook het hemelwater dat binnen de mestplaat valt te kunnen bergen. Gierput
6.30.
Behoudens tijdens het ledigen moet de gierput door middel van goed sluitende deksels, luiken of een daaraan gelijkwaardige voorziening, gesloten worden
gehouden.
6.31.
De gieropslag mag geen direct verdampend oppervlak in de buitenlucht hebben.
6.32.
Ten gevolge van het vullen of ledigen van de gierput of anderszins mag geen verontreiniging van de bodem plaatsvinden. De bewaring van gier in de gierput moet geschieden op tenminste 10 cm onder de rand van de kelder.
6.33.
Het mixen en roeren van het gier moet worden beperkt tot kort voor het uitrijden. Kadaverplaats
6.34.
Kadavers moeten worden aangeboden aan de destructor op de kadaverplaats of op een vloeistofdichte mobiele kadaverbak/kadaverton. Nadat de kadavers aan de destructor zijn aangeboden moet de mobiele kadaverbak/kadaverton worden gereinigd en ontsmet.
Adres inrichting: Worstsioot ongenummerd
14/19
Het reinigen en ontsmetten van de kadaverbak dient plaats te vinden boven de kadaverplaats of een daartoe bestemde speelplaats. De oppervlakte van de kadaverplaats mag maximaal 6 vierkante meter bedragen. Bij het reinigen en ontsmetten van de kadaverbak en de kadaverplaats of speelplaats mag de omgeving niet worden verontreinigd. De vloer van de kadaverplaats dient vloeistofkerend te zijn uitgevoerd en dient te zijn vervaardigd van beton. De vloer dient aan alle zijden te zijn voorzien van een opstaande rand van beton of metselwerk van ten minste 10 cm. De vloer dient bestand te zijn tegen de inwerking van het toe te passen ontsmetting- en/of bestrijdingsmiddel. Het spoelwater afkomstig van de kadaverplaats dient via een gesloten leiding te worden geleid naar een zo kort mogelijk bij de vloer gelegen, niet van een overstort voorziene, afgesloten opslagruimte of verplaatsbare opvangbak, dan wel naar de dichtst bijgelegen binnen de inrichting aanwezige mestkelder. De leiding, opslag ruimte en verplaatsbare opvangbak dienen vloeistofdicht te zijn en dienen bestand te zijn tegen de inwerking van het toe te passen ontsmettingmiddel. Transport van spoelwater moet geschieden in gesloten tankwagens. Een verplaatsbare opvangbak dient zodanig te zijn geconstrueerd dat deze op een doelmatige wijze kan worden vervoerd zonder dat het afvalwater de omgeving verontreinigd. Behalve tijdens het reinigen en ontsmetten dient de kadaverplaats in zijn geheel met een kadaverkap te zijn afgedekt, zodat geen hemelwater in de opslagruimte dan wel verplaatsbare opvangbak kan komen. KOEL- EN VRIESINSTALLATIES Toelichting: Koel- en vriesinstallaties moeten voor wat betreft het gebruik van koeimiddelen alsmede ten aanzien van de lekdichtheid voldoen aan het gestelde in het "Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003" danwel het "Besluit broekasgassen Wms 2003" en de regeling lekdichtheid koelinstallaties 1997. Koelinstallaties moeten voor wat betreft de veiligheidsaspecten voldoen aan het gestelde in de norm NEN 3380. De ruimte waar de koelinstallatie is opgesteld moet voldoende zijn geventileerd. Koel- en vriesinstallaties moeten zodanig zijn geïsoleerd of opgesteld, dat condensvorming in niet tot de inrichting behorende ruimten niet kan optreden. Condensaat van koel- en vriesinstallaties moet naar de riolering worden afgevoerd, dan wel anderszins worden opgevangen en afgevoerd dat geen overlast buiten de inrichting wordt veroorzaakt. Indien van een drukvat het product van volume en druk groter is dan 200 bar*l dan moet het drukvat voor lucht zijn goedgekeurd door het Stoomwezen BV. Na de eerste keuring moet een drukvat uiterlijk om de 6 jaar aan het Stoomwezen BV worden aangeboden voor periodiek onderzoek. Van een dergelijk toestel moet een "Bewijs van Onderzoek en Beproeving" (BOB) worden overgelegd. De ruimte waarin de koelcompressoren staan opgesteld moet ten minste éénmaal per uur natuurlijk of mechanisch zijn geventileerd. De elektrische apparatuur en de bedrading moeten zodanig zijn geïsoleerd, dat deze door koudemiddel of -damp niet kunnen worden aangetast.
7.8.
In de ruimte waar de koeicompressoren staan opgesteld mag geen opslag van brandbare stoffen plaats vinden.
7.9.
Een koel- en/of vrlesinstallatie moet te allen tijde bereikbaar zijn voor bediening, inspectie en onderhoud.
7.10.
In de inrichting moet een inspectie- en preventief onderhoudsschema van de koelinstallatie aanwezig zijn; het bedoelde schema moet te allen tijde voor de controlerend ambtenaar beschikbaar zijn.
8.
VERWARMINGSINSTALLATIE MET NOMINALE BELASTING TOT 130 KW Aardgasgestookt toestel
8.1.
Een aardgasgestookt toestel moet voldoen aan de CE-merk of GASKEURkeuringseisen, voorzover deze betrekking hebben op de beveiliging, de ontsteking en het ontwijken van gas en moet rechtmatig zijn voorzien van het CE-merk of GASKEUR-merk.
8.2.
Een stooktoestel moet voor de ingebruikneming, alsmede na elke reparatie en wederafstelling van de installatie, aan de hand van de CE-merk of GASKEURkeuringseisen op goed en veilig functioneren worden gecontroleerd door het aardgasleverend bedrijf of een ander door het aardgasleverend bedrijf erkende deskundige.
8.3.
Een aardgasinstallatie als gedefinieerd in de norm NEN 1078:2004, alsmede de ruimte waarin deze instailatie is opgesteld, moet voldoen aan de voorschriften gesteld in de norm NEN 1078:2004.
8.4.
De uitmonding van het verbrandingsgasafvoersysteem van een aardgasgestookt stooktoestel moet voldoen aan de daaraan gestelde voorschriften in NEN 1078: 2004 en moet daarbij ten minste uitmonden in het gebied "vrije uitmonding" zoals in bedoelde norm is aangegeven.
8.5.
Een stook- of verwarmingsinstailatie moet zo vaak als voor de goede werking noodzakelijk is, worden onderhouden en afgesteld. Een verwarmingsinstallatie en een verbrandingsgasafvoersysteem moeten ten minste een maal per jaar worden gereinigd en beoordeeld op noodzakelijke afstelling, onderhoud en reparaties. Van het onderhoud, afstellen, reinigen en beoordelen moet een registratie worden bijgehouden. Deze registratie dient te worden bewaard in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek.
9.
BOVENGRONDSE TANK VOOR DE OPSLAG VAN (DIESEL)OLIE
9.1.
Voor het in bovengrondse tanks opslaan van brandbare vloeistoffen met een vlampunt van 55 tot 100 graden celsius is de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) 30 van de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS), getiteld "Vloeibare aardolieproducten; Opslag tot 150 m3 van brandbare vloeistoffen met een vlampunt van 55 tot 100 "C in bovengrondse tanks", van toepassing.
9.2.
De artikelen 4.1.2, 4.1.5, 4.2.6, 4.2.10 en 4.3.1 van de in voorschrift 11.1, zoals opgenomen in de bijlage behorende bij het besluit, genoemde PGS 30, gelden niet voor een bovengrondse tank die reeds was opgericht voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
9.3.
Wanneer de opslag in een tank wordt beëindigd, dient dit minimaal vijf werkdagen van tevoren aan het bevoegd gezag te worden gemeld.
Adres inrichting: Worstsioot ongenummerd
16/19
10.
AFLEVERPOMP VOOR DIESELOLIE
10.1.
Indien geen toezicht wordt gehouden moet de pomp zijn afgesioten zodat onbevoegden deze niet in werking kunnen stellen.
10.2.
Het af- en overtappen moet lekvrij gebeuren. Bij het vullen moeten zodanige voorzieningen zijn getroffen, dat overvulien niet mogelijk is.
10.3.
De dieselolie mag slechts worden overgetapt In vaatwerk, reservoirs of tanks, welke geschikt zijn voor dit product.
10.4.
Bij het af- en overtappen met behulp van een slang, moet de slang bestand zijn tegen dieselolie.
10.5.
Een slang moet tijdens het ge bruik zodanig worden ondersteund en beschermd, dat beschadiging wordt voorkomen.
10.6.
Wanneer de afleverslang niet in gebruik is, moet deze knikvrij boven een lekbakconstructle hangen.
10.7.
De pomp moet zich boven een vloeistofdichte lekbakconstructle bevinden.
10.8.
De vulafsluiter moet zodanig zijn ingericht dat hetzij slechts gedurende daartoe strekkende opzettelijke bediening van de vulafsluiter vloeistof uit de pomp kan stromen, hetzij de aflevering van vloeistof automatisch stopt als het reservoir waaraan wordt afgeleverd, vrijwel gevuld is. In het laatste geval moeten aan de vulafsluiter voorzieningen zijn getroffen, waardoor deze sluit door een lichte schok, bijvoorbeeld ten gevolge van vallen.
10.9.
Bij het plotseling sluiten van de vulafsluiter moet een eventueel optredende drukstoot kunnen worden opgevangen.
10.10.
Op de hoofdschakelaar waarmee de elektrische installatie van de pomp kan worden uitgeschakeld, moeten de schakeistanden duidelijk zijn aangegeven. Bij deze schakelaar moet duidelijk zijn vermeid dat deze dient voor de pomp.
10.11.
De vulafsluiter moet van het drupvrije type zijn waarbij zich meteen achter de uitstroomopening een kiep bevindt.
10.12.
Aan de vulafsluiter of aan de afleverslang mag geen elektrische schakelaar aanwezig zijn.
10.13.
De elektrische Installatie in en aan de pomp moet voldoen aan NEN-EN-IEC 6007914.
10.14.
Het afleveren van vloeistof Is verboden, indien daarbij wordt gerookt of enigerlei vuur of open kunstlicht aanwezig is, of de motor van het voertuig, waaraan de brandstof wordt afgeleverd, in werking is.
10.15.
Nabij een pomp moet een draagbare poederbiusser aanwezig zijn met een inhoud van ten minste 6 kg of een ander geschikt blusmiddel met eenzelfde biuscapaclteit.
10.16.
Op of bij een pomp moet met duidelijk leesbare letters het opschrift zijn aangebracht; "VOERTUIGMOTOR AFZETTEN, ROKEN EN VUUR VERBODEN".
11.
HEFTRUCK
11.1.
De verbrandingsmotor van de heftruck moet zodanig zijn afgesteld dat de uitlaat gassen nagenoeg roet- en rookioos zijn. De verbrandingsmotor moet zijn voorzien van een doelmatige geluiddemper in de uitlaat.
Adres Inrichting: Worstsloot ongenummerd
17/19
12.
HOGEDRUKREINIGER
12.1.
Nevel als gevolg van het gebruik van een hogedrukrelniger mag zich niet buiten de inrichting verspreiden.
13.
MILIEUZORG
13.1.
Bij vervangingsinvesteringen van opstallen, installaties, apparatuur of bedrijfs inrichting dient vooraf vastgesteld te worden of de voorgenomen vervanging voldoende tegemoet komt aan milieuaspecten zoais hoog rendement door beperkt energieverbruik, verantwoord materiaal gebruik, isolatie, herbruikbaarheid bij vervanging, aiternatieve duurzame energievoorziening, beperkte stikstofoxiden emissie, etc. Besparing van grondstoffen en voorkomen afvalstoffen
13.2.
De in de inrichting vrijkomende afvalstoffen moeten met het oog op hergebruik zoveel mogelijk naar soort worden gescheiden, verzameld, bewaard en afgevoerd. Dit geldt in ieder geval voor de volgende afvalstoffen: papier/karton; glas; metalen; polyetheen c.q. polyethyleen (o.a. landbouwfolie); gevaarlijke afvaistoffen. Hiervan mag worden afgeweken als onvoldoende afzetmogelijkheden voor handen zijn ofwei ais afvoer alleen mogelijk is tegen onevenredig hoge kosten. Een en ander Is ter beoordeling aan het bevoegd gezag. Per afgevoerde partij moeten de transporteur en de hoeveelheid van het bedrijfs afval worden geregistreerd. Deze registratie dient te worden bewaard in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek.
13.3.
Tuinafval vrijkomend bij het onderhoud van plantsoenen behorende bij de inrichting moet, zo mogelijk, intern worden hergebruikt als organische meststof (bijvoorbeeld na versnippering of compostering).
13.4.
Grond- en hulpstoffen die, om welke reden dan ook, niet meer in de inrichting worden toegepast moeten zo spoedig mogelijk uit de inrichting worden verwijderd. Voor ven/vijdering van deze stoffen moet onderzocht worden of nuttige toepassing van deze stoffen elders nog mogelijk is.
13.5.
In de inrichting moet het ontstaan van afvalstoffen ten gevolge van verpak kingsmaterialen, waar nodig en voorzover hiervoor materialen en technieken beschikbaar en economisch haalbaar zijn, worden voorkomen. Hiertoe moeten eenmalige verpakkingen worden vermeden en moet gebruik worden gemaakt van milieuvriendelijke verpakkingsmaterialen en technieken, zoals herbruikbare of recyclebare verpakkingen/verpakkingsmaterialen. Waterbesparing
13.6.
Lekverliezen van water en inefficiënt watergebruik ten gevolge van niet optimaal gebruik van apparatuur moet worden voorkomen.
13.7.
Het waterverbruik (in m3) moet jaarlijks worden geregistreerd. Deze registraties moeten worden opgenomen in het in voorschrift 13.10, zoais opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde milieulogboek.
13.8.
De vergunninghouder is gehouden om in overleg met het bevoegd gezag bij innovatie, renovatie of vervanging van bedrijfsonderdelen en bedrijfsprocessen die waterbesparingsmaatregeien te treffen die redelijkerwijs van hem verlangd kunnen worden.
Adres inrichting: Worstsloot ongenummerd
18/19
13.9.
Binnen de Inrichting dient voor schoonmaakdoeleinden zo min mogelijk drink- of grondwater te worden gebruikt.
Nliiieulogboek 13.10.
Er moet een milieulogboek worden bijgehouden, waarin vanaf het van kracht worden van deze vergunning ten minste de volgende zaken worden opgenomen; deze vergunning, alsmede overige relevante (milieu)vergunningen; de resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven keuringen en/of metingen en registraties; de resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven onderzoeken; de bevindingen van alle inspecties die met betrekking tot de zorg voor het milieu van belang zijn; datum, tijdstip en alle van belang zijnde gegevens (zoals tijdstip, tijdsduur, aard, hoeveelheid, oorzaak, plaats en windrichting) van voorgevallen incidenten die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van de genomen maatregelen; de registratie van bedrijfsafvalstoffen; deze registratie moet geschieden per categorie ("papier/karton", "glas", "metalen", "polyetheen c.q.polyethyleen (o.a. landbouwfolie)" en "gevaarlijk afval"); per afgevoerde partij moeten de transporteur en de hoeveelheid van het bedrijfsafval worden aangegeven; landbouwtellingen.
13.11.
Het milieulogboek, zoals opgenomen in voorschrift 13.10. van deze bijlage behorende bij het besluit, moet te allen tijde beschikbaar zijn voor inzage door een door het bevoegd gezag aangewezen toezichthoudend ambtenaar.
14.
ENERGIEBESPARING
14.1.
De vergunninghouder is gehouden om in overleg met het bevoegd gezag bij innovatie, renovatie of vervanging van bedrijfsonderdelen en bedrijfsprocessen die energie-efficiency maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem verlangd kunnen worden.
14.2.
Ten einde inzicht te krijgen in het elektriciteitsverbruik en de variatie daarin om daarmee onnodig verbruik te voorkomen, moet in de inrichting een jaarlijkse registratie worden bijgehouden van: het aardgasverbruik (of andere brandstoffen) in mS; het elektriciteitsverbruik in kWh.
14.3.
De in voorschrift 14.2, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde registratie moet worden vermeld in het in voorschrift 13.10, zoals opgenomen in deze bijlage behorende bij het besluit, bedoelde logboek.
14.4.
Voor buiten-, algemene- en accentverlichting mag geen gebruik worden gemaakt van gloeilampen. Hierbij moeten zoveel mogelijk energiebesparende verlichtingsapparatuur, zoals reflecterende armaturen met spaarlampen worden toegepast. Voor de ruimteverlichting dient gebruik te worden gemaakt van energiearme verlichtingsapparatuur, zoals spaarlampen of TL-verlichting.
15.
NAZORG
15.1.
Uiterlijk drie maanden voordat de activiteiten van de inrichting worden beëindigd moet hiervan schriftelijk melding worden gedaan aan het bevoegd gezag. Bij deze melding moeten tevens de volgende gegevens worden overgelegd; de wijze waarop de in de inrichting aanwezige grond-, hulp- en afvalstoffen en overige milieuschadelijke stoffen zullen worden verwijderd; de toekomstige bestemming en gebruik van de gebouwen en het terrein van de inrichting, voor zover dit bij de vergunninghouder bekend is.
Adres Inrichting: Worstsloot ongenummerd
19/19
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Milieutekening 22 augustus 2006
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
u
accountants +arfk'iscurs
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsloot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
Countus accountantSf^advisturs
Milieutekening gewenste situatie
De Heerlijkheid Kuunder, Worstsioot 1a 8374 EV Kuinre
Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning
ld -ir-'lX
CiSéiy^
JH - /IT- li
U.i>-^i^
l <j , ic. Z / Z9-ta^ J\ "Soa ®
iSö'hoUe^ 6^ //ß
'AieZr C . z i8
irxnU^iut^ looh . C/ Äfe ied^^in-
C^
Milieutekening bij aanvraag NB-vergunning onder de PAS Opdrachtgever De Heerlijkheid Kuunder Adres; Worstsloot la. Kuinre Datum: 28 augustus 2015