Kampen/Ommen- Medewerkers van De Darde Klokke in Ommen hebben zaterdag 5 april een historische wandeling gemaakt door de stad Kampen. In de Oudestraat werd in een oude sigarenfabriek koffie gedronken. Deze zaterdag was tevens een kunstroute uitgezet, zodat in de binnenstad van Kampen ook enkele woningen uit de middeleeuwen bezocht konden worden. Zelfs was er een bewoner die zijn huis open had gesteld, zodat het gezelschap uit Ommen zo in eens gezeten was in de woonkamer van een Kampenaar. Harry Woertink heeft had de route uitgezet en vertelde daar waar nodig ook over de geschiedenis van de bezienswaardigheden. Tussen de middag was er een lunch in een oud pand aan de Plantage. Daarna volgde de wandeling door de stad met onder andere een bezoek aan museum de Stadsboerderij in de Groenestraat, waar te zien was hoe koeboeren zich in de stad stand wist te houden en het beeld van Kampen lange tijd bepaalden.
Tijdens de excursie bleek dat het Hanzeverleden van de cultuurhistorische stad Kampen overal in de stad nog terug is te vinden. Meer dan 500 monumentale panden, bijzondere gevels en drie van de oorspronkelijk 20 stadspoorten zijn de historische overblijfselen uit de gouden tijden van de stad. Geloof is van oudsher zeer aanwezig in Kampen. Tot aan de reformatie was Kampen een rooms katholieke stad. Er waren grote kerken en kloosters in de oude binnenstad. Na de reformatie werd Kampen protestant en er vestigden zich twee theologische universiteiten. Eén daarvan heeft in 2012 Kampen verlaten. In het centrum bevinden zich 11 kerken van de totaal 32 geloofsgemeenschappen die Kampen telt. Bekende jaarlijkse evenementen in Kampen zijn in het Paasweekeind Sail Kampen, in de zomer de Kamper Ui(t)dagen en Kerst in oud Kampen. 1.IJsselbrug: De nieuwe brug over de IJssel, met de gouden wielen, verving in 1998 de oude brug over de IJssel, die versleten was en ook niet langer voldeed aan de eisen van de
scheepvaart. Uitgangspunt van de gemeente Kampen was een brug ontwerp met een eigentijdse vorm, die echter rekening diende te houden met het beschermde, monumentale stadsgezicht van de historische binnenstad. Uit oogpunt van veiligheid en stedelijke inpassing is gekozen voor een lage hefbrug met aan weerszijden verlaagde voetgangerspaden. Tussen voet- en fietspad is een glazen windscherm aangebracht. De brug heeft 4 stalen heftorens. De toppen van de heftorens buigen naar elkaar toe en dragen de as van de evenwichtswielen. De wielen zijn bekleed met bladgoud. 2.IJsselkade: Kampen geniet landelijke bekendheid vanwege het fraaie stadsfront. Geen stad in ons land kan zich beroemen op zulk een lang en boeiend waterfront met een zo onbedorven, gesloten gevelrij. In opdracht van het stadsbestuur ontwikkelde de toenmalige stadsarchitect Nicolaas Plomp rond 1830 een totaal plan voor de bebouwing van de IJsselkade. Geïnspireerd door het Classicisme werd gekozen voor witte huizen van twee verdiepingen met zwarte dakpannen en voortuinen. Langs de kade werden lindebomen geplant. Dit stadsfront is grotendeels behouden gebleven. 3.Het Olde Vleeshuys: Vanaf de late 15de eeuw werd dit gebouw aan de Ouderstraat 119 gebruikt voor het keuren en verhandelen van consumptievlees. In 1557 werd het Vleeshuis grondig verbouwd en kreeg het zijn huidige gevel van Bentheimer zandsteen. Aan het einde van de zestiende eeuw werd een nieuw vleeshuis in gebruik genomen aan de Botermarkt. Het oude vleeshuis werd in 1593 dan ook verkocht aan drukker Joost Stevenszn, die het in 1596 opnieuw verbouwde. Uit deze tijd stamt vermoedelijk ook de tekst op de gevel: “Geloeft in Gott ende betrout; holt well syn ghebott, gheen stercker huys men en bowt”. 4.Sigarenfabriek De Olifant: De scheve muren, de oude klinkervloeren en de houten vlonders van Sigarenfabriek De Olifant zijn doortrokken van de geur van tabak en cederhout. Al sinds 1832 worden in deze monumentale fabriek tabaksproducten vervaardigd. Met behulp van traditionele machines, waarvan de oudste dateert uit 1888 'draait' De Olifant haar dagelijkse productie. Acht verschillende modellen opgebouwd uit twintig tabakssoorten en altijd volgens dezelfde receptuur; het kostbare Sumatra zandblad als dekblad, het Javablad als omblad en als binnengoed een melange van Braziel-, Cuba-, Java- en Sumatratabakken. Vanaf ongeveer 1815 bepaalde de tabaksindustrie het gezicht van Kampen. In de sigarenfabriek De Olifant begon de familie Meulenkamp met het produceren van sigaren. Opvolger Franssen maakte er shag en pruimtabak, met de merknaam Duet. Nu worden er weer sigaren gemaakt en De Olifant is daarmee de enige overgebleven sigarenfabriek in Kampen. Via de Koldenhovensteeg naar de IJsselkade. De stad Kampen is op losse grond gebouwd. Al in de 15e en 16e eeuw probeerde men het zakken van de muren te ondervangen met het metselen van steunbogen. 5.De Synagoge: De synagoge met de gedenksteen “Een steren weent uit de muur” is één van de mooiste monumenten die het prachtige IJsselfront siert. Het is nu een expositieruimte. De synagoge is gebouwd in 1847; in die dagen telde de Joodse gemeenschap in Kampen zo’n 500 leden. Tot 1942 is het pand gebruikt als leerhuis voor de Joden. De deur aan de IJsselkant is nooit gebruikt, het is een schijndeur. Aan de andere kant van deze deur stond de Heilige Ark. In 1930 waren er nog maar 68 joden over in Kampen. En na de oorlog bleek de joodse gemeenschap zo goed als uitgemoord te zijn.
De synagoge is een ontwerp van stadsarchitect Nicolaas Plomp alias de witmaker. Na de restauratie in 1983 kreeg het gebouw de naam Beet Zikkaron (Huis der Herinnering). ofwel Huis van Gedachtenis als herinnering aan de Joodse Kampenaren die nagenoeg allemaal in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Op 17 en 18 november 1942 werden zij opgepakt en naar de Buitensociëteit tegenover het station gebracht en vandaar op transport gesteld naar de vernietigingskampen Nu houdt een ronde zwarte gedenksteen in de buitenmuur van de synagoge de herinnering aan deze misdaad levend door het noemen van de namen van alle omgekomenen Kamper Joden en de tekst “Een steen weent uit de muur”. Het gebouw diende bijna honderd jaar al bedehuis voor de Joodse gemeenschap van Kampen. Naast de wisselende kunstexposities op de begane grond is er op de galerij van de expositieruimte onder auspiciën van de Stichting synagoge een permanente herdenkingstentoonstelling ingericht met betrekking tot de Joodse geschiedenis van Kampen. 6.IJsselkade 29: Veel tuinen aan de IJsselkade zijn verloren gegaan, maar in de verkleinde voortuin van nr. 29 staat nog een theehuisje. IJsselkade nrs. 18/19/20: Hier bouwde architect Broekema zijn woonhuis (nr. 19) en twee buurpanden. De tegeltableaus met Kogeldistels en Kamperfoelie aan de gevel van nr. 20 zijn afkomstig van plateelfabriek Rozenburg. 7.Hoogwater IJssel: De Hoogwaterbrigade komt in actie op plaatsen waar de stadsmuur niet doorloopt, zoals in straten en stegen. De vrijwilligers zetten klepkeringen omhoog, plaatsen schotbalken en hijsen handmatig hefschuiven omhoog. Daarnaast brengen de brigadiers vloedplanken aan. Ook sluiten ze ventilatieroosters en kelderruimtes waterdicht af. De Hoogwaterbrigade oefent jaarlijks met het sluiten van de kering. 8.Paterskerk: De Paterskerk aan de Voorstraat nummer 26, tussen de Blauwehandsteeg en Luthersesteeg in Kampen was een woning die tussen 1636 en 1836 dienst deed als Katholieke schuilkerk. Het pand was eigendom van een welgestelde rooms-katholieke familie. 9.Sigarenfabriek Lehmkuhl: Na de komst van twee kleinere tabaksfabrieken vestigde in 1826 de grote uit Bremen afkomstige sigarenfabrikant Lehmkuhl zich in de stad. Kampen heeft ruim een eeuw lang vele sigarenfabrieken binnen haar stadsmuren gehad. De fabricage van sigaren in die periode was uitsluitend handwerk. Het was een bloeiende industrie, na een aantal jaren had Lehmkuhl bijna honderd man in dienst. Ook andere fabrikanten kwamen af op dit succes. Rond 1870 werkten er in Kampen zo’n 850 mensen ‘in de sigaren’ bij een kleine twintig fabrieken. In 1880 waren het er 1.400, die per week 1,5 miljoen sigaren maakten. De grootste fabrikanten, naast J.C. Lehmkuhl & Co, die zijn vader Johan Wilke opvolgde, waren C.J. Boele en Zn., Van Hulst en Schaepman, en Bessem en Hogenkamp. Het aantal arbeidskrachten per bedrijf varieerde van 150 tot 500. De sigarenindustrie verdween omdat het geen plaats kon vinden om een grote fabriek te bouwen, vanwege de pachtgronden, die voor boeren waren bedoeld. Daarom vond veel van de sigarenmakerij bij de arbeiders thuis plaats. Maar vanaf 1921 mocht niet meer thuis sigaren gemaakt worden. Door de economische crisis in de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van de sigaret verdween de sigarenindustrie uit Kampen.
In 1950 waren er in Kampen nog 80 zelfstandige sigarenmakers met een eigen daarvoor ingerichte ruimte. Overigens kende Kampen vroeger 56 beoefenaars van verschillende ambachten/beroepen. 10.Voorstraat: De Helle, een oude werkplaats, Huys van de Kunsten, het oudste huis van Kampen en ook De Smidse een oude smederij is nog in bedrijf. 11.Stadsmuur: Kampen werd rondom beschermd door een stadsmuur met poorten. Kampen is rijk geworden door het water. IJssel en Zuiderzee maakten handel mogelijk naar verre oorden, waar veel geld werd verdiend. Maar water zorgde ook voor bedreiging. De meeste van de poorten in Kampen hebben iets te maken met de zogenaamde oude Stadsmuur, waar nu nog resten van te vinden zijn in de Voorstraat. De eerste bouw van de muur zal zijn 1313. Behalve de vijand hield deze muur het hoge water van de IJssel uit de stad. Deze laatste functie heeft de middeleeuwse stadsmuur nog steeds. De handgevormde bakstenen en kalkrijke mortelspecie zijn een goede voedingsbodem voor sommige planten. Dit stuk stadsmuur is de meest noordelijke groeiplaats van de Muurbloem (Cheiranthus cheiri). Oorspronkelijk komt de plant uit het gebied rond het oostelijke deel van de Middellandse zee. 12.Voorstraat: De Keel, Oude synagoge, De Doelen. 13.De Koornmarktspoort: De Koornmarktspoort was oorspronkelijk de hoofdingang van de stad die via een pontveer bereikt kon worden tot 1448 de IJsselbrug werd gebouwd. Nicolaas Plomp liet ook deze poort wit schilderen, maar rond 1985 werd de 14 lagen verf ontdaan omdat de oude muren verstikte. De Koornmarktspoort werd aan het begin van 1300 gebouwd, het heette toenertijd de ‘overste poort’ omdat bij deze poort in die dagen het veer afvoer naar de overzijde van de rivier. Dit alles was voordat de beide oevers in 1448 door een brug werden verbonden. De poort vormde toen het hart van de Kamper economie. Op oude afbeeldingen van Kampen valt ook duidelijk te zien dat veel van de Kamper poorten bedoeld waren als verdedigingswerken. De ruimten boven de poortingang werden onder andere gebruikt als gevangenis en als huisvesting voor de soldaten. In 1840 werd de poort witgekalkt. In de tachtiger jaren is echter de witkalk weer van de poort verwijderd. De Koornmarktspoort ontleent de huidige naam aan de later achter gelegen Koornmarkt, waar al in de vroege middeleeuwen het koren werd aangevoerd en verhandeld. Zes gevelbeelden van het Oude Raadhuis van Kampen staan nu boven in de Koornmarktpoort. Het gaat om twee Helden en vier Deugden. Deze beelden zijn waarschijnlijk tussen 1360 en 1480 aan het vroegere Raadhuis bevestigd geweest. Na 1543 waren ze aangebracht aan het nieuwere ‘Oude Raadhuis’, dat nog aan de Oudestraat straat. Deze zes beelden zijn een restant van een grotere serie waarvan tenminste 10 bij de grote brand in 1543 verloren gingen. Ze zijn grotendeels vervaardigd uit Baumberger zandsteen, al sinds de middeleeuwen herhaaldelijk gerepareerd en er zijn nog sporten van beschilderen en vergulden op te zien. Van links naar rechts. Karel de Grote (742-814). Alexander de Grote (356-323 vC). 3e beeld van links Temperantia, voorstelling van de Matigheid, Fides, Justitia, Caritas.
14.De Koornmarkt: Rond de Sint Nicolaas- of Bovenkerk is meer dan 800 jaar geleden de stad Kampen ontstaan. Dit is het oudste en hoogste deel van de stad. Op de Koornmarkt verkochten boeren uit de omgeving hun waren. Midden op het plein stond de kaak, waar misdadigers te kijk werden gesteld. Tegenwoordig is het een stil plein, waar links Trompetbomen en rechts Kastanjebomen staan. 15. Verdwenen Universiteit PKN: Tot voor kort had Kampen zelfs twee universiteiten: de gereformeerde Theologische Universiteit van Kampen en de vrijgemaakte Theologische Universiteit Kampen. De Protestants Theologische Universiteit vestiging Kampen, voorheen Theologische Universiteit Kampen, daarvoor Theologische Hogeschool Kampen was tot 2012 gevestigd in Kampen. De hoofdvestiging van de universiteit aan de Koornmarkt, de andere gebouwen zoals de bibliotheek aan de Oudestraat. Per 1 september 2012 is de universiteit overgegaan naar Amsterdam en Groningen. Het pand aan de Oudestraat krijgt de bestemming van winkel. De bestemming van kerk en aula aan het Muntplein blijven ongewijzigd. Bij de verhuizing was het aantal studenten 229 en waren 77 personeelsleden betrokken bij de universiteit. Eerder was op deze plek een officiers opleiding van het Koninklijk Nederlandse Indisch leger gevestigd. 16.De Bovenkerk: De Bovenkerk (ook wel St. Nicolaaskerk) in Kampen is een grote, gotische kruisbasiliek en tevens het meest opvallende element aan de skyline van Kampen. Tot het interieur van de kerk behoort een vroeg-renaissance koorhek, een natuurstenen kansel en een monumentaal orgel. De kerk heeft een kerktoren en een schip met dubbele zijbeuken, een gesloten priesterkoor met kooromgang en straalkapellen. In 1481/1482 goot klokkengieter Geert van Wou klokken voor de Bovenkerk. In de directe nabijheid van de Bovenkerk had hij zijn Stads klokken- en geschutgieterij gevestigd. Thans hangen nog twee klokken van hem in de Boventoren. Op 11 september 2009 werd er een nieuwe klok opgehangen , gegoten door Laudy in het Groningse Finsterwolde. In 2010 wederom een Laudyklok met daarop de afbeelding van de H. Nicolaas, de patroonheilige van de kerk. In 2011 tenslotte werd het gelui gecompleteerd met nog eens vijf klokken. De nu in totaal negen luidklokken. Alle toegevoegde klokken zijn geheel in de traditie van Van Wou gegoten, zonder oppervlaktebehandeling en zonder stemmen, zuiver op toon. Zo is aldus een middeleeuws gelui 'herboren' dat qua klankleur-egaliteit en profielnauwkeurigheid het Utrechtse Domgelui overtreft. In de Bovenkerk bevinden zich drie orgels. Het Hinsz-orgel, een koororgel en een kistorgel. De kerk heeft 1.250 zitplaatsen. 17. Muurreclame: In Kampen is er nieuw leven voor de muurreclame van vijftig, zestig jaar geleden. Een comité haalt slagzinnen van vroeger tevoorschijn vanachter verf- en stucwerk. 18. Hofstraat: pakhuizen, woningen, ambachten, zijstegen. Vroegere armtierig wonen in één kamerwoningen in smalle stegen. De Stichting Stadsherstel Kampen (opgericht in 1983) is een instelling die zich op vrijwillige basis bezig houdt met stadsvernieuwing. Toen de nieuwbouwwijken waren voltooid kwam er aandacht voor stadsherstel. Krotten werden weer opgeknapt en bewoonbaar gemaakt. De Stichting Stadsherstel Kampen (opgericht in 1983) is een instelling die zich op vrijwillige basis bezig houdt met stadsvernieuwing en zich in spant voor het behoud en renovatie van monumentale panden in de gemeente Kampen, zoals hier op Hofstraat 14. Overblijfsel van het Soete Naem Jesus huys, gesticht in 1539. Een huis voor wezen en een stal voor koeien zorgt na renovatie voor comfortabel wonen. Van
krot naar woongenot. Aanvankelijk verbleven in het weeshuis alleen jongens die dan ook nog eens zongen in het knapenkoor van de Bovenkerk 19.Hofstraat 23 Kok: Kok is een toonaangevende uitgeverij op het gebied van levensbeschouwing, godsdienst en kerk, spiritualiteit en zingeving. In dit kader wordt ook een groot aantal familie- en streekromans uitgegeven. De uitgeverij is in 1894 te Kampen opgericht door Jan Hendrikus Kok. Eigenlijk was het uitgeven maar een deel van zijn werkzaamheden. Daarnaast was hij boekverkoper, veilinghouder, antiquaar en drukker. In de beginjaren kwamen auteurs voor een belangrijk deel voort uit de gereformeerde kerk, maar al snel werd het veld ruimer en breder. In de tweede helft van de vorige eeuw voegden zich andere uitgeverijen van naam bij Kok en werden boeken en tijdschriften uitgegeven van ‘links’ tot ‘rechts’, van rechtzinnig tot algemeen spiritueel. 20.Cellebroederspoort: De Cellebroederspoort heeft ooit dichter bij de oude stadskern gestaan. In 1465 werd de stadspoort verplaatst vanwege de toenemende welvaart in het Hanzetijdsperk. 21.Hofstraat 63 K&G: Frans Gunnink werkte als winkelbediende bij Hendrik Kanis. Kanis vond hem veelbelovend, maar Gunnink wilde zijn geluk beproeven in Zuid-Afrika om daar als leraar aan de slag te gaan. Kanis wilde zijn waardevolle kracht niet kwijt en bood hem een compagnonschap aan. De moeder van Frans overtuigde haar zoon dat hij dit 'kerstgeschenk' niet kon weigeren. Zo ontstond op 1 januari 1885 de firma Kanis & Gunnink; een grossierderij en winkel in kruidenierswaren. Het gemeenschappelijk startkapitaal bedroeg 100.000 gulden. De zonen van Kanis en Gunnink ontwikkelde het bedrijf tot een gerenommeerde Stoomkoffiebranderij en Theehandel. Kanis & Gunnink wisten een stevige plaats te veroveren op de nationale koffie- en theemarkt. Ze overleefden WO I en WO II. Zelfs nog met surrogaatkoffie. Na de Tweede Wereldoorlog bloeide het bedrijf weer op. In 1950 verhuisde het bedrijf naar de IJsseldijk en in 1969 begon men aan de nieuwbouw op het Kamper industrieterrein. De concurrentie was echter groot. In 1969 werd Kanis & Gunnink een zelfstandige werkmaatschappij als onderdeel van Douwe Egberts. Uiteindelijk is de productie verplaatst naar Utrecht. Op 31 oktober 2001 was de laatste productiedag in Kampen. 22.De plantage: zomers één groot terras. Vernoemd naar de bomen, die vanaf het begin dit plein gesierd hebben. Tegenwoordig zijn dit platanen. Het plein is rond 1725 aangelegd. Voor de aanleg werden vijf grote koopmanshuizen aan de Oudestraat gesloopt. In die tijd trokken veel inwoners naar Amsterdam, waardoor er sprake was van leegstand van huizen. Het stadsbestuur greep zijn kans en creëerde in het centrum van de stad een nieuw plein voor de markt. Iedere zaterdag wordt op en rond de Plantage markt gehouden. 23.Oude Raadhuis: Het oude raadhuis met uivormig torentje is gebouwd rond 1350. Het nieuwe raadhuis aan de rechterkant, werd eind 16e eeuw toegevoegd. In het Oude Raadhuis zit nu sinds vijf jaar het Kamper Stedelijk Museum. Voorheen was het museum gevestigd in het Gotisch Huis, schuin tegenover het Oude Raadhuis. Al vroeg in de Middeleeuwen krijgt Kampen stadsrechten. Er wordt bestuurd en er mag recht gesproken worden en dat gebeurt in de Schepenzaal. Deze zaal dateert uit 1545. Het Nieuwe raadhuis werd in 1955
opgetrokken met een tweede verdieping. Het aanzicht van de oude toren komt voor in tekeningen van Anton Pieck. 24.Raadhuisplein ookwel Koeplein: Op het Koeplein liggen 16 gegraveerde steentjes met namen van bekende Kampenaren, voorzien van een spreuk. 25.De Kamper Ui: Een Kamper Ui is een verhaal waarin een stad of streek wordt bespot. Een bekende Kamper Ui is de “Koe in de Toren”. Bovenop de Nieuwe Toren woekerden plukken gras welig. Dat vonden burgemeester en schepenen van Kampen geen gezicht. Daarom besloten zij een koe van één van de vele stadsboerderijen op te hijsen naar de omloop van de toren, zodat zij daar het gras weg kon grazen. De Kamper Ui(t)dagen herinneren daar nog aan. 26.De Nieuwe Toren: De Nieuwe Toren is kenmerkend voor het stadsbeeld. Het carillon telt maar liefst 48 klokken, die elke maandagmorgen en zaterdagmiddag worden bespeeld. Het afbranden van de kapel van de Heilige Geestgasthuis op 16 september 1646 was de directe aanleiding van de Nieuwe Toren. Besloten werd op dezelfde plaats een toren te bouwen. In 1653 werd de stenen onderbouw voltooid. De bouw van de houten bovenbouw in 1661. Met het plaatsen van het kruis in 1664 was de Nieuwe Toren gereed. 27.Gotisch Huis: Het Gotisch Huis is een echt Hanzekoopmanshuis. De langgerekte laatmiddeleeuwse woning is omstreeks 1500 gebouwd en bestaat uit een voor- en achterhuis met een binnenplaats. Een opvallend kenmerk in de voorgevel van het pand zijn de rode luiken voor de smalle ramen. Op de binnenplaats bevonden zich paardenstallen. De paarden werden gehouden om een in het achterhuis geplaatste rosmolen aan te drijven. In de periode 1907-1908 werd het pand gerenoveerd door P.J.H. Cuypers en A.J. Reijers. Het complex, dat behalve uit het Gotisch Huis en het gebouw met de rosmolen ook het daarachter gelegen woonhuis omvat, is eigendom van de Staat (Rijksgebouwendienst). Tot 2009 was in het Gotisch Huis het Stedelijk Museum van Kampen gevestigd. Daarvoor onder andere een grutterij. 28.Oudestraat 148: Geheel in Jugendstil opgetrokken is de woning van een voormalige Hofleverancier Brood Banket op Oudestraat 148, met tegelwerk, bloemmotieven en achter de verf vermoedelijk prachtige muurschilderingen. 29.Houtzagerssteeg: Hier nog te zien een middeleeuwse gootsteen. 30.Hof van Breda: Luistertuin voor het carillon. De binnentuin achter het voormalige Speelwerk is tot Hof van Breda gedoopt. Op de stadsplattegrond van cartograaf Utewael (1598) is op de hoek van burgwal en Marktsteeg het stadskasteel met traptoren van de familie van Breda getekend. Het hof hoorde bij dit stadskasteel. Rond 1850 werd op de fundamenten van het stadskasteel een 'heerenhuis' gebouwd, in gebruik als woning en kantoor van een notaris. De Kamper binnenstad kende veel binnentuinen. Ook bij fabrieken. Op veel plaatsen werden ze bij het fabriekscomplex getrokken. De bronzen buste van Henk van Ulsen die jarenlang pronkte in de ontvangsthal van de Stadsgehoorzaal maakt sinds zijn overlijden deel uit van de openbare stadstuin Hof van Breda aan de Marktsteeg. De befaamde acteur zat vaak in het hof naar het carillon te luisteren.
31.Kleinste huisje: Het Kleinste huisje van Kampen is een tweekamerwoning aan de Burgwal 98 in Kampen. Het is het kleinste huis van Kampen. Het is slechts 1,4 meter breed en 4,5 meter diep. De tuitgevel met een geprofileerde natuurstenen schouderstuk, doet vermoeden dat het pand oorspronkelijk als pakhuis in gebruik was. De inrichting stamt uit begin twintigste eeuw. Het pand kan slechts van buitenaf worden bezichtigd. In 1992 is het huis gerenoveerd door de Stichting Stadsherstel. 32.Stadsgracht de Burgel: Tot de vijftiende eeuw vormde de Burgel de stadsgrens van Kampen. In die tijd stonden ook de stadspoorten aan deze gracht. De Broederpoort en Cellebroederspoort werden later enige honderden meters verplaatst naar hun huidige locatie, omwille van stadsuitbreiding. In 1950 was al sprake van plannen voor het dempen van de gracht vanwege slechte toestand. In 1958 is de Burgel versmald en voorzien van nieuwe kaden. De loop van de vroegere stadsmuur is met steentjes aangeduid. 33.De Buitenkerk: Officieel heet deze kerk de Onze Lieve Vrouwe kerk, maar de Kampenaren noemden het de Buitenkerk. In de 14e eeuw is de Buitenkerk gebouwd. In 1607 stortten 2 verdiepingen van de toren in. De schade werd gerepareerd, maar de verdiepingen zijn nooit meer opgebouwd. Vandaar de wat stompe vorm van de toren. 34.De Evangelisch Lutherse kerk: Deze kerk wordt door de Kampenaren ook wel Zwaantjeskerk genoemd. Het heeft de vorm van een Griekse tempel. De Zwaan bovenop het dak van de kerk is van verre herkenbaar. In Nederland en Noord Duitsland heeft de Lutherse Kerk de zwaan als herkenningsteken. Daar bestaat een oud verhaal over. Johannes Hus, een Tsjechische man, werd in 1415 (honderd jaar vóór Luther op het toneel verscheen), als ketter verbrand. Op de brandstapel zou hij gezegd hebben: ‘Jullie braden nu wel een gans, maar na mij komt een zwaan die jullie niets kunnen doen.’ Met die zwaan zou hij Luther hebben bedoeld. Wat er van waar is weten we niet en moeten we aan de verbeelding overlaten. We weten alleen dat Luther in één van zijn brieven zegt: ‘Ik vind de zwaan een mooi symbool voor de kerk. De zwaan is een koninklijke vogel die in eenzaamheid leeft. Zo zou onze kerk moeten zijn. Niet met uiterlijk vertoon, maar in stilte dienend en de wacht houdend bij woord en sacrament’. 35.Stadsgehoorzaal: Naast de Broederkerk staat het uit de kluiten gewassen pand van de Stadsgehoorzaal. Alleen de naam al klinkt toch veel mooier dan wat we nu schouwburg of theater noemen. Je kan je zo voorstellen hoe een eeuw geleden hier de koetsen voorreden en de dames en heren het pand binnen schreden. 36.De Broederkerk: Eerst stond hier een kloosterkerk van de minderbroeders uit 1352. De kerk is na een brand in de periode 1472 - 1490 verbouwd. Het klooster is in 1627 verdwenen. Ooit had de kerk een toren met een uurwerk. In 1842 is een klein klokkentorentje aangebracht. 37.KP 7: Het zevenkerkenpunt op de Broederbrug. Zeven is het getal der volheid. Op dit punt zijn, als de weersomstandigheden meezitten, zeven kerken tegelijk te zien zijn. Op de Broederbrug is dat, vlak bij de Broederkerk. Daar ligt een steen in het plaveisel met 'KP7'
erop: het Zevenkerkenpunt. Bijna iedere christelijk godsdienstige denominatie wordt in Kampen wel bediend met een eigen kerk. 38.Het Linnenweversgildepoortje: Achter het poortje van het Linnenweversgilde ligt het hof van het Sint Annaklooster, een nonnenklooster dat in 1482 voor het eerst werd genoemd. De belangrijkste taak van de kloosterlingen was het verplegen van zieken en krankzinnigen. Na de reformatie werd het kloostercomplex toegewezen aan het Linnenweversgilde. Aangezien veel wevers afkomstig waren uit Wallonië, werd de kapel van het klooster, links op de hoek van de straat, een Waalse kerk. Veel later, in de 20e eeuw maakte de firma Siebrand, stokerij van likeuren, gebruik van het kloostercomplex. Na restauratie van de gebouwen is sinds 1977 de bibliotheek van de Theologisch Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in de panden gevestigd. Het Linnenweverspoortje is een poort uit 1665 en vormt de toegang tot een voormalige kloostertuin aan de Groenestraat in Kampen. Nadat de geestelijken uit het klooster waren vertrokken, heeft het gebouw onder meer dienst gedaan als ontmoetingsplek voor leden van het Linnenweversgilde. Deze hebben in 1665 het toegangspoortje opgetrokken. Tegenwoordig vormt de poort de toegang tot de universiteitsbibliotheek van de Theologische universiteit Kampen. 39.De Krakeling: Tegenover de kapel van het Sint Annaklooster staat een pothuis met een 17e eeuwse trapgevel. De Griekse goden Bachus (links) en Ceres (rechts) sieren de gevel van deze vroegere bakkerij. Nu wordt het dak van het pothuis gebruikt als hangende tuin. Hier woont de ‘eco- logische tuinman’ van de gemeente Kampen. Hij verkoopt tevens Kamper honing en andere natuurproducten. 40.Sint Annakapel: Deze kerk werd aan het eind van de 15e eeuw gesticht als kapel van het St.Annaconvent, dat toebehoorde aan de kerk van de zwarte- of Cellezusters van de kloosterorde der Augustijnen. Links boven de ingang op een steunbeer een 17e eeuwse zonnewijzer. De kerk is in 1846 - 1847 ingrijpend verbouwd onder leiding van de stadsarchitect Nicolaas Plomp. Daarbij zijn de oorspronkelijke vensters verwijderd. De kerk en kosterswoning zijn enkele jaren geleden gekocht door pianist Jan Veenje (Jan Vayne), die er af en toe concerten houdt. 41.Universiteit voor de theologische opleiding van predikant die uitgaat van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Deze wordt ook wel aangeduid met het achtervoegsel "(Broederweg)", naar de straatnaam waar deze universiteit in Kampen gelegen is, of "Kampen II". Dit was ter onderscheiding van de andere theologische universiteit in dezelfde plaats: de Theologische Universiteit Kampen (Oudestraat) of "Kampen I", die van 2007 tot de sluiting in 2012 officieel Protestantse Theologische Universiteit vestiging Kampen heette. De schorsing en afzetting van prof. dr. K. Schilder en de schorsing van emeritus-hoogleraar dr. S. Greijdanus in 1944 onder de beschuldiging van openbare scheurmaking (art. 80 K.O.) leidde binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland tot een afsplitsing van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De vrijgemaakten (Schilder en Greijdanus voorop) waren het niet eens over bepaalde leeruitspraken over doop en genadeverbond die de gereformeerde synode in 1942 had uitgevaardigd. Na deze Vrijmaking van 1944 bleef de Amsterdamse Vrije Universiteit in handen van de Gereformeerde Kerken in Nederland, en werd de Theologische Hogeschool gesplitst in de
Theologische Hogeschool Kampen (Oudestraat) voor de Gereformeerde Kerken in Nederland, en de Theologische Hogeschool Kampen (Broederweg) voor de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. 42.De Broederpoort: Evenals de Cellebroederspoort is de Broederpoort ook uit 1465 verplaatst. Aan deze zijde van Kampen was geen stenen stadsmuur, maar een aarden wal ter verdediging van de stad. Het is één van de drie stadspoorten die Kampen nog rijk is. Deze oude imposante stadspoort, met 4 slanke torentjes heeft in1616 een sierlijke renaissancevorm gekregen en door verhoging geschikt gemaakt als woning voor stadsdienaren. Het poortgebouw werd bij die gelegenheid voorzien van vensters, een kap en fraaie topgevel. 43.Uiterwijksteeg: Op de weide van koeboer Voerman heeft in 1822 timmerman Gerrit Uiterwijk arbeiderswoningen gebouwd. Ook Gerrit Driesz Dijk deed dat. Uiteindelijk werden ze beloond met de naam van de straat. De bouw van de woningen aan de Spuistraat was in 1886 een initiatief van de woningbouwvereniging voor arbeiders Patrimonium. 44.Groenestraat: Vroeger hielden tal van Kampenaren zich binnen de stadsmuren bezig met de veehouderij, terwijl hun weilanden tot ver buiten de muren lagen. Er is nu nog een stadsboerderij als museum te vinden. Door de deur aan de kant van de straat gingen de koeien vanuit de stal in het voorjaar naar buiten. Door de straten naar de stadsweiden. De stadsweiden waren eigendom van de stad Kampen. In het verleden kon iedere burger het recht kopen om vee op de stadsweiden te mogen houden. 45.Burgwal: Met de Burgwalkerk, de Meisjesschool, en de Van DijkBoekentuin 46.Boven Nieuwstraat 98 en 100: een eeuw verschil in bouwen. Twee Amsterdamse gevens. Die van 1660 met een teken waarop Sint Jopris en de draak. De andere uit 1500. 47.Boven Nieuwstraat 124: 't Coopmanshuys, “Eerste Overijsselsche stoom koffiebranderij door gezuiverde heete lucht”. 48.De Botermarkt: was oorspronkelijk de begraafplaats van het Minderbroederklooster. Dit klooster omvatte de kerk en omliggende gebouwen aan de Buitennieuwstraat. Het terrein werd in 1592 geëgaliseerd en op het pleintje bouwde men een nieuw vleeshuis. Later werd hier de slagjesmarkt gehouden, waar boter, eieren, melk en gevogelte verkocht werden. Hieraan dankt het plein zijn tegenwoordige naam. Het pleintje is recent gerenoveerd en er is een Catootje op de botermarkt. 49.Ikonenmuseum: In een historisch klooster dat ooit deel uitmaakte van het convent van de Minderbroeders is een Ikonenmuseum gevestigd. De laatste decennia bood het gebouw onderdak aan het politiebureau en aan diverse gemeentelijke diensten. In 2005 werd het gebouw particulier eigendom en kreeg de Alexander Stichting de mogelijkheid om er het Ikonenmuseum te vestigen. Het gebouw heeft daarmee na 425 jaar opnieuw een religieuze bestemming. Oosters orthodoxe religieuze afbeeldingen, de ikonen, hangen nu in de slaapkamers van de katholieke monniken en dat in een stad die bekend staat als een protestants bolwerk. Ten behoeve van het Ikonenmuseum is het kloostercomplex ingrijpend
verbouwd. Daarbij zijn tal van authentieke elementen in eer hersteld. Het binnenhof kreeg juist een heel moderne en transparante uitstraling door de bouw van een rustiek glazen Atrium. Hier is nu het museumcafé gevestigd. De Minderbroeders vormden een kloostergemeenschap die eigendommen en vaste inkomsten had afgezworen. De bedelorde behoorde tot de orde van de Franciscanen. In 1300 werd deze kloostergemeenschap voor het eerst in de Kamper annalen genoemd. Het museumgebouw deed in die tijd dienst als verblijfsruimte voor de monniken, de bovenverdieping was het Dormitorium, hun slaapzaal. De huidige Broederkerk, links van het museum gelegen, was de Kloosterkerk. In het Kapittelgebouw was een Latijnse School gevestigd en waar nú de Stadsgehoorzaal is werden zieken verpleegd. De Nieuwe Markt deed dienst als kruiden- en moestuin en de Botermarkt als begraafplaats. In 1472 ging het klooster in vlammen op. Voor de herbouw was de kloostergemeenschap aangewezen op het stadsbestuur dat niet erg wilde meewerken en een strengere naleving van de orderegels eiste. Uiteindelijk kreeg het klooster toestemming om landelijk te bedelen en in 1490 was het klooster dan eindelijk herbouwd. 50.Latijnse school: Na de Reformatie ontstond er in 1579 een kleine stadsguerrilla tussen katholieken en protestanten. De katholieken delfden het onderspit en de Minderbroeders moesten de stad verlaten. Het kloostercomplex werd door de stad geannexeerd. Het dormitorium werd als woning toegewezen aan de rector van de Latijnse school, die verplicht was om de leerlingen van buiten de stad kost en inwoning te verlenen. De laatste rector overleed in 1834, waarna de Latijnse school werd samengevoegd met de Franse school. 51.De Nieuwe Markt: Pleinen voor markten en kermissen waren in een middeleeuwse stad als Kampen bijna niet aanwezig. In 1627 besloot het stadsbestuur van de grote moestuin van de nabijgelegen Minderbroederklooster een marktplein te maken. In de Burgel, de stadsgracht aan het einde van het plein, kwam een aanlegsteiger voor schepen, waar de marktwaar makkelijk aangevoerd kon worden. Sinds 1872 wordt de Nieuwe Markt opgefleurd door een muziektent. Iedere maandag wordt op en rond de Nieuwe Markt de weekmarkt gehouden. Tekst: Harry Woertink Foto’s: Hans Steen
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Foto 7
Foto 8
Foto 9
Foto 10