2BAKO OVERZICHT LEERGROEPEN 2012-2013 LEERGROEPEN 1 T.E.M.16 Explorerend beleven bij jongste kleuters De kleuter in een multiculturele, meertalige en stedelijke context Ontwikkelingsgericht begeleiden van kleuter naar schoolkind
1
INHOUD Algemene uitleg door stagecoördinator toelichting bij participatiestage en stagevademecum ................................................................................ 4 Opfrissing stagecompetenties 1 bako opmaken van eigen sterkte/zwakte competentieprofiel Leergroep 1 ‘jongste kleuter’
27/09/2012 ............................... 6
Voorbereiding familiemuur Leergroep 2 ‘MMS’
27/09/2012 ............................. 10
Uitwerken van een belangstellingscentrumbij de jongste kleuters Leergroep 3 ‘jongste kleuter’
4/10/2012 ............................... 17
De ervaringssituatie ‘explorerend beleven’ bij de jongste kleuters Leergroep 4 ‘jongste kleuter’
11/10/2012 ............................ 21
Opstellen van een weekschema voor de jongste kleuters Leergroep 5 ‘jongste kleuter’
18/10/2012 ............................. 25
Uitwerken van een geïntegreerde muzische instap bij de jongste kleuters Leergroep 6 ‘jongste kleuter’
25/10/2012 ............................. 27
Uiterlijke diversiteit, gesprekken bij de familiemuur Leergroep 7 ‘MMS’
8/11/2012 ............................... 32
Reflectie op de stage Leergroep 8 ‘jongste kleuter’
3/12/2012 ............................... 40
2
Uitwerken van een intercultureel belangstellingscentrum bij de oudste kleuters Leergroep 9: ‘oudste kleuter’
20/12/2012 ............................. 42
Opstellen van een weekschema van een intercultureel thema bij oudste kleuters Leergroep 10: ‘oudste kleuter’
Werken rond beeldvorming
10/01/2013 ............................. 46
en discriminerende opmerkingen
Leergroep 11 : ‘MMS’
7/02/2013 ............................... 49
Kiezen van een gevoelenprentenboek in het bc moederdag Leergroep 12: : ‘oudste kleuter’
21/02/2013 ............................. 55
Reflectie op de Dit ben Ik in Brussel stage LEERGROEP 13 :’ MMS ‘
04/03/2013 ............................. 62
Het BC Moederdag Leergroep 14 : MMS
07/03/2013 ............................. 64
Reflectie op de stage Leergroep 15 : ‘oudste kleuter’
21/05/2013 ............................. 71
Evaluatie digitaal portfolio'intercultureel opvoeden' Leergroep 16 : MMS
24/05/2013 ............................. 74
Bijlagen
3
ALGEMENE UITLEG DOOR STAGECOÖRDINATOR TOELICHTING BIJ P ARTICIP ATIEST A GE EN STAGEVADEMECUM
THUIS AAN DE SLAG
-
Materiaal: De student brengt de stageovereenkomst, ondertekend binnen bij de stagecoördinator
-
Voorbereidend werk: De student zoekt een stageplaats voor de participatiestage en actieve stage bij 2,5- en 3-jarige kleuters. De stageplaats voldoet aan de opgelegde criteria. VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Mindmap: zie bijlage op HUBwise
-
Voorbereiding op de stage a) De student krijgt een bundel als leidraad voor de participatiestage bij 2,5-jarigen en 3-jarigen. Deze bundel omvat zowel observatievragen als doeopdrachten uit de diverse delen van het thema ‘jongste kleuter’. Er wordt toelichting gegeven bij deze bundel. b) De student dient tijdens de participatiestage zijn activiteiten zelf te plannen in overleg met de mentor. De student heeft deze competentie al eens geoefend in 1 BaKO, tijdens het werkplekleren.
-
De student krijgt het stagevademecum. Er is kans tot verduidelijking .
VERWERKINGSOPDRACHT
4
-
De student bespreekt de bundel met observatie- en doeopdrachten met de mentor en steekt hem in de stagemap
-
De student vult in overleg met de mentor zijn planning in
-
De student geeft het stagevademecum af aan de mentor
-
De student bespreekt het belangstellingscentrum voor de actieve stage: takken en stokken, schoenen, gaatjes en buizen, plitse, pletse, plas
5
OPFRISSING ST AGECOMP ETENTIES 1 BAKO OPMAKEN VAN E IGEN ST ERKTE/ZWAKTE COMPETE NTIEPROFIEL
LEERGROEP 1 ‘JONGSTE KLEUTER’ 27/09/2012 THUIS AAN DE SLAG
de student: Mee te brengen materiaal: -
laptop (indien mogelijk) Eigen eindrapport didactische stage I de leergroepbegeleider:
-
Competentiestrookjes / grabbelton / competentieraster Timer voor SPEED Dating wenskaartjes 2BAKO eindsessie vorig academiejaar Voorbeeld groeicollage in PREZI
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Wenskaartjes De leergroepbegeleider deelt de wenskaarten uit die de laatste sessie van vorig academiejaar gemaakt werden door de studenten. Deze kaartjes worden gelezen. Studenten geven reacties.
-
Metafoor a) De student denkt na over hoe hij zich op dit moment (de start van de tweede opleidingsfase) voelt. Dit gevoel geeft zij/hij weer in een kapsel. De student tekent in het eerste kader op de collage-template ( zie bijlage 1 ) een passend kapsel op het hoofd.
6
b) Na het tekenen lopen de studenten rond de tafel en bekijken elkaars tekening. Na afloop worden de resultaten besproken. -
Opfrissen stagecompetenties ‘didactische stage I’ a) De studenten worden in twee groepen verdeeld. Uit een grabbelton trekt elke student een aantal subcompetenties. In de ton zitten alle subcompetenties uit het verslag van weekstage 2 – 1 BaKO. Per groep wordt een competentieraster gegeven waarop alle basiscompetenties staan. b) De studenten proberen per groep de getrokken subcompetenties onder de juiste basiscompetenties te leggen. c) Er wordt gecontroleerd op juistheid door de andere groep en de leergroepbegeleider. d) Per groep wordt beslist welke drie subcompetenties er door elk lid van de andere groep moeten verduidelijkt worden. Indien ze het antwoord schuldig blijven, mogen ze de vraag doorspelen aan de andere groep.
-
Eigen stagecompetenties onder de loep nemen a) De student neemt zijn syntheserapport van 1 BaKO. Hij leest dit na. Er wordt gepolst naar volledigheid, en of de student voldoende tips kreeg om zijn leerproces in handen te nemen. b) SPEED Dating: vertel in 30 sec wat jouw sterktes en zwaktes zijn en zoek een partner die jou kan helpen bij jouw zwakte. Zo kan je doorheen dit jaar elkaar ondersteunen en tips uitwisselen c) Uitleg bij voortgang digitaal portfolio + tijdslijn
-
Jezelf als student presenteren: de GROEI!collage a) De studenten geven hun sterkte-zwakte-analyse weer in een presentatietool PREZI (www.prezi.com). Volgende elementen dienen er in verwerkt / tot uiting te komen: één kwaliteit, één negatief aspect van zichzelf, twee sterke elementen als kleuterleid(st)er, twee zwakkere elementen als kleuterleid(st)er.
7
Aspecten die prominent aanwezig zijn, worden groter weergegeven. De leergroepbegeleider legt deze opdracht uit vanuit een voorbeeld. b) De leergroepbegeleider toont een voorbeeld: Digitaal: http://prezi.com/hwfzltj6-pcb/sterkte-zwakteanalyse/ Druk op het Play-pijltje om de presentatie te starten en te doorlopen. Print De docent kan tijdens de leergroep enige begeleiding geven maar het doel is dat de studenten zelf uitzoeken hoe ze aan de slag kunnen met het programma. Tips voor de studenten: Via ‘Explore’ kan je presentaties opzoeken van andere gebruikers die de gratis versie hanteren. Wil je graag anoniem zijn? Geef dan een schuilnaam in! Gebruik een witte achtergrond. In het andere geval verspil je veel inkt bij het afprinten. c) De PREZI wordt afgeprint en meegenomen op stage. Het zit in de stagemap en is zo een visitekaartje voor de mentor. Van de student wordt verwacht dat hij/zij een korte toelichting geeft aan de mentor bij aanvang van elke stage.
VERWERKINGSOPDRACHT De student werkt zijn prezi af en steekt die vooraan in zijn stagemap.
VOORUITBLIK VOLGENDE SESSIE Leergroep 4: JK Onderwerp: De ervaringssituatie ‘explorerend beleven’ bij de jongste kleuters -
Tijdens participatiestage hebben studenten volgende opdracht: Opdracht 1: Wat denk je dat explorerend beleven precies is? Fris de vier ervaringssituaties uit 1BaKO op. Ga zelfstandig op zoek naar wat de ervaringssituaties precies inhouden. Breng dit mee naar de leergroep
8
Opdracht 2: Maak tijdens de participatiestage een video-opname van wat volgens jou een typisch voorbeeld is van explorerend beleven. Bespreek dit ook op voorhand met de mentor. Je bezorgt dit videofragment ten laatste op 8/10/2012 aan jouw leergroepbegeleider via WE-transfer Leergroep 3 JK: Uitwerken van een belangstellingscentrum bij de jongste kleuters. Het is belangrijk dat de student reeds ideeën verzamelt voor het uitwerken van het BC. Deze ideeën put hij/zij uit diverse bronnen. Denk ook aan de divergentie-technieken uit tweedaagse ‘creatief denken’
9
DE KLEUTER IN EEN MU LTICULTURELE, MEERTALIGE EN STEDELIJKE CONTEXT – DE KLEUTERKLAS ALS INTERCULTURELE ONTMOETINGSPL AATS LEERGROEP 2 ‘MMS’ VOORBEREIDEN FAMILIEMUUR 27/09/2012
THUIS AAN DE SLAG:
Zoek een/enkele foto(’s) van je familie (gezin) en breng deze mee naar de eerste leergroep MMS.
VERLOOP VAN DE SESSIE
DEEL 1: FAMILIEFOTO ’S A LS STAR TER VOOR E EN INTERCUL TUREL E DIALOOG
Inleiding In deze leergroep stellen we ons eigen ‘ik’ voor aan de anderen met behulp van familiefoto’s. Door naar elkaar te luisteren, leren we ieders identiteit beter kennen. Het is de bedoeling dat we mekaars eigenheid respecteren en op vertrouwelijke wijze omgaan met elkanders culturele achtergronden. We starten met deze oefening op eigen niveau als voorbereiding op de stageopdracht: ‘familiemuur’. Door zelf in kleine en vertrouwde groepen (medestudenten) te werken met familiefoto’s kunnen we (door het aan den lijve te ondervinden en te ‘ervaren’) de impact die deze opdracht teweeg kan brengen in onze kleuterklas beter inschatten.
10
a) Vertellen over je eigen foto: Spreker: Je vertelt aan de medestudenten van je groepje over de foto(‘s) die je meebracht. De bedoeling is dat, als jij aan het woord bent, de andere studenten zwijgen en luisteren (ze mogen hun eventuele vragen op een kladje noteren). Als jij klaar bent met vertellen, mogen jouw medestudenten vragen stellen. Luisteraar: Je luistert actief naar de medestudent die over zijn/haar foto(‘s) vertelt. Je onderbreekt de verteller niet tijdens zijn/haar uiteenzetting, de vragen die je hebt noteer je op een kladpapier. Als de spreker uitgesproken is over zijn/haar foto’s, stel je je vraag. De vragen die gesteld worden moeten voldoen aan volgende voorwaarden: -
vanuit een gezonde nieuwsgierigheid
-
met respect voor de spreker
-
met empathie of zich inlevend in de thuissituatie van de spreker
b) Reflectie: Doel: je gaat na wat de betekenis is, voor elk groepslid, van ‘spreken over een familiefoto’. Je zoekt, vanuit de ervaring die je net hebt opgedaan, antwoord op de vragen: -
Hoe is/voelt het om te spreken over jouw foto(„s) als iedereen geconcentreerd en geïnteresseerd luistert?
-
Hoe is/voelt het om actief te luisteren naar iemand die vertelt over zijn/haar familie, aan de hand van (een) foto(„s)? Er wordt weer in 2 groepjes gewerkt: Groep 1 reflecteert over de ervaring als ‘spreker’. Groep 2 reflecteert over de ervaring als ‘luisteraar/vragensteller’. Werkwijze groep 1 Noteer op een groot blad de titel: SPREKER Iemand noteert volgende zinsdelen: Praten voor actieve luisteraars is …
11
Praten over mijn eigen familie is … Ik heb het gevoel dat de anderen nu … Achter elke zin komen verschillende antwoorden. Iedereen komt aan het woord en noteert het vervolg van de zin (liefst telkens in een andere kleur). Alle antwoorden worden voorgelezen. Formuleer, in groep, een algemene conclusie of besluit bij het concept ‘spreken over je familie’. Werkwijze groep 2 Noteer op een groot blad de titel: LUISTERAAR Iemand noteert volgende zinsdelen: Vragen stellen over iemand zijn/haar thuissituatie vind ik De foto‟s waren voor mij … Ik merkte dat mijn vraag goed / slecht gesteld was omdat Achter elke zin komen verschillende antwoorden. Iedereen komt aan het woord en noteert het vervolg van de zin (liefst telkens in een andere kleur). Alle antwoorden worden voorgelezen. Formuleer, in groep, een algemene conclusie of besluit bij het concept ‘actief luisteren naar iemands verhaal over zijn/haar familie. c) Synthese: Doel: beschrijf het belang van interculturele dialoog aan de hand van familiefoto’s.
12
DEEL 2: EEN EERS TE STAP N AAR D E OUD ERS: EEN B RI EF AAN D E OUDERS V OOR DE OPBOUW VAN D E FAM I LIEMUUR
a) Een familie-wat? De familiemuur is een verzameling van foto’s van de gezinnen van de kinderen in de klas. Door de verschillende (gezins)foto’s bij elkaar te hangen, valt onmiddellijk de diversiteit aan kinderen én gezinnen op: de kinderen zien dat er grote en kleine gezinnen zijn; eenoudergezinnen; gezinnen met een huisdier; gezinnen waarbij de grootouders wonen; gezinnen met co-ouderschap; … Ook de louter uiterlijke verschillen zijn uiteraard zichtbaar, zoals bv. verschillen in huidskleur. De kinderen worden door een familiemuur in de klas voortdurend geconfronteerd met de diversiteit in onze samenleving, verbonden aan de kinderen/vriendjes van hun eigen klas. In Bijlage 4 De familiemuur vind je hierover meer informatie terug. Neem deze zeker grondig door, dit is leerstof! In de lessen van Socioemotionele ontwikkeling in het thema jongste kleuter zal hier nog op worden ingegaan.
b) Een brief aan de ouders Al tijdens de participatiestage zal je een eerste stap moeten zetten naar de ouders van je kleuters: aan de hand van een briefje zal je aan de ouders vragen om foto’s en (gezins)gegevens te verzamelen (eventueel op een voorgetekend blad).
Deze opdracht dient… -
om fotomateriaal te verzamelen voor de familiemuur, maar ook
-
om gegevens te verzamelen om (interculturele) gesprekken te kunnen voeren met de kleuters.
Hoe we dit concreet zullen aanpakken in deze leergroep:
13
-
Je krijgt eerst een voorbeeld te zien van hoe het niét moet (bijlage 5). Zonder achtergrondinfo (buiten de criteria die je je nog uit 1BaKO herinnert) bespreek je wat er volgens jou schort aan het briefje.
-
Samen met de leergroepbegeleider overloop je de checklist die je terugvindt als bijlage 6: Criteria omzendbriefje en bijlage 8: SOS duidelijk schrijven.
-
Kijk nog eens naar het ‘foute’ briefje: kan je nu nog meer redenen opsommen om het niet te gebruiken?
-
Je krijgt ten slotte een ‘goed’ voorbeeld (bijlage 7). Dit voorbeeld gebruik je als leidraad voor het omzendbriefje dat je zelf zal opstellen (je zal sowieso het een en ander moeten aanpassen aan jouw eigen stagesituatie).
Lees er thuis zeker ook nog eens Spiegeltje p.83-90 op na!
VERWERKINGSOPDRACHT
Na deze leergroep wordt van je verwacht dat je de 2 opdrachten die hieronder beschreven staan, uitvoert.
a) Foto’s nemen in je stageklas: We vragen je foto’s te nemen in de eerste kleuterklas, waar je in november stage zal lopen. Je vindt hieronder een opsomming van wat we allemaal op foto vastgelegd willen zien. Indien je niet beschikt over een fototoestel, kan je er 1 ontlenen bij de audiovisuele dienst. Het is echter van primordiaal belang dat je, vooraleer je enthousiast kiekjes begint te schieten, met het volgende rekening houdt: Als stagiaire in een nieuwe stageschool, is het heel belangrijk dat je vanaf het begin voor een transparante communicatie zorgt. Vraag vooraf duidelijk toestemming om deze foto’s te nemen aan je mentor! Leg uit dat deze foto’s dienen als leermiddel bij de voorbereiding van de stage. Het is goed mogelijk dat je tijdens je participatie-uren geen tijd hebt om foto’s te nemen in je klas, en dat je dit voor of na de schooluren zal moeten doen… spreek ook dit af met je mentor.
14
Tegen de volgende leergroep in oktober breng je foto’s mee (dit mag op USB of CD!) van volgende items:
-
Hoeken met spelende kleuters: Zorg dat er zoveel mogelijk kleuters (in actie) mee op de foto’s staan. Het is de bedoeling dat de uiterlijke kenmerken van de kleuters duidelijk zichtbaar zijn op de foto’s: kledij; kleur van haar, ogen, huid,… Door de kleuters ‘in actie’ in verschillende hoeken te trekken, is meteen duidelijk wie een voorkeur voor welke hoek heeft; en welk (gedifferentieerd?) aanbod er in de hoeken gebruikt wordt.
-
Elke muur van het klaslokaal: Elk vlak waar een poster hangt of zou kunnen hangen, moet op foto vastgelegd worden. Grote kasten zijn dus even goed een voorbeeld van ‘een muur’.
-
Familiemuur: Vraag vooraf aan je mentor of zij al gewerkt heeft met een ‘familiemuur’; en indien niet: of zij al op een andere manier met foto’s van kleuters en hun familieleden (ouders, grootouders…) gewerkt heeft. Indien er op een of andere wijze met familiefoto’s gewerkt wordt, vraag dan of je hiervan een foto mag nemen.
-
Ontwikkelingsmateriaal: Elke student krijgt van de leergroepbegeleid(st)er de opdracht om foto’s te nemen van het volgende ontwikkelingsmateriaal uit de klas: (vul in welke opdracht jij krijgt) …………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..
15
b) Briefje afwerken voor de ouders én meegeven aan de kleuters.
Maak een brief voor de ouders van je kleuters waarin je vraagt naar familiefoto’s met op de achterzijde de ‘roepnaam’ van het familielid. Houd rekening met de verschillende criteria waaraan zo’n briefje moet voldoen. Toon vooraf deze brief aan je mentor en vraag of hij/zij akkoord gaat om deze mee te geven aan de kleuters. Geef de brief mee met de kleuters. Vraag aan de mentor welke kleuters gescheiden ouders hebben, je moet immers in 2 briefjes voorzien voor kinderen van gescheiden ouders. Spreek eventueel de ouders hierover aan wanneer zij hun kind komen ophalen. Zo zien zij meteen de persoon achter de briefschrijver.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 7 MMS Uiterlijke diversiteit, gesprekken bij de familiemuur
Bij de volgende leergroep heb je reeds foto’s verzameld van kinderen uit je stageklas, zie ook ‘thuis aan de slag’ LGR 7.
16
UITWERKEN VAN EEN BE L ANGSTEL LINGSCENTRUM BIJ DE JONGSTE KLEUT ERS LEERGROEP 3‘JONGSTE KLEUTER’
04/10/2012
De klaspedagogen geven tijdens CU socio-emotionele ontwikkeling toelichting bij bijlage 11 en bijlage 12 uit deze bundel.
! Studenten mogen per thema samenwerken. Dit wil zeggen dat de studenten niet volgens leergroep verdeeld worden, maar wel volgens thema: Thema’s zijn Plitse, pletse, plas Gaatjes en buizen Hakketak en stokketok Schoenen aan, schoenen uit eventueel gecombineerd met een verhaal uit „Dag Jules‟
THUIS AAN DE SLAG
student -
Materiaal: a) de handleiding ‘Bonte Boel’ b) concrete materialen gelinkt aan het thema (bv. Allerlei schoenen, stokken, buizen,...) c) andere bronnen (zie voorbereidend werk) d) hoofdstuk socio-emotionele ontwikkeling en begeleiding + bundel tweedaagse ‘creatief denken’
17
e) participatiebundel -
Voorbereidend werk: Studenten gaan op voorhand ideeën verzamelen voor hun BC (stap 2 uit stappenplan in bijlage 7). Ze zoeken in de mediatheek/thuis naar handleidingen, eindwerken, prentenboeken of informatieve boeken, tijdschriften, CD’roms, sites die verband houden met hun belangstellingscentrum en brengen dit mee naar de leergroep. Ze noteren de ideeën per bron. Studenten maken de denkoefening voor hun BC zoals in de cursus socio-emotionele ontwikkeling en begeleiding p. 38: Tastbare kenmerken van materialen? Doeactiviteiten voor kleuters? In welk rijk milieu gebeurt dit best?
Leergroepbegeleider: -
A3 papier
VERLOOP VAN DE SESSIE IN DE LEERGROEPEN
a) Opdracht 1 De studenten verantwoorden hun keuze van BC a.d.h.v. stap 1 uit het stappenplan (bijlage 7) De studenten nemen hun voorbereidend werk bij de hand en gaan hun ideeën samenbrengen (vervolg stap 2 uit stappenplan in bijlage 7). Deze brainstorm is een super belangrijke en verrijkende fase binnen het creatief uitdenken van thema’s;
18
•
Vuistregels bij het brainstormen Opbouwend:
b) D e s• t u• d e n t • e n
–
Elk idee is waardevol
–
Geen oordeel vellen over elkaars ideeën (oordeel uitstellen)
–
Ga voor kwantiteit (kwantiteit zorgt voor kwaliteit). Alle ideeën worden genoteerd
Lift mee op andermans inbreng of creativiteit (jatten mag) Speciale aandacht voor wilde, dan wel naïeve ideeën (je kunt een wild idee temmen, maar een tam idee niet wild maken) Open naar binnen, gesloten naar buiten: alles blijft in de groep en gaat niet naar buiten (veiligheid)
c) De studenten overlopen samen de handleiding ‘Bonte Boel’ en dan vooral het hoofdstuk waar hun belangstellingscentrum uitgeschreven staat. Er is kans tot vraagstelling en verduidelijking
-
Opdracht 2 a) De studenten maken in kleine groepjes een gestructureerd webschema op van hun belangstellingscentrum Gestructureerd wil zeggen: vanuit categorieën, die aansluiten bij de belevingswereld van 3-jarige kleuters. Enkel de ideeën die essentieel zijn voor 3jarigen worden geselecteerd. b) De studenten proberen hun eigen ideeën én de ideeën uit Bonte Boel (zie webschema) uit te denken volgens de 4 ervaringssituaties: EB, OOL, ZS en OM (stap 3 uit stappenplan)
-
Opdracht 3 a) Individuele oefening: de student denkt voor zijn eigen groep kleuters na: Wat wil ik dat de kleuters bereiken op het einde van
19
de week met mijn BC? Doe de oefening zoals aangegeven in stap 4 in het stappenplan (bijlage 11). b) In functie van de doelstellingen en de geselecteerde ideeën komen de studenten tot het formuleren van mogelijke dagthema’s. Bij het formuleren van die dagthema’s dienen ze rekening te houden met de criteria (zie cursus socio-emotionele ontwikkeling en begeleiding) c) De studenten bedenken speelse, klassikale impressies bij elk dagthema. Hierbij wordt rekening gehouden met de eigenheid van 3-jarige kleuters (zie cursus socio-emotionele ontwikkeling en begeleiding)
VERWERKINGSOPDRACHT
De studenten werken hun stappenplan t.e.m. stap 5 en hun klassikale impressies verder af en brengen dit mee naar leergroep 5. De studenten denken na over hun weekschema en maken een eerste voorstel in klad.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 4 JK Filmfragment ‘explorerend beleven’ doorsturen naar leergroepbegeleider via WE-transfer
20
DE ERVARINGSSITUATIE ‘E XPLORE REND BELEVEN’ BIJ DE JONGSTE KLEUTERS LEERGROEP 4 ‘JONGSTE KLEUTER’
11/10/2012
Doel: Studenten trainen hun begeleiding van het explorerend beleven bij kleuters a.d.h.v. MISC-parameters.
THUIS AAN DE SLAG
-
Materiaal: de handleiding ‘Bonte Boel’, studenten brengen lap-top mee om videofragmenten rond explorerend spel aan elkaar te tonen
-
Tijdens participatiestage hebben studenten volgende opdracht: Opdracht 1: Wat denk je dat explorerend beleven precies is? Fris de vier ervaringssituaties uit 1BaKO op. Ga zelfstandig op zoek naar wat de ervaringssituaties precies inhouden. Breng dit mee naar de leergroep Opdracht 2: Maak tijdens de participatiestage een video-opname van wat volgens jou een typisch voorbeeld is van explorerend beleven. Bespreek dit ook op voorhand met de mentor. Je bezorgt dit videofragment ten laatste op 8/10/2012 aan jouw leergroepbegeleider via WE-transfer
-
Voorbereidend werk: De studenten herhalen hoofdstuk 1 van de cursus ‘Onderwijskunde A-II’. Ze nemen de cursus mee naar de leergroep ( zie ook bijlage 9)
21
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
De ervaringssituatie ‘explorerend beleven’ bij de jongste kleuters
a) Terugblik naar de vier ervaringssituaties. De leergroepbegeleider toont 1 videofragment, dat de eigenheid van explorerend spel mooi illustreert. b) Elk videofragment wordt besproken per 2 studenten. Zo werken studenten actief en coöperatief aan volgende opdrachten: Is het fragment een mooi voorbeeld van explorerend spel? Waarom wel/niet? Noteer letterlijk de impulsen die de leid(st)er geeft. Koppel de gegeven impulsen van de leid(ster) aan de MISC-parameters. Geheugensteuntje (zie bijlage 9) o Aandacht richten (focussen) o Uitbreiden (expanding) o Betekenis verlenen (affecting) o Gevoel van bekwaamheid (bevestigen en waarderen) o Gedragsregulering (zelfsturing) Bedenk nog impulsen die je als leid(st)er zou kunnen toevoegen 5 talige MISC-impulsen 5 spelimpulsen via extra materiaalaanbod
Kies één impuls uit opdracht 4 en maak het muzisch.
c) Samen met de studenten wordt er gekeken naar de templates van de ervaringssituaties, in het bijzonder
22
de begeleiding bij de ervaringssituatie ‘explorerend beleven’ (zie bijlage 2 en 3). Laat je inspireren door de gevonden impulsen, bij de voorbereiding van de stage.
VERWERKINGSOPDRACHT
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 5 JK Opstellen van een weekschema voor de jongste kleuters. De student heeft de weekplanning van de stageklas op papier. De studenten brengen een afgewerkt stappenplan en de klassikale impressies met zich mee. Eveneens wordt een eerste voorstel van een weekschema voorgelegd. Zie eveneens ‘thuis aan de slag’ LGR 5
23
OPSTELLEN VAN EEN WE EKSCHEMA VOOR DE JONGSTE KLEU TERS LEERGROEP 5 ‘JONGSTE KLEUTER’
18/10/2012
THUIS AAN DE SLAG
Materiaal: -
afgewerkt stappenplan en klassikale impressies
-
cursus socio-emotionele ontwikkeling en begeleiding + bundel tweedaagse ‘creatief denken’
-
participatiebundel
-
dag- en weekplanning van de stageklas op papier meebrengen
-
stagevademecum
Voorbereidend werk: -
De student werkt een eerste voorstel uit van een weekschema in het klad.
VERLOOP VAN DE SESSIE
a) De studenten gaan opnieuw in dezelfde groepjes per thema samen zitten om hun weekschema vorm te geven rekening houdend met de beoordelingscriteria (zie bijlage 12) en de richtlijnen m.b.t. de opbouw van een dag en week (zie cursus socio-emotionele ontwikkeling en begeleiding H2 §7). De leergroepbegeleider helpt bij vragen, moeilijkheden,...
24
VERWERKINGSOPDRACHT
Nieuw!!
-
De studenten werken hun eigen weekschema af en sturen weekschema en stappenplan digitaal door naar de leergroepbegeleider ten laatste op 22 oktober 2012
-
De leergroepbegeleider kijkt het weekschema na volgens de criteria (zie bijlage 12)
-
De studenten krijgen van de leergroepbegeleider feedback/advies en score op hun weekschema. De leergroepbegeleider spreekt af wanneer hij de weekschema’s terug bezorgt aan de studenten. Let op: het kan zijn dat studenten hun stappenplan en/of weekschema nog moeten herwerken en opnieuw indienen, zodat zij goed voorbereid zijn op stage. De toegekende score wordt echter niet meer aangepast op het synthsesrapport didactissche stage II!
-
De student vraagt ook aan zijn mentor feedback en advies op het stappenplan en het weekschema, vooral vanuit de beginsituatie van de klasgroep. In bijlage 13 vindt de student richtvragen om dit gesprek met de mentor te voeren. Nadien maakt student een schriftelijk verslag van dit gesprek, laat dit ondertekenen door de mentor en geeft dit verslag af aan de leergroepbegeleider, op 22 oktober 2012. Indien de mentor zelf schriftelijke aantekeningen gemaakt heeft bij het weekschema, worden die uiteraard ook mee ingediend.
Afspraken weekschema Je maakt het weekschema in Excel. Schrijf telkens bovenaan het dagthema. Je zorgt voor overzicht: 1 week of de hele stageperiode op 1 pagina. Als dit niet digitaal lukt, knip en plak je de papieren op een A3. Je noteert eerst de ervaringssituatie EB OOL ZS of OM. Daarna geef je altijd het ontwikkelingsdomein mee. Je werkt visueel ook best met de kleuren per ontwikkelingsdomein (zie 1 BaKO). Wanneer je werkt in groepen: noteer je de geleide activiteit of hoofdactiviteit vetgedrukt! Geef je tussen haakjes het aantal kleuters per activiteit Opruimmomenten en voorstelling van keuzeactiviteiten voorzien in
25
het WS Elke activiteit concreet weergeven met kernwoorden zodat de samenhang met het dagthema duidelijk wordt. vb. wat doen de kleuters met welk materiaal? Vb: OOL wisk: identificatiespel met schoenen (4kls) Je voegt de hoekenverrijking in bijlage. Je maakt een tabel met bovenaan de dagen van de stage en links de verschillende hoeken (ook de hoeken die je bij maakt). In de kaders schrijf je de materialen die je voorziet i.k.v. het dagthema. Bouw de verrijking geleidelijk aan op volgens je activiteitenaanbod doorheen de week.
Bijkomende opmerking: Jullie maken zoals in het eerste jaar voor elke stagedag een dagschema de avond voordien. Je voorziet 3 kolommen, nl. uur/activiteit/materiaal. Over de inhoud van de stagemap vind je meer informatie in het stagevademecum. De stage-evaluator kijkt de stagemap na tijdens het stagebezoek.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE
26
UITWERKEN VAN EEN GEÏNTEGREE RDE MUZISCHE INSTAP BIJ DE JONGSTE KLEUT ERS LEERGROEP 6 ‘JONGSTE KLEUTER’ 25/10/2012
THUIS AAN DE SLAG
Materiaal: a) dagthema’s b) 1 klassikale impressie van dinsdag of woensdag c) eventueel: Bonte Boel, andere handleidingen m.b.t. BC (als inspiratiebron)
Voorbereidend werk: d) de studenten lezen nogmaals de handleiding van leergroep 4 uit 1 BaKO (criteria voor een goede instap) Leergroepbegeleider Suggesties bij muzische instappen
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Stap 1: Demo van een geïntegreerde muzische instap bij 3-jarigen: BC Hakketak – Stokketok (’30)
Er wordt een fictief voorbeeld van een tweede dag in een nieuw BC getoond. We vinden de eerste dagen cruciaal omdat hier na het eerste explorerend beleven nieuwe impulsen en materialen
27
worden aangeboden die verder in de week zullen aangeboden worden.
We nemen hiervoor een half uur, omdat de studenten eerst worden rondgeleid en gebrieft over de beginsituatie.
-
Stap 2: Opfrissen van de criteria voor een geïntegreerde muzische instap uit 1 BaKO + accenten voor driejarigen (’15)
Speels creatief 3-j.: …………………………………………………………………………………………………
Muzisch accent vanuit één muzisch domein 3-j.: …………………………………………………………………………………………………
Betekenisvol in de leefwereld van kleuter én m.b.t. BC/dagthema 3-j.: ………………………………………………………………………………………………..
Motiverend met een duidelijk doel, kleuters warm maken om een opdracht zo goed mogelijk uit te voeren.
Duidelijk en aanschouwelijk in functie van een opdracht in BA / ZS 3-j.: ……………………………………………………………………………………………………
De demo wordt gescreend in een nabespreking met de leergroepbegeleider aan de hand van de criteria uit 1 BaKO, die voor driejarigen worden verfijnd.
28
Belangrijke opmerkingen Voor de start van een EB volstaat het om te focussen op het materiaal. Jonge kleuters moeten verwonderd raken over de mogelijkheden van het materiaal en door het materiaal zelf gemotiveerd zijn om ermee te spelen. De motivatie is dus niet extern: komt niet door een pop, doordat er verkleed wordt, Bij de start van een OOL houd je rekening met de criteria van hierboven.
-
Stap 3: (Bord)schema van de 5 muzische domeinen. (20’) a) De 5 muzische domeinen (muziek, drama, beeld, dans, media) worden in kolommen op bord geschreven. De domeinen gebruikt in de demo worden in de juiste kolom gezet. b) De studenten vullen bij elk domein mogelijkheden in waarmee ze reeds ervaring hadden in 1 BaKO. De kolommen die leeg bleven na de demo krijgen extra aandacht. En / of: De studenten krijgen voorbeelden van diverse muzische domeinen. In groepen trachten zij ze in de juiste kolom te plaatsen. Ze noteren hun resultaat op het bord (het vette woord is voldoende).
Bij de bespreking komen dan hopelijk nog veel goede ideeën aan bod.
Vanaf stap 4 wordt er leergroepoverschrijdend gewerkt. -
Stap 4: Voorbereiden van een geïntegreerde muzische instap (noteer op een ander blad)
a) Individueel denkwerk (15’) Studenten nemen een dag aan het begin van hun WS waarbij veel nieuw aanbod in de hoeken wordt voorzien, vb. dag 2 of dag 3. Het aanbod wordt op een rijtje gezet. Er moet een EB, OOL en ZS bij de activiteiten zijn.
29
Het dagthema en de verrassing vormen de rode draad van waaruit een instap wordt opgebouwd. Eerste ideeën worden op papier gezet in kladversie. Inspiratiebronnen (bordschema, BB, andere handleidingen,…) kunnen worden geraadpleegd.
b) Uitwisseling met kritische vriend uit de LG (15’) Er worden groepjes gevormd, liefst met verschillende BC. De eerste ideeën worden uitgelegd aan elkaar. Iedereen luistert als ‘kritische vriend’ en zegt eerlijk (met inleving in driejarigen) haar mening. Kladversies worden in overleg bijgewerkt.
c) Opnieuw individueel denkwerk (10’) Iedereen voltooit haar denkwerk tot een samenhangende muzische instap. Het is de bedoeling dat elke studente een unieke instap maakt die past bij haar persoonlijkheid.
-
Stap 5: Een geïntegreerde muzische instap voor het werken in groepen. (15’) (noteer op een ander blad)
De studenten worden in duo’s opgedeeld. Elke student krijgt een nr.: 1 of 2. Ieder duo maakt instappen voor minstens één OOL (criteria van in het kader) en één EB (focus op het materiaal). Ze letten erop dat de rode draad van het dagthema aan bod komt. Achteraf gaan alle 1-studenten samen zitten, alsook alle 2-studenten. Zij stellen hun creatiefste idee aan de anderen voor.
30
VERWERKINGSOPDRACHT
De studenten werken thuis verder aan de geïntegreerde muzische instappen van de andere stageopdrachten.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE Leergroep 8 : JK Reflectie op de stage In deze reflectie vullen we de GROEI!collage aan, breng daarvoor je PREZI uit leergroep 1 mee.
31
DE KLEUTER IN EEN MULTI CULTURELE, MEERTALIG E EN STEDELIJKE CONTEXT – DE KLEUTERKLAS ALS INTERCULTURELE ONTMOETINGSPL AATS LEERGROEP 7‘MMS’ UITERLIJKE DIVERSITEIT; GESPREKKEN BIJ DE FAMILIEMUUR 08/11/2012
THUIS AAN DE SLAG Hoe je je op deze leergroep moet voorbereiden, werd grotendeels toegelicht aan het einde van leergroep 2 MMS en kan je op de papieren van die leergroep zwart op wit terugvinden (onder ‘Thuis aan de slag: verwerkingsopdracht’). Breng in elk geval de bijlage 4 van leergroep 2 MMS opnieuw mee.
Er zijn daarnaast nog 2 bijkomende opdrachten:
-
Lees ter voorbereiding van deze leergroep bijlage 9 en bijlage 10.
-
Je neemt naar deze leergroep ook 1 familiefoto mee van een kleuter uit jouw stageklas (ondertussen zou je er al een heel deel verzameld moeten hebben). De familiemuur Bij de familiemuur gaat het niet om een recept of techniek. De essentie zit immers niet in de foto‟s zelf (al zijn ze natuurlijk belangrijk), maar in de manier waarop de begeleidster omgaat met de reacties van de kinderen op de foto‟s. De foto‟s zijn dankbaar materiaal omdat ze interactie en reactie uitlokken, waarop de leidster kan ingaan.1
1
Uit: Boudry, C. & Vandenbroeck, M. (2006). Spiegeltje, spiegeltje… Een werkboek voor de kinderopvang over identiteit en respect. (p.90). Amsterdam: Uitgeverij SWP.
32
VERLOOP VAN DE SESSIE
DEEL 1: DIV ERSITEIT ZICHTBAAR MAKEN IN D E KLAS , HO E D OEN W E DAT?
Eén student zal worden uitgekozen om zijn/haar foto’s te laten zien aan de rest van de groep. a) Foto’s van de hoeken en dus ook: van de kleuters die erin spelen
Wat zijn de uiterlijke verschillen die jullie zien bij de kleuters op de foto‟s? M.a.w. welke diversiteit is uiterlijk zichtbaar bij de kleuters? Bekijk de foto’s van de verschillende hoeken en muren: wordt de diversiteit van de klas weerspiegeld in de hoeken en de muren, zijn deze m.a.w. ‘afgestemd’ op de diversiteit van de kleuters? Stel je bijvoorbeeld eens in de plaats van 1 kleuter die je op de foto’s zag… Zoek samen naar mogelijkheden om de hoeken en de muren te verrijken in functie van de diversiteit van de kleuters.
Notitieruimte:
b) Foto’s van het ontwikkelingsmateriaal
Bekijk de foto’s van het ontwikkelingsmateriaal. Gezamenlijke brainstorm: welke materialen zou jij kunnen aanbrengen opdat
33
de uiterlijke diversiteit van de kleuters ook in de materialen weerspiegeld wordt?
Notitieruimte: DEEL 2: GESPR EKKEN R OND DE FAMILIEMUUR
Hoe ga je de familiemuur concreet opbouwen? Bekijk een goed voorbeeld en haal uit bijlage 4 de criteria. a) Gesprek met een jonge driejarige over zijn familiefoto. 1: Beginvraag Samuel (3 j.) kijkt naar een foto van zijn familie.
L: Hé kijk daar, Bliksem Mc Queen! L: Waar sta jij op de foto? Ah, daar. Hé, dan is die mevrouw zeker jouw mama? L: Wie is die kleine baby? L: Hé, wat een leuke springpaardjes. L: Die foto is zeker op een feest genomen?
Notitieruimte:
De beginvraag focust en bepaalt vaak de richting van het gesprek: - Welke kant zouden de bovenstaande gesprekken kunnenuitgaan? Denk hierover na voor elke beginvraag. - Welke beginvraag (uit de bovenstaande vragen) lijkt jou het meest aangewezen als je een gesprek over ‘familie’ wil houden? - Bedenk nog enkele andere beginvragen en noteer ze hierboven in de notitieruimte.
34
Notitieruimte:
35
b) Mediatieparameters zoeken (MISC) Samuel kijkt naar een foto van zijn familie.
L: Waar sta jij op de foto? Ah, daar. En is die mevrouw die jou zo vasthoudt jouw mama? S. zwijgt, knikt. L. wacht even, maar Samuel zegt niets meer. L: En wie is dan jouw papa?
i
S. wijst naar zijn papa (tweede van rechts op foto). L. wijst naar de andere kinderen. L: En wie zijn al deze kindjes? Samuel somt kinderen op en wijst ze ondertussen aan: hij begint met het meisje op de rode ezel, vermeldt dan het meisje op de blauwe olifant, de jongen met de blote billen en eindigt met de baby. S: Anais, Emilia, August, Julian. L: Zijn dat allemaal jouw broers en zussen? S. schudt van neen. L. blijft hem verwachtingsvol aankijken? L. Nee? Ze wijst naar Anais. Is Anais jouw zus? S. knikt. L. vat samen. L: Dus dit is jouw papa, dit is jouw mama, dat ben jij, en hier zit je zus. L. wacht even, Samuel lacht maar zwijgt. L: En wie is die mevrouw hier, met die mooie jurk? S.: Auto. L: Ja, dat is een prachtige rode auto. Is die van jou? S.: Flash Mc Queen. S. maakt grote bewegingen met zijn armen en auto-geluiden.
36
L: Waw! Zo snel. Jij houdt van Flash McQueen hé? S. lacht. S: En de stouterik en de King.2 L: Ja. Zeg, heb jij die auto van opa gekregen? S. schudt van nee. S: Mama. L: Ah, je kreeg de auto van mama? Waw. … Staat opa op de foto? S: Pépé. L: Zeg je pépé. Staat je pépé op de foto? S. wijst naar de man met de donkere bril. L: Is dat pépé, met die bril? S: Ja. L: Pépé. L. wijst naar de vrouw rechts op de foto. En is dat mémé? S. antwoordt niet maar wijst naar de bril van tante Marlies. L: Is dat jouw mémé? S: Neen, tante Malies. L. is even verward. S. tikt op de bril van tante Marlies. L: A ja, dat is waar, jouw tante heeft ook een bril, net zoals pépé.
Zoek, aan de hand van bijlage 9, de mediatieparameters in dit gesprek. Bespreek de vragen die de L stelt.
De stouterik of ‘Chick Hicks’ en de ‘King’ zijn twee andere racewagens uit de film Cars. 2
37
Notitieruimte:
c) Beginvraag familiefoto. Neem er nu de familiefoto bij die je meebracht vanuit je eigen stageklas en een blad papier. Verzin een ‘beginvraag’ bij de foto. Noteer deze in stilte. Geef de foto en het blad door aan de persoon links van je. Deze medestudent verzint ook een beginvraag bij jouw foto. Zo ga je door tot iedereen een beginvraag bij mekaars foto heeft verzonnen. Vergelijk de verschillende beginvragen: welke lijkt jou het beste? Waarom?
VERWERKINGSOPDRACHT
-
Stageopdracht stage jonge kleuters opvoeder)
/ in digitaal portfolio (leraar als
In de stage van de jongste kleuter voer je met enkele kleuters een voorbereid gesprek rond de familiemuur. In bijlage 4 van leergroep 2
38
(MMS) vind je informatie over hoe je je schriftelijk moet voorbereiden. Driejarigen hebben – zoals je weet – vaak nog een beperkt taalgebruik. Daarom is het erg belangrijk om per foto enkele richtvragen en zeker een beginvraag te noteren. Zorg dat deze zeker op je AV staan. Je schrijft minstens 2 (delen van) gesprekken achteraf uit. (Je kan het gesprek eventueel opnemen, om het je gemakkelijker te maken.) Dit dient (samen met de voorbereidingen) als aanvullend (bewijs)materiaal voor je portfolio MMS. Aan de hand van deze delen reflecteer je schriftelijk over je gesprekken: over de keuze van je richtvragen, over de gebruikte mediatieparameters, over de betrokkenheid en het welbevinden van de kleuters, over wat je anders zou aanpakken, over wat je goed vond, …
VOORUITBLIK VOLGENDE SESSIE Leergroep 11 : Werken rond beeldvormingen en discriminerende opmerkingen.
39
REFLECTIE OP DE STAGE LEERGROEP 8 ‘JONGSTE KLEUTER’
03/12/2012
THUIS AAN DE SLAG
De student Mee te brengen materiaal: -
Verslag van de stagementor en afgeven aan de leergroepbegeleider De GROEI!collage in PREZI
De leergroepbegeleider -
Grote vellen papier
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Metafoor Hoe is je kapsel (metafoor) geëvolueerd? Hoe voelen de studenten zich op dit moment? De metafoor wordt getekend in het daarvoor voorziene kader. De studenten lopen rond de tafel en bekijken elkaars tekening. De resultaten worden door de studenten toegelicht, er kunnen vragen gesteld worden.
40
-
Aanvulling GROEI!collage De leergroepbegeleider geeft aan de hand van een voorbeeld tips hoe de studenten hun PREZI kunnen aanvullen.
VERWERKINGSOPDRACHT
-
De student werkt zijn PREZI af en steekt die vooraan in zijn stagemap.
-
Studenten krijgen 1u. de tijd om in het digitaal portfolio schriftelijk te reflecteren
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 9: OK Uitwerken van een intercultureel belangstellingscentrum bij de oudste kleuters. Tijdens de lessen van Katrien Vandenberghe en Ilse Banck werken de studenten aan de inhoudsanalyses van de verhalen uit ‘Dit ben Ik in Brussel’ . Als voorbereiding op de volgende leergroep werken de studenten deze analyse verder uit. Tijdens de observatiedag van 17/12/2012 vullen de studenten het werkinstrument didactische beginsituatie Brusselstage in. De bundel wordt meegebracht naar de volgende leergroep. Verder verzamelen de studenten reeds ideeën uit verschillende bronnen. Zie ook ‘ thuis aan de slag’ LGR 9
41
UITWERKEN VAN EEN INTERCULTUREEL BELANGSTELLINGSCE NTR UM BIJ DE OUDSTE KLE UTERS
LEERGROEP 9: ‘OUDSTE KLEUTER’ 20/12/2012
De klaspedagogen geven tijdens CU MMS toelichting bij bijlage 14 uit deze bundel.
Studenten mogen per thema samenwerken. Thema’s ‘Dit ben Ik in Brussel’
THUIS AAN DE SLAG
Materiaal: -
De verhalen ‘Dit ben ik in Brussel’ doorlezen www.ditbenikinbrussel.be o
Gebruikersnaam: admin
o
Passwoord: hub2012
-
De verhalen meebrengen + inhoudsanalyses van alle verhalen verder afwerken en meebrengen (zie CU Katrien Vandenberghe en Ilse Banck)
-
Het werkinstrument didactische beginsituatie Brusselstage, ingevuld! (zie observatiedag 17 december 2012)
-
Bundel tweedaagse ‘creatief denken’
-
Andere bronnen
42
Voorbereidend werk: -
Studenten gaan op voorhand ideeën verzamelen voor hun BC (stap 2 ‘divergentiefase’ uit stappenplan). Ze zoeken in de mediatheek/thuis naar handleidingen, eindwerken, prentenboeken of informatieve boeken, tijdschriften, CD’roms, sites die verband houden met hun belangstellingscentrum en brengen dit mee naar de leergroep. Ze noteren de ideeën per bron.
o
Eerste versie van mindmap van jouw thema/verhaal (zie stap2 ‘convergentiefase’ uit het stappenplan)
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Opdracht 1 (1u.)
-
De studenten verantwoorden hun keuze van BC/verhaal a.d.h.v. stap 1 uit het stappenplan. Doel: Zo tonen ze aan dat de keuze van hun verhaal aansluit bij de beginsituatie (werkinstrument Didactische Beginsituatie) en aanwezige diversiteit van hun stageklas (Brede observatie) Na de keuze van hun verhaal worden studenten onderverdeeld per BC en werken we leergroepoverschrijdend
-
De studenten gaan hun ideeën aan elkaar voorstellen Doel: divergeren
Vuistregels bij het divergeren • Opbouwend: –
Elk idee is waardevol
–
Geen oordeel vellen over elkaars ideeën (oordeel uitstellen)
–
Ga voor kwantiteit (kwantiteit zorgt voor kwaliteit). Alle ideeën worden genoteerd
43
-
-
•
Lift mee op andermans inbreng of creativiteit (jatten mag)
•
Speciale aandacht voor wilde, dan wel naïeve ideeën (je kunt een wild idee temmen, maar een tam idee niet wild maken)
•
Open naar binnen, gesloten naar buiten: alles blijft in de groep en gaat niet naar buiten (veiligheid)
Opdracht 2
-
De studenten verfijnen en vervolledigen in kleine groepjes hun webschema/mindmap.
-
De studenten proberen hun eigen ideeën (zie webschema) uit te denken volgens de 4 ervaringssituaties: EB, OOL, ZS en OM (stap 3 uit stappenplan)
Opdracht 3
-
Individuele oefening: de student formuleert 5 themadoelen. Doe de oefening zoals aangegeven in stap 4 in het stappenplan (bijlage 14).
-
In functie van de doelstellingen en de geselecteerde ideeën komen de studenten tot het formuleren van mogelijke dagthema’s
-
De studenten bedenken speelse, klassikale impressies bij elk dagthema. Hierbij houden ze rekening met de noden en behoeften van Brusselse kinderen: levensechte impressieskwaliteitsvolle interacties-afwisseling-actief-visueel
44
VERWERKINGSOPDRACHT
De studenten werken hun stappenplan t.e.m. stap 5 en hun klassikale impressies verder af en brengen dit mee naar leergroep 10. De studenten denken na over hun weekschema en maken een eerste voorstel in klad. De studenten zorgen ervoor dat ze zeker de 1 dag volledig hebben uitgewerkt (dwz.1 dag waarvan de student zelf vindt dat die beantwoordt aan de criteria –zie bijlage 15.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 10 Opstellen van een weekschema van een intercultureel thema bij oudste kleuters
45
OPSTELLEN VAN EEN WE EKSCHEMA VAN EEN INTERCULTUREEL THEMA BIJ OUDSTE K LEUTERS LEERGROEP 10: ‘OUDSTE KLEUTER’ 10/01/2013
THUIS AAN DE SLAG
Materiaal: -
afgewerkt stappenplan en klassikale impressies
-
een 1ste versie van het weekschema, waarvan 1 dag volledig volgens criteria uitgewerkt is.
-
Het ‘Dit ben ik in Brussel ’verhaal + de inhoudsanalyse van het verhaal
-
Het werkinstrument Didactische Beginsituatie
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Het weekschema a) 1 student per verhaal brengt één uitgewerkte dag aan bord. De leergroepbegeleider geeft commentaar op basis van de criteria (zie bijlage 15 ) b) Vervolgens gaan studenten per 2 zitten en verbeteren ze elkaars weekschema, rekening houdend met voorgaande feedback van de leergroepbegeleider en de criteria en de richtlijnen m.b.t. de opbouw van een dag en week (zie cursus MMS). De leergroepbegeleider helpt bij vragen, moeilijkheden,... c) Indien er nog tijd is, doen we dezelfde oefening rond hoekenverrijking.
46
VERWERKINGSOPDRACHT
-
De studenten werken hun eigen weekschema af en dienen dit in bij de leergroepbegeleider op maandag 4 februari 2013
-
De leergroepbegeleider kijkt het weekschema na volgens de criteria (zie bijlage 15 )
-
De studenten krijgen van de leergroepbegeleider feedback, advies en score op hun weekschema.
-
De student vraagt ook aan zijn mentor feedback en advies op het stappenplan en het weekschema, vooral vanuit de beginsituatie van de klasgroep. Belangrijk is dat de student dit NIET doet tijdens de observatiedag van 25/01/2013, maar een extra moment inplant, in samenspraak met mentor. Hou hierbij wel rekening met de CU
-
In bijlage 15 vindt de student richtvragen om dit gesprek met de mentor te voeren. Nadien maakt student een schriftelijk verslag van dit gesprek, laat dit ondertekenen door de mentor en geeft dit verslag af aan de leergroepbegeleider, op 4 februari 2013. Indien de mentor zelf schriftelijke aantekeningen gemaakt heeft bij het weekschema, worden die uiteraard ook mee ingediend. Afspraken weekschema
-
Je dient bij het weekschema volgende documenten in: werkinstrument Didactische Beginsituatie, het stappenplan, de hoekenverrijking
-
Je maakt het weekschema in Excel.
-
Schrijf telkens bovenaan het dagthema.
-
Beschrijf kort de klassikale impressie.
-
Je zorgt voor overzicht: 1 week of de hele stageperiode op 1 pagina.
-
Je noteert eerst de ervaringssituatie EB OOL ZS of OM.
-
Daarna geef je altijd het ontwikkelingsdomein mee. Je werkt visueel ook best met de kleuren per ontwikkelingsdomein (zie 1
47
BaKO). Wanneer je werkt in groepen:
-
noteer je de geleide activiteit of hoofdactiviteit vetgedrukt! Geef je tussen haakjes het aantal kleuters per activiteit Elke activiteit concreet weergeven met kernwoorden zodat de samenhang met het dagthema duidelijk wordt. vb. wat doen de kleuters met welk materiaal? Vb: OOL wisk: identificatiespel met schoenen (4kls)
-
-
Opruimmomenten en voorstelling van keuzeactiviteiten voorzien in het WS
-
Bijkomende opmerking: Jullie maken zoals in het eerste jaar voor elke stagedag een dagschema de avond voordien.
-
Over de inhoud van de stagemap vind je meer informatie in het stagevademecum.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 12 Kiezen van een prentenboek in het BC Moederdag In deze leergroep gaan we op zoek naar ‘het perfecte’ prentenboek. Ga alvast zelf op zoek naar een kanshebber, een boek dat jij graag wil gebruiken tijdens het BC moederdag. Zie ook ‘ thuis aan de slag’ LGR 12
48
MMS: DE KLEUTER IN E EN MULTICULTURELE, M EERTALIGE E N STEDELIJKE CONTEXT | DE KLEUTERKLAS ALS INTERCULTURELE ONTMOETINGSPL AATS LEERGROEP 11 : WERKEN ROND BEELDVORMING EN DISCRIMINERENDE OPMERKINGEN 07/02/2012
THUIS AAN DE SLAG
VERLOOP VAN DE SESSIE
DEEL 1: REFLECTIE OP INTERCULTURELE OPDRACHTEN BIJ STAGE 3-JARIGEN
Notitieruimte: ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………....
49
DEEL 2: ONTSTAAN VAN BEELDVORMING
-
Folder Beeldvorming
Jullie kregen bij MCLT een folder omtrent beeldvorming. Opdracht: haal hier voor jezelf 3 leerpunten uit. Leg uit aan de anderen waarom jij die punten kiest en hoe je van plan bent erop te letten – eraan te werken. …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………..… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
TIP: je kan deze werkpunten en je intenties in je PORTFOLIO opnemen + reflectie achteraf hoe je eraan gewerkt hebt.
-
Getuigenis Chinese vrouw
-
We bekijken het stukje video. Bespreking a.h.v. volgende vragen:
Hoe oud was Hay-Chai toen ze met haar mama in België aan kwam? Wat was de belangrijkste herinnering voor haar in contact met de kleuterschool?
50
Hoe wilde Hay-Chai als lagere schoolkind „hetzelfde‟ zijn als haar klasgenoten?
Wat is volgens Hay-Chai belangrijk in communicatie met jonge kinderen die zeggen dat ze „bruin zijn‟ lelijk vinden? Hoe reageerde zij hierop wanneer ze op school zulk een uitspraak hoorde zeggen door een kleuter?
Hoe hoorde zij haar over haar zoon (11 jaar) spreken door een buurjongen van een vriend die hem voor het eerst op straat zag spelen?
Hoe reageerde de zoon hier op?
Waarom was Hay-Chai als kind zo geliefd bij de „grotere‟ kinderen?
Wat doet deze vrouw wanneer een kind haar aanspreekt over haar „ander uiterlijk‟?
Komt Hay-Chai nog discriminerende uitspraken tegen de dag van vandaag? Zo ja, hoe gebeurt dit dan?
Conclusie: wat kunnen we uit deze getuigenis leren? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
51
………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………….................................................................
-
Achtergrondinfo, o.b.v. bijlage 16 en bijlage 17
Notitieruimte: noteer vooral de belangrijke tips die de coach meegeeft. …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………
DEEL 3: ROLLENSPELEN
Er is telkens 1 student (speelt leidster) die even buiten gaat. De situatie wordt voorgelezen aan de rest van de groep. Enkele studenten spelen de situatie als de ‘leidster’ terug binnenkomt. Deze laatste probeert zo goed mogelijk te reageren op de situatie.
52
De reactie wordt besproken. Aanvullingen en alternatieven worden gegeven indien nodig. Eventueel kan de situatie na de bespreking opnieuw gespeeld worden.
Kevin (5 jaar) heeft een bruine huidskleur. Sophie speelt graag met Kevin. “Jij bent wel bruin, maar toch lief.”
Roudel (5jaar) is van Turkse afkomst en heeft een lichtbruine huid en zwarte, schitterende ogen. De juf hoort hoe Roudel tegen Amber verzucht: “Ik wil blauwe ogen.”
Francis (bijna 1 jaar) is het klein broertje van Frieda (4 jaar). Frieda en Francis hebben een zwarte huid, hun ouders komen uit Rwanda. De juffen zijn dol op de koddige, beweeglijke Francis. “Oh, da‟s net een klein aapke!” roept juf Anita vertederd in de koffiepauze.
De kleuters van de derde kleuterklas schilderen hun portret met huidskleurverf en spiegels. Er wordt druk gepraat over de huidskleuren in de klas. Willem (spierwit haar, blauwe ogen) zegt dat hij liever zwart zou zijn. Hij vindt zichzelf zo bleek. Marie lacht en vraagt of hij zoals Zwarte Piet wil zijn.
Henk (4 jaar) heeft zich verkleed en loopt met de poppenwagen door de klas. Alexia en Chris vragen verbaasd en luid wat hij wel aan het doen is? Henk antwoordt: “Ik speel mama.” Alexia en Chris beginnen luid te roepen. Ze zijn boos op Henk. “Jij mag geen mama spelen. Jij bent een jongen. Wij zijn mama. Jij mag geen mama spelen. Juf, Henk speelt mama.”
Leander is zwaarlijvig. De kinderen hebben een video van Peter Pan gezien en willen het verhaal naspelen. “Ik wil Peter Pan zijn!” roept Leander enthousiast. “Dat kan niet.” zegt Karen beslist. “Waarom niet?” vraag Leander beteuterd.“Peter Pan is toch niet dik?” antwoordt Mohammed. Karen knikt.
53
“Ik wil Frieda geen hand geven. Zij is vies.” (Frieda heeft een zwarte huid.)
Elke (3 jaar) deelt puzzels uit. Aan Sandra, die van Spaanse afkomst is en nog niet lang in België woont, geeft ze een babypuzzel. Als de meester verbaasd vraagt waarom ze een babypuzzel geeft, antwoordt ze: “Die is niet zo slim.”
Rosa wil graag de Kleine Zeemeermin spelen, maar dat mag niet van haar vriendinnen. De Kleine Zeemeermin is toch wit?
VERWERKINGSOPDRACHT
-
Zie Portfolio-opdracht (leraar als opvoeder)
-
Voorbereiding van leergroep MMS 14
Tijdens de februaristage zal je al voorbereidende stappen moeten zetten voor de meistage. In mei werken we rond moederdag. Net zoals bij de jongste kleuters, zullen we met een fotomuur werken: een mamamuur. Het is belangrijk dat je alle materiaal in deze stage al verzamelt, zodat we er in één van de volgende leergroepen mee aan de slag kunnen. Stel dus opnieuw een brief op, waarin je om een foto vraagt van de (kleuter en zijn/haar) mama. Bij de brief steekt ook een invullijstje (zie bijlage 18), zodat je wat informatie hebt over de mama’s. Gebruik de criteria van leergroep 2 en overleg met de stagementor (vragen welke communicatie er gebruikt wordt: bv. briefje , heen-en weerschrift, …; welke ouders zeker ook mondeling moeten aangesproken worden, gebruik van pictogrammen, eventuele vertaling, ...)
54
!! Al deze materialen breng je mee voor leergroep MMS 14
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 13 Reflectie op de Dit ben Ik in Brussel stage De GROEI!collage wordt aangevuld, breng de PREZI mee. Zie ook ‘thuis aan de slag’ LGR 13
55
KIEZEN VAN EEN GEVOE LENPRENT ENBOEK IN HE T BC MOEDERDAG LEERGROEP 12: : ‘OUDSTE KLEUTER’ 21/02/2013
THUIS AAN DE SLAG
Materiaal -
Driemaal de (in te vullen) samenvatting van de criteria om een goed prentenboek te kiezen (herhaling 1 BaKO)
-
Eenmaal de checklist i.v.m. het gevoelenprentenboek (bijlage 19)
-
Een gevoelenprentenboek over mama, in functie van de moederdagstage.
VERLOOP VAN DE SESSIE
DEEL 1: IS DIT EEN GOED PRENTENBOEK?
-
Criteria qua tekst, inhoud, prenten, vormgeving = 1 BaKO
(‘40)
Plenum Iedereen toont zijn gekozen boek, zodat we een zicht hebben op welke boeken er aanwezig zijn. De coach heeft ook boeken bij. De boeken worden niet verder toegelicht.
56
Groepswerk
- De studenten vormen groepen van drie. Elke student stelt zijn boek kort aan de anderen voor en vertelt waarom hij net dit boek heeft gekozen voor zijn tweede of derde Brusselse kleuterklas. - De coach deelt ondertussen per groep nog enkele boeken uit. Bij de boeken van de coach zit een situatieschets van een fictieve student, die vertelt waarom hij net dat boek voor zijn tweede of derde Brusselse kleuterklas heeft gekozen. - De studenten vullen van minstens één boek van de coach en van minstens één boek van een student (samen) de invullijst in. Vraag 2 is daarbij mogelijks nog belangrijker dan vraag 1.
De invullijst: Vraag 1: is dit boek een goed prentenboek (qua inhoud, taal, prenten, vormgeving = samenvatting van de cursus 1 BaKO). ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2: is de keuze van de student voor dit boek voor zijn tweede of derde Brusselse kleuterklas verantwoord, o.b.v. je antwoord op vraag 1? ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
57
Plenum en conclusie ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
DEEL 2: IS DIT EEN GOED GEVOELENPRENTENBOEK?
Een boek dat de vorige testen goed heeft doorstaan, is daarom nog niet altijd een goed gevoelenboek.
-
Wat is voor jou een goed gevoelenboek?
Plenum We bekijken samen de aanwezige boeken en proberen uit te maken welke goede gevoelenboeken zouden zijn en welke niet.
58
Kijk even niet naar het feit of een boek een goed boek is of niet en voor welke leeftijd het is bedoeld (deel 1).
Waarop baseer je je om een oordeel te vellen? ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
-
De checklist: een goed gevoelenprentenboek Er zijn een zevental criteria die van een boek met gevoelens een goed gevoelenboek maken. Niet elk boek waarin iemand bijvoorbeeld eerst blij, daarna boos en dan weer blij is, is nl. een goed gevoelenboek.
Deel 1 van de checklist: gevoelens in het prentenboek Plenum -
We overlopen en verduidelijken samen het eerste deel van de checklist (Gevoelens in het prentenboek: A t.e.m. G).
-
De studenten krijgen per twee van de coach twee boeken. De boeken kunnen uit beide kolommen komen! Ze hebben ook hun eigen boeken.
-
De studenten vullen voor twee van de boeken samen de lijst in.
-
Bespreking
Deel 2 van de checklist: differentiatie naar leeftijd Dit weten we al:
59
-
We weten welke prentenboeken goed zijn en welke niet (cursus 1 BaKO)
-
We weten voor welke leeftijd ze zijn bedoeld (cursus 1 BaKO)
-
We weten dat het belangrijk is om een boek op niveau te kiezen voor de stage, ook al is de Nederlandse taalvaardigheid laag
-
We weten welke prentenboeken ook goede gevoelenprentenboeken zijn (deel 1 van de checklist)
Nu staan we nog even stil bij de leeftijd. We hebben totnogtoe een leeftijd op de boeken geplakt, o.b.v. de criteria die we kenden van vroeger. Maar klopt dit nu ook met de gevoelens? Kloppen de gevoelens in je verhaal ook met de leeftijdsgroep waarvoor het boek is bestemd? Er zijn zes zaken waar je moet op letten (zie checklist, deel 2: A – F). Deze criteria zeggen je meteen heel veel over de aanpak van een gevoelenboek in de kleuterklas en over wat er i.v.m. de gevoelens aan bod moet komen in de klas.
Lees de criteria aandachtig en vul met zijn tweeën, maar nu voor twee andere boeken, de checklists aan.
VERWERKINGSOPDRACHT
Het is belangrijk dat je voor leergroepen 14 (MMS), dus net na de Dit ben Ik in Brusselstage in Brussel, een goed gevoelenprentenboek rond moeder en moederdag hebt gevonden. Leg je keuze in de DBIstage al aan de mentor voor. Kies zeer zorgvuldig. Hoe beter je boek, hoe waardevoller het wordt om rond de gevoelens in het boek te werken met de kleuters. Vul voor het boek van je definitieve keuze heel zorgvuldig de checklist in. Deze checklist moet in je stagemap.
60
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 14 Moederdag De verzamelde foto’s + invullijstjes tijdens de DBIstage worden meegebracht naar de leergroep. Zie Thuis aan de slag LGR 14.
61
MMS: DE KLEUTER IN E EN MULTICULTURELE, M EERTALIGE EN STEDELIJKE CONTEXT DE KLEUTERKLAS ALS I NTERCULTURELE ONTMOETING SPLAATS
LEERGROEP 13 : REFLECTIE OP DE DBI-STAGE 04/03/2013
THUIS AAN DE SLAG
De student Mee te brengen materiaal: -
Verslag van de stagementor en afgeven aan de leergroepbegeleider Je GROEI!collage in PREZI
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Metafoor Hoe is je kapsel (metafoor) geëvolueerd? Hoe voelen de studenten zich op dit moment? De metafoor wordt getekend in het daarvoor voorziene kader. De studenten lopen rond de tafel en bekijken elkaars tekening. De resultaten worden door de studenten toegelicht, er kunnen vragen gesteld worden.
62
VERWERKINGSOPDRACHT De student werkt zijn PREZI af en steekt die vooraan in zijn stagemap. De student krijgt 1u. de tijd om te werken aan de opdrachten in het digitaal portfolio. De leergroepbegeleider focust vooral op de opdrachten ‘intercultureel opvoeden’.
VOORUITBLIK OP VOLGENDE SESSIE LGR 14 MMS Moederdag De Verzamelde foto’s van kleuters met mama’s + ingevulde lijstjes (verzameld tijdens Dit ben Ik in Brussel-stage in februari: zie opdracht leergroep MMS 11) worden in deze leergroep besproken en gebruikt als werkmateriaal. Zie ook ‘ thuis aan de slag’ LGR 14
63
MMS: DE KLEUTER IN EEN MULTICULTUREL E, MEERTALIGE EN STEDEL IJKE CONTEXT DE KLEUTERKLAS ALS I NTERCUL TURELE ONTMOETING SPLAATS LEERGROEP 14 : MOEDERDAG 07/03/2013
THUIS AAN DE SLAG
Materiaal -
Cursus onderwijskunde A-II i.v.m. MISC en/of bijlage 9
-
Foto’s van moeders met invullijstjes (bijlage 18)
-
Verzamelde foto’s van kleuters met mama’s + ingevulde lijstjes (verzameld tijdens Dit ben Ik in Brussel-stage in februari: zie opdracht leergroep MMS 11)
-
Cursus ontwikkelingsgerichte begeleiding van kleuter naar schoolkind: we willen het stappenplan opnieuw hernemen, maar dan gefocust op accenten meistage/oudste kleuter (zelfstandigheid, terugblikken, gradaties): zie bijlage 14
VERLOOP VAN DE SESSIE
DEEL 1: VOORBEREIDING BC MOEDERDAG| DE FAMILIEFOTO
-
Oefenen van het gesprek met de kleuters
64
We bespreken het gesprek met een vijfjarige over de familiefoto (20’) -
Welke MISC-impulsen komen hier aan bod? Noteer ze in het kader.
-
Wat zijn de voornaamste verschillen met het gesprekje met de driejarige? ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
65
Gesprek met Anais over haar familiefoto
misc-impulsen
L: Mooie foto hé? Wie ken ik al allemaal. Even kijken: dat is jouw mama, jouw mama ken ik. Hier is Samuel, jouw broertje, die bij juf Anita in de klas zit. En hier, jouw papa, die ken ik ook. En die mevrouw met haar bril heeft jou eens naar school gebracht, hé? Wie is dat nu weer?
Anais: Dat is mijn tante, tante Marlies. Anais lacht haar tanden bloot.
L: Jij vindt haar precies een leuke tante hé.
Anais: Ja, ze speelt veel met mij. L: Fijn. En wie heeft jouw tante vast?
Anais: Dat is August, mijn neefje. En dat is Emilia, mijn nicht. Ik speel veel met haar.
L.: Is zij de zus van August?
Anais: Ja, zij is de zus van August en ook van Julian. Die is nog een baby’ke. Die wordt hier ge… ged… gedopeld.
L: Bedoel je dat hij gedoopt werd?
66
A.: Ja, ja, gedoopt.
L. Ah, daarom heeft iedereen op de foto zulke mooie kleren aan. Was het feest toen?
A. Ja. Ik heb met Emilia gespeeld. Dat is mijn beste vriendin maar niet in de klas.
L: Emilia zit niet in onze klas.
Anais: Ja, want Emilia woont in Gent en ik woon in Brussel.
L: Amai, jij weet dat al goed waar ze woont.
L. wijst naar oma (mevrouw rechts). L: En jouw oma, FOCUS woont zij ook in Brussel? Of in Gent?
Anais: Nee, oma en opa wonen in B… BeverLeien. Wij hebben daar al veel gelogeerd.
L: A ja? Anais: Ja en ik heb nu ook twee oma’s.
L: Je hebt ook twee oma’s?
Anais: Ja, oma Rosa (wijst naar foto) en nog
67
een oma. Maar ze staat niet op de foto.
L: Waarom staat ze er niet op?
Anais: Ik weet het niet. Emilia heeft al lang twee oma’s. Maar ikke nu ook.
L. Had jij vroeger dan geen 2 oma’s?
Anais: (denkt na) Ja, maar ik kende ze nog niet.
L: En nu ken je haar wel.
Anais: Ja, ze is de mama (denkt na) van mijn papa.
L: Vind je het fijn dat je haar nu kent?
Anais: Ja, het is een lieve oma.
L: Dat is leuk voor jou, dat jij nu twee oma’s hebt.
-
Bespreken van de foto’s Enkele foto’s met mama en kind (20’) zie bijlage 18
68
Welke zinvolle vragen zou je kunnen stellen? Bedenk er vijf die betrekking hebben op minstens drie parameters van MISC (denk aan de voorgaande oefening) ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
DEEL 2: VOORBEREIDING BC MOEDERDAG | STAPPENPLAN
-
Eerste stappen van het stappenplan
Bekijk de foto’s en invullijstjes van je kleuters goed (30’) tot welke mogelijke belevingskansen voor de kleuters inspireren je deze lijstjes én de foto‟s? Maak een overzicht van jouw invulblaadjes. Dit hoort bij stap 1 van het stappenplan. ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………….
69
Tot welke mogelijke dagthema‟s/klassikale impressies kom je dan? ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………..
VERWERKINGSOPDRACHT
Net zoals in de stage bij de jongste kleuter, is het nu aan jou om de mamamuur te maken. Meer uitleg zie bijlage 4.
VOORUITBLIK OP DE VOLGENDE SESSIE LGR 17 MMS: evaluatie portfolio Vooruitblik op leergroepen OK A, II Elke student kiest een duo-partner en trekt per duo uit de 4 verschillende grabbeltonnen (per opleidingsonderdeel: wiskundige initiatie, Nederlands, beeld en allerlei) 1 opdracht. Studenten lezen, van die 4 opdrachten, zelfstandig de theorie door en werken een AV uit, binnen BC van hun stageplaats.
70
REFLECTIE OP DE STAGE LEERGROEP 15 : OUDSTE KLEUTER
21/05/2013
THUIS AAN DE SLAG
De student materiaal: -
Verslag van de stagementor en afgeven aan de leergroepbegeleider Verdeelstekker met een snoer en 3 inplugzones GROEI!collage in PREZI
De leergroepbegeleider -
Zelfklevende etiketten Wenskaarten
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
Metafoor Hoe is je kapsel (metafoor) geëvolueerd? Hoe voelen de studenten zich op dit moment? De metafoor wordt getekend in het daarvoor voorziene kader. De studenten lopen rond de tafel en bekijken elkaars tekening. De resultaten worden door de studenten toegelicht, er kunnen vragen gesteld worden.
-
Sterkte/zwakte analyse Iedere student heeft een verdeelstekker met een snoer en 3 inplugzones.
71
De leergroepbegeleider geeft aan iedere student 6 zelfklevende etiketten. Hierop noteren de studenten 3 sterke punten van zichzelf ( zie stagecompetenties) en 3 aandachtspunten voor zichzelf. De studenten kleven de etiketten op de verdeelstekker: Het grootste aandachtspunt komt bij de inplugzone terecht die het verst verwijderd is van het snoer ( ver van de energiebron). Ter hoogte van de stekker wordt het etiket met een sterk talent terecht ( sterke energie) . Zo worden de 6 stickers geordend.
De studenten lopen rond de tafel en bekijken elkaars sterkten en zwakten. Ze bedenken bij welke medestudent ze hun talent zouden kunnen inzetten om diens zwakten te helpen wegwerken. Past hun stroomdraad ( stekker ) bij een inplugzone? Vooreerst worden de meest zware aandachtspunten in rekening gebracht. Als een student geen concreet talent kan inzetten in deze inplugzone, mag hij/zij ook in de andere zones inpluggen.
A.h.v. de verbindingen die ontstaan, wordt een gesprek gevoerd en de wirwar van draden ontleed. Elke student formuleert een eigen aandachtspunt. Diegene die zijn stekker inplugde, geeft tips ( geeft de medestudent stroom).
72
-
Wenskaartje Elke student noteert op een wenskaartje een tip/ suggestie voor de studenten 2BAKO van het volgende academiejaar. Deze kaartjes worden als start gebruikt in de eerste leergroep.
VERWERKINGSOPDRACHT De student werkt zijn PREZI af en steekt die vooraan in zijn stagemap. De student krijgt 1u. de tijd om te werken aan de opdrachten in het digitaal portfolio. De leergroepbegeleider focust vooral op de evaluatiecriteria DPF
73
MMS: DE KLEUTER IN E EN MULTICULTURELE, M EERTALIGE EN STEDELIJKE CONTEXT DE KLEUTERKLAS ALS I NTERCUL TURELE ONTMOETING SPLAATS LEERGROEP 16 : MMS: EVALUATIE PORTFOLIO 24/05/2013
,,,,,
THUIS AAN DE SLAG
Voorbereidend werk: de student overloopt de verschillende leergroepen van MMS en bundelt alle (stage)opdrachten en/of bewijzen van stageopdrachten in het digitaal portfolio. Tijdens de leergroep zal elke student zijn digitaal portfolio openen en zijn bewijsmateriaal moeten kunnen tonen. Welke leergroepen waren verbonden aan het thema MMS?
1. LGR 2: 27/09/2012: voorbereiden familiemuur 2. LGR 7: 08/11/2012: voorbereiden interculturele opdrachten stage 3-jarigen + inoefenen van gesprekken bij de familiemuur 3. LGR 11:07/02/2013: omgaan met discriminerende uitspraken 4. LGR 13:04/03/2013: reflecteren op Dit ben Ik in Brusselstage 5. LGR 14:07/03/2013: intercultureel uitwerken van het moederdagthema
74
VERLOOP VAN DE SESSIE
-
individuele opdracht -
Toon aan en vertel adhv jouw digitaal portfolio dat je als leraar gegroeid bent in i. het leren omgaan met de diversiteit in een klasdgroep, ii. jouw interculturele grondhouding. Bewijs dit met 5 goede voorbeelden!
-
-
Geef 1 discriminerende/racistische uitspraak (uit klas/thuis/uit leraarskamer/vriendenkring/refter/…) en geef aan hoe je daar al of niet op ingegaan bent.
uitwisseling De studenten vertellen aan elkaar bovenstaande opdracht en de leergroepbegeleider scoort op volgende aspecten
criteria
plus
Plus/min
min
1. De student kan 5 goede voorbeelden uit zijn digitaal portfolio halen (volledigheid opdracht) De student zorgt ervoor dat zijn 5 voorbeelden slaan op 3 verschillende aspecten van diversiteit (uiterlijke diversiteit, taal, woonsituatie, gezinssituatie,…) Originaliteit van de student (nl. de student vermeldt niet alleen opgelegde opdrachten, maar zoekt ook naar eigen voorbeelden) De student kan zijn keuze vlot verantwoorden. Dit getuigt van inzicht in het werken rond
75
diversiteit 2. De student geeft een goed voorbeeld van een discriminerende/rascistische uitspraak De student kan reflecteren op die uitspraak vanuit het aangereikt kader (leergroep 11) Volledigheid portfolio
76