26 - 28 AUGUSTUS 2011
weg van klassiek ! FESTIVAL VAN KLASSIEKE MUZIEK EN NATUUR IN HET PAJOT TENLAND
Programma www.wegvanklassiek.be
Weg van Klassiek! 26-28 augustus 2011 Festival van klassieke muziek en natuur in het pajottenland ‘Weg van Klassiek!’ neemt u mee naar een aantal paradijselijke plekjes in het Pajottenland voor verrassende concerten op intieme locaties. Het glooiende landschap van Bruegel is een melodie op zich. U wandelt van de ene magische plek naar de andere en gidsen vertellen u over de streek en het landschap. De muziek, verwijzend naar de natuur, wordt gebracht door binnen- en buitenlandse topmusici, zoals Gavriel Lipkind, Yossif Ivanov en I Solisti del Vento. De omkadering versterkt de natuurbeleving met onder meer een causerie van bioloog Dirk Draulans en een atelierbezoek bij kunstenaar Koenraad Tinel. Kortom: een feest voor alle zintuigen en een ontdekking van de vele troeven die het Pajottenland te bieden heeft! ACHTERGROND Het festival ‘Weg van Klassiek!’ is een organisatie van de werkgroep ‘Klassiek in de regio Pajottenland-Zennevallei’. Die werkgroep wil de klassieke muziek in de regio extra dynamiek bezorgen en komt daarom sinds najaar 2009 regelmatig samen. De werkgroep bestaat op dit moment uit vertegenwoordigers van:
Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei de Cultuur- en Gemeenschapscentra Vlabra’ccent regio Pajottenland & Zennevallei (o.a. Westrand Dilbeek, De Ploter Ternat en cc 't Vondel Halle) Kasteel van Gaasbeek (www.kasteelvangaasbeek.be) Rosario (Bever) (www.rosario.be) vzw Servais (Halle) (www.servais-vzw.org) de Provincie Vlaams-Brabant (www.vlaamsbrabant.be) Regionaal Landschap Zenne, Zuun & Zoniën (www.rlzzz.be).
Specifiek voor het festival is er ook medewerking van de gemeentebesturen van Galmaarden, Lennik, Gooik, Roosdaal en Pepingen. Pajottenland & Zennevallei is een uitgestrekte groene regio aan de rand van Brussel. Waar en hoe kan klassieke muziek verbinding helpen maken en mee betekenis geven aan deze streek, de mensen, de bezoekers en de muziek? De Werkgroep wil een kwalitatief, professioneel, authentiek, rijk en divers aanbod klassieke muziek ontwikkelen 3
en kansen geven (ook aan verenigingen en privépersonen). Ze wil klassieke muziek ook via de verhalen van de streek en haar mensen op een duurzame manier ontsluiten, promoten en omkaderen voor een breed publiek. Festival ‘Weg van Klassiek!’ Het festival ‘Weg van Klassiek!’ is een eerste project waarbij we zo goed mogelijk proberen om locatie, muzikale invulling en omkadering op elkaar af te stemmen. Het overkoepelende thema van de eerste editie is ‘natuur’. Degelijke artistieke invulling, een goede omkadering en duurzaamheid zijn hierbij sleutelwoorden. Artistieke invulling. De artiesten zijn van een hoogstaand niveau. Het natuurthema is alomtegenwoordig in de programma’s. Denken we aan de Années de Pélerinage van Franz Liszt, de Waldszenen van Robert Schumann, de Frühlingssonate van Ludwig van Beethoven en Les Nuits d’Eté van Hector Berlioz. De locaties zijn stuk voor stuk bijzonder: kastelen en kerken, een hoeve en een villa, meestal in een groene omgeving, wat de natuurbeleving versterkt. Omkadering. De aandacht voor de natuur blijkt al uit de gebrachte werken en de groene omgeving van de concertlocaties, maar komt nog verder tot uitdrukking in de omkadering van de concerten. Het publiek krijgt immers de kans om te voet of met de huifkar de afstand af te leggen van de ene naar de andere locatie. Een gids geeft uitleg over de omgeving. De maaltijden bestaan voornamelijk uit streekproducten. Het publiek kan live meemaken hoe er aan broodbakken wordt gedaan in de Paddenbroek. Bioloog Dirk Draulans geeft uitleg bij enkele dieren die vervolgens verklankt worden. Er is ook een bezoek gepland aan het atelier van beeldend kunstenaar Koenraad Tinel. Duurzaamheid. We streven ernaar om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te maken: herbruikbaar of recycleerbaar materiaal, communicatie op FSC papier en gebruik van vegetale inkten, streek, bio- en seizoensproducten, de verdeling van de folder (tegelijk affiche) gebeurde per fiets of te voet. We laten de auto zo veel mogelijk aan de kant en wandelen van de ene locatie naar de andere. Helpt u mee? Naam en campagnebeeld. De naam van het festival duidt op het ‘weg zijn van klassieke muziek’ en op het ‘op weg zijn door het landschap van de ene plek waar klassieke muziek te horen is naar de andere’. Het campagnebeeld toont beeldend kunstenaar Koenraad Tinel in het stiltegebied van de Congoberg in Vollezele. Op de achtergrond staat Tinels atelier en woning, waar een van de concerten plaatsvindt. Tinel, die zelf een opleiding heeft gekregen als concertpianist, zit op een traktor met een oude buffetpiano achterop. De foto is het werk van fotografe Joke Floreal, en zo betrekken we de kunst van het fotograferen bij de kunst van het musiceren. 4
Praktische wenken voor de dagdeelnemers
Vervoer: we laten de auto’s ’s morgens achter op de parking en komen ’s avonds bij diezelfde parking terug. De verplaatsingen overdag gebeuren te voet, met de huifkar (zaterdag) en met de bus. Wie niet zou meedoen met de wandelingen en/of met de huifkartocht, vragen we om dat op voorhand te laten weten via
[email protected] (of eventueel via 0499 33 51 51). Kledij: het weer is soms onvoorspelbaar – voorzie u dus op de weersomstandigheden. We bewandelen ook soms paden die nog niet platgetreden zijn. Locaties: we hebben het voorrecht om te gast te zijn in enkele bijzondere locaties; de voetmat gebruiken bij het binnenkomen en ook zorg dragen voor de rest van de infrastructuur is dus het minste wat we kunnen doen. Voorbehouden plaatsen: voor de mensen met een festival- of dagticket is er bij elk concert een compartiment voorbehouden (vrije zit). Contactpersonen: de organisatoren dragen een badge tijdens het Festival; u mag hen te allen tijde aanspreken voor vragen, opmerkingen of suggesties. Bij problemen kunt u ook bellen naar Peter (0499 33 51 51) of Steven (0494 83 56 44). Losse tickets: aarzelt u vooral niet om kennissen aan te moedigen om ook deel te nemen aan het Festival. Festivaltickets en dagtickets zijn uitverkocht; er zijn wel nog een aantal losse tickets te krijgen voor de concerten van vrijdagavond in de Kerk van Vollezele, zaterdagmorgen in Hof Ter Rijst en zaterdagavond in de Kerk van Onze-LieveVrouw Lombeek.
5
Vrijdag 26 augustus 2011 Landschapsklanken in het stiltegebied De Congoberg in Galmaarden is een oeroude getuigenheuvel en erkend stiltegebied. Het is de ideale luisterpost om de oudste streekverhalen op te vangen en nadien op eigen manier verder te vertellen in subtiele landschapsklanken. 10.00 Sint-Pauluskerk Vollezele Oudstrijdersplein, 1570 Vollezele Start dagprogramma. Wandeling naar Villa Hellebosch Wandeling naar Villa Hellebosch (ca. 2 km) 11.00 Villa Hellebosch Heystraat 7, 1570 Vollezele Concert 1 (Jean Dubé) Aansluitend: middagmaal en mogelijkheid tot bezoek atelier Alexandra Cool 13.15 Villa Hellebosch Start gegidste wandeling naar Hof te Leysbroek Wandeling naar Hof te Leysbroek (ca. 3 km) 15.30 Hof te Leysbroek (Atelier Tinel) Repingestraat 91, 1570 Vollezele Concert 2 (Yves Saelens & Inge Spinette) Aansluitend: vieruurtje en bezoek atelier Tinel 17.45 Hof te Leysbroek Start wandeling naar Feestzaal Belvédère 6
Wandeling naar Feestzaal Belvédère (1,4 km) 18.15 Feestzaal Belvédère Molenstraat 4, 1570 Vollezele Avondeten Wandeling naar Kerk van Vollezele (0,6 km) 20.30 Sint-Pauluskerk Vollezele Oudstrijdersplein, 1570 Vollezele Concert 3 (Gavriel Lipkind)
Nota voor mensen met een los ticket: de wandelingen, de maaltijden en het vervoer zijn er enkel voor de ‘dagdeelnemers’ – de mensen met een Festival- of dagticket. Mensen met een los ticket kunnen op sommige plaatsen wel drank verkrijgen, tegen betaling en voor zover beschikbaar.
Congoberg Vollezele (foto RLZZZ) 7
Concert 1 Vrijdag 26 augustus 2011 - 11 uur Villa Hellebosch Vollezele Jean Dubé (piano) Programma: Franz Liszt (1811-1886), Années de Pèlerinage, Première Année Chapelle de Guillaume Tell Au lac de wallenstadt Pastorale Au bord d'une source Orage Vallée d'Obermann Eglogue Le Mal du Pays Les cloches de Genève
De drie bundels ‘Années de Pèlerinage’ van de tweehonderdjarige Franz Liszt zijn meesterwerken uit het pianorepertoire. Vele aspecten van Liszts muzikale stijl komen erin aan bod; ze zorgen voor halsbrekende virtuositeit en tegelijk voor intieme en emotionele schildering. Ze zijn ‘impressionistisch’ van aard, hoewel die term in de jaren 1830 nog niet bestond. De eerste bundel is gewijd aan Zwitserland en ontstond tussen 1848 en 1854. De meeste delen zijn herwerkte stukken uit Liszts Album d’un Voyageur uit 18351836. Zoals de titel het aangeeft was Liszt in de jaren 1830 nog een fervente reiziger; hij doorkruiste Europa als pianovirtuoos. Ook het tweede deel, ‘Italie’, componeerde hij nog tijdens die zogenaamde ‘Glanzperiode’. Na 1848 legde Liszt zich meer toe op het componeren. In de jaren 1870 schreef hij de derde bundel, die ook aan Italië gewijd is. Die stukjes zijn experimenteler van aard en minder virtuoos. Jean Dubé, piano Jean Dubé vertolkte al op zijn negende Mozarts vijfde pianoconcerto met het Orchestre Philharmonique de radio France. Op zijn veertiende studeerde hij af bij Jacques Rouvier in het Conservatoire National Supérieur de Paris. Hij is laureaat van verschillende internationale pianowedstrijden (Boekarest, Brive, Messiaen en Takasaki). Op zijn negentiende behaalde hij de Eerste Prijs én de publieksprijs 8
tijdens het Internationale Franz Liszt Pianoconcours in Utrecht. Hij was te gast als solist en als kamermusicus op internationale festivals en in concertzalen op de vijf continenten. Jean Dubé realiseerde talrijke cd-opnamen, onder meer met pianowerken van Liszt voor het label Naxos. Hij werkt momenteel aan een integrale opname van het piano-œuvre van Franz Liszt.
Villa Hellebosch Villa Hellebosch is een ruim landhuis, gelegen in het midden van een hectaren groot domein met een rustiek park, weiland en beukenbos, verborgen in de plooien van een arcadisch stukje platteland. Gastvrouw Alexandra Cool maakt van haar huis een plek waar schrijvers, vertalers, kunstenaars, componisten, denkers en academici in alle rust kunnen werken.
www.jeandubepiano.org www.hellebosch.com 9
Concert 2 Vrijdag 26 augustus 2011 - 15.30 uur Hof te Leysbroek (Atelier Koenraad Tinel) Vollezele Yves Saelens (tenor) & Inge Spinette (piano) Programma: Robert Schumann (1810-1856), Eichendorff Lieder, opus 39 (1840) In der Fremde Intermezzo Waldesgespräch Die Stille Mondnacht Schöne Fremde Auf einer Burg In der Fremde Wehmut Zwielicht Im Walde Frühlingsnacht Richard Strauss (1864-1949), Mädchenblumen, opus 22 (1888) Wasserrose Epheu Mohnblumen Kornblumen
Robert Schumann toont zich met zijn Eichendorff-cyclus een meester in het Lied-genre. Hij componeerde de cyclus in 1840, het jaar waarin hij vooral productief was in dit genre. De gedichten komen van Joseph Freiherr von Eichendorff (1788-1857). De kracht van Eichendorffs teksten zit vooral in hun eenvoud; de natuur komt aan bod op een erg sprekende wijze. Ook Mendelssohn, Brahms, Hugo Wolf en Richard Strauss maakten dankbaar gebruik van Eichendorffs poëzie. Een halve eeuw later componeerde Richard Strauss zijn Mädchenblumen op teksten van Julius Sophus Felix Dahn (1834-1912). Strauss bleef zijn hele leven lang gehecht aan het Lied-genre; zestig jaar na de Mädchenblumen – en een jaar vóór zijn overlijden componeerde hij nog de Vier letzte Lieder, waarvan het laatste, Im Abendrot, een tekst van Eichendorff verklankt. Daarnaast is Strauss vooral bekend omwille van zijn symfonische gedichten als Also sprach Zarathustra en Don Quichote en opera’s als Elektra en Der Rosenkavalier. Mädchenblumen is beslist een parel die het ontdekken waard is! 10
Tekst Eichendorff Lieder (Joseph Freiherr von Eichendorff)
In der Fremde Aus der Heimat hinter den Blitzen rot Da kommen die Wolken her, Aber Vater und Mutter sind lange tot, Es kennt mich dort keiner mehr. Wie bald, wie bald kommt die stille Zeit, Da ruhe ich auch, und über mir Rauscht die schöne Waldeinsamkeit, Und keiner kennt mich mehr hier. Intermezzo Dein Bildnis wunderselig Hab ich im Herzensgrund, Das sieht so frisch und fröhlich Mich an zu jeder Stund’. Mein Herz still in sich singet Ein altes schönes Lied, Das in die Luft sich schwinget Und zu dir eilig zieht. Waldesgespräch Es ist schon spät, es wird schon kalt, Was reitst du einsam durch den Wald? Der Wald ist lang, du bist allein, Du schöne Braut! Ich führ dich heim! “Groß ist der Männer Trug und List, Vor Schmerz mein Herz gebrochen ist, Wohl irrt das Waldhorn her und hin, O flieh! Du weißt nicht, wer ich bin.” So reich geschmückt ist Roß und Weib, So wunderschön der junge Leib, Jetzt kenn ich dich - Gott steh mir bei! Du bist die Hexe Lorelei. “Du kennst mich wohl - von hohem Stein Schaut still mein Schloß tief in den Rhein. Es ist schon spät, es ist schon kalt, Kommst nimmermehr aus diesem Wald.” Die Stille Es weiß und rät es doch keiner,
Wie mir so wohl ist, so wohl! Ach, wüßt es nur einer, nur einer, Kein Mensch es sonst wissen sollt! So still ist’s nicht draußen im Schnee, So stumm und verschwiegen sind Die Sterne nicht in der Höh, Als meine Gedanken sind. Ich wünscht’, ich wäre ein Vöglein Und zöge über das Meer, Wohl über das Meer und weiter, Bis daß ich im Himmel wär! Mondnacht Es war, als hätt’ der Himmel, Die Erde still geküßt, Daß sie im Blütenschimmer Von ihm nur träumen müßt. Die Luft ging durch die Felder, Die Ähren wogten sacht, Es rauschten leis die Wälder, So sternklar war die Nacht. Und meine Seele spannte Weit ihre Flügel aus, Flog durch die stillen Lande, Als flöge sie nach Haus. Schöne Fremde Es rauschen die Wipfel und schauern, Als machten zu dieser Stund Um die halbversunkenen Mauern Die alten Götter die Rund. Hier hinter den Myrtenbäumen In heimlich dämmernder Pracht, Was sprichst du wirr wie in Träumen Zu mir, phantastische Nacht? Es funkeln auf mich alle Sterne Mit glühendem Liebesblick, Es redet trunken die Ferne Wie vom künftigem, großem Glück. 11
Auf einer Burg Eingeschlafen auf der Lauer Oben ist der alte Ritter; Drüber gehen Regenschauer, Und der Wald rauscht durch das Gitter. Eingewachsen Bart und Haare Und versteinert Brust und Krause, Sitzt er viele hundert Jahre Oben in der stillen Klause.
Es lassen Nachtigallen, Spielt draußen Frühlingsluft, Der Sehnsucht Lied erschallen Aus ihres Kerkers Gruft. Da lauschen alle Herzen, Und alles ist erfreut, Doch keiner fühlt die Schmerzen, Im Lied das tiefe Leid.
Draußen ist es still’ und friedlich, Alle sind ins Tal gezogen, Waldesvögel einsam singen In den leeren Fensterbogen.
Zwielicht Dämmrung will die Flügel spreiten, Schaurig rühren sich die Bäume, Wolken ziehn wie schwere Träume Was will dieses Grau’n bedeuten?
Eine Hochzeit fährt da unten Auf dem Rhein im Sonnenscheine, Musikanten spielen munter, Und die schöne Braut, die weinet.
Hast ein Reh du lieb vor andern, Laß es nicht alleine grasen, Jäger ziehn im Wald und blasen, Stimmen hin und wieder wandern.
In der Fremde Ich hör’ die Bächlein rauschen Im Walde her und hin. Im Walde, in dem Rauschen, Ich weiß nicht, wo ich bin.
Hast du einen Freund hienieden, Trau ihm nicht zu dieser Stunde, Freundlich wohl mit Aug’ und Munde, Sinnt er Krieg im tück’schen Frieden.
Die Nachtigallen schlagen Hier in der Einsamkeit, Als wollten sie was sagen Von der alten, schönen Zeit. Die Mondesschimmer fliegen, Als säh ich unter mir Das Schloß im Tale liegen, Und ist doch so weit von hier! Als müßte in dem Garten, Voll Rosen weiß und rot, Meine Liebste auf mich warten, Und ist doch so lange tot. Wehmut Ich kann wohl manchmal singen, Als ob ich fröhlich sei, Doch heimlich Tränen dringen, Da wird das Herz mir frei. 12
Was heut gehet müde unter, Hebt sich morgen neu geboren. Manches geht in Nacht verloren Hüte dich, sei wach und munter! Im Walde Es zog eine Hochzeit den Berg entlang, Ich hörte die Vögel schlagen, Da blitzten viel Reiter, das Waldhorn klang, Das war ein lustiges Jagen! Der Bräutigem küsste die blasse Braut, die Mutter sprach leis’, “Nicht klagen!” Fort schmettert das Horn durch die Schluchten laut, Es war ein lustiges Jagen! Und eh’ ich’s gedacht, war alles verhallt, Die Nacht bedecket die Runde, Nur von den Bergen noch rauschet der Wald Und mich schauert’s im Herzensgrunde.
Frühlingsnacht Über’n Garten durch die Lüfte Hört’ ich Wandervögel ziehn, Das bedeutet Frühlingsdüfte, Unten fängt’s schon an zu blühn.
Alle Wunder wieder scheinen Mit dem Mondesglanz herein. Und der Mond, die Sterne sagen’s, Und im Traume rauscht’s der Hain, Und die Nachtigallen schlagen’s: Sie ist deine! Sie ist dein!
Jauchzen möcht’ ich, möchte weinen, Ist mir’s doch, als könnt’s nicht sein!
Tekst Mädchenblumen (Felix Ludwig Julius Dahn) Kornblumen Kornblumen nenn ich die Gestalten, die milden mit den blauen Augen, die, anspruchslos in stillem Walten, den Tau des Friedens, den sie saugen aus ihren eigenen klaren Seelen, mitteilen allem, dem sie nahen, bewußtlos der Gefühlsjuwelen, die sie von Himmelshand empfahn. Dir wir so wohl in ihrer Nähe, als gingst du durch ein Saatgefilde, durch das der Hauch des Abends wehe, voll frommen Friedens und voll Milde. Mohnblumen Mohnblumen sind die runden, rotblutigen gesunden, die sommersproßgebraunten, die immer froh gelaunten, kreuzbraven, kreuzfidelen, tanznimmermüden Seelen; die unter’m Lachen weinen und nur geboren scheinen, die Kornblumen zu necken, und dennoch oft verstecken die weichsten, besten Herzen, im Schlinggewächs von Scherzen; die man, weiß Gott, mit Küssen ersticken würde müssen, wär’ man nicht immer bange, umarmest du die Range, sie springt ein voller Brander aufflammend auseinander.
Epheu Aber Epheu nenn’ ich jene Mädchen mit den sanften Worten, mit dem Haar, dem schlichten, hellen um den leis’ gewölbten Brau’n, mit den braunen seelenvollen Rehenaugen, die in Tränen steh’n so oft, in ihren Tränen gerade sind unwiderstehlich; ohne Kraft und Selbstgefühl, schmucklos mit verborg'ner Blüte, doch mit unerschöpflich tiefer treuer inniger Empfindung können sie mit eigner Triebkraft nie sich heben aus den Wurzeln, sind geboren, sich zu ranken liebend um ein ander Leben: an der ersten Lieb’umrankung hängt ihr ganzes Lebensschicksal, denn sie zählen zu den seltnen Blumen, die nur einmal blühen. Wasserrose Kennst du die Blume, die märchenhafte, sagengefeierte Wasserrose? Sie wiegt auf ätherischem, schlankem Schafte das durchsicht’ge Haupt, das farbenlose, sie blüht auf schilfigem Teich im Haine, gehütet vom Schwan, der umkreiset sie einsam, sie erschließt sich nur dem Mondenscheine, mit dem ihr der silberne Schimmer gemeinsam: so blüht sie, die zaub’rische Schwester der Sterne, umschwärmt von der träumerisch dunklen Phaläne, 13
die am Rande des Teichs sich sehnet von ferne, und sie nimmer erreicht, wie sehr sie sich sehne. Wasserrose, so nenn’ ich die schlanke, Nachtlock’ge Maid, alabastern von Wangen, in dem Auge der ahnende tiefe Gedanke, als sei sie ein Geist und auf Erden gefangen. Wenn sie spricht, ist’s wie silbernes Wogenrauschen,
wenn sie schweigt, ist’s die ahnende Stille der Mondnacht; sie scheint mit den Sternen Blicke zu tauschen, deren Sprache die gleiche Natur sie gewohnt macht; du kannst nie ermüden, in’s Aug’ ihr zu schau’n, das die seidne, lange Wimper umsäumt hat, und du glaubst, wie bezaubernd von seligem Grau’n, was je die Romantik von Elfen geträumt hat.
Yves Saelens, tenor De Belgische tenor Yves Saelens studeerde in het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Dina Grossberger en in de Juilliard School in New York bij Ed Zambara. Vanaf 1995 won hij diverse prijzen op nationale en internationale wedstrijden, onder meer in New York, Santa Barbara en Salzburg. Hij was al solist in talrijke cantates en oratorio’s in heel Europa, Noord-Amerika en Azië. Zijn repertoire omvat werken van Haendel tot Andrew Lloyd Webber. Op operagebied was hij te horen in talrijke rollen van onder meer Berlioz, Gluck, Janacek, Mozart, Puccini en Wagner. Hij zong in operatheaters in diverse Belgische, Franse en Duitse steden en in Monte-Carlo, Toronto, Indianapolis en Barcelona. Met Inge Spinette maakte hij talrijke cd-opnamen met werk van Wolf, Tosti, Schumann, Beethoven, Strauss, Schubert en Grieg. Inge Spinette, piano Inge Spinette studeerde piano in het Koninklijk Conservatorium Brussel en Liedbegeleiding in de Guildhall School of Music and Drama in London-Barbican. Sinds 1992 werkt ze in de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel met vele internationaal gerenommeerde zangers en dirigenten. Ze heeft ook een klas Liedbegeleiding in het Koninklijk Conservatorium Brussel. Inge Spinette begeleidt regelmatig zangwedstrijden en masterclasses. Als liedbegeleidster was ze te horen op talrijke grote podia in binnen- en buitenland, samen met onder meer José van Dam, Sophie Koch, Katarina Gubanova, Christianne Stotijn en Nathan Berg. Ze vormt duo’s met Hendrickje Van Kerckhove (Rising Star), Ilse Eerens, Rolande Van der Paal, Yves Saelens en Jan Van der Crabben. Met pianist Jan Michiels vormt ze een pianoduo sinds 1990 en hun samenwerking werd vastgelegd in vele cd-opnames. 14
Hof te Leysbroek In de schaduw van de Congoberg in Vollezele ligt Hof te Leysbroek, een oude abdijhoeve e die al in 1231 vermeld werd. De huidige vierkantshoeve vindt zijn oorsprong in de 18 eeuw. De vijver is een overblijfsel van het middeleeuws omwaterd hof. Met de Congoberg is een belangrijke brok sociale en rurale geschiedenis van de regio verbonden. Het heeft voor Vlaanderen een uitzonderlijk oud bodemarchief bewaard. Hof te Leysbroek, een van de oudste en markantste hoeves van de streek met nog gedeeltelijke omgrachting, is beeldbepalend gelegen in de diepte van dit zeldzaam gaaf gebleven landschap. Het hof werd dan ook in 2001 beschermd als monument. Leysbroek is nu de thuishaven van beeldend kunstenaar Koenraad Tinel. Hij kan er in alle rust en stilte werken aan zijn sculpturen en tekeningen. www.yvessaelens.com www.ingespinette.be www.koenraadtinel.be
Hof te Leysbroek (foto Joke Floreal) 15
Concert 3 Vrijdag 26 augustus 2011 - 20.30 uur Sint-Pauluskerk Vollezele Gavriel Lipkind (cello) Programma: Gaspar Cassado (1897-1966), Introduzione e danza finale Johann Sebastian Bach (1685-1750), Suite nr. 3 in C (BWV 1009) Prelude Allemande Courante Sarabande Bourrée Gigue Paul Ben Haim (1897-1984), werk voor cello solo Domenico Gabrielli (1651/1659-1690), Ricercar nr. 5 György Ligeti (1923-2006), Sonata Dialogo – Adagio, rubato cantabile Capriccio – Presto con slancio
De ongekende klankenrijkdom van de cello komt in een solorecital goed tot uiting. Gavriel Lipkind maakte in zijn drukke concert- en doceeragenda plaats voor een optreden in de rust van het Pajottenland. Hij brengt een greep uit drie eeuwen cellomuziek. Domenico Gabrielli was een Italiaanse barokcomponist en cellist. Hij schreef als een van de eersten werken voor cello solo, waaronder zeven ricercari. Rond 1720 componeerde Johann Sebastian Bach zijn zes Suites a Violoncello Solo. Ze komen erg polyfoon over door dubbelgrepen, akkoorden en arpeggio’s en een onder- en bovenstem die na elkaar worden gespeeld. Tweehonderd jaar later ontstond de Suite van de Spaanse cellist Gaspar Cassado, waarvan het derde deel Introduzione e danza finale als titel meekreeg. De cellisten hadden toen al hun voordeel gedaan met de vele verbeteringen die in de loop van de negentiende eeuw aan de cellotechniek waren toegebracht, onder meer door de Halse cellovirtuoos François Servais (1807-1866). Ook de magistrale Sonate van György Ligeti mocht niet ontbreken. De Sonate dateert van 1948-1952, maar veroverde pas vanaf de jaren 1980 een plaats in het cellorepertoire. Over de eerste beweging zei Ligeti: “It’s a dialogue. Because it’s like two people, a man and a woman, conversing.”
16
Gavriel Lipkind, cello Gavriel Lipkind studeerde bij Uzi Wiesel in zijn geboortestad Tel-Aviv en trad als kind op met orkesten als de Israel Philharmonic, Munchner Philharmoniker en Baltimore Symphony en dirigenten als Zubin Mehta, Yehudi Menuhin, Gidon Kremer en Pinchas Zukerman. Nu geeft hij zelf masterclasses en optredens in de meest prominente concertzalen over de hele wereld. Hij probeert op een radicale, consequente manier oude partituren als volstrekt nieuw te benaderen, zonder aan kwaliteit in te boeten. In 2011 komen de eerste delen van de reeks “Cello Heroics” uit, een serie opnamen met alle belangrijke celloconcerten. De zelfgeproduceerde opnames van Lipkind onderscheiden zich niet alleen muzikaal, maar ook op het gebied van geluidstechniek en ontwerp en kregen om die reden al enkele belangrijke prijzen.
Sint-Pauluskerk De Sint-Pauluskerk werd gebouwd in 1776-1777 door de abdij van Vorst, ter vervanging van de veertiende-eeuwse kerk. Het gebouw is rechthoekig van vorm, de toren heeft een eigenaardige kap en een peervormige naald. Binnenin heeft de kerk voornamelijk een 18eeeuws meubilair. www.lipkind.info
17
Zaterdag 27 augustus 2011
Groetjes van de Kesterheide Stap aan boord van de huifkar voor een tijdsreis door 5000 jaar mensgemaakt landschap. In een geëigend ritme leidt de Weg van Klassiek door het Pajotse ‘ommeland’ en langs het hoogste punt van de regio, de Kesterheide.
9.30
Parking Kasteel Ter Rijst Terrest z/n, 1670 Heikruis Start dagprogramma. Wandeling in Domein Ter Rijst Gegidste wandeling in Domein Ter Rijst, naar Hof Ter Rijst
11.00 Hof Ter Rijst Terrest 1, 1670 Heikruis Concert 4 (Bram Nolf, Luc Devos & Dirk Draulans) Aansluitend: middagmaal 12.50 Hof Ter Rijst Start huifkartocht Huifkartocht naar het Kasteel van Saffelberg (12 km) halte op Kesterheide (muzikaal intermezzo door Kim Delcour halte bij Educatief Centrum De Paddenbroek (Paddenbroekstraat 12, 1755 Gooik) voor vieruurtje klaargemaakt door Sander Godfroid 17.00 Kasteel van Saffelberg Oplombeekstraat 6, 1755 Gooik Concert 5 (Tetra Lyre) Aansluitend: wandeling naar Gastenhof Ter Lombeek 18
Wandeling naar Gastenhof Ter Lombeek (2,7 km) 18.50 Gastenhof Ter Lombeek Koning Albertstraat 137, 1760 Roosdaal Avondeten Wandeling naar Kerk van Onze-Lieve-Vrouw Lombeek (400 meter) 20.30 Onze-Lieve-Vrouwekerk Onze-Lieve-Vrouw Lombeek Koning Albertstraat, 1760 Roosdaal Concert 6 (Helios-Trio & Nana Kawamura) Aansluitend: vertrek bus naar parking Kasteel Ter Rijst Met de bus naar parking Kasteel Ter Rijst
Nota voor mensen met een los ticket: de wandelingen, de maaltijden en het vervoer zijn er enkel voor de ‘dagdeelnemers’ – de mensen met een Festival- of dagticket. Mensen met een los ticket kunnen op sommige plaatsen wel drank verkrijgen, tegen betaling en voor zover beschikbaar.
Kim Delcour Kim Delcour studeerde blokfluit en schriftuur aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en is ook professioneel doedelzakspeler, componist en arrangeur. Hij is de stichter en drijvende kracht achter (BUB) en De Geest Van De Kesterheide, maakt deel uit van het experimenteel improvisatie-duo Razen en was muzikant bij verschillende muziektheaterproducties van het Muziek Lod, TG Ceremonia, Tranparant en Alibi-collectief en sessiemuzikant bij Zefiro Torna en Neeka.
19
Concert 4 Zaterdag 27 augustus 2011 - 11 uur Hof Ter Rijst Heikruis Bram Nolf (hobo), Luc Devos (piano), Dirk Draulans (bioloog) Programma: Benjamin Britten (1913-1976), Two Insect Pieces: The grasshopper (de sprinkhaan); The wasp (de wesp) Edvard Grieg (1843-1907), Sommerfugl (vlinder) Antal Dorati (1906-1988), La cigale et la fourmi (de krekel en de mier) Emmanuel Durlet (1893-1977), De gevleugelde mier Jan Van Landeghem (°1954), Specht Michael Berkeley (°1948), Snake (slang) Bela Bartok (1881-1945), Mese a kis légyröl (het dagboek van een vlieg) Antonio Pasculli (1842-1924), Le api (de bijen)
Aan de hand van muziek geïnspireerd op de dierenwereld vertelt Dirk Draulans ons in zijn pittige stijl over allemaal beestjes. In de negentiende eeuw trokken vlinders en bijen de aandacht van Edvard Grieg en Antonio Pasculli. De Belgen Emmanuel Durlet en Jan Van Landeghem verklanken de mier en de specht. Dankzij Benjamin Britten, Antal Dorati en Bela Bartok vliegen ook de sprinkhaan, de wesp, de krekel en de vlieg voorbij.
Bram Nolf, hobo Bram Nolf studeerde in de Conservatoria van Gent en Rotterdam. Tijdens zijn studies werd hij geselecteerd voor verschillende internationale jeugdorkesten, met dirigenten als Kurt Sanderling, Pierre Boulez en Claudio Abbado. Sinds 1999 is hij solo-althoboïst in het Nationaal Orkest van België. Ook het Collegium Instrumentale Brugense en Emanon rekenen hem tot hun vaste kern. Daarnaast is hij een veelgevraagd freelance musicus bij bijna alle binnenlandse orkesten en bij onder meer het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest in Hilversum en L’Orchestre Philharmonique de Luxembourg. Bram Nolf trad al als solist op met het Collegium Instrumentale Brugense, I Fiamminghi, Il Novecento, het Nederlands Ballet Orkest, het Nieuw Vlaams Symfonieorkest, Prima la Musica, l’Orchestre Royal de Chambre de Wallonie en het Nationaal Orkest van België. 20
Luc Devos, piano Luc Devos gaf zijn eerste openbaar optreden toen hij zeven was. Hij studeerde in 1979 af in het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij André De Groote en studeerde verder in Parijs bij Vlado Perlemuter en in Londen bij Peter Feuchtwanger. Luc Devos concerteerde als solist met alle Belgische orkesten en een hele reeks buitenlandse. Zijn concertreizen brachten hem naar vrijwel alle Europese landen, Japan, Zaïre, Mexico en Canada. Hij vertolkte ook al vaak kamermuziek, met onder meer Yuzuko Horigome, Philippe Hirschhorn, France Springuel, Arthur Grumiaux, José Van Dam, Barthold en Sigiswald Kuijken en Viviane Spanoghe. Hij is de pianist van het Arthur Grumiaux Trio en is regelmatig te gast bij Europese radio- en televisiestations voor optredens en commentaar. Zelf bracht hij verscheidene cd’s uit met solo-pianowerk, met viool en met zang. Dirk Draulans, bioloog Dirk Draulans is Licentiaat Dierkunde en Doctor in de Wetenschappen, specialisatie gedragsecologie. Hij werkte enkele jaren aan de KULeuven en de universiteit van Oxford. Hij schreef een vijftigtal wetenschappelijke publicaties en maakte als ornitholoog tal van wetenschappelijke expedities mee. Dirk Draulans zet zich in voor de popularisering van de sociobiologie. Hij is daarom vaak te zien of te horen in de media. Zo was hij van 2003 tot 2006 een vaste gast in De Laatste Show. Hij maakte deel uit van de ploeg die voor VPRO en Canvas 10 maanden in het zog van Charles Darwin de wereldzeeën afreisde. Als redacteur bij Knack schrijft hij sinds 1987 reportages over over ‘affaires’ die dikwijls een wetenschappelijk tintje hebben en over ‘hete hangijzers’ in de wereld. Hij schreef ook al twaalf boeken, waaronder romans en reisverhalen.
Hof Ter Rijst Het domein Ter Rijst in de gemeente Heikruis was vroeger een ‘Heerlijkheid’. Het 19eeeuwse kasteel heeft een bewogen geschiedenis van duizend jaar. Daarnaast ligt de hoeve ‘Hof Ter Rijst’. Het uitgestrekte park is een must voor de natuurliefhebber; een ornitholoog weet niet waar eerst te kijken of te luisteren. www.bramnolf.be
21
Concert 5 Zaterdag 27 augustus 2011 - 17 uur Kasteel van Saffelberg Gooik Tetra Lyre & Koenraad Hofman* (contrabas) * Laureaat van de Dexia-prijs
Programma Robert Schumann (1810-1856), Waldszenen, opus 82 (1848-49) Eintritt Jäger auf der Lauer Einsame Blumen Verrufene Stelle Freundliche Landschaft Herberge Vogel als Prophet Jagdlied Abschied Franz Schubert (1797-1828), Kwintet in A (Forellenquintett) (D.667) (1819) Allegro vivace Andante Scherzo: Presto Thema mit Variationen: Andantino Finale: Allegro giusto
We horen pianist Jan Michiels solo aan het werk in de Waldszenen van Robert Schumann. Natuurschildering is in die negen korte stukjes alomtegenwoordig. De bundel zweeft qua sfeer tussen het intieme poëtische van Schumanns Kinderszenen en meer donkere, eenzame kleuren. Schumann was zijn carrière begonnen als concertpianist en beheerste de technische en expressieve mogelijkheden van het instrument dus als geen ander. Het Forellenkwintet van Schubert kon in dit natuur-muziekfestival niet ontbreken. De naam van dit pianokwintet komt van het vierde deel, waarin Schubert zijn lied Die Forelle als basis gebruikt voor zijn variaties. Het is Schuberts enige pianokwintet. Hij componeerde het in 1819, maar het werd pas tien jaar later gepubliceerd, een jaar na Schuberts overlijden. Het werk heeft een originele en vernieuwende harmonische taal en speelt met klankkleuren.
22
Tetra Lyre Tetra Lyre is een organisch gegroeid ensemble van gelijkgestemde musici. Alle musici hebben een stevige ervaring in de kamermuziek of als solist. Vanuit de canon van het negentiende-eeuwse kamermuziekrepertoire verkent het de muziekgeschiedenis met als leidraad ‘Ascolta!’ – de uitroep van Prometheus in ‘Prometeo’ van Luigi Nono: de traditie als grote en eigentijdse uitdaging. Klassieke en romantische kamermuziek staat vaak op het programma, maar ook bekend hedendaags repertoire en creaties komen aan bod. Nana Kawamura startte met vioolles in 1978. Ze studeerde bij Akiko Tatsumi in Tokyo, bij Christian Ivaldi in Parijs en bij Igor Oistrakh en Yuzuko Horigome in Brussel. Vanaf 1989 behaalde ze prijzen in diverse nationale en internationale wedstrijden in Japan, Rusland en Spanje. In 2002 werd ze assistente van Yuzuko Horigome in het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Ze is concertmeester van het Brussels Chamber Orchestra en eerste violiste van het Orkest van de Muntschouwburg. Tony Nys studeerde in het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Clemens Quatacker en behaalde zijn meesterdiploma viool bij Philippe Hirschhorn. Als altviolist speelt hij zowel in orkesten als in kamermuziekformaties. Hij concerteerde onder leiding van wereldvermaarde dirigenten als Abbado, Fischer, Bernstein en Boulez. Met het Quatuor Danel speelde hij op de meest prestigieuze Europese concertpodia. Geert De Bièvre studeerde bij Edmond Carlier in Brussel, Hans Mannes in Leuven en Christoph Henkel in Freiburg. Hij verzorgde verschillende soloconcerten en radio- en televisieopnames. Hij was enkele jaren lid van het Nieuw Belgisch Kamerorkest en I Fiamminghi en het Prometheus Ensemble. Hij is docent in het Lemmensinstituut in Leuven en leraar cello in de muziekacademie van Lier. Hij maakt deel uit van Ictus. Jan Michiels studeerde bij Abel Matthys in het Koninklijk Conservatorium Brussel en bij Hans Leygraf in de Hochschule der Künste Berlin. In 1991 werd hij laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd. Hij is docent piano in het Koninklijk Conservatorium Brussel. Jan Michiels treedt regelmatig als solist of in kamermuziekverband op in diverse muziekcentra in Europa en Azië. Zijn repertoire reikt van 23
Bach tot vandaag. Hij zorgde voor integrale opnames van de Beethovensonates, het pianowerk van Schoenberg, Webern en Berg en alle kamermuziek met piano van Johannes Brahms. Koenraad Hofman, contrabas Koenraad Hofman studeerde contrabas en kamermuziek in het Conservatorium van Brussel bij Maurice Aerts, Etienne Siebens en Arie van Lysebeth. Van 1996 tot 2003 was hij solobassist van het strijkorkest Amsterdam Sinfonietta. Dezelfde functie bekleedt hij ook in het European Union Chamber Orchestra. Sinds 2004 is hij aanvoerder contrabas van het Symfonieorkest van Vlaanderen in Brugge. Koenraad Hofman concerteerde in heel Europa en ook in Zuid-Afrika, de Verenigde Staten, Rusland, Azië en Zuid-Amerika.
Kasteel van Saffelberg Het Kasteel van Saffelberg staat op een eeuwenoud domein, en is een eeuw geleden gebouwd in Franse neo-renaissancestijl ter vervanging van het bestaande kasteel. De voorbije jaren onderging het kasteel een metamorfose, zodat het opnieuw de uitstraling heeft van weleer.
www.kasteelvansaffelberg.be 24
Concert 6 Zaterdag 27 augustus 2011 - 20.30 uur Kerk O.L.V. Lombeek Helios-Trio (Luc Bergé, hoorn; Luk Nielandt, hobo & Regine Willems, piano) & Nana Kawamura (viool) Programma Carl Reinecke (1824-1910), Trio in a, opus 188 (1888) Allegro moderato Scherzo Adagio Finale. Allegro ma non troppo Peter Benoit (1834-1901), In de velden (1869) Johannes Brahms (1833-1897), Hoorntrio in Es opus 40 (1865) Andante Scherzo (Allegro) Adagio mesto Allegro con brio
Carl Reinecke begon zijn carrière als pianovirtuoos en was nadien 35 jaar lang dirigent van het Gewandhausorchester in Leipzig. Hij doceerde in Leipzig ook compositie, onder meer aan Edvard Grieg, Léos Janacek, Max Bruch en de Belg Jan Blockx. Hij schreef zelf meer dan driehonderd gepubliceerde werken, waaronder heel wat kamermuziek. Zijn trio voor piano, hobo en hoorn in la klein componeerde hij in 1886. De hobo komt prominent naar voor in het ‘In de velden’ van Harelbekenaar Peter Benoit. Benoit schreef het oorspronkelijk voor hobo en strijkkwintet, in 1869, twee jaar nadat hij directeur was geworden van het latere Antwerpse conservatorium. Johannes Brahms’ Hoorntrio verklankt een verblijf in het Zwarte Woud en kreeg daarom ook ‘Waldhorn trio’ als bijnaam. Brahms schreef het werk voor natuurhoorn omdat die e klank de 19 -eeuwse luisteraars meteen deed denken aan de natuur en de jacht. De klankkleur van de natuurhoorn is bovendien ook somberder en melancholischer – hij had enkele maanden voordien zijn moeder verloren en droeg het trio ook aan haar op. In diezelfde periode werkte Brahms ook aan zijn Ein Deutsches Requiem. Tegenwoordig kan een geoefend hoornist de klankkleur van een natuurhoorn vrij goed benaderen met een moderne hoorn, zeker als hij zoals Luc Bergé ook regelmatig de natuurhoorn bespeelt. De moderne hoorn heeft als voordeel dat de frasering van de lange melodische lijnen, zo typisch voor Brahms, veel beter tot uiting kan komen. 25
Luc Bergé, hoorn Luc Bergé studeerde in de conservatoria van Antwerpen en Brussel. Hij was achtereenvolgens hoornsolo bij de Opéra de Wallonie, het Nationaal Orkest van België, het Nieuw Belgisch Kamerorkest en I Fiamminghi. De laatste jaren specialiseerde hij zich in de natuurhoorn en romantische hoorn. Luc Bergé treedt regelmatig op als solist met onder meer Les Arts Florissants, Les Musiciens du Louvre, Prima La Musica en het Orchestre de Chambre de Wallonie. Zijn solo-cd’s kregen lovende kritieken in de internationale pers. Momenteel is hij freelance hoornist op zowel moderne als oude hoorn. Hij is de vaste hoornist van het Prometheus Ensemble, de hoornsolist van het Orchestre des Champs Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe en hoorndocent in de conservatoria van Brussel en Leuven. Luk Nielandt, hobo Luk Nielandt studeerde in Antwerpen, Amsterdam en Parijs. In 1985 werd hij solohoboïst van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen en in 1992 van Het Brabants Orkest in Eindhoven. Hij is al tien jaar solohoboïst van de Koninklijke Muntschouwburg/ Nationale Opera in Brussel en lid van het kamermuziekensemble van de Munt. Hij speelt regelmatig in het Prometheus Ensemble en het blazersensemble Serenata Forlana. Luk Nielandt geeft geregeld masterclasses en doceert in het Conservatorium van Antwerpen. Régine Willems, piano Régine Willems studeerde piano en kamermuziek in het Conservatorium van Antwerpen en in het Lemmensinstituut in Leuven, waar ze nu zelf doceert. Ze behaalde een onderscheiding in de Orpheuswedstrijd voor hedendaagse kamermuziek en was onder meer te gast op het Festival Cervantino/Mexico, het Festival van Vlaanderen en het Festival de Wallonie. Ze speelt regelmatig met onder meer Serenata Forlana, I Solisti del Vento en het kamermuziekensemble van De Munt. 26
Nana Kawamura, viool Nana Kawamura startte met vioolles in 1978. Ze studeerde bij Akiko Tatsumi in Tokyo, bij Christian Ivaldi in Parijs en bij Igor Oistrakh en Yuzuko Horigome in Brussel. Vanaf 1989 behaalde ze prijzen in diverse nationale en internationale wedstrijden in Japan, Rusland en Spanje. In 2002 werd ze assistente van Yuzuko Horigome in het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Ze is concertmeester van het Brussels Chamber Orchestra, eerste violiste van het Orkest van de Muntschouwburg en violiste van het pianokwartet Tetra Lyre.
Kerk Onze-Lieve-Vrouw Lombeek De verkiezing tot ‘mooiste dorp van Vlaanderen’ heeft Onze-Lieve-Vrouw Lombeek wellicht voor een stuk te danken aan de monumentale kerk. De vroeggotische OnzeLieve-Vrouwekerk dateert uit de 13e eeuw en bevat rococomeubilair uit de 18e eeuw. Het wereldberoemde houten retabel stamt uit de periode 1520-1530.
27
Zondag 28 augustus 2011 Landschapskneden in de Moeille Van op de gemeenschappelijke gronden van een oude dries leiden trage wegen langs de Moeille van Eizeringen. In die trog in het landschap worden oude meidoornhagen, boomgaarden en vruchtbare akkers nog steeds gekneed tot hét streekproduct van het Pajottenland. 10.00 Parking Kasteel van Gaasbeek Kasteelstraat 40, 1750 Gaasbeek Start dagprogramma. Met de bus naar Kasteel van Eizeringen Met de bus naar het Kasteel van Eizeringen 11.00 Kasteel van Eizeringen Luitenant Jacopsstraat 39, 1750 Eizeringen Concert 7 (Yossif Ivanov & Luc Devos) Aansluitend: middagmaal 12.55 Kasteel van Eizeringen Start gegidste wandeling naar Sint-Martens-Lennik
Gegidste wandeling naar Sint-Martens-Lennik (4 km) en vandaar met de bus naar de Melkerij (alternatief: vertrek ca. 14 uur met de bus van Kasteel van Eizeringen tot de Melkerij)
15.00 De Melkerij Onderstraat 17, 1750 Gaasbeek Concert 8 (Ilse Eerens en Hans Eijsackers) 28
Aansluitend: wandeling naar Kasteel van Gaasbeek Wandeling naar Kasteel van Gaasbeek 17.00 Kasteel van Gaasbeek Kasteelstraat 40, 1750 Gaasbeek Concert 9 (I Solisti del Vento) Aansluitend slotreceptie en avondeten
Nota voor mensen met een los ticket: de wandelingen, de maaltijden en het vervoer zijn er enkel voor de ‘dagdeelnemers’ – de mensen met een Festival- of dagticket. Mensen met een los ticket kunnen op sommige plaatsen wel drank verkrijgen, tegen betaling en voor zover beschikbaar.
Kasteel van Eizeringen (foto RLZZZ) 29
Concert 7 Zondag 28 augustus 2011 - 11 uur Kasteel van Eizeringen Yossif Ivanov (viool) & Luc Devos (piano) Programma Ludwig van Beethoven (1770-1827), Sonate nr. 5 in F (Frühlingssonate), opus 24 (1801) Allegro Adagio molto expressivo Scherzo: Allegro molto Rondo: Allegro ma non troppo Eugène Ysaÿe (1858-1931), Sonate opus 27 nr. 3 in d, ‘Ballade’ (1923) Ballades; Lento molto sostenuto Allegro in tempo giusto e con bravura Camille Saint-Saëns (1835-1921), Introduction et Rondo capriccioso, opus 28 (1863) Ludwig van Beethovens eerste drie vioolsonates dateren van 1798 en zijn volgende drie – waaronder de Frühlingssonate – ontstonden drie jaar later. Op dat moment was de gebruikelijke duosonate niet veel meer dan een ‘sonate voor piano met begeleiding van viool (of fluit)’ en eenvoudig om te spelen. Bij Beethoven komt de viool op de voorgrond en gebruikt hij muzikale ideeën, in navolging van Mozart. Bovendien laat Beethoven de traditionele drieledige structuur van de sonate los, ten voordele van een vierdelige structuur zoals dat in de symfonie gebruikelijk is. De vooruitstrevende Weense componist kreeg zware kritiek te verduren... Yossif Ivanov laat zijn stradivarius zingen in de Sonate opus 27 nr. 3 van Eugène Ysaÿe, zijn landgenoot en voorganger als vioolvirtuoos. Die Sonate, bijgenaamd ‘Ballade’, componeerde Ysaÿe in 1923, na een rijkgevulde carrière als virtuoos en pedagoog. Hij droeg de sonate op aan Georges Enesco, zelf ook violist en componist. Het idee voor deze en de vijf andere sonates in zijn Six sonates pour violon solo, opus 27, kreeg Ysaÿe na het beluisteren van Bachs sonate voor viool solo in sol klein. Hij wou solosonates schrijven met de muzikale en technische mogelijkheden van de twintigste eeuw. Voor bravoure zorgt Camille Saint-Saëns met zijn Introduction et Rondo capriccioso uit 1863, oorspronkelijk gecomponeerd voor viool en orkest. Het werk is opgedragen aan Pablo de Sarasate, die het in première speelde in 1867. Uit deze compositie blijkt duidelijk Saint-Saëns diepgaande kennis van de technische en expressieve mogelijkheden van het instrument. 30
Yossif Ivanov, viool Yossif Ivanov studeerde viool bij Zakhar Bron in Lübeck, daarna bij Igor & Valéry Oistrakh in het Koninklijk Conservatorium van Brussel en in de Muziekkapel Koningin Elisabeth bij Augustin Dumay. Hij kan terugblikken op een indrukwekkende lijst van onderscheidingen en concerten op belangrijke podia. Zo won hij de First Grand Prize van het Concours Musical International de Montréal in Canada en de tweede prijs en de publieksprijs op de Koningin Elisabethwedstrijd. De voorbije seizoenen debuteerde Yossif Ivanov met succes in de belangrijkste Europese muzieksteden in recitals en als solist met orkest. Zo gaf hij onder meer concerten met het Orchestre Symphonique de Montréal, het Residentieorkest Den Haag, het Luzerner Symphonieorchester, het English Chamber Orchestra, de Sinfonia Varsovia, het Orchestre National de Lille, het Orchestre Philharmonique de Luxembourg en alle belangrijke orkesten van België. Sinds 2008 geeft hij les in het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Hij bespeelt de Stradivarius “Lady Tennant” van 1699. Luc Devos, piano Luc Devos gaf zijn eerste openbaar optreden toen hij zeven was. Hij studeerde in 1979 af in het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij André De Groote en studeerde verder in Parijs bij Vlado Perlemuter en in Londen bij Peter Feuchtwanger. Luc Devos concerteerde als solist met alle Belgische orkesten en een hele reeks buitenlandse. Zijn concertreizen brachten hem naar vrijwel alle Europese landen, Japan, Zaïre, Mexico en Canada. Hij vertolkte ook al vaak kamermuziek, met onder meer Yuzuko Horigome, Philippe Hirschhorn, France Springuel, Arthur Grumiaux, José Van Dam, Barthold en Sigiswald Kuijken en Viviane Spanoghe. Hij is de pianist van het Arthur Grumiaux Trio en is regelmatig te gast bij Europese radio- en televisiestations voor optredens en commentaar. Zelf bracht hij verscheidene cd’s uit met solo-pianowerk, met viool en met zang.
31
Kasteel van Eizeringen Dit classistisch bouwwerk uit de 18e eeuw staat op de grondvesten van een middeleeuws gebouw. Het diende aanvankelijk als buitenverblijf en later als vaste woonplaats voor diverse adellijke families. De Spaanse infante Fernanda de Bourbon verbleef er tussen 1852 en 1854. De adellijke familie van Pottelsberghe de la Potterie heeft het bewoond van 1868 tot 1920. De zusters van het klooster van Eizeringen (Dochters van de Heilige Jozef) kochten het kasteel in 1923. Van 1928 tot 1945 diende het als Franstalig pensionaat voor meisjes en jongens. Vanaf 1945 geraakte het kasteel in verval, tot de huidige eigenaars in 2005 starten met een ingrijpende restauratie. Die is nu bijna voltooid en het resultaat mag gezien worden!
Kasteel van Eizeringen
www.concerts-weinstadt.com/artistspageivanov.htm www.kasteelvaneizeringen.be 32
Concert 8 Zondag 28 augustus 2011 - 15 uur De Melkerij Gaasbeek Ilse Eerens* (sopraan) & Hans Eijsackers (piano) * Laureate van de Dexia-prijs
Programma Hector Berlioz (1803-1869), Les Nuits d’Eté (1841) Villanelle Le spectre de la rose Sur les lagunes Absence Au cimetière L’île Inconnue
Alban Berg (1885-1935), Sieben Frühe Lieder (1905/08) Nacht Schilflied Die Nachtigall Traumgekrönt Im Zimmer Liebesode Sommertage
In 1841 schreef Hector Berlioz Les Nuits d’Eté, op gedichten van Théophile Gautier (1811-1872). Het is de allereerste Franstalige cyclus mélodies, op dat moment een nieuw begrip in de Franse liedkunst. Een mélodie is serieuzer en gecultiveerder dan een chanson. De titel is een knipoog naar de Songe d’une nuit d’été (‘A Midsummer Night’s Dream’) van William Shakespeare, voor wie Berlioz grote interesse had. Ook bij Alban Bergs Sieben Frühe Lieder is de natuur altijd in de buurt, met Lieder als ‘De nachtegaal’ en ‘Zomerdagen’. Berg was twintig toen hij aan de reeks begon en volgde nog les bij Arnold Schoenberg, met wie hij later de atonale muziek tot volle ontplooiing zou laten komen. De Frühe Lieder – letterlijk ‘jeugdwerken’ – zijn nog erg schatplichtig aan Richard Strauss en Richard Wagner.
33
Tekst ‘Les Nuits d’Eté’ (Théophile Gautier) Villanelle Quand viendra la saison nouvelle, Quand auront disparu les froids, Tous les deux, nous irons, ma belle, Pour cueillir le muguet aux bois; Sous nos pieds égrénant les perles Que l’on voit, au matin trembler, Nous irons écouter les merles Siffler. Le printemps est venu, ma belle; C’est le mois des amants béni; Et l’oiseau, satinant son aile, Dit ses vers au rebord du nid. Oh! viens donc sur ce banc de mousse Pour parler de nos beaux amours, Et dis-moi de ta voix si douce: «Toujours!» Loin, bien loin égarant nos courses, Faisons fuir le lapin caché, Et le daim au miroir des sources Admirant son grand bois penché; Puis chez nous tout heureux, tout aises, En paniers, enlaçant nos doigts, Revenons rapportant des fraises Des bois. Le spectre de la rose Soulêve ta paupière close Qu’effleure un songe virginal; Je suis le spectre d’une rose Que tu portais hier au bal. Tu me pris encore emperlée Des pleurs d’argent de l’arrosoir, Et, parmi la fête étoilée, Tu me promenas tout le soir. Ô toi qui de ma mort fus cause, Sans que tu puisses le chasser, Toutes les nuits mon spectre rose À ton chevet viendra danser. Mais ne crains rien, je ne réclame Ni messe ni De Profundis; Ce léger parfum est mon âme, Et j'arrive du paradis.
34
Mon destin fut digne d’envie, Et pour avoir un sort si beau, Plus d’un aurait donné sa vie, Car sur ton sein j’ai mon tombeau, Et sur l’albâtre où je repose Un poëte avec un baiser Écrivit: “Ci-gît une rose Que tous les rois vont jalouser.” Sur les lagunes Ma belle amie est morte: Je pleurerai toujours; Sous la tombe elle emporte Mon âme et mes amours. Dans le ciel, sans m’attendre, Elle s’en retourna; L'ange qui l’emmena Ne voulut pas me prendre. Que mon sort es amer! Ah! sans amour, s’en aller sur la mer! La blanche créature Est couchée au cercueil. Comme dans la nature Tout me paraît en deuil! La colombe oubliée Pleure et songe à l’absent; Mon âme pleure et sent Qu’elle est dépareillée. Que mon sort est amer! Ah! sans amour, s’en aller sur la mer! Sur moi la nuit immense S’étend comme un linceul; Je chante ma romance Que le ciel entend seul. Ah! comme elle était belle, Et comme je l’aimais! Je n’aimerai jamais Une femme autant qu’elle. Que mon sort est amer! Ah! sans amour, s’en aller sur la mer!
Absence Reviens, reviens, ma bien-aimée! Comme une fleur loin du soleil, La fleur de ma vie est fermée, Loin de ton sourire vermeil.
Les belles-de-nuit demi-closes, Jettent leur parfum faible et doux Autour de vous, Et le fantôme aux molles poses Murmure en vous tendant les bras: «Tu reviendras?»
Entre nos coeurs quelle distance! Tant d’espace entre nos baisers! Ô sort amer! ô dure absence! Ô grands désirs inapaisés! D’ici là-bas que de campagnes, Que de villes et de hameaux, Que de vallons et de montagnes, À lasser le pied des chevaux!
Oh! jamais plus, près de la tombe, Je n’irai, quand descend le soir Au manteau noir, Écouter la pâle colombe Chanter sur la pointe de l’if Son chant plaintif!
Au cimetière Connaissez-vous la blanche tombe, Où flotte avec un son plaintif L’ombre d’un if? Sur l’if une pâle colombe, Triste et seule au soleil couchant, Chante son chant: Un air maladivement tendre, À la fois charmant et fatal, Qui vous fait mal, Et qu’on voudrait toujours entendre; Un air, comme en soupire aux cieux L’ange amoureux. On dirait que l’âme éveillée Pleure sous terre à l'unisson De la chanson, Et du malheur d’être oubliée Se plaint dans un roucoulement Bien doucement. Sur les ailes de la musique On sent lentement revenir Un souvenir; Une ombre, une forme angélique, Passe dans un rayon tremblant, En voile blanc.
L’Île Inconnue Dites, la jeune belle, Où voulez-vous aller? La voile enfle son aile, La brise va souffler! L’aviron est d’ivoire, Le pavillon de moire, Le gouvernail d’or fin; J’ai pour lest une orange, Pour voile une aile d’ange, Pour mousse un séraphin. Dites, la jeune belle! Où voulez-vous aller? La voile ouvre son aile, La brise va souffler! Est-ce dans la Baltique, Dans la mer Pacifique, Dans l’île de Java? Ou bien es-ce en Norwége, Cueillir la fleur de neige, Ou la fleur d'Angsoka? Dites, la jeune belle, Où voulez-vous aller? -- Menez-moi, dit la belle, À la rive fidèle Où l’on aime toujours. -- Cette rive, ma chère, On ne la connaît guère Au pays des amours.
35
Tekst ‘Sieben Frühe Lieder’ Nacht (Carl Hauptmann) Dämmern Wolken über Nacht und Tal, Nebel schweben, Wasser rauschen sacht. Nun entschleiert sich’s mit einemmal: O gib Acht! Gib Acht! Weites Wunderland ist aufgetan. Silbern ragen Berge, traumhaft groß, Stille Pfade silberlicht talan Aus verborg’nem Schoß; Und die hehre Welt so traumhaft rein. Stummer Buchenbaum am Wege steht Schattenschwarz, ein Hauch vom fernen Hain Einsam leise weht. Und aus tiefen Grundes Düsterheit Blinken Lichter auf in stummer Nacht. Trinke Seele! Trinke Einsamkeit! O gib Acht! Gib Acht! Schilflied (Nikolaus Lenau) Auf geheimem Waldespfade Schleich’ ich gern im Abendschein An das öde Schilfgestade, Mädchen, und gedenke dein! Wenn sich dann der Busch verdüstert, Rauscht das Rohr geheimnisvoll, Und es klaget und es flüstert, Daß ich weinen, weinen soll. Und ich mein’, ich höre wehen Leise deiner Stimme Klang, Und im Weiher untergehen Deinen lieblichen Gesang. Die Nachtigall (Theodor Storm) Das macht, es hat die Nachtigall Die ganze Nacht gesungen; Da sind von ihrem süssen Schall, Da sind in Hall und Widerhall Die Rosen aufgesprungen. Sie war doch sonst ein wildes Blut, Nun geht sie tief in Sinnen, Trägt in der Hand den Sommerhut Und duldet still der Sonne Glut Und weiß nicht, was beginnen. Das macht, es hat die Nachtigall Die ganze Nacht gesungen; Da sind von ihrem süssen Schall, 36
Da sind in Hall und Widerhall Die Rosen aufgesprungen. Traumgekrönt (Rainer Maria Rilke) Das war der Tag der weißen Chrysanthemen, Mir bangte fast vor seiner Pracht... Und dann, dann kamst du mir die Seele nehmen Tief in der Nacht. Mir war so bang, und du kamst lieb und leise, Ich hatte grad im Traum an dich gedacht. Du kamst, und leis’ wie eine Märchenweise Erklang die Nacht. Im Zimmer (Johannes Schlaf) Herbstsonnenschein. Der liebe Abend blickt so still herein. Ein Feuerlein rot Knistert im Ofenloch und loht. So, mein Kopf auf deinen Knie’n, So ist mir gut. Wenn mein Auge so in deinem ruht, Wie leise die Minuten zieh'n. Liebesode (Otto Erich Hartleben) Im Arm der Liebe schliefen wir selig ein, Am offnen Fenster lauschte der Sommerwind, Und unsrer Atemzüge Frieden Trug er hinaus in die helle Mondnacht. -Und aus dem Garten tastete zagend sich Ein Rosenduft an unserer Liebe Bett Und gab uns wundervolle Träume, Träume des Rausches - so reich an Sehnsucht! Sommertage (Paul Hohenberg) Nun ziehen Tage über die Welt, Gesandt aus blauer Ewigkeit, Im Sommerwind verweht die Zeit. Nun windet nächtens der Herr Sternenkränze mit seliger Hand Über Wander- und Wunderland. O Herz, was kann in diesen Tagen Dein hellstes Wanderlied denn sagen Von deiner tiefen, tiefen Lust: Im Wiesensang verstummt die Brust, Nun schweigt das Wort, wo Bild um Bild Zu dir zieht und dich ganz erfüllt.
Ilse Eerens, sopraan Ilse Eerens studeerde zang in het Lemmensinstituut en specialiseerde zich bij Jard Van Nes in de Nieuwe Opera Academie in Amsterdam en Den Haag. Sindsdien werkte ze mee aan tal van opera-uitvoeringen. Ze concerteerde in duet met José Van Dam en vertolkte Bachcantates met het ensemble De Profundis. Met pianiste Inge Spinette verzorgde ze diverse recitals. Ze trad al als soliste op met vele belangrijke orkesten in binnen- en buitenland, onder andere met het Münchner Rundfunkorchester, het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Orkest van de 18e eeuw, de Radio Orkesten van het MCO, het Orchestre National de Lille, het Brussels Philharmonic, deFilharmonie, Anima Eterna en het Orkest van het São Carlos Theater Lissabon. Hans Eijsackers, piano Hans Eijsackers studeerde bij Gérard van Blerk, Jan Wijn en György Sebök in Amsterdam en Krakau. Hij is docent hoofdvak piano en kamermuziek in de conservatoria van Utrecht en Den Haag. Afgelopen jaren was hij te horen met het soloprogramma “Hommage” en in pianoconcerten van Beethoven en Rachmaninov. Hij was van 2000 tot 2007 pianist van het Hexagon Ensemble, dat veel concerteerde in Nederland, Engeland en de Verenigde Staten. Hij is een veelgevraagd liedbegeleider; hij trad veelvuldig op met Xenia Meijer, Geert Smits, Henk Neven en was ook vaste pianist bij het Internationaal Vocalisten Concours 2010 in Den Bosch.
De Melkerij De oude melkerij in Gaasbeek werd recent gerestaureerd door architecten Robbrecht & Daem en omgevormd tot ruimte voor culturele activiteiten, meestal privé. Het concert van Ilse Eerens en Hans Eijsackers is een unieke gelegenheid om dit prachtige gebouw te ontdekken. www.ilse-eerens.com www.hanseijsackers.nl
37
Concert 9 Zondag 28 augustus 2011 - 17 uur Kasteel van Gaasbeek I Solisti del Vento Luk Nielandt - Korneel Alsteens - Nele Delafonteyne* - Roeland Hendrikx - Vlad Weverbergh* - Ricardo Matarredona - Francis Pollet - Pieter Nuytten - Eliz Erkalp Koen Cools - Luc Bergé - Anthony Devriendt - Jan Buysschaert * Laureaten van de Dexia-prijs
Programma Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), Serenade nr. 10 in Bes, ‘Gran Partita’ (KV 361/370a) (1781) Largo. Molto Allegro Menuetto Adagio Menuetto. Allegretto Romance. Adagio Tema con variazioni Finale. Molto Allegro
Tussen alle composities die Mozart aan het begin van de jaren 1780 produceerde, bevond zich ook zijn meest intrigerende blazersserenade. De Serenade in Bes, geschreven voor twee hobo’s, twee klarinetten, twee bassethoorns, vier hoorns, twee fagotten en onderstut door een contrabas, staat geboekstaafd als de mooiste bijdrage tot de achttiende-eeuwse ‘harmoniemuziek’. Haar bijnaam, ‘Gran partita’, dankt deze compositie aan een betwistbare toevoeging op de autograaf. Authentiek of niet, ‘groots’ is deze compositie alleszins. Zo is er de grootse instrumentatie, die met drie paar sopraaninstrumenten en twee paar hoorns een bron aan klankkleuren aanboort. Net zo indrukwekkend is de monumentale, zevendelige vorm, inclusief een langzame introductie, twee menuetten en twee heerlijk mijmerende langzame bewegingen. Afsluiten doet Mozart met een grandioze finale in rondovorm, waarin de elkaar toesnauwende instrumenten reeds vooruitblikken op de operatheatrale inventiviteit waarmee Mozart niet veel later zou scoren. (bron: www.isolistidelvento.be)
38
I Solisti del Vento Het blazersensemble I Solisti del Vento werd opgericht in 1987 binnen het toenmalige Nieuw Belgisch Kamerorkest. Vanaf 1996 verzelfstandigde het ensemble onder leiding van Francis Pollet. Het ensemble exploreert het boeiende blazersrepertoire van Mozart tot nu. Om dit te realiseren organiseert I Solisti del Vento zich als een flexibel blazersensemble, met een kern van 25 musici (blazers, piano, percussie, contrabas, harp, accordeon), waarvan de samenstelling van zowel de bezetting als het instrumentarium gewijzigd of uitgebreid kan worden afhankelijk van de programmatie. Ook onderzoek en hedendaagse muziek maken deel uit van de opdracht van het ensemble. I Solisti del Vento is te gast op zowat alle belangrijke podia in België en verzorgde tal van creaties en opnames. Buiten de grenzen krijgt het meer en meer bekendheid; het was onder meer te gast op de internationale festivals van Edinburgh, Helsinki, Bremen, Tallinn, Nancy en Turijn. Geregeld musiceert I Solisti del Vento met gerenommeerde solisten, ensembles of koren, zoals sopraan Claron Mc Fadden, pianisten Michel Béroff, Irene Russo en Jean-Claude Vanden Eynden, het Quatuor Danel, het Collegium Vocale Gent en het Vlaams Radio Koor. Sinds 1999 is I Solisti del Vento blazersensemble in Residentie in het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.
39
Kasteel van Gaasbeek Middenin de glooiende heuvels van het Pajottenland troont het Kasteel van Gaasbeek. De middeleeuwse burcht kende een bewogen geschiedenis en evolueerde van strategisch bolwerk naar riant buitenverblijf. De graaf van Egmond was een van de bekendste eigenaars. Het huidige gebouw kreeg zijn romantische restyling op het einde van de negentiende eeuw dankzij de excentrieke markiezin Arconati Visconti. Van 1887 tot 1897 werd het slot grondig gerestaureerd in romantische neostijl en werd het huidige uitzicht bepaald. Hiervoor deed de markiezin een beroep op architect Charle-Albert. Zo ontstond de huidige ‘droomburcht’, die terecht beschouwd wordt als het ‘Vlaamse Pierrefonds’. De markiezin richtte het kasteel in als museum voor haar enorme kunstcollectie en bespeelde het als historisch theaterdecor. Je dwaalt er door historiserende interieurs en ontdekt er wandtapijten, schilderijen, meubilair, beelden en andere waardevolle objecten. www.isolistidelvento.be www.kasteelvangaasbeek.be
40
Hartelijk dank... Aan alle organisatoren, overheden en sponsors Aan alle gemeentebesturen en hun medewerkers Aan alle artiesten Aan alle eigenaars van de locaties Aan alle ontwerpers en fotografen Aan alle traiteurs Aan alle gidsen en chauffeurs Aan alle vrijwilligers Aan alle muziek- en natuurliefhebbers die het Festival hebben meegemaakt Aan al wie op de een of andere manier zijn of haar steentje heeft bijgedragen
Klassiek in de regio De agenda op www.wegvanklassiek.be geeft een overzicht van de klassieke concerten in de regio pajottenland-zennevallei. Hét instrument om te weten te komen waar u in de regio terecht kan voor klassieke muziek! Eerstvolgende concerten: 10 sep Aquil’Altera in Rosario, Bever org. Rosario – www.rosario.be 11 sep Didier Poskin, cello & Pierre Brunello, piano in Servaisacademie, Halle org. vzw Servais – www.servais-vzw.org 16 sep Pianoduo Scholtes-Janssens in Westrand, Dilbeek org. Westrand – www.westrand.be 13 okt Benjamin Dieltjens, cello & Jan Vermeulen, piano in de Moelie, Linkebeek org. vzw de Rand – www.derand.be 15 okt Orkest van de Europese School te Brussel, in De Meent, Alsemberg org. De Meent – www.demeent.be Blijf op de hoogte en schrijf u in op de nieuwsbrief van de Werkgroep ‘Klassiek in de regio’: een mailtje naar
[email protected] volstaat. 41
Koenraad Tinel speelt John Cage op de Congoberg (foto Joke Floreal)
V.U.: Marc Picalausa, Gemeenteplein 1, 1700 Dilbeek Samenstelling: Peter François Werkgroep Klassiek in de Regio - 2011
Gedrukt op gerecycleerd papier. 42
ORGANISATIE
Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei
OVERHEIDSSTEUN
SPONSORS
PROVINCIE VLAAMS • BRABANT
M.m.v. de gemeentebesturen van Galmaarden, Gooik, Lennik, Pepingen en Roosdaal.