Resource 0731 1, 3, 8-11
23-05-2007
16:25
Pagina 1
Circusworkshop en dansende herdershonden op We-day Pag. 5
WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
Waarom maakt een plant wortels?
‘Zeshonderd gram vis kost een liter diesel’
Pag. 7
Pag. 8
1E JAARGANG/ 24 MEI 2007
RESOURCE
#31
Pag. 6
PENDEL KAN NOG GEEN HALFDODE KOE OPSPOREN
Resource colofon
09-05-2007
16:55
Pagina 2
2
COLOFON Resource, Weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum, is een onafhankelijk weekblad voor personeel en studenten van Wageningen UR en wordt uitgegeven door Cereales Uitgeverij; ISSN 1389-7756. Redactieadres/ Binnenhaven 1, 6709 PD Wageningen, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen, tel. 0317 466666, fax 0317 466667, e-mail
[email protected]; secretariaat Linda Glasmacher en Sandra van den Brink-Vermeulen. Geopend van 8.30 tot 12.30 uur. Redactie/ Korné Versluis (hoofdredacteur, algemeen nieuws), telefoon 0317 466680, e-mail
[email protected]; Lieke de Kwant (eindredactie), telefoon 0317 466685, e-mail
[email protected]; Yvonne de Hilster (eindredactie, studenten), telefoon 0317 466687, e-mail
[email protected]; Gert van Maanen (landbouw, plant, dier), telefoon 0317 466684, e-mail
[email protected]; Sara van Otterloo (eindredactie international pages), telefoon 0317 466691, e-mail
[email protected]; Win Bras (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail
[email protected]; Alexandra Branderhorst (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail
[email protected]; Sander Esser ( studenten), telefoon 0317 466666, e-mail
[email protected]; Laurien Holtjer (studenten), telefoon 0317 466689, e-mail
[email protected]; Willem Koert (voeding, biotechnologie), telefoon 0317 466681, e-mail
[email protected]; Henrik Schmale (international pages), telefoon 0317 466666, e-mail
[email protected]; Albert Sikkema (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail
[email protected]; Joris Tielens (economie, buitenland), telefoon 0317 466688, e-mail
[email protected]; Martin Woestenburg (groene ruimte), telefoon 0317 466682, e-mail
[email protected]. Landelijk nieuws: Hoger Onderwijs Persbureau (HOP). Foto's/ Guy Ackermans, Bart de Gouw, Martijn Weterings, BvB, Rita van Biesbergen, Ruben Smit, Hoge Noorden, Jurjen Bersee Illustraties/ Henk van Ruitenbeek, Guido de Groot Vormgeving/ Hans Weggen, telefoon 0317 466686, e-mail
[email protected]. Basisvormgeving/ Office for Design, Loek Kemming Druk/ Dijkman Offset BV Directeur Cereales/ Henk Prevaes Abonnementen/ Studenten van Wageningen Universiteit en personeel van Wageningen UR krijgen Resource gratis; anderen kunnen zich abonneren voor E52,50, buitenland E122,50 per jaar. Inlichtingen: telefoon 0317 466666. Advertenties intern/ Onderdelen van Wageningen UR kunnen tegen speciaal tarief adverteren in Resource. Informatie bij het secretariaat. Kleintjes is de rubriek voor niet-commerciële advertenties. Kosten E5 (studenten en medewerkers E3,50) per 30 woorden. Advertenties extern/ Van Vliet, bureau voor media-advies, Passage 13, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023 5714745. Serviceberichten/ Beknopte, zakelijke mededelingen van eenheden van Wageningen UR aan studenten en personeel kunnen gratis in Resource worden geplaatst. Inlichtingen: 0317 466666.
Resource 0731 1, 3, 8-11
23-05-2007
16:25
Pagina 3
3
RESOURCE WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
#31 1E JAARGANG/ 24 MEI 2007
KOERT
SPATTENDE BOVISWAARDEN ‘Hier hebben we een echte bikkel’, zegt Aalt Dijkhuizen. De leider der leiders houdt een pendel boven het hoofd van Pim Brascamp, de fraai besnorde onderwijskardinaal. ‘Moet je zien hoe die heen en weer gaat’, zegt Dijkhuizen. ‘Voor ons zit een vat vol kolkende levensenergie.’ ‘De Boviswaarden spatten van hem af’, beaamt Tijs Breukink. ‘Het enige wat van mij af spat zijn virussen’, fluistert Brascamp hees. ‘Ik voel me niet zo geweldig vandaag.’ ‘Jokkebrok’, zegt Dijkhuizen, starend naar zijn pendel. ‘Nee echt’, hijgt Brascamp. ‘Ik ben grieperig. Ik weet niet wat jullie precies van plan zijn, maar…’ ‘Wij zijn met wetenschappelijke methoden ons winnende voetbalteam aan het samenstellen, sportieve Pim’, zegt Breukink. ‘Op de We-day zullen wij, de verantwoordelijke managers, het opnemen tegen de oproerkraaiers van de GV.’ ‘O nee’, kreunt Brascamp. ‘En ik ben toch al niet zo lekker in mijn buik.’ ‘We gaan ze vermorzelen’, zegt Dijkhuizen. ‘Dankzij moderne pendelmethodieken selecteren we een superfit team bij elkaar dat de GV’ers het veld zal afjagen. Met de staart tussen de benen.’ ‘Ik ben ook een beetje duizelig’, zegt Brascamp. ‘Je wekt ten onrechte de suggestie dat onze methode van onderzoek niet wetenschappelijk verantwoord is’, zegt Dijkhuizen streng, citerend uit een persbericht over de Affaire Bioveem dat hijzelf op 28 februari 2006 heeft doen uitgaan. ‘Terwijl de universiteit noch de onderzoeksinstituten hun ziel hebben verkocht aan nietverifieerbare alternatieve onderzoeksmethoden’, zegt Breukink, niet minder streng. Verschrikt wijst Brascamp naar zijn keel. Hij wil iets zeggen over zijn opgezette lymfeklieren, maar ontdekt tot zijn schrik dat hij door emo-virale factoren zijn stem heeft verloren. Dus zegt hij niets. ‘Zo kent Aalt je weer’, zegt Breukink tevreden, en klopt Brascamp op zijn schouder. ‘We gaan winnen, Tijs’, zegt Dijkhuizen. ‘Ik voel het.’ Willem Koert
BOVEN HET MAAIVELD Pag. 10 Multinationals maken de wereld beter
Pag. 14 ‘Zolang er studentenvertegenwoordiging is, interesseert het me niet hoe dat gebeurt’
‘Ik plaats kanttekeningen bij het enorme succesverhaal’
WONDERGEWAS JATROPHA Het nieuwe wondergewas dat de wereld van het energievraagstuk gaat afhelpen heet jatropha. Het is een houtige struik die op arme gronden in Afrika groeit, nauwelijks last heeft van vraat omdat hij giftig is, en zaden maakt die heel veel olie bevatten. Twee keer meer dan sojabonen.
Pag. 23
‘Groen goud in een struik’, kopte de Scientific American deze week over de plant. Er is op dit moment haast geen jatropha-olie te krijgen, omdat alle zaden geplant worden in grote plantages, meldt het verhaal. De enige gereserveerde reactie in het artikel komt van Raymond Jongschaap, onderzoeker van Plant Research International. Jongschaap is leider van een vierjarig onderzoeksprogramma naar de mogelijkheden van het gewas. Hij waarschuwt in het verhaal dat de grote plantages ten koste kunnen gaan van de voedselproductie in arme landen. ‘Ik heb wat kanttekeningen willen plaatsen bij het enorme succesverhaal’, licht Jongschaap toe. ‘Over jatropha gaan de meest fantastische verhalen rond. Mensen tellen die bij elkaar op en krijgen daardoor torenhoge verwachtingen waar veel op af te dingen is.’ Jongschaap wordt bijna wekelijks gebeld door investeerders die grote plantages willen aanleggen. ‘Die hebben dan plannen voor 150 duizend hectares, en rekenen op negenduizend liter olie per hectare. Die hoeveelheid baseren ze op één meting aan een oude boom. Ik probeer wat redelijkheid te brengen in de verwachtingen. Eén van de sterkte punten van jatropha is bijvoorbeeld dat het groeit op arme gronden, maar je mag er natuurlijk niet van uitgaan dat je op die gronden een extreem hoge olie-opbrengst haalt.’ Jongschaap ziet zelf meer in kleinschalige toepassingen. ‘Je kunt de olie bijvoorbeeld gebruiken voor lokale energieproductie. Als de inkoop van brandstoffen te duur is kan jatropha een goedkoop alternatief vormen.’ / KV
Nederland-Duitsland tussen hogeschoolruiters
Omslagfoto Bart de Gouw
Page 20 It took Rector Martin Kropff to liven up the Student Council candidates’ debate
Resource 0731 4-7
23-05-2007
16:45
Pagina 4
2
4
IN ‘T NIEUWS 10 MEI T/M 23 MEI 2007
BIOLOGIESTUDENTEN WILLEN HEROPRICHTING ETHOLOGIE Wageningse biologiestudenten willen dat de raad van bestuur vaart maakt met de heroprichting van de leerstoelgroep Ethologie. In een brief aan rector prof. Martin Kropff beklagen ze zich over een gebrek aan studiemogelijkheden in dit vakgebied. De brief met de klachten over het ethologieonderwijs aan Wageningen Universiteit, die door honderd biologiestudenten is ondertekend, is dinsdag 22 mei aangeboden aan de rector. Volgens de studenten is de toezegging dat het opheffen van de leerstoelgroep ‘weinig praktische gevolgen heeft voor de studiemogelijkheden’ niet waargemaakt. De leerstoelgroep werd in september 2005 definitief opgeheven omdat er geen zicht was op een oplossing voor slepende personele conflicten. De studenten schrijven in de brief dat bij ethologie een academische leeromgeving ontbreekt, dat er te weinig lopende projecten zijn waarin studenten kunnen mee-
draaien en een ‘groot tekort aan begeleiding’. Dit laatste geldt volgens hen vooral voor het onderzoek naar gedrag van grote grazers, dierentuindieren en honden. De rector laat via woordvoerder Simon Vink weten dat de klachten serieus genomen worden. ‘Er worden al gesprekken gevoerd over de gesignaleerde problemen’. Prof. Ruud Huirne, als directeur van de Animal Sciences Group verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod in de ethologie, betreurt het dat de biologen niet eerst met hun klachten bij hem zijn gekomen. ‘Toen bleek dat het niet mogelijk was om het onderwijs vanuit Utrecht of Nijmegen te laten verzorgen, hebben we geprobeerd het zo goed mogelijk binnen onze eigen organisatie op te vangen. Ik denk dat we daar een werkbare oplossing voor gevonden hebben. Als studenten daar echter niet tevreden over zijn, wil ik graag met ze in gesprek.’ / GvM
O
De m ka Ve Bi be ee de
De las st vo ee om kla
NATUURKALENDER OP TV Ir. Arnold van Vliet van de leerstoelgroep Milieusysteemanalyse breekt door in televisieland. De door hem ontwikkelde Natuurkalender krijgt volgend jaar een dagelijks programma op de beeldbuis. De VARA lanceerde vorige week plannen voor een dagelijks natuurjournaal. In een paar minuten wil de omroep de kijker op de hoogte brengen van bijvoorbeeld de eerste gesignaleerde vlindersoort van het seizoen, de vondst van een zeldzame plant of de toename van het aantal teken. Aanleiding is het grote succes van de Natuurkalender die in 2006 ruim tweehonderd keer de kranten haalde. Voor dit jaar staat de teller al op 190. Initiatiefnemer van het televisiejournaal is de man achter de Natuurkalender, Arnold van Vliet. ‘De stap naar de televisie is een opschaling van de Natuurkalender’, vertelt hij.
Van Vliet vergelijkt het natuurjournaal met een weerbericht. ‘Zoals dat vertelt of het warm of koud is voor de tijd van het jaar, zal het natuurjournaal bijvoorbeeld vertellen of de wespen vroeg of laat zijn en wat de oorzaak daarvan is.’ Op die manier hoopt hij de natuur weer dichter bij de mensen te krijgen. ‘Bij natuur denken veel mensen aan een bos of gebied ver weg, maar er gebeurt ook veel in hun directe omgeving. Ik wil dat mensen die in de tuin een atalantavlinder zien, zeggen: hé, ik heb gisteren op tv gezien dat ze dit jaar niet weggetrokken zijn naar Zuid-Frankrijk door de hoge temperaturen afgelopen winter.’ Hoe het programma er precies uit zal gaan zien, is nog niet bekend. Maar Van Vliet verwacht niet dat hij zelf op televisie verschijnt. ‘Daar zijn presentatoren voor. Ik geef in samenwerking met natuurorganisaties vorm en inhoud aan het programma.’ /LH
WERKBEZOEK/ Tijdens een rondleiding door het Forum bekijkt Gerda Verburg (tweede van links) de nieuwe bibliotheek. De landbouwminister was op 9 mei voor haar eerste werkbezoek in Wageningen. Ze had een onderhoud met de raad van bestuur en bezocht voedselveiligheidsinstituut RIKILT. / KV, foto GA
LAMPEN TURVEN VOOR GROENERE SCHOOL Om het energiegebruik terug te dringen moet je er eerst achterkomen waar de energie naartoe gaat, bedachten Jeroen Mijs en Theike Roelofs van Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Het ‘duurzaamheidteam’ turfde in twee dagen 4930 lampen in het schoolgebouw. ‘Langzaam maar zeker komen de zwarte gaten van de energierekening in beeld’, grijnst Jeroen. De actie van de studenten ontspruit aan een gevoel van onbehagen over hun ‘groene school’ die niet alles uit de kast haalt om de energienota omlaag te brengen. Na
een klein symposium over de groene intenties van de intussen tien jaar oude hogeschool en een gedragscampagne, zijn de milieukundestudenten nu druk doende om de stroomrekening uit te splitsen. De pompen en ventilatoren van de luchtverversing zijn de grootste slokoppen, en het geïnstalleerde vermogen van de verlichting hebben ze nu ook in beeld. De volgende vraag is: wanneer branden de lampen? Zodra de studenten dat weten, gaan ze het computergebruik onder de loep nemen. ‘Monnikenwerk’, geeft Jeroen toe. ‘Maar alleen zo kom je tot effectieve aanbevelingen om te besparen.’
Een eerste bescheiden succesje heeft het duurzaamheidteam al binnengehaald. De koeling van de blikjesautomaten met frisdrank kan ’s nachts gewoon uit. Een timer zorgt ervoor dat de apparaten op tijd weer aanslaan en de drankjes evengoed op de voorgeschreven temperatuur van zeven graden uitspuwen. ‘Een besparing van 0,18 procent per jaar op het totaalverbruik. Miniem natuurlijk, maar het is wel een bruikbaar schoolvoorbeeld.’ De studiepunten die Jeroen en Theike met hun inspanningen verdienen staan al lang niet meer in verhouding tot de tijd die ze in het project hebben gestoken. Zij
stellen zich tevreden met de wetenschap dat hun aanbevelingen de energiecommissie van VHL nieuw leven hebben ingeblazen. / WB (INGEZONDEN MEDEDELING)
Kijk voor meer nieuws op de 'News and Events' site van Wageningen UR: www.intranet.wur.nl
W
tro vo ho Co ee m
Resource 0731 4-7
23-05-2007
16:45
Pagina 5
24 MEI 2007
5
RESOURCE #31
‘Als mensen een atalantavlinder zien, wil ik dat ze zeggen: daar zag ik gister iets over op tv’
REKENKAMER: RELATIE TUSSEN DLO EN LNV NIET ZAKELIJK Het ministerie van LNV gaat niet zakelijk om met de onderzoeksinstituten van DLO. Dat zegt de Algemene rekenkamer in een rapport over de uitgaven van LNV. De rekenkamer vindt dat DLO te hoge voorschotten krijgt. In totaal zouden de onderzoeksinstituten, die onderdeel zijn van Wageningen UR, 33 miljoen euro te veel hebben ontvangen. De voorschotten worden volgens woordvoerder Simon Vink veroorzaakt doordat projecten soms laat van start gaan. Overleg over de onderzoeksvragen met ambte-
naren en belanghebbenden vergt soms veel tijd waardoor een project pas halverwege het jaar van start gaat. ‘Het zit vooral in wat in ambtenarenjargon vraagarticulatie heet: het samen vaststellen van de onderzoeksvragen. Daar zijn we nu een paar jaar mee bezig, dus nog niet alles loopt optimaal. Daardoor duurt het soms wat langer voordat onderzoekers daadwerkelijk aan de slag kunnen’, aldus Vink. ‘Wij verantwoorden netjes onze uren. Als de start vertraagd is, komt het voor dat niet het gehele project binnen een jaar is afgerond. Een deel van het
werk verschuift dan naar het volgende jaar. Omdat het geld wel is gereserveerd, blijft het dan als voorschot in de boeken staan.’ Daarnaast speelt mee dat er de afgelopen jaren een paar crises zijn geweest, zegt Vink. ‘Als er een dierziekte uitbreekt, of een voedselcrisis, moeten CIDC en RIKILT meteen alle andere werkzaamheden neerleggen. Dan loopt het lopende onderzoek vertraging op.’ Volgens Vink is er geen sprake van vriendjespolitiek tussen LNV en DLO. ‘Onze relatie is strikt zakelijk. Wij lopen daarin juist
OMWONENDEN VERHINDEREN BOUW STUDENTENCOMPLEX De gemeente Rheden werkt niet meer mee aan de bouw van 49 studentenkamers vlakbij Van Hall Larenstein in Velp, na protesten van omwonenden. Bijna zestig buurtbewoners tekenden bezwaar aan tegen het bouwplan voor een studentencomplex om de hoek bij de hogeschool in de Looierstraat. De bewoners vrezen vooral parkeeroverlast in de smalle straat, die al een paar studentenhuizen kent. Ook zijn ze bang voor waardedaling van hun twee-ondereen-kapwoningen. ‘Mensen zijn huiverig om naast studenten te gaan wonen’, verklaart een man die tegenover het beoog-
de complex woont. Zijn buurvrouw valt hem bij: ‘De ouderen vertrekken uit deze buurt. Daar komen jonge gezinnen met kinderen voor in de plaats. De laatste jaren is hard geprobeerd de sfeer en de uitstraling van de buurt op te vijzelen. Studenten passen daar niet bij.’ De gemeente heeft naar de omwonenden geluisterd. ‘Wij waren ook al gaan twijfelen’, aldus Uko Post, projectleider bij de gemeente Rheden. ‘Het is inderdaad een klein straatje met een grote parkeerdruk. Dan is vijftig studenten wel veel, met al het rumoer dat die met zich meebrengen.’ Projectontwikkelaar Arendsen komt nu met een nieuw plan, met minder studen-
tenkamers en meer gewone woningen. De gemeente wil dit in een vroeg stadium voorleggen aan de buurt. De buurtbewoners hebben echter weinig vertrouwen in de projectontwikkelaar die in de straat al drie studentenhuizen bezit. ‘Van de studenten heb ik geen last, maar de eigenaar pleegt helemaal geen onderhoud’, zegt een buurman, wijzend op de afbladderende kozijnen van een studentenwoning. Veel omwonenden vinden het een goed idee om studentenwoningen op het terrein van VHL in Velp te bouwen. Studenten kampen in Velp overigens niet met woningnood. / AB
voorop. Andere onderzoeksinstellingen krijgen vaak een hoop geld en vullen het onderzoek later in. Wij praten eerst over de vragen die het ministerie en de sector beantwoord willen zien.’ Het ministerie en Wageningen UR hadden overigens al afspraken gemaakt om de voorschotten terug te dringen. ‘Maar streven naar nul euro, zoals de rekenkamer vraagt, vinden wij niet realistisch. Wij streven naar een werkvoorraad van vijf procent’, zegt Vink. Volgens hem raken de instituten niet in financiële moeilijkheden als de voorschotten worden verkleind. / KV
MEDAILLE VOOR ENTOMOLOGEN De Wageningse malariaonderzoekers dr. Willem Takken en dr. Bart Knols krijgen zaterdag 26 mei in Amsterdam een Eijkman Medaille. Ze ontvangen deze tweejaarlijkse onderscheiding voor tropisch geneeskundig onderzoek voor hun onderzoek naar de aantrekkingskracht van geuren op malariamuggen en andere insecten die tropische ziekten overbrengen. De Wageningse entomologen leveren volgens de jury ‘al ruim twintig jaar een belangrijke bijdrage aan de beheersing en bestrijding van zulke vectoren’. De medailles, genoemd naar de Utrechtse hoogleraar Tropische hygiëne en Nobelprijswinnaar Christiaan Eijkman, worden uitgereikt op het European Congress on Tropical Medicine and International Health. Ook de Amsterdamse hiv/aids-onderzoeker prof. Joep Lange ontvangt de onderscheiding. / GvM
VAN DER ZANDE HOOGSTE AMBTENAAR LNV Prof. André van der Zande is sinds begin deze maand de hoogste ambtenaar op het ministerie van LNV.
ad
WE-DAY/ De 2750 medewerkers van Wageningen UR die zich hadden aangemeld voor de We-day op dinsdag 22 mei troffen het: het was prima weer. Naast de vertrouwde onderdelen als een zeskamp en een fietstocht konden ze dit jaar kiezen voor workshops schilderen, circus en sieraden maken, of voor een oriëntatietocht door het bos. Nieuw waren ook demonstraties hondentraining – met speurende, reddende en dansende herdershonden – en de Japanse vechtkunst Kendo. Ben Geerlings van Communication Services (op de foto links, met naast hem Fred ten Boske) kwam in clownspak naar het sportevenement. ‘Ik heb een paar maanden geleden een clowncursus gedaan en was gevraagd de hele dag als clown rond te lopen, samen met vier medecursisten.’ Met zijn schmink nog op en zijn bretels nog aan liep hij de afsluitende vijf kilometer. / YdH, foto GA
Hij volgt secretaris-generaal Chris Kalden op, die eerder dit jaar directeur van Staatsbosbeheer werd. Van der Zande, bijzonder hoogleraar Ruimtelijke planning en cultuurhistorie in Wageningen en voormalig directeur van Alterra, was hiervoor als directeur-generaal al vijf jaar verantwoordelijk voor het plattelands- en natuurbeleid op het ministerie. In het magazine voor de overheid PM zegt Van der Zande dat hij als secretaris-generaal wat eerder knopen zal doorhakken dan zijn voorganger. Hij ziet niet op tegen de forse reorganisatie – een inkrimping met 850 voltijdsbanen – bij het ministerie. ‘Ik houd wel van die versnellingen, zodat we zaken ook eens echt kunnen veranderen’, aldus Van der Zande in PM. / GvM
Resource 0731 4-7
23-05-2007
16:45
Pagina 6
2
6
UIT ‘T VELD NIEUWS UIT DE WETENSCHAP
N V B
Pr wi Da ps tij Un pr
De Reconstructie zandgebieden was oorspronkelijk bedoeld om clustering van grootschalige varkensbedrijven tegen te gaan. / foto bvBeeld
RECONSTRUCTIE PAKT ANDERS UIT DAN BEDOELD De Reconstructie zandgebieden heeft geen ‘brandgangen’ opgeleverd die de verspreiding van varkenspest tegengaan, maar is onderdeel geworden van een integrale gebiedsontwikkeling die in de diverse regio's anders uitvalt. Dat blijkt uit een tussentijdse evaluatie van Alterra. 'De reconstructie is iets anders geworden dan bedoeld', stelt dr. Froukje Boonstra van Alterra, projectleider van de evaluatie. Oorspronkelijk was het een ruimtelijke herinrichting van gebieden met grote concentraties intensieve veehouderij in Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel. Dat was een reactie op de varkenspestuitbraak in 1997. De massale ruimingen leidden destijds tot publieke verontwaardiging. Het oorspronkelijke plan voorzag in ‘brand-
gangen’ – varkensvrije zones –, maar tien jaar later is daar niet veel van terug te vinden. Daarvoor zijn diverse redenen aan te wijzen, vertelt Boonstra. Belangrijkste is dat er in de afgelopen tien jaar veel is veranderd. De Europese Unie besloot om tegen varkenspest te vaccineren. De Ammoniakwet is op diverse punten verzacht. En, niet onbelangrijk, tien jaar na dato is het gevoel voor urgentie verdwenen. Toch is in de reconstructiegebieden te zien dat er iets verandert. Langs de Lunterse Beek verschijnen landgoederen die boeren als compensatie voor de verplaatsing van hun stallen mochten bouwen. In het Binnenveld ten noorden van Wageningen zie je aan de nieuwe stallen dat varkenshouders daar dertig procent mogen uitbreiden, en in Renswoude verrijzen bungalows als gevolg van een uitruil met vertrekkende boeren.
De reconstructie heeft daar volgens Boonstra wel aan bijgedragen. 'Partijen zijn tot elkaar gekomen en er zijn nieuwe instrumenten ontwikkeld, zoals Ruimte voor ruimte, waarbij het afbreken van stallen gecompenseerd wordt met woningbouw. Daarnaast heeft de reconstructie een impuls gegeven aan het omgevingsbeleid, de economische ontwikkeling van de landbouw en de leefbaarheid als nieuwe economische drager.' De dwingende maatregelen zoals onteigening of gedwongen verplaatsing die in de Reconstructiewet uit 2002 staan, zijn nauwelijks gebruikt. Toch heeft de reconstructie waarschijnlijk de aanzet gegeven aan de partijen in de betrokken gebieden om samen naar een oplossing te zoeken. Boonstra: 'Het zijn plannen van de streek geworden, en dat maakt dat de partijen ze ook willen uitvoeren. Dat is winst.'
Verder zijn er instrumenten op een versnelde manier ontwikkeld. ‘In Achterberg in de Gelderse Vallei zijn bijvoorbeeld nieuwe instrumenten gebruikt voor een versnelde ruil van gronden’, vertelt Boonstra. ‘Die zijn nu opgenomen in de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening.' Omdat de reconstructie is opgenomen in een integraal gebiedsgericht proces is niet meer duidelijk hoeveel geld er is geïnvesteerd. 'Er is in totaal 7,3 miljard euro begroot, maar daar zit ook een heleboel regulier beleid in', zegt Boonstra. Een ander probleem van de integrale aanpak is dat sectorale rijksdoelen zoals de beperking van de ammoniakuitstoot, vaak maar deels gehaald zijn. Dat was eerder al de kritiek van onder meer de Brabantse Milieufederatie. Die wordt nu door de onderzoekers bevestigd. / MW
PENDELAAR ZIET GEEN VERSCHIL TUSSEN KOEIEN Paranormale metingen aan koeien zeggen niets over hun gezondheidstoestand. Dat concluderen onderzoekers van het project Bioveem. Ze hebben geen relatie gevonden tussen metingen van een energetisch therapeut en reguliere waarnemingen van de gezondheid van koeien. Via bepalingen van de zogenaamde Bovis-, poa- en orgonwaarden, maten voor levensenergie, wist de therapeut een doodzieke koe niet te onderscheiden van gezonde soortgenoten. Therapeut Jan Jorink bepaalde de energetische waarden met behulp van het levensnummer van de koe. Zonder de koe gezien te hebben wist Jorink met behulp van dat registratienummer de energiewaardes per dier vast te stellen. Een andere natuurgeneeskundig thera-
peut heeft met een pendel metingen verricht aan haren van de koeien. Zij hoopte zo lichamelijke aandoeningen op te kunnen sporen. Maar bij herhaling levert haar onderzoek verschillende resultaten op. Het onderzoek is uitgevoerd bij koeien van zes biologische boerderijen. Elke boer koos vijf koeien uit; een jonge en een oude gezonde koe, en drie dieren met problemen. Bioveem werd vorig jaar in de Volkskrant beschreven onder de kop ‘Voor kabouters, bel Wageningen.’ De raad van bestuur liet destijds in een reactie weten dat de onderzoeksmethode ‘wetenschappelijk verantwoord’ was. ‘De universiteit noch de onderzoeksinstituten hebben hun ziel verkocht aan niet-verifieerbare alternatieve onderzoeksmethoden. Integendeel’, stond in een persbericht. Gidi Smolders, onderzoeker van de Ani-
mal Sciences Group en projectleider van het onderzoek, wil op basis van de resultaten niet concluderen dat de energiemetingen hocus pocus zijn. ‘Daar hebben wij geen onderzoek naar gedaan. We hebben gekeken of het werkt, niet hoe. Wij wilden weten of deze methoden bruikbaar zijn voor boeren. Op grond van onze resultaten zeggen wij dat wij in een blind wetenschappelijk onderzoek geen bruikbare methodes op basis van energiemetingen hebben gevonden. Verder gaan wij niet in onze conclusies.’ Smolders heeft in zijn onderzoek wel aanwijzingen gevonden dat bloedonderzoek volgens de alternatieve HIPP methode iets zegt over de gezondheid van koeien. Volgens die methodiek meten onderzoekers de lichtdoorval van bloedmonsters bij verschillende zuurtegraden. ‘Het haalt de zieke koeien eruit. Al is er nog wel iets
mis met de manier waarop de score wordt geïnterpreteerd. De methode komt uit de paardenwereld. Volgens de meetwaarden waren alle koeien ziek, en de dieren die echt ziek waren kregen een slechtere score dan de gezonde. Waarschijnlijk moeten de referentiewaarden voor koeien nog eens beter vastgesteld worden.’ Smolders zegt dat het voornaamste doel van het onderzoek was om methoden te vinden die boeren kunnen gebruiken om de gezondheidsstatus van hun kudde te bepalen. ‘Regulier onderzoek geeft ook niet altijd bevredigende resultaten. Daarom zoeken we naar alternatieven. Je wilt in kunnen grijpen voordat de dieren ziek zijn. Dat is vooral voor biologische boeren belangrijk omdat die zo weinig mogelijk antibiotica gebruiken. Misschien dat het bloedonderzoek iets biedt. Om dat aan te tonen is meer onderzoek nodig.’ / KV
M gin Co or re Ch Ge do ge de pr M Un en de hij ge dr he m co de ga be te m Or ro ble bij m vin dis of de nis lic Ve he Co de loc ge Fin in m zo ne ee ov ke de or die De nis in te m
g
we
n
n-
n-
ak
se -
Resource 0731 4-7
23-05-2007
16:45
Pagina 7
24 MEI 2007
7
RESOURCE #31
‘De overheid kan het gedrag van mensen niet veranderen’
NIEMAND WIL VETZUCHT BESTRIJDEN Projecten die de vetzuchtepidemie een halt willen toeroepen krijgen het niet makkelijk. Dat voorspelt de Noorse gezondheidspsycholoog prof. Maurice Mittelmark tijdens een bezoek aan Wageningen Universiteit. Misschien komen die projecten zelfs niet van de grond. Mittelmark was in Wageningen op uitnodiging van dr. Maria Koelen van de sectie Communicatiewetenschap. De hoogleraar organiseerde op 15 mei een seminar in de reeks Communication and Space for Change. ‘Bij onze sectie en de opleiding Gezondheid en maatschappij lopen nu een dozijn aio-projecten naar gezondheid en gedrag’, zegt Koelen. ‘Daarom stellen we de kennis en inzichten van Mittelmark op prijs.’ Mittelmark is directeur van de International Union for Health Promotion and Education en hoogleraar Gezondheidsbevordering aan de universiteit van Bergen. Daar bestudeert hij het slagen of falen van initiatieven die de gezondheid moeten verbeteren door het gedrag van mensen te veranderen. ‘De overheid kan dat in de regel niet’, zegt Mittelmark. ‘Het maakt niet zoveel uit of je de consumptie van alcohol wilt verminderen, de verspreiding van het hiv-virus wilt tegengaan of de voeding in ziekenhuizen wilt verbeteren. Voor een gedragsverandering moeten organisaties uit verschillende sectoren met elkaar samenwerken.’ Organisaties verenigen zich echter alleen rond duidelijk omschreven gezondheidsproblemen. ‘Daarom krijg je geen organisaties bij elkaar in een project dat overgewicht moet verminderen’, zegt Mittelmark. ‘Je vindt organisaties van dikke mensen die discriminatie van dikke mensen bestrijden, of patiëntenverenigingen die opkomen voor de belangen van diabetici, maar geen organisaties die ervoor willen zorgen dat het lichaamsgewicht van mensen vermindert. Vermindering van overgewicht is als gezondheidsprobleem te diffuus, te algemeen.’ Concretere projecten, zoals in een stadsdeel sportvoorzieningen realiseren voor allochtone vrouwen, hebben wel kans van slagen. Financiering is een doorslaggevende factor in het slagen van initiatieven, zegt Mittelmark. ‘Er is zoiets als te weinig, maar ook zoiets als teveel financiering. Niets is zo funest voor samenwerkingsverbanden als een te gulle overheid. In Noorwegen hebben overheidssubsidies de vrijwilligersnetwerken die zich inzetten tegen alcoholmisbruik de das omgedaan. Door het geld konden de organisaties dure professionals aanstellen, die de vrijwilligers uiteindelijk verdrongen. De netwerken veranderden van brede organisaties met hun wortels in de samenleving in kleine professionele organisaties. Die pakten de zaken misschien wel efficiënt aan, maar hadden weinig draagvlak meer.’ / WK
LIGNANEN BESCHERMEN TEGEN KANKER Mannen die veel van het plantenstofje matairesinol binnenkrijgen via hun voeding hebben ongeveer twintig procent minder kans te overlijden aan hart- en vaatziekten en kanker dan mannen die er weinig van binnenkrijgen. Dat blijkt uit het proefschrift van ir. Ivon Milder. De belangrijkste bronnen van matairesinol zijn thee, groente en fruit. De plantaardige verbindingen die Milder op onderzoeksinstituten RIKILT en RIVM bestudeerde zijn lignanen. ‘Je vindt ze in hoge concentraties in lijnzaad en sesamzaad’, zegt Milder. ‘Maar omdat we daar niet veel van eten, zijn thee, groenten en fruit de belangrijkste bronnen.’ Sinds enkele jaren stijgt de consumptie van ligna-
nen, waarschijnlijk door de groeiende populariteit van meergranenbrood waar veel lijnzaad in zit. Het belangrijkste onderdeel van Milders promotieonderzoek was het bepalen van de hoeveelheid lignanen in 110 alledaagse voedingsmiddelen. ‘De gemiddelde Nederlander krijgt per dag nog geen milligram lignanen binnen’, zegt Milder. ‘Van de vier lignanen die ik heb bestudeerd is de inname van matairesinol het kleinst. Als je meergranenbrood eet verandert dat beeld. Eén sneetje levert zo’n twee milligram lignanen.’ Met zulke gegevens kunnen epidemiologen op zoek gaan naar gezondheidseffecten van lignanen. Milder zelf analyseerde bijvoorbeeld de gegevens over een gene-
ratie Zutphense mannen. Ze ontdekte geen gezondheidseffecten van lignanen als geheel. Maar toen ze keek naar matairesinol, bleek dat mannen met een hoge inname van dit lignaan een kleinere kans hadden te overlijden aan hart- en vaatziekten en kanker. Wetenschappers vermoeden dat lignanen een anti-hormonale werking hebben. In het lichaam verhogen ze de aanmaak van het eiwit SHBG, dat geslachtshormonen als testosteron en estradiol neutraliseert. Een hoge spiegel van die hormonen verhoogt de kans op sommige soorten kanker. / WK Ivon Milder promoveert op 30 mei bij prof. Daan Kromhout, hoogleraar Volksgezondheidsonderzoek.
‘BABYTALK’ LAAT WORTELVORMING ZIEN Waarom maakt een plant wortels? Een fundamentele vraag die onderzoeker dr. Dolf Weijers probeert te beantwoorden door te kijken hoe cellen in plantenembryo’s met elkaar communiceren. ‘Babytalk heb ik het wel eens genoemd. Het is een simpele vorm van communicatie, maar met grote gevolgen’, zegt Weijers. ‘Dat alle planten wortels en bladeren hebben komt immers omdat cellen in een pril stadium op de juiste manier geprogrammeerd worden.’ Weijers leidt bij de leerstoelgroep Biochemie een jonge, internationale onderzoeksgroep die wil begrijpen hoe de stamcellen van de wortel in het vroege embryo worden aangelegd. Hij timmert hier flink mee aan de weg: zo ontving hij in 2006 van NWO onder andere een Vidi-subsidie van 600 duizend euro en riep de Nederlandse vereniging voor biochemie en moleculaire biologie (NVBMB) hem onlangs uit tot ‘veelbelovende jonge onderzoeker’. Onderdeel van deze jaarprijs was het symposium over celspecialisatie, vrijdag 18 mei in Wageningen, waarvan Weijers het programma mocht bepalen. Het plantenhormoon auxine was sterspeler in veel symposiumbijdragen. Vroeg in de ontwikkeling van plantenembryo’s, tijdens de vorming van de wortelstamcellen – het wortelmeristeem – speelt auxine zelfs een opvallende dubbelrol, zo ontdekte Weijers. Hiervoor onderzocht hij het prille begin van de modelplant arabidopsis, de zandraket. ‘De celdelingen en de positie die de cellen tegenover elkaar innemen in het embryo verlopen dan volgens een vast patroon.’ Een wonderlijk onderdeel blijft volgens hem wanneer uit één cel twee heel verschillende cellen ontstaan, waarvan één de hypofyse wordt, de stamouder van alle wortelcellen. Auxine kan zorgen dat die wortelaanleg plaatsvindt, maar doet dit in een kettingreactie: het hormoon activeert een transcriptieschakelaar in de cellen naast de hypofyse en zorgt dat het vervol-
Embryo van de zandraket. De voorloper van de wortel licht groen op, in rood de auxineaanvoer vanuit bovenliggende embryocellen, en in blauw de plek van de celkernen. / foto Dolf Weijers gens wordt getransporteerd naar de hypofyse, waar het de wortelvorming stuurt. ‘Hierdoor wordt de identiteit van een cel mede bepaald door naastliggende cellen, wat voor planten bijzonder is. Het is een waar auxinefeest. Het hormoon bepaalt dát er iets gebeurt, maar het lijkt weinig informatiewaarde te hebben. Wát er precies gebeurd ligt waarschijnlijk vooral aan de aanwezigheid van specifieke transcrip-
tiefactoren. Hiervan hebben we nog maar het topje van de ijsberg in kaart gebracht.’ De heilige graal in zijn werk noemt Weijers de bevordering van wortelvorming. ‘Vele gewassen wortelen moeilijk. Dat vermogen wordt ook maar een keer aangelegd. Als we daar meer inzicht in krijgen en aan kunnen sleutelen, hoeft toepassing niet eens zo heel ver weg te liggen. We flirten daarom ook al een beetje met rijst.’ / GvM
Resource 0731 1, 3, 8-11
23-05-2007
16:25
Pagina 8
ACHTERGROND
8
AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE VISSTAND
2
A h c a
d
V
ik aa 3 ku o m G D ve de be va de w ‘M vi To le ga w ge se
‘De zeebodem is tenminste nog niet geasfalteerd’
O va m da o zw ka is ke H aa de ha to ge e D la de w vi ke D tu st zo la
Resource 0731 1, 3, 8-11
23-05-2007
16:25
Pagina 9
24 MEI 2007
9
RESOURCE #31
Als net afgestudeerd visserijbioloog trad dr. Niels Daan veertig jaar geleden aan bij het Rivo, het huidige Wageningen Imares. Nu, bij zijn afscheid, moet de onderzoeker concluderen dat de visstanden alleen maar verder zijn gedaald. Toch is Daan geen activist. ‘De zee is er altijd nog beter aan toe dan het land.’
door MARTIN WOESTENBURG, foto BART DE GOUW
V
oor zijn afscheid organiseerde Wageningen Imares een groot symposium met een aantal vooraanstaande visserijbiologen en mariene experts, maar zelf is Niels Daan de eerste die zijn veertigjarige carrière relativeert. 'Bij het afscheidsfeest in IJmuiden heb ik bij wijze van grap de kabeljauwvangst gerelateerd aan mijn dienstjaren. Je ziet de vangst dalen van 300 duizend ton tot zo'n 45 duizend ton. Dan zou je kunnen concluderen dat je in veertig jaar gefaald hebt om de mensen ervan te overtuigen dat het anders moet.' Gedurende zijn lange loopbaan is het probleem dat Daan bestudeert niet veranderd. 'De focus ligt nog onveranderlijk op de overbevissing.' Het gaat slecht met de visserij en met de visstand in de Noordzee. De kabeljauw is er zelfs zo beroerd aan toe dat de visserij vanuit Europa volgens Daan verboden zou moeten worden. En de vissers op tong en schol verdienen al nauwelijks meer iets door de torenhoge energieprijzen. ‘Met elke liter diesel vangen ze zo'n zeshonderd gram vis.’ Toch moet je je als onderzoeker niet activistisch opstellen, vindt Daan. ‘Het irriteert me als onderzoekers iets gaan propageren. Een onderzoeker moet beschouwend en observerend werken, niet uitgaan van een eigen hypothese maar die juist onafhankelijk blijven toetsen.’
deerd. Sindsdien heeft de onderzoeker nooit meer hoeven solliciteren, want op 1 april 2007 nam hij afscheid van het instituut dat inmiddels Wageningen Imares heet. Jarenlang werkte Daan mee aan de jaarlijkse adviezen van het International Council for the Exploration of the Sea (ICES). Die waren bepalend voor de quota die Europese vissers kregen toegewezen, sinds de Europese Unie vanaf 1983 een gemeenschappelijk visserijbeleid voert. Volgens Daan kampt het quotumsysteem echter vanaf het begin al met het probleem dat er allerlei vis gelijktijdig wordt gevangen. In de eerste jaren zorgde dat voor illegale verkoop van bijvangst, maar nu wordt die veelal overboord gekieperd, voor het overgrote deel dood. Visserijonderzoekers weten daardoor steeds minder nauwkeurig wat de effecten zijn van de visserij, want zij rekenen alleen de vis mee die aan wal wordt gebracht. Overigens is de rol van onderzoekers in het quotumsysteem sowieso bescheiden, zegt Daan. Zij zijn voornamelijk bezig met cijfers en statistieken. ‘Visserijonderzoekers zijn de ambtenaren van de burgerlijke visstand.’
VERJONGING Daan is niet erg optimistisch over het visserijbeleid. ‘Op den duur krijgen alle vissen het moeilijk. Soorten als de kabeljauw verjongen nauwelijks. Er is nog wel verjonging bij de tong, maar die krijgt gewoon de kans niet om oud en groot genoeg te worden, omdat dat een heel KLIMAATHYPE lucratieve vis is.’ Onderzoekers moeten ook oppassen dat ze de logica Toch wil Daan niet negatief overkomen. ‘Ik zoek juist de van mensen niet simpelweg op een vis projecteren, nuance. De zee is er aanzienlijk beter aan toe dan het meent Daan. Neem de klimaatverandering. ‘Wij weten land. Mensen willen graag oceanen beschermen, maar dat het warmer wordt, maar hoe weet een kabeljauw bouwen ondertussen wel het Groene Hart vol. De zeeop de bodem van de Noordzee waar hij heen moet bodem is tenminste nog niet geasfalteerd. De zee kan zwemmen? Het bewijs voor de boude bewering dat de zich wel herstellen als je stopt met vissen, maar op kabeljauw naar de pool vlucht is flinterdun. In de winter land kan je niet stoppen met bouwen zolang er steeds is de noordelijke Noordzee juist warmer dan de zuidelij- meer mensen bijkomen.’ ke Noordzee.’ De Noordzee is ook rijker dan je zou denken. ‘Vorig jaar Het is een trend, ook onder visserijbiologen, om alles hebben we nog onderzocht hoe het met de soortenrijkaan het klimaat te relateren, constateert Daan. ‘Bladom staat. Zowel van de noordelijke als de zuidelijke den als Nature en Science willen graag scoren met ver- soorten is de soortenrijkdom toegenomen. Ook blijkt halen die de effecten van de klimaatverandering aandat er veel meer kleine vis zit, niet groter dan dertig tonen. Zo’n artikel heeft dan ook een grotere kans om centimeter. We hebben het vermoeden dat door de gepubliceerd te worden dan een artikel dat bewijst dat overbevissing de grotere predatoren worden weggevist, er geen effect is.’ waardoor de predatiedruk op de kleinere vissen afDe recente golf van aandacht voor de vele bruinvissen neemt.’ langs de Nederlandse kust is wat Daan betreft onderdeel van de hype. 'In de jaren vijftig was het heel geVISKWEEK woon om bruinvissen op de Nederlandse stranden te Daan is wel bezorgd over de evolutionaire veranderinvinden. Het is juist merkwaardig dat ze daarna vertrok- gen die dat in de vispopulaties oplevert. Zijn collega ken zijn.' prof. Adriaan Rijnsdorp van Wageningen Imares ontDaan kwam in 1965 voor het eerst bij het Rijks Instidekte dat vissen op een steeds jongere leeftijd gaan tuut voor Visserij Onderzoek (Rivo) toen hij daar als Am- paaien en minder groot worden. ‘Dat is zorgwekkend. sterdamse biologiestudent stage ging lopen. Het klikte Het wordt misschien onmogelijk om ooit nog een grote zodanig met zijn begeleider dat het instituut twee jaar kabeljauw te vangen. Na de Tweede Wereldoorlog belang een positie voor hem vrijhield, tot hij was afgestu- stond zestig procent van de Nederlandse kabeljauw-
vangst uit vissen groter dan negentig centimeter. Nu begint de grootste categorie kabeljauwen bij zestig centimeter.’ Veelgehoorde oplossingen voor de problemen in de visserij zijn viskweek en natuurreservaten. Daarover is Daan echter kritisch. ‘Ik heb wel eens een berekening gemaakt voor de kweek van tong. Daaruit bleek dat je heel Noord-Holland onder water moet zetten om net zoveel tong te kweken als we nu uit de Noordzee halen.’ En voor afgesloten natuurreservaten is het leven in de Noordzee volgens Daan te mobiel. ‘Vissen kunnen niet zien of een gebied gesloten is. Reservaten werken wel goed als je een koraalrif hebt, voor dieren die gehecht zijn aan de bodem.’ Beter is het volgens Daan om duurzamer te vissen. ‘Je moet een optimale hoeveelheid vis uit de Noordzee halen. Dat betekent minder hard vissen, maar dat kost ook minder. Binnen een jaarklasse kabeljauw neemt de biomasssa de eerste vijf à zes jaar toe, daarna neemt die geleidelijk af. Als je wacht tot de vissen vier jaar oud zijn kun je meer oogsten dan als ze twee jaar zijn. Het is net als een boer met zijn grasland. Als die twee keer per jaar maait, oogst hij meer dan als hij vier keer maait.’ Maar vissers willen niet altijd luisteren. Daan onderhield dan ook een wat dubbele relatie met deze groep. ‘In de tijd dat ik adviseerde over de quota had ik ze altijd tegen me. Maar dat waren de voormannen van de vissers. Ik heb ook regelmatig meegevaren met individuele vissers en die zien zelf ook wel dat de kabeljauw verdwijnt. Vorig jaar deed ik mee aan het televisieprogramma Klootwijk aan Zee van Wouter Klootwijk. Dat vonden de vissers prachtig, want het gaf een heel ander beeld van de visserij. Ze werden uit het verdomhoekje gehaald. Vissers zijn de speelbal in een politieke discussie. Zij willen gewoon veel geld verdienen, dat wil iedereen.’ ONDERZOEKSFABRIEK In veertig jaar tijd heeft Daan veel veranderingen meegemaakt in de organisatie van het onderzoek. En die stemmen hem niet altijd tevreden. ‘Ik zie een onderzoeksorganisatie een beetje als een vorm van anarchie. Onderzoekers moeten de ruimte hebben om zich te ontwikkelen, en daarbij moeten ze niet gehinderd worden door managers. Ik heb het idee dat Wageningen UR nu meer geleid wordt als een onderzoeksfabriek. Daar voel ik me niet bij thuis. Dat maakt het makkelijker om nu te stoppen.’ Daan stopt echter niet helemaal. Hij blijft op verzoek onderzoekjes doen bij Wageningen Imares. ‘Daarnaast spreek ik al vier jaar regelmatig af met een groepje ‘oude zakken’ om ideeën door te spreken. Dat leverde al ettelijke publicaties op, zoals de elektronische atlas voor de Noordzee, Fishmap. Het geeft een voldaan gevoel als je een oplossing vindt voor een probleem. Ook al moet ik het totale antwoord schuldig blijven.’ <
Resource 0731 1, 3, 8-11
23-05-2007
16:25
Pagina 10
ACHTERGROND
2
10
Steeds meer groente en fruit in onze supermarkten komt van verre boerenerven. In principe kunnen boeren in ontwikkelingslanden daar voordeel van hebben, want op de westerse afzetmarkt kunnen ze een hogere prijs krijgen dan op de lokale markt. Maar dan moeten ze zich wel organiseren, én een beetje hulp krijgen van kritische organisaties die multinationals op de vingers tikken.
door JORIS TIELENS, foto’s GUY ACKERMANS
W ‘Onder druk van maatschappelijke organisaties gaan multinationals meer verantwoord ondernemen’
ie aardbeien wil eten, hoeft al lang niet meer te wachten op de zomer. Ze liggen het hele jaar door in de schappen van de supermarkt. En ook van exotische groente en fruit zoals mango’s en rode pepers zijn we gewend dat ze altijd en overal te koop zijn. Weerspiegelde in grootmoeders tijd de inhoud van ons bord nog de seizoenen, tegenwoordig komt ons eten uit alle uithoeken van de wereld. Tropische producten komen van de tropische boer naar de westerse consument via een keten van tussenhandelaren. Het verschijnsel dat vers voedsel uit ontwikkelingslanden steeds vaker terecht komt bij de westerse consument, kan ten koste gaan van de voedselproductie voor de lokale bevolking. Voorstanders van ‘soevereiniteit van voedsel’, een begrip dat in opkomst is in de ontwikkelingssamenwerking, pleiten daarom voor regionale zelfvoorzienendheid. Maar daardoor lopen kleine boeren uit ontwikkelingslanden weer de kans mis om in internationale ketens een hogere prijs te krijgen voor hun producten. De voorwaarden waar aan moet worden voldaan om kleine boeren te laten profiteren van internationale afzet staan centraal in een recent verschenen boek van Wageningse en Nijmeegse onderzoekers, Tropical food chains; governance regimes for quality management. Er staan casestudies in over bijvoorbeeld mango’s uit Costa Rica, groente uit China, nijlbaars uit Kenya en melk uit Ethiopië. ‘De internationale handel in verse producten groeit’, zegt dr. Jacques Trienekens, één van de auteurs van het boek en trekker van het Wageningse expertisecen-
trum Keten- en Nnetwerkstudies. ‘Vooral vanuit Brazilië, China en Zuid-Afrika komen steeds meer groenten en fruit in de schappen van onze winkels.’ Boeren krijgen inderdaad op de internationale markt doorgaans een veel betere prijs dan op de lokale markt, vertelt Trienekens. Toch moeten we de rol van wereldwijde ketens in het leven van de gemiddelde kleine boer in arme landen ook niet overdrijven. Het overgrote deel van deze boeren produceert alleen voor de lokale markt. De wereldvoedselorganisatie FAO schat de afzet in internationale ketens op minder dan vijf procent. KWALITEITSEISEN De onderzoekers gaan in hun boek uitgebreid in op de kwaliteit van de producten. Het gaat immers veelal om verse producten die snel in kwaliteit achteruit gaan als de oogst, verwerking en transport niet vlekkeloos op elkaar zijn afgestemd. Van Tilburg noemt het voorbeeld van nijlbaars. Omdat er geen goede afspraken zijn tussen vissers en tussenhandelaren, gaat veel vis verloren. Als ze elkaar te laat treffen, blijft de vis bijvoorbeeld te lang ongekoeld. Kwaliteit is vooral voor westerse supermarkten een belangrijk punt. Zij willen de consument alleen het beste bieden, en overtreffen elkaar in de eisen die ze stellen. Europese supermarkten hebben gezamenlijk de kwaliteitsstandaard EurepGap opgezet. De Britse supermarktketen Tesco deed daar nog een schepje bovenop met nog strengere eisen, en verkoopt die topproducten onder het label Nature’s Choice. Voor kleine boeren in ontwikkelingslanden is het lastig om te voldoen aan dergelijke eisen. ‘Of boeren profiteren van internationale ketens is vooral afhankelijk van de vraag of ze in staat zijn om zich te organiseren’, zegt
Tr de lij w ve ne te u B fo n se ci kw de
M re re D is bo m e ba a kw de O he gr d le
Resource 0731 1, 3, 8-11
23-05-2007
16:25
Pagina 11
24 MEI 2007
e
11
RESOURCE #31
PROFITEREN VAN DE INTERNATIONALE
KETEN
-
n
e m s el-
-
e-
n. -
p n
g -
gt
Trienekens. Want als boeren samenwerken, kunnen ze de kwaliteit leveren die voor een individuele boer moeilijk haalbaar is. Marktkundigen, bedrijfskundigen, ontwikkelingseconomen en sociologen hebben daarom veel studie gemaakt van producentenorganisaties. Binnen een organisatie kunnen boeren investeringen in de teelt en de kwaliteitszorg delen, of kennis en informatie uitwisselen. Bedrijfskundige dr. Jos Bijman concludeert in Tropical food chains dat producentenorganisaties vooral van nut zijn omdat ze zakelijke en informele contacten tussen de leden van de organisatie combineren. Leveranciers zullen minder geneigd zijn te sjoemelen met de kwaliteit van hun product als ze elkaar ook als vrienden kennen.
quita of Dole. Dat noemen we een sterke verticale integratie.’ De grote multinationale bedrijven bezitten plantages en hebben mensen in loondienst die de bananen telen. Ze hebben ook het transport en de afzet in bijvoorbeeld Nederland in handen. Supermarkten kopen hun bananen direct bij deze bedrijven in. Het andere uiterste is een keten waarin er juist heel veel losse en kleine producenten en handelaren zijn, zoals bij cacao uit West-Afrika. Er is weinig uitwisseling van kennis en informatie tussen de vele tussenhandelaren, en er is vaak ook weinig vertrouwen tussen de schakels. Daardoor gaat er veel mis. Ziektes in de cacaoplant worden bijvoorbeeld niet goed bestreden. In een sterk geïntegreerde keten hebben de grote ondernemingen veel macht. Het hangt dan van die bedrijven af of zij zorgvuldig omgaan met hun medewerkers ONEERLIJKE VERDELING en met het milieu. In de jaren tachtig kwamen de grote Maar producentenorganisaties hebben nog een ande- bananenproducenten Chiquita en Dole in opspraak re belangrijke functie. Ze versterken de positie van boe- omdat ze hun arbeiders te weinig loon betaalden en ren ten opzichte van andere sterke spelers in de keten. omdat ze pesticiden per vliegtuig over de bananenplukDe verdeling van de toegevoegde waarde – de winst – kers uitsproeiden. ‘Dat is inmiddels sterk verbeterd’, is lang niet altijd eerlijk. Kleine en ongeorganiseerde zegt Van Tilburg. Chiquita heeft al haar plantages laten boeren trekken aan het kortste eind en krijgen veel certificeren door de Rainforest Initiative, een maatminder betaald voor hun inspanningen dan handelaren schappelijke organisatie die kijkt naar milieu en aren supermarkten. Neem het voorbeeld van de nijlbeidsvoorwaarden van de bananenplukkers, vult Triebaars. De vissers krijgen aan de oevers van het Victori- nekens aan. Sindsdien heeft elke Chiquitabanaan in ameer vijftig eurocent per halve kilo filet van goede de winkel een klein groen kikkertje op het etiket dat kwaliteit. Op de Wageningse warenmarkt kost datzelfaangeeft dat de banaan gecertificeerd is. En later verde stuk vis zeven euro meer. schenen naast de Chiquitabananen ook fair-tradebaOm de verhoudingen in de keten goed te begrijpen is nanen in het winkelschap, waarmee de consument nog het nuttig onderscheid te maken in de mate van intenadrukkelijker kan kiezen voor duurzaamheid en een gratie, vertelt Van Tilburg. Hij noemt twee voorbeelden eerlijke prijs voor de boer. die elkaars uitersten zijn. ‘In de keten van banaan is al- ‘Grote multinationals in de keten gaan meer en meer les in handen van een groot bedrijf, bijvoorbeeld Chimaatschappelijk verantwoord ondernemen, onder
druk van maatschappelijke organisaties die de consument informeren over de slechte gang van zaken’, zegt Van Tilburg. ‘Je wilt als bedrijf geen Greenpeace tegen je hebben. Maar uiteindelijk is het ook in hun eigen belang, want Chiquita en Dole zijn op de langere termijn gebaat bij een duurzame bananenteelt.’ SAMENSPEL In sterk geïntegreerde ketens heeft dat maatschappelijk verantwoord ondernemen meer invloed op de boer dan in niet-geïntegreerde ketens zoals die van cacao. Toch vindt Van Tilburg dat bedrijven ook in dat laatste geval verantwoordelijkheid zouden moeten nemen. ‘Uiteindelijk wordt cacao ook gekocht door grote producenten van chocolade zoals Cadbury. Maar die bemoeien zich niet met de manier waarop het geproduceerd is. Ik vind eigenlijk dat dergelijke grote spelers moeten zorgen dat de productie eerlijk en duurzaam is.’ Ook Jacques Trienekens gelooft dat ‘corporate social responsibility’ de oplossing is voor sommige problemen in internationale voedselketens. ‘De individuele consument kiest lang niet altijd zo bewust in de schappen van de supermarkt. Maar het samenspel van consumentenorganisaties, politiek, aandeelhouders en ngo’s, samen met het lange termijn belang van de bedrijven zelf, beweegt bedrijven wel tot maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ < Tropical food chains; governance regimes for quality management. Edited by Ruerd Ruben, Martinus van Boekel, Aad van Tilburg and Jacques Trienekens. Wageningen Academic Publishers, €49. ISBN 978-908686-027-2. www.wageningenacademic.com/tropical
Resource 0731 12-15
23-05-2007
16:26
Pagina 12
REPORTAGE
12
2
IN BEELD
O
U
STUDIEREIS NAAR OEKRAÏNE Grote vervuiling, maar ook veel wodka en dansen. Dat is wat de zes studenten van het vak River21-NIS is bijgebleven van hun reis naar Oekraïne vorige maand. Het vak valt binnen de specialisatie Integraal waterbeheer en bouwt voort op het succes van het al langer bestaande River21, een internationaal project dat studenten van verschillende landen een visie laat
ontwikkelen op de Schelde. In plaats van de Schelde was nu de beurt aan Seversky Donetsk, de rivier die door zowel Oekraïne als Rusland loopt en sterk vervuild is door de industrie. De Wageningers bezochten samen met studenten uit beide landen zoutmijnen, sodameren en waterzuiveringsinstallaties om inzicht te krijgen in de organisatie rondom het watergebruik en -beheer. Ze
werden geconfronteerd met vervuild rivierwater en bergen afval van huishoudens en industrie. ‘Er moet nog veel gebeuren wil het land aan de Europese milieueisen voldoen’, concludeert studente Annebeth Loois. / foto’s deelnemers River21-NIS, tekst Laurien Holtjer
D
Ho lid Fr va de ov st po de sc
De jaa te lat st ee St m na PS ve ve re de To aa ra Da ee De tu ze sc
W
C
M
No lin Ru ra go ve ha ec ‘Ee ee de vo De ee va flu ‘Ik in m ke or th
Resource 0731 12-15
23-05-2007
16:26
Pagina 13
24 MEI 2007
13
RESOURCE #31
OUDE KOEIEN UIT DE ARCHIEVEN VAN WAGENINGEN UR
DE CHRISTELIJKE GEITENFOKVERENIGING Hoe is het mogelijk, vroeg Kees Strijker, lid van de Progressieve Studenten Fractie, in 1976. Waarom laat het college van bestuur van de landbouwhogeschool de Chisten Studenten Fractie toe bij het overleg tussen bestuurders en studenten? ‘Over zaken van rechtspositionele aard onderhandel je niet met de christelijke geitenfokvereniging’, schreef hij in de Belhamel. De christelijke studenten zaten toen vier jaar in de hogeschoolraad en de faculteitsraad. In 1972 had Jef Landman zich laten inspireren door de gereformeerde studentenvereniging in Groningen. Met een paar vrienden richtte hij de Christen Studenten Fractie op. Die moest gereformeerde studenten een alternatief bieden naast het Progressief Aktie Front, later de PSF. Tot zijn verrassing werd Landman verkozen. En sinds die tijd hebben er altijd vertegenwoordigers van christelijk studerend Wageningen in de verschillende medezeggenschapsraden gezeten. Tot volgend jaar. De CSF doet niet mee aan de verkiezingen van de studentenraad, die momenteel in volle gang zijn. Daarmee lijkt een einde gekomen aan een traditie van 35 jaar. De afgelopen jaren waren de verschillen tussen de fracties overigens alleen voor zeer oplettende volgers duidelijk. Het verschil zit hem, leggen de studentenverte-
genwoordigers uit, vooral in de aanpak, niet in de standpunten. De PSF zou brutaal zijn en de verenigingspartij Veste pragmatisch, terwijl de CSF zich graag constructief noemt. Maar uiteindelijk zijn studenten er het meest bij gebaat als de partijen samen optrekken, vinden ze. Dat was in de politieke jaren zeventig wel anders. De Belhamel, opinieblad voor de hogeschool, stond elke twee weken vol met ingezonden stukken van de studentenpartijen. Van samen optrekken was geen sprake. ‘Lezers, zoek aan de hand van de Belhamels van de afgelopen jaren eens na wat de CSF en SO’73 allemaal voor studenten hebben gedaan. Winnaars kunnen erop rekenen dat de PSF een aantal prijzen te beschikking zal stellen’, schreef de progressieve Strijker in de eerdergenoemde brief.
Meestal liet de CSF de kritiek van de progressieven van zich afglijden. Tussen de verenigingspartij SO’73 en de PSF ontsponnen zich regelmatig venijnige briefwisselingen, maar de CSF reageerde vaak niet op plaagstoten van de concurrentie. Eén keer maakte de fractie een uitzondering. Naast de brief over de christelijke geitenfokkers stond een verslag van een PSF-lid van de laatste hogeschoolvergadering. De CSF had, volgens de PSF, ‘een sfeertje gecreëerd’ tijdens de vergadering, waardoor een boze Wageningse reactie op Haagse onderwijsplannen was getorpedeerd. Twee weken later schreef CSF’er Peter Booman, de huidige directeur van het facilitair bedrijf, een pesterige reactie op beide stukken. Was de PSF misschien een beetje gefrustreerd omdat ze twee
keer hun zin niet hadden gekregen in de raad, vroeg hij zich af. ‘Voelt de PSF zich in haar kruis getast door de CSF? Kan de CSF het helpen dat vrijwel de hele raad het met ons eens was?’ Vreemd toch dat de progressieven, die altijd hun mond vol hebben van de ‘demokratie vanaf de basis’, zich zo weinig gelegen laat liggen aan de wil van de meerderheid, ging Boomans verder. Die meerderheid had er overigens ook mee ingestemd dat de ‘geitenfokvereniging’ werd toegelaten tot het overleg, merkte hij nog fijntjes op. Opmerkelijk jennerig voor een partij die naastenliefde hoog in het vaandel heeft. Het zou ook bij één keer blijven, beloofde Booman. ‘Wij zijn van mening dat we ons beter met belangrijker zaken kunnen bezig houden dan zwartmakerij.’ / Korné Versluis
Boven links: Peter Booman in 1976. Boven rechts: De brief van Peter Booman in de Belhamel van 8 december 1976.
WERKPLEK CAROLINE PLUGGE
MONSTERS NEMEN OP DE OOSTZEE Normaal staat Caroline Plugge (op de foto links) tussen potjes en flesjes in een lab. Ruim twintig jaar werkt ze al bij het Laboratorium voor Microbiologie waar ze begon als analist, promoveerde, en nu universitair docent is. De laatste tijd levert haar hobby – ‘ik zeil al mijn hele leven’ – echter ook leuk werk op. ‘Een jaar of zes geleden belandde ik via een vriend op de Marieje, een ruim honderd jaar oud houten zeilschip gebouwd voor de vrachtvaart, dat door vereniging De Marieje varend wordt houden. Het is een prachtig schip dat traag en statig vaart. Het ruikt naar teer, en harde wind fluit tussen de masten’, vertelt Caroline. ‘Ik onderzoek al jaren anaerobe bacteriën in diverse ecosystemen. Ze moeten samenwerken om hun substraat af te breken, en spelen een rol in de omzetting van organische stof en de vorming van methaan. Over bacteriën uit zoet water is al
veel bekend, over hun voorkomen in zout water niet. Nu vaart de Marieje deze zomer op de Oostzee, een interessant gebied omdat het niet overal even zout is. De schippers gaan monsters voor me nemen en ik ga zelf ook een week mee.’ Dankzij een NWO-subsidie kan Caroline met deze monsters maanden aan de slag. ‘De sedimentmonsters worden genomen met een verzwaarde buis van zestig centimeter lang die aan een touw naar beneneden zakt tot maximaal 75 meter diepte. En ik krijg watermonsters van dezelfde plek voor een analyse van onder meer zout- en zuurgraad en temperatuur.’ Caroline vaart op de Marieje mee als één van de veertien bemanningsleden die onder meer zeilen hijsen en strijken, sturen en koken. ‘Soms spat het water in grote hoeveelheden over het dek. Best spannend als er dan ook monsters genomen moeten worden.’ / Yvonne de Hilster foto Vereniging De Marieje
Resource 0731 12-15
23-05-2007
16:26
Pagina 14
OPINIE
14
2
M.I.
De verkiezingen voor de studentenraad van Wageningen Universiteit zijn deze week begonnen, precies op het moment dat de discussie over mogelijke opheffing daarvan hoog oplaait. De raad van bestuur wil vier inspraakorganen samenvoegen tot één. De medezeggenschap wordt daar een stuk overzichtelijker van. Maar wat zijn de consequenties voor de positie van studenten?
IS HET ERG DAT DE STUDENTENRAAD VERDWIJNT? door NICOLETTE MEERSTADT en RICHARD ESSER 'Volgens mij willen ze dit voorstel er snel even doordrukken'
Benjamin Jongenburger, tweedejaars Internationale ontwikkelingsstudies
‘Als de studentenraad de enige manier is om de belangen van de student bij de universiteit te behartigen, dan ben ik tegen. Maar zolang er vertegenwoordiging blijft bestaan, interesseert het me niet hoe dat gebeurt. Ik weet trouwens niet veel van de studentenraad. Volgens mij zijn er nu drie fracties: de PSF, de CSF en nog eentje... Ik hou me er totaal niet Anne-Marie Kortleve, oud-voorzitter mee bezig dus ik weet niet wat ze tot van de studentenpartij VeSte nu toe bereikt hebben. Misschien weet ik niet wat ik zou missen. ‘Ik ben natuurlijk tegen! Allereerst Ik vind het wel belangrijk dat de reomdat studenten op deze manier in geling Financiële Ondersteuning de massa van zo’n grote raad verStudenten bestaat, want ik wil misdwijnen. De studentenraad is al niet schien in de toekomst nog een keer zo bekend bij studenten. Ze weten een bestuur doen. Ook is de kwalivaak niet goed waar die zich inhou- teit van onderwijs belangrijk, maar delijk mee bezighoudt. Maar als de vanuit de studieverenigingen zijn studentenraad opgaat in de nieuwe daar ook commissies voor. Zolang medezeggenschapsraad zal het nog er door iemand op dit soort thema’s moeilijker worden om te laten zien wordt gelet, maak ik me niet druk wat er voor studenten wordt geom het verdwijnen van de studendaan. tenraad. Verder kan de studentenraad in de Of ik ga stemmen deze week? Ik huidige situatie nog vrij regelmatig wist niet dat er verkiezingen waren.’ overleggen met de raad van bestuur. Toen wij vorig jaar een voorstel deden voor het verbeteren van afstudeerplekken, kregen we daar direct een reactie op. Er was echt opbouwende interactie. Ik stel me voor dat, als ze straks met zes studenten in een grote vergadering zitten, voorstellen zullen verzanden in de centrale raad en op niks uit zullen lopen. Het lijkt me ook niet praktisch. Stel dat de studentenraad de bestuursbeurzen aan de orde stelt, dan zullen vertegenwoordigers van DLO daar waarschijnlijk niet veel over te zeggen hebben. En ik vind de timing opmerkelijk. Het is bijna vakantie. Volgens mij wil de raad van bestuur dit voorstel er nu snel even doordrukken. Straks zijn er verkiezingen geweest en dan blijkt opeens dat er maar zes vertegenwoordigers komen, in plaats van twaalf. Dan kan de helft alsnog niet aan de slag en dat lijkt me een onterechte situatie.’
'Zolang er vertegenwoordiging is, interesseert het me niet hoe dat gebeurt'
‘Ik ben bang dat de afstand tot de student veel groter wordt’
Mattijs Smits, lid van de studentenraad voor de Progressieve Studenten Fractie ‘De studentenraad heeft nu twee soorten macht. Ten eerste staan we dicht bij de studenten, zijn we fulltime bezig met onze functie, gaan we naar feestjes, weten we wat er speelt voor studenten en schrijven we voorstellen voor verbeteringen. Daarnaast hebben we ook formele rechten: in principiële conflicten kunnen we op onze strepen gaan staan. We proberen wel altijd gezamenlijke oplossingen te vinden, maar als het moet kunnen we voorstellen tegenhouden. In het nieuwe systeem zal er veel minder vergadertijd zijn voor onze ideeën en verdwijnen de formele rechten voor een groot deel. Andere belangengroepen hebben allemaal nog een vertegenwoordigend orgaan onder de nieuwe medezeggenschapsraad. Voor studenten komt die er niet. De raad van bestuur probeert ons te paaien met informeel overleg. Er komt een schaduwfractie die informeel overleg mag plegen met de rector en de vergadering mag adviseren, maar ze heeft geen stemrecht. Zaken waar de studentenraad zich dit jaar mee bezig heeft gehouden zijn bestuursbeurzen voor studenten, internationalisering, het niveau van Engels in het onderwijs, maar ook hele praktische zaken zoals de verhuizing naar de Born en plekken voor studieverenigingen. Voor dit soort praktische dingen zal er in de nieuwe situatie weinig aandacht zijn. En de grotere raad zal op een abstracter niveau opereren. Ik ben bang dat de afstand tot de student dan veel groter wordt.’
David Zwaans, tweedejaars Bedrijfskunde ‘Het lijkt me geen slimme zet om de vier raden bij elkaar te voegen. Al hangt het er wel vanaf wat er voor in de plaats komt. De stem van de student moet net zo sterk blijven als hij nu is. Inspraak is erg belangrijk. Wel blijkt het steeds weer moeilijk te zijn om studenten te vinden die in de studentenraad willen. Dit is natuurlijk niet de kern van het probleem, maar het wordt wel ondervangen in het nieuwe stelsel. Vanuit de raad van bestuur gezien vind ik het niet meer dan logisch dat ze dit voorstel doen. Ze willen zelf efficiënter werken. Maar op deze manier worden we een kennisfabriek, een groot concern waar de student opeens veel minder te zeggen heeft. Terwijl de student juist je belangrijkste klant is, en je belangrijkste klant moet je niet uit het oog verliezen. Bij veel universiteiten en hogescholen hebben studenten minder inspraak dan hier. Ik heb in de medezeggenschapsraad van de hogeschool in Ede gezeten, ook een kleine instelling. Via het informele circuit is het makkelijk je stem te laten horen. Juist omdat we zo’n kleine universiteit zijn moeten we dat vasthouden. Het is echt karakteristiek voor Wageningen.’
‘Je moet je belangrijkste klant niet uit het oog verliezen’
‘Wij hebben goede ervaringen met studenten en personeel samen in één raad’
Bernard Gildemacher, docent Plantenteelt aan Van Hall Larenstein en lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de hogeschool ‘Wij hebben ons daar als raad nog niet over uitgelaten. Dat komt een beetje doordat we nog volop bezig zijn met het fusieproces van Van Hall en Larenstein. Tot nu toe is dat alleen nog een bestuursfusie, maar voor september moeten ook de afzonderlijke medezeggenschapsraden verdwijnen. Het is dus niet zo handig dat de raad van bestuur nu al komt met voorstellen om de medezeggenschapsstructuur totaal te veranderen. Op zich ben ik van mening dat VHL in de plannen een behoorlijke plaats toebedeeld krijgt, dus daar ben ik niet heel erg tegen. Ik ben me ervan bewust dat de studentenraad van de universiteit straks dreigt te verdwijnen. Maar voor onze studenten zou er niet zo heel erg veel veranderen. Wij hebben op zich goede ervaringen met studenten in de medezeggenschapsraad, op gelijke voet met het personeel. Waar ik wel tegenop zie is dat ik straks ontzettend veel op mijn bord zou krijgen wat maar in beperkte mate relevant is voor ons. Bovendien is het maar afwachten of we dingen die van belang zijn voor VHL voldoende op de agenda kunnen krijgen.’
P
PO Re va ge of Po
‘A m in v z
C M S
An co m he sp sc ve co ke gr ge CO ins ro De nie wo ko ra lie vlo GV he De st sta op DL ge Si sta vie da Na ke le ra nie éé ra zij ‘b de la fu De ho zig de cië he ta vij aa
Le
Resource 0731 12-15
23-05-2007
16:26
Pagina 15
24 MEI 2007
POST
e
ede
en
t ar
e
ts n
n ea-
d
L
POST is de brievenrubriek van Resource, bestemd voor reacties van lezers. Brieven kunnen worden gericht aan
[email protected] of aan Resource, rubriek Post, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen.
‘Alle raden moeten met het voorstel instemmen en de vooruitzichten daarop zijn ronduit slecht’ CENTRALE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (2) Anders dan Koert deed voorkomen in zijn column van 10 mei is de nieuwe centrale medezeggenschap nog lang geen feit. In het voorstel van de raad van bestuur is sprake van één centrale medezeggenschapsraad met drie ‘bloedgroepen’: Universiteit, DLO en VHL. Een af te sluiten convenant zal moeten uitmaken over welke onderwerpen de afzonderlijke bloedgroepen het alleen voor het zeggen krijgen. Vervolgens zal iedere raad (SR, GV, COR, GMR) nog met het voorstel moeten instemmen. De vooruitzichten daarop zijn ronduit slecht. De universiteit is de grote verliezer van de nieuwe structuur. De Studentenraad wordt opgeheven en daarvoor in de plaats komt een minimale invloed in de nieuwe raad. Ook de universitaire stafleden verliezen een groot deel van hun huidige invloed. Leden van de Studentenraad en de GV hebben dan ook niet enthousiast op het voorstel gereageerd. De huidige centrale medezeggenschapsstructuur van de Universiteit en DLO bestaande uit SR, GV en COR is gebaseerd op samenwerking tussen Universiteit en DLO. Daarnaast is er de SR om de belangen van de studenten te behartigen. Sinds VHL deel uitmaakt van WUR bestaat de centrale medezeggenschap uit vier raden. Iedereen is het erover eens dat dát wat veel van het goede is. Na een langdurige discussie leek er sprake te zijn van een compromis: een centrale medezeggenschap bestaande uit twee raden, één gebaseerd op de WHW (de nieuwe wet op het hoger onderwijs) en één op de WOR (wet op de ondernemingsraden). De voordelen van deze structuur zijn evident. Zij is niet gebaseerd op ‘bloedgroepen’, waardoor de eenheid van de organisatie wordt bevorderd, en de belangenbehartiging van het onderwijs en fundamenteel onderzoek is gewaarborgd. De onderwijsinstellingen – universiteit en hogeschool – blijven herkenbaar aanwezig in de centrale medezeggenschap. In de WOR-raad zouden met name de financiële en personele aangelegenheden van het concern aan de orde komen. Het aantal medezeggenschapsraden wordt met vijftig procent gereduceerd, hetgeen een aanzienlijke efficiëntiewinst betekent. Lees verder op pagina 16.
15
RESOURCE #31
V.D.REDACTIE ETHOLOGIE De kwestie Ethologie sleept zich ook twee jaar na de opheffing van de leerstoelgroep nog voort. Nu beklagen studenten Biologie zich over de gebrekkige studiemogelijkheden in dit vakgebied. In de voorlichting aan zowel studenten als middelbare scholieren wordt gesteld dat ethologie nog steeds een volwaardige onderzoeksrichting in Wageningen is. In de huidige onduidelijke situatie is dit volgens de biologiestudenten echter niet het geval. Ze noemen het ontoelaatbaar dat studenten de dupe worden van beleidsmatige strubbelingen. Daar hebben zij zonder meer een punt. Het feit dat nu zelfs aan het regeerakkoord een paragraaf is toegevoegd over het welzijn van landbouwhuisdieren en de media over elkaar heen buitelen om het
gedrag van dierentuindieren te verklaren, maakt extra duidelijk dat het ontbreken van een duidelijk zichtbare onderzoeksgroep ethologie aan dé Nederlandse universiteit voor levenswetenschappen gewoon niet kan. Aangezien zo’n leerstoel ook niet is opgenomen in het huidige instellingsplan, zou er formeel zelfs voor 2010 geen plaats meer zijn voor een hoogleraar diergedrag in Wageningen. Het opheffen van de leerstoelgroep werd en wordt natuurlijk door iedereen betreurd. Volgens voormalig rector Bert Speelman was er echter geen andere oplossing. Zijn argument: we hebben er alles aan gedaan, laten we het eerst arbeidsrechtelijk netjes afhandelen met de betrokkenen en dan kijken we wel weer verder.
Die benadering kun je volhouden zolang studenten hier niet de dupe van worden. Als de biologen echter gelijk hebben, dan ontstaat er een nieuwe situatie. Het juridische mijnenveld zou nog complexer kunnen worden als naast claims van verbitterde personeelsleden ook studenten gerechtelijke stappen gaan ondernemen. Het gevecht rond de tekortkomingen van de Amsterdamse opleiding Communicatiewetenschap laat zien dat zoiets niet denkbeeldig is. Het is in ieder geval geen voorbeeld van goed gedrag als je opleidingen Biologie en Dierwetenschappen gewoon blijft verkopen terwijl de kwaliteit van het onderwijs in een sleutelvak als de ethologie serieus wordt betwist. / Gert van Maanen
HR
Henk van Ruitenbeek
DE HOOG KLEREN MAKEN DE RECTOR We moeten trots zijn op onze rector. Hij is een man met visie. De man achter de universitaire vernieuwingen en ook van de bolletjesschema’s die onze onderzoekers eindelijk de juiste weg wijzen. Hij is ook een man met flair, want wie heeft de durf om de saaie toga en baret in de kast te laten en onze gasten uit Oezbekistan te ontvangen in hun traditionele Oezbeekse kostuum met bijbehorende pet. Een gewone Nederlander verkleedt zich hooguit met Sinterklaas en onze zuiderlingen doen dat alleen tijdens het carnaval.
De verkleedpartij van de rector moet hier een academische traditie worden. Het mag niet bij één keer blijven. Daarom moet de rector kleedgeld krijgen of er moet een verhuurbedrijf van toneelkleding worden ingeschakeld, want iedere hoge buitenlandse en binnenlandse gast dient vanaf heden in traditioneel kostuum door de rector te worden ontvangen. In zijn garderobe mag de Zeeuwse klederdracht zeker niet ontbreken. Je weet maar nooit of de miljoenensubsidie voor gekweekte tong zo niet gemakkelijker binnen is te halen. De cowboyhoed en de bol-
hoed horen er per definitie bij. Daar zijn Amerikanen en Engelsen nog steeds dol op. Moeilijker wordt het met zeer exotische hoogwaardigheidsbekleders. Maar een speer, een kralenketting en een lendendoek passen toch wel bij het figuur van de rector. Echt lastig wordt het als er hoge Chinezen komen. De dracht van de volkspartij is natuurlijk helemaal uit. Een Mandarijnenuitrusting is fout. Maar een pak van Armani is nooit weg voor een rector met visie en flair. / Kees de Hoog
Resource 0731 20-24
23-05-2007
16:44
INTERNATIONAL
Pagina 20
2
20 ‘We’re going to do our best to make sure we beat the German team’
N
BIOLOGISTS WANT ETHOLOGY BACK
W th Ch ba wi pr jo
Wageningen biology students want the Executive Board to reinstate the Ethology group. A letter signed by a hundred students complaining about the lack of ethology courses was presented on Tuesday 22 May to Rector Martin Kropff. According to the students, the promise that the closure of the Ethology group – in September 2005 – ‘would have few practical consequences for courses’ is not true. The letter states that there is a lack of an academic learning environment in ethology, too few projects that students can participate in, and a supervision shortage. Spokesman for the Rector, Simon Vink, has said that the complaints are being taken seriously. However, it is not possible to re-start the group as its dismantling has not yet been completed. / GvM
PENTECOST Monday 28 May is a public holiday so shops are closed.
WHAT’S ON Thursday 24 May 20.00 / Open air concert Sela in the market place, organised by Christian student club. 20.15 / Rock opera Tommy in Junushoff, also Friday 25, Saturday 26 May. 23.00 / Navigators’ student party in Café Het Gat. 23.00 / Alice in Wonderland Party at Unitas. Friday 25 May 20.30 / Transylvania, see www.movie-w.nl 21.00 / Limehouse Jazzband plays in Junushoff theatre café. 22.00 / Dance 30+ in De Wilde Wereld. 22.00 / Chicago Mike performs rock, soul, blues and country in Café Tuck. 23.00 / Sing along to Dutch songs in Stedia Café. 23.00 / Techno and electro party Krankenhaus at Unitas. 24.00 / Bikini Spring Party at the International Club.
Th Pla Ec un ca pr th de de th
VeSte candidates at the student council election debate. / photo GA
STUDENT COUNCIL ELECTION DEBATE: A CLASH OF CULTURES The visual differences between the VeSte and PSF parties at the election debate on Tuesday 23 May are immediately clear. The first group is dressed in white, the other in red. Their political differences, however, are less obvious. It takes some sharp questions by Rector Martin Kropff to heat up the debate and reveal differences in their political styles. At first, the student council candidates avoid asking their opponents difficult questions. They are polite, and some are even quite nervous. Suddenly PSF attacks VeSte: 'You only represent the student organisations, not all students like we do!' Indeed, VeSte was founded by the big student organisations. But a VeSte supporter in the audience replies: ‘More than half of the students belong to these organisations. That's a lot. Besides, you can't represent everyone.’
Tuesday 29 May 20.00 / Murphy’s Quiz Night in Café Tuck.
The progressives launch a second attack. ‘You only have a few small ideas, and they're all in our programme too! We also have larger topics, like sustainability.’ But the VeSte representatives make it clear that they are too pragmatic for that. Their preference is for small, but reachable goals. ‘By the way,’ says Alexy Pristupa from VeSte, ‘We can help each other in the student council. We can focus on short-term and you more on long-term issues.’ After that remark, the tension subsides again. Someone in the audience asks: ‘If you put the two party programmes together, wouldn't we have a good programme?’
Thursday 31 May 23.00 / F#ck the exams in Café Het Gat.
VeSte, however, sees another big difference with PSF. ‘We don't scream and
Saturday 26 May 22.00 / Philippine Cultural Evening at the International Club. Sunday 27 May 12.00 / Day of the Park in Belmonte Arboretum. Food, drinks and light music. 14.30 / Rock opera Tommy in Junushoff. 20.00 / Pink-Ster Party in Café Het Gat.
shout, and achieve nothing. We are willing to cooperate and compromise.’ Of course, the opponents don’t agree: ‘So are we, but we also act when we can’t agree, like when we published Rebel Resource. You just talk and talk, and nothing happens.’ The debate livens up a bit more when Kropff asks the parties how they intend to reach the other 5000 students, because he really wants know who he’ll be talking to after the elections: true representatives or a select group of very active students? Both parties are keen to show how much
they communicate with other students. PSF mention their pancake-lunches, and the newsletters they deliver to all student accommodation. VeSte, on the other hand, claims to have good contacts with student associations where Dutch and international students can integrate. Christopher Baan of PSF and ISOW (International Student Organization) retaliates: ‘But we invited you, and you didn’t react!’ ‘Yes, but we hope to improve internationalisation in the future. It’s in our programme. PSF hasn’t been able to reach the student organisations.’ PSF: ‘We tried, but they refused to contact us!’ / RE
Th
WHO SHOULD YOU VOTE FOR? Elections for the student council of Wageningen University started this week and continue until 31 May. The two parties fighting it out, PSF and VeSte, have a good mix of Dutch and international candidates. But what exactly do they aim to achieve for international students and education? A quick glance at their programmes reveals that improving communication is top priority. The Progressive Student Party (PSF) wants to offer more support to newly arrived students. Erasmus students for example arrive throughout the whole year in Wageningen, and many do not get a proper introduction to the town and its university. PSF plans to create a mentor system for this purpose, similar to that used in the AID at the beginning of the study year. For those arriving in August, they also want a longer intro-
duction period. In addition, PSF wants to stimulate intercultural understanding by providing comfortable meeting places in university buildings, more debates, and improving communication between student organisations. Other plans include health-care support and parttime jobs, and more and better language courses. VeSte’s plans also focus on improving communication. For example, they think that the English translation of the Student Charter, which is a summary of all official regulations, should be made easier to understand. Like PSF, they also aim to improve language skills, as well as the integration of Dutch and international students. Last but not least they want more exchange of information in English about life, education, and work – if possible with more pages in Resource. / RE
F
La Gl th Ph sta
Gl Int an to fo ap pe Se re ‘D
St da or ye pa ev
Resource 0731 20-24
23-05-2007
16:44
Pagina 21
24 MAY 2007
21
RESOURCE #31
SNAPPED WHO Susane Rodrigues Abreu from Portugal, outside the Virology Lab in Wageningen. WHAT FOR? ‘I’m here for six months for my bachelor’s thesis on the rice yellow mottle virus. I’m half way now. I like the greenness here, and the people at the lab are kind, but I would like to get to know more people.’
DIFFICULT? ‘It would probably be easier if I were doing classes. I wanted to learn Dutch, but I got sick.’ AND YOUR CORRIDOR? ‘That’s the problem. I live at Bornsesteeg where there’s no shared kitchen, so you don’t talk to other students that easily. I’ve heard others complain about this.’ / YdH
NEW PARTNERSHIP WITH CHINESE UNIVERSITIES Wageningen has made agreements with the Northwest A&F University in Yangling, China. The best students from three bachelor-degree courses at the university will be able to do a special honours programme in their last year, organised jointly by the two universities. The programme will be developed for Plant Sciences, Animal Sciences and Economics. Together with the Chinese university, Wageningen will select 120 candidates each year for the honours programme. The 15 best students, once they have obtained their bachelor’s degree, will be eligible to do a master’s degree in Wageningen at reduced cost. If the formula is successful, Rector Martin
Kropff intends to make similar agreements with other Chinese universities. Rien Bor of Wageningen University hopes that the new agreements will keep up the inflow of Chinese students to Wageningen. ‘Chinese universities are changing rapidly. Ten years ago there was a shortage of educational capacity in China, and many students were forced to study abroad. Now however, Chinese universities have expanded and the trend is being reversed: more and more Asian students are going to China for their studies. As a result, many American and Australian universities are experiencing falling student numbers. We hope that this construction will be a way of keeping
our numbers up.’ The honours programme will be developed jointly by Wageningen and Yangling. Yangling will pay the travel and accommodation costs of Wageningen lecturers who give courses in China. The agreements with Yangling were made during a recent visit of Wageningen managers and scientists to China. The delegation also visited the Chinese Agricultural University (CAU) in Beijing, where twelve Wageningen academics made agreements with their Chinese colleagues and set up joint research programmes. The head of the Wageningen delegation, Rector Martin
Kropff, expects that this will lead to more cohesive programmes for the PhD projects that Wageningen and the CAU plan to conduct jointly. Kropff was also appointed honorary professor of the CAU. The visit ended with a symposium on Chinese-Dutch collaboration in the life sciences. ‘Wageningen UR played a prominent part,’ reported Kropff proudly. About four hundred people attended the symposium, which was opened by the Dutch Minister of Foreign Affairs, Maxime Verhagen. Kropff used the opportunity to make a plea for establishing publicprivate partnerships so that Chinese and Dutch businesses and governments join forces to finance research. / KV
VHL STUDENTS COMPETE AT US HORSE SHOW For the first time, Van Hall Larenstein will be represented this year at an international student equestrian event in Philadelphia. The competition takes place from 29 May to 1 June. A Dutch and a German team will participate under the VHL flag, and both stand a good chance of winning the world cup.
d nt
n‘The competition was started to enable students from different countries to get to know each other. And because it’s a sporting event, there has to be an element of competition,’ tells Martine van Tilburg, who is coordinator of Equine, Leisure & Sports at Van Hall Larenstein in Wageningen.
’ a-
ut
o y
e
t
The Global Village Day prize winners: students from the Philippines. / photo GA
FILIPINOS WIN GLOBAL VILLAGE MARKET COMPETITION Last Saturday 19 May saw the eighth Global Village Day in the market place in the centre of Wageningen. The Philippines stole the prize for the best stand from four-time winners Indonesia. Global Village Day is organised by the International Student Panel (ISP) and is an opportunity for international students to present customs, dance, costume and food of their country. At the end of the day a prize is awarded for the best performance and most attractive stand. Seventeen different countries were represented and the theme this year was ‘Diversity is our strength, unity is our goal’. Students spend weeks preparing for the day. ‘This is the biggest event that is organised for international students each year, that is why so many people participate. Food is an important part of every culture; a lot of our social life
revolves around eating. It is fun to prepare our own kind of food for others, and to taste something new in return,’ says Tini Gumartini of the ISP. The ISP sees the day as a way to improve integration between international and Dutch students, and also with the local population. The Filipino prize winners performed a spectacular dance with colourful costumes and tiniklin, long bamboo poles that they used to make rhythmic sounds. ‘A group of fifteen of us practised every evening for two weeks. At one point the room in the Bornsesteeg wasn’t big enough, so we had to find somewhere else. We went to the Forum building and practised our dance outside there. The security man kept watching us through the window,’ tells Florene Slotboom enthusiastically. The Filipino’s stand displayed an array of woven baskets, clay pots, sweet potatoes
with a sweet sauce and large decorated plates from their home country. ‘We decided to actively interpret the theme Diversity and Unity. We displayed handicrafts on one side and photos of beautiful places in our country on the other side. We made some of the handicrafts ourselves from papier maché, with inspiration from our artistic director, and we made different Filipino snacks. Our cooking has Spanish, Mexican, Chinese and American influences,’ explains Lally Dulnuan. ‘Our biggest rivals were the Indonesians. They have won the last four times. We participated last year for the first time and we thought to ourselves: we can do this too.’ Did you miss the Global Village Day? On Saturday 26 May the Filipino students are holding a cultural evening in the International Club. /NM
The students will be paying their own airfare to the US, but VHL is footing the bill for the uniforms, registration and the teacher who will accompany them. The students will not be taking their own horses. ‘We’ve been offered relatively high-level competition horses there,’ says Van Tilburg. ‘Part of the point is that our riders get the feel of the horses quickly.' The event consists of show jumping, dressage and a written test. Each country is allowed to send one team but, because Germany does not have an equine professional education course at this level, VHL is also sending a German team. Saskia Liss, a second-year Equine, Leisure & Sports and member of the German team, is looking forward to the Intercollegiate World Equestrian Cup in Philadelphia. ‘I like competitions, and riding in a team makes it even more special.’ First-year student Charlot Helder, a selfconfessed riding fanatic, is even more serious. ‘As the Dutch team we’re going to do our very best to make sure we beat the German team!’ / AB
Resource 0731 20-24
23-05-2007
16:44
Pagina 22
STUDENT
> NICOLETTE
GREKE IS BACK! Iedereen kent er wel eentje, een vrolijke, spontane, enthousiaste, lieve, ultra-naïeve en bloedmooie vrouw. Eentje die zich veel minder intelligent voordoet dan ze is en iedereen een warm gevoel bezorgt met oprechte complimenten. Een jaloersmakende kruising tussen moeder Theresa en Lindsey Lohan met een vleugje extra argeloosheid. Greke is zo’n vrouw. Ze is drie maanden naar Bonaire geweest om stage te lopen. Eerlijk gezegd was het geweldig rustig de eerste week. Heerlijk het journaal kijken zonder onderbrekingen als ‘huh, wat bedoelen ze nou?’ of ‘wat gemeen!’. Ik kon huisgenoten vrijuit beledigen zonder een tik op mijn vingers te krijgen. Na verloop van tijd begon ik haar natuurlijk te missen. Niemand op de wereld kan zo vrolijk stralend goedemorgen zeggen zonder drugs te hebben gebruikt. En het is gewoon saai dat er geen reactie komt als ik zeg dat het eten smerig is of dat ik te moe bent om af te wassen. Stiekem heel diep van binnen was ik me juist gaan hechten aan die dingen waar ik me af en toe aan ergerde. Niks fijner dan je ergeren aan een ander om je eigen gevoel van superioriteit te bevestigen. Ja, zij ziet er leuk uit, heeft een goed humeur en lijkt perfect, maar ik bén leuk. Of een vergelijkbare sluitende redenering. Hier in huis missen we haar allemaal. Zo erg zelfs dat we een welkom-thuisfeest voor haar aan het regelen zijn. Dat begon met een mailtje: ‘Zullen we een surpriseparty voor Greke organiseren?’ De eerste reactie kwam van Greke zelf: ‘Ja, lijkt me geweldig!’ Een voor haar doen zeer spitse en droge reactie. Na dit mailfoutje zijn we weer ondergronds gegaan en hebben plannen gemaakt. Vandaag gaan we een spandoek maken en de kamer versieren met slingers. Over twee dagen, als ze thuiskomt, gaan we taarten bakken en bloemen plukken. Zeker weten dat ze alsnog blij verrast is. Ik kan niet wachten. Tot zo ver de plannen. Vanochtend, vlak voor ik wakker werd, hoorde ik een ultraenthousiast goedemorgen. Poepiebruin en stralend staat ze voor de deur. We hebben ons vergist in de datum. Jammer van het feest, maar gelukkig is ze weer thuis. / Nicolette Meerstadt
22
2 Greenpeace laat Duitse en Turkse vrijwilligers een Ark van Noach bouwen op de berg Ararat, waar volgens de bijbel de ark ooit vast liep. De boot moet eind mei klaar zijn voor de top van de G8 en is een waarschuwing voor een nieuwe zondvloed door de klimaatverandering. De houten ark is bescheiden van omvang – vier bij tien meter – en zal uiteindelijk dienst doen als… berghut. Blijkbaar valt het met de zeespiegelstijging dus nog wel mee.
Begin mei liet het Nijmeegse college van bestuur het onafhankelijke studentenblad ANS uit de bakken verwijderen omdat er pornografische afbeeldingen in stonden – komkommer als dildo, dat werk – die het imago van de universiteit schaadden. In het daaropvolgende nummer van huisblad Vox trad scheidend rector Kees Blom op als hoofdredacteur. Hij plaatste zichzelf prominent op de cover en bedacht een soort hagiografie van acht pagina’s. De komkommertijd valt in Nijmegen extreem vroeg dit jaar.
EEN PASTOR DIE NAAR PYJAMAPARTY’S GAAT Yuri Saris, de kersverse rooms-katholieke studentenpastor van Wageningen UR, is zich bewust van de beperkingen van zijn nieuwe baan bij SP3-In de wereld. ‘De meeste studenten zal ik niet ontmoeten’, zegt hij. Maar zijn doel is om ruimte te bieden aan iedereen die verdieping en inspiratie zoekt. ‘Als ik met een enkeling iets moois kan meemaken, ben ik al tevreden.’ Saris wil de eerste maanden in zijn nieuwe baan vooral gebruiken om mensen te leren kennen. Zo is hij onlangs naar een pyjamaparty van studentenvereniging KSV St. Franciscus geweest, waar ze hun katholieke wortels nog koesteren. Studenten die SP3-In de wereld helpen met het organiseren van activiteiten hebben hem inmiddels ook ontmoet. Samen met hen en zijn nieuwe collega Anja Vogelzang, de protestantse pastor, hoopt hij de komende tijd te kunnen bouwen aan een ‘gemeenschap van gelijkwaardigheid en inspiratie’. Om dat makkelijker te maken, is Saris hard op zoek naar een geschikte woning in Wageningen. Niet alleen om de reistijd te verkorten, maar ook om studenten ‘buiten de kaders’ te ontmoeten. Zelf is hij pas 31, en hij studeerde eind vorig jaar af. Daardoor is de drempel naar de student al vrij laag. ‘Ik begrijp deze tijd en cultuur goed. Ik luister naar dezelfde muziek en kijk naar dezelfde films, en ik begrijp ook de reserve met betrekking tot de katholieke kerk, hoewel ik me er zelf wel thuis voel.’ Ondanks de scepsis tegenover georganiseerde religie ziet Saris bij veel jongeren
De zic an Ze ‘st Eg ko ‘k ho ca va va
V P
Va ee int st vin de Ne be
Yuri Saris: ‘Geloof is geen sjabloon dat je op mensen kan drukken.’ / foto GA wel een fascinatie voor dingen die het stoffelijke overstijgen. Hij hoort veel vragen over de zin van het leven. ‘Er is een plek nodig waar ze kunnen zoeken naar de juiste woorden. Of gebaren. Want God is een realiteit die dieper gaat dan onze woorden.’ Behalve theologie heeft Saris ook een tijdje theaterwetenschappen gestudeerd. ‘Het spirituele proces toont overeenkomsten met het artistieke proces’, zegt hij.
‘H uit ka sp tu va su Wa De na te de pa da tie ga sn
Dit proces vereist wel ruimte voor de studenten zelf. ‘Geloof is geen sjabloon dat je op mensen kan drukken, om daarna de randjes weg te snijden.’ Maar dat neemt volgens Saris niet weg dat hij eerlijk moet zijn over zijn eigen overtuigingen. Zo ontstaat een balans die volgens hem de kern vormt van het katholieke mysterie. ‘Hoe kan het dat zo'n grote God zich kan bewegen zonder dat onze menselijke vrijheid beknopt wordt?’ / RE
VOLKSKRANTDEBAT STELT STUDENTEN TELEUR ‘Het blijft een ons-kent-onsverhaal’, zegt derdejaars student Milieukunde Jasper Schilling teleurgesteld, na afloop van het klimaatdebat dinsdagavond 22 mei in het Scheikundegebouw in Wageningen. En dat terwijl de Volkskrant juist de discussie op poten had gezet om het onderwerp uit het wereldje van deskundologen te trekken. De Volkskrant kwam naar Wageningen voor een discussie over concrete oplossingen voor het oprukkende water, omdat haar lezers zich zorgen maken over het stijgende zeewaterpeil en de toenemende regenval. De krant had de bestuursleden van Aktief Slip, de studievereniging van Environmental Sciences van Wageningen Universiteit, gevraagd of zij op de voorste rij wilden zitten bij een debat over klimaatverandering en de noodzakelijke aanpassingen in het Nederlandse landschap. Voorgestelde oplossingen waren onder meer een klimaatmachine van kunstenaar Ton Matton en drijvende huizen van Ties Rijcken van de TU Delft. Inleider Dirk Sijmons, rijksadviseur voor het land-
schap, ziet delta-branding als uitgangspunt voor de inrichting van Nederland. Volgens Sijmons moet Nederland toewerken naar een landschap waarin de delta een attractie is voor toeristen: watersteden met superdijken voorzien van een overvloed aan kunstzinnige windmolens en natuur. ‘We moeten laten zien dat we het goed voor elkaar hebben.’ Kunstenaar Ton Matton gelooft niet in de mogelijkheden om zoiets groots op te zetten, vooral omdat dit zoveel tijd kost dat tegen de tijd dat de superdijken er liggen het klimaat het landschap misschien al weer heeft veranderd in een woestijn. Hij vertrouwt liever op individueel handelen. ‘Ik wil een ultiem adaptieve wereld. Dit kan door allemaal iets te doen. Plant een boom in de achtertuin. Misschien helpt het, misschien niet.’ De zaal reageert sceptisch op deze oplossing. ‘In Rotterdam beseffen ze echt niet dat de stad zomaar kan onderlopen’, zegt Jan Smits van waterschap Hollandse Delta. ‘We moeten hen hier meer bewust van gaan maken. Invulling van de ruimte komt dan vanzelf wel.’ Matton reageert fel. ‘Als
we het over bewustwording gaan hebben, stap ik nu op. Iedereen is er toch van bewust, anders zaten we hier toch niet?’ Rumoer klinkt van de voorste banken met Aktief Slip en aanhang. ‘Kijk nou naar dit publiek’, zegt student Jasper, de collegezaal rondkijkend die hoogstens voor een kwart gevuld is. ‘Dit is toch niet representatief voor de Rotterdamse inwoners? Ik zie overwegend oude mannen in grijze pakken.’ Terwijl Jasper goedkeurende knikjes krijgt van enkele studiegenoten, lijken de mannelijke veertigplussers de opmerking te negeren. Na een ongemakkelijk moment praten ze al snel weer verder over de hoe-vraag. Mysterieuze klimaatmachines, gegraven rivieren en drijvende woningen blijven onaangeroerd, tot teleurstelling van Aktief Slip. ‘Ik had meer een discussie verwacht over concrete oplossingen zoals wat we kunnen doen met het boerenland dat in de toekomst vrijkomt, juist omdat de Volkskrant dat benadrukte’, zegt Jasper. ‘Want dat leeft onder de bevolking. Nu gaat het toch weer om beleid. Jammer.’ / LH
Sa te
T
Sp st jaa he da we te
De dr fu we W de
Resource 0731 20-24
23-05-2007
16:44
Pagina 23
24 MEI 2007
23 Ben & Jerry melden trots dat hun ijs het eerste klimaatneutrale ijs ter wereld is, omdat de productieketen van koe tot vriezer voldoet aan alle hiervoor geldende richtlijnen. Ben & Jerry-koeien laten nog wel winden met het broeikasgas methaan erin, maar dankzij miljoeneninvesteringen in verbeterd diervoer en duurzame energieprojecten is de felbegeerde klimaatneutrale status nu dan toch behaald. Wij worden er voorlopig inderdaad niet warm of koud van.
De University of Missouri in Rolla lijkt zich niet druk te maken over de antiterrorismegevoelens in de VS. Ze meldt trots in een persbericht dat ‘studenten uit uithoeken als Hawaii en Egypte’ volgende maand naar Rolla komen om zich te perfectioneren in de ‘kunst van het opblazen’. De universiteit houdt jaarlijks een Explosives Summercamp met als hoogtepunt het ‘opblazen van een bevroren kuiken om de kracht van explosieven te demonstreren’.
VHL-STUDENTEN NAAR PAARDENCONCOURS VS Van Hall Larenstein is dit jaar voor het eerst vertegenwoordigd bij een internationaal paardenconcours voor studenten in Philadelphia. De wedstrijd vindt plaats van 29 mei tot 1 juni. Onder de vlag van de hogeschool doen een Nederlands en een Duits team mee, beide kanshebber voor de wereldbeker. ‘Het concours is opgezet om studenten uit verschillende landen kennis met elkaar te laten maken. En omdat het om sport gaat, kan het wedstrijdelement natuurlijk niet ontbreken’, vertelt Martine van Tilburg, coördinator van Equine, Leisure & Sports bij Van Hall Larenstein in Wageningen. De studenten betalen zelf hun vliegticket naar de VS. De hogeschool neemt de kosten voor de teamkleding, inschrijving en de begeleidende docent op zich. De eigen paarden vliegen niet mee. ‘We krijgen daar sportpaarden aangeboden van relatief hoog niveau’, vertelt Van Tilburg. ‘Het gaat erom dat onze ruiters de paarden snel leren aanvoelen.’
Het concours bestaat uit een parcours, een dressuurproef en een kennistest. Elk land mag één team sturen. Omdat Duitsland geen hbo-opleidingen heeft op het gebied van paarden, stuurt Van Hall Larenstein ook een Duits team. Saskia Liss, tweedejaars Equine, Leisure & Sports uit het Duitse team, verheugt zich op de World Equestrian Cup in Philadelphia. ‘Ik houd van wedstrijdrijden. En dat we als team rijden maakt het nog eens extra bijzonder.’ Voor eerstejaars studente Charlot Helder, volgens eigen zeggen een fanatieke amazone, gaat de competitie nog een stap verder. ‘Als Nederlands team gaan we ons uiterste best doen om het Duitse team te verslaan!’ Beide teams bestaan uit drie ruiters en een reserve. Elk team heeft ook één mannelijke deelnemer. Verwondering hierover is volgens Van Tilburg niet op zijn plaats. ‘Op de paardenopleidingen is ongeveer tien procent van de studenten man. Hoe hoger het niveau in de paardensport, hoe meer mannelijke ruiters.’ / AB
de t et rn
e-
R
n, -
et t -
n-
n n-
ht
Saskia Liss, tweedejaars Equine, Leisure & Sports, maakt deel uit van het Duitse team van Van Hall Larenstein.
THYMOS NOG ZONDER BESTUUR Sportstichting Thymos zoekt nog drie studenten voor het bestuur van volgend jaar. Er zijn pas drie kandidaten terwijl het bestuur zes leden nodig heeft. Het is daardoor de vraag of er volgend jaar weer interne competities en evenementen als wintersport en zweefvliegen zijn. De vele activiteiten van Thymos worden drukbezocht, maar voor een bestuursfunctie – met een jaar bestuursbeurs – is weinig belangstelling. Bestuurslid Alex Wesker denkt dat het te maken heeft met de financiële druk om door te studeren.
‘Een jaar bestuur is echter zeer leerzaam omdat je bezig bent met praktijk en beleid. We organiseren niet alleen activiteiten maar behartigen bij universitair sportcentrum De Bongerd ook de belangen van studenten die in een vereniging of individueel willen sporten.’ Hoofd sportcentrum Henri ten Klooster maakt zich zorgen over het gebrek aan kandidaten. ‘Thymos verzorgt juist de dingen waar we ons als sportcentrum mee onderscheiden en waar we samen de eerste plaats in de Keuzegids Hoger Onderwijs aan te danken hebben.’ / YdH
Amerikaanse onderzoekers hebben in de diepte van de Stille Oceaan een nieuw soort zeeanemoon aangetroffen. Het beestje ziet er niet echt bijzonder uit – het lijkt nog het meest op een mensenkies – maar is vooral bijzonder vanwege de leefomgeving. De anemoon leeft in karkassen van dode walvissen die af en toe afzinken naar de zeebodem en daar een complexe leefgemeenschap tot bloei brengen.
HET ECHTE WERK
LIBELLENLARVEN ZOEKEN Remco Versluijs, derdejaars Bos- en natuurbeheer bij Van Hall Larenstein in Velp, loopt een dubbele stage bij Stichting Bargerveen. Zo heeft hij tijd voor een uitgebreid onderzoek naar waterbeestjes in hoogveenlandschappen.
-
e
RESOURCE #31
‘Stichting Bargerveen is verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en doet onderzoek naar fauna in verschillende landschappen zoals duinen, heide en veen. Het hoogveen in Nederland heeft het in het verleden zwaar te verduren gehad. Het is afgegraven en ontwaterd. De overgebleven gebiedjes zijn kleine snippertjes. Bovendien is de vegetatie sterk veranderd door verdroging en verrijking. Hoogveen kent een zuur, nat en voedselarm milieu, waar planten en veenmossen in voorkomen. Door de verrijking zijn er veel voedingsstoffen in het water terecht gekomen, zodat de hoogveenmossen langzaam verdwijnen. Sinds het begin van de jaren negentig proberen organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten met maatregelen als het verhogen van het waterpeil de hoogveenvorming weer op gang te brengen. Ik onderzoek de invloed die de herstelmaatregelen hebben op de watermacrofauna, oftewel de waterbeestjes. Mijn onderzoek vindt plaats in de Mariapeel en de Deurnse Peel in het zuiden van het land en het Bargerveen in Drenthe. Het referentiegebied ligt in Estland, waar nog veel natuurlijk hoogveen is. Ik vergelijk de soortensamenstelling van libellenlarven en water- en oppervlaktewantsen tussen Estland en de Nederlandse hoogveenrestanten. Beide groepen stellen heel verschillende eisen aan hun leefom-
geving. Ik bekijk wat de bepalende factoren voor die beestjes zijn om ergens te kunnen leven. En wat voor een effect de toename van voedingsstoffen heeft. Ook kijk ik naar de vegetatie en de structuur van het veen, of er bijvoorbeeld open water is of dichtveenmos. Eén van de uitkomsten van mijn onderzoek is dat libellenlarven en wantsen een voorkeur lijken te hebben voor open water met veenmos langs de randen. Dat is voor mij wel een verrassing, maar achteraf toch ook verklaarbaar. Zelf heb ik drieënhalve week veldwerk verricht. Dat was leuk en intensief. Nu ben ik bezig met determineren: welke soorten wantsen en libellen komen waar voor? Over een maand ga ik als afsluiting nog drie weken naar Estland. Daar ga ik eerst een week fauna bemonsteren en vervolgens mee met een excursie van Stichting Bargerveen voor beheerders van Nederlandse natuurgebieden en mensen van de Nederlandse overheid. Ik heb mijn twee stageperiodes samengevoegd, en daar ben ik blij om. In een periode van elf weken kun je net een karig onderzoekje doen. Als je echt iets wilt leren, heb je wel een half jaar nodig. Zelfs de 23 weken die ik nu heb, zijn vrij krap voor zo’n uitgebreid onderzoek. Onderzoeken vind ik ontzettend leuk, dus deze stage bevalt perfect. Onderzoek doen is precies de richting die ik op wil gaan, het liefst vogelonderzoek. Het trekt me om het onbekende te ontdekken, systemen te ontrafelen en nieuwe relaties te ontdekken. Door goed onderzoek kun je geschikte maatregelen adviseren en kunnen gebieden goed beheerd worden. Ten gunste van de natuur.’ / Alexandra Branderhorst
Resource 0731 20-24
23-05-2007
16:44
Pagina 24
STUDENT
RESOURCE #31
24 Mocht er binnenkort een prijs komen voor de grootste wetenschapsjournalistieke blunder, dan nomineren wij het bericht van Planet Internet over Wageningers die beweren dat ‘binnen honderd jaar een stuk van de zon afbreekt’. Het ‘nieuws’ kwam van Summervibes.nl, dat inmiddels de verwijzingen naar Wageningen heeft verwijderd. Planet heeft het bericht alweer gewist, waarmee de kans is verkeken dat Wageningen scoort met haar astronomische kennis.
PRIKBORD
In de Vlaamse versie van Boer zoekt Vrouw zal in het komende seizoen ook een boerin voorkomen die een man zoekt. De 23-jarige Annelies Vercauter uit Ertvelde is ‘een spontane 23-jarige boerin’, die samen met haar ouders een zeugen- en melkveehouderij runt. Ze zoekt een partner die ‘groter is dan 1.79, met een gezond boerenverstand en sterke armen die mij eens goed vastpakken’. / GvM
<
[email protected]
VOOR JE MOOISTE FOTO, JE EERSTE VERHAAL, JE EIGEN CARTOON
CONCERTREIS Leden van de WSKOV poseren samen met muzikanten van de Weihenstephaner Musikwerkstatt uit Freising. De Wageningse Studenten Koor en Orkest Vereniging was van 17 tot en met 20 mei op concertbezoek in deze Duitse plaats, mailt waarnemend secretaris Bram de Vries. De WSKOV had een uitwisseling met de koor- en orkestvereniging van de universiteit van Freising. ‘En we hebben vooral veel gerepeteerd met de leden van de Weihenstephaner Musikwerkstatt, genoemd naar Weihenstephan, de oudste bierbrouwerij ter wereld. Als hoogtepunt hebben we gezamenlijk een concert gegeven in Freising, met afterparty.’ De leden van de Weihenstephaner Musikwerkstatt komen waarschijnlijk volgend jaar op bezoek in Wageningen.
BEN JE AL HOMO BIJ JE GEBOORTE? Kan ik met een homo in een tentje slapen? En valt een lesbische vriendin ook op mij? Lia en Angela kijken niet meer op van dit soort vragen. Ze geven voorlichting over homoseksualiteit op middelbare scholen in Wageningen en omgeving. Als ervaringsdeskundigen. Aan het begin van de les vragen de studenten aan de scholieren om anoniem een vraag op te schrijven. Lia, zesdejaars Internationale ontwikkelingsstudies, haalt een stapeltje tevoorschijn. Ze gaan over hun eigen coming out en over de vraag of je bij je geboorte al homo of bi bent. ‘En jongens vragen zich soms af hoe dat moet met omkleden voor gym als er een homo in de klas zit’, vertelt Angela, zevendejaars Plantenwetenschappen. De leukste vraag is bijna poëtisch: ‘Was het donker in de kast?’ Angela en Lia gebruiken de vragen om leerlingen hun eigen mening te laten geven. Lia: ‘Zo maak je mensen bewust van hun eigen ideeën. Op gelovige scholen hoor je bijvoorbeeld regelmatig dat homoseksualiteit niet mag van God, dat het
vies is en niet hoort.’ Angela vertelt dat bij veel leerlingen de hormonen door het lijf gieren. ‘Ze zijn bezig met seksualiteit, maar weten nog niet wat een relatie is.’ Vooral vmbo’ers hebben vaak een grote mond. Zonder blikken of blozen spreken ze over kontneuken. ‘Maar als je echt over seks gaat praten, dan krimpen ze in elkaar.’ Lia vertelt dat voorlichting nog steeds nodig is. ‘Zeker op de middelbare school draait het om normaal zijn. Homo zijn is nog niet normaal. En het blijft lastig dat mensen er altijd vanuit gaan dat je hetero bent.’ De lessen leveren veel op, zegt Angela. ‘Leerlingen denken over homoseksualiteit na en hebben het er onderling over, ook voor en na ons bezoek.’ Daarnaast is het goed dat leerlingen die zelf homo of bi zijn horen waar ze terecht kunnen. Lia: ‘Het is fijn om te weten dat je niet alleen bent.’ / Yvonne de Hilster De homogroep zoekt nog voorlichters:
[email protected]