20e jaargang juni 2009
2
Grenzeloze zorg
1
Consulteer de USB-dokter van S i b b i n g & Wa t e l e r
Heeft u uw opleiding tot specialist bijna afgerond? Consulteer dan de USB-dokter van Sibbing & Wateler. Deze verwijst u door naar nuttige informatie over tal van financiële vraagstukken die tijdens uw opleiding niet of nauwelijks aan de orde komen.
Is iemand u voor geweest?
Sibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder medisch specialisten. Onze dienstverlening richt zich op de volgende aspecten: • Praktijkvestigingen • Maatschapscontracten • Praktijkfinancieringen • Financiële planning • Verzekeringen • Pensioenen • Hypotheken
Vraag direct aan Wilt u de USB-dokter consulteren? Stuur dan direct de antwoordkaart in!
&
SIBBING WATELER C.S. ‘n hele zorg minder® Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 • Fax: (0318) 543 843 E-mail:
[email protected] • Internet: www.sibbing.nl Sibbing & Wateler is hoofdsponsor van de LVAG.
Vraag de USB-dokter van Sibbing & Wateler dan aan via www.sibbing.nl. Of stuur een e-mail naar
[email protected] o.v.v. uw naam, adres, einddatum opleiding en opleidingsplaats/ziekenhuis. Vermeld als onderwerp: consult USB-dokter.
VOORWOORD
Colofon Redactie Erna Beers, hoofdredacteur Daniëlle Jansen, eindredacteur Saskia Bulk Daniël Dresden Nanda Glimmerveen Lisette Kunz Jocea Michels Robert Minnee Janine Nuver Ralph Hartman, adviseur Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E
[email protected] Dagelijks bestuur LVAG Bram Jacobs, voorzitter a.i. Renske Scheenstra, vicevoorzitter Sjoerd Lagarde, penningmeester Ingrid Desar, secretaris Annemarie van den Berg, lid Monika Kerckhoffs, lid Addy van de Luijtgaarden, lid Tessa Nizet, lid Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 01 F (030) 670 27 00 E
[email protected] I www.lvag.nl Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV Fotografie omslag Jeroen van den Boer Ontwerp Advertentie-exploitatie Toverspreuk Creatieve Communicatie Sabine Kaim Marieke Stegenga Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E
[email protected] I www.toverspreuk.com
Beste collega’s, Aan alle goede dingen komt een eind. Voor mij zit het er nu écht op. Zes jaar lang ben ik bestuurslid van de LVAG geweest, waarvan 3,5 jaar als voorzitter. Ik geef het stokje door aan Ingrid Desar, aios interne geneeskunde. Tijdens de ledenvergadering van 17 juni wordt zij benoemd tot voorzitter. Als secretaris heeft zij het afgelopen jaar al uitstekend werk verricht. Met het bestuur dat zich het laatste jaar volledig heeft vernieuwd, ben ik ervan overtuigd dat de LVAG doorgaat met datgene waarin zij het beste is: luisteren naar en vertegenwoordigen en informeren van aios. In deze uitgave staan weer diverse artikelen die gaan over alles wat te maken heeft met de ontwikkelingen in de opleiding tot medisch specialist. Naast het Verenigingsnieuws, kun je lezen over de kwaliteitsindicatoren van onze opleidingen en over het hoe en wat van deeltijdwerken. Verder komt het Opleidingsfonds aan bod en reageert het bestuur op de resultaten van het recent onder aios uitgevoerde onderzoek van de Arbeidsinspectie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. En zet alvast in je agenda: 23 september 2009, symposium Teach the aios te Utrecht! Maar zoals jullie gewend zijn ook wat mildere kost; met als thema aios in het buitenland. Nederlandse aios die in het buitenland hun opleiding doen, die daar promoveren of hebben gewerkt, vertellen over hun ervaringen. Maar ook twee anesthesiologen, uit Zweden en Portugal, komen aan het woord. Genoeg om te lezen, zo aan het begin van de zomer! Bram Jacobs, voorzitter a.i. P.S. Kijk ook eens op onze geheel vernieuwde website: lvag.nl.
Inhoud LVAG-nieuws Te hoge werkdruk en te lange werktijden Openbare Ledenvergadering Bijtanken met… Andrea Kramer Noord en Zuid Promoveren aan Harvard Medical School Assistenzarzt in Duitsland Kwaliteitsindicatoren: best getest of voordelige keus? De Meester en de Leerling Parttime in opleiding: de vraag is niet of maar hoe! Onderhandelingsresultaat Cao Ziekenhuizen 2009-2011 In Amerika is alles anders Hoofdredacteur m/v gezocht Tropenarts is nu chirurg in opleiding Things tot know about… het Opleidingsfonds! Wat biedt Sibbing en Wateler mij als aios? Blijf up-to-date via lvag.nl LAD: adviesaanvraag VWS komt aios niet ten goede Geneesheer: Paul Langerhans Column: Bedankt!
pag. 2 4 5 6 8 10 11 12 14 16 18 20 21 22 23 24 24 25 26 28
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
1
VERENIGINGSNIEUWS
Als aios wil jij natuurlijk volledig op de hoogte zijn van alles wat met je opleiding te maken heeft! Het LVAG-bestuur informeert je daarom graag over het laatste nieuws.
LVAG-nieuws Arbeidsomstandigheden en arbeidstijden Lange werkdagen en veel werkdruk Uit de meest recente inspectieronde van de Arbeidsinspectie (AI) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2007 tot en met 2008 blijkt dat het nog steeds slecht gesteld is met de naleving van de arbeidstijden en rusttijden van aios. Maar liefst 84 procent van de geïnspecteerde instellingen hield zich niet aan de regels. Daarnaast bleek dat de registratie van arbeids- en rusttijden ernstig tekort schoot, waardoor de situatie mogelijk nog negatiever zou uitvallen. Ook bleek de werkdruk hoog: meer dan 50 procent van de a(n)ios had regelmatig of structureel te maken met stress tijdens of door het werk. Bij 15 procent van de a(n)ios was er een (te) hoge werkdruk die om directe maatregelen vraagt. Ook was de voorbereiding van a(n)ios op diensten matig en was er een gebrek aan protocollen over de taken en verantwoordelijkheden van a(n)ios tijdens de dienst. De LVAG, de Jonge Orde en de Orde van Medisch Specialisten (Orde) zijn gevraagd om hierover een voorstel te doen. Tessa Nizet zal hier namens de LVAG aan meewerken. Meer over dit onderwerp lees je op pagina 4 en 5. Discussie over arbeidstijden aios Volstrekt in strijd met de bevindingen van de AI en de IGZ streven de
2
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
werkgevers, de NVZ vereniging van ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), naar een uitbreiding van de arbeidstijden van aios. Op Europees niveau zou per 1 augustus 2009 de laatste fase ingaan van de European Working Time Directive (EWTD) waarin de gemiddelde werkweek van aios nog 48 uur mag bedragen. Eerder berichtten wij al dat het Europees Parlement een voorstel om inactieve aanwezigheidsdiensturen niet mee te laten tellen bij het bepalen van de gemiddelde maximale werkwerk, heeft weggestemd (AIOS nr. 1 2009). In een tegenreactie daarop hebben de Nederlandse werkgevers en de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gevraagd om gebruik te mogen maken van de in de EWTD opgenomen overgangsregeling. Volgens deze regeling mogen aios nog twee jaar gemiddeld 52 uur in plaats van 48 uur werken. De ministers zijn hiermee akkoord gegaan, mits alle partijen werken aan een plan van aanpak om na de overgangsregeling daadwerkelijk aan de 48-urige werkweek te kunnen voldoen. Door deze discussie heen speelt het verhaal van de opt-out: een wettelijk mogelijke clausule waarin individuele aios instemmen met gemiddelde werkweken van maximaal 65 uur. De ziekenhuizen konden tot
dusver geen gebruikmaken van de opt-outregeling. De Cao Ziekenhuizen verliep echter in maart 2009. In het recent bereikte onderhandelingsakkoord (zie pagina 18) is de opt-out definitief van tafel, onder voorwaarde dat er serieus gewerkt wordt aan een plan van aanpak voor een overgangsregeling. Het LVAG-bestuur is zich aan het oriënteren op de werkomstandigheden van aios tijdens diensten. Binnenkort hopen we hierop terug te kunnen komen. Parttime-opleiding Het bestuur van de LVAG heeft onder de juniorverenigingen geïnventariseerd hoe aios tegenover parttime werken staan en hoe dit in de praktijk eruit ziet. Belangrijkste conclusie is dat alle juniorverenigingen vinden dat de kwaliteit van de opleiding en het werk niet in het geding komen door het parttime werken. Vaak blijkt de bedrijfsvoering een belemmerende factor. Er zijn enkele situaties waarin parttime werken moeilijker dan ‘gemiddeld’ is: in geval van detachering, tijdens de vooropleiding, in kleine perifere klinieken en tijdens bepaalde type stages. De LVAG vindt dat elke aios recht heeft op parttime werken en een parttime-opleiding. Alle achtergronden over parttime werken & parttime-opleiding vind je op pagina 16-17.
VERENIGINGSNIEUWS
Opleiding Verbeteringen Opleidingsfonds De LVAG heeft regelmatig overleg met het ministerie van VWS over het Opleidingsfonds. Dit heeft onder andere de volgende resultaten opgeleverd: • Er wordt gewerkt aan het financieren van stages in het buitenland vanuit het Opleidingsfonds. • Collega’s die door problemen met het Opleidingsfonds in schrijnende situaties terecht zijn gekomen, mogen een beroep doen op een herbeoordeling door VWS. Ook is de LVAG uitgenodigd om mee te denken over mogelijkheden om het Opleidingsfonds verder te verbeteren. Heb je nog vragen of problemen, neem dan vooral contact op met het bestuur van de LVAG! Modern opleidingsplan vanaf 2010 gereed Inmiddels hebben veertien opleidingen een nieuw opleidingsplan ingediend bij het Centraal College Medisch Specialismen (CCMS) met een status A (gereed voor ingebruikname) of status B (nog enige verbeteringen nodig). Deze zullen na goedkeuring door het CCMS naar alle betrokken veldpartijen worden gestuurd voor verder commentaar (adviesronde). Verwacht wordt dat vanaf medio 2009 alle opleidingen de beschikking zullen hebben over een nieuw opleidingsplan of dat ze hiertoe een voorstel hebben ingediend. De deadline voor het gehele traject is gesteld op 1 januari 2010. Dan dienen alle opleidingsplannen te zijn goedgekeurd en in wetgeving te zijn gegoten. Vervolgens kan gestart worden met de implementatie.
Numerus Fixus In de Tweede Kamer lijkt een meerderheid te zijn voor het loslaten van de numerus fixus van de geneeskundeopleiding. Dit heeft een aantal potentiële nadelen. Ten eerste vraagt het om een verdubbeling van opleidingsfaciliteiten. Daarnaast kan het uitbreiden van het aantal geneeskundestudenten een negatieve invloed op de kwaliteit van de geneeskundeopleidingen en op de vervolgopleidingen hebben. Een ander mogelijk gevaar is dat het kan leiden tot werkeloze medisch specialisten. Ten slotte heeft deze beleidsmatige stap pas over ruim twaalf jaar effect. De minister heeft een brief met meerdere van deze nuances aan de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) geschreven en om advies gevraagd. De LVAG vindt het verontrustend dat de Kamer deze wens heeft, maar acht de kans klein dat dit zomaar gaat gebeuren.
Kwaliteit & Wetenschap Ziekenhuizen moeten aios wérven! Een voor de aios veelbelovend initiatief waaraan gewerkt wordt is de zogenaamde opleidingsetalage waarbij de doorstroom van aios door hen zelf bepaald kan worden. Ziekenhuizen moeten presenteren wat zij te bieden hebben. Zo dienen zij aios (en hun financiering) te werven. Dit kan tot een kwalitatief hoogwaardiger opleidingsniveau leiden en het maakt de aios vrijer in zijn keuzes, omdat ze niet gebonden zijn aan een bepaald ziekenhuis. Bovendien geeft het beter inzicht in de mogelijkheden binnen de verschillende opleidingsinstellingen. Het commitment van de wetenschappelijke verenigingen maakt dat aios moeten kunnen gaan en staan waar ze willen binnen bepaalde grenzen en dat de opleider eigenlijk niet kan weigeren (bijv.
vanwege de bedrijfsvoering). In een aantal vakken (o.a. interne geneeskunde, chirurgie, urologie en anesthesie) zal een pilot-onderzoek worden gedaan. Lees hierover op pagina 13.
Overig nieuws Aios-dag De eerste Aios-dag van 2009 zal op zaterdag 13 juni plaatsvinden in de Domus Medica te Utrecht. Deze dag (georganiseerd door de LVAG samen met de Orde en De Jonge Orde) bereidt aios voor op diverse aspecten van het beroep van medisch specialist, zowel in vrije vestiging als in dienstverband. De Aios-dag voorziet in een enorme behoefte aan informatie over onderhandelen ten aanzien van een dienstbetrekking, contractvormen, arbeidsovereenkomsten, financiële gevolgen en risico’s, rechten en plichten ten opzichte van collega’s en pensioenen verzekeringsplichten. Meer info, én de mogelijkheid om je aan te melden vind je op onze site. Symposium Teach the aios Op woensdag 23 september 2009 nodigen wij je van harte uit voor het symposium Teach the aios. Dit symposium wordt ook gehouden in de Domus Medica. Deze gehele dag staat in teken van je opleiding tot medisch specialist. Onderwerpen die aan bod komen zijn het Opleidingsfonds, de opleidingsetalage, de centrale opleidingscommissie, timemanagement, het ontwerpen van je individuele opleidingsplan, het begeleiden van coassistenten etc. Lees hierover meer op pagina 19 of ga naar onze website. Voor al je vragen kun je terecht op onze website lvag.nl of kun je ons mailen via
[email protected]! Bram Jacobs, voorzitter a.i. Ingrid Desar, secretaris
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
3
VERENIGINGSNIEUWS
Begin maart 2009 verscheen het langverwachte projectverslag van de Arbeidsinspectie (AI) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Hieruit blijkt dat Nederlandse artsen (niet) in opleiding tot specialist nog steeds te veel uren maken, te weinig rust krijgen en een (te) hoge werkdruk ervaren. Aanleiding voor dit onderzoek waren de in 2006 gepresenteerde resultaten van een ander project Balanceren tussen opleiding, werk en privé: een onderzoek naar bevlogenheid, dat op initiatief van de LVAG is uitgevoerd.
Te hoge werkdruk en te lange werktijden Aan het laatstgenoemde project besteedde het televisieprogramma Zembla in 2007 een uitzending. Destijds deden meer dan tweeduizend aios mee aan het onderzoek. Dat is ongeveer 40 procent van de bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie geregistreerde aios. Het onderzoek toonde aan dat de Nederlandse a(n)ios zeer toegewijde werknemers zijn. Het ziekteverzuim bleek relatief laag te zijn en meer dan 90 procent maakte de opleiding af. Ongeveer 40 procent van de aios was oververmoeid en maar liefst 20 procent van de aios bleek aan de criteria van burn-out te voldoen. Werk- en rusttijden Het is verontrustend te zien dat drie jaar naar dato geen verbeteringen in de werkomstandigheden van medisch specialisten in opleiding zijn geboekt. Hoewel voor de derde keer een inspectie werd uitgevoerd, werden er bij 26 van de 31 geïnspecteerde instellingen overtredingen geconstateerd van de werk- en rusttijden. Bij 27 van de 31 instellingen was er onvoldoende aandacht voor het terugbrengen van de werkdruk. Ten opzichte van de laat-
4
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
ste inspectieronde in 2004 is de situatie zelfs verslechterd, toen werd namelijk bij 60 procent van de instellingen overtredingen geconstateerd, terwijl het nu 84 procent is. Aangetekend dient te worden dat het om een niet-representatieve steekproef van een voorheen slecht scorende instellingen ging. Werkdruk Uit het recente projectverslag van de AI en de IGZ (maart 2009) kwam naar voren dat van de 1145 deelnemende a(n)ios meer dan de helft regelmatig of structureel te maken heeft met stress in of door het werk. Bij 15 procent van de a(n)ios is er sprake zo’n hoge werkdruk dat die om directe maatregelen vraagt. Enkele belangrijke oorzaken van werkdruk zijn de hoeveelheid en zwaarte van het werk, de werktijden, de contacten met leidinggevenden en een confrontatie met verdriet en teleurstelling, zo staat in dit rapport. Het opvangen van acute patiënten, het voeren van slecht-nieuwsgesprekken, het doen van onregelmatige diensten en het omgaan met moeilijke beslissingen die soms gaan over leven en dood, zijn elementen van het werk van
a(n)ios die een hoge werkdruk met zich meebrengen. Een belangrijk deel van deze elementen zal aan het bed geleerd moeten worden. Hoe de a(n)ios hier uiteindelijk mee omgaat, is afhankelijk van de a(n)ios zelf (bijv. copinggedrag, mate van de ervarenheid) en de begeleiding door de superviserende medisch specialist. De relatie tussen werkdruk en het risico op fouten is bekend. Voor de LVAG is die wetenschap uiteindelijk dé belangrijkste reden om aandacht te besteden aan het verbeteren van de arbeids- en opleidingsomstandigheden van a(n)ios. Cultuur Een opvallende uitkomst van het rapport van de AI en IGZ is de melding dat de ziekenhuiscultuur bijdraagt aan overtredingen op het gebied van werktijd en werkdruk. Soms bestaat er de opvatting dat lang werken onder hoge druk ‘er bij hoort’. Aios zijn afhankelijk van hun opleiders en niet in de positie tegen de werktijden en werkdruk te protesteren. Ook ontbreekt het aan goede werktijdregistraties. Regelmatig wordt er van bovenaf druk op
VERENIGINGSNIEUWS
a(n)ios gelegd om deze registraties ‘creatief’ in te vullen. Vermoedelijk zijn de negatieve uitkomsten dus zelfs nog geflatteerd ten opzichte van de werkelijke situatie.
om gebruik te maken van een overgangsregeling. Hierdoor zouden aios tijdelijk nog gemiddeld 52 uur per week moeten werken in plaats van de in de wet geregelde 48 uur.
Hoe verder? De in Nederland werkzame aios, totaal ongeveer 5800, hebben recht op verbetering van hun arbeidstijden en werkdruk. Op Europees niveau gaat per 1 augustus 2009 de volgende stap in van het gefaseerde traject om de arbeidstijden van aios terug te dringen. De LVAG is dan ook tegen het voorstel van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de NVZ vereniging van ziekenhuizen
In het recent bereikte onderhandelingsakkoord Cao Ziekenhuizen 2009-2011 is de opt-outclausule, die op individueel niveau gemiddelde werkweken tot maximaal 65 uur per week mogelijk maakt, in elk geval definitief van tafel. De LVAG is geen cao-partner en had hier dus geen inspraak in. Wel heeft de LVAG inspraak in het totstandkomen van de plan van aanpak ten behoeve van de overgangsregeling. We houden je op de hoogte!
Naast deze overwegingen over de arbeidstijden pleit de LVAG ook voor verbetering van de werkdruk van a(n)ios. Dit gebeurt door aandacht te vragen voor onregelmatige en lange diensten, goede rustperioden, eerlijke werktijdenregistratie, betere protocollen, op maat voorbereiding van diensten en een goede individuele begeleiding. Hiertoe riep de LVAG ook de beleidsmakers op om gezamenlijk over te gaan tot actie ter verbetering van de werktijden en werkdruk van a(n)ios. Ingrid Desar, secretaris
Openbare Ledenvergadering De LVAG nodigt je graag uit voor haar ledenvergadering op woensdag 17 juni 2009 vanaf 20.00 uur in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Agenda 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Opening Mededelingen Algemeen jaarverslag 2008 Financieel jaarverslag 2008 Bestuurswissel a. Decharge: dhr. B. Jacobs b. Benoemingen: mw. I. Desar (voorzitter), dhr. A. v.d. Luijtgaarden (secretaris), mw. mr. drs. S.J. Booij (algemeen bestuurslid) Beleidsplan 2009-2010 Begroting 2009 Resultaten Arbeidsinspectie en Inspectie voor de Gezondheidszorg Cao Ziekenhuizen 2009-2011 Opleidingsfonds Kwaliteitsindicatoren Symposium Teach the aios Notulen Actielijst Afsluiting
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
5
BIJTANKEN
… met Andrea Kramer Andrea Kramer is vierdejaars internist in opleiding in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Naast deze drukke baan en straks een gezin vindt zij vanaf haar dertiende veel ontspanning in het spelen van saxofoon.
“Ik ben van kinds af aan met muziek opgegroeid”, vertelt Andrea, “In de familie zijn veel mensen muzikaal. In mijn eerste fanfareorkest was geen plek voor een saxofoon en speelde ik bugel. Na een verhuizing kon ik vanaf mijn dertiende wel saxofoon spelen in een ander orkest. De saxofoon trok mij aan, omdat het een instrument is waarmee je meer kunt dan alleen in een fanfare spelen. Daarnaast vind ik de klank gewoon mooi.” Fan van een bepaalde saxofonist was ze destijds niet. “Nu vind ik de saxofonist van Sting heel mooi spelen, die klanken, prachtig. Zoals hij speelt, dat is wel een beetje een voorbeeld voor mij.” Meer dan één orkest Tot het eind van de middelbare school heeft Andrea les gehad op de muziekschool. In haar tweede jaar van geneeskunde was ze in principe aangenomen op het conservatorium. Dit ging echter niet door, omdat ze ook alle pedagogische vakken moest volgen, wat niet te combineren viel met de studie geneeskunde. Wel kreeg zij daarna les van een docent van het conservatorium. Andrea speelt momenteel in twee orkesten. “Toen ik in Groningen ging studeren, ben ik bij fanfareorkest CWO (Combinatie Wilhelmina Oranje) gaan spelen; hier speel ik nog steeds. Het is een hele jonge vereniging met veel studenten. Het fanfareorkest bestaat uit ongeveer veertig leden. Er zijn zo’n tien saxofonisten in het orkest, de rest speelt koperinstrumenten of slagwerk. Naast het fanfareorkest speel ik in een saxofoonorkest met veertien leden waarin alle soorten saxofoons vertegenwoordigd zijn en waarmee we alle muziek kunnen maken die we willen.” Enthousiast vertelt Andrea over de diverse optredens. “Met het fanfareorkest doen we mee aan festivals en concoursen en houden we elk jaar een donateursconcert. Daarnaast doen we speciale projecten, zoals met De Jongens Driest [een trio van blazers dat jazz speelt -
6
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
red.], met wie we een tournee door Nederland hebben gehouden; in het Bimhuis in Amsterdam, dé jazztempel van Nederland, hebben opgetreden en in Tilburg op het Festival Mundial hebben gestaan. Het muzikale hoogtepunt is echter deelname aan het Wereld Muziek Concours Kerkrade dat een keer per vier jaar wordt gehouden. Met het saxofoonorkest treed ik ook nog ongeveer acht keer per jaar op.” Hobby als beroep Andrea heeft ooit wel overwogen van haar hobby haar beroep te maken. “Maar je moet wel heel goed zijn, wil je als musicus je brood ermee kunnen verdienen. Ik kon ook goed studeren en wilde niet alleen mijn tijd in muziek steken. Mijn docent zei eens: ‘Als je van muziek je beroep maakt, is het je hobby niet meer.’ Daar kon ik me wel in vinden. Bovendien vind ik het leuk een studie
bestuursfuncties bekleed en dat kan ik ook weer binnen het ziekenhuis gebruiken.” Keuzes maken Voor beide orkesten repeteert Andrea een avond in de week. Voor thuis oefenen is maar af en toe tijd. In de lente verwacht ze haar eerste kind. “Ik moet maar even zien hoe het straks nog te combineren valt met de baby. Ik wil er nog niet aan denken, maar ik zal waarschijnlijk een orkest moeten opgeven. Fanfare wil ik in ieder geval wel blijven doen. Met het saxofoonorkest hebben we ook een paar optredens op de agenda staan, waaraan ik nog graag mee wil doen.” Naast de tijd die het repeteren en optreden kost, ziet Andrea ook duidelijke voordelen van het blijven uitoefenen van haar hobby naast haar drukke opleiding. “Na een dag werken in het ziekenhuis levert een repetitie ook veel ontspanning op.” Janine Nuver Meer informatie vind je op hetsaxofoonorkest.nl en fanfarecwo.nl.
te doen, me ergens in te verdiepen. Met muziek kun je veel, maar de diepgang die je in de geneeskunde hebt, vind je niet in muziek, dus het blijft voor mij echt een hobby.” Nefrologie als toekomst Na de middelbare school haalde Andrea eerst haar propedeuse biologie, voordat ze geneeskunde ging studeren. Tijdens haar coschappen deed zij promotieonderzoek. Zij is nu vierdejaars internist in opleiding en zal zich daarna verder specialiseren tot nefroloog. “Interne geneeskunde is heel breed, je hebt veel contact met patiënten en ik vind het leuk te zoeken naar de juiste diagnose. Nefrologie is wat dynamischer dan een aantal andere vakken binnen de interne geneeskunde; soms moet je acuut handelen en snel beslissen. Daarnaast is de nier een intrigerend orgaan natuurlijk”, zegt ze lachend. Zijn er aspecten van haar hobby die ze kan gebruiken in haar werk als arts? “Je moet wel punctueel zijn en goed samenwerken, maar ik weet niet of ik dat nou expliciet van het orkest geleerd heb. Ik heb wel veel in commissies van de orkesten gezeten, dus ik heb met name wat
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
7
THEMA
Noord en Zuid Twee aios anesthesiologie. Een in Zweden, een in Portugal. Hoe zien hun opleidingen eruit? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
Even voorstellen
Heidi Stensmyren is aios anesthesiologie en intensive care in Zweden.
Bernardo Bollen Pinto is agiko anesthesiologie in Portugal.
Hoe kom je aan een opleidingsplaats? Heidi: “Je solliciteert rechtstreeks bij het hoofd van de kliniek. Voor staatsziekenhuizen is het verplicht om alle vacatures openbaar te maken. De meeste ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen adverteren voor artsen in medische tijdschriften en op hun eigen websites.” Bernardo: “In Portugal moeten alle sollicitanten na hun artsexamen een nationaal examen doen om zich te plaatsen voor de postacademische opleidingen. Het examen bestaat uit honderd meerkeuzevragen over de verschillende deelgebieden van de interne geneeskunde. De score voor dat examen en je eindcijfer van het artsexamen bepalen samen je keuzepositie voor de beschikbare opleidingsplaatsen in het hele land.”
zoek, wisselen van specialisme et cetera. De gemiddelde leeftijd van een beginnend specialist in Zweden is 42 jaar. Mogelijk is deze leeftijd wat te hoog ingeschat, omdat geïmmigreerde specialisten, die meestal ouder zijn, ook als beginnende specialisten worden geregistreerd als ze hun specialistendiploma omzetten in een Zweeds diploma. Desalniettemin weten we dat de gemiddelde leeftijd behoorlijk hoog is.”
Hoe lang duurt je opleiding? Heidi: “De postacademische opleiding duurt minimal vijf jaar. De gemiddelde duur is veel langer, afhankelijk van zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, onder-
8
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
“De gemiddelde leeftijd van een beginnend specialist in Zweden is 42 jaar.” Bernardo: “Na de zesjarige artsenopleiding volgen alle aios een gezamenlijk jaar, het Ano Comum, waarin je getraind wordt in de interne geneeskunde, algemene chirurgie, verloskunde, kindergeneeskunde en de eerstelijnszorg. Daarna ga je je specialiseren, wat vier tot zes jaar duurt.”
“In Portugal moet iedereen een nationaal examen doen om zich te plaatsen voor de postacademische opleidingen.” Wat zijn je verantwoordelijkheden als aios? Heidi: “Dat hangt van je specialisme af. Als anesthesioloog kan ik de verantwoordelijke arts zijn voor een, twee of drie operatiekamers tegelijk, afhankelijk van de complexiteit van de operatie. Ik moet de inleiding en het einde van de operatie leiden en ik ben verantwoordelijk tijdens de operatie, maar ik kan niet gedurende de gehele operatie aanwezig zijn. Als de situatie stabiel is, zijn we bezig met andere zaken, zoals het regelen van premedicatie. Als ik ergens niet uit kom, neem ik contact op met een specialist voor assistentie. Op de intensive care hangen de verantwoordelijkheden samen met de ernst van de aandoeningen van patiënten. Ook hier kunnen we de specialist om hulp vragen als dat nodig is.” Bernardo: “De verantwoordelijkheden verschillen natuurlijk per specialisme, maar ook per ziekenhuis en per regio. Aios krijgen meestal steeds meer klinische en organisatorische verantwoordelijkheden naarmate de opleiding vordert. In het laatste jaar hebben de meesten dezelfde verantwoordelijkheden als de specialist.”
Hoeveel uur werk je per week? Heidi: “Officieel veertig uur, maar we werken meestal meer vanwege de lange bereikbaarheidsdiensten.” Bernardo: “Volgens de wet hebben aios een 42-urige werkweek. Maar de meesten werken meer, vanwege de diensten op de spoedeisende hulp. Ik hou me momenteel alleen bezig met onderzoek.” Wat verdient een aios ongeveer? Heidi: “Het gemiddelde salaris van aios in Zweden is 35.000 kronen per maand. Dat komt neer op 3500 euro bruto per maand.” Bernardo: “Een aios verdient 2000 euro per maand.”
“Een aios in Portugal verdient 2000 euro per maand.” Waar wil je gaan werken na je opleiding: in een (academisch) ziekenhuis of in een eigen praktijk? Heidi: “In mijn opleidingsziekenhuis – Het Sahlgrenska Universitetssjukhuset (Universiteitsziekenhuis) in Göteborg.” Bernardo: “In een universiteitsziekenhuis en onderzoeksinstituut in Portugal.” Erna Beers
Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt , neem dan contact op per email
[email protected]. Abonnementen: Nederland € 18,15 incl. btw. Overig buitenland € 25. Losse nummers € 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 5.000 ISSN: 0928-611X. © 2009 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
9
THEMA
Promoveren aan Harvard Medical School Hoe is het om te promoveren aan het Massachusetts General Hospital? Sinds eind 2008 is Geert Buijze (1983) werkzaam op de afdeling Orthopedie van dit prestigieuze instituut, dat geaffilieerd is aan de Harvard Medical School in Boston. Het onderwerp van zijn promotie is de diagnostiek en behandeling van scafoïdfracturen. Naast polstraumata doet hij ook klinisch onderzoek naar andere fracturen. Geert promoveert aan de Universiteit van Amsterdam, mede mogelijk gemaakt door een NWO Toptalent-subsidie.
Waarom de VS? “Op het gebied van de traumatologie is de VS nog altijd ‘top of the bill’. De ‘superspecialisatiegeneeskunde’ is hier een stap verder en zorgt voor het hoogste expertiseniveau en grotere aantallen patiënten met specifieke aandoeningen. Daarnaast valt er makkelijker geld te genereren voor onderzoek en zijn artsen toegankelijker voor medewerking aan onderzoek. Dat maakt het promoveren hier aantrekkelijker.” Wat mis je aan Nederland? “Ik mis de subtiliteit, finesse en nuchterheid van onze cultuur. Amerikanen zijn bijzonder vriendelijk, wat een gemoedelijkere sfeer creëert. Maar ze overdrijven zoveel dat ze af en toe het spoor bijster lijken. Een voorbeeld daarvan is de opkomst van de defensieve geneeskunde ten gevolge van de toename in medische rechtzaken.” Blijf je in VS? “Het is fantastisch om hier een tijd te zitten, maar vooralsnog ben ik zeker van mijn terugkeer naar Nederland.”
Hoe heb je het voor elkaar gekregen om aan zo’n prestigieuze universiteit onderzoek te doen? “Dat heb ik te danken aan mijn Nederlandse begeleider van mijn wetenschapsstage, Peter Kloen (Academisch Medisch Centrum te Amsterdam). Hij heeft daar zijn opleiding tot orthopedisch chirurg gedaan. Na een eerste wetenschapsstage aan de Universiteit van Stellenbosch (ZuidAfrika) besloot ik mijn tweede wetenschapsstage deels aan de Universiteit van Amsterdam en deels aan Harvard Medical School te doen. Omdat dit succesvol was, mocht ik terugkomen voor promotieonderzoek.” Daniël Dresden
Op MedNet heeft Geert Buijze een weblog over zijn artsavonturen. Hij reageert op enkele vragen die zijn weblog opriepen. Is in de dagelijkse praktijk voldoende ruimte voor contact met de patiënt? “De hectiek in de kliniek laat zeker niet altijd genoeg tijd toe om aan alle wensen van de patiënt te kunnen voldoen. De patiënt is mondiger geworden, onder meer door internet. Dit staat een paternalistische rol van de arts minder snel toe. Old School-artsen moeten wel veranderen.” Kan je beter eerst het United States Medical Licensing Examination (USMLE), een Amerikaans artsexamen, halen alvorens naar de VS te gaan? “Voor onderzoeksdoeleinden zou ik absoluut een overstap naar de VS aanraden en de klinische consequenties aanvaarden. Echter voor een klinische stage, coschap of fellowship is het verstandig om eerste de juiste licenties te behalen.”
10
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
THEMA
Assistenzarzt in Duitsland Terwijl Duitsland zich zorgen maakt over artsen die het land verlaten op zoek naar beter betaalde banen, zijn er juist Nederlandse aios die ervoor kiezen hun opleiding in Duitsland te volgen. Waarom juist deze keuze?
Waarom Duitsland? Er is een aantal redenen waarom Nederlandse aios naar Duitsland vertrekken. Sommigen vinden het een avontuur. Bij de meeste aios is het tekort aan opleidingsplaatsen in Nederland het belangrijkste argument. Vacatures genoeg in Duitsland! En in tegenstelling tot Nederland lukt het in Duitsland vaak wel een opleidingsplaats te bemachtigen als je boven de dertig bent. Aangezien de opleidingen Europees erkend zijn, kan je na je opleiding in elk ander land van de Europese Unie aan de slag.
In Nederlandse ziekenhuizen heerst een meer informele sfeer. Een ‘vrijdagmiddagborrel’ zal je niet snel tegenkomen in Duitsland. Grootste cultuurverschil De hiërarchie is in Duitsland heel groot. Een titel voor de naam lijkt belangrijker dan de kwaliteit van de arts. Tutoyeren of je opleider met de voornaam aanspreken, is ondenkbaar.
Beter af in Duitsland Alle Assistenzarzt-banen zijn opleidingsbanen, maar twijfel je bijvoorbeeld tussen algemene chirurgie of orthopedie, dan kun je zonder tijdsverlies nog van opleiding switchen na de common trunk. Ook is het mogelijk om tijdens je opleiding te subspecialiseren. In grotere klinieken houd je je dan bijvoorbeeld tijdens je opleiding algemene orthopedie al meer bezig met wervelkolomchirurgie. Als Assistenzarzt doe je veel onderzoek zelf. Zo maak je een echo abdomen zelf, in plaats van de radioloog. De verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk altijd bij de Oberarzt (vergelijkbaar met een afdelingsleider), dan wel Chefarzt (medisch eindverantwoordelijke arts van een afdeling). Dit is zeker aan het begin van de opleiding plezierig. Uiteindelijk ben je er om te leren en kan geen volledige verantwoordelijkheid van je verwacht worden. Wat mis je uit Nederland Hoewel het in het begin van de opleiding prettig is dat de Oberarzt de touwtjes in handen heeft, is dit aan het eind juist belemmerend voor je ontwikkeling. In Nederland heb je in de laatste fase juist veel verantwoordelijkheid. Artsen in Nederland zijn meer bezig met de medische praktijk. Dit heb je pas achteraf door. Bovendien is de Nederlandse gezondheidszorg minder gecompliceerd en daardoor overzichtelijker dan de Duitse.
Verder valt op dat de meeste patiënten in Duitsland een oplossing verwachten van de arts en niet zelf meedenken. Een patiënt met een uitdraai van internet in de wachtkamer is echt een uitzondering. Na de opleiding Niet alle Nederlandse aios in Duitsland weten al wat ze na het afronden van hun specialisatie gaan doen. Een aantal gaat zeker terug naar Nederland, maar er zijn ook aios die nog geen beslissing hebben genomen. Duidelijk is wel dat voor allemaal Nederland blijft lonken, al was het alleen al omdat familie en vrienden hier wonen. Nanda Glimmerveen Met dank aan (oud-)collega’s.
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
11
VERENIGINGSNIEUWS
De medisch specialistische vervolgopleidingen worden sinds 2007 via het Opleidingsfonds, en niet via de DBC-systematiek, bekostigd om de concurrentie tussen ziekenhuizen met en zonder opleidingen niet te verstoren. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) streeft ernaar om een ’opleidingsmarkt’ te creëren: een situatie waarin opleiders en instellingen gestimuleerd worden hun aios kwalitatief goed, maar ook kosteneffectief op te leiden. In dit artikel geven we je een update van het gebruik van kwaliteitsindicatoren op dit moment en plannen voor de toekomst.
Kwaliteitsindicatoren: best getest of voordelige keus? In februari 2006 heeft het Erasmus Competition and Regulation institute (ECRi) in opdracht van de minister van VWS het rapport Naar een meer transparante opleidingsmarkt: marktprikkels in het opleidingsfonds uitgebracht. In het rapport worden verschillende mogelijkheden beschreven om de kwaliteit van een opleiding inzichtelijk te maken en om instellingen met een goede prijs-kwaliteitsverhouding te belonen. Daarbij worden onder andere het variëren van het aantal toebedeelde opleidingsplaatsen genoemd. Een eerste stap om de opleidingskwaliteit te kunnen meten, is de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren voor medisch specialistische vervolgopleidingen. De minister heeft het College voor Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) opdracht gegeven een dergelijk kwaliteitssysteem te ontwerpen. Ronne Mairuhu was namens de LVAG lid van de ontwerpcom-
12
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
missie. Het systeem is op 12 februari 2009 gepresenteerd. Uitgangspunt van het CBOG is dat het opleiden van medisch specialisten ingewikkelde materie is, die niet in één indicator te vangen valt. Er is daarom voor gekozen een systeem te ontwikkelen dat bestaat uit vijf domeinen die elk een eigen ‘verantwoordelijke’ hebben: de aios zelf, de Opleiding- en OnderwijsRegio (OOR), de opleidingsinstelling en de opleiders (2x). Binnen elk domein worden meerdere indicatoren op kwaliteit gescoord door middel van een vijfpuntsschaal. Voor het meten hiervan worden vervolgens enkele meetinstrumenten gesuggereerd, zoals de D-RECTvragenlijst. Opvallend is overigens de uitspraak van het CBOG dat de set gebruikt zou moeten worden voor interne kwaliteitscontrole en dat voor de externe kwaliteitscontrole door toezichthouders de visitaties het geëigende systeem zijn en blijven. Daarbij zouden de visitaties wel
inhoudelijk beter en minder een momentopname zijn als de kwaliteitsindicatoren tijdens de visitatie gebruikt worden. Dit strookt dus niet met de wens van het ministerie om op basis van een eenvoudig meetinstrument te gaan sturen op kwaliteit. Stand van zaken Omdat het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem door het CBOG volgens het ministerie te veel tijd in beslag nam, zijn als pressiemiddel 34 instroomplaatsen interne geneeskunde en vier plaatsen heelkunde niet toegekend in 2008. Het ministerie heeft aangeboden om dit alsnog te doen in 2009, mits ze op basis van kwaliteitsindicatoren verdeeld kunnen worden. Er zou dan kunnen worden toegewezen op basis van de D-RECT-vragenlijst, die opnieuw zal worden afgenomen, en het percentage opleiders die een Teach-The-Teacher-cursus heeft gevolgd. Dit zou eenmalig moeten zijn; over de komende jaren moet
VERENIGINGSNIEUWS
het volledige systeem worden uitgerold. Een interessant initiatief is de ontwikkeling van een opleidingsetalage door het Bestuurlijk Overleg Lichtvoetige Structuur (BOLS), het overleg van ziekenhuisverenigingen en de Orde van Medisch specialisten wat het CBOG adviseert over de verdeling van alle medisch specialistische opleidingsplaatsen. De bedoeling is dat de verschillende opleidingsinstellingen differentiatiestages aanbieden aan aios die wat verder zijn in hun opleiding. Zij kunnen vervolgens een keuze maken gebaseerd op een veelheid aan informatie: de inhoud van de stage, roostering, en met name kwaliteit van de opleidingsinstelling, gemeten volgens kwaliteitsindicatoren. In eerste instantie zullen een zevental wetenschappelijke verenigingen meedoen aan een pilot: gynaecologie (NVOG), interne geneeskunde (NIV), neurologie (NVN), plastische chirurgie (NVPC), heelkunde (NVvH), kindergeneeskunde (NVK) en orthopedie (NOV). Tessa Nizet werkt als bestuurslid van de LVAG mee aan het vormgeven van deze opleidingsetalage.
Haken en ogen Het systeem De LVAG steunt de plannen om de kwaliteit van opleidingen transparant te maken zodat de aios kan kiezen voor de best mogelijke opleiding. Wel zien we enkele beren op de weg. Met het CBOG vinden we dat het opleiden van medisch specialisten dermate ingewikkeld is, dat een enkel, eenvoudig meetinstrument onmogelijk op een goede manier als kwaliteitsindicator kan dienen. Vanuit de opvatting dat het systeem met name voor interne kwaliteitsbewaking dient, presen-
teert het CBOG dan ook een uitgebreide set van indicatoren waaruit, afhankelijk van de individuele behoefte, een keuze kan worden gemaakt. Het CBOG gaat dus uit van een groot zelfregulerend vermogen. Vanuit de wil om de best mogelijke opleiding aan te bieden moet een instelling via een plan-, do-, act-cyclus de eigen zwakke plekken verbeteren en opnieuw meten. Deze uitgebreide set leent zich er volgens ons echter onvoldoende voor de transparantie en marktwerking (conform de wensen van VWS) te vergroten, onder andere vanwege de administratieve last die dat zou opleveren.
dicatoren worden ontwikkeld zodat de kwaliteit van verschillende opleidingsinstellingen inzichtelijk wordt. Dat dit de instellingen moet prikkelen om de beste opleiding te bieden is duidelijk. De LVAG vindt echter dat dat aan de markt moet worden overgelaten en dat de keuze van de aios de ‘prikkel’ moet vormen. Addy van de Luijtgaarden, lid bestuur Tessa Nizet, lid bestuur
Prikkels We hebben al diverse discussies binnen de LVAG en met onze achterban gevoerd over wat het sturen op instroomaantallen betekent voor de kwaliteit. De volgende scenario’s passeerden daarbij de revue: goede opleidingsinstellingen die steeds meer instromers krijgen en waardoor te weinig leermomenten (patiëntencontacten) per aios resteren, of juist onder de maat presterende ziekenhuizen die het met nóg minder mankracht moeten doen. Wij voelen er dan ook meer voor, dat er níet gestuurd gaat worden door middel van het toewijzen van aios door het ministerie van VWS, maar dat de aios zelf de keuze maakt om ergens al dan niet te worden opgeleid op basis van de geboden kwaliteit. De opleidingsetalage voor differentiatiestages is een goede start, die bovendien de valkuil omzeild dat de aios aan de start van zijn opleiding zo gepassioneerd voor een opleidingsplaats kiest dat in diens ogen elke instelling voldoet. Conclusie Samenvattend zal er in de komende jaren een systeem van kwaliteitsin-
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
13
De meester & De leerling PERSONALIA Peter Sterk, 58 jaar Getrouwd, een zoon en een dochter
Annelies Slats, 31 jaar Verloofd, geen kinderen
WERKADRES AMC, afdeling Longziekten, sinds 2007
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, afdeling Interne Geneeskunde, sinds september 2007
STUDIE 1968-1976 geneeskunde Universiteit Leiden
OPLEIDING 1976-1981 klinisch fysioloog Universiteit Leiden PROEFSCHRIFT 1981 Single breath nitrogen test
BEWONDERT Jonge onderzoekers die veel steengoede ideeën hebben.
ERGERT ZICH AAN Weinig dingen, ik zou het niet weten. KLEINE GENOEGENS Filosofische luister-cd’s in de auto beluisteren, want dat kan altijd tussendoor.
1996-2003: geneeskunde Universiteit Leiden 2007-2013 longziekten Universiteit Leiden
Bronchodilator effect of deep inspiration in asthmatic patients, hopelijk in 2009 afgerond Mijn vader, omdat hij in alles geïnteresseerd is en veel geduld heeft om dingen steeds opnieuw uit te leggen. Mensen zonder mening. Momenten dat je niets hoeft te doen.
GAAT IN TWEEDE LEVEN Natuurkunde studeren, het is de mooiste wetenschap die er is. Maar ik weet niet of ik slim genoeg ben.
Biomedische wetenschappen studeren, omdat onderzoek meer diepgang heeft dan de kliniek.
MEEST ONTSPANNENDE Partijtje tennis op zaterdagochtend. ACTIVITEIT
Lekker in bad liggen.
ONHEBBELIJKHEDEN Ik wil graag voor andere mensen denken.
BESTE EIGENSCHAP Ik doe mijn best om met iedereen op dezelfde manier te communiceren.
14
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
Vooral op privégebied: dingen te veel uitstellen. Tijdslijnen maken en organisatie van mijn werk.
Wat maakt het vak longziekten zo boeiend? Sterk: Ik ben geen longarts, maar het werkveld is erg interessant. Het is een ‘ontmoetingsplek’ van verschillende relevante ziekten, die bij kinderen en volwassenen voorkomen, zoals astma en COPD. Belangrijk is de systems medicine: een integratieve benadering van de ziekte in het organisme tot op het moleculaire niveau. Daarbij kunnen alle materialen uit de longen bruikbaar zijn, zelfs de uitademingslucht. Slats: De fysiologie is gemakkelijk te begrijpen: als je dat eenmaal doorhebt, dan snap je ook de ziekte. Verder vind ik het werken met COPD-patiënten erg leuk: ze irriteren me nooit en zijn weer snel beter. Ik ben geprikkeld om bloedgassen goed te interpreteren, het interesseert me meer dan waarden bij andere ziekten. Tot nu toe heb ik niet veel te maken gehad met andere gebieden binnen de longziekten, omdat ik nu mijn vooropleiding doe.
Hoe omschrijft u uw assistententijd? Sterk: Mijn promotietijd was een tussentraject in een leven lang studeren. Ik heb veel geleerd, maar dat geldt ook voor de periode erna. Destijds heb ik veel gepingpongd in de kantine. Dat schetst direct het verschil met de promovendi van nu. Toen waren drie gepubliceerde artikelen al goed, tegenwoordig ligt de lat hoger. Je sprak in mijn tijd weinig met onderzoekers in het buitenland en je kopieerde alle artikelen. Er is nu meer druk op promovendi: je moet presteren, publiceren en promoveren. Slats: Een promotie is hard werken, maar geeft mij een ontspannen gevoel doordat je je eigen dagindeling maakt. Als aios moet je aanwezig zijn op bepaalde tijden en word je geleefd, waardoor ik de werkdruk zwaarder vind dan tijdens mijn promotie. Je bent de hele dag ‘sociaal bezig’ in het ziekenhuis met collega’s, verpleging en patiënten. Dat is minder tijdens je promotie.
Wat is over tien jaar de belangrijkste ontwikkeling in de longziekten? Sterk: De systems medicine is verder ingedaald in de klinische praktijk. Diverse apparaten, zoals de elektronische neus, brengen de patiënt goed in kaart en leiden tot persoonlijke geneeskunde. De elektronische neus ‘ruikt’ welke stoffen in de uitgeademde lucht zitten, is nauwkeurig en kan direct tientallen gegevens meten. Er worden mobiele telefoons ontwikkeld met een ‘neus’, die enkele stoffen kunnen meten. Maar willen mensen de hele dag weten hoe het met hun gezondheid is? Voor artsen is het handig om een diagnose te stellen met behulp van deze bio-informatica. Dokters zullen niet overbodig worden: de klinische blik op en communicatie met de patiënt blijven ook belangrijk. Slats: Ik denk dat we op het gebied van astma en COPD weinig doorbraken kunnen verwachten. Longfunctieparameters zullen gecombineerd worden met bijvoorbeeld de elektronische neus en stikstofoxide-meting met behulp van ICT. Door deze niet-invasieve meetmethoden komt men meer te weten over de aandoening van de patiënt en daardoor wordt de behandeling gerichter.
Hoe omschrijft u de ander? Sterk: Annelies is supergoed en staat positief ten opzichte van iedereen die met haar werkt. Ze is nieuwsgierig naar nieuwe invalshoeken in haar werk, gestructureerd en heeft complexe onderzoeken goed afgerond. Ze is altijd opgewekt, snel en heeft een scherpe blik. Ze krijgt dezelfde kick van de moderne fysiologie als ik en ze wordt vast een goede longarts. Eigenlijk zou ze verplicht in een academisch centrum moeten blijven werken. Slats: Peter is een grappige, zeer enthousiaste man, die anderen altijd in hun waarde laat. Hij is ook heel oprecht als hij iets zegt. Zijn enthousiasme kan anderen stimuleren en uit het dal trekken. Hij is een workaholic (het hele abstractboek wordt doorgelezen in het vliegtuig op weg naar een congres), maar probeert het rustiger aan te doen.
Onderzoek, onderwijs of patiëntenzorg? Sterk: Onderzoek en onderwijs zijn even belangrijk, maar ik houd me vooral bezig met onderzoek. Het is ontzettend leuk om promovendi en studenten te begeleiden, omdat ze veel talent hebben en erg gemotiveerd zijn. Dit moet op de juiste manier verder ontwikkeld worden. Onderwijs heeft volgens mij een te ondergeschikte rol en zou meer gestimuleerd moeten worden. Bij de patiëntenzorg ben ik niet direct betrokken. Slats: Voor mezelf staat onderzoek op de eerste plaats, omdat ik daar meer van mezelf in kwijt kan. Patiëntenzorg komt op de laagste plek. Je hebt het allebei nodig: je kan beter zorgen voor patiënten door het doen van onderzoek en daardoor weet je wat nog onderzocht moet worden. Onderwijs is leuk om te geven (bijvoorbeeld aan coassistenten) en verder te ontwikkelen. Ik wil alle drie blijven doen in de toekomst.
&
Hoe ziet de ideale leerling resp. meester eruit? Sterk: Beiden moeten naast elkaar functioneren. De meester heeft meer ervaring, wat handig is voor de leerling. Een goede leerling ontdekt zelf en vindt zijn eigen weg, de meester moet dat ook waarderen. De ideale meester coacht zonder hiërarchie, geeft adviezen en moet de leerling serieus nemen. Als je vertrouwen hebt in de ontwikkeling van de leerling, dan gaat de rest vanzelf. Slats: De leerling moet in het begin opvattingen van de meester overnemen. Na voldoende scholing moet de leerling er kritisch naar kijken en zijn eigen mening vormen. Als meester moet je openstaan voor andere meningen en die van jezelf soms loslaten, vrijheid kunnen geven en zo nodig bijsturen. Ook moet de meester de ontwikkelingen bijhouden en niet blijven steken bij oude ideeën. Lisette Kunz
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
15
VERENIGINGSNIEUWS
Steeds meer aios willen parttime werken en parttime hun opleiding volgen. De LVAG krijgt hierover regelmatig vragen. Daarom zetten we de huidige stand van zaken op een rijtje.
Parttime in opleiding: de vraag is niet of maar hoe! Regelgeving In Nederland is in de Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA) geregeld dat elke werknemer het recht heeft op parttime werken. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden. De werknemer moet minimaal een jaar in dienst zijn, voordat hij of zij hierop aanspraak kan maken. Het verzoek tot parttime werken moet minimaal vier maanden tevoren schriftelijk ingediend worden bij de werkgever. Hierna vindt overleg plaats tussen de werkgever en werknemer. Als een werkgever niet reageert of geen afspraak tot overleg maakt wordt dit beschouwd als instemming met het verzoek. Bij afwijzing van het verzoek is de werkgever verplicht hiervoor een reden op te geven. Maar hoe zit dat dan met de aios? Wij zijn immers zowel werknemer als een soort ‘student’. Het Centraal College Medisch Specialismen (CCMS) geeft aan dat een aios in principe fulltime werkt. In het kaderbesluit is echter vastgesteld dat aios, samen met hun opleider, een verzoek tot parttime werken en een parttime opleiding bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) kunnen indienen. Aan het parttime werken zijn enkele voorwaarden verbonden. Het is
16
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
verplicht om het eerste jaar van de opleiding fulltime te werken, en het laatste jaar bij voorkeur ook. Daarnaast dient minimaal 50 procent gewerkt te worden. De opleiding wordt naar rato van het aantal gewerkte fte’s verlengd. In principe is parttime werken en een dito opleiding, onder deze voorwaarden, dus ook voor aios een recht. Waar zit dan de adder onder het gras? In de Wet Aanpassing Arbeidsduur is een uitzondering opgenomen. Werkgevers mogen een verzoek tot parttime werken weigeren, wanneer er zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zijn, zoals ernstige roosterproblemen. De primaire taak van aios is niet het leveren van productie, maar ook het opdoen van kennis en vaardigheden. Een goede zorg en productie zijn daar een positief bijproduct van, maar zouden naar de mening van de LVAG geen belemmering mogen zijn voor de mogelijkheid om parttime te kunnen werken. Het Opleidingsfonds is hierop niet van invloed. Dit geldt voor je hele opleiding, inclusief de naar rato verlenging. Daarvoor is geld gereserveerd. Wat wel kan spelen is dat de perifere opleider weliswaar de parttime-dag moet ‘opvangen’, maar niet zijn deel van de verlenging (in geld of opleidingstijd) kan claimen en dat hij daarom minder enthousiast
over een verzoek tot parttime werken is. Voor- en nadelen van parttime werken In een tijd waarin de media vol staat met berichten over te hoge werkdruk en te lange werktijden van aios moet een aios een opleidingsplan kunnen maken dat optimaal bij hem past. Niemand is gebaat bij burn-outs en medische fouten. Uitval uit de opleiding kost geld en veroorzaakt roosterproblemen. Bovendien biedt parttime werken ruimte voor zelfontplooiing, zowel in de privésfeer als op werkgerelateerde vlakken, zoals onderzoek, bestuurservaring en verdieping. Aangezien de opleiding naar rato verlengd wordt, gaat de parttime opleiding niet ten koste van het aantal leermomenten. Wanneer de opleidingsmomenten (of vrije dagen) met enige regelmaat van dag wisselen, zal een aios nooit steeds hetzelfde leermoment missen. Continuïteit van de patiëntenzorg is eveneens geen overtuigend argument tegen het parttime werken. Dit is primair de verantwoordelijkheid van de medisch specialist zelf. Wij als aios willen daar graag onze bijdrage aan leveren. Zolang niemand 7x24 uur per week werkt, werkt iedereen parttime. Bij een
VERENIGINGSNIEUWS
drieploegenrooster zijn minimaal vijf artsen op weekbasis bij een patiënt betrokken. Continuïteit is dus niet zo’n gegeven als dat het meestal wordt gepresenteerd. Goede overdrachten, anticiperend beleid en duidelijke afspraken zijn van essentieel belang om de continuïteit te garanderen. Nog een veelgebruikt argument tegen deeltijdwerken is de mening dat deze dokters slechts parttime betrokken zijn. Uiteraard dienen zowel aios als supervisoren maximaal betrokken en flexibel te zijn. Maar in de huidige tijd vinden ook fulltimers niet dat ze te allen tijde beschikbaar horen te zijn voor hun werk. Stand van zaken Het LVAG-bestuur heeft onder de juniorverenigingen geïnventariseerd hoe men staat tegenover parttime werken en hoe het praktisch gaat. Belangrijkste conclusie is dat alle juniorverenigingen vinden dat de kwaliteit van de opleiding en werk niet in het geding komt door parttime werken. Vaak blijkt de bedrijfsvoering een belangrijke belemmerende factor om deeltijd te kunnen werken. Er zijn enkele situaties waarin parttime werken moeilijker dan ‘gemiddeld’ blijkt: in geval van detachering, tijdens de vooropleiding, in kleine perifere klinieken en tijdens bepaalde type stages. Parttime werken kan de werkdruk verhogen zowel bij de parttimer zelf (100 procent werk in 80 procent tijd willen/moeten doen) als de fulltimer (opvangen van taken van afwezige parttime collega naast eigen werk). Ook vindt men dat de ziekenhuiscultuur nog steeds negatief is tegenover parttime werken. Oplossingen De oplossingen om deeltijdwerk mogelijk te maken, liggen zowel bij
de aios als bij de werkgevers. De werkgevers zouden naar een structuur moeten toewerken waarin de primaire zorg niet van aios afhankelijk is. Daarmee ontstaat niet alleen ruimte voor zaken als parttime werken, maar ook voor op maat gesneden, kwalitatief en inhoudelijke goede opleidingsplannen. Verder kunnen zij onderling afspraken maken, zodat een aios niet voor elke stage opnieuw hoeft te onderhandelen over het parttime werken. Dat kan zowel binnen Opleiding- en OnderwijsRegio (OOR) (bijv. detachering) als binnen ziekenhuizen (bijv. de IC-stage als internist in opleiding).
dito opleiding? Mail dan naar
[email protected]. Ingrid Desar, secretaris
De roosterproblemen vragen ook om een creatieve aanpak. De beschikbare tijd van (parttime werkende) aios kan beter besteed worden. Bijvoorbeeld als een aios niet meer zelf de statussen hoeft te zoeken of een bloedgas naar het lab brengt, komt dat ook de efficiëntie van de zorg ten goede. Er dient kritisch gekeken worden naar de inzet van anios, nurse practioners en physician assistants. Niet alleen horizontale, maar ook verticale waarneming (dus door de supervisoren zelf) dient overwogen te worden. Werktijden en functies zouden geflexibiliseerd moeten worden. Aios kunnen verder gebaat zijn bij een timemanagement-cursus, eenduidige protocollen, duidelijke (opleidings)taken, gestructureerde overdrachten en goede secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals een flexibele kinderopvang. Dus: parttime werken en een parttime-opleiding is een recht voor elke aios! Heb je vragen of wil je problemen melden m.b.t. parttime werken en
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
17
VERENIGINGSNIEUWS
Eind april bereikten werknemersorganisaties, namelijk de LAD, Orde, Jonge Orde, ABVAKABO FNV, FBZ, NU’91 en de Unie Zorg en Welzijn, en NVZ vereniging van ziekenhuizen een voorlopig Onderhandelingsakkoord Cao Ziekenhuizen 20092011. Een aantal onderwerpen is voor aios zeer belangrijk.
Onderhandelingsresultaat Cao Ziekenhuizen 2009-2011 Arbeidstijden en opt-out Momenteel spelen twee kwesties ten aanzien van de arbeidstijden van aios: 1. de opt-out; deze clausule maakt het op individueel niveau mogelijk om een aios tot maximaal 60-65 uur gemiddeld per week te laten werken. 2. de overgangsregeling in het kader van de Europese arbeidstijdenwet (European Working Time Directive, EWTD). Volgens de EWTD zou per 1 augustus 2009 een gemiddelde werkweek van 48 uur ingaan. Deze overgangsregeling maakt het mogelijk dat de komende twee jaar de gemiddelde werkweek nog 52 uur mag zijn. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt als voorwaarde dat de werkgevers- en werknemersorganisaties vóór 1 augustus 2009 een plan van aanpak moeten maken om in 2011 daadwerkelijk tot een 48-urige werkweek te komen. In het onderhandelingsakkoord is afgesproken om de opt-out definitief buiten werking te stellen. Daar-
18
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
mee worden werkweken van gemiddeld 60-65 uur voor aios voorkomen. Voorwaarde is wel dat de cao-partijen zich verplichten om vóór 1 augustus 2009 tot een plan van aanpak te komen, om de werktijden van aios verder terug te dringen. In dit plan moet staan hoe alle partijen toewerken naar een 48urige werkweek (inclusief inactieve uren tijdens aanwezigheidsdiensten) na afloop van de overgangsregeling (2011). Dit is geen optimale regeling voor aios, maar wél het maximaal haalbare. De LVAG zal haar uiterste best blijven doen om tot zo gunstig mogelijke afspraken rondom de overgangsregeling te komen. Salaris, eindejaarsuitkering en pensioenpremie Per 1 juli 2009 gaan de salarissen met 1 procent omhoog; per 1 juli 2010 nogmaals met 1 procent. In september 2009 is er een eenmalige uitkering van 0,3 procent. De eindejaarsuitkering stijgt in 2009 met 1 procent naar 6 procent; in 2010 naar 6,73 procent en in 2011 naar 7,33 procent. Verder verandert de pensioenverdeling: de werknemer betaalt de helft in plaats van 52 procent per 1 juli 2009.
Levensfasebeleid In het nieuwe levensfasebeleid bouwt elke werknemer - jong en oud - tot 2010 een persoonlijk budget op van 35 uur per jaar. In 2009 bedraagt het budget 20 uur per jaar. Deze uren kunnen worden opgespaard of direct worden ingezet voor bijvoorbeeld extra opleidingstijd en ouderschapsverlof. Het hierboven beschreven onderhandelingsresultaat zal worden voorgelegd aan de leden van de werknemersorganisaties. De LVAG houdt je natuurlijk op de hoogte van de stand van zaken! Ingrid Desar, secretaris
23
woensdag september ’09
Symposium Domus Medica in Utrecht
Teach the AIOS
Doelbewust werken aan je opleiding Na het succes en de grote opkomst van de afgelopen jaren organiseren de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in Opleiding (LVAG), het College voor Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) en het Centraal College Medisch Specialisten van de KNMG op 23 september 2009 opnieuw een opleidingssymposium voor AIOS. De nieuwe opleidingsstructuur zorgt voor een grotere verantwoordelijkheid van de AIOS voor de eigen opleiding. Bovendien is het steeds beter mogelijk om een deel van je opleiding in te vullen naar eigen interesse en behoeftes. Het is zowel voor de beginnende AIOS als voor hen die al wat verder zijn belangrijk om je bewust te zijn van deze mogelijkheden. Tijdens het symposium 'Teach the AIOS', doelbewust werken aan je opleiding' hoor je hoe je als AIOS de kwaliteit van je opleiding kunt bewaken, hoe je die ene stage bemachtigt, en wat er nu wel en niet mogelijk is met financiering uit het opleidingsfonds. Ook besteden we aandacht aan de balans tussen werk en privé en mogelijkheden om parttime te werken. Het symposium vindt plaats in Domus Medica te Utrecht. De kosten bedragen, inclusief lunch en borrel, 30- per persoon.
Beleid & Advies Opleiding & Registratie Medisch Contact & Artsennet
Voor meer informatie, het programma en aanmelden ga naar: www.knmg.nl/congresbureau
Heb je een vraag? Mail deze naar
[email protected]
THEMA
In Amerika is alles anders Het prototype van de Amerikaanse arts. Dan zijn McDreamy en House onze grote voorbeelden. Als nieuw rolmodel stel ik David van Duin voor, internist-infectioloog in Ohio, VS. Per e-mail interview ik hem over het werk als arts in Amerika.
Hoe komt een Nederlandse arts eigenlijk in Ohio terecht? “Heel eenvoudig: ik ben getrouwd met een Amerikaanse.” David is in een ziekenhuis in de Bronx (New York) in opleiding tot internist gegaan. “Een Nederlandse specialisatie wordt niet geaccepteerd in Amerika, maar met een Amerikaans diploma kun je wel in Nederland gaan werken. En met een AmerikaansNederlandse relatie wilden wij de mogelijkheid hebben om in elkaars land te kunnen werken. Vandaar.” Een Amerikaanse opleiding Hoe anders is de opleiding tot internist eigenlijk in Amerika? “Ik heb natuurlijk mijn hele opleiding in Amerika gedaan”, vertelt David. “Ik heb een driejarige algemene interne opleiding gedaan, een zogeheten residency. Daarna heb ik mij in een fellowship aan de Yale University gecombineerd met een PhD-traject nog drie jaar gespecialiseerd in de infectieziekten.”
immuunsysteem in de reactie op infecties. Daarnaast zijn er natuurlijk ook specifiek Amerikaanse aspecten aan mijn werk. Toen ik mijn coschappen in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam deed, was een MRSA bijzonder. Ik was geschokt toen ik in de Bronx kwam, en zag dat ongeveer de helft van alle infecties met S. aureus MRSA waren. Verder heb ik ook veel te maken met multiresistente gramnegatieve bacteriën. Specifiek voor Ohio zijn Histoplasma-infecties, een endemische schimmel. Een van mijn onderzoekers heeft nu al 350 cases verzameld voor zijn studie.”
Zelfs in mijn Hollandse oren klinkt Yale bekend. Hoe was het om bij zo’n gerenommeerd instituut te werken? “Ik had voor deze universiteit gekozen voor mijn fellowship, omdat Yale een speciaal voor clinici ontwikkeld PhD-programma had. Mijn PhD-onderwerp betrof de functie van Toll-like receptoren (TLR), een onderdeel van de innate immunity (aangeboren immuniteit), bij ouderen. Ik heb onderzocht of deze veranderingen verantwoordelijk zijn voor de gebrekkige respons van ouderen op de griepprik.”
“Ik was geschokt door het aantal MRSApatiënten in de Bronx”. Werken als Amerikaans arts Nu komen we over het werk in een Amerikaans ziekenhuis te praten. Wat doet David eigenlijk precies daar in de Cleveland Clinic in Ohio? “Ik werk in de patiëntenzorg, het onderwijs en onderzoek. In de kliniek zie ik veel patiënten die een transplantatie hebben ondergaan. Dit is een patiëntengroep met veel bijzondere infecties. Deze patiënten benadrukken de rol van het
20
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
In Amerika is alles anders Als medisch specialist kan David natuurlijk duidelijk de verschillen in de Amerikaanse en Nederlandse zorg benoemen. Waar is het beter geregeld? “In de Amerikaanse zorgsector is niets beter. Nederland is beter georganiseerd, socialer. Nederlandse artsen gebruiken minder antibiotica. Ik was laatst zeer verbaasd dat een
THEMA
eenvoudig middel als penicilline de eerste keuze voor de behandeling van meningitis is in Nederland. Hier kun je je niet voorstellen dat meningitis niet met een veel breder antibioticum behandeld wordt.”
“Een behandeling staken kunnen ze hier niet accepteren.” “Een ander belangrijk verschil in attitude heeft te maken met het stoppen met behandelen. Je kunt niet iedereen beter maken. In Amerika kunnen ze dat nauwelijks accepteren. Het is nooit genoeg. Als je stopt met behandelen, dan ‘geef je op’. Ik denk dat de houding tegenover de dood het grootste verschil is met Nederland, dat dit ervoor verantwoordelijk is dat veel meer geld aan gezondheidszorg wordt besteed in de VS, maar met minder resultaat.”
“In Amerikaanse ziekenhuizen is niets beter dan in Nederland.” Als laatste vraag: kom je ooit terug? “In Nederland is er minder keuze als je academisch wilt werken. Dus we blijven voorlopig in Cleveland. De kinderen zitten hier op school, we hebben ons leven opgebouwd in Amerika. Ik mis Nederland soms wel, vooral mijn familie en vrienden. Maar ondanks alle nadelen is het wel fantastisch om in Amerika te kunnen en mogen werken.” Saskia Bulk
Hoofdredacteur m/v gezocht AIOS is het tijdschrift voor alle artsen in opleiding tot medisch specialist in Nederland. Het kwartaalblad van de LVAG besteedt aandacht aan onderwerpen die alle aios aangaan: arbeidsomstandigheden, opleiding, rechtspositie en onderzoek. Over deze onderwerpen schrijven de bestuursleden van de LVAG. Daarnaast is er een redactie van enthousiaste aios, die elk nummer artikelen schrijven tot lering ende vermaak. Interviews, columns, themaartikelen, het komt allemaal aan bod. De redactie bestaat uit zes redacteuren, een hoofdredacteur en een eindredacteur. Deze laatste coördineert de totstandkoming van het tijdschrift en bewaakt de productiestroom en de deadlines. Hij of zij is ook verantwoor-
delijk voor de juistheid en foutloosheid van een uitgave. Taken: Als hoofdredacteur geef je leiding aan de redacteuren en de eindredacteur. De hoofdredacteur en redacteuren werken allen op vrijwillige basis (onkosten worden vergoed). Je zet het beleid uit voor het blad, zoveel mogelijk samen met de redactie. Je bepaalt welke artikelen worden geplaatst. Ook beoordeel je de artikelen op (medisch-)inhoudelijke correctheid. Vier maal per jaar zit je de redactievergadering in Utrecht voor. Je schrijft zoveel mogelijk zelf mee aan het blad. Je bepaalt samen met de redactie de onderwerpen voor de verschillende aankomende nummers. Daarnaast onderhoud je contact met de eindredacteur. De werkbelasting verloopt in pieken,
gezien het feit dat het tijdschrift vier keer per jaar verschijnt. Reken op vier keer ca. veertig uur per jaar. Profiel: je bent een enthousiaste arts met schrijfervaring, die zijn/haar gedachten helder kan verwoorden en inspirerend leiding kan geven aan een groep gedreven collegae. Een vlotte schrijfstijl is een must, evenals een sociaal karakter. Tot slot is een dosis humor een pré, gezien de ongedwongen sfeer waarin de redactie altijd vergadert. Interesse? Mail vóór 31 juli je sollicitatiebrief met cv naar
[email protected]. Meer informatie? Neem dan contact op met Erna Beers, hoofdredacteur, via
[email protected].
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
21
THEMA
Tropenarts is nu chirurg in opleiding In 1999 ontving Frank Garssen zijn artsdiploma aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Aansluitend volgde hij de specialisatie tropengeneeskunde. De eerste twee jaar werkte hij als tropenarts in Papoea-Nieuw-Guinea om vervolgens, werkzaam voor Artsen zonder Grenzen, anderhalf jaar actief te zijn in Shabunda, Oost-Congo. Op dit moment werkt hij als aios chirurgie in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam. Naar aanleiding van zijn werkzaamheden in de derde wereld stelde ik hem de volgende vragen:
Waarom deze landen? “De uitzending naar Papoea-Nieuw-Guinea verliep via de vrijwilligersorganisatie VSO (Voluntary Service Overseas - red.) Zij stuurden mij een functieprofiel en informatie over het land en ik was verkocht: medical officer worden in een 120 bedden tellend ziekenhuis (voor een populatie van 100.000 mensen), dicht bij de noordkust en 11 hulpposten in de Highlands, die ook gesuperviseerd moesten worden. Hierna ben ik voor Artsen zonder Grenzen gaan werken, omdat ik mij ook graag wilde inzetten voor de meest kansarme mensen in noodsituaties. De keuze Congo werd bepaald door het simpele feit dat daar vacatures waren, vanwege een tekort aan Franssprekende artsen.” Wat was er beter dan in Nederland? “Het weer natuurlijk! Wat mij erg opviel, was het gevoel van saamhorigheid onder de bevolking. Ondanks de geheel andere leefomstandigheden, zoals een beperkte vrijheid, geen tot een beperkt rechtssysteem en de afwezigheid van sociale zekerheid, die in Nederland vanzelfsprekend zijn.” Wat miste je aan Nederland? “Vooral familie en vrienden miste ik tijdens mijn uitzendingen en verder eigenlijk niet zo veel. Daarnaast miste ik bij tijd en wijle wel Nederlands eten, met name frikadellen!” Wat was het opvallendste cultuurverschil? “De Congolezen zijn minder individualistisch, proactief en gehaast dan de Nederlanders. Deels is dit te verklaren door het oorlogstrauma, waardoor zij genoodzaakt zijn bewust in het heden te leven en niet de luxe kennen om over de toekomst na te denken. Op medisch gebied is het grootste cultuurverschil, dat in Congo de
22
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
arts zijn of haar patiënten op een meer holistische wijze benadert en niet, zoals zo vaak in Nederland, op zijn of haar deelgebied (orgaanspecifieke specialismen). Vandaar ook de keuze voor de algemene chirurgie; ik realiseer me terdege dat, vanwege de invoering van het nieuwe curriculum SCHERP, waarbij men zich eerder gaat differentiëren in een subspecialisatie, dit een achterhaald begrip aan het worden is…” Blijf je hier of ga je terug naar de tropen? “Ik ben zeker van plan om het in de toekomst een vervolg te geven in welke vorm dan ook, maar dat hangt natuurlijk ook van mijn gezin af. Begin dit jaar ben ik nog met twee collega’s naar Ghana afgereisd via de European Hernia Society, waar wij in vijf dagen tijd veertig liesbreuken geopereerd hebben. Door deze initiatieven blijf ik betrokken bij het tropenwerk en kan zodoende mijn bijdrage leveren.” Robert Minnee
VERENIGINGSNIEUWS
Regelmatig praten wij je bij over de ins en outs van het Opleidingsfonds. Op onze website lvag.nl onder ‘Aios issues’ vind je hierover een uitgebreid achtergrondartikel. Hier een paar handige ‘weetjes’.
Things to know about… het Opleidingsfonds! Opleidingsplan Op 31 oktober van elk jaar is de peildatum voor je hele opleidingsschema van het jaar daarna. Houd er rekening mee dat de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) je plan op op die datum goedgekeurd moet hebben. Wij adviseren je om je plan uiterlijk twee maanden vóór 31 oktober in te dienen bij de MSRC. Problemen De LVAG heeft verschillende berichten van aios binnengekregen die in de problemen zijn gekomen door het Opleidingsfonds. Bijvoorbeeld collega’s die vanwege ernstige familieomstandigheden over moesten stappen naar een andere opleidingsregio, hoewel het opleidingsplan al door de MSRC vastgesteld was. De LVAG heeft hierover met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gesproken. Zij gaven aan dat aios zich met écht schrijnende problemen bij hen kunnen melden, mits er geen bedrijfsvoeringsprobleem aan ten grondslag ligt. Het ministerie wil dat aios hun opleiding zorgvuldig plannen en ziet het vastleggen van het opleidingsplan als een methode om aios te beschermen tegen oneigenlijke wijzigingen in hun opleidingsschema.
Buitenlandse stage vergoed Vanaf 2010 is een vergoeding van een buitenlandse stage voor aios een feit, maar onder bepaalde voorwaarden. Ten eerste dient de buitenlandstage tijdig, d.w.z. vóór 31 oktober van het voorafgaande jaar (de peildatum), in het opleidingsplan te zijn vastgelegd. Ten tweede is het opleidingsdeel alleen subsidiabel voor zover het niet leidt tot verlenging van de totale opleidingsduur. Details volgen. In ieder geval goed nieuws voor de aios dus! Vrije keus opleidingsinstelling voor vooropleiding De aios kan zelf bepalen waar hij de vooropleiding (bijvoorbeeld de vooropleiding interne geneeskunde in geval van een cardioloog i.o.) volgt, mits het om een gevisiteerde opleidingsinstelling gaat. Dit hoeft dus niet perse dezelfde instelling te zijn als die van de hoofdopleiding.
(keuze)jaar invulden met een promotieonderzoek en die nu alsnog een aandachtsgebied/enkelvoudig profiel willen doen, onder financiering van het Opleidingsfonds te laten vallen. Het ministerie waarschuwt dat deze aantekening van disfunctioneren in je dossier (portfolio) komt te staan en dit negatieve gevolgen kan hebben voor je verdere loopbaan. Verlenging van de opleiding in het geval van parttime werken wordt gefinancierd vanuit het Opleidingsfonds. Als een opleider dit als argument aanhaalt om een aios niet parttime te laten werken, dan is het waarschijnlijk dat hij wel je parttimedag moet zien op te vangen. De opleider krijgt echter niet een deel van de verlenging vergoed. Dit is met name het geval bij opleidingen die zowel een perifeer als een academisch deel hebben. Ingrid Desar, secretaris
Verlenging opleiding Disfunctioneren van een aios kan leiden tot een verlenging van de opleidingsduur, in de vorm van een extra begeleidingstraject. Het ministerie van VWS waarschuwt ervoor om dit niet te gebruiken als oplossing. Interne geneeskunde gebruikt deze constructie bijvoorbeeld om aios die eerder een vrij
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
23
ADVERTORIAL
Als onafhankelijk financieel adviesbureau zijn wij gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren. Daarnaast adviseren wij op het gebied van financieringen, financiële planning, contracten, hypotheken, verzekeringen en pensioenen.
Wat biedt Sibbing en Wateler mij als aios? Je gehele opleidingsperiode staat in het teken van het vergaren van kennis en dan met name medische kennis. Tijdens gesprekken met aios hebben wij gemerkt dat zij behoefte hebben aan informatie en advies over de zakelijke aspecten van de medische beroepspraktijk. Jaren geleden is zo onze cursus De financiële jungle voor de startend medisch specialist ontstaan, die wij tweemaal per jaar organiseren in Burgers’ Zoo te Arnhem. Deze cursus is erg interessant voor aios die in het laatste stadium van hun opleiding zijn. Daarnaast hebben we een praktijkgericht boek (met dezelfde titel als de cursus) geschreven. Hierin wordt aandacht geschonken aan belangrijke financiële, contractuele en fiscale zaken waarmee je in je toe-
komstige beroepspraktijk te maken kunt krijgen. Zowel de cursus als het boek kunnen een middel zijn om beslagen ten ijs te komen indien je je opleiding hebt afgerond en in het vrije beroep of loondienst gaat werken. Ben je net aan je opleiding begonnen? Ook dan kunnen wij iets voor je betekenen. Gedurende de opleiding neem je financiële beslissingen die van invloed kunnen zijn op je verdere leven, bijvoorbeeld het afsluiten van een hypotheek of het treffen van aanvullende voorzieningen voor je pensioen. Het is dan ook verstandig om deze zaken te laten aansluiten op uw toekomstige situatie.
Ongetwijfeld zijn er meer onderwerpen die je als aios bezighouden, zoals vraagstukken over goodwill en contractuele zaken, zowel beroepsmatig als in de privé-sfeer. Heb je in een vroeg stadium van je carrière behoefte aan een goed advies? Dan kun je uiteraard een vrijblijvende afspraak maken met een van onze adviseurs. Jannette van Dijk, Sibbing en Wateler Voor meer info kun je kijken op sibbing.nl. Via deze site kun je ook het bovengenoemde boek bestellen.
Blijf up-to-date via lvag.nl Je bent aios en wilt graag bijblijven op jouw vakgebied. De site van de LVAG is - naast het ziekenhuis natuurlijk - de ‘place to be’ voor aios. Bezoek dagelijks lvag.nl voor medische ontwikkelingen, nieuws over MedNet en de LVAG. Het platform voor de meest recente onderzoeken, vakliteratuur en interessante websites. Bovendien kan je het uitgebreide archief raadplegen. De artikelen zijn op datum gesorteerd, dus
24
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
eenvoudig terug te vinden. Handig voor scripties en onderzoeken. Wil je echt up-to-date zijn? Meld je dan aan voor de wekelijkse nieuwsbrief. Alle medische highlights ontvang je kosteloos via de mail.
Agenda bij de hand Vanaf nu mis je nooit (meer) een belangrijke bijeenkomst. Check de online agenda voor alle georganiseerde vergaderingen en symposia. Scherp je kennis aan en schrijf de bijeenkomsten in je agenda.
THEMA
: adviesaanvraag VWS komt aios niet ten goede De ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) vragen de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) advies over de numerus fixus voor de studie geneeskunde, de capaciteit van de vervolgopleidingen én over verlaging van salarissen van artsen. De LAD is gevraagd te reageren en neemt stelling!
Het achterliggende idee bij de adviesvraag is dat hogere instroom in de geneeskundeopleiding zou leiden tot verlaging van de inkomens van artsen. En dat zou weer de kosten van de gezondheidszorg drukken. De LAD deelt deze zienswijze niet. Immers, de inkomens van artsen maken slechts een beperkt deel uit van de totale uitgaven in de gezondheidszorg. Bovendien wordt hiermee op een hele oneigenlijke manier inkomenspolitiek bedreven, en nog ten onrechte ook!
Check je rooster! De Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit zijn bepalend voor jouw arbeids- en rusttijden. En dus ook voor jouw rooster. Heb je het idee dat je veel te veel uren maakt en weinig rust tussendoor kunt nemen? Laat dan je rooster checken door de juristen van LAD’s Team Individuele Rechtshulp. Zij weten of het rooster overeenkomt met de regelgeving.
LAD ziet bui al hangen Vooropgesteld, het gaat om een advies. Is er dus nog geen sprake van vergevorderde plannen om de numerus fixus voor de opleiding geneeskunde los te laten? Maar stel dat dat wel het geval is, wat betekent dat voor jou als aios?
Dus als je het zeker wilt weten … Vul dan het ‘Juridisch vragenformulier’ op www.artsennet.nl/lad in (het formulier vind je onder het kopje ‘Contact’) of bel (030) 670 27 02 (tussen 9.30 uur en 12.30 uur kun je de juristen het beste bereiken).
De LAD ziet de bui al hangen. Zij stelt dat met het afschaffen of het verruimen van de numerus fixus niet het aantal opleidingsplaatsen voor medische vervolgopleidingen toeneemt. De vervolgopleidingen worden namelijk door het Opleidingsfonds gefinancierd. Vooral wanneer er geen extra financiering staat tegenover het extra opleiden. En hiermee komt de kwaliteit van de vervolgopleidingen in het geding.
Tijdens een rondetafelgesprek op 10 juni bij VWS heeft de LAD haar standpunt toegelicht. Kijk voor de achtergronden en meer nieuws op artsennet.nl/lad. Daniëlle Jansen
No lost generation Ook is het volgens de artsen-werknemersorganisatie niet zinvol medisch specialisten op te leiden terwijl er gezien de zorgvraag geen behoefte is aan extra ‘handen’. Het huidige systeem waarbij zowel de instroom voor de initiële opleiding als voor de medische vervolgopleidingen worden gereguleerd is juist wél afgestemd op de toekomstige behoefte. En dus worden er geen artsen opgeleid voor werkloosheid!
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
25
GENEESHEER
Paul Langerhans De eilandjes van Langerhans kennen we allemaal wel. Dit was niet de enige ontdekking die Paul Langerhans deed in zijn korte, maar productieve leven als arts en onderzoeker.
Cel De eerste belangrijke ontdekking die Paul Langerhans deed, was in 1867. Hij werkte toen in het laboratorium van Virchow aan het Berlijnse Pathologisch Instituut. Hij onderzocht de innervatie van de huid en maakte hierbij gebruik van de goudchloride kleurtechniek die hij van Cohnheim geleerd had. Met deze techniek toonde hij de dendritische cellen in de epidermis aan. Langerhans wist niet goed wat de functie van deze cellen was, maar aangezien ze qua vorm op zenuwcellen leken, dacht hij met het meest perifere deel van het zenuwstelsel te maken te hebben. Het duurde nog tot 1973 voordat Inga Silberberg ontdekte dat deze cellen een immunologische functie hebben. Zij vernoemde deze cellen naar Langerhans. De Langerhans cell histiocytosis (LHC), vroeger histiocytose-X genaamd, is de proliferatie van deze cellen. Deze zeldzame ziekte komt met name voor bij kinderen.
Paul Langerhans werd in 1847 geboren als eerste kind van Paul Langerhans senior en Anna Langerhans-Keibel. Vader Langerhans was een bekende arts in Berlijn en lokaal een vooraanstaand politicus. Hij was namelijk voorzitter van de Berlijnse Stadsraad. Zijn moeder was een nicht van de embryoloog Franz Karl Julius Keibel. Paul kreeg twee zusjes voordat zijn moeder in 1853 aan de gevolgen van tuberculose overleed. Zijn vader hertrouwde en kreeg nog twee zonen. Deze halfbroers van Paul werden ook artsen. Een van hen was een assistent van Rudolf Virchow en werd later professor in de pathologie.
Eilandjes In zijn afstudeerfase deed Langerhans de ontdekking die zijn naam onsterfelijk maakte. In zijn onderzoek
“Langerhans deed zijn belangrijkste ontdekkingen tijdens zijn studie.” Direct na het behalen van zijn gymnasiumdiploma in 1865 begon Paul Langerhans zijn studie geneeskunde aan de Universiteit van Jena. Twee jaar later vervolgde hij zijn studie aan de Universiteit van Berlijn bij onder andere Julius Cohnheim en Rudolf Virchow. Zelfs nog voor hij in 1869 afstudeerde, deed hij een aantal belangrijke ontdekkingen.
26
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
Beiträge zur mikroskopischen Anatomie der Bauchspeicheldrüse gaf hij een uitgebreide histologische beschrijving van de pancreas. Hij beschreef negen verschillende celtypen, waarvan er zeker twee nog niet
eerder waren beschreven. Een van deze cellen produceerde verteringssappen; voor de andere cellen vond Langerhans geen functie. Ongeveer 25 jaar later zette de Franse histoloog Edouard Laguesse uiteen hoe dezelfde cellen werkten. Hij noemde ze de ‘eilandjes van Langerhans’ en vermoedde dat ze een hormoon produceerden. Sinds 1909 kennen wij dit hormoon onder de naam insuline. Postdoctoraal onderzoek Na zijn buluitreiking bleef Langerhans in het laboratorium van Virchow werken. In samenwerking met Friedrich Hoffmann toonde hij aan dat cinnaber (kwiksulfide) alleen in witte bloedcellen en niet in rode bloedcellen werd opgenomen bij ratten en cavia’s. Zij ontdekten ook neerslagen van cinnaber in beenmergcapillairen en bindweefsel in de lever. Deze bevindingen leidden later tot het concept van het reticulo-endotheliale systeem van Ludwig Aschoff.
“De waarde van zijn grootste ontdekkingen bleken jaren later.” Professor In 1870 ging Paul Langerhans mee op expeditie naar Egypte, Syrië en Palestina. Hij deed hier niet alleen onderzoek naar lepra, maar hield zich ook bezig met antropologisch onderzoek. Hierna werkte hij als arts in het Duitse leger tijdens de Frans-Duitse oorlog (18701871). Na de oorlog kon hij zijn academische carrière voortzetten aan de Universiteit van Freiburg. Hij werd hier universitair docent en later professor in de pathologie. Hij deed in deze periode onder andere onderzoek naar de huid.
genoemd; ook noemde hij een type worm Virchowa als eerbetoon aan zijn leermeester Virchow.
“Op Madeira deed hij onderzoek naar het leven in de kustwateren.” Paul Langerhans trouwde in 1885 met Margarethe Ebert. Samen kregen zij een dochter. Drie jaar later werd Langerhans opnieuw ziek. Dit keer had hij een nierinfectie. In 1888 stierf hij een aantal dagen voor zijn eenenveertigste verjaardag. Nanda Glimmerveen Bronnen 1. wikipedia.nl 2. whonamedit.com 3. Namazi MR. Paul Langerhans: a tribute to an admirable life in science. Arch Dermatol. 2008;144(9):1109 4. Sakula A. Paul Langerhans (1847-1888): a centenary tribute. J Roy Soc Med. 1988;81(July):414-5 5. Jolles S. Paul Langerhans. J Clin Pathol 2002;55(4):243 6. Shaver E. Paul Langerhans Jr. The man behind two medical eponyms. 7. endocrinetoday.com. July 25 2008
Madeira Zijn academische carrière moest Langerhans in 1874 stopzetten toen hij bleek te lijden aan tuberculose. Hij kuurde in Duitsland, Zwitserland en Italië, maar tevergeefs. In 1875 besloot hij zich op Madeira te vestigen, waar het klimaat gunstig zou zijn voor tuberculosepatiënten. Inderdaad verbeterde zijn gezondheid en begon hij een praktijk in de hoofdstad van Madeira, Funchal. Hij publiceerde een aantal artikelen over tuberculose en een boek over het heilzame klimaat van het eiland. Qua onderzoeksgebied werd zijn aandacht getrokken door het leven in de kustwateren. Hij schreef diverse artikelen over onder andere amfibieënharten en de ogen van lampreien (kaakloze vissen). Verder was hij in staat om meer dan vijftig verschillende zeewormen te beschrijven. Een aantal van deze wormen is naar hem
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
27
COLUMN
Bedankt! Jocea Michels is bezig met haar opleiding tot reumatoloog. In deze column houdt ze ons op de hoogte van het wel en wee tijdens haar werk als aios.
Ik kreeg een roos van een patiënte. Toch leuk. Ik kon me het gebaar van de roos wel voorstellen. Patiënte en ik hadden kort daarvoor nogal wat emotioneel geladen momenten met elkaar meegemaakt. Ik heb de roos dan ook geaccepteerd. Later las ik het kaartje en begon het al wat te kriebelen: “omdat u me begrijpt”. Nou begrijp ik patiënte eerlijk gezegd helemaal niet, maar het zinnetje stoorde me nog om een andere reden, die me later pas duidelijk werd. Na de roos volgde, na een succesvolle behandeling waar eindeloos over was gediscussieerd, een sieraad. En na een SEH-bezoek, waar ik als dienstdoende de patiënte in de avonduren heb gezien, een bos bloemen. Bij het ontvangen van het sieraad kreeg ik al ongemakkelijke gevoelens. Waarom geeft iemand je een sieraad? Gelukkig was het een getrouwde mevrouw, dus amoureuze bijbedoelingen leken niet in het spel. Maar het is niet helemaal normaal om iemand zo’n persoonlijk cadeau te geven als die in feite gewoon zijn werk doet. Ik heb mijn kapper of mijn automonteur nog nooit een sieraad gegeven, hoewel ik erg blij ben met en dankbaar ben voor het werk dat zij voor mij doen. Ik kan me voorstellen dat je gezondheid natuurlijk belangrijker is dan je kapsel (alhoewel dat voor sommige vrouwen zeker niet geldt) en dat dus ook de dankbaarheid groter is. Maar in het geval van deze patiënte voelde ik een hele grote adder onder het gras. Cadeautjes zijn een uiting van claimgedrag; zij wil mij op die manier aan zich binden. De oorbellen heb ik dus ook maar geaccepteerd, omdat ik nogal flabbergasted was en een cadeau weigeren onbeleefd vind. Ik heb er later met haar over gesproken, dat ik me ongemakkelijk voelde en gewoon mijn werk deed.
28
AIOS 2 - 20e jaargang juni 2009
Bij de bos bloemen ben ik een beetje boos geworden, voor mij een unicum in de spreekkamer. Dat leek wel aan te slaan. Ik vroeg haar daarna waarom ze mij eigenlijk al die cadeaus gaf en haar antwoord bevestigde mijn vermoeden: “Ik hoop dat u het niet opgeeft met mij en dat u iets verzint waardoor ik beter word.” Door die opmerking voelde ik me ook weer niet lekker. Een beetje schuldig omdat ik patiënte blijkbaar niet kan overtuigen van mijn goede bedoelingen en dat mijn zorg onafhankelijk is van cadeaus. Maar ik voel me ook beledigd, omdat ik heel erg mijn best heb gedaan en nog doe voor deze mevrouw en zij daar toch niet helemaal zeker van is. De patiënte van haar kant heeft het gevoel dat zij door het geven van cadeaus invloed kan uitoefenen op haar behandeling, waarin zij zo machteloos staat. Uiteindelijk maken de cadeaus de zaak in dit geval alleen maar gecompliceerder. Ik denk dat dit voorval niet op zichzelf staat. Nu wil ik niet paranoïde gaan doen over elke fles wijn die wordt gegeven met kerst, maar het is goed na te denken over het motief van patiënten bij dit soort gebaren. Doen zij jou een plezier of willen ze hun plaats in de patiëntenranglijst verhogen? Wij dokters zijn net als iedereen gevoelig voor complimenten, maar mogen onze zorg natuurlijk niet laten afhangen van hoe dankbaar of complimenteus onze patiënten zijn. Dit voorval bewijst weer eens hoe moeilijk het soms is de mens en de arts in mijzelf te verenigen. Jocea Michels
Voor de kroon op uw onderzoek Gildeprint is specialist in het drukken van proefschriften, wetenschappelijke publicaties en boeken. Wij zijn meer dan 25 jaar de drukker van afstuderenden en promovendi van universiteiten in heel Nederland. Vraag ‘Het drukken van proefschriften en wetenschappelijke publicaties’ aan. Een behartigenswaardig boekwerkje over alles wat bij het drukken van uw proefschrift aan de orde komt.
Javastraat 123 7512 ZE Enschede
Postbus 40100 7504 RC Enschede
T 053 4800530 F 053 4304777
[email protected] www.gildeprint.nl
De tijden veranderen… en wij ook
Voor u als medisch specialist
Al vanaf 2002 werken Raadgevers en Kuijkhoven intensief samen in ons gezamenlijke volmachtbedrijf Raadhoven. Deze samenwerking is zo succesvol verlopen dat wij hebben besloten haar uit te breiden. Per 1 januari zijn wij volledig gefuseerd en gaan verder onder de naam Raadgevers Kuijkhoven. In onze nieuwe samenstelling zullen wij de specifieke kennis van onze doelgroepen en de kwaliteit van onze dienstverlening nog verder gaan uitdiepen.
Als startende of gevestigde medische professional kunt u rekenen op onze deskundige adviezen en een betrokken begeleiding. U profiteert daarbij van onze kennis van de financiële en medische wereld. Zo adviseren wij u op financieel, fiscaal, juridisch en verzekeringstechnisch gebied, en begeleiden wij u tijdens uw waarneemperiode, dienstverband en vestiging van uw praktijk.
De tijden veranderen niet… en wij ook niet
De adviseurs van het medisch specialistenteam zijn u graag van dienst: Douwe de Vries, Niels ter Kuile, Boudewijn Haccou, Arjen Blankenstein
Persoonlijk contact en langetermijnadvisering blijven net zo belangrijk voor ons als altijd. U houdt dan ook uw eigen adviseur en contactpersonen.
Wilhelminalaan 1-3 3732 GJ De Bilt Postbus 36 3730 AA De Bilt
Telefoon 030 252 54 20 Telefax 030 252 54 98
[email protected] www.raadgevers.nl
LANDELIJKE AIOSDAG VOOR AANKOMEND MEDISCH SPECIALISTEN ZATERDAG 13 JUNI 2009 DOMUS MEDICA, UTRECHT
Stel je eigen programma samen Je kunt kiezen uit de volgende workshops: • Werken als universitair medisch specialist • Werken als medisch specialist in dienstverband • Onderhandelen over een goed dienstverband • Deeltijdwerken • Werken als medisch specialist in vrij beroep: contracten & goodwill
• • • • • •
Meld je aan op www.dejongeorde.nl
Werken als psychiater in vrij beroep Financiering in de gezondheidszorg Werken als psychiater in dienstverband Pensioenen dienstverband Kwaliteit van de beroepsuitoefening Pensioenen vrij beroep