Adviesrapport: multimediale vernieuwing 2015/2017
Johan Poland Maikel Traksel
Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................................................ 4 Inleiding .................................................................................................................................................. 5 Opdracht ............................................................................................................................................ 5 Opdrachtgever ............................................................................................................................ 5 Opdrachtomschrijving ............................................................................................................ 5 Probleemstelling ............................................................................................................................ 6 Onze visie ............................................................................................................................................... 7 Visies trendwatchers ......................................................................................................................... 8 Gerd Leonhard ............................................................................................................................ 8 Andrew Keen ............................................................................................................................... 9 Seth Shapiro .............................................................................................................................. 10 Marjolijn Kamphuis ............................................................................................................... 11 Erwin Blom ............................................................................................................................... 12 Jim Stolze ................................................................................................................................... 12 Rogier Bikker ........................................................................................................................... 13 Dirk deRoos .............................................................................................................................. 13 Onderzoeken ................................................................................................................................. 15 Welke nieuwe media zijn er? ............................................................................................ 15 Welke trends zijn er binnen deze nieuwe media? ................................................... 15 Hoe snel gaan de nieuwe ontwikkelingen? ................................................................. 19 Hoe reageren de consumenten op deze nieuwe media? ....................................... 20 Hoe gaan de consumenten met nieuwe media om? ................................................ 24 Wat speelt er op multimediagebied bij de consumenten? ................................... 29 Hoe denken de consumenten over de toekomst? .................................................... 31 Conclusies onderzoeken .......................................................................................................... 33 Welke nieuwe media zijn er? ............................................................................................ 33 Welke trends zijn er binnen deze nieuwe media? ................................................... 33 Hoe snel gaan de nieuwe ontwikkelingen? ................................................................. 33 Hoe reageren de consumenten op deze nieuwe media? ....................................... 33 Hoe gaan de consumenten met nieuwe media om? ................................................ 33 Wat speelt er op multimediagebied bij de consumenten? ................................... 34 Hoe denken de consumenten over de toekomst? .................................................... 34 Piramide van Maslow ........................................................................................................... 35 Innovatietheorie van Rogers ............................................................................................. 35 Long Tail ..................................................................................................................................... 36 Agenda Setting theory .......................................................................................................... 36 Meer is minder ........................................................................................................................ 37 Vier zijdes-‐model ................................................................................................................... 38 Het fundament .................................................................................................................................. 39 Interactie van de consumenten met de content ....................................................... 39 Interactie bij de consumenten onderling ..................................................................... 40 Interactie van NDC mediagroep met hun consumenten ....................................... 40 Beleving ...................................................................................................................................... 41 Het middel ................................................................................................................................. 41 Het concept .................................................................................................................................... 42 Persoonlijk nieuws ................................................................................................................ 42 Gamification ............................................................................................................................. 44
2
Verdienmodel .......................................................................................................................... 46 Interface ..................................................................................................................................... 46 Persoonlijk nieuws ................................................................................................................ 47 Gamification ............................................................................................................................. 48 Advies over interessant blijven houden ....................................................................... 49 Bronvermelding ................................................................................................................................ 50
3
Samenvatting Dit adviesrapport bestaat uit de inleiding, de visies, het onderzoek, het concept en het advies. Na onderzoek naar verschillende factoren is een concept ontwikkeld dat hier door onderbouwd is. Dit onderzoek is verderop in dit document te vinden. Het concept is vooral gericht op personalisatie en gamification van het nieuws. Verschillende bedachte vormen hiervan zijn toegelicht in het concept. In het advies komen de onderdelen die wij voornamelijk aanraden naar voren. Personalisatie van het nieuws zien wij als nieuws dat wordt aangeboden op basis van de locatie, interesses en vrienden van de consument. Op deze manier wordt er meer betrokkenheid gecreëerd tussen het nieuws en de consument. Om een filterbubbel te voorkomen, zal ook altijd het belangrijkste algemene nieuws worden aangeboden. Met gamification van het nieuws worden er spelelementen in het aanbod van nieuws verwerkt. De spelelementen die wij hebben bedacht zijn virtuele medailles die de consument kan verdienen per gelezen categorie of een andere handeling. Een andere handeling is bijvoorbeeld het interacteren met andere consumenten in relatie tot het nieuws. Op deze manier wordt er competitie gecreëerd tussen consumenten onderling, waardoor er extra motivatie ontstaat om nieuws te consumeren. Bovendien kunnen gewaardeerde bloggers betrokken worden bij het concept door hun artikelen ook hier aan te bieden. Om een compleet beeld te krijgen van ons concept en advies, adviseren wij u het volledige adviesrapport door te lezen.
4
Inleiding Voor u ligt het adviesrapport ‘Multimediale vernieuwing 2015/2017’. Dit adviesrapport is ontwikkeld door Johan Poland en Maikel Traksel naar aanleiding van de vraag hiernaar vanuit NDC mediagroep, en is dan ook op en aan dit bedrijf gericht. De hoofdpunten welke aan u duidelijk worden gemaakt zijn het probleem en een mogelijke oplossing hiervoor, welke is gebaseerd op verricht onderzoek en de gevormde visie. Dit advies is tot stand gekomen na uitgebreide bestudering van de uitdagingen waarmee een traditioneel mediabedrijf worstelt in een tijd waarin digitale vernieuwingen razendsnel gaan. Daarnaast hebben wij ons uitgebreid verdiept in het mediagebruik in het algemeen en de trends die daarin waarneembaar zijn. Op grond hiervan hebben wij een visie geformuleerd. Vervolgens zijn wij tot onze conclusies en adviezen voor NDC mediagroep gekomen.
Opdracht Opdrachtgever NDC mediagroep kent Noord-‐Nederland als geen ander. De titels zijn al sinds 1752 verweven met dit gebied. NDC mediagroep is uitgever van een breed aanbod aan producten die specifiek gericht zijn op de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland. Met hun crossmediale portfolio heeft de uitgever zowel kwalitatief als kwantitatief het hoogste bereik in deze provincies. Contactgegevens Opdrachtgever: NDC mediagroep Contactpersoon: Maarten Pennewaard E-‐mail:
[email protected] Telefoon: 06-‐119 235 18 Opdrachtomschrijving NDC mediagroep heeft gevraagd om een beeld te vormen van hun toekomst. Voor deze beeldvorming, zo’n drie tot vijf jaar vanaf 2012, wil NDC bekijken welke weg zij kunnen inslaan op multimediaal gebied. Dit, omdat het duidelijk is geworden dat er vernieuwing moet plaatsvinden en ze niet veel langer de weg moeten blijven volgen welke zij nu volgen. Hierbij is benadrukt om niet van de krant zoals deze nu bekend staat uit te gaan en er gericht moet worden op wezenlijke vernieuwing. Wij hebben gekeken naar de mogelijkheden die er zijn op multimediaal gebied. We hebben onderzoek gedaan, een visie ontwikkeld en een advies uitgebracht. Het onderzoek zal bestaan uit onderzoek naar het probleem, onderzoek naar waarschijnlijke oorzaken hiervan en onderzoek naar trends voor een mogelijke oplossing.
5
Probleemstelling Welke weg kan NDC mediagroep inslaan op multimediaal gebied? • Welke nieuwe media zijn er? • Welke trends zijn er binnen deze nieuwe media? • Hoe snel gaan de nieuwe ontwikkelingen? • Hoe reageren de consumenten op deze nieuwe media? • Hoe gaan de consumenten met nieuwe media om? • Wat speelt er op multimediagebied bij de consumenten? • Hoe denken de consumenten over de toekomst?
6
Onze visie Mensen zullen steeds vaker onderweg zijn en houden dus alleen al hierdoor steeds minder tijd over. Om deze reden zullen de verdere bezigheden voor de tijdsindeling minder tijd in beslag moeten nemen. Het zal dus makkelijker en sneller moeten gaan. Gemak draagt bovendien bij aan de snelheid waar een activiteit mee gedaan kan worden. Hiernaast zullen mensen zich steeds meer bezig houden met de nog steeds groeiende sociale media en de aandacht hiervoor om de sociale media heen. Ook zullen dit steeds meer mensen zijn. Naast interactie tussen mensen onderling zal er ook steeds meer interactie komen tussen apparaten en hun consuments. Deze interactie gaat gepaard met de steeds snellere ontwikkeling en betere toepassingen van de technologie. Interactie zorgt voor een versterking van het gevoel van betrokkenheid. Gemak en snelheid kunnen bijvoorbeeld door personalisatie, optimalisatie van interactie met de consument en door optimalisatie van het visuele ontwerp gerealiseerd worden. Omdat de mensen steeds vaker onderweg zullen zijn en zich steeds meer met hun sociale netwerk zullen bezig houden, is het efficiënt wanneer er onderweg ook bezigheden verricht kunnen worden. Een toevoeging aan de efficiëntie is wanneer het sociale netwerk in de bezigheden geïntegreerd wordt, of dat er ieder geval gebruik van dit netwerk zal worden gemaakt. Personalisatie, optimalisatie en koppeling met het sociale netwerk zullen tevens een bijdrage aan de beleving kunnen hebben. Beleving is erg belangrijk voor de waardering van het product.
7
Visies trendwatchers Gerd Leonhard Gerd is Media Futurist, auteur en CEO van The Future Agency en wordt wereldwijd gezien als een leidend expert in de crossmediasector. Hij komt oorspronkelijk uit de muziekwereld en begon als professioneel gitarist. In de jaren ’90 richtte hij zijn eigen internetbedrijf op en maakte zo de .com-‐bubbel van dichtbij mee. Met zijn ervaringen uit deze tijd ging Gerd zich richten op het adviseren van bedrijven en werd een wereldwijd leidend mediafuturist. In een presentatie van Gerd die wij hebben bijgewoond, heeft hij een aantal interessante dingen over de toekomst gezegd. Hij begint met de stelling: ‘Het doel van naar de toekomst kijken is om het heden te verstoren.’ Gerd Leonhard ziet in de toekomst de volgende punten gebeuren: • Goedkope smartphones voor iedereen • Zakelijk gerichte sociale netwerken • Datavergaring voor inzicht in gedrag • Cloud computing, wat zorgt voor goedkoop en bijna oneindige proceskracht en opslag • Meeslepende, 3D-‐, of holografische videoconferenties • Augmented Reality-‐interfaces, deze laten de fysieke en virtuele wereld dichter bij elkaar komen • De integratie van visuele interfaces, spraak-‐ en tastbare interfaces in primaire computersystemen • Artificial intelligence, computers die kunnen leren Service wordt ook steeds een belangrijker onderdeel van een bedrijf. Hij stelt dat onder andere sociale media hiervoor moet worden gebruikt en dat dit middel niet als marketinghulpmiddel gezien moet worden. Voor de transactie, het kopen van het product of de dienst, moet er eerst interactie tussen het bedrijf en de klant plaatsvinden. Door convergentie zullen zich serieuze uitdagingen en grote mogelijkheden voordoen. De volgende begrippen komen steeds dichter bij elkaar: • Zoeken en sociaal • Televisie en internet • Computer en mobiel • Online en offline • Fragmentatie en aggregatie • Gebruiker en producent De spreker stelt nog een aantal zaken: • Vertalingen in real time zullen mogelijk zijn in drie tot vijf jaar.
8
• • •
Het internet heeft zojuist drie grote sprongen gemaakt, namelijk sociaal, lokaal en mobiel. 2017: 5 miljard mensen, 75 procent mobiel internet, meer dan grote platforms, en een advertentiemarkt ter waarde van 250 miljard euro. Niche-‐media is de toekomst
Naar aanleiding van de niche-‐media waarschuwt Gerd voor de filterbubbel. Dit is het fenomeen waarbij de consument slechts een beperkte selectie van informatie met zich mee krijgt en andere waardevolle informatie dus langs zich heen laat gaan. Distributie zal volgens hem steeds meer afnemen, er zal steeds meer gebruik van toegang worden gemaakt. Toegang dus, in plaats van bezit. Hierbij zal dus ook een verschuiving qua verdienmodel moeten vinden van bezit naar toegang. Er kan bij dit verdienmodel gebruik worden gemaakt van het ‘premiumfreemium-‐model’. Beperkte toegang voor gratis leden, volledige toegang voor betalende leden. Een belangrijk punt is bij verdienmodellen echter dat mensen bereid te zijn om meer te betalen voor fysieke content dan voor digitale content. Gerd stelt dat mensen bereid zijn om slechts een tiende deel te betalen voor digitale content in vergelijking met fysieke content. Daarnaast belicht hij nog een andere visie van Fred Wilson van Union Square Ventures die het volgende zegt: “Het beperken van toegang tot content is een slecht verdienmodel in de periode dat het vrijwel niks kost om op een wereldwijd netwerk iets te delen.” Gerd Leonhard sluit af met de volgende conclusie. Verdienmodellen moeten zich gezamenlijk gaan vormen rondom de content waarbij de consument niet direct betaalt. Er moet verdiend gaan worden aan dataverstrekking in de tijd van de sociale, lokale en mobiele wereld. Andrew Keen Andrew Keen is een Amerikaans ondernemer, auteur en criticus van ontwikkelingen op internet zoals web 2.0. Hij is van Engelse komaf. Keens carrière in Silicon Valley begon in 1995 met het oprichten van audiocafe.com, met subsidie van Intel en SAP. Dat bedrijf moest in januari 2000 haar faillissement aanvragen. Daarna werkte Keen onder meer bij Pulse 3D, SLO Media, Santa Cruz Networks, Jazziz Digital, Pure Depth en het door hemzelf in 2005 opgerichte AfterTV. De presentatie van Andrew Keen was net even wat anders dan de overige sprekers die we hebben gezien. Hij vindt de digitalisering van de samenleving eigenlijk maar niks. Hij is ontevreden over zijn constatering dat de samenleving steeds minder privacy, individualisme en anonimiteit kent. Alles wat er wordt gedaan, wordt namelijk gevolgd. Hij noemt als reden hiervoor dat de mens telkens meer bezeten is van zichzelf middels het vertellen over zichzelf aan de rest van de wereld. Dit alles is online, maar in het fysieke leven zijn we steeds eenzamer, suggereert Andrew, terwijl hij tegelijkertijd inziet dat online en offline steeds dichterbij elkaar komen.
9
Met het idee dat de samenleving steeds meer hun identiteit online prijsgeven en uitbouwen, voorspelt hij dat Facebook het overheersende sociale medium zal worden, en we van een ‘link-‐economie’ naar een ‘like-‐economie’ zullen gaan. Omdat bedrijven hierop zullen inspelen en een verdienmodel hanteren waarbij de consument niets hoeft te betalen, ziet Andrew Keen dit als een val. De bedrijven zullen namelijk geld gaan verdienen aan gegevens over de consumenten. Deze spreker is van mening dat dit niet goed is. Daarom raadt hij aan om meer privé te leven en ons niet zo met sociale media bezig te houden. Zijn visie is dat de essentie van identiteit geheimhouding is. Seth Shapiro Seth Shapiro is een toonaangevend adviseur, spreker en schrijver in digitale media, distributie en business-‐strategie. Het werk van de tweemalige Emmy Award-‐winnaar omvat projecten in de tv, games en muziek en online met The Walt Disney Company, Comcast, McCann Worldgroup, Intel, Time Warner, Universal, Showtime, Verizon, Sun Microsystems, Goldman Sachs, Tim Kring, de Nederlandse Media Hub, Zweeds Publieke Omroep en Betfair Verenigd Koninkrijk een scala aan nieuwe bedrijven. Seth heeft in zijn presentatie voornamelijk over de zakelijke kant achter de media verteld. Hij begon met het noemen van verdienmodellen van de volgende media: • Reclame, zoals spotjes en advertenties • A la carte purchase (producten die gelijk van jou zijn als je ze koopt), zoals DVD’s en CD’s • Abonnementen, zoals tijdschriften en televisie • Intellectueel eigendommen, zoals licenties • Bedrijfswaarde creëren om je bedrijf te verkopen • Kaartjesverkoop, zoals voor bioscopen en theaters De toekomst van reclame ziet de spreker aan de hand van conclusies gebaseerd op verzamelde data van bijvoorbeeld sociale media. Koop de consument bijvoorbeeld ’s ochtends luiers of zijn derde BMW? Reclame gaat dus van broadcast naar narrowcast, waarmee reclame verandert van publieksgericht naar klantgericht. Hierbij is het dus belangrijk dat bedrijven hun klant beter kennen dan ooit om dan ook beter dan ooit op zijn behoefte in te spelen. De mogelijkheid om meerdere schermen tegelijkertijd te gebruiken is zeer interessant naar Seth Shapiro’s mening. Hij ziet toekomst in het tweede scherm voor media-‐activiteiten. Het tweede scherm kan als verlengstuk zorgen van het televisieprogramma waarmee bijvoorbeeld artikelen, tickets of relevante abonnementen te koop zijn die in het programma langskomen. Content gecreëerd door de maatschappij zelf wordt steeds interessant gevonden. Het is nog niet duidelijk welk verdienmodel hier omheen ontstaat. Wanneer je iets populairs hebt gecreëerd, kun je verdienen aan gegevens over de consumenten
10
hiervan voor doelgerichte reclame. Dit is tevens altijd de hoe er geld wordt verdiend, als de consument niet betaald. Dit zal steeds vaker het geval zijn. Hierdoor zal er steeds meer geprobeerd worden om een gemeenschap te vormen. Om dit te laten slagen gaat de media van een monoloog naar een dialoog. Seth sluit af met de toekomst van de genoemde verdienmodellen. • Van reclame naar ‘hypertargeted’ reclame • Van a la carte purchase naar ‘the cloud’ • Van abonnementen naar digitale aanlevering met gebruik van crossmediale apparaten • Van intellectueel eigendommen naar de economie van community • Van bedrijfswaarde naar zelfonderhoudende kleine bedrijven • Van kaartjesverkoop naar digitale evenementen Marjolijn Kamphuis Marjolijn Kamphuis is medeoprichter en CEO van Foodzy.com, een service die mensen laat ‘inchecken’ wat ze eten en op deze manier een ‘personal health dashboard’ creëert. Foodzy is gevestigd in Amsterdam, en op dit moment is het product beschikbaar in meer dan 130 landen. De app is beschikbaar op iPhone, Android en het web. Naast Foodzy, is Marjolijn de eigenaar van OKGO, een creatief online agentschap, en is ze hoofdredacteur van het techblog Dutchcowgirls. Als online strateeg werkte ze in het verleden voor merken als MTV, Nickelodeon, TMF, Comedy Central, G-‐Star, Orange, Universal Music, Talpa, Unilever, Ola en Mattel. Marjolijn vertelde over het verloop in de ontwikkeling van nieuwe media. Beginnend met verbazing, waarop weerstand volgt, vervolgens imitatie ontstaat en uiteindelijk authenticiteit. Ook kwam het onderwerp gamification aan bod wat een trend is de laatste jaren. Gamification is het gebruik van spelelementen om speelgedrag te stimuleren voor motivatie in een niet-‐spelachtige omgeving. Een andere aspect van het gedrag waarop ingespeeld dient te worden, is dat mensen websites beter scannen en daarom banners minder effectief voor adverteren zijn dan eerder. Twitter is het hoofdzakelijke kanaal voor nieuws in de USA, en dit benadrukt welke grote mate van invloed Twitter inmiddels heeft. Marjolijn Kamphuis noemt twee effectieve manieren om sociale media te gebruiken. • Voor korte termijn: virals, competities en games • Voor lange termijn: Functionele formule, sales conversie, marketingkalender en webcare Een goede sociale media-‐campagne bestaat uit beide aspecten, aldus Marjolijn.
11
Erwin Blom Erwin Blom is afgestudeerd aan de School voor de Journalistiek in Utrecht. Na zijn opleiding publiceerde hij voor onder meer Vara TV Magazine, de Journalist, Parool, Volkskrant, NME en Wired. Verder maakte hij radio voor KRO, VPRO, Radio Noord-‐ Holland en de BBC. In 1994 raakte hij gegrepen door de mogelijkheden van internet. Hij begon als programmamaker met de afdeling Digitaal van de VPRO samen te werken, en schoof langzamerhand steeds meer richting nieuwe media op. In een presentatie vertelde hij het volgende. Er wordt door de kijker zelf steeds meer bepaald wat wat hij ziet. Dit komt doordat alles online wordt gedeeld, van streams van festivals tot streams van tornado’s. Doordat er steeds meer aangeboden wordt, kan er gepersonaliseerd worden, daarbij komt nog eens dat het gratis is. Erwin merkt ook op dat alles we al kennen digitaal gaat, maar dat er nog niet sprake is van echte vernieuwing. Hij vertelt dat hij het fascinerend vindt dat alles tegenwoordig live wordt gevolgd; iemand die de Elfstedentocht schaatst, een meeuw op een landkaart of de Titanic 100 jaar later via een soort reconstructie middels een Twitter-‐stream. De verklaring van Erwin voor de populariteit van live, is dat het erom gaat dat er deel vanuit kan worden gemaakt. Live meemaken om beter te begrijpen. Een toevoeging op het aspect van deel uitmaken is interactie. Dit kan in de vorm van badges verdienen, elkaar helpen of mensen ontmoeten. Kortom, verbondenheid creëren. Een voorwaarde daarvoor, volgens Erwin Blom, is dat iedereen er deel vanuit kan maken, en er niemand benadeeld wordt. Een laatste constatering is dat, doordat er veel makkelijker informatie te verkrijgen is in vergelijking met vroegere tijden, er hierom ook makkelijker informatie vergaard kan worden. Jim Stolze Jim Stolze is een Nederlands schrijver en ondernemer. Daarnaast is hij bekend als de drijvende kracht achter de TED-‐conferenties in Europa. Ook is hij investeerder in startende bedrijven via The Founder Institute en is hij een van de bestuurders van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Hij begint zijn praatje met de term Return On Investment. Dit is de uitkomst van een verdienmodel, maar hij benadrukt dat attentie voor succesvolheid zorgt, en dat je met investering niet per sé succesvol wordt. “Reputatie is belangrijker dan je c.v.!” Het vervolgt met de boodschap dat advertenties als spam worden ervaren. “Praat niet tegen vreemden, want vreemden geven er niks om. Praat dus met mensen die er wel om geven. Deze mensen zullen het met de wereld delen.” Ter ondersteuning hiervoor gaf hij een voorbeeld van de promotiestunt van het attractiepark van Harry
12
Potter. Hierbij was er contact gezocht met de grootste fans toen het park geopend zou worden. Doordat de grootste fans door hun idolen werden benaderd, deelden deze fans het met al hun bekenden en zo deelden deze bekenden het weer met volle glorie. Een ander sterk concept vindt Jim Stolze wanneer aanbod en vraag samen worden gebracht. Op deze manier hoef je zelf relatief weinig werk te verzetten om toch succesvol te kunnen zijn. Ook het concept van premiumfreemium vindt hij goed. Dit concept houdt in dat er een gratis versie beschikbaar is voor iedereen, maar betalende consumenten meer toegang kunnen verkrijgen zonder advertenties. Doordat er aan de consumenten van de gratis versie al een positieve ervaring wordt beleefd, zullen zij dit anderen aanraden. Zodoende zullen er vanzelf consumenten verschijnen die willen betalen voor extra toegang van de dienst of het product. Tenslotte vertelt hij nog hoe belangrijk service is, omdat dit voor positieve ervaringen van consumenten zorgt, welke zij dan weer delen. Dit leidt zo weer tot meer positieve bekendheid. Rogier Bikker Rogier Bikker is in 2008 afgestuurd voor Communication & Multimedia Design in Rotterdam. Hij is kort hierop naar China vertrokken, en hij heeft daar onder andere de bekendheid van Nijntje flink vergroot door middel van de sociale media van China. Zijn voornaamste tip was de volgende: laat je omgeving je product aanprijzen. Het is overtuigender wanneer je omgeving het merk of product aanprijzen, dan wanneer het merk of product dit zelf doet. Richt je dus in plaats van de traditionele impressies op mensen naar expressies van mensen. Van ‘gezien worden’ naar ‘over gesproken worden’. Een inmiddels bekende vorm hiervan via Facebook, is het klikken op ‘vind ik leuk’. “Expressies zijn verdiende merkinteracties die gedeeld worden met anderen.” Een laatste tip van Rogier Bikker is: Combineer online en offline met elkaar voor groot bereik. Ze kunnen elkaar goed aanvullen. Dirk deRoos Dirk deRoos studeerde aan de University of New Brunswick. Hier behaalde hij een bachelorgraad Computer Science en in Arts. Hij was information architect bij het Toronto DB2 Development lab. Nu is hij lid van het IBM World-‐Wide Technical Sales Team en gespecialiseerd in het IBM Big Data Platform. Hij vertelt over Big Data en de mogelijkheden hiervan. Big Data is gestructureerde en ongestructureerde data die worden opgeslagen in grote databases. Zo kan Big Data bijvoorbeeld ervoor zorgen dat meningen op sociale media als feedback gebruikt
13
kunnen worden. Hiervoor is zelfs een filter ontwikkeld om expressies van emoties zoals sarcasme te kunnen herkennen, om zo de waarde van het bericht te kunnen bepalen. Ook kan er veel met GPS-‐gegevens worden gedaan. Zo kan je alles over zijn omgeving te weten komen. Is de consument ’s nachts bijvoorbeeld vaak op dezelfde plek? Dan is dit waarschijnlijk zijn huis. Dirk deRoos vertelt ook over systemen die alles wat er gebeurd waarnemen, middels Big Data, en hierop reageren. Zo is er een systeem dat Watson heet. Deze computer begrijpt informatie, relateert informatie, en leert om beter te worden voor betere feedback van informatie. De spreker eindigt met het punt over Big Data, dat het vooral een handig middel om je doelgroep te leren kennen. Met Big Data kan je namelijk te weten komen wie je doelgroep is, en wat zij doen.
14
Onderzoek
Onderzoeken Welke nieuwe media zijn er? Met de welvarende technologie deze tijd lijken de ontwikkelingen steeds sneller te gaan. Hieronder is een tijdlijn te zien met mijlpalen in de ontwikkeling van wat we inmiddels ‘sociale media’ en ‘de smartphone’ noemen, deze vallen onder populaire nieuwe media. Naast het gebruik van sociale media en smartphones, worden op het gebied van nieuwe media ook de laptop en tablet in gebruik genomen met hierop toegang tot platforms van sociale media.
Welke trends zijn er binnen deze nieuwe media? Steeds meer drukwerk online te lezen In de loop der jaren zijn kranten steeds meer gaan digitaliseren om niet achter te blijven bij de digitale ontwikkelingen. Ook speelt het natuurlijk mee dat er steeds minder drukwerk wordt verkocht1, maar er natuurlijk wel geld verdiend moet worden. Hierbinnen is nog steeds erg veel ruimte voor vooruitgang, zo kwamen eerst de websites met het nieuws en later de app’s voor de smartphone en de tablet. Dat kranten wel degelijk mee kunnen ontwikkelen in de populariteit van bijvoorbeeld de app’s, kunnen we zien in onderstaande grafiek.
1 Krantenstatistiek, De daling van de betaalde oplage inclusief, 2012.
15
Noot 2
Noot 3
2 Uit Trends in digitale media door Intomart, Cebucco, SPOT en RAB, 2011. 3 Uit Trends in digitale media door Intomart, Cebucco, SPOT en RAB, 2011.
16
Stijging online leesgedrag van dagbladen Drukwerk zoals dagbladen zijn dus steeds vaker online verkrijgbaar, maar er is ook gemeten dat hier steeds vaker gebruik van wordt gemaakt. Hoewel de cijfers nu misschien nog niet erg overtuigend zijn, is er wel degelijk een stijging te zien in vergelijking met oudere cijfers hierover4.
Noot 5 Stijging van bezit van apparaten met toegang tot internet Met de komst van de nieuwe media is te zien dat deze media ook steeds vaker worden gebruikt. Mensen hebben steeds meer apparaten met toegang tot internet in hun bezit. Zo stijgt nog steeds het bezit van PC en laptop. Sterker nog is de stijging van smartphones en tablets6. Slechts twee procent van de mensen geven aan geen toegang tot het internet te hebben via eigen apparaten, kortom bijna iedereen heeft wél toegang tot het internet.
Noot 7
4 NOM media, Persbericht jaarcijfers NOM januari-‐december 2011 incl bereikcijfers, 2012. 5 Uit Persbericht jaarcijfers NOM januari-‐december incl bereikcijfers, NOM media, 2012. 6 Intomart, Cebucco, SPOT en RAB, Trends in digitale media, 2011.
7 Uit Trends in digitale media door Intomart, Cebucco, SPOT en RAB, 2011.
17
Interessant is de stijging van het bezit van een smartphone en het bezit van een tablet. Zo is inmiddels bijna de helft van de respondenten in het bezit van een smartphone, en is het bezit van een tablet meer dan verdubbeld. Daarbij komt nog dat veertien procent van de respondenten die niet in het bezit zijn van een tablet, aangeven wel een tablet te willen gaan aanschaffen. Alles mobieler Naast het feit dat steeds meer mensen in het bezit zijn van een smartphone of tablet, gebruiken de mensen deze apparaten ook steeds meer. Zo gebruikt zeventig procent de bezitters van een tablet dit apparaat een of meerdere keren per dag. Dit na een periode van drie maanden voor gewenning van het bezit van iets meer dan de helft de bezitters8.
Noot 9 Hoe meer mogelijkheden tot gebruik van mobiele apparaten, hoe meer er gebruik wordt gemaakt van mobiel internet, zo blijkt uit de volgende grafiek. Vooral de stijging van het gebruik van internet via een mobiele telefoon is hier op te merken. Omdat de gegevens uit de grafiek uit het jaar 2010 zijn, is mobiel internetgebruik van tablets hier nog niet in opgenomen. Een toevoeging op het mobiele internet gebruik is overigens dat hoe jonger de generatie is (tot aan de jongerengeneratie), hoe meer deze generatie gebruik maakt van mobiel internet10. 8 Intomart et al, Trends in digitale media, 2011. 9 Uit Trends in digitale media door Intomart, Cebucco, SPOT en RAB, 2011. 10 CBS, Mobiel internetten steeds populairder, 2011.
18
Noot 11
Hoe snel gaan de nieuwe ontwikkelingen? Snellere technologische ontwikkelingen en eerdere populariteit hiervan Waar rond 1966 er al de techniek van mobiele telefonie was, begon het gebruik van mobiele telefonie rond 1994 pas populair te worden met wereldwijd tien miljoen gebruikers. Dit terwijl tegenwoordig nieuwe toepassingen veel sneller worden opgepikt. Zo werd de introductie van de iPad halverwege 2010 gewaardeerd, waarnaar er vele concurrenten op de markt verschenen, want eind 2011 was al veertien procent van de bevolkingsvertegenwoordiging in het bezit van een tablet. Ook opende Apple in 2008 de App Store met 500 app’s en was deze in 2012 al met meer dan 600.000 app’s gevuld12 en er 25 miljard keer een app is gedownload13. Ontwikkeling interactieve technologie Siri, de persoonlijke assistent-‐toepassing van Apple voor apparaten met iOS, werd in oktober 2011 geïntroduceerd. Deze assistent reageert op vragen die met de stem van de gebruiker gesteld worden aan het apparaat. Met de introductie hiervan wordt dus tevens een nieuwe manier van interactie met apparaten werd ingeluid. Google gaat hierin een stapje verder door het apparaat te vervangen door een bril. Deze bril is voorzien van een display waarop allerlei content vanaf internet 11 Uit Mobiel internetten steeds populairder door CBS, 2011. 12 Zwaag, G van der, App store bestaat vandaag 4 jaar: van 500 naar ruim 600.000 apps, 2012. 13 De Volkskrant, 25 miljard apps gedownload in App Store van Apple, 2012.
19
geprojecteerd kan worden, zoals berichten, het weer en navigatie. Deze bril reageert, net als Siri, op de stem van de gebruiker, maar ook op zijn oogbewegingen14. Google brengt Project Glass in 2013 uit voor ontwikkelaars en is van plan om binnen een jaar van dan de bril ook voor consumenten uit te brengen. De bril kost bij de lancering voor ontwikkelaars 1500 dollar15. Productiebedrijven van glas en papier richten zich steeds meer op interactie met deze middelen. Zo wil Corning, productiebedrijf van onder andere glas, ramen en spiegels gaan veranderen in displays met touchscreen16 en zijn papierontwikkelaars al zover dat een stuk ‘papier’ tot 260 keer opnieuw gebruikt kan worden om te bedrukken17. Betere zoekresultaten vanwege betere software Interactie wordt steeds meer mogelijk gemaakt doordat software voor betere herkenning van vraagstellingen zorgt. Hierdoor kan er beter op de vraagstelling ingespeeld worden en kan er dus een beter antwoord gegeven worden op de gestelde vraag. Google gebruikt bijvoorbeeld een database met onder andere informatie van Wikipedia en de CIA. Voor goede respons op de gebruiker gebruikt Google de gegevens die zij verzamelen van de analyse van de gebruikers zelf18. Big data De gegevens zoals Google deze verzamelt en gebruikt worden ‘Big Data’ genoemd. Het gebruik van Big Data is een opkomend verschijnsel en hiervan zal steeds meer gebruik gemaakt worden. Het houdt in dat je gegevens van gebruikers verzamelt er hier waardevolle informatie uit weet te halen waardoor beter op de gebruiker ingespeeld kan worden. Voorbeelden van bedrijven die al volop gebruik maken van big data zijn Wal-‐Mart, UPC Cablecom, Bol.com en FBTO 19. Hoe reageren de consumenten op deze nieuwe media? Minder drukwerk verkocht Het zijn zware tijden voor de dagbladen. Lezers hebben steeds meer alternatieven om aan hun nieuws te komen. In vele gevallen kan dit zelfs gratis, waardoor de gemiddelde dagbladoplage daalt. Gemiddeld daalt de Nederlandse dagbladoplage met zo’n drie procent per jaar, de totale daling sinds 2000 is zelfs 28 procent. Dalingen zijn te zien in zowel de losse verkoop als in de abonnementen. Wel is het zo dat in de losse verkoop een veel grotere daling te zien is, als in de abonnementen20. In de onderstaande grafiek is de afname van de dagbladoplage te zien in de periode van 2000 tot en met 2011. 14 Nick, De toekomst door de Glasses van Google, 2012.
15 NU.nl, Google-‐bril al te koop voor ontwikkelaars, 2012. 16 CorningIncorporated, A Day Made of Glass 2: Unpacked. The Story Behind Corning’s Vision,
2012. 17 Drijver, F, Nieuw papier kan tot 260 keer worden beschreven, 2011. 18 Wout Funnekotter, Google introduceert “knowledge graph” voor betere zoekresultaten, 2012. 19 Hooijdonk, R van, Big data: wat kun je ermee als marketeer, 2012. 20 Krantenstatistiek, Gemiddeld daalt de nederlandse dagbladoplage met, 2012.
20
Noot 21 In de onderstaande grafiek is de afname van de dagbladoplage per dagblad te zien in de periode van 2000 tot en met 2011.
Noot 22 In de onderstaande grafiek is de afname van de dagbladoplage van de regiokranten van NDC media te zien in de periode van 2000 tot en met 2011.
21 Uit Gemiddeld daalt de nederlandse dagbladoplage met door Krantenstatistiek, 2012. 22 Uit De daling van de betaalde oplage inclusief door Krantenstatistiek, 2012.
21
Noot 23 Vaker en langer internetgebruik Tegenwoordig zijn de mogelijkheden op internet eindeloos. In de toekomst zullen hier nog veel mogelijkheden zijn, en kunnen er online activiteiten verricht worden die nu nog lastig voor zijn te stellen. Wie had bijvoorbeeld vijftien jaar geleden gedacht dat vandaag de dag alles online gedeeld wordt in plaats van dat er gebeld of ge-‐sms’t wordt. Je ziet dan ook dat mensen steeds vaker en langer het internet gebruiken24. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van internettijd op de computer te zien in de periode van 2006 tot 2010. De getallen geven het aantal minuten per dag aan. ‘Classic Internet’ en ‘New Internet’ duiden het type van bepaalde handelingen op het internet aan.
23 Uit De dagbladen van de noordelijke dagblad combinatie door Krantenstatistiek, 2012. 24 SPOT, Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010, 2010.
22
Noot 25 Onderstaande grafiek geeft rechts nog eens de groei weer van de stijging van de totale tijd in minuten die per dag op het internet wordt gespendeerd. Zo is ook te zien dat het nog steeds aan het stijgen is26.
Noot 27 Minder betalen voor online content dan fysieke content Wanneer consumenten moeten betalen voor online nieuws, willen ze dit in een veel kleine mate dan dat ze dit zouden doen voor het nieuws in bijvoorbeeld een krant. Zo zijn ze bereid om de papieren versie voor 3,50 euro te kopen, maar hebben ze 25 Uit Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010 door SPOT, 2010. 26 SPOT, Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010, 2010.
27 Uit Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010 door SPOT, 2010.
23
voor de digitale versie maar 35 cent over. Consumenten zijn dus bereid om tien keer meer te betalen voor de fysieke versie dan voor de digitale28. Hoe gaan de consumenten met nieuwe media om? Sneller kunnen navigeren De manier van informatie opzoeken is in de loop der jaren veranderd. Wanneer mensen nu opzoek gaan naar informatie zijn ze niet meer alleen afhankelijk van de lokale bibliotheek en de mensen om hen heen. Ze hebben tegenwoordig de toegang tot veel meer content op het internet, hierdoor is alle relevante informatie altijd binnen handbereik. Jongeren van twaalf tot achttien jaar nemen online informatie sneller tot zich. Ook bekeken ze bronnen zes keer zo kort als bijvoorbeeld hun ouders. Jongeren hoppen sneller van site naar site dan ouderen, en dit geeft ze dus qua snelheid op gebied van online informatieverwerking een voorsprong op ouderen29. Ouderen zijn nog wel beter in het op waarde schatten van bronnen. Dit komt omdat bij de jongeren het gedeelte binnen de hersenen waarmee je informatie op waarde kan schatten nog in ontwikkeling is. Wanneer deze eigenschap zich dus ontwikkelt, zal de huidige generatie jongeren de oudere generaties mogelijk voorbij streven op het gebied van online informatieverwerking30. Sociaal online Nederlanders zijn veel te vinden op sociale media. Maar liefst 71 procent had in 2011 een account op sociale media. Hierin is te zien dat vooral Facebook in rap tempo is gegroeid de afgelopen jaren31. Voor de rest is te zien dat vooral jongeren in de leeftijdscategorie van 16 tot 25 jaar zeer actief zijn op de sociale media. Bij een vergelijking met hun leeftijdsgenoten in de rest van de Europa kan er worden geconcludeerd dat zij daar op een tweede plek staan en alleen nog Poolse jongeren voor hen moeten dulden32. In de onderstaande afbeelding is de stijging of daling zichtbaar van verschillende sociale netwerksites.
28 IMMovator, Gerd Leonhard at the Media Future Week 2012, 2012. 29 Berg, R van den, Stuiteren op internet: jongeren en informatieverwerking, 2011. 30 Berg, R van den, Stuiteren op internet: jongeren en informatieverwerking, 2011. 31 Intomart et al, Trends in digitale media, 2011.
32 CBS, Nederlandse jongeren zeer actief op sociale netwerken, 2011.
24
Noot 33 In de tabel hieronder is informatie te vinden over de groepen die actief zijn op sociale media naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau.
33 Uit trends in digitale media door Intomart, Cebucco, SPOT en RAB, 2011.
25
Noot 34 In de onderstaande tabel is te zien hoe hoog we staan in het gebruik van sociale media gebruik in de leeftijdscategorie van 16 tot en met 25 jaar in verhouding met andere Europese landen.
34 Uit Nederlandse jongeren zeer actief op sociale netwerken door CBS, 2011.
26
Noot 35 Mensen geven meer persoonlijke informatie weg Mensen zijn dus telkens langer online en maken steeds meer gebruik van sociale media. Ze laten weten wat ze aan het doen zijn op Twitter, en ze geven statusupdates op Facebook. Doordat ze tegenwoordig zoveel online bloggen, geven ze ook steeds meer informatie weg. Informatie over welk weer het morgen wordt, maar ook persoonlijke informatie over bijvoorbeeld waar ze elke week boodschappen gaan doen. Uit onderzoek blijkt zelfs dat één van de meest voorkomende motivaties van deze delers om iets te delen op sociale media is om ervoor te zorgen dat mensen de deler beter leren kennen36. Doelen gebruik sociale media Mensen gebruiken dus vaak sociale media, maar waarvoor gebruiken ze sociale media eigenlijk? Uit een onderzoek van CMB kwamen resultaten naar voren over wat de meest voorkomende motivaties zijn om iets te delen op sociale media. Deze motivaties zijn37: • Omdat het interessant gevonden wordt door de deler, of omdat het hem of haar entertaint • Omdat verwacht wordt dat de ontvangers er iets aan hebben 35 Uit Nederlandse jongeren zeer actief op sociale netwerken door CBS, 2011. 36 Mxd, Waarom mensen deelnemen aan Social Media, 2012. 37 Mxd, Waarom mensen deelnemen aan Social Media, 2012.
27
• • • •
Omdat de deler erom kan of heeft kunnen lachen Om betekenisvolle gedachte of discussie op te roepen Om de overtuiging van de deler over te dragen Om ervoor te zorgen dat mensen de deler beter leren kennen
Waarom sommige mensen geen Facebook hebben Hoewel de mensen steeds vaker deelnemen aan sociale media, waaronder Facebook, is er ook nog een groep die er niks voor voelt om mee te doen aan de ‘Facebook-‐trend’. Uit onderzoek onder de niet-‐Facebook-‐gebruikers is onder andere gekeken naar waarom ze niet op Facebook te vinden zijn. Het niet gebruiken blijkt overigens een bewuste keuze te zijn, 90 procent zegt heel goed te weten wat Facebook inhoudt en waar het voor is. Saillant detail is dat ongeveer de helft van de ondervraagden tussen de 45 en 62 jaar oud was38. In onderstaande tabel staan de redenen die niet-‐Facebook-‐gebruikers aangaven om geen gebruik van het sociale medium te maken. Er konden verschillende opties worden aangegeven De cijfers zijn in procenten.
38 Duits, L, 14 redenen waarom Vlaardingen en Nederlanders niet op Facebook zitten, 2012.
28
Noot 39
Wat speelt er op multimediagebied bij de consumenten? Gevoel van consumenten voor betrokkenheid bij merk Wanneer er interactie tussen een merk en de consument plaatsvindt, leidt dit tot een groter gevoel van betrokkenheid bij het merk dan wanneer het merk passief blijft. Dit blijkt uit onderzoek over bedrijven die actief zijn op sociale media. Interactie met de consument is dus erg belangrijk voor succesvolheid van een merk of een product40.
39 Uit 14 redenen waarom Vlaardingen en Nederlanders niet op Facebook zitten door Duits, 2012 40 Kloos, M, Facebook. Hype of heilige graal?, 2012.
29
Noot 41 Mensen zijn langer onderweg Mensen zijn telkens langer onderweg. Grotendeels is dit met de auto, maar ook met andere vervoersmiddelen besteden ze telkens meer tijd om te komen waar ze willen42. Ze zijn dus telkens mobieler, en daar in de toekomst dan ook veel meer rekening mee worden te houden.
Noot 43 Mensen minder vrije tijd In samenhang met onder andere het feit dat mensen steeds langer onderweg zijn, krijgen ze minder tijd voor ons zelf. Omdat we drukker zijn en makkelijker contacten onderhouden door middel van sociale media, hebben we dus steeds minder vrije tijd44. Goed te zien is bijvoorbeeld dat we minder tijd besteden aan het op bezoek gaan, bezoek ontvangen en kletsen.
Noot 45
41 Uit Facebook.Hype of heilige graal? Door Kloos, M, 2012. 42 SPOT, Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010, 2010. 43 Uit Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010 door SPOT, 2010. 44 SPOT, Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010, 2010.
45 Uit Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010 door SPOT, 2010.
30
Hoe denken de consumenten over de toekomst? We hebben een onderzoek gehouden onder de panelleden van de NDC mediagroep waarbij we vooral hebben gekeken naar de verwachtingen van hun richting het nieuws in de nabije toekomst. Hieronder is te zien welke vragen zijn gesteld en wat de antwoorden op die vragen waren. We hebben hier ook gekeken naar de leeftijden van de consumenten, omdat met het oog op techniek we van te voren het idee hadden dat dat wel eens van invloed zou kunnen zijn. Via welke media verwacht u over drie tot vijf jaar voornamelijk uw nieuws te verkrijgen? Hierbij hebben we acht mogelijkheden gegeven waarbij het mogelijk was om per optie ‘ja’ of ‘nee’ te antwoorden. Hierin was het voornamelijk interessant dat naarmate de ondervraagde ouder wordt het geloof in het antwoord ‘ja’ op ‘via websites’ lager wordt. Het blijkt dus dat jongeren eerder geloven het nieuws straks via websites te verkrijgen. Bij de gedachte dat het nieuws straks verkregen wordt via papier, leeft juist veel meer bij de ouderen en zien we dat naarmate de groep jonger wordt, het geloof daarin ook afneemt. Bij de overige antwoorden zien we eigenlijk geen of nauwelijks verschil. In hoeverre verwacht u dat regionaal en lokaal nieuws in drie tot vijf jaar vanaf nu verder gepersonaliseerd wordt? Met andere woorden, in welke mate verwacht u binnen drie tot vijf jaar alleen nog nieuws te ontvangen wat u specifiek interesseert. Bij deze vraag hebben we gevraagd naar een bepaalde mate op schaal van een tot vijf. Hierbij staat ‘een’ voor niet en ‘vijf’ voor volledig, ook is hieraan het antwoord ‘weet niet’ toegevoegd. Hierin was vooral opvallend dat mensen jonger dan 35 jaar denken dat het nieuws minder wordt gepersonaliseerd dan de andere twee leeftijdscategorieën. De groep 35-‐ tot 54-‐jarigen vermoedt het meest dat het nieuws het wordt gepersonaliseerd. In welke mate bespreekt u het nieuws met … Hieruit bleek dat alle leeftijdsgroepen aardig vaak het nieuws met bekenden in gezelschap bespreken. Het onderlinge verschil hierin is heel erg minimaal en verwerpelijk. Verder werd aangegeven dat het niet zo vaak met bekenden via internet wordt besproken. Hierbij moet gezegd worden dat in de jongste groep de optie ‘niet’ veel minder is aangegeven dan in de andere twee groepen. Ditzelfde geldt eigenlijk ook voor het bespreken met onbekenden in gezelschap, waarbij de jongste doelgroep dus ook veel minder vaak het antwoordt ‘niet’ aangeeft. Het bespreken met onbekenden via het internet gebeurt ook zelden. Naar mate de leeftijdsgroep jonger wordt, neemt het antwoord ‘niet’ ook af. In welke mate verwacht u over drie tot vijf jaar het nieuws te bespreken met… Wanneer we kijken naar de verwachtingen zien we voor ‘bekenden in gezelschap’ toch wel redelijk hetzelfde beeld, en wordt hiervan verwacht dat dit vaak gaat gebeuren. Wanneer we kijken naar het bespreken met bekenden via het internet, zien we dat de groep tot 35 jaar voorspelt dat het wel redelijk vaak gaat gebeuren. Dit terwijl de twee oudere groepen het veel minder rooskleurig inzien. Verder wordt er verwacht dat het nieuws ook niet zo vaak wordt besproken met onbekenden in
31
gezelschap. Hierin geeft de jongste groep wederom minder aan het helemaal niet te verwachten. Tot slot wordt ook niet verwacht dat er veel wordt besproken met onbekenden via het internet. Hoe ziet u over drie tot vijf jaar de relatie tussen u en de verspreider van nieuws? Als we gaan kijken naar de relatie tussen verspreider van het nieuws en de consument, dan kunnen we eigenlijk concluderen dat er slechts minimale verschillen zijn tussen de leeftijdsgroepen. De overgrote meerderheid (70 procent) denkt dan ook dat ze enkel het nieuws wat ze via de verschillende media wordt aangeboden tot zich zullen gaan nemen. Verder wordt aangegeven dat het geven van een mening of visie (15 procent) ook nog wel enigszins mogelijk is. Digitaal nieuws is op dit moment dikwijls nog gratis te verkrijgen. Er is echter een trend gaande dat er ook voor digitale content betaald dient te gaan worden. Stel dat over drie tot vijf jaar de grote nieuwsbronnen allen geld vragen voor hun digitale content. Bent u dan bereid te betalen voor deze nieuwsvoorziening? Hierbij zien we dat vooral de antwoorden ‘nee’ en ‘misschien’ werden gekozen. Met ongeveer de helft die volmondig ‘nee’ heeft gekozen en een 45 procent die de optie ‘misschien’ heeft aangeklikt. Hierbij is opvallend dat de 35-‐ tot en met 54-‐jarigen minder vaak (40 procent) ‘misschien’ hebben gekozen en vaker (54 procent) ‘nee’. In de vorige vraag heeft u aangegeven (misschien) bereid te zijn te betalen voor een digitale nieuwsvoorziening. Welke van de onderstaande betaalmodellen spreekt u het meeste aan? Hierin is aangegeven dat men verreweg (70 procent) het liefste een vast bedrag voor oneindige toegang tot alle content heeft. Wel verschilt dit nog per leeftijdsgroep, bij de groep jonger dan 35 jaar is dit bijvoorbeeld 80 procent. Dit terwijl dat bij de groep ouder dan 54 jaar juist maar 60 procent is. Verder is het opvallend dat de jongste groep niet wil betalen per artikel dat ze lezen, en dat 35-‐ tot en met 54-‐jarigen liever niet een vast bedrag voor een oneindig aantal artikelen wil betalen. Op welke van de onderstaande manieren prefereert u uw nieuws te verkrijgen over drie tot vijf jaar? Hierbij hebben we een vijftal opties gegeven die ze konden beantwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. Hierbij zien we vooral dat tekst nog steeds heel erg populair is, ook wordt er erg welwillend tegenover afbeeldingen gestaan (65 procent). Het bleek ook dat de optie ‘video’ wel wat tegenviel met 35 procent dat aangaf dit wel te willen. Verder bleek dat er in een spelvorm geen heil wordt gezien. In de antwoorden bleek leeftijd niet zo’n grote rol te spelen, echter bij de vraag over video bleek de jongste groep 10 procent meer positief te beantwoorden dan de oudste groep.
32
Conclusies onderzoeken Welke nieuwe media zijn er? Er wordt van verschillende mobiele media gebruik gemaakt. Zo wordt er nog steeds van laptops gebruik gemaakt, maar stijgt het gebruik van de smartphone ook aanzienlijk. Een nieuwer medium is de tablet en ook hiervan stijgt het gebruik, en zal het naar verwachting nog veel meer gaan stijgen. Naast fysieke media, wordt er op deze media ook veel gebruik gemaakt van sociale media. Welke trends zijn er binnen deze nieuwe media? Drukwerk wordt steeds minder gedrukt, maar steeds vaker gedigitaliseerd. Ook is aangetoond dat de digitale versie inderdaad vaker wordt gelezen. Wellicht komt dit doordat er ook steeds meer toegang hiertoe is, er is namelijk een stijging van het bezit en gebruik van apparaten met toegang tot internet. Hierbij lijkt, naast de pc, laptop en smartphone nog steeds toenemen, vooral de tablet in sterke opkomst te zijn. Hoe snel gaan de nieuwe ontwikkelingen? In vergelijking met eerder in de tijd worden nieuwe multimedia steeds eerder geaccepteerd en in gebruik genomen te worden. Inmiddels is Siri alweer eventjes gelanceerd en verbeterd, de persoonlijke assistent-‐toepassing van Apple. Deze toepassing is nog niet beschikbaar in het Nederlands, maar ook de Nederlandse versie zal er zeker aankomen. Net als de bril van Google, die hier met een display nog een schepje bovenop doet. De bril wordt volgend jaar al verwacht. Wanneer we verder in de toekomst kijken, zal er steeds meer interactie tussen voorwerpen en gebruikers plaatsvinden. Bijvoorbeeld met glas of papier. Interactie wordt bovendien steeds toegankelijker door beter ontwikkelde software, wellicht in combinatie met Big Data. Hoe reageren de consumenten op deze nieuwe media? Drukwerk wordt steeds minder gekocht en dus gelezen. Daarentegen is er steeds meer online te beleven, en er wordt dan ook steeds vaker en langer gebruik gemaakt van internet. Opmerkelijk is dat consumenten online slecht een tiende deel wil betalen van wat zij voor de fysieke versie bereid zijn te betalen. Hoe gaan de consumenten met nieuwe media om? Er wordt steeds sneller met nieuwe media omgegaan, en op deze manier kan er steeds sneller informatie verwerkt worden. Een andere constatering is dat er steeds meer en langer gebruik wordt gemaakt van sociale media. Een gevolg hiervan is dat er steeds meer persoonlijke informatie wordt weggegeven. De reden hiervoor is om interactie te ondervinden met andere consumenten, zo wordt aangegeven.
33
Wat speelt er op multimediagebied bij de consumenten? Interactie in het algemeen leidt een groter gevoel voor betrokkenheid, interactie is hierom een goed onderdeel voor succesvolheid. Naast betrokkenheid moet er worden ingespeeld op gemak voor snelheid, en mobiliteit. Mensen zijn namelijk langer onderweg en hebben minder tijd. Hoe denken de consumenten over de toekomst? Geconcludeerd kan eigenlijk worden dat de ondervraagden niet echt een bepaald beeld hebben bij hoe het nieuws er in de toekomst uit gaat zien. Een uitzondering hierop is natuurlijk de manieren waarop zij nu het nieuws al verkrijgen. Ze verwachten niet dat er iets zal veranderen aan de manier waarop ze nu het nieuws consumeren. Hierbij denken ze dat het nieuws op papier gewoon blijft. Ze voorspellen echter wel dat er ook meer nieuws zal worden geconsumeerd via bijvoorbeeld websites en eventueel tablets. Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat de ondervraagden geen idee hebben over de ontwikkelingen met betrekking tot het verspreiden van nieuws, aangezien zij daar niet mee bezig zijn. Qua technologische ontwikkelingen moeten we ons hier dan ook niet te veel aan storen of door laten beïnvloeden, omdat innovatie altijd voortkomt uit iets wat mensen nog niet kennen. Wel kan deze informatie gebruikt worden voor bijvoorbeeld verdienmodellen en voor het instant houden, of proberen te houden, van bepaalde behoeftes.
34
Theorieën Piramide van Maslow Deze piramide vertegenwoordigt de behoeftehiërarchie van mensen met van onder naar boven de prioriteit. Aan de hand van deze theorie kan worden verklaard waarom sociale media het zo goed doet, behoefte aan sociale contact staat namelijk op de derde plek van de belangrijkste behoeftes van mensen. Deze wordt opgevolgd door behoefte aan waardering en erkenning en door zelfontplooiing, waarvoor sociale media ook een geschikt uitstek is. Daarbij zijn sociaal contact, waardering en erkenning vormen van interactie, en verklaart deze theorie ook waarom interactie zo belangrijk is46.
Noot 47
Innovatietheorie van Rogers Rogers beschrijft in zijn theorie vijf verschillende groepen aan het verloop van tijd waarin een nieuw idee of nieuw product geaccepteerd wordt. Deze theorie toont aan dat wanneer er een nieuw idee of product geaccepteerd wordt door innovators, de early adopters het hierna ook zullen accepteren, waarnaar de early majority volgt en uiteindelijk ook de late majority en de laggards48.
46 Wikipedia, Piramide van Maslow, juli 2012. 47 Uit Piramide van Maslow door Wikipedia, 2012.
48 Wikipedia, Innovatietheorie van Rogers, juni 2012
35
Noot 49
Long Tail Deze theorie legt uit dat er meer omzet kan worden gegenereerd wanneer er niet op de populairste artikelen wordt gericht voor verkoop, maar wanneer er wordt gericht op verschillende minder populaire artikelen. Het totaal hiervan is namelijk veel groter dan de artikelen die door het totaal van de consumenten geliefd zijn. Deze theorie onderbouwt dus eigenlijk niche-‐marketing50.
Noot 51 Agenda Setting theory Deze theorie beweert dat wanneer mensen na het vaak horen van een onderwerp, ze dit onderwerp interessant gaan vinden. Hierop kan bijvoorbeeld worden
49 Uit Innovatietheorie van Rogers door Wikipedia, 2012. 50 Wikipedia, Long Tail, mei 2012.
51 Uit The IT Market’s $150B SMB “Long Tail” door Gens, 2006.
36
ingespeeld door gebruik te maken van ‘trending topics’ zoals deze term van Twitter bekend is52.
Noot 53
Meer is minder Fitts law Hoe groter het doel is, hoe sneller er aandacht toe gericht wordt. Maar dit geldt ook voor hoe dichterbij het doel is. Pop up-‐menu’s die verschijnen naast het object waar iemand aan werkt, kunnen meestal sneller geopend worden dan pulldown-‐menu’s bovenaan het scherm, waarvoor je je muis veel moet bewegen54. Hick’s law De tijd dat het voor gebruikers in beslag neemt om een keuze te maken is afhankelijk van het aantal mogelijke keuzes dat ze hebben. Mensen kijken wanneer ze een groep aan keuzes hebben niet één voor één naar elke keuze. In plaats daarvan verdelen ze de keuzes in categorieën, waarbij ze ongeveer de helft van de mogelijke overige keuzes elimineren bij elke stap in de beslissing die ze nemen. Hick’s law wil dus zeggen dat een gebruiker makkelijker een keuze maakt uit een menu met tien keuzes dan uit twee menu’s met elk vijf keuzes55. The Magical Number Seven Deze theorie verklaart dat het menselijk geheugen het beste informatie kan onthouden in stukken van zeven elementen, plus of minus twee. Het blijkt dat er 52 Marketingpoortaal, Agenda setting, 2012. 53 Uit Agenda Setting Research door International Agenda Setting Conference, 2012. 54 Saffer, 2007. 55 Saffer, 2007.
37
meer moeite ondervonden wordt bij het onthouden in ons korte termijn geheugen als er meer dan negen elementen onthouden moeten worden56. Tesler’s Law of the Conservation of Complexity Deze wet zegt dat elke applicatie een punt heeft waarop het niet simpeler kan worden gemaakt. Dat de complexiteit nodig is voor het functioneren van een product. Voorbeeld: bij een e-‐mailprogramma kan de balk waar je het adres van de ontvanger invult niet weg gesimplificeerd worden, omdat het bericht dan niet meer gestuurd kan worden. Wel kan enige moeite worden weggenomen bij de gebruiker door suggesties te geven wanneer HIJ het begin van een e-‐mailadres begint te typen57. The Poka-‐Yoke Principle Dit principe zorgt ervoor dat mensen hun gedrag aanpassen, zodat er geen ruimte over blijft om fouten te maken. Voorbeeld: een USB-‐ingang is zo ontworpen dat het alleen daar ingeplugd kan worden, het is onmogelijk om deze in de uitgang voor oordopjes te stoppen58. Vier zijdes-‐model Het vier zijdes-‐model van Friedemann Schulz von Thun is een model van communicatiepsychologie. Vanuit dit model luidt een boodschap die onder vier aspecten of niveaus wordt beschreven: • het zakelijke aspect • het expressieve aspect • het relationele aspect • het appellerende aspect Deze niveaus worden aangeduid als de vier zijden van een boodschap59.
Noot 60
56 Saffer, 2007. 57 Saffer, 2007. 58 Saffer, 2007. 59 Wikipedia, Four-‐sides model, mei 2012.
60 Uit Four-‐sides model door Wikipedia, 2012.
38
Het fundament Voor het fundament hebben we alle informatie die we hebben verzameld even los gelaten. Het ging er hierbij om dat we een goed overzicht kregen van de informatie die we bij elkaar hadden verzameld, en waar we bepaalde aspecten aan elkaar konden koppelen. Dit zoeken naar de overeenkomsten uit de verschillende delen van het onderzoek was hierbij de grote uitdaging. We hebben rekening gehouden met onze onderzoeksresultaten, de visies van de trendwatchers, opinies van andere sprekers, de verschillende theorieën die we hebben gevonden en de enquête die we onder de panelleden van NDC hebben gehouden. Door recente ontwikkelingen zijn er nieuwe aspecten ontstaan die tegenwoordig eigenlijk essentieel zijn wanneer je een succesvol product wilt neerzetten. Deze aspecten worden hieronder toegelicht. De toegelichte aspecten komen vooral vanuit interactie, maar zijn verweven en in samenhang met sociale aspecten, personalisatie en de combinatie van offline en online. Dit geheel creëert betrokkenheid en beleving. Onderstaande aspecten zijn dus ontstaan uit de visies van trendwatchers, opinies van andere sprekers en de onderzoeksgegevens. Hierop is verder nagedacht vanuit onze eigen visie, en wie zijn tot de volgende mogelijkheden gekomen. Er wordt zo nu en dan geschreven over ‘artikelen’, ‘lezen’ en ‘schrijven’. Dit is slechts ter illustratie bedoeld, en dus niet suggererend als dat het nog steeds geschreven artikelen zullen zijn zoals die nu bekend zijn. Interactie van de consumenten met de content Deze interactie kan van verschillende kanten benaderd worden. Een eerste kant hiervan is dat lezers van nieuwsartikelen zelf het nieuws kunnen leveren, aanpassen of aanvullen. Een diepgang hierop kan zelfs leiden tot een toepassing waarin consumenten zelf een krant kunnen samenstellen en deze kunnen laten uitgeven. Een ultimatum zou het zijn wanneer je het nieuws gewoon letterlijk tegen zou komen in je leven, zonder dat je zelf om het nieuws moet vragen. Makkelijk en soepel is namelijk een sterk punt. Een stap in de goede richting hiervoor is wellicht in de vorm van een gesprek met het nieuws. De consument kan dan vragen stellen, waarop hij antwoorden van het nieuws over het nieuws terug krijgt. Hierdoor voelt het veel meer moeiteloos aan. Het nieuws kan een soort van maatje worden, die je bijpraat over je interesses met nieuws hierover. Je maatje weet tenslotte wat jouw interesses zijn en wat jou bezighoudt. Hij leert dan dus ook als je interesses veranderen, of juist worden verdiept. Hij kan je ook vertellen over een gebeurtenis die recent heeft plaatsgevonden op de locatie waar je je dan bevindt, of hij komt er eventueel later op terug.
39
Hij weet je nieuws te vertellen over gebeurtenissen die je hebt meegemaakt, wanneer je dit leuk vindt om te weten. Dit kan bijvoorbeeld mogelijk gemaakt worden door meta-‐data van de sociale media die de consument gebruikt. Of hij vertelt hoe een bepaalde recentelijke gebeurtenis impact op het leven van de consument heeft, waarvan de consument in eerste instantie niet weet welke relatie het tot hem heeft, of dat het überhaupt in relatie staat met hem. Zo zullen hierin ook de hoogtepunten van het algemene nieuws naar voren komen. Zo blijft NDC toch verantwoordelijk voor welk nieuws de consument tot zich krijgt. Wanneer jij meer informatie nodig hebt om het goed te kunnen begrijpen, kan het maatje je meer vertellen over het onderwerp aan de hand van allerlei content dat hierover op internet te vinden is. Aan de hand van de behoefte van de consument wordt bepaald hoe veel informatie er gegeven wordt. Interactie bij de consumenten onderling Een andere manier om beleving te creëren is door interactie bij consumenten onderling mogelijk te maken. Al bekende vormen hiervan zijn dat consumenten hun mening en visie kunnen delen over onderwerpen, of het aanraden voor mensen in hun omgeving. Er is echter meer interactie mogelijk. Zo kan er ook mogelijk worden gemaakt dat consumenten samen nieuws de wereld in brengen aan de hand van een klein beetje informatie dat een ieder individueel weet te vertellen over een nieuwtje. Zo worden er relaties tussen onderwerpen gelegd die eerder misschien nog niet gelegd waren. Om het niveau van de consument hoog te willen houden, zouden er voorwaarden kunnen gesteld worden aan het mogen lezen van een artikel. Het zou verplicht kunnen worden gesteld, dat er eerst andere artikelen gelezen moeten worden. Uitdaging bij elkaar uitlokken is ook een stimulerende invalshoek. Bijvoorbeeld aan de hand van rangen of badges per categorie nieuws die er behaald kunnen worden aan de hand van de hoeveelheid nieuws dat je over de categorie hebt geconsumeerd. Wanneer je beter wilt zijn dan de ander, dien je meer nieuws te gaan lezen in de betreffende categorie. Interactie bij consument kan ook concreter genomen worden door het persoonlijker te maken. Aan de hand van ontmoetingen tussen consumenten te stimuleren, kunnen de consumenten elkaar op het gebied van kennis verrijken. Dit kan dan door een persoon met dezelfde interesse toe te wijzen aan iemand die een vraag heeft gesteld, of door een probleemstelling gebaseerd op actuele gebeurtenissen voor te leggen. Op deze manier ontstaat er een kans tot maatschappelijke bijdrage vanuit de toepassing. NDC kan optioneel over deze gevormde oplossingen weer artikelen schrijven als vervolg op het probleem vanuit een nieuwsartikel. Interactie van NDC mediagroep met hun consumenten Wanneer de krant gedigitaliseerd wordt, kan er live geanalyseerd worden op het gedrag van de consumenten betreffende het vervangende medium. Een analyse
40
zoals die dezer dagen ook al bekend is bij bijvoorbeeld websites. Hieronder valt bijvoorbeeld een analyse van welke content er populair is. Met deze analyse kan content aangeraden worden voor consumenten die dit nieuws nog niet gelezen hebben. Een andere mogelijkheid is dat er over dit onderwerp meer of minder wordt geschreven, of dat er grotere of kleinere artikelen over worden geschreven. Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat er achtergrondinformatie bij wordt gegeven. Dit zal moeten afhangen van de interesse van de consumenten. Ook kunnen de consumenten aangeven welk deel informatie ze nog missen, waarop NDC de consumenten alsnog van deze informatie kunnen voorzien. Op deze manier krijgt de consument een groter betrokkenheidsgevoel, omdat ze inspraak krijgen. Op functionaliteiten van het nieuwe medium kan ook worden geanalyseerd. Op basis van informatie hierover kan het verdienmodel worden gebaseerd en aan worden gepast wanneer dit nodig blijkt. Natuurlijk kan er ook meer aandacht gericht worden op functionaliteiten, wanneer ze succesvol zijn. Doordat het gedrag van de consumenten geobserveerd wordt, kan er ook informatie worden verkregen over welke behoeftes van hen nog niet vervuld worden. Aan NDC is het dan de taak om hier op in te spelen om hun consumenten tevreden te houden. Omdat NDC mediagroep zich nog steeds als verantwoordelijke zal willen profileren, zal NDC dit kunnen doen aan de hand van waardes van belangrijkheid aan hun artikelen te geven. Beleving Dit wordt steeds maar belangrijker. Beleving kan door interactie mee worden gegeven, maar ook door de context die om het nieuws heen wordt gehangen. Hierdoor kan het een stuk interessanter gemaakt worden. Hierbij kan je denken aan relevante informatie, maar een andere insteek die tegenwoordig steeds meer wordt gebruikt is gamification. Dit houdt in dat er spelelementen worden toegevoegd, waardoor het ook interessanter kan worden. In beide gevallen, en ook bij interactie, wordt er eigenlijk ingespeeld op betrokkenheid creëren. Dit lijkt dan ook wel een juiste aanpak om je consument tevreden te houden. Het middel Op welk apparaat het product zal moeten gaan werken, hangt af van de tijd waarin het geïntroduceerd wordt. Belangrijk is het dat er op tijd wordt ingespeeld op de nieuwe media, en dat er dus niet achter aan gehobbeld wordt. Dit gebeurde in feite de laatste jaren wel bij NDC mediagroep. Het is nu een tijd van de app’s, en daarom heeft NDC uiteindelijk ook een app. De app is echter niet aangepast aan de behoeftes van de consumenten rondom een app. NDC zou aan de hand van dit adviesrapport de app kunnen gaan aanpassen. Om vooruitstrevend te zijn, kunnen ze echter beter vooruit kijken naar wat er aan komt op de markt van multimedia. Zo zou er inmiddels dan al aandacht geschonken kunnen worden aan de bril van Google. Op deze manier blijft NDC voorop lopen, in plaats van dat ze er achteraan hobbelen.
41
Omdat de technologische ontwikkelen zo ontzettend snel gaan, is er met geen mogelijkheid te voorspellen wat er over drie tot vijf jaar vanaf nu de multimediamarkt zal domineren. Des te belangrijker is het om de ogen open te houden en alle mogelijke opties te blijven bekijken door de markt in de gaten te houden. Zo is nu spraakbesturing in opkomst, is besturing op beweging ook al mogelijk, terwijl de tablet in gigantische opkomst is, welke dan weer voornamelijk bestuurd wordt met een touchscreen, en er verwachtingen van de connected tv zijn in combinatie met tweede schermen. Termen als ‘situational gamification’, ‘big data’, ‘meta-‐data’ en ga zo maar door, schieten steeds maar vaker langs. Hologrammen en wellicht besturing door middel van hersengolven lijken nog ver weg, maar het is maar wat lastig om te voorspellen wanneer dit op de markt beschikbaar zal zijn. De technologie doet telkens weer zijn best om meer beleving mee te geven om meer emoties te kunnen opwekken, en zo lijkt de technologie zich steeds sneller te ontwikkelen.
Het concept
“Spelelementen rondom het persoonsgerichte nieuws”
Persoonlijk nieuws Personalisatie van het nieuws zorgt voor meer intrinsieke motivatie. De consument gaat door personalisatie het nieuws (nog) interessanter vinden, omdat hij bij het nieuws betrokken wordt. In plaats van dat de consument zelf moet uitzoeken welk nieuws interessant voor hem is, wordt het voor hem gedaan. Dit scheelt moeite en bovendien tijd. Hoogtepunten uit het nieuws De basis van het persoonlijke nieuws, zullen nog steeds de hoogtepunten uit het nieuws blijven. Het belangrijkste nieuws moet de consument niet onthouden worden. Om dit nieuws persoonlijk te maken, wordt de link tussen dit nieuws en de consument gelegd. Zo weet de consument welke betrekking het nieuws op zijn leven heeft. Het algemene nieuws is uiteraard niet het enige nieuws wat beschikbaar wordt gesteld, er is immers ook genoeg ander nieuws. Meer dan de consument interessant vindt hoogstwaarschijnlijk. Daarom moet het op de consument worden afgestemd. Dit zal worden gedaan aan de hand van de persoonlijke informatie van de consument; leeftijd, interesses, leefomgeving, interesses van vrienden, en de berichten die de consument op sociale media plaatst. Je leeftijd en het nieuws Nieuws gerelateerd aan de leeftijd van de lezer kan bijvoorbeeld nieuws zijn dat terug refereert aan een onderwerp dat eerder in zijn leven van betrekking op hem was. Het nieuws lijkt in eerste instantie niet interessant voor hem, maar doordat hij
42
er eerder in zijn leven betrokken mee is geweest, kan hij zich er nog steeds betrokken bij voelen. Je interesses en het nieuws Interesses zullen bepaalde categorieën omvatten, en nieuws wordt in categorieën ingedeeld. Als het dus bekend is wat de interesses van de consument zijn, kan NDC zijn consumenten nieuwsartikelen aanraden die raakvlakken met zijn interesses heeft. Wanneer de interesses veranderen, zullen de artikelen uit een bepaalde categorie minder gelezen worden. Doordat dit geanalyseerd kan worden wanneer het digitaal is, kan het aanbod wat aanraders betreft zich aanpassen aan je nieuwe interesses. Je leefomgeving en het nieuws Nieuwsartikelen naar de leefomgeving van de consument kunnen over je gebeurtenissen in je woonplaats gaan. Hier leef namelijk waarschijnlijk ook. Nieuws uit je leefomgeving kan echter ook gaan over andere plaatsen waar je regelmatig komt, of recent nog geweest bent. Denk aan de plaats waar je studeert of werkt, of het gebouw waar je elke dag langs loopt bijvoorbeeld. Misschien vindt de consument het interessant als er blijkt dat er al die tijd een criminele organisatie in dit gebouw schuil vond. Je vrienden en het nieuws Door nieuws over interesses van vrienden blijf je genoeg aan gespreksonderwerpen houden met je vrienden, en kan je over een onderwerp meepraten als anderen ergens over praten. Zo kunnen veel vrienden van de consument bijvoorbeeld een artikel over voetbal lezen, terwijl hij zelf in eerste instantie er niet voor gekozen zou hebben om dit te gaan lezen. Omdat hij nu weet dat het artikel hem niet zomaar wordt aangeboden, zal hij er wellicht wel interesse in gaan tonen. Je sociale media en het nieuws Berichten die je op sociale media plaatst vertellen deels wat je bezighoudt. Hierdoor spelen nieuwsberichten die hierover gaan in op je leven. Voorbeeld: wanneer de consument recent een bericht heeft geplaatst met daarin de informatie dat hij zich ergert aan de bruggen in Leeuwarden omdat ze altijd files in de stad veroorzaken, kan NDC hier op inspelen wanneer de gemeente aangeeft hier een oplossing voor te hebben. Naast deze uitkomst van de samenwerking met sociale media, bestaat er uiteraard ook de optie om artikelen te kunnen delen met je vrienden. De consument bepaalt het nieuws Wellicht schenkt niet iedereen even veel aandacht aan nieuws van bijvoorbeeld hun vrienden, of aan nieuws over onderwerpen waar zij zelf berichten over plaatsen. Daarom moet er de optie komen waarin de consument kan aangeven in welke mate hij nieuws krijgt uit een bepaalde hoek. Dan kan hij bijvoorbeeld instellen dat hij geen of slechts één artikel per dag over een interesse van zijn vrienden beschikbaar gesteld krijgt.
43
Een andere optie die thuis past in deze hoek, is de optie dat de consument om meer content in een artikel kan vragen. Wanneer NDC genoeg verzoeken hier toe krijgt, kan de redactie gaan overwegen om meer verdieping aan te brengen in het artikel of komende artikelen hierover. Gamification extrinsieke gedeelte Game-‐elementen zorgen voor extrinsieke motivatie. Deze elementen omvatten namelijk uitdaging en sensatie. Competitie moedigt je aan om beter je best te doen, en meer deel te nemen, waardoor je een ‘hogere rang’ kunt behalen en het ego weer wat gestreeld wordt. Daarbij kan competitie mensen aan elkaar binden. Er ontstaat er ook een soort verhaal, namelijk het verloop in je gedrag wat betreft het verkrijgen van nieuws. Badges Hiermee bedoelen we eigenlijk een deel van het beloningssysteem. Wanneer bepaalde handelingen worden uitgevoerd of zijn uitgevoerd, dan wordt de consument beloond door middel van een virtuele medaille. Dit stimuleert ook gelijk weer het competitieve en sociale aspect doordat de consument meer badges wil dan zijn of haar vrienden. Lezen Dit is al een eerste idee waarvoor de consument een badge zou kunnen verdienen. Zo kan je bijvoorbeeld een badge uitdelen wanneer iemand voor het eerst een bericht uit een bepaalde categorie leest. Het is ook een mogelijkheid om in te spelen op de frequentie van het lezen van artikelen per categorie. Hierdoor zouden mensen hoger in een rang kunnen komen, aangezien ze meer over een onderwerp hebben gelezen, en er op deze manier dus ook meer over weten. Comment/mening/visie/discussie Dit zijn eigenlijk nog meer beloningsideeën. Hiermee wordt de consument gestimuleerd om een actieve houding binnen nieuwsvergaring aan te nemen. Hij of zij kan vervolgens aan de hand van het actief deelnemen en/of delen van de discussie en/of mening beloond worden met badges. Gezamenlijke kennisvergaring Dit is een toevoeging die ervoor zorgt dat de consument gemakkelijk en snel extra kennis kan opdoen. Wanneer een consument meer over een onderwerp wil weten, kan hij heel simpel vragen stellen aan een andere consument die meer over het onderwerp weet. Dit kan dan weer beloond worden met bepaalde badges die aangeven hoeveel je over een bepaald onderwerp hebt gelezen. Deze optie draagt bij aan zowel het sociale aspect van de platform, als aan de interactie tussen de verschillende consumenten. Voorstellen aan persoon met dezelfde interesse Een toepassing die inspeelt op de het sociale aspect en op het ontmoeten van interessante personen die dezelfde interesses als de consument delen. Dit is een
44
mogelijkheid die per consument natuurlijk verschillend ingesteld kan worden. Wanneer beide consumenten aangeven interesse te hebben in bijvoorbeeld voetbal en de optie om aan elkaar te worden voorgesteld aan hebben staan, dan worden ze aan elkaar geïntroduceerd. Dit is zowel online als daadwerkelijk fysiek mogelijk. Iemand kunnen helpen kan worden vrijgespeeld en worden beloond Je kan pas iemand helpen wanneer je genoeg over een bepaald onderwerp weet. Dit is ook de reden dat de consument eerst op een bepaald niveau zou moeten zitten voordat hij daadwerkelijk ook iemand kan helpen. Wanneer hij een bepaald aantal badges heeft gehaald, mag hij aangeven dat hij hulp van iemand bij een onderwerp wil, of dat hij zelf kan helpen. Met dit helpen kan de consument dan vervolgens ook weer badges verdienen. Natuurlijk wil je het vanaf het begin ook juist stimuleren dat er mensen geholpen worden, de vraag is dan alleen of dit ook naar behoren gebeurt. De consument kan dus iemand te allen tijde helpen, alleen heeft hij in het begin hier nog geen badge voor. Zo weten de andere consumenten dat de helper niet per sé verstand heeft over datgene waar hij over spreekt. Probleemstelling samen oplossen Dit heeft dezelfde insteek als het voorstellen aan dezelfde interessepersoon. Hiermee ben je sociaal bezig door met anderen gelijkgestemden en geïnteresseerden een probleemstelling samen op te lossen. Het sociale aspect staat hier wederom weer centraal. Natuurlijk worden voor het behalen van bepaalde doelstellingen weer badges uitgedeeld. Een probleem uit het nieuws oplossen heeft bovendien ook een maatschappelijke bijdrage. Hierover kan NDC vervolgens wellicht weer een artikel schrijven. Een consument met een hoge rang in badges wordt ook schrijver Wanneer een consument veel van een onderwerp afweet doordat hij daar erg veel over heeft gelezen, dan kan diegene een kans krijgen om over dat onderwerp een artikel te schrijven. Dit wordt uiteraard eerst gecheckt door NDC zelf, maar zo kan je een select groepje experts over verscheidene onderwerpen laten schrijven over interessante onderwerpen. Dit idee speelt in op verschillende aspecten, zo draagt dit bij aan de interactie tussen consument en nieuwsverspreider. Bloggers kunnen ook met veel lezers badges verdienen aan de hand van het aantal hiervan, waardoor ze ook expert worden. Hierdoor kunnen zij dus direct via NDC bloggen over hun interesse. Zo krijgt NDC extra input, en kan de blogger wellicht een breder publiek trekken. Het achterliggende idee hierachter is dat wanneer een blogger veel lezers trekt, hij ook interessante dingen schrijft. Wanneer iemand interessante dingen te melden heeft, kan dit van toegevoegde waarde zijn op bepaalde nieuwsaspecten. Het is wellicht een idee om een aantal bloggers met veel lezers voor de lancering van deze toepassing uit te nodigen. Dit zorgt er dan vervolgens voor dat de experts het gaan delen met hun volgers. Dit is heel waardevol, omdat de marketing niet uit de mond van NDC komt, maar uit de mond van al gerespecteerde bloggers. Zij raden in dit geval hun lezers aan om het medium van NDC te gaan gebruiken.
45
Verdienmodel Met de nieuwe vorm van nieuwsvoorziening zal er op een hele andere manier dan met de krant verdiend worden. De consument zal in principe gratis het nieuws moeten kunnen verkrijgen, er zijn anders namelijk genoeg andere manieren om aan het nieuws te komen. Het geld zal dus ergens anders dan bij de consument vandaan moeten komen. Daarom moet er plek komen voor adverteerders die genoeg geld willen betalen om hun klanten te bereiken. Advertenties kunnen in vergelijking meer effect hebben, omdat er persoonsgerichter kan worden geadverteerd. Omdat de consument nog steeds bepaalt of hij advertenties wil zien, kan hij er ook voor kiezen om geen advertenties te krijgen. Hiervoor moet hij echter wél betalen. Wanneer de service goed is aangeslagen bij de consumenten, kunnen er meer voordelen voor betalende consumenten geboden worden. Dit kan door de wel betalende consument meer mogelijkheden te bieden dan de niet betalende consument. Een voorbeeld hiervan is door de niet betalende consument een beperkt aantal artikelen beschikbaar te stellen, en de wel betalende consument een ongelimiteerd aantal aan te bieden. Als je de niet ‘freemium’ consument niet wilt benadelen op dit gebied, zouden er extra functies bij de ‘premium’ consument geïntroduceerd kunnen worden. Een mogelijkheid tot terug te kunnen kijken in het nieuwsarchief, of een optie om ze inzicht te geven in welk nieuws de rest van de consumenten aangeboden krijgt. Wellicht kan de consument het ook interessant vinden om het verloop van zijn gedrag wat betreft het verkrijgen van nieuws in te zien. Let wel: het is belangrijk om vooral in de eerste levensfase het gebruik van de toepassing voor de consument zo toegankelijk mogelijk te houden. Interface Het ontwerp van de interface zal uiteraard moeten afhangen van het apparaat waarop de toepassing gelanceerd zal worden. Er zijn echter wel een aantal basisideeën wat dit betreffende, want ook hier geldt dat er zo weinig mogelijk weerstand geboden moet worden. Het gebruik moet zo soepel mogelijk verlopen. De entree in de toepassing het geselecteerde nieuws voor de consument bevatten, onderverdeeld in categorieën. Overzicht is altijd belangrijk. De categorieën zullen als vrij standaard ‘algemeen’, ‘economie’, ‘sport’, et cetera kunnen zijn. wanneer ervoor een artikel is gekozen, moet er wel bij vermeld worden waarom het artikel door de toepassing geselecteerd is. Op een andere ‘pagina’ moeten de instellingen aangepast kunnen worden, en daar moeten ook de behaalde badges bekeken kunnen worden.
46
Advies Persoonlijk nieuws Hoogtepunten uit het nieuws De consument krijgt sowieso altijd de hoogtepunten geserveerd tussen het overige, gepersonaliseerde nieuws. Op deze manier ontstaat er geen filterbubbel, want iedereen krijgt dit nieuws aangeboden. Bovendien kan NDC hierdoor verantwoordelijk blijven voor een algemene basis van nieuwstoevoer voor de consumenten, en blijft het niveau van de algemene kennis op nieuwsgebied zo goed op peil. Je interesses en het nieuws De toepassing selecteert uit alle artikelen een gedeelte, zodat de consument zelf niet hoeft te selecteren. Dit zorgt voor gemak, en de consument hoeft hierdoor minder tijd te besteden hier aan, maar dit zorgt ook voor een betrokkenheidsgevoel. Artikelen over de interesses van de consument vallen hieronder. De mogelijkheid om je interesses te kiezen kan worden geboden. De toepassing zal vanzelf leren als jouw interesses verschuiven. Dit leert hij doordat jij artikelen uit een bepaalde categorie niet meer, of slechts heel kort, leest. Je leefomgeving en het nieuws Ook nieuws uit de leefomgeving van de consument, zorgt voor een betrokkenheidsgevoel. Daarbij zullen mensen uit je leefomgeving dit nieuws ook ontvangen. Hiermee wordt dus ook een mogelijke filterbubbel voorkomen. Middels GPS wordt altijd geregistreerd waar je je bevindt of bevonden hebt. Door deze techniek kan dit idee dus gerealiseerd worden. Je vrienden en het nieuws Deze functie kan misschien later dan bij de lancering geïntroduceerd worden. Nieuwsartikelen over interesses van vrienden kunnen interessant zijn om de horizon van de consument breder te houden dan het nieuws uit alleen zijn eigen ‘bubbel’. Vanaf de andere kant bekeken, kan hij zijn vrienden er al eerder over hebben horen praten, maar wist hij misschien niet hoe het precies in elkaar stak. Doordat hij er nu een artikel over krijgt aangeboden, kan hij dit alsnog te weten komen en is het alsnog interessant voor hem. Dit idee kan gerealiseerd worden aan de hand van informatie via sociale media. Het account van de consumenten kan worden gelinkt met hun account van sociale media, waardoor de toepassing weet wie de vrienden van de consument zijn. Zo kan de toepassing vervolgens met de kennis de interesses ontdekken van de vrienden van de consument aan de hand van de gegevens van hen als zij ook gebruik maken van de toepassing. Een andere mogelijkheid is om gebruik te maken van meta-‐data van het netwerk van de sociale media van de consument. Gebruikers van sociale media zullen immers berichten schrijven over dingen die zij interessant vinden.
47
De consument bepaalt het nieuws Door de consument opties te bieden, houdt hij het gevoel dat hij zelf de controle heeft. Dit is iets wat zij graag hebben. De voorkeuren om een bepaald percentage artikelen aangeboden te krijgen gebaseerd op een bepaald aspect van je leven, moeten hierom handmatig ingesteld kunnen worden. Het aspect van het kunnen aangeven dat je meer content in een bepaald artikel prefereert, bevordert de interactie tussen de consument en de nieuwsverspreider. Dit aspect zorgt er namelijk voor dat de consument meer artikelen te lezen die hij prefereert, terwijl tegelijkertijd NDC meer te weten komt over de interesses en behoeften van de consument. Vervolgens kan NDC weer inspelen op deze behoeftes om zo de consument tevreden te houden. Gamification Badges Dit onderdeel is essentieel, dit is de beloning die men krijgt voor bepaalde handelingen. Dit is een succesfactor, omdat er betrokkenheid wordt gecreëerd doordat je meer of betere badges wilt behalen dan je vrienden. Dit zorgt voor een competitief aspect, waarbij de consumenten in feite elkaar stimuleren om meer handelingen te verrichten. Een badge valt in voorafgestelde categorieën te behalen, na een x-‐aantal handelingen zal een badge behaald kunnen worden in een bepaalde categorie. Lezen Er vallen badges te verdienen voor het lezen van artikelen. Nadat er een x-‐aantal artikelen per categorie is gelezen wordt dit beloond met een badge van desbetreffende categorie. Dit zorgt ervoor dat de consument geïnteresseerd blijft in het nieuws. Het doel is natuurlijk om de consument terug te laten keren, en zo hierdoor steeds betrokken bij NDC te laten zijn. Onderlinge interactie Dit omvat de opties ‘gezamenlijke kennisvergaring’, ‘voorstellen aan persoon met dezelfde interesse’ en ‘probleemstelling samen oplossen’. Badges hiervoor zijn er voornamelijk om de gezamenlijke interactie onder de consumenten te stimuleren. Dit zijn extra spelelementen voor de consumenten die geïnteresseerd zijn in extra kennisvergaring en/of interactie met anderen. De badges worden uitgedeeld wanneer er een x-‐aantal geslaagde ontmoetingen hebben plaatsgevonden. Dit zijn extra opties waarvoor wij adviseren ze niet allemaal tegelijk te lanceren. Wij adviseren ook om de optie ‘gezamenlijke kennisvergaring’ in eerste instantie alleen te lanceren, en de overige twee dus later. Bovendien kunnen deze opties aan of uit worden gezet bij de instellingen van het spel. Helpen Het willen helpen van je medemens is natuurlijk altijd geoorloofd, maar of je daadwerkelijk ook iemand kán helpen, is een tweede. badges hiervoor zijn er om te laten zien dat je genoeg kennis hebt opgedaan om anderen met problemen binnen
48
bepaalde categorieën te helpen. Badges worden uitgedeeld wanneer de consument voldoende artikelen binnen een categorie heeft bekeken, en hij heeft laten zien een proactieve houding te hebben binnen de toepassing. Hierbij moet gedacht worden aan het geven van commentaar, aan het deelnemen aan discussies of het al reeds succesvol geholpen hebben van anderen zonder dat de badge is behaald. Een consument met een hoge rang in badges wordt ook schrijver Dit is een beloning en waardering voor de meest intensieve consumenten, zodat zij zich kunnen onderscheiden van de rest. Deze hogere rang wordt bereikt wanneer je hebt bewezen dat je geïnteresseerd bent in het delen van je kennis, door het helpen van anderen. Dit is wel in combinatie met de kennis die de consument heeft aan de hand van gelezen hebben over een onderwerp in een bepaalde categorie. Advies over interessant blijven houden Om de vernieuwende toepassing na de lancering ervan interessant te houden, is er blijvende innovatie nodig. Stilstand is immers achteruitgang. Innovatie kan in de vorm van verbeteringen en verrijkingen van het idee gebeuren. Een voorwaarde is uiteraard wel dat het overzichtelijk blijft en niet te complex wordt. Eerder zijn er ook al functies besproken, die optioneel pas later toegevoegd kunnen worden. Een ander voorbeeld voor zo’n functie is door de keuze te geven voor kort of verdiepend nieuws. Kort nieuws zal worden gekozen wanneer de consument maar eventjes de tijd heeft, verdiepend nieuws zal dan worden gekozen als hij meer tijd heeft. Wij adviseren om mensen aan te stellen die hier voortdurend mee bezig zijn. Zij kunnen dan verder borduren op grond van de analyses en de ontwikkelingen binnen technologie.
49
Bronvermelding Berg, R van den. (23 juni 2011). Stuiteren op internet: jongeren en informatieverwerking [web log post]. Geraadpleegd via http://blog.youngworks.nl/trends/stuiteren-‐op-‐internet-‐jongeren-‐ informatieverwerking CBS (2011). Mobiel internetten steeds populairder. Geraadpleegd op 10 juni 2012 via http://www.cbs.nl/nl-‐ NL/menu/themas/dossiers/jongeren/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-‐3438-‐ wm.htm CBS (2011). Nederlandse jongeren zeer actief op sociale netwerken. Geraadpleegd op 11 juni 2012 via http://www.cbs.nl/nl-‐NL/menu/themas/vrije-‐tijd-‐ cultuur/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-‐3296-‐wm.htm CorningIncorporated. (3 februari 2012). A Day Made of Glass 2: Unpacked. The Story Behind Corning’s Vision [videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=X-‐GXO_urMow&feature=plcp de Volkskrant. (n.d.). 25 miljard apps gedownload in App Store van Apple. Geraadpleegd op 12 juni 2012 via http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Economie/article/detail/3215902/2012/03/03 /25-‐miljard-‐apps-‐gedownload-‐in-‐App-‐Store-‐van-‐Apple.dhtml Drijver, F. (11 augustus 2011). Nieuw papier kan tot 260 keer worden beschreven [web log post]. Geraadpleegd via http://nl.hardware.info/nieuws/24199/nieuw-‐papier-‐kan-‐tot-‐260-‐keer-‐worden-‐ beschreven Duits, L. (25 mei 2012). 14 redenen waarom Vlamingen en Nederlanders niet op Facebook zitten [web log post]. Geraadpleegd via http://www.dieponderzoek.nl/14-‐redenen-‐waarom-‐vlamingen-‐en-‐nederlanders-‐ niet-‐op-‐facebook-‐zitten/ Four-‐sides model. (n.d.). geraadpleegd op 13 juni via Wikipedia: http://en.wikipedia.org/wiki/Four-‐sides_model Gens, F. (15 maart 2006). The IT Market’s $150B SMB “Long Tail” [web log post]. Geraadpleegd via http://blogs.idc.com/ie/?p=53 Hooijdonk, R van. (19 april 2012). Big data: wat kun je ermee als marketeer [web log post]. Geraadpleegd via http://www.marketingmonday.nl/big-‐data-‐wat-‐kun-‐je-‐ermee-‐als-‐marketeer/ IMMovator. (mei 2012). Gerd Leonhard at the Media Future Week 2012 [videabestand]. Geraadpleegd via
50
http://vimeo.com/42186675 Innovatietheorie van Rogers. (n.d.) geraadpleegd op 12 juni 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Innovatietheorie_van_Rogers International Agenda Setting Conference. (n.d.). Agenda Setting Research. Geraadpleegd op 13 juni via http://www.agendasetting.com/index.php/agenda-‐setting-‐research Intomart, Cebuco, SPOT & RAB (2011). Trends in digitale media. Geraadpleegd op 10 juni 2012 via http://mediafacts.area5.nl/media/83dee6f441414f9aac39d11549fdfd56 Kloos, M. (15 februari 2012). Facebook. Hype of heilige graal? [web log post]. Geraadpleegd via http://www.socialembassy.nl/bewijs-‐interactie-‐met-‐een-‐merk-‐op-‐facebook-‐leidt-‐ tot-‐brand-‐commitment/ Krantenstatistiek. (n.d.). De dagbladen van de noordelijke dagblad combinatie. Geraadpleegd op 11 juni 2012 via http://krantenstatistiek.tumblr.com/post/23604331840/de-‐dagbladen-‐van-‐de-‐ noordelijke-‐dagblad-‐combinatie Krantenstatistiek. (n.d.). De daling van de betaalde oplage inclusief. Geraadpleegd op 10 juni 2012 via http://krantenstatistiek.tumblr.com/post/23222105945/de-‐daling-‐van-‐de-‐betaalde-‐ oplage-‐inclusief Krantenstatistiek. (n.d.). Gemiddeld daalt de nederlandse dagbladoplage met. Geraadpleegd op 11 juni 2012 via http://krantenstatistiek.tumblr.com/post/23725243326/gemiddeld-‐daalt-‐de-‐ nederlandse-‐dagbladoplage-‐met Long Tail. (n.d.). Geraadpleegd op 12 juni 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Long_Tail Marketingportaal. (n.d.). Agenda setting. Geraadpleegd op 13 juni 2012 via http://www.marketingportaal.nl/pagina/92/agenda-‐setting-‐theorie mxd. (25 april 2012). Waarom mensen deelnemen aan Social Media [web log post]. Geraadpleegd via http://mxdmedia.nl/waarom-‐mensen-‐deelnemen-‐aan-‐social-‐media/ Nick. (5 april 2012). De toekomst door de Glasses van Google [web log post]. Geraadpleegd via http://www.appelstijl.nl/2012/04/05/de-‐toekomst-‐door-‐de-‐glasses-‐van-‐google/ NOM media (2012). Persbericht jaarcijfers NOM januari-‐december 2011 incl bereikscijfers. Geraadpleegd op 10 juni 2012 via http://www.nommedia.nl/upload/documenten/persbericht-‐jaarcijfers-‐nom-‐januari-‐ december-‐2011-‐incl-‐bereikscijfers.pdf
51
NU.nl. (n.d.). Google-‐bril al te koop voor ontwikkelaars. Geraadpleegd op 12 juni 2012 via http://www.nu.nl/gadgets/2846212/google-‐bril-‐al-‐koop-‐ontwikkelaars.html Piramide van Maslow. (n.d.). Geraadpleegd op 13 juni 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Piramide_van_Maslow Saffer, D, (2007). Designing for interaction: Creating Smart Applications and Clever Devices. Verenigde Staten: New Riders. SPOT (2010). Alles over tijd. Tijdsbestedingsonderzoek 2010. Geraadpleegd op 11 juni 2012 via http://www.spot.nl/docs/tijdsbestedingsonderzoek-‐2012/boekje-‐alles-‐over-‐tijd-‐ 2010.pdf?sfvrsn=0 Wout Funnekotter. (17 mei 2012). Google introduceert “knowledge graph” voor betere zoekresultaten [web log post]. Geraadpleegd via http://tweakers.net/nieuws/82013/google-‐introduceert-‐knowledge-‐graph-‐voor-‐ betere-‐zoekresultaten.html Zwaag, G van der. (10 juli 2012). App store bestaat vandaag 4 jaar: van 500 naar ruim 600.000 apps [web log post]. Geraadpleegd via http://www.iphoneclub.nl/194015/app-‐store-‐bestaat-‐vandaag-‐4-‐jaar-‐van-‐500-‐naar-‐ ruim-‐600-‐000-‐apps/
52