Sociaal Statuut Hefpunt 2014 / 2017
9 september2014
1
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen
3
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
3
Artikel 1.2 Werkingssfeer en doelstelling
5
Artikel 1.3 Informatieverstrekking
5
Artikel 1.4 Algemene uitgangspunten
5
Artikel 1.5 Verplichtingen werkgever
6
Artikel 1.6 Verplichtingen ambtenaar
6
Artikel 1.7 Sanctie bij weigerachtige opstelling
6
Hoofdstuk 2 Plaatsing
6
Artikel 2.1 Formatieplan en functieboek
6
Artikel 2.2 Functiewaardering
7
Artikel 2.3 Reflectiemogelijkheden
7
Artikel 2.4 Plaatsingscommissie
7
Artikel 2.4.1 Plaatsing van Teammanagers
7
Artikel 2.4.2 Plaatsing van ambtenaren met uitzondering van Teammanagers
7
Artikel 2.5 Taken en bevoegdheden plaatsingscommissie
7
Artikel 2.6 Vaststelling plaatsingsplan
8
Artikel 2.7 Toetsingscommissie
8
Artikel 2.8 Taken en bevoegdheden toetsingscommissie
8
Artikel 2.9 Zienswijzen
9
Artikel 2.10 Plaatsingsvolgorde
9
Artikel 2.11 Plaatsingsbesluit
9
Hoofdstuk 3 Financiële regelingen
10
Artikel 3.1 Salarisaanspraken
10
Artikel 3.2 Persoonsgebonden toelagen
10
Artikel 3.3 Studiefaciliteiten
10
Artikel 3.4 Ambtsjubileumgratificatie
10
Hoofdstuk 4 Flankerend beleid na 1 januari 2015
11
Artikel 4.1 Bovenformatieve plaatsing
11
Artikel 4.2 Inpassingplan
11
Artikel 4.3 Outplacement
11
Artikel 4.4 Evaluatie inspanningsverplichting
12
Artikel 4.5 Loonsuppletie bij aanvaarding functie elders
12
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
12
Artikel 5.1 Hardheidsclausule
12
Artikel 5.2 Peildatum bedragen en percentages
12
Artikel 5.3 Onvoorziene situaties
12
Artikel 5.4 Citeertitel, bekendmaking en inwerkingtreding
12 2
Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1.1
Begripsbepalingen
In dit Sociaal Statuut wordt verstaan onder: a. Ambtenaar:
hij die bij Hefpunt op 1 juli 2014 een vaste aanstelling heeft. Daar waar in dit Statuut de woorden “ambtenaar”, “hij”, of “zijn” worden gebruikt kan tevens de vrouwelijke vorm worden gelezen;
b. Formatieplan:
het door de werkgever vast te stellen geheel van (deel) organisatiestructuren, de daarbij behorende functiebenamingen en formatieplaatsen van Hefpunt;
c. Plaatsingsplan:
een plan opgesteld door de werkgever op basis van een advies van de plaatsingscommissie, bevattende een overzicht van de te plaatsen ambtenaren;
d. Functieboek:
het overzicht van alle functies en functiebeschrijvingen (inclusief salarisschalen) binnen Hefpunt zoals bedoeld in artikel 2.1, lid a van dit Statuut;
e. Startformatie:
de formatieomvang per 1 januari 2015;
f. Functie:
het geheel van werkzaamheden die door de ambtenaar dienen te worden verricht in opdracht van de werkgever;
g. Ongewijzigde functie:
een functie die reeds bestond bij Hefpunt die ongewijzigd of nagenoeg ongewijzigd in het functieboek terugkomt. Concreet betekent dit dat circa 70% van de functietaken blijft bestaan;
h. Nieuwe functie:
een functie die bij Hefpunt niet bestond of een functie die wel bestond maar meer dan 30% is gewijzigd;
i. Vervallen functie:
een functie die bij Hefpunt niet meer voorkomt in het functieboek;
j. Passende functie:
een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, kennis en vaardigheden alsmede zijn interesse, omstandigheden en vooruitzichten kan worden opgedragen. Van een passende functie is sprake wanneer de functieschaal niet meer dan een schaal lager is dan de functieschaal die geldt voor betrokkene op de dag direct voorafgaand aan de datum van de organisatiewijziging;
3
k. Geschikte functie:
een functie aangeboden door de werkgever, die niet valt onder het begrip "passend", maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;
l. Voorkeursfunctie:
een functie waarvan de ambtenaar te kennen geeft deze bij voorkeur te willen vervullen;
m. Bovenformatieve plaatsing: n. Salarisperspectief:
een functie die in Hefpunt kan ontstaan na plaatsing van de ambtenaar per 1 januari 2015; de opeenvolgende salarisnummers van de functieschaal en uitloopschaal tot en met het daaraan verbonden maximumsalaris, en de toelage op grond van de 10% regeling, waarop de ambtenaar uitzicht heeft;
o. Garantieschaal:
de functie- of uitloopschaal dan wel de schaal op basis van de 10% regeling, waarop de ambtenaar recht heeft op de dag direct voorafgaand aan de datum van de organisatiewijziging en welke in het kader van de plaatsing wordt gegarandeerd;
p. Functiegebonden toelage:
de toelage, die onafhankelijk van de persoon, vanwege het vervullen van de functie is toegekend;
q. Persoonsgebonden
een toelage, niet zijnde een functiegebonden toelage;
toelage: r. Outplacement:
de begeleiding door of via een extern bureau om de ambtenaar, op kosten van de werkgever, buiten Hefpunt aan een functie te helpen;
s. SAW:
Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel;
t. Geschiktheidcriterium:
een kwalitatieve afweging op basis van het functieprofiel (functie-inhoud en functie-eisen) enerzijds en de geschiktheid van de kandidaat (kennis en competenties) anderzijds. Geschiktheid kan nader onderzocht worden door een extern psychologisch- en/of assessment onderzoek ter beantwoording van de vraag of en in welke mate de ambtenaar geschikt is of moet worden geacht;
u. Werkgever:
het Dagelijks Bestuur van Hefpunt dan wel de directeur conform verleend mandaat.
4
Artikel 1.2
Werkingssfeer en doelstelling
a. Het Sociaal Statuut is van toepassing op interne reorganisaties binnen Hefpunt en geldt tot en met 31 december 2017. b. De rechten welke ontstaan ten gevolge van toepassing van het Sociaal Statuut blijven als persoonlijk recht geldig ook na die datum tenzij vrijwillige functiewijziging deze rechten inhaalt. Artikel 1.3
Informatieverstrekking
a. De werkgever draagt er zorg voor dat alle ambtenaren tijdig en regelmatig worden geïnformeerd omtrent de reorganisatie van Hefpunt. b. Alle ambtenaren ontvangen een exemplaar van het Sociaal Statuut nadat het stat uut is vastgesteld door de werkgever. Artikel 1.4
Algemene uitgangspunten
a. De belangen van de organisatie en de ambtenaren zijn gelijkwaardig. b. Uitgangspunten bij interne reorganisaties zijn dat er geen sprake is van gedwongen ontslagen en dat de medewerkers zo min mogelijk in hun rechtspositie worden aangetast. Voorop staat dat de medewerkers van wie de functie geheel of gedeeltelijk wijzigt, een passende of geschikte functie krijgen aangeboden. Nieuwe functies of vacatures worden conform het vigerende wervings- en selectiebeleid ingevuld. Hierbij hebben herplaatsingskandidaten voorrang in de beoordeling of een nieuwe functie of vacature als passend of als geschikt moet worden aangemerkt. c. Medewerkers krijgen salarisgarantie en behouden hun salarisperspectief. d. Met in acht neming van de kaders en werkingssfeer van dit Sociaal Statuut geldt een werkgelegenheidsgarantie. Iedere ambtenaar zoals genoemd in artikel 1.1.a wordt in een passende, geschikte of nieuwe functie geplaatst bij Hefpunt op basis van een gelijkblijvend aantal arbeidsuren. e. Bij plaatsing van de ambtenaar is het criterium ‘mens volgt werk’ uitgangspunt (zoals uitgewerkt in artikel 2.10). f.
Bij de plaatsing in nieuwe functies zal het geschiktheidcriterium gelden.
g. Besluiten ten aanzien van de individuele ambtenaar worden niet eerder genomen dan nadat betrokkene, indien hij dat wenst, is gehoord en hij zijn wensen, belangstelling en alles wat hij van belang acht, kenbaar heeft kunnen maken aan de plaatsingscommissie. h. Daar waar in dit Sociaal Statuut wordt gesproken over bedragen of afkoopsommen wordt altijd het bruto bedrag bedoeld, tenzij anders is bepaald.
5
Artikel 1.5
Verplichtingen werkgever
a. De werkgever heeft in het Sociaal Statuut verwoord welke middelen, mogelijkheden en maatregelen beschikbaar worden gesteld om de organisatiewijziging in goede banen te leiden. b. De werkgever zal de ambtenaren plaatsen binnen Hefpunt, hetzij in een ongewijzigde, passende, geschikte of nieuwe functie. Artikel 1.6
Verplichtingen ambtenaar
a. De ambtenaar dient alle medewerking te verlenen die nodig is voor een juiste toepassing van dit Sociaal Statuut. b. Indien de ambtenaar onvoldoende medewerking verleent aan de voor hem geldende verplichtingen uit dit Sociaal Statuut, kan dit uitsluiting van (delen van) de regeling betekenen en in voorkomende gevallen ontslag tot gevolg hebben. c. De ambtenaar, die een beroep doet op de financiële voorzieningen uit het Sociaal Statuut, verplicht zich om aan de werkgever de noodzakelijke inlichtingen en gegevens tijdig en naar w aarheid te verstrekken. Het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige inlichtingen alsmede oneigenlijk gebruik of misbruik van de geboden voorzieningen kan leiden tot terugvordering van het ten onrechte aan de ambtenaar betaalde. Artikel 1.7
Sanctie bij weigerachtige opstelling
De werkgever kan na de datum van de organisatiewijziging, op grond van artikel 8.1.4 van de SAW en na toetsing van de toetsingscommissie, ontslag verlenen aan de geplaatste ambtenaar die in de nieuwe organisatie na 1 januari 2015 bovenformatief wordt geplaatst. Daarbij heeft de ambtenaar in voornoemd geval niet meegewerkt aan de intern dan wel extern gerichte arbeidsbehoudende maatregelen die de werkgever, ‘naar billijkheid en redelijkheid’, voor hem heeft willen treffen, dan wel heeft getroffen.
Hoofdstuk 2
Plaatsing
Artikel 2.1
Formatieplan en functieboek
a. Op basis van het vastgestelde formatieplan wordt door de werkgever een overzicht samengesteld van alle functiebeschrijvingen door middel van een functieboek. b. Het functieboek wordt op het intranet van Hefpunt geplaatst na overleg met de ondernemingsraad. c. In het formatieplan wordt uitgegaan van een startformatie.
6
Artikel 2.2
Functiewaardering
a. De functiebeschrijvingen in het functieboek zijn vastgesteld en de functies zijn definitief gewaardeerd. b. De waardering treedt in werking op de datum waarop de reorganisatie wordt geëffectueerd. Artikel 2.3
Reflectiemogelijkheden
a. De werkgever doet, op basis van het functieboek, aan alle ambtenaren schriftelijk mededeling over hun positie in het veranderingsproces. b. Ambtenaren die te maken hebben met een gewijzigde of opgeheven functie, dienen hun belangstelling kenbaar te maken voor minimaal twee functies in volgorde van voorkeur. Het opgeven van de voorkeur geschiedt door middel van het reflectieformulier. c. Ambtenaren met een ongewijzigde functie mogen ook reflecteren op een andere functie door middel van het reflectieformulier. Artikel 2.4
Plaatsingscommissie
Artikel 2.4.1
Plaatsing van teammanagers
De directeur wijst na verkennende gespreksvoering met alle kandidaten uit het huidige MT en de huidige coördinatoren, per 1 oktober 2014 vier kwartiermakers aan voor de periode 1 oktober 2014 tot 1 januari 2015. Deze kwartiermakers zullen worden benoemd tot teammanager per 1 januari 2015. Artikel 2.4.2
Plaatsing van ambtenaren met uitzondering van teammanagers
a. Er is een plaatsingscommissie voor de plaatsing van de overige ambtenaren. De werkgever wijst vijf leden voor deze plaatsingscommissie aan. b. De vergaderingen van de plaatsingscommissie zijn besloten. c. De werkgever stelt in overleg met de plaatsingscommissie een termijn waarbinnen de plaatsingscommissie een advies aan de werkgever dient uit te brengen. Artikel 2.5
Taken en bevoegdheden plaatsingscommissie
a. De plaatsingscommissie zoals bedoeld in artikel 2.4.2 heeft tot taak aan de werkgever advies uit te brengen omtrent de plaatsing van ambtenaren. De plaatsingscommissie stelt hiertoe een plaatsingsplan op zoals bedoeld in artikel 1.1. onder lid c. De commissie adviseert schriftelijk en gemotiveerd. b. Aan de plaatsingscommissie wordt in verband met de uitoefening van haar taak in elk geval ter hand gesteld: 1. het door de ambtenaar ingevulde reflectieformulier; 2. gegevens met betrekking tot de huidige salarisschaal, scholing en ervaring van de ambtenaar; 3. het functieboek.
7
c. De plaatsingscommissie heeft de bevoegdheid: 1. ambtenaren te horen; 2. informanten te horen; 3. advies te vragen over de geschiktheid aan de huidige leidinggevende; 4. alle voor de plaatsing van belang zijnde stukken in te zien onder bekendmaking aan de ambtenaar; 5. ambtenaren te vragen op basis van vrijwilligheid mee te werken aan de nodig geachte assessments. d. De plaatsingscommissie heeft de plicht: 1. ambtenaren te horen die een verzoek daartoe indienen; 2. informanten te horen indien betrokken ambtenaren daarom verzoeken; 3. ambtenaren te horen van wie het voornemen bestaat de werkgever te adviseren betrokkene niet in de eerste voorkeursfunctie te benoemen. 4. de ambtenaar van te voren schriftelijk te informeren als inlichtingen worden ingewonnen over het functioneren van de ambtenaar. Artikel 2.6.
Vaststelling plaatsingsplan
a. De werkgever stelt met inachtneming van het advies van de plaatsingscommissie het plaatsingsplan vast. b. Het vastgestelde plaatsingsplan wordt intern bekend gemaakt. Artikel 2.7.
Toetsingscommissie
a. Er is een toetsingscommissie voor de toetsing van de gevolgde plaatsingsprocedure conform dit Sociaal Statuut. Deze toetsingscommissie toetst het plaatsingsplan en eventueel tijdig ingediende zienswijzen van plaatsing van de ambtenaren. De werkgever stelt een toetsingscommissie in en wijst de leden aan. b. Deze toetsingscommissie bestaat uit drie personen: -
één lid namens de werkgever;
-
één lid namens de vakbonden vertegenwoordigd in het GO, niet zijnde (ex) ambtenaar van de deelnemende waterschappen;
-
één onafhankelijke voorzitter die door beide andere leden van de toetsingscommissie gezamenlijk wordt voorgedragen.
c. De vergaderingen van de toetsingscommissie zijn besloten. d. De werkgever stelt in overleg met de toetsingscommissie een termijn waarbinnen de toetsingscommissie haar advies geeft. De adviezen van de toetsingscommissie zijn zwaarwegend. Artikel 2.8.
Taken en bevoegdheden toetsingscommissie
a. De toetsingscommissie zoals bedoeld in artikel 2.7 heeft tot taak voor de werkgever te toetsen of het plaatsingsplan is opgesteld conform de bepalingen van dit Sociaal Statuut. b. De toetsingscommissie heeft als tweede taak het beoordelen van tijdig ingediende zienswijzen zoals bedoeld in artikel 2.9 van het Sociaal Statuut.
8
c. Aan de toetsingscommissie wordt in verband met de uitoefening van haar taak waar nodig in elk geval ter hand gesteld: 1. het door de ambtenaar ingevulde reflectieformulier; 2. gegevens met betrekking tot de huidige salarisschaal, scholing en ervaring van de ambtenaar; 3. het functieboek. d. De toetsingscommissie heeft de bevoegdheid: 1. ambtenaren te horen; 2. informanten te horen; 3. alle voor de plaatsing van belang zijnde stukken in te zien onder bekendmaking aan de ambtenaar. e. De toetsingscommissie heeft de plicht: 1. ambtenaren te horen die een tijdig verzoek daartoe indienen; 2. informanten te horen indien de betrokken ambtenaren daarom verzoeken. Artikel 2.9
Zienswijzen
a. Ambtenaren hebben de mogelijkheid om na het openbaar maken van het plaatsingspla n door de werkgever een zienswijze conform de Algemene Wet Bestuursrecht in te dienen. b. Deze zienswijze dient schriftelijk en gemotiveerd binnen twee weken na de openbaar making van het plaatsingsplan te worden ingediend bij de werkgever. Artikel 2.10.
Plaatsingsvolgorde
a. Bij plaatsing in een ongewijzigde functie geldt als regel ‘mens volgt werk’. b. Wanneer er meerdere “mens volgt werk” kandidaten zijn voor één ongewijzigde functie wordt het geschiktheidcriterium gehanteerd. c. Indien plaatsing in een functie zoals bedoeld in lid a en b van dit artikel niet mogelijk is, wordt de ambtenaar geplaatst in een passende functie. d. Indien plaatsing zoals bedoeld onder lid a, b en c van dit artikel niet mogelijk is, stelt de plaatsingscommissie voor de ambtenaar te plaatsen in een geschikte functie. e. Ongeacht voorgaande leden geldt bij plaatsing in een nieuwe functie het geschiktheidscriterium. Artikel 2.11.
Plaatsingsbesluit
a. Nadat de toetsingscommissie een advies heeft uitgebracht zoals bedoeld in artikel 2.7, ontvangen alle betrokken ambtenaren van de werkgever een schriftelijk besluit waaruit blijkt in welke functie zij worden geplaatst. Het advies van de plaatsingscommissie wordt bijgevoegd. b. Het besluit moet aan de SAW voldoen en kan eventueel worden aangevuld met extra afspraken. c. De werkgever baseert het plaatsingsbesluit op een door de plaatsingscommissie uitgebracht advies. In het geval de werkgever ten aanzien van een ambtenaar een besluit neemt dat afwijkt van het door de plaatsingscommissie uitgebrachte advies, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de betrokken ambtenaar meegedeeld.
9
Hoofdstuk 3
Financiële regelingen
Artikel 3.1
Salarisaanspraken
a. De ambtenaar die wordt geplaatst in een functie met bijbehorende functiesalarisschaal, heeft recht op alle salarisperspectieven waarop hij in zijn oude functie recht had en andere schriftelijk toegezegde garanties. b. Als er sprake is van een ambtenaar die vanwege een eerdere organisatiewijziging recht heeft op een garantie, dan blijft die garantie bestendigd. De garantie volgt de CAO-ontwikkeling. c. De aanspraken worden per ambtenaar in een plaatsingsbesluit vastgelegd. Artikel 3.2
Persoonsgebonden toelagen
De ambtenaar behoudt het recht op een tijdelijke, persoonsgebonden toelage totdat de termijn z oals die was afgesproken, is verlopen. Artikel 3.3
Studiefaciliteiten
a. De werkgever stelt de ambtenaar, met het oog op de aan de (nieuwe) functie verbonden eisen en verplichtingen, in de gelegenheid zich volledig of gedeeltelijk om-, her- en/of bij te scholen. b. De werkgever vergoedt volledig de studiekosten conform het SAW en stelt de daartoe benodigde tijd beschikbaar. c. De ambtenaar is, indien hij buiten zijn toedoen om geplaatst wordt in een andere functiecategorie, niet gehouden aan de terugbetalingsverplichting indien de gevolgde opleiding voor de oorspronkelijke functie door de organisatiewijziging niet meer relevant blijkt. De ambtenaar heeft de keuze de reeds aangegane studie al dan niet af te ronden. Artikel 3.4
Ambtsjubileumgratificatie
a. Aan de ambtenaar die ten gevolge van de reorganisatie Hefpunt een functie elders aanvaardt, wordt de eerstvolgende ambtsjubileumgratificatie proportioneel, onder inhouding van de verschuldigde loonheffing, uitbetaald indien hij een functie aanvaardt waarbij de opgebouwde overheidsjaren niet worden overgenomen. b. Aanspraak op een proportionele ambtsjubileumgratificatie wordt slechts eenmaal toegekend.
10
Hoofdstuk 4
Flankerend beleid na 1 januari 2015
Artikel 4.1
Bovenformatieve plaatsing
a. Indien een ambtenaar op grond van artikel 1.7., na de plaatsingsdatum zijnde 1 januari 2015, niet in een passende, geschikte of nieuwe functie kan worden geplaatst, wordt hij bovenformatief geplaatst. b. Indien de werkgever of de ambtenaar binnen twee jaar na de plaatsingsdatum 1 januari 2015 vaststelt dat de ambtenaar die geplaatst is in een passende, geschikte of nieuwe functie onvoldoende functioneert in die functie, dan kan de werkgever deze ambtenaar bovenformatief plaatsen, of in overleg in een andere functie plaatsen. De ambtenaar houdt recht op de in hoofdstuk 3 genoemde financiële regelingen. Vooraf aan het nemen van een definitief besluit over bovenformatieve plaatsing zal de werkgever de toetsingscommissie raadplegen. c. De werkgever draagt overeenkomstig artikel 6.2.8 SAW aan de bovenformatieve ambtenaar bedoeld onder lid 4.1 van dit artikel werkzaamheden op. d. De werkgever is gehouden bij het ontstaan van vacatures na te gaan of de vacante functie een passende dan wel een geschikte functie zou kunnen zijn voor de bovenformatieve ambtenaar. e. De werkgever hecht er aan de werkgelegenheid te behouden en voorziet in maatwerk door in te zetten op het potentieel van bovenformatief geplaatsten. Via ondersteuning, opleiding en training op maat zal de werkgever maximaal inzetten op het bevorderen van de kansen van de betrokken ambtenaar bij Hefpunt of op de arbeidsmarkt. Artikel 4.2
Inpassingplan
a. De werkgever verplicht zich, in overleg met de bovenformatief geplaatste ambtenaar (geldend na plaatsing per 1 januari 2015), tot het treffen van arbeidsbehoudende maatregelen in of buiten de eigen organisatie op basis van een inpassingplan. De gesprekken die moeten leiden tot het inpassingplan worden binnen één maand gestart, gerekend vanaf de datum dat iemand bovenformatief is geplaatst. b. De werkgever zal in het inpassingplan met de ambtenaar afspraken maken over de wijze waarop hieraan inhoud wordt gegeven. Te denken valt hierbij ondermeer aan scholing, detachering en collegiale doorlening. c. De werkgever en de ambtenaar zijn gehouden zich tot het uiterste in te spannen om intern of extern een andere passende of geschikte functie voor de ambtenaar te vinden. Minimaal iedere drie maanden evalueren de werkgever en de ambtenaar de voortgang. Artikel 4.3
Outplacement
a. Voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 4.1, kan door de werkgever, dan wel op verzoek van de betreffende ambtenaar en op kosten van de werkgever een outplacementprocedure worden gestart. De keuze voor een eventueel in te schakelen bureau geschiedt in overleg tussen de werkgever en de ambtenaar. b. De duur van het outplacementtraject wordt in overleg met het outplacementbureau door de werkgever vastgesteld. Het traject valt in principe binnen de van toepassing zijnde bovenformatieve periode conform artikel 5.5.1. SAW.
11
Artikel 4.4
Evaluatie inspanningsverplichting
Indien onverhoopt er voor de ambtenaar geen definitieve oplossing is bereikt, zal de werkgever overgaan tot beëindiging van de aanstelling op grond van artikel 8.1.4 SAW. Artikel 4.5
Loonsuppletie bij aanvaarding functie elders
De bovenformatief elders geplaatste ambtenaar (na plaatsing per 1 januari 2015) die een lager brutoloon ontvangt dan waarop hij in zijn oorspronkelijke functie recht had, heeft gedurende de periode waarin hij een beroep zou kunnen doen op een WW-uitkering en bovenwettelijke uitkering ex paragraaf 8.3 SAW (peildatum 1 januari 2015), recht op een aanvulling tot het niveau van het bruto jaarsalaris dat hij genoot bij Hefpunt. De uitvoering hiervan geschiedt onder de op dat moment van toepassing zijnde fiscale regelgeving. Hoofdstuk 5
Slotbepalingen
Artikel 5.1
Hardheidsclausule
a. In die gevallen waarin toepassing van dit Statuut leidt tot individueel onbillijke situaties, zal de werkgever in gunstige zin voor de ambtenaar van het in dit Statuut bepaalde afwijken. b. Het besluit van de werkgever wordt schriftelijk en gemotiveerd medegedeeld aan betrokkene. Artikel 5.2
Peildatum bedragen en percentages
Voor wat betreft de bepaling en toepassing van bedragen en percentages wordt uitgega an van de stand van zaken, zoals die geldt op de dag direct voorafgaand aan de datum van het besluit dat betrekking heeft op de betreffende ambtenaar. Bedragen zijn geïndexeerd. Artikel 5.3
Onvoorziene situaties
a. In die gevallen waarin deze regeling, dan wel de SAW, niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist de werkgever gehoord en behoudens in individuele gevallen na instemming van het Georganiseerd Overleg. b. De werkgever verstrekt éénmaal per jaar een geanonimiseerd overzicht aan de OR van de toepas sing van dit artikel. Artikel 5.4
Citeertitel, bekendmaking en inwerkingtreding
a. Dit Sociaal Statuut kan worden aangehaald als: “Sociaal Statuut Hefpunt 2014 / 2017”. b. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag volgend op die van de bekendmaking. De regeling wordt intern bekend gemaakt. c. Indien hiertoe aanleiding bestaat kunnen beide partijen een Georganiseerd Overleg beleggen.
12