2016 SAMEN KOM JE VERDER!

Schoolgids RSG Slingerbos | Levant 2015/2016

SAMEN KOM JE VERDER!

Schoolgids 2015-2016 SAMEN KOM JE VERDER!

Locatie Slingerbos Eisenhowerlaan 59 3844 AS Harderwijk telefoon

: (0341) 414 484

fax

: (0341) 423 684

e-mail

: [email protected]

Locatie Levant Horsterweg 192 3891 EV Zeewolde telefoon

: (036) 52 18 170

fax

: (036) 52 18 179

e-mail

: [email protected]

www.rsgslingerboslevant.nl

2


Inhoudsopgave Voorwoord 1 De missie 1.1 RSG Slingerbos | Levant, een openbare school 1.2 Wat is daarvoor nodig? 1.2.1 Een innovatieve school 1.2.2 Een veilig schoolklimaat 1.2.3 Kleinschaligheid 2 Organisatie van de school 2.1 Eerst even wat geschiedenis 2.2 Bestuur 2.3 Directie 2.4 Medezeggenschap 2.5 Administratie en facilitaire dienst 3 Onderwijs 3.1 Algemeen 3.2 Toelating 3.3 Brugklassen 3.4 Mavo (= vmbo-tl) 3.5 De onderbouw havo en vwo 3.6 Leren kiezen: Loopbaanoriëntatie en –begeleiding 3.7 Bovenbouw havo/vwo 3.7.1 Het examentraject in de tweede fase 3.7.2 Bovenbouw vwo 3.8 Internationalisering 3.9 Tweetalig vwo 3.9.1 Onderbouw tvwo 3.9.2 Bovenbouw tvwo 3.9.3 Mavo-wereldklas en havo-wereldklas 3.10 Sportklassen 3.11 Technasium 3.12 RSG-breed 3.13 Onderwijs en ICT 3.14 Rekenonderwijs

7 7 7 9 9 9 9 9 9 10 10 11 11 11 11 13 13 13 16 17 17 17 20 22 22 22 23 25 25 26 27 27 28

3


3.15 Faciliteiten Leerlingbegeleiding 4.1 Vooraf 4.2 Begeleiding in de brugklas 4.3 Begeleiding in de onderbouw 4.4 Begeleiding in de bovenbouw 4.4.1 Grotere zelfstandigheid 4.4.2 Meer samenwerking 4.5 Een veilige school 4.6 Schoolondersteuningsprofiel 4.7 Professionele hulp 4.8 Externe vertrouwenspersoon 4.9 Problematisch gedrag 4.10 Passend onderwijs 4.10.1 Ondersteuningsarrangementen 4.10.2 Dyslexie en andere lees- en spellingproblemen 4.10.3 Dyscalculie 4.10.4 De RSG en vrijstellingen, aanpassingen en compensatie voor vakken en toetsen 4.10.5 Faalangst 4.10.6 Talent op school 4.10.7 Hoogbegaafden 4.10.8 Huiswerkbegeleiding 4.11 De GGD en school 5 Activiteiten naast het lesprogramma 5.1 Vooraf 5.2 Kampen 5.3 Excursies en uitwisselingen 5.4 Eén school! 5.5 Sport 5.6 Culturele activiteiten 5.7 Voor en door leerlingen 5.8 Maatschappelijke betrokkenheid 5.9 Maatschappelijke stage 6 Communicatie 6.1 Algemeen 6.2 Ouderavonden 6.3 Rapportages 4

4

28 28 28 28 28 29 29 29 29 29 30 30 30 31 31 31 31 32 33 33 33 33 34 35 35 35 35 35 36 36 36 36 37 38 38 38 38


6.4 Klachtenregeling Financiën 7.1 Algemeen 7.2 Ouderbijdragen 7.2.1 Studie- en werkboeken 7.2.2 Bijdragen richtingen 7.2.3 Overige bijdragen 7.3 Wijze van betaling 7.4 Vormen van tegemoetkoming 7.5 Toelichtingen 7.5.1 Besteding bijdrage tvwo 7.5.2 Besteding bijdrage wereldklassen 7.5.3 Besteding bijdrage sportklassen 7.5.4 Besteding bijdrage Technasium 7.6 Aansprakelijkheid en verzekering 7.7 Begrote schoolkosten 2015-2016 8 Dagelijkse gang van zaken 8.1 Schooltijden 8.2 Regels 8.2.1 Algemeen 8.2.2 Het leerlingenstatuut 8.2.3 Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting 8.2.4 Regelingen m.b.t. aanwezigheid 8.2.5 Leerplicht 8.2.6 Schorsing en verwijdering 8.2.7 (Huis)regels 8.3 Privacy 9 Onderwijstijd 9.1 Vooraf 9.2 Lessentabellen 9.2.1 Lessentabellen onderbouw 2015-2016 9.2.2 Lessentabel 3 en 4 mavo 9.2.3 Lessentabellen Tweede Fase havo 9.2.4 Lessentabellen Tweede Fase vwo 10 Overgangsnormen 10.1.1 Algemene opmerkingen 10.1.2 Bevorderingen in de onderbouw

38 39 39 40 40 40 40 41 41 43 43 43 43 43 44 46 48 48 49 49 49 49 50 51 51 51 52 53 53 53 53 58 59 60 61 61 61

7

5


10.1.3 Bevordering 3 mavo —> 4 mavo 10.1.4 Bevorderingen in de Tweede Fase bovenbouw 10.1.5 Slagen/zakken 10.2 Doorstroming na de mavo 10.3 Doorstroming na de havo 11 Schoolresultaten 11.1 Vooraf 11.2 Examenresultaten 11.3 Instroom, doorstroom, uitstroom (IDU) 12 Medewerkers en hun functies 13 Vakanties en agenda 14 Schoolgebouwen 15 Bijlagen 15.1 Opbrengstenkaarten 15.1.1 Locatie Slingerbos 15.1.2 Locatie Levant

65 65 66 66 67 67 67 68 69 71 71 71 73 73 73 73

6


1 1.1

De missie RSG Slingerbos | Levant, een openbare school

RSG Slingerbos | Levant is een openbare school en respecteert ieders levensovertuiging. Elk kind is er dus welkom. In onze missie is dit nader uitgewerkt: De RSG is een algemeen toegankelijke en excellente school met als bijzondere opdracht alle leerlingen, leraren en ondersteunend personeel te binden en te boeien. Daarmee is de RSG een gemeenschap die iedereen laat groeien als mens in alle facetten om kansrijk te zijn in de samenleving. De RSG wil binden, boeien en groeien. We zijn een schoolgemeenschap met de nadruk op gemeenschap. Een gemeenschap die gevormd wordt door leerlingen, hun ouders en personeel. Het is onze wens hen te binden aan deze gemeenschap want alleen in relatie tot anderen is er sprake van zingeving. Ook willen we hen, met name de leerlingen en het personeel boeien opdat ze uitgedaagd worden tot excellente prestaties op ieders eigen niveau. Deel uitmaken van deze gemeenschap moet van toegevoegde waarde zijn voor iedereen zodat er sprake is van groei. Groei als mens in al zijn facetten.

Voorwoord Dit is de schoolgids voor het schooljaar 2015-2016. Een schoolgids maakt o.a. duidelijk hoe de school in elkaar zit, wat de regels en afspraken zijn, of wat de kosten zijn voor de ouders. Behalve dat we graag uitleggen wat we allemaal doen, is er ook een aantal wettelijke voorschriften waaraan de schoolgids moet voldoen.

Vanuit deze wens hebben we een missie. Een missie om een school te zijn en blijven waarbinnen het binden, boeien en groeien gerealiseerd worden. Daar hebben we beelden bij en het zijn deze beelden die leidend zijn in ons handelen voor de komende jaren. Belangrijke voorwaarde is dat alle betrokkenen bij de school, alle leden van de gemeenschap, tevreden zijn. Tevreden over de kwaliteit van de leeromgeving en van de organisatie als zodanig. Maar bovenal natuurlijk tevreden over de ontplooiingskansen, de mate waarin iedereen gestimuleerd en in de gelegenheid wordt gesteld kansen te benutten.

De RSG is de laatste jaren sterk gegroeid. Onder andere als gevolg daarvan is de locatie Harderwijk het in schooljaar 2013-2014 ingrijpend verbouwd. Nu, bij aanvang van schooljaar 2015-2016 is het gehele gebouw gereed voor de eisen die de 21e eeuw aan ons stelt. Er is meer gelegenheid voor differentiatie, er zijn veel plekken waar leerlingen zelfstandig kunnen werken en er zijn ook grotere college-achtige ruimtes gecreëerd. De RSG is hiermee klaar voor de toekomst.

Daartoe is er sprake van een breed aanbod. Dus niet een eenzijdig schoolprofiel, maar een aanbod dat talentontwikkeling op allerlei gebied

7


mogelijk maakt. Zo is er voor leerlingen sprake van internationalisering, excellent bètaonderwijs, excellente taalprogramma’s en een breed sporten cultuuraanbod. Voor personeel zijn er ruime mogelijkheden om zich verder te bekwamen op ieders eigen terrein. Immers, voor excellent onderwijs zijn excellente docenten nodig en voor een omgeving waarin iedereen zich gestimuleerd weet, is excellente ondersteuning nodig.

doch in alle situaties binnen of buiten school waar hij of zij in contact treedt met leerlingen. Een belangrijke waarde, zeker voor een openbare en algemeen toegankelijke school als de RSG, is het erkennen van en het omgaan met verschillen tussen mensen. Wat iemands etnische achtergrond of levensovertuiging ook is, hij of zij is welkom op onze school. We zijn een afspiegeling van de samenleving en zijn ons daarvan bewust. Ieder mens is uniek en verdient het om zich op eigen wijze te kunnen ontplooien. De grenzen die wij daaraan stellen staan verwoord in heldere schoolafspraken en zijn tot stand gekomen in het besef dat iemands vrijheid geen belemmering voor de ander mag betekenen.

Om mensen te laten excelleren is ruimte nodig. Ruimte komt tot uiting in het geven van verantwoordelijkheid en het zorgen voor geborgenheid waarin ook fouten gemaakt mogen worden. Dit betekent dat begeleiding van leerlingen gericht is op het maken van eigen keuzes en het geleidelijk aan steeds meer zelf verantwoordelijk maken voor het eigen leerproces. Dus niet loslaten en laten vallen, maar loslaten en opvangen. Voor personeelsleden geldt hetzelfde. Ook zij moeten in staat zijn eigen keuzes te maken als het gaat om het waarmaken van hun verantwoordelijkheid. En ook zij moeten fouten mogen maken. Dit betekent een cultuur, niet gericht op afrekenen, maar gericht op beter maken. Een cultuur waar mensen elkaar aanspreken op hun verantwoordelijkheden en op hun gedrag zodat samen werken ook samenwerken wordt.

Naast veel aandacht voor de opbrengsten in het algemeen, zal de komende jaren de nadruk liggen op het bevorderen van excellentie op ieders eigen niveau.

Maar niet alleen het aanbod van het onderwijs is belangrijk. Het faciliteren van het leren is minstens van even groot belang en in een samenleving die zich kenmerkt door een steeds verdere individualisering misschien nog wel belangrijker. Niet alleen onze leeromgeving is daarop afgestemd, ook de door ons gestimuleerde ontwikkeling van het personeel. Een ontwikkeling die steeds gericht is op de vraag wat jonge mensen nodig hebben en hoe zij gestimuleerd worden om dat te leren wat hen tot kansrijke deelnemers aan de samenleving maakt. Dit laatste gaat verder dan alleen onderwijsinhoud. Het raakt aan het geheel van normen en waarden die wij belangrijk vinden. Ook daar richt het leerproces zich op. Het is ook daarom dat wij waarde hechten aan het normatieve karakter van het docentschap. De docent heeft een voorbeeldfunctie en een docent binnen de RSG is zich dat voortdurend bewust en gedraagt zich daarnaar. Dit beperkt zich niet tot werktijden

8


1.2

Wat is daarvoor nodig?

2 Organisatie van de school

1.2.1 Een innovatieve school Met onze missie in het achterhoofd bepalen wij steeds opnieuw onze positie in een veranderende samenleving. Op veel terreinen wachten wij niet af, maar proberen wij te anticiperen door proactief beleid te voeren. Dit komt tot uiting in ons onderwijs, waarbij we inspelen op de ontwikkeling van de kennismaatschappij, waarbij het principe van ‘een leven lang leren’ als uitgangspunt wordt gehanteerd. ICT maakt integraal deel uit van ons onderwijs. Zo zijn we in schooljaar 2013-2014 gestart met iPads in de brugklassen. Het werken met iPads groeit elk jaar verder de school in. Ook de globalisering is een ontwikkeling die onze school serieus neemt. Het tweetalig (Engels) onderwijs en internationalisering binnen alle afdelingen hebben een prominente plaats in onze school gekregen.

2.1

Eerst even wat geschiedenis

RSG Slingerbos is gestart op 23 augustus 1966 als dependance van de Rijks HBS te Amersfoort in het gebouw van de LTS aan de Stationslaan 117 te Harderwijk. In 1968 ging de school over naar een noodgebouw aan de Eisenhowerlaan in het Slingerbos. In 1995 was er geen sprake meer van een school van het Rijk, maar werd de school een stichting en veranderde de naam in Regionale Scholen Gemeenschap ’t Slingerbos. De Levant is in 1999 in Zeewolde gestart als een openbare mavo. De gemeente investeerde veel geld in een mooi toegerust gebouw op een groot terrein. Nadat eerst het Oostvaarders College in Almere de school als een dependance had bestuurd, ontstond de behoefte aan een sterke partner ‘dichter bij huis’. RSG ’t Slingerbos kwam nadrukkelijk in beeld en dat resulteerde in een fusie. Het schooljaar 2003-2004 werd het eerste jaar waarin sprake was van een nieuwe combinatie: RSG Slingerbos | Levant met twee vestigingen. Sinds die tijd is er veel energie gestoken in het ‘naar elkaar toegroeien’ en afstemming. Denk bijvoorbeeld aan lessentabellen, methodes, overgangsnormen, gecombineerde leerlingenactiviteiten.

In onze school kunnen leerlingen en medewerkers zich verder ontwikkelen tot actieve, creatieve en zelfstandige mensen. Dit leidt tot een stimulerende leeromgeving voor iedereen.

1.2.2 Een veilig schoolklimaat Op school hoort er een veilig klimaat te zijn voor personeel en leerlingen. Dat geldt zowel voor fysieke veiligheid als voor ieders welbevinden in de school. Binnen de school dient iedereen respectvol met elkaar om te gaan. Een veilig schoolklimaat betekent voor ons ook dat personeel en leerlingen fouten durven en mogen maken.

1.2.3 Kleinschaligheid Het onderwijs wordt op twee locaties gegeven. Hierdoor is er, ondanks de grootte van de school (ca. 2.400 leerlingen), sprake van kleinschaligheid. Op beide vestigingen bieden wij de leerlingen een overzichtelijke werkomgeving, waar personeel en leerlingen elkaar kennen, zodat zij zich geborgen weten en de sociale controle en samenhang groot is.

9


2.2

Bestuur

Het bestuur van RSG Slingerbos | Levant is als volgt ingericht: Het bevoegd gezag van de school is het bestuur van de Stichting RSG dat in handen is van het College van Bestuur (CvB). Daarnaast kent de stichting een Raad van Toezicht (RvT). De RvT heeft een controlerende taak ten opzichte van het CvB. Het correspondentieadres van RvT en CvB is: Eisenhowerlaan 59, 3844 AS, Harderwijk. E-mailadres: [email protected].

College van Bestuur

Mevrouw H.A. Vaatstra

Raad van Toezicht

De heer H.A. van der Velde, voorzitter Mevrouw N.O.V. Hamstra-Lankester, vice-voorzitter Mevrouw A. van Aalsum-Jongen De heer H.A. Jansen De heer J.H.J. Schreuder

2.3

Directie

De directie van de school bestaat uit de locatiedirecteuren van RSG Slingerbos, van RSG Levant en de directeur onderwijs.

Directie

Mevrouw A.M. Leeuwenburgh, locatiedirecteur RSG Slingerbos locatiedirecteur RSG Levant: vacature R. Weening, directeur onderwijs. Op de site van de school worden alle medewerkers van de RSG met hun functies en hun mailadres vermeld.

10


2.4

Medezeggenschap

3 Onderwijs

Conform de wettelijke bepalingen heeft de school een medezeggenschapsraad (MR) waarin personeel, ouders, en leerlingen zijn vertegenwoordigd. Elke geleding heeft via de MR invloed op het beleid van de school en is zo gesprekspartner van het College van Bestuur. Daarnaast kennen we op beide locaties leerlingenraden. Zij zijn een gesprekspartner voor de locatiedirectie en de MR als het om specifieke leerlingenzaken gaat. Op de site staat vermeld wie de MR-leden zijn en hoe er contact met de MR gelegd kan worden.

2.5

3.1

Algemeen

Onze school heeft de afdelingen (tweetalig) vwo, havo en mavo (vmbo-tl). Op RSG Levant wordt het gehele traject van de mavo aangeboden. Deze leerlingen doen op de locatie in Zeewolde eindexamen. Havo- en (t)vwo-onderwijs is in Zeewolde mogelijk tot en met de derde klas. Daarna vervolgen deze leerlingen hun studie in de tweede fase op de locatie in Harderwijk. Om die overgang soepel te laten verlopen, worden de programma’s op elkaar afgestemd en worden activiteiten ondernomen waarbij de leerlingen van beide locaties zijn betrokken. In de brugklassen geven we een bindend advies als het gaat om de te volgen opleiding. Blijkt een leerling zich later positief te ontwikkelen, dan kan de kans geboden worden om alsnog van stroom te veranderen. Maar ook het omgekeerde kan gebeuren.

Administratie en facilitaire dienst

De school heeft een centrale administratie evenals een centrale facilitaire dienst. Daarnaast heeft elke locatie zijn eigen administratieve ondersteuning. De beide centrale diensten zijn gehuisvest op de locatie Harderwijk. Op onze site staat onder contact gedetailleerd aangegeven wie waarover benaderd kan worden.

11


Onderwijs in schema:

alleen RSG Levant

beide locaties

12

alleen RSG Slingerbos


3.2

Toelating

sprake is van externe opdrachtgevers (dit laatste alleen op RSG Slingerbos). Voor leerlingen die in aanmerking willen komen voor de kunstbreedklas geldt een selectieprocedure door het maken van een creatieve opdracht.

Om toegelaten te worden tot onze school is er een positief advies van de basisschool nodig. Daarbij wordt het door de basisschool geadviseerde niveau gevolgd. Als uit de CITO-eindtoets een hoger niveau blijkt, kan in overleg met de basisschool en de ouders/verzorgers van de leerling tot een hoger plaatsingsniveau besloten worden. Om toegelaten te worden tot het tweetalige vwo is een vwo-advies nodig. Ook voeren wij soms een gesprek met de leerlingen om te onderzoeken of zij voldoende gemotiveerd zijn om deze opleiding te volgen. De mate waarin deze leerlingen al de Engelse taal beheersen, speelt overigens geen rol bij de toelating. Voor toelating tot de sportklassen is een positief resultaat op de aanvullende sportieve toelatingstest noodzakelijk. Voor toelating tot het Technasium moet een leerling minimaal een havo/vwo-advies hebben en belangstelling voor techniek. Een oplossingsgerichte houding, doorzettingsvermogen en samenwerken zijn heel belangrijk. Soms wordt een toelatingsgesprek met de leerling gevoerd. Bij alle overige aanmeldingen beslist de teamleider van de brugklassen.

3.3

Vwo-leerlingen die een extra uitdaging aan willen gaan, kunnen kiezen voor tweetalig vwo. Aan het einde van het eerste leerjaar van het tweetalig vwo hoeft de keuze voor het vervolg van de schoolloopbaan door deze leerlingen niet gemaakt te worden. Zij zitten immers al vanaf het begin in de gekozen afdeling en zetten dat traject voort. RSG-breed is de algemene opleidingsvariant.

3.4

Mavo (= vmbo-tl)

Op onze school bieden we alleen het hoogste niveau van het vmbo aan: de Theoretische Leerweg. Deze opleiding duurt 4 jaar en bereidt in principe voor op het mbo (middelbaar beroepsonderwijs, hoogste niveau). Omdat vmbo-tl in veel regelgeving gelijk gesteld wordt aan mavo, gebruiken wij op de RSG gemakshalve de term mavo voor deze opleiding. Na de brugklas kunnen de mavo-leerlingen kiezen voor 3 stromen. De eerste stroom is RSG-breed. Deze stroom leidt leerlingen op voor het reguliere mavo-diploma. De tweede stroom is de sportklas. Ook deze stroom leidt op voor een regulier mavo-diploma, maar geeft de leerlingen ook de kans om zich bezig te houden met extra sport. Deze leerlingen krijgen tot 3 uur extra sport in de projecttijd. Alle mavo-leerlingen kunnen in de bovenbouw ook kiezen voor het schoolexamenvak LO2. De laatste stroom noemen we de ‘wereldklas’. De leerlingen krijgen dan vanaf klas 2 versterkt Engels. Dit betekent o.a. 1 lesuur extra Engels. Er is meer aandacht voor spreek- en luistervaardigheid en er zijn Engelstalige projecten. De leerlingen nemen in klas 3 deel aan het Angliaexamen en ontvangen een certificaat. In de wereldklas is er ruime aandacht voor internationalisering. De RSG is ervan overtuigd, dat dit aanbod onze leerlingen beter voorbereidt op het mbo en de leerlingen een sterkere positie op de arbeidsmarkt geeft. Op de mavo is extra tijd ingeruimd voor ondersteuningslessen. Aan de stroom RSG-breed zijn geen extra kosten verbonden. Voor de sporten wereldklas wordt wel een bijdrage aan de ouders gevraagd.

Brugklassen

De RSG werkt met een eenjarige brugperiode om de leerling in het begin te laten wennen aan de nieuwe school, aan nieuwe docenten en om te bepalen welke afdeling de meeste geschikte vervolgopleiding vormt. Omdat bij plaatsing in het eerste leerjaar van een groot aantal leerlingen nog niet precies duidelijk is welk type onderwijs voor hen het meest geschikt is, werken we in het eerste leerjaar met verschillende typen brugklassen: de mavo/havo- en de havo/vwo-brugklassen. Het onderwijs in deze klassen is zodanig ingericht dat het vanuit beide type brugklassen mogelijk is bevorderd te worden naar het hoogst aangeboden niveau. Op RSG Levant is een specifieke mavo-brugklas waar huiswerk maken onder toezicht deel uit maakt van het programma. Er zijn wel verschillende accenten mogelijk: een sportklas (m/h of h/v), een kunstbreedklas (m/h of h/v) of een Technasium (h/v). In het Technasium staat het vak onderzoeken en ontwerpen centraal, waarbij er

13


Onze leerlingen kiezen in het derde kwartaal van klas 2 een aantal vakken dat zij volgen in klas 3. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:  2 vakken kiezen uit de 3 sectorvakken: biologie, natuurkunde (nask1), economie,  1 vak kiezen uit de keuzevakken Duits, Frans en LO2,  1 vak kiezen uit de keuzevakken geschiedenis, aardrijkskunde en LO2. In de derde klas begint voor de mavo-leerlingen al hun examenprogramma. Ze maken toetsen die meetellen voor het schoolexamen.

sector gemeenschappelijk deel sectordeel (2 vakken) vet=verplicht vrije keuze (2 vakken)

7 examenvakken

techniek Engels + Nederlands + maatschappijleer wiskunde nask1 (natuurkunde) nask2 (scheikunde) economie geschiedenis aardrijkskunde biologie Duits Frans LO2 7

In het derde kwartaal van klas drie wordt een sector gekozen. Bovendien wordt dan een examenpakket gekozen. Er kan gekozen worden voor de sectoren techniek, zorg en welzijn, economie of landbouw. In de sector techniek zijn het vak nask 1 (=natuurkunde) en het vak wiskunde verplicht. In de sector zorg en welzijn is het vak biologie verplicht. In de sector economie is het vak economie verplicht. In de sector landbouw is wiskunde verplicht.

zorg en welzijn Engels + Nederlands + maatschappijleer biologie en wiskunde of aardrijkskunde of geschiedenis nask2 (scheikunde) economie geschiedenis aardrijkskunde Duits Frans wiskunde nask1 (natuurkunde) LO2 7

economie Engels + Nederlands + maatschappijleer economie en wiskunde of Duits of Frans nask2 (scheikunde) wiskunde geschiedenis aardrijkskunde biologie Duits Frans nask1 LO2 7

landbouw Engels + Nederlands + maatschappijleer wiskunde en nask1(natuurkunde) of biologie nask2 (scheikunde) economie geschiedenis aardrijkskunde biologie Duits Frans nask1 (natuurkunde) LO2 7

Opmerkingen:  Een combinatie van Duits met Frans is niet mogelijk.  nask1 kan alleen samen met wiskunde worden gekozen.  In de vierde klas krijgen de leerlingen bovendien nog lessen lichamelijke opvoeding, maatschappijleer en vaardigheden (zoals presentatietechniek). Leerlingen die na hun mavo-diploma liever willen doorstromen naar klas 4 havo, kunnen dat het beste al vroegtijdig kenbaar maken, bij voorkeur in de loop van klas 2; het kan zijn dat ze in dat geval andere pakketkeuzes moeten maken. Bovendien kan een leerling met het oog op deze wens en bij gebleken capaciteiten overwegen in klas 3 en 4 een extra vak te volgen. Omdat een extra vak niet altijd ingeroosterd kan worden, zal de leerling een groot deel zelfstandig moeten doen.

14


15


3.5

De onderbouw havo en vwo

De eerste 3 leerjaren havo en vwo vormen de onderbouw. De scholen hebben vrij veel vrijheid bij het inrichten daarvan. Voor het onderwijs in de onderbouw hebben we de intentie om de volgende ambities waar te maken:  afgestemd curriculum binnen leergebieden,  onderwijsaanbod met maatschappelijke relevantie,  onderwijs is gedifferentieerd naar niveau,  leerlingen krijgen ruimte om zelfstandig prioriteiten te stellen in hun leerproces,  docenten begeleiden leerlingen in vergroting van hun zelfstandigheid en het zelfstandig prioriteiten stellen in hun leerproces De nadruk in de onderbouw ligt sterk op kennen, kunnen en weten. Ook het leren studeren hoort erbij. Alle leerlingen volgen de vakken: Nederlands, Frans, Duits, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde, biologie, science, techniek of ontwerpen en onderzoeken (O&O), muziek, informatiekunde, beeldende vorming (tekenen en handvaardigheid) en lichamelijke opvoeding. Hoewel iedereen dezelfde vakken krijgt, zijn de moeilijkheidsgraad, het tempo en soms de aanpak per klas of jaarlaag van een afdeling verschillend. Naast genoemde vakken kunnen de leerlingen in klas 2 en 3 van het (t)vwo kiezen voor het (extra) vak ‘Latijn en cultuurgeschiedenis van de oudheid’. Leerlingen die hiermee verder willen gaan in de tweede fase, nemen dan aansluitend het vak CKV Klassiek.

16


3.6

Klas 3 havo en 3 vwo: een schakeljaar

Leren kiezen: Loopbaanoriëntatie en –begeleiding

Vanaf de eerste klas krijgen alle leerlingen gedurende het schooljaar activiteiten aangeboden die erop gericht zijn om leerlingen ‘loopbaancompetent’ te maken. Het gaat niet zozeer over de vraag wat de leerling wil worden, maar wél over de vraag wat hij of zij nodig heeft om de juiste vervolgkeuzes m.b.t. afdelingen, sectoren, leerwegen, profielen en vervolgopleidingen te maken. Hierbij wordt uitgegaan van vijf loopbaancompetenties; kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken. Om leerlingen loopbaancompetent te maken heeft elk leerjaar een eigen LOB-werkplan waarin tal van activiteiten zitten. Het gaat om activiteiten als een beroependag, speeddaten met beroepsbeoefenaren, een kwaliteitenspel en het bijwonen van studiebeurzen. Ook korte stages bij instellingen en bedrijven behoren tot het programma. In het keuzeproces wordt daarnaast met een computerprogramma gekeken waar de belangstelling van de leerling naar uit gaat en is het op facultatieve basis mogelijk om aan een test deel te nemen om dat nog scherper te krijgen. Bij het uitvoeren van de werkplannen spelen de mentoren en de decanen een belangrijke rol. Vanaf de tweede klas houdt elke mentor een paar keer per jaar met zijn of haar leerlingen een LOB-gesprek. Deze gesprekken lopen als rode draad door de activiteiten en leerjaren en zijn erop gericht om bovengenoemde loopbaancompetenties te bespreken.

Het derde leerjaar havo of vwo is een schakeljaar gericht op de bovenbouw. De manier van werken wordt gaandeweg anders, waarbij meer planningsvaardigheden van de leerlingen worden vereist. Toetsen gaan over grotere hoeveelheden lesstof. Op het vwo wordt er meer op inzicht getoetst, en wordt er aandacht besteed aan de inhoud van het vak in de bovenbouw. Er is veel aandacht voor het kiezen van het profiel en het vakkenpakket in de vierde klas. Met het oog hierop zijn de profielkeuzevakken economie en biologie in het derde leerjaar geplaatst. Leerlingen van beide locaties gaan verschillende activiteiten met elkaar ondernemen zoals projecten waarbij samenwerking essentieel is. Deze activiteiten zullen ertoe leiden, dat de leerlingen van RSG Levant al veel van hun toekomstige klasgenoten leren kennen.

3.7 3.7.1

Bovenbouw havo/vwo Het examentraject in de tweede fase

De bovenbouw van havo en vwo wordt sinds 1998 de Tweede Fase genoemd. In 2007 is de vernieuwde Tweede Fase van start gegaan. In de Tweede Fase kiezen leerlingen uit 4 profielen en diverse keuzevakken. Een profiel is een combinatie van vakken met een herkenbaar etiket: Cultuur & Maatschappij, Economie & Maatschappij, Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek.

17


Daarnaast is een aantal vakken voor alle leerlingen van de opleiding verplicht, het gemeenschappelijk deel. Verder mogen scholen nog andere

programma’s aanbieden zonder examen, hetzij als keuzemenu, hetzij als verplichting voor de leerlingen van onze school.

In Nederland stelt elke school met een havo- of vwo-bovenbouw een programma op met meer of minder keuzemogelijkheden volgens de indeling:

deel van het pakket: vakken in het gemeenschappelijk deel (verplicht) profielvakken (verplichte vakken en keuzevakken)

structuur van de Tweede Fase status: verplicht of keuze? examenvakken wettelijk bepaald, voor alle leerlingen gelijk. examenvakken

keuzevakken in het vrije deel

examenvakken

schooleigen programma

geen examenvakken

De meeste vakken worden afgesloten met een Centraal Examen (landelijk gelijk voor alle leerlingen), andere kennen alleen een Schoolexamen. Het Schoolexamen wordt door elke school met eigen toetsen afgenomen, waarbij wettelijke stofomschrijvingen en richtlijnen gevolgd worden. Het Eindexamen bestaat dus uit vakken die een eindcijfer Schoolexamen krijgen, en uit vakken waarvan het eindcijfer het gemiddelde is van het Schoolexamencijfer en het Centraal Examencijfer.

wettelijke richtlijnen, (verplichte profielvakken) met keuzes voor scholen (profielkeuzevakken). door de school te kiezen. Eén vak, verplicht voor leerlingen. school bepaalt verplichtingen en/of keuzemenu.

voor vwo 2 jaar). Echter, alle examenvakken komen op de uiteindelijke cijferlijst te staan en wegen mee in het eindexamen, soms als combinatiecijfer. In klas 4 begint het examentraject. Dit houdt in dat er ook al schoolexamentoetsen worden afgenomen.

Niet alle vakken zijn even groot. Sommige kleinere vakken, zoals maatschappijleer en ANW, duren dan ook slechts 1 jaar (CKV (klassiek)

18


De bovenbouw van de havo op de RSG is verder als volgt ingericht:

profiel

cultuur & maatschappij (CM)

economie & maatschappij (EM)

natuur & gezondheid (NG)

natuur & techniek (NT)

verplichte profielvakken

geschiedenis

het gemeenschappelijk deel havo (voor alle leerlingen verplicht) Nederlandse taal en literatuur Engelse taal en literatuur maatschappijleer culturele & kunstzinnige vorming lichamelijke opvoeding profielwerkstuk de havo-profielen op de RSG profielkeuzevakken keuzevakken vrije deel 1 vak kiezen uit: Duits of Frans 1 vak kiezen uit: aardrijkskunde maatschappijwetenschappen en 1 vak kiezen uit: muziek kunst – beeldende vormgeving Duits, Frans

1 vak kiezen uit: Duits Frans aardrijkskunde economie bewegen, sport & maatschappij (BSM) maatschappijwetenschappen wiskunde A 1 vak kiezen uit: aardrijkskunde 4) informatica 1),2),3) bewegen, sport & maatschappij (BSM) management & organisatie (M&O) 4) kunst - beeldende vormgeving muziek, biologie maatschappijwetenschappen 1)

economie geschiedenis

1 vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B 1),2) 1 vak kiezen uit: aardrijkskunde 4) Duits 3), Frans 2), maatschappijwetenschappen 1) management & organisatie (M&O) 4)

biologie scheikunde

1 vak kiezen uit: wiskunde A wiskunde B 2) 1 vak kiezen uit: aardrijkskunde natuurkunde 2) onderzoek en ontwerpen 5)

1 vak kiezen uit: Duits 5), Frans 2),5) economie, informatica bewegen, sport & maatschappij (BSM) kunst - beeldende vormgeving 5) muziek, onderzoek en ontwerpen 5)

wiskunde B natuurkunde scheikunde

1 vak kiezen uit: wiskunde D informatica 3) onderzoek en ontwerpen

1 vak kiezen uit: biologie Duits 3) economie, informatica 3) kunst - beeldende vormgeving muziek, wiskunde D onderzoek en ontwerpen

19


Opmerkingen bij de havo-keuzes: De vakken informatica, bewegen sport & maatschappij, onderzoek en ontwerpen, wiskunde D kennen wel een Schoolexamen, maar geen Centraal Examen. Met de keuze voor het vak O&O wordt gekozen voor de profilering Technasium. Hier zijn extra kosten aan verbonden. Aan de keuze voor het vak BSM zijn extra kosten verbonden. 1) 2) 3) 4) 5)

Combinatie Combinatie Combinatie Combinatie Combinatie

N.B.

van van van van van

maatschappijwetenschappen met informatica of met wiskunde B is niet mogelijk. Frans met natuurkunde, wiskunde B of informatica is niet mogelijk. Duits met informatica is niet mogelijk. aardrijkskunde met management en organisatie is niet mogelijk. onderzoek en ontwerpen met kunst - beeldende vormgeving, muziek, Frans of Duits is binnen het profiel NG niet mogelijk.

Afhankelijk van het aantal aanmeldingen kan de school bepalen het keuzevak al dan niet aan te bieden.

3.7.2

Bovenbouw vwo

Ook voor het vwo kan de school de Tweede Fase een schooleigen gezicht geven. De RSG doet dat als volgt: het gemeenschappelijk deel vwo (voor alle leerlingen verplicht) Nederlands Engels Frans of Duits maatschappijleer culturele & kunstzinnige vorming (CKV) of CKV klassiek lichamelijke opvoeding algemene natuurwetenschappen (ANW) profielwerkstuk maatschappijleer, CKV/CKV klassiek, LO en ANW kennen alleen een Schoolexamen.

20


profiel

cultuur & maatschappij

verplichte profielvakken

geschiedenis wiskunde A/C

de vwo-profielen op de RSG profielkeuzevakken

1 vak kiezen uit: aardrijkskunde economie en 1 vak kiezen uit: filosofie Duits Frans 1 vak kiezen uit: aardrijkskunde Duits Frans management & organisatie

keuzevakken vrije deel 1 vak kiezen uit: Duits Frans aardrijkskunde economie filosofie

1 vak kiezen uit: aardrijkskunde management & organisatie filosofie informatica 1 vak kiezen uit: 1 vak kiezen uit: natuurkunde wiskunde A 1) of wiskunde B economie natuur & biologie 1 vak kiezen uit: filosofie 2) gezondheid scheikunde aardrijkskunde 2) informatica natuurkunde natuur, leven & technologie 1),2) onderzoek en ontwerpen 2) aardrijkskunde 2) onderzoek en ontwerpen 2) 1 vak kiezen uit: 1 vak kiezen uit: wiskunde B biologie, informatica natuur & wiskunde D 2) natuurkunde natuur, leven & technologie 2) techniek natuur, leven & technologie 2) scheikunde wiskunde D 2) onderzoek en ontwerpen 2) onderzoek en ontwerpen 2) De vakken informatica, NLT, onderzoek en ontwerpen, wiskunde D kennen wel een Schoolexamen, maar geen Centraal Examen. Het vak O&O kan alleen gekozen worden in de profilering Technasium. Aan die profilering (zie elders) zijn extra kosten verbonden. economie & maatschappij

wiskunde A economie geschiedenis

1) combinatie van wiskunde A met natuur, leven en technologie is binnen het profiel NG niet mogelijk, 2) combinatie van onderzoek en ontwerpen met aardrijkskunde, filosofie, natuur leven en technologie of wiskunde D is niet mogelijk. N.B. Afhankelijk van het aantal aanmeldingen kan de school bepalen het keuzevak al dan niet aan te bieden.

21


3.8

Internationalisering

Contact met leeftijdsgenoten in het buitenland. Dit gebeurt door brieven/email-contacten, korte en lange uitwisselingsreizen, waarbij onze leerlingen worden ondergedompeld in het leven en de cultuur van buitenlandse leerlingen en andersom. RSG Slingerbos | Levant beschikt over een netwerk van buitenlandse scholen waarmee wordt samengewerkt.

Nederland is een klein land met veel buitenland. Globalisering maakt dat steeds meer bedrijven en studies op andere landen binnen en buiten Europa georiënteerd zijn. Het is belangrijk dat jonge mensen daar al vroeg op voorbereid worden. Met kennis van de cultuur van andere landen en met begrip en respect voor andere mensen met andere leefgewoontes, zullen ze zich moeiteloos in Europa en de wereld om zich heen kunnen bewegen. RSG Slingerbos | Levant stimuleert leerlingen hun horizon te verbreden. Dat is niet alleen interessant, ze ontwikkelen ook een voorsprong bij de talen en ze vergroten hun kansen op de internationale arbeidsmarkt.

Al zo’n tien jaar neemt onze school deel aan Comenius projecten. Daarbij wordt gedurende twee jaar over een bepaald onderwerp samengewerkt met scholen uit verschillende landen. Tijdens projectbijeenkomsten in alle betrokken landen worden de resultaten gepresenteerd en samengevoegd. Deze projecten worden gefinancierd door het Europees Platform.

RSG Slingerbos | Levant maakt deel uit van het landelijke Elos netwerk. Elos betekent ‘Europa als leeromgeving op scholen’. Het is een internationale leerroute, die leerlingen optimaal voorbereidt op een internationaal georiënteerde toekomst.

We streven naar een doorlopende leerlijn internationalisering vanaf de brugklas tot aan het eindexamen. Iedere leerling die aan de standaard-vereisten voldoet ontvangt aan het eind van de onderbouw een schooleigen certificaat. En bij het einddiploma wordt een tweede schooleigen eindcertificaat uitgereikt.

Elos biedt een aantal internationaliserings-standaarden. Deze zijn aangepast aan het niveau van Mavo, Havo en (T)VWO. De leerlingen in de internationaliseringsstroom, de wereldklassen, ontwikkelen de volgende kennis en vaardigheden: taalvaardigheid in het Engels en (het liefst) in een tweede moderne vreemde taal volgens het Europees referentiekader voor talen. Dit is verschillend per schooltype. Dit bereiken we door verschillende vakken in het Engels les te geven. Bij de andere talen wordt zoveel mogelijk in de doeltaal zelf lesgeven. Het extra Engels wordt met een internationaal erkend Anglia-examen afgesloten. Kennis van Europa en de wereld. Dit gebeurt door middel van vakoverstijgende Europese en internationale modules in projecttijd. Bij de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, economie, maatschappijleer en de talen wordt speciale aandacht aan internationale onderwerpen besteed. Ook zijn er excursies, o.a. naar Brussel. In de bovenbouw wordt een sectorwerkstuk of een profielwerkstuk over een internationaal onderwerp geschreven.

3.9

Tweetalig vwo

3.9.1 Onderbouw tvwo

Tijdens de eerste 3 jaar krijgen de leerlingen meer dan de helft van de uren les in het Engels. Het betreft de vakken: Engels, wiskunde, informatiekunde, biologie, science, aardrijkskunde, geschiedenis, LO, tekenen en handvaardigheid (ACD) en natuurkunde. Daarnaast is er een breed scala aan specifieke tto-activiteiten. Enkele voorbeelden zijn: High tea, Phileas Fogg theatre company die een Engelstalige voorstelling met de leerlingen uitvoert en de Junior Speaking Competition. Bovendien maken diverse studiebezoeken/excursies naar Engeland (o.a. Newcastle en York) onderdeel uit van het tvwo-programma.

Europese en internationale oriëntatie en internationalisering is naast Engelse taalverwerving de tweede belangrijke pijler binnen het tvwo. Wij

22


3.9.2

Bovenbouw tvwo

Het tweetalige programma in de vierde klas bestaat in de eerste plaats uit het versterkte programma voor Engels. Daarnaast krijgen de 4T-leerlingen de Engelstalige variant van het vak ANW en maatschappijleer. In klas 5 en 6 van het tvwo volgen de leerlingen bij het vak Engels de Language Literature course van het IBO (International Baccalaureate Organization). Leerlingen volgen daarmee een cursus op native speaker niveau waarin taal in al zijn aspecten centraal staat. Voor de LangLit course is een zeer goede taalbeheersing noodzakelijk. Bovendien wordt leerlingen geleerd kritisch te denken om ze voor te bereiden op een universitaire studie. Een Language Literature diploma geeft in veel landen vrijstelling voor het afleggen van een taaltoets wanneer een leerling aan een buitenlandse universiteit wil studeren. Het IB-programma voor Engels is een programma dat bovenop het reguliere vwo-programma Engels komt. Leerlingen doen dus ook examen in het reguliere schoolvak Engels. verwachten van de leerlingen dat zij aan het einde van de derde klas aantoonbaar kennis hebben verworven over ontwikkelingen in Europa en de wereld. In de lessen en tijdens projecten wordt daar aandacht aan besteed. In het kader van ons Comenius-project worden er diverse onderwijskundige projecten uitgevoerd waarbij nauw wordt samengewerkt met verschillende partnerscholen in Europa. Een derde pijler binnen het tvwo is het aanleren van academische vaardigheden, zoals kritisch denken, onderzoek doen en argumenteren. Dit gebeurt vooral in projecttijd.

Eveneens in klas 5 en 6 krijgen tto-leerlingen de mogelijkheid tot het volgen van nog een ‘Pre-U’ vak: Global Perspectives and Research (GPR). Dit vak wordt aangeboden via Cambridge en is een vakoverstijgende cursus waarbij vraagstukken vanuit verschillende (globale) invalshoeken worden bekeken. In de lessen in klas 5 zal een bepaalde manier van analyseren en interpreteren aangeleerd worden, the Critical Path. In dat jaar zitten 3 examenonderdelen die –indien succesvol afgerond- leiden tot het halen van het certificaat van Global Perspectives op AS-level. Vervolgens krijgt een geselecteerde groep leerlingen de mogelijkheid om in klas 6 een eigen onderzoek te doen volgens de methode aangeleerd in klas 5. Dit onderzoek leidt dan, in combinatie met de 3 examens in de vijfde klas, tot het behalen van het certificaat voor Global Perspectives and Research op een A-level niveau. Het onderzoek in klas 6 komt dan in plaats van het reguliere profielwerkstuk dat in klas 6 gemaakt wordt.

De onderdompeling in de Engelse taal staat borg voor een beheersing van die taal op hoog niveau. Aan het eind van klas 3 moet 80% van onze leerlingen B2 gehaald hebben volgens het Europees Referentie Kader. Om dat niveau aan te tonen werken we met het Cambridge Checkpoints examen van Cambridge International Education dat in april van het derde leerjaar wordt afgenomen.

Verder zijn er in de bovenbouw verschillende activiteiten voor ttoleerlingen. In klas 4 bijvoorbeeld staan we stil bij de Dag van de Talen. De tweetalige leerlingen verzorgen (veelal op hun oude basisschool) voor

23


leerlingen van groep 8 een gevarieerd programma met Engelstalige activiteiten. Ook komt het Engelse theatergezelschap Phileas Fogg nog een keer langs in klas 4 en doen de 4T-ers, samen met scholen uit ons regionale tto-netwerk, mee met de Highland Games. Een onderdeel van de tweetalige bovenbouw in klas 5 is de internationale stage oftewel I-WORK. In het voorjaar gaan leerlingen individueel op stage in een Engelstalige omgeving bij een organisatie naar eigen keuze. Naast praktisch werk doen zij ook onderzoek, waarvan zij bij terugkeer verslag doen. Het project mondt uit in een presentatie op een speciaal daarvoor opgezette avond. Het geheel wordt begeleid door ouders van deze groep 5 tvwo-ers. In de examenklas volgt dan de afsluiting van het tweetalige programma door het schrijven en presenteren van het profielwerkstuk in het Engels en natuurlijk het IB-examen.

24


3.9.3

in de wereldklas alle onderdelen voldoende hebben afgesloten, ontvangen een ‘wereldklas-junior-certificaat’.

Mavo-wereldklas en havo-wereldklas

Globalisering, mondialisering, Europese Unie… Vrijwel ieder Nederlands bedrijf opereert op een internationale markt. Er is bijna geen studie zonder internationale aspecten. Leren, werken, leven in het buitenland, vrijwel iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Het is onze taak de leerlingen wegwijs te maken in de steeds veranderende wereld. Op RSG Slingerbos | Levant verleggen we de grenzen. Hier kun je een internationale leerroute volgen. In de tweede klas van de mavo en de havo kunnen de leerlingen kiezen voor de wereldklas. De wereldklas is bedoeld voor leerlingen die geïnteresseerd zijn in de wereld om hen heen en in andere culturen. Door actieve contacten met leeftijdsgenoten in het buitenland leren de leerlingen het leven en de gewoonten in andere landen kennen en krijgen ze de mogelijkheid aspecten van hun eigen cultuur aan anderen te laten zien. Zo ontwikkelen ze respect en tolerantie voor de wereld om hen heen. In de wereldklas (mavo en havo) wordt een aantal vakken in het Engels aangeboden. Doel hiervan is om de Engelse taal te versterken. Daarnaast worden Duits en Frans ook in de doeltaal aangeboden, ook tijdens projecten. Het accent in de wereldklas ligt dus niet alleen op het aanleren en versterken van/door extra Engels, maar ook op de toepassing van vreemde talen in diverse internationaal georiënteerde projecten. In de tweede en derde klas hebben de leerlingen diverse contacten met leeftijdgenoten in het buitenland. Er zijn brief- en e-mailprojecten, korte excursies naar buurlanden die voorbereid worden en bijvoorbeeld een langere uitwisseling met een school in Denemarken (havo). Daarom is het handig als een wereldklas-leerling interesse heeft in moderne vreemde talen. Verder wordt in een aantal projecten aandacht besteed aan kennis van Europa, waaronder de Europamarkt, waar de leerlingen, als onderdeel van een groot aardrijkskundeproject, in groepjes alle landen van de EU presenteren. Ook nemen de leerlingen deel aan een Engelstalige workshop en theatervoorstelling.

Mavo De leerlingen nemen in klas 3M deel aan het Anglia-examen op eigen niveau en ontvangen een internationaal erkend certificaat wanneer zij daarvoor geslaagd zijn. De leerlingen bereiden zich tijdens de projecttijd voor op dit examen. Daarnaast bestaat de projecttijd in 3M uit Europaprojecten. Verder bestaat de mogelijkheid om met het sectorwerkstuk in 4M mee te doen aan de ELOSsectorwerkstukkenwedstrijd. Havo De leerlingen nemen in klas 4H deel aan het Anglia-examen en ontvangen wanneer zij daarvoor geslaagd zijn, een internationaal erkend certificaat. De leerlingen bereiden zich tijdens de projecttijd voor op dit examen. Daarnaast bestaat de projecttijd in 4H uit de voorbereiding van de uitwisselingsweek en de voorbereiding van het profielwerkstuk over een internationaal onderwerp. In 5H wordt het profielwerkstuk afgerond en gepresenteerd. Als aan alle vereisten voor de wereldklas is voldaan, ontvangen de leerlingen een schooleigen Wereldklas certificaat bij het einddiploma. Kosten Aan de wereldklas zijn jaarlijks extra kosten verbonden. Wat deze kosten zijn, kunt u vinden bij de financiële informatie elders in deze schoolgids.

3.10 Sportklassen In een sportklas krijgen de leerlingen naast de gewone lessen, extra lesuren per week sport. Een klas waarin ook veel geleerd over de sport(en). Een klas waar, buiten het lesrooster om, nog extra activiteiten zijn, waar de sportklasleerlingen een aantal keer per jaar ‘op stap’ gaan. Kortom een klas waarin sport en studie gecombineerd worden. De sportklassen in de brugklas zijn er op mavo/havo- en op havo/vwoniveau en op onze beide locaties (Harderwijk en Zeewolde).

Elke leerling houdt zelf een portfolio bij en kan daarmee aantonen welke ontwikkeling hij doormaakt. De leerlingen die aan het eind van 3H en 3M

25


De sportklassen zijn voor leerlingen die sportief zijn, kennis willen maken met veel verschillende sporten en die studeren en sport willen en kunnen combineren. In een sportklas leren zij ook samenwerken, organiseren, improviseren, omgaan met verschillen en leiding geven. Allemaal dingen die later in werk, studie en vrije tijd voordeel opleveren. In het lesprogramma komen veel zaken op het gebied van sport en bewegen aan de orde. Bewegen: bij spelsporten, turnen, atletiek, dans en muziek, zelfverdediging, outdooractiviteiten enzovoort. Organiseren: door activiteiten rond sport en bewegen te organiseren en als scheidsrechter te functioneren. Theorie: over spelregels, EHBO, omgaan met materiaal, voeding en een gezonde leefstijl. De lessen en de extra activiteiten doen we niet alleen in school. We gaan ook regelmatig naar bijzondere sportlocaties zoals de golfbaan, een klimhal, een skihal, op de bosrijke Veluwe of op het water! Het speciale onderwijsaanbod in de sportklassen vindt plaats in de onderbouw. In de bovenbouw is een voortzetting mogelijk met LO2 in 3 en 4 mavo of Bewegen Sport en Samenleving (BSM) in 4 en 5 havo als (sport-)examenvak.

3.11 Technasium Het Technasium is voor leerlingen die verder kijken dan hun neus lang is en die de wereld om ons heen willen begrijpen. Binnen het vak O&O (onderzoek en ontwerpen) krijgen ze echte problemen voorgeschoteld van echte opdrachtgevers. Deze problemen worden normaal opgelost door bèta-technici, maar nu werken zij met hun klasgenoten aan deze opdrachten. Vaak wordt er dan een ontwerp opgeleverd in de vorm van een 3D-schaalmodel (maquette) of tekening, maar ook worden er onderzoeksresultaten gepresenteerd in de vorm van een adviesrapport of reclamecampagne. Ook wordt er onderzoek gedaan om een bepaald probleem helder te krijgen en op zoek te gaan naar de beste oplossing. De opdrachtgever beoordeelt samen met de docent de resultaten op basis van bruikbaarheid en inventiviteit. Het Technasium is echter meer: de leerlingen ontwikkelen vaardigheden zoals samenwerken, kennisgerichtheid en plannen en organiseren. Door reflectie en feedback op het groepswerk leren zij hun ontwikkelpunten kennen en gaan ze hiermee aan de slag. Hierop worden de leerlingen ook beoordeeld.

Naast de sportklassen heeft de RSG voor (aankomende) topsporters extra begeleiding en faciliteiten in het Talent-op-School-traject.

26


Leerlingen met een havo- of vwo-advies kunnen kiezen voor het Technasium. Het Technasium is niet mogelijk in combinatie met TTO of sportklas. Ook wanneer een leerling in een mavo/havo-brugklas wordt geplaatst is direct deelnemen aan het Technasium niet mogelijk. In 2 havo of 2 VWO is het mogelijk in te stromen in het Technasium. Er wordt dan wel gekeken naar de geschiktheid op basis van studieresultaten en studiehouding. In de bovenbouw van havo en VWO is O&O keuzevak binnen het NT- en NG- profiel. In het eindexamenjaar wordt het Technasium afgesloten met een zogenaamde meesterproef. Voor toelating in de 2e of 4e klas is een toelatingsgesprek nodig.

3.12 RSG-breed RSG-breed is de opleiding voor leerlingen die graag met van alles willen kennis maken. Dan is een opleiding met een duidelijk accent, zoals sport, tweetalig, of Technasium niet zo’n logische keuze. De RSG is een paar jaar geleden van een 50-minuten rooster overgestapt op een 45-minuten rooster. En al die stukjes van 5 minuten zijn bij elkaar opgeteld en weer in de vorm van speciale lessen of projecten ingezet. De sportklassen krijgen in die tijd dus extra sport, de tweetalige opleidingen extra Engels, en het Technasium het vak ‘onderzoek en ontwerpen’. Maar als een leerling kiest voor RSG-breed, dan wordt deze tijd met allerlei verschillende activiteiten gevuld. Sinds schooljaar 2012-2013 is het mogelijk om deel te nemen aan KUNSTbreed, bestemd voor leerlingen met veel belangstelling voor kunst en cultuur. Tijdens de projecturen is voor deze leerlingen een apart programma beschikbaar. Hiervoor is een extra toeslag verschuldigd. Geeft een leerling bij het inschrijven voor de RSG geen aparte voorkeur op, dan kom deze automatisch bij RSG-breed terecht. En dat geldt voor alle afdelingen, dus mavo, havo of vwo. Voor RSG-breed zijn geen extra toeslagen verschuldigd.

geïnvesteerd. Via een glasvezelverbinding maakt RSG Levant gebruik van het serverpark dat in Harderwijk is ingericht. Zowel in Harderwijk als in Zeewolde is een draadloos netwerk. Alle RSGleerlingen kunnen overal met een eigen code inloggen. In Harderwijk is een volkomen vernieuwd Open Leer Centrum (OLC). Vanaf schooljaar 2015-2016 beschikken zowel de brugklasleerlingen als de tweede en derde klas leerlingen over iPads. Deze zullen ingezet worden als ondersteuning in lessen. Een groep docenten houdt zich bezig met de ontwikkeling van digitaal lesmateriaal. In Zeewolde is een mediatheek met computerwerkplekken; twee klassen kunnen er eventueel onafhankelijk van elkaar in terecht. De school werkt met een elektronische leer omgeving (ELO) met de naam “It’s learning”. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld bij vakken opdrachten zien, studiewijzers raadplegen en allerlei tips vinden. Of ze sturen hun (practicum)verslagen naar hun docent, waarna ze later in de ELO hun beoordeling kunnen zien. Ook het afnemen van enquêtes is een optie. Sommige leerlingen gebruiken dat om een onderzoek mee uit te voeren.

3.13 Onderwijs en ICT ICT is niet meer weg te denken uit het onderwijs, dus ook niet op RSG Slingerbos | Levant. Op beide locaties is stevig in ICT-voorzieningen

27


4 Leerlingbegeleiding

3.14 Rekenonderwijs 4.1

Omdat vanaf het examenjaar 2016 de rekentoets een verplicht en meetellend onderdeel is van het examenprogramma, heeft de RSG het rekenonderwijs een structurele plek gegeven. Brugklasleerlingen krijgen rekenen als vak aangeboden. In de jaren daarna werken ze met het programma “Got It”, dat de leerlingen een individueel rekenprogramma aanbiedt op basis van de instaptoets die ze hebben gemaakt. De mentor ziet erop toe dat de leerlingen hun rekenvaardigheid onderhouden. Leerlingen die desondanks extra aandacht nodig hebben, worden geholpen door rekencoaches. In het voorexamenjaar doen de leerlingen de eerste van maximaal vier pogingen om voor de rekentoets een voldoende te halen. In het eindexamenjaar hebben zij nog drie kansen. De rekentoets moet met een voldoende afgesloten worden omdat de leerling zonder die voldoende geen diploma ontvangt.

Vooraf

Bij de begeleiding van onze leerlingen hebben we oog voor het ‘leren leren’, voor de sociaal emotionele ontwikkeling die een leerling doormaakt, en voor het keuzeproces waar een leerling gedurende zijn/haar schoolloopbaan mee te maken krijgt. De RSG heeft dan ook een uitgebreide begeleidings- en ondersteuningsstructuur: leerlingen kunnen met een veelheid van problemen en vragen terecht bij hun mentoren of daarvoor speciaal opgeleide medewerkers. Daarnaast maken we, zo nodig, gebruik van externe deskundigen vanuit het samenwerkingsverband NoordwestVeluwe en gemeentelijke jeugdzorg. Elke docent heeft in zijn vaklessen een taak in de leerlingbegeleiding, maar de mentor is altijd het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders.

3.15 Faciliteiten

4.2

RSG Slingerbos bezit een gloednieuwe aula die voor diverse doeleinden wordt gebruikt. Daarnaast beschikt de school over een prachtig auditorium. De aula van RSG Levant is nog steeds de grootste zaal van de gemeente Zeewolde, voorzien van een podium en een perfecte geluidsinstallatie. Op beide locaties zullen dan ook regelmatig leerlingen het podium betreden voor optredens in het kader van een talentenjacht, uitvoering door het schoolorkest, een musical of dramaworkshop. Omdat we willen tonen wat onze leerlingen kunnen, worden op beide locaties ook allerlei creatieve uitingen in de school tentoongesteld: tekeningen, schilderingen, driedimensionaal werk en projecten. Leerlingen die in de bovenbouw kiezen voor creatieve vakken zullen zeker regelmatig moeten laten zien wat ze kunnen. De school is in feite één grote expositieruimte. RSG Slingerbos heeft eigen sportvelden en gymzalen. RSG Levant maakt gebruik van sporthal De Horst en de sportvelden van een aantal verenigingen uit Zeewolde. Deze liggen allemaal vlakbij de school.

In iedere brugklas bieden we de leerlingen extra begeleiding door 2 mentoren per brugklas in te zetten (m.u.v. tvwo en een sportklas op het Slingerbos). Hierdoor begeleidt een brugklasmentor in principe nooit meer dan 15 leerlingen. De brugklasmentor bezoekt de leerling en zijn/haar ouders ook thuis. Daardoor leert de mentor de leerling nog beter kennen en kan er optimaal geadviseerd worden over het vervolgtraject. Bovendien organiseren we diverse activiteiten om de brugklassers vertrouwd te maken met de school en met elkaar.

4.3

Begeleiding in de brugklas

Begeleiding in de onderbouw

Vanaf klas twee heeft iedere klas één mentor. De mentor ziet toe op een goede studievoortgang van de leerlingen in zijn klas. Hij/zij houdt de ouders regelmatig op de hoogte van de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast spreekt de mentor de ouders geregeld in de 10minutengesprekken.

28


De sociaal-emotionele begeleiding is ook in handen van de mentor. De mentor heeft daarbij tevens een belangrijke signaalfunctie. Soms is het nodig dat op dat vlak speciale leerlingbegeleiders worden ingeschakeld.

4.4

Vanzelfsprekend is er ook een aantal regels opgesteld hoe we zó met elkaar willen omgaan dat de school een prettige plaats is en blijft. Voor docenten is een integriteitscode opgesteld. De integriteitscode van RSG Slingerbos | Levant bevat geen geboden of verboden, maar geeft richting aan het beoogd gedrag van medewerkers en leerlingen. Zowel medewerkers als leerlingen van RSG Slingerbos | Levant worden geacht zich aan de algemene fatsoensnormen te houden. Medewerkers zijn professionals en hebben een voorbeeldfunctie. Zij zijn zich daar voortdurend van bewust. Zowel onder als buiten werktijd zullen zij zich in contact met leerlingen en collega’s hiernaar gedragen. Samenwerking is gebaseerd op gezamenlijke verantwoordelijkheid en onderling respect. Dit geldt ook op het gebied van social media. Iedereen die deel uitmaakt van RSG Slingerbos | Levant draagt er niet alleen zorg voor zelf waardenvol te handelen, maar is ook verantwoordelijk voor het overbrengen van deze waarden op zijn/haar omgeving. De integriteitscode biedt ruimte om elkaar te allen tijde aan te spreken op verantwoordelijkheden.

Begeleiding in de bovenbouw

4.4.1 Grotere zelfstandigheid Ook in de bovenbouw heeft iedere leerling een mentor die als spil fungeert in de begeleiding en het aanspreekpunt is voor de ouders. Het karakter van het mentoraat is gericht op een grotere eigen verantwoordelijkheid van de leerling voor het leerproces. De mentoren begeleiden elk een beperkte groep leerlingen, zodat de aandacht persoonlijk en frequent is. In de onderbouw is er een duidelijk klassenverband: de hele schoolweek volg je samen met je klas alle lessen. Maar in de bovenbouw varieert de samenstelling van de groepen steeds door verschillen in vakkenpakketten. Een ander verschil met de onderbouw vormen de tussenuren die in de bovenbouw ontstaan door verschillende vakkenpakketten waardoor niet iedere leerling ieder uur een ingeroosterde les heeft. Tijdens deze uren zijn de leerpleinen voor rustig studeren toegankelijk. Ook het Open Leer Centrum (OLC) of de mediatheek bieden deze mogelijkheid als een leerling een computer, internet of een stille werkplek nodig heeft.

4.4.2

4.6

Er zijn leerlingen die extra hulp en steun nodig hebben. Er is aandacht en hulp voor deze leerlingen. In de eerste plaats is er de mentor die aanspreekbaar is, vooral bij problemen in de klas. Op het moment dat de ondersteuning die de mentor vraagt aangevuld moet worden met andere begeleiding, wordt deze via ons Intern Ondersteuningsteam op de leerling ingezet. Voor sommige heel persoonlijke problemen zijn er contactpersonen aangesteld die speciaal geschoold zijn om met emotionele en sociale problemen om te gaan: zorgcoördinatoren, orthopedagoog, counselors en vertrouwenspersonen. Zij zijn ook het directe aanspreekpunt wanneer het om problemen op het gebied van (seksuele) intimidatie gaat. In het geval van een klacht adviseren zij de klager of klaagster over de procedure die moet worden gevolgd en verlenen zij hierbij de nodige ondersteuning.

Meer samenwerking

Samenwerking tussen leerlingen wordt steeds belangrijker. Niet alleen thuis, maar ook tijdens lessen en gedurende tussenuren is het van belang om met anderen te studeren, vragen en opdrachten uit te wisselen en verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar.

4.5

Schoolondersteuningsprofiel

Een veilige school

De school moet een veilige plaats zijn voor alle betrokkenen. Daarom voeren we een actief beleid om pesten tegen te gaan en wordt in het algemeen veel aandacht besteed aan sociale vaardigheden en omgaan met elkaar. Ook hebben we voor beide locaties afspraken met de politie die vastgelegd zijn in een convenant “De Veilige School”.

Andere mogelijkheden

Bij vragen of klachten over ongewenste intimiteiten kunnen ouders of leerlingen ook extern advies inwinnen bij de door de overheid aangestelde

29


vertrouwensinspecteur. Deze is op werkdagen te bereiken onder telefoonnummer: 0900-1113111. Leerlingen kunnen bij problemen (anoniem) bellen met de kindertelefoon 0800-0432 (365 dagen per jaar van 14.00 uur – 20.00 uur). Gaat het over pesten, dan is www.pestweb.nl een goede start. Er is bovendien een pestprotocol aanwezig.

4.7

Als deze route in beeld komt dan neemt de zorgcoördinator of begeleider in overleg met de ouders/verzorgers daarin de eerste stappen.

Professionele hulp

De medewerkers van ons ondersteuningsteam kunnen niet alle situaties passende ondersteuning bieden. Zij weten dan wel de weg naar andere, professionele hulpverleners, zoals de schoolarts of een maatschappelijk werker. Deze professionals vormen samen het Zorg Interventie Advies Team (ZIAT), dat regelmatig bijeenkomt om leerlingen met ernstige problemen te bespreken en zo nodig te helpen. Ouders/verzorgers zijn geïnformeerd op het moment dat hun zoon/dochter besproken wordt in dat overleg.

4.8

Externe vertrouwenspersoon

Als externe vertrouwenspersoon functioneert voor de RSG: de heer H. Riphagen, IJsselgroep educatieve dienstverlening, telefoon 088-0931171, mobiel 06-41796466.

4.9

Problematisch gedrag

Ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen kan het toch zo zijn dat een leerling in een klas niet te handhaven is, omdat hij voor zichzelf en zijn omgeving voortdurend negatief bezig is. Het kan zijn dat de school dan kiest voor een overplaatsing naar de andere locatie om daar in een andere omgeving weer een nieuwe start te maken. Een andere mogelijkheid is dat de leerling enige tijd buiten school zijn opleiding vervolgt. Daarvoor zijn in het samenwerkingsverband Noord West Veluwe, waar de RSG deel van uitmaakt, afspraken gemaakt en voorzieningen gerealiseerd (zoals het Onderwijs Zorg Centrum, waar op de grens van jeugdhulpverlening en onderwijs extra ondersteuning geboden wordt).

30


Ouders/verzorgers met een kind dat op deze wijze het reguliere onderwijs kan en wil volgen, kunnen bij de interne begeleiders terecht voor de mogelijke aanvraag van een ondersteuningsarrangement. In ons schoolondersteuningsprofiel hebben we beschreven hoe we Passend Onderwijs op de RSG hebben vormgegeven.

4.10.2 Dyslexie en andere lees- en spellingproblemen Dyslectische leerlingen met een officiële verklaring, afgegeven door een BIG-geregistreerd orthopedagoog, hebben recht op Remedial Teaching. In de brugklas is deze ondersteuning structureel, in de hogere leerjaren op verzoek en kortdurend. De RT is erop gericht om om te leren gaan met de dyslexie bij alle verschillende vakken. Afspraken en werkwijze omtrent dyslexie zijn opgenomen in het dyslexiebeleidsplan “De dyslecticus bestaat niet”. Aan de RT op school zijn geen extra kosten verbonden. Al onze brugklassers doen in de maand oktober mee aan een screening naar lees- en spellingproblemen. Deze screening is onderdeel van het Protocol Dyslexie VO. De resultaten van de screening bepalen of leerlingen extra ondersteuning voor lezen en/of spelling nodig hebben. Als na drie maanden blijkt dat er geen sprake is van significante vooruitgang, kan besloten worden om bij deze leerling een vooronderzoek naar dyslexie af te nemen. De resultaten van dat onderzoek bepalen of de leerling doorgestuurd wordt naar een orthopedagoog voor een officieel dyslexieonderzoek. De RSG werkt hier samen met de Orthopedagogische Praktijk Ermelo (OPE). De kosten van dit onderzoek worden door de ouders betaald.

4.10.3 Dyscalculie

4.10 Passend onderwijs

Dyscalculische leerlingen met een officiële verklaring, afgegeven door een BIG-geregistreerd orthopedagoog, kunnen bij RT terecht voor ondersteuning. Ook krijgen zij een pas met daarop een beschrijving van de dispensaties en compensaties waar hij/zij recht op heeft. Zowel bij dyslexie als bij dyscalculie geldt dat ouders verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van de hierboven genoemde officiële verklaringen. Recht op extra faciliteiten bestaat alleen indien de betreffende verklaring op school aanwezig is.

4.10.1 Ondersteuningsarrangementen Het beleid van de overheid is erop gericht minder leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs onder te brengen. Is het haalbaar dat een leerling ondanks een handicap of leerstoornis een diploma aan een reguliere middelbare school kan halen, dan verdient dat de voorkeur.

31


Bij leerlingen met ernstige rekenproblemen wordt Zareki gebruikt om de tekorten op rekengebied in kaart te brengen. Wanneer de uitslagen van deze test daar aanleiding toe geven, wordt een vervolgtraject opgestart met evt. een doorverwijzing naar een orthopedagoog. Ook hier werken wij samen met OPE. Voor het verplichte onderdeel rekenen en de daarbij horende toets in samenhang met dyscalculie verwijzen wij naar “3.14 Rekenen”.

b. Bovenbouw In de bovenbouw van het vwo kan er vrijstelling worden verleend voor het volgen van een tweede moderne vreemde taal. Een dergelijk verzoek kan worden ingediend bij en zal worden getoetst door een commissie, bestaande uit 2 teamcoördinatoren vwo-3 en een RT’er.

c. Alle afdelingen: vrijstellingen voor lichamelijke opvoeding

4.10.4 De RSG en vrijstellingen, aanpassingen en compensatie voor vakken en toetsen

Leerlingen die door fysieke beperkingen niet kunnen deelnemen aan de lessen lichamelijke opvoeding, kunnen hiervoor een vrijstelling krijgen. Meestal kan de sectie lichamelijke opvoeding echter een aangepast programma opstellen. Indien er een vrijstelling wordt verleend, zal de leerling een alternatief lesprogramma volgen.

In ons vrijstellingsbeleid baseren wij ons op het dyslexiebeleidsplan “De dyslecticus bestaat niet”. Dat beleidsplan is te vinden op onze site.

a. Onderbouw De school kan een kind, in overleg met diens ouders, vrijstelling verlenen voor één van de vakken in de onderbouw. Dit kan gebeuren als een bepaald vak voor deze leerling een te grote hindernis is. De school moet de vrijstelling melden aan de onderwijsinspectie. De tijd die vrijkomt door de vrijstelling moet aan andere vakken worden besteed. In de onderbouw van havo en vwo zijn de vakken Nederlands en Engels altijd verplicht. Ook Frans en Duits zijn verplicht. Een leerling kan volgens de wet slechts vrijstelling van Frans of Duits krijgen als de leerling voldoet aan de volgende eisen:    

De leerling is voor de eerste maal tot het havo of vwo toegelaten, en de leerling is geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste, en de leerling heeft voordien buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs gevolgd, en de leerling heeft daarbij geen of te weinig onderwijs in de desbetreffende taal of talen gevolgd.

Dyslexie is géén reden tot vrijstelling.

32


deel uit maakt van een regionale, bonds- of landelijke selectie, of wanneer hij sport op (inter)nationaal niveau, dan kan hij tot deze groep talenten behoren. Ook talenten op het gebied van muziek, dans en beeldende kunst kunnen op extra ondersteuning rekenen. Op beide locaties is er sprake van een contactpersoon ‘Talent op School’. Deze docent (die zelf ervaring heeft met topsport) zal zich inspannen om aanpassingen te realiseren zoals bij problemen rond toetsen, of het regelen van extra verlof. Het is verstandig om tijdig aan te geven of dit soort zaken spelen.

4.10.7 Hoogbegaafden Hoogbegaafde leerlingen hebben extra uitdagingen nodig om hun talenten blijvend te prikkelen. Wij doen dat bijvoorbeeld door een excellentieprogramma aan te bieden. Ook is het mogelijk mee te dingen naar diverse prijzen zoals Olympiades of het beste profielwerkstuk van Nederland. Verder is er een mogelijkheid om in de bovenbouw een extra vak te kiezen.

4.10.8 Huiswerkbegeleiding 4.10.5 Faalangst

Op beide locaties, Harderwijk en Zeewolde, bestaat de mogelijkheid om onder toezicht huiswerk te maken. De huiswerkgroep bestaat uit ongeveer 20 leerlingen met een volwassen begeleider (Onderwijs gerelateerd) ondersteund door één of meerdere vwo-leerlingen. De leerlingen krijgen in een rustige omgeving de gelegenheid om hun huiswerk zelfstandig te maken en te leren. Op de schoolsite staat het reglement van de huiswerkbegeleiding. Ook het aanmeldingsformulier kunt u daar vinden. Nadat het formulier is ingevuld kunt u dit mailen naar [email protected] of inleveren op Slingerbos (receptie) en op Levant bij de conciërgebalie.

Soms blijkt bij proefwerken dat leerlingen, ook als ze de stof goed kennen, keer op keer een onvoldoende halen. De oorzaak kan zijn dat de leerling faalangst heeft, een gebrek aan zelfvertrouwen. Als uit testen of uit waarnemingen van docenten blijkt dat de leerling uitgesproken faalangstig is, dan kan faalangstreductietraining helpen. De school organiseert zelf geen trainingen, maar biedt beperkte mogelijkheid om de leerling individueel te begeleiden. Zowel onze interne studiebegeleider als de School Maatschappelijk Werker kunnen deze begeleiding geven. Voor trainingen verwijst de school naar daarvoor ingestelde organisaties.

4.10.6 Talent op school Er zijn veel leerlingen die een sport beoefenen. Enkelen doen dat op een zodanig hoog niveau dat de combinatie school en sport lastig is te realiseren. Deze leerlingen willen wij helpen om hun sportieve activiteiten in harmonie te laten verlopen met hun schoolwerk. Wanneer een leerling

33


Voor het onderzoek ontvangen de jongere en zijn/haar ouders vooraf een uitnodiging. De ouders hoeven bij het onderzoek niet aanwezig te zijn. Het mag uiteraard wel. Na afloop van het onderzoek krijgt de leerling een brief mee, waarin eventuele bijzonderheden vermeld zijn.

Advisering en verwijzing

Naar aanleiding van het onderzoek kan de GGD-medewerker -afhankelijk van de bevindingen– het volgende doen: Gericht advies en/of begeleiding geven aan jongeren (en soms ouders). Bijvoorbeeld bij gezondheidsvragen of gedragsproblemen een jongere na verloop van tijd opnieuw oproepen voor een vervolgonderzoek, het kind (en de ouder) voor uitgebreider onderzoek of behandeling verwijzen naar een andere hulpverleningsinstelling. De GGD werkt samen met de huisarts, de specialist in het ziekenhuis, CJG, psychologen, pedagogen en anderen. Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s).

4.11 De GGD en school

Onderzoek op verzoek Ook leerlingen uit andere klassen kunnen zelf een afspraak maken of door hun ouders, docenten of mentor aangemeld worden voor nader onderzoek door jeugdarts of verpleegkundige.

GGD op school

Bij de GGD Gelre-IJssel is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ondergebracht bij gemeentelijke gezondheidsteams (GGT’s). Binnen deze teams werken artsen, verpleegkundigen, assistenten en logopedisten. Samen met ouders en school zorgen de medewerkers van de GGD ervoor, dat jongeren zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Zij doen dit door jongeren te onderzoeken en door ondersteuning te bieden aan ouders en docenten en hierin ook samen te werken met andere instanties.

Ondersteuning van docenten

GGD-medewerkers kunnen docenten ondersteunen en adviseren bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten, bijvoorbeeld gericht op het aanleren en/of verbeteren van gezond gedrag.

Bereikbaarheid en informatie

Onderzoek

U kunt de GGD om advies vragen op diverse terreinen. Bijvoorbeeld over infectieziekten, hygiëne en veiligheid op school. Meer informatie over diverse onderwerpen kunt u vinden op de website: www.ggdgelre-ijssel.nl.

De bekendste taak vanuit de GGD voor schoolgaande jongeren zijn de preventieve gezondheidsonderzoeken. Het is belangrijk dat factoren die de groei en ontwikkeling van een jongere kunnen verstoren in een vroeg stadium worden opgespoord. De GGD onderzoekt in het Voortgezet Onderwijs de jongeren in de tweede klas. Afhankelijk van het schooltype gebeurt dit door de assistente en/of de jeugdarts. In het onderzoek wordt aandacht besteed aan groei, gezondheid, gedrag en leefstijl.

U kunt de GGD telefonisch bereiken op telefoonnummer 088 – 4433200 (van 8.00 – 17.00 uur).

34


5 Activiteiten naast het lesprogramma 5.1

Iedereen die mee heeft gedaan is het er altijd over eens dat het een zware, maar onvergetelijke ervaring is.

Vooraf

5.3

RSG Slingerbos | Levant is een bruisende school. Dat betekent dat er allerlei activiteiten plaatsvinden naast het reguliere lesprogramma. Denk daarbij aan kampen, excursies, toernooien, bezoeken van voorstellingen, uitwisselingsprogramma’s. Sporttoernooien vinden verspreid door het jaar plaats, afhankelijk van de sporten waarmee in de lessen kennis is gemaakt. Meerdaagse reizen concentreren we in een beperkte periode.

Excursies en uitwisselingen

Excursies van een dag zijn doorgaans aan een vak gekoppeld. We streven ernaar, dat een leerling tenminste één keer in zijn schoolcarrière internationale contacten heeft, bij voorkeur in het kader van een uitwisselingsprogramma. Denemarken, Italië, Tsjechië, Spanje, Engeland, zijn daarbij onze bestemmingen. In het kader van diverse projecten zijn er ook interessante contacten met scholen uit andere landen.

5.4

Eén school!

Omdat RSG Slingerbos | Levant nadrukkelijk één school is, vinden we het belangrijk dat de leerlingen dat ook op die manier ervaren. Dat stimuleren we op verschillende manieren. Zo worden projecten uitgevoerd waarbij de leerlingen van beide locaties worden gemengd. Het winterkamp voor derde klassers (facultatief omdat het vaak echt erg zwaar is) staat open voor leerlingen van beide locaties.

5.2

Kampen

Derde klassers van de RSG kunnen op vrijwillige basis meedoen aan het winterkamp. Dit is het kamp dat altijd doorgaat, ongeacht de omstandigheden. Het bestaat al sinds 1970. De leerlingen maken met bepakking in 2 dagen een voettocht van ca. 60 km over de Veluwe. Ze slaan een eenvoudig tentenkamp op. Tijdens de tocht krijgen ze allerlei extra opdrachten zoals een tokkelbaan, buikschuif, of een stormbaan.

35


5.5

Sport

mogelijkheden om je talenten te tonen. In de loop van het schooljaar zijn er onder andere talentenjachten, muziekoptredens of dramaworkshops. Op de RSG zijn vaak allerlei uitingen te zien (of te horen) van opdrachten die leerlingen voor vakken uitvoeren, en dikwijls met verrassend veel kwaliteit. Vakexcursies (o.a. naar musea) verbreden de horizon. Sinds schooljaar 2013-2014 is “KUNSTbreed” opgezet, waarbij leerlingen workshops volgen, musea bezoeken en uiteindelijk zelf een expositie van eigen werk samenstellen.

De sporttoernooien zijn een belangrijke aanvulling op de lessen lichamelijke opvoeding. Denk daarbij aan basketbal-, atletiek-, volleybal-, hockey- en softbaltoernooien. In het kader van sportoriëntatie maken leerlingen kennis met bijvoorbeeld klimwanden of zelfverdedigingsporten. Hierbij wordt samengewerkt met lokale sportscholen of verenigingen. Vaak worden leerlingen uit hogere klassen ingezet bij de organisatie van toernooien; dat kan deel uitmaken van hun examenprogramma.

5.7

Voor en door leerlingen

Op beide locaties is de leerlingenvereniging IVY actief. Zij organiseren verschillende activiteiten waaronder een aantal schoolfeesten. Zo wordt naar de galafeesten elk jaar reikhalzend uitgekeken. De actieve ‘IVY-crew’ wordt voor zoveel mogelijk verantwoordelijk gemaakt: planning, PR, sponsoring, techniek. Hierdoor doen de crewleden erg veel nuttige ervaring op. Via hun gedeelte op de site worden aankondigingen, verslagen, en foto’s van de activiteiten gepubliceerd. Leerlingen zijn verder actief als het gaat om het coachen van medeleerlingen uit lagere klassen. Zo assisteren leerlingen bij brugklaskampen als deel van de leiding. En leerlingen treden als leerlingmentor op voor brugklassers (locatie Slingerbos).

5.8

Maatschappelijke betrokkenheid

Regelmatig doet de RSG mee aan activiteiten ten behoeve van goede doelen. Wij vinden het uiterst zinvol om met enige regelmaat stil te staan bij problemen die zich elders voordoen bij leeftijdgenoten. Zeker als je vervolgens een concrete bijdrage aan een mogelijke oplossing kunt leveren. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn Dance4life en de Kerstacties rond voedselinzameling.

5.6

Culturele activiteiten

Op beide locaties zijn er vele mogelijkheden om met expressievakken om te gaan. Dat geldt voor de faciliteiten, voor het aanbod en voor de

36


5.9

Maatschappelijke stage

Alle leerlingen registreren hun MaS op deze website. En het is verplicht om voor elke MaS een stageovereenkomst in te leveren. MaS is vooral een eigen verantwoordelijkheid en initiatief van leerlingen. De school heeft een begeleidende en stimulerende rol en heeft de uiteindelijke regie. De RSG heeft met de scholen en gemeenten in de regio N.O. Veluwe een akkoord gesloten om MaS zeker tot 1 augustus 2018 in het curriculum op te nemen. In het leerjaar dat MaS wordt ingepland besteden leerlingen hier 20 uur aan. Door wijzigingen van de Arbeidstijdenwet mogen alleen leerlingen vanaf 13 jaar hun MaS buiten de school verrichten. Leerlingen jonger dan 13 jaar mogen geen stage buiten het schoolterrein doen.

De RSG ziet de Maatschappelijke Stage (MaS) als een concrete invulling van “actief burgerschap”. MaS draagt bij aan de persoonlijke vorming en ontwikkeling van leerlingen. Maar MaS is vooral een vorm van leren buiten de school, waarbij leerlingen door middel van vrijwilligerswerk kennismaken met diverse facetten van de samenleving. Ze leren zich verantwoordelijk te voelen voor de maatschappij waarin ze leven. MaS leert hen zich te ontwikkelen tot actieve burgers. MaS vindt in principe plaats buiten schooltijd. Kenmerkend voor MaS is dat alle leerlingen een niet-betaalde bijdrage leveren aan de samenleving bij niet-commerciële instellingen. De school, het gemeentelijke vrijwilligerssteunpunt en de maatschappelijke organisaties werken samen aan het MaS-aanbod. In overleg bepalen zij de taken van de leerlingen, formuleren zij de doelen van de stage en maken zij afspraken over de begeleiding van de leerlingen. Het aanbod wordt op de website mas4you.nl gepresenteerd.

37


6 Communicatie 6.1

De leerlingen mogen daar wat ons betreft altijd bij aanwezig zijn. Eén keer per jaar is er ook gelegenheid te spreken met vakdocenten.

Algemeen

6.3

Voor het goed functioneren van een school is communicatie tussen school, leerlingen en ouders essentieel. Het gaat dan om elkaar informeren, elkaar ontmoeten en met elkaar afspraken maken. RSG Slingerbos | Levant vindt goede contacten met de ouders belangrijk. Daarom kunnen ouders met hun vragen en opmerkingen altijd bij de school terecht. En met de school bedoelen wij iedereen die bij ons werkt. Als school gebruiken we diverse middelen om iedereen uitgebreid op de hoogte te houden. Daarbij is er sprake van een verschuiving naar het gebruik van ICT, met name de website en e-mail. De ouders kunnen hun e-mailadres zelf via de site updaten. De site is tevens toegangspoort tot informatie die niet volledig openbaar is. Zoals inzage voor ouders en leerlingen in de behaalde cijfers die zijn opgenomen in het elektronische leerling volgsysteem (LVS) van de school. In het periodiek verschijnende RSG Magazine staan allerlei achtergrondverhalen over de school. Omdat we de school vooral ook met foto’s in beeld willen brengen, zullen er van allerlei activiteiten foto’s worden genomen. Alleen wanneer leerlingen op dat moment expliciet aangeven daarvan niet gediend te zijn zullen die foto’s niet gemaakt, dan wel niet gebruikt, worden. In de verschillende afdelingen zijn klankbordgroepen opgericht waar ouders rechtstreeks met elkaar en met de school spreken.

6.2

Rapportages

Op elk moment zijn de cijfers in te zien door met een code via de site in te loggen op het leerlingvolgsysteem ‘Magister’. Tweemaal per jaar organiseert de school een zgn. 10-minuten-ouderavond. Ook tussentijds kan er altijd contact opgenomen worden met de mentor als daar aanleiding toe is. Naast telefoneren is contact per e-mail mogelijk. Eenmaal per jaar is er gelegenheid om met een vakdocent naar keuze te spreken.

6.4

Klachtenregeling

Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. De route is normaal gesproken: mentor → teamleider → locatiedirectie → College van Bestuur, totdat de klacht naar behoren is afgewikkeld. Indien dat echter gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling uiteindelijk niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de interne klachtenregeling. RSG Slingerbos | Levant heeft een eigen klachtencommissie die wordt gevormd door externe partijen. In dat geval dient men contact op te nemen met de secretaresse van het CvB, Miranda Berkhof, [email protected]. Is de klacht nog niet naar tevredenheid afgehandeld, dan kan men een beroep doen op de officiële externe klachtenregeling. De school is aangesloten bij de Landelijke Klachten Commissie. De landelijke klachtenregeling is via de site van de LKC te raadplegen, http://www.onderwijsgeschillen.nl/. Is er sprake van vertrouwelijke kwesties, dan kan de start van een traject ook liggen bij de vertrouwenspersonen/counselors.

Ouderavonden

RSG Slingerbos | Levant kent 2 soorten ouderavonden: informatieve ouderavonden en rapportouderavonden (deze laatste beginnen vaak al ’s middags). Er zijn speciale informatieve ouderavonden: voor de brugklas, voor de profielkeuze, voor het eindexamenjaar, voor buitenschoolse activiteiten, enz.. Op rapportouderavonden krijgen de ouders de gelegenheid met de mentor of met de vakdocent te praten over de vorderingen van hun zoon of dochter.

38


7 Financiën 7.1

•

Algemeen

De school ontvangt per ingeschreven leerling (teldatum 1 oktober) een standaardvergoeding van de overheid, maar daaruit kunnen niet allerlei extra voorzieningen en activiteiten worden bekostigd. Om dat wel te kunnen doen is er sprake van ouderbijdragen.

•

Wettelijke regelingen • • • • • •

Er mogen geen financiële belemmeringen zijn om een VOopleiding te volgen. Alle geldelijke bijdragen aan een school zijn vrijwillig. De ouders/verzorgers gaan de betalingsverplichtingen steeds aan voor 1 schooljaar. Er dient sprake te zijn van een reductie- en kwijtscheldingsregeling. Een leermiddelenpakket wordt gratis verstrekt. Ouders/verzorgers/leerlingen dienen wel zelf en voor eigen kosten een aantal zaken aan te schaffen die nodig zijn voor het volgen van het onderwijs, zoals een rekenmachine.

•

•

•

Uitwerking RSG • • •

•

•

RSG-breed (mavo/havo/vwo) is de opleiding die verder geen toeslagen kent. Alle leerlingen die bij de RSG worden ingeschreven worden automatisch lid van de leerlingenvereniging IVY, en krijgen een standaardverzekering. Het leermiddelenpakket wordt door een externe partij verstrekt, schade/vermissing dient vergoed te worden. (Er wordt geen borg gevraagd, maar indien nodig volgt een nota voor geconstateerde schade/vermissing. Deze is men verplicht te betalen.) Voor bepaalde richtingen/stromen wordt een toeslag in rekening gebracht, omdat deze richtingen/stromen ook extra kosten met zich meebrengen. De hoogte van de toeslagen wordt jaarlijks met de MR vastgesteld. Het betalen van deze toeslagen is vrijwillig. Niet-betalen betekent niet-deelnemen.

•

•

39

Zijn er betaalproblemen en wil men in principe de toeslag wél betalen, dan kan een verzoek tot vermindering/kwijtschelding gericht worden aan de desbetreffende locatiedirecteur. Hoe dat in zijn werk gaat en de criteria daarvoor, staan vermeld in de overeenkomst die de school en de ouders met elkaar afsluiten. Leidt dit niet tot een oplossing, dan volgt automatisch plaatsing in RSG-breed. Excursies/reizen/uitwisselingen en andere activiteiten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd zijn op vrijwillige basis. Ook hiervoor geldt dat er bij betaalproblemen een beroep gedaan kan worden op de regeling betreffende reductie/kwijtschelding. Leerlingen die niet meedoen volgen op school een “thuisblijversproject”. Dit soort activiteiten worden per leerjaar/klas/groep georganiseerd. In de schoolgids staan deze activiteiten genoemd, met een zo nauwkeurig mogelijke schatting van de kosten. Ouders/verzorgers krijgen ruim op tijd een bericht over de activiteit en een verzoek tot betaling. Omdat de meeste van deze meerdaagse activiteiten verderop in het schooljaar plaatsvinden, zullen de aankondiging en financiële afwikkeling niet direct aan het begin van het schooljaar plaatsvinden. In de loop van het schooljaar worden de ouders gevraagd de bijdragen voor richtingen en introductie-activiteiten of kortdurende andere activiteiten te voldoen. Deelname geschiedt op basis van vrijwilligheid. Garderobekluisjes zijn per jaar te huur. Er wordt géén borg meer gevraagd. Bij het zoek raken of niet inleveren van de bijbehorende sleutel worden kosten in rekening gebracht. Spullen die men zelf dient te verzorgen zijn o.a. rekenmachines. Let daarbij wel goed op de specificaties die de school daarvoor opgeeft en schaf geen materialen aan als deze specificaties nog niet bekend zijn. Voor allerlei activiteiten en materialen ontvangt de school geen vergoedingen van de overheid of subsidies. Denk bijvoorbeeld aan het inhuren van een theatergezelschap, extra busvervoer naar een interessante bijeenkomst of tentoonstelling, de leerlingen eens in staat stellen om met wat duurdere verf kunst te maken, of ‘high tech’ meetapparatuur in huis halen waarmee ook vernieuwende


profielwerkstukken gemaakt kunnen worden. Om toch deze activiteiten uit te kunnen voeren, is er het fonds RSG Support. Ook worden uit dit fonds de toegekende betalingsregelingen gefinancierd van de leerlingen bij wie dat een probleem is. Bijdragen aan RSG Support zijn vrijwillig. Het fonds wordt beheerd door de beide locatiedirecteuren.

Voor het tweetalig onderwijs in de havo geldt voor klas 2 t/m 4 een bijdrage van € 75,- per jaar. Hierbij is het Anglia-examen inbegrepen, maar excursies worden apart in rekening grebracht.

Bijdrage wereldklas mavo

Voor het tweetalig onderwijs in de mavo geldt voor klas 2 en 3 een bijdrage van € 75,- per jaar. Hierbij is het Anglia-examen inbegrepen, maar excursies worden apart in rekening gebracht.

De mogelijke betalingsverplichtingen (afhankelijk van de deelname) zullen gedurende het schooljaar in rekening worden gebracht.

Bijdrage sportklas

De RSG heeft de ‘gedragscode schoolkosten voortgezet onderwijs’ onderschreven. Deze is erop gericht met behoud van kwaliteit de schoolkosten voor de ouders te beheersen en transparant te houden.

7.2

Voor de sportklas in de mavo geldt voor klas 1 en 2 een bijdrage van € 150,- per jaar. Voor de sportklas in de havo en het vwo geldt voor klas 1, 2 en 3 een bijdrage van € 150,- per jaar. Voor leerlingen die instromen in de sportklas 2 en 3 (zij-instroom) wordt in overleg nog kleding aangeschaft. De kosten van aanschaf liggen rond de € 35,- en zullen apart in rekening worden gebracht.

Ouderbijdragen

7.2.1 Studie- en werkboeken

RSG Slingerbos | Levant heeft een eigen leermiddelenfonds voor alle leerjaren. Via dit fonds ontvangt de leerling studieboeken in bruikleen. Naast studieboeken gebruiken de leerlingen bij veel vakken ook bijbehorende werkboeken. De school ontvangt een bijdrage voor de kosten van de schoolboeken. Dit houdt in dat de ouders/verzorgers geen boekengeld betalen. Om de schoolkosten te beheersen zullen de meeste werkboeken onbeschreven moeten blijven; de docenten zullen dit aangeven. Wij verzoeken de ouders/verzorgers vriendelijk om erop toe te zien, dat de studie- en werkboeken passend gebruikt worden. Bij beschadiging of verlies van in bruikleen gegeven leermaterialen dient de school schadeloos gesteld te worden.

Bijdrage Technasium

Voor het Technasium in de havo en het vwo geldt voor klas 1, 2, 3 en 4 een bijdrage van € 100,- per jaar.

7.2.3 Overige bijdragen Kluisje

De huurprijs van een kluisje bedraagt € 20,- per schooljaar.

RSG Support

De RSG Support bedraagt € 75,-.

7.2.2 Bijdragen richtingen

Excursies, binnenlandse en buitenlandse reizen

In de verschillende leerjaren worden er -als verlengde van het lesprogramma- diverse excursies georganiseerd. De kosten daarvan worden grotendeels bepaald door de reiskosten, entree-tarieven en maaltijden. Voorafgaand aan een activiteit publiceren we een informatiebrief over de inhoud van de activiteit. Via de mail krijgt u de mogelijkheid zich aan te melden. De kosten variëren sterk, want het gaat

Bijdrage tvwo

Voor het tweetalig vwo geldt voor de klassen 1 t/m 6 een bijdrage van € 150,- per jaar.

Bijdrage wereldklas havo

40


over een eendaagse binnenlandse excursie t/m langduriger buitenlandse excursies (eventueel met subsidie). De definitieve prijzen zijn vaak relatief laat vast te stellen, omdat bijvoorbeeld de vervoerskosten worden aangepast.

Speciale activiteiten

Het kan voorkomen dat er een aparte activiteit voor de leerlingen wordt gehouden, of dat in het kader van sport een speciaal aanbod aan de leerlingen wordt gedaan. Ook dat soort activiteiten zal apart in rekening worden gebracht.

Rekenmachine

De RSG gebruikt in de onderbouw en in 4 mavo als rekenmachine de Casio fx82ms. In 4, 5 havo en 4, 5, 6 vwo is een grafische rekenmachine verplicht. Dan is de gebruikelijke machine de Texas Instruments TI 84 plus. Deze rekenmachines dient men zelf aan te schaffen. De lessen en toetsen zullen uitsluitend gebaseerd zijn op deze modellen.

Ipad

In de brugklas is gestart met het gebruik van Ipads. De ouders kunnen kiezen tussen zelf aanschaffen of gebruik maken van een leaseregeling gedurende 3 jaar. RSG Slingerbos | Levant ziet het als haar verantwoordelijkheid, er maximaal aan bij te dragen dat leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Het leren door de leerling staat daarbij centraal in plaats van onderwijs geven door de docent. Leerlingen verschillen, dus het leren door die leerlingen verschilt. Verschillen in leren (leerstijlen) komen via klassikaal frontaal onderwijs te weinig aan bod. Verschillen in leren vraagt ook verschillen in didactiek. Het gebruik van ICT is een middel om de individuele leerling meer tot zijn recht te laten komen. Het werken met de iPad door leerlingen ziet RSG Slingerbos | Levant als een logische volgende stap in het gebruik van ICT. De iPad wordt daarbij niet als volledig vervangend voor het werken met boeken en andere media gezien en ook niet als vervangend voor de inzet van de docent. Het werken met de iPad vormt een aanvulling die leren uitdagender maakt en mede een antwoord biedt op de vraag naar passender onderwijs voor alle leerlingen.

7.3 Wijze van betaling Voor de betaling van de ouderbijdragen en de kosten van excursies en reizen maakt de school gebruik van een digitale betalingsomgeving: Wis collect. Via de mail wordt u op de hoogte gesteld van de in rekening te brengen bedragen. In deze mail is een link opgenomen die u doorleidt naar de betalingsomgeving. Vervolgens kunt de in rekening gebrachte bedragen voldoen (Ideal). Als het totale bedrag relatief hoog is, is gespreide betaling mogelijk. Dit wordt in de betalingsomgeving aangegeven. 7.4 Vormen van tegemoetkoming Vanaf het schooljaar 2010-2011 is een tegemoetkoming ouders voor leerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs niet meer mogelijk. Voor toelichting hierop verwijzen wij naar www.ibgroep.nl/particulieren/scholier/default.asp.

41


Als er financiële problemen spelen waardoor betalingen lastig zijn op te brengen, dan kan in overleg een betalingsregeling getroffen worden. De voorwaarden daarvoor zijn: 1.

De school verleent op voorwaarde dat er geen betalingsachterstand is van de verschuldigde ouderbijdrage in voorgaande schooljaren, onder de hierna genoemde omstandigheden gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de verschuldigde ouderbijdrage op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger:

a.

indien het gezinsinkomen niet hoger is dan 115% van de voor de wettelijk vertegenwoordiger geldende bijstandsnorm, indien op de wettelijk vertegenwoordiger de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing is verklaard, andere aantoonbare financiële problemen, ter beoordeling aan de directie.

b. c. 2. a. b.

De school verleent onder de hierna genoemde omstandigheden reductie van de verschuldigde ouderbijdrage op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger: bij het verlaten van de school 10% per maand die de leerling in het desbetreffende schooljaar de school niet meer bezoekt, bij tussentijdse inschrijving 10% per maand die de leerling in het desbetreffende schooljaar de school niet heeft bezocht.

In dit soort gevallen dient er een schriftelijk en onderbouwd verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger gericht te worden aan de locatiedirecteur van de locatie Harderwijk dan wel Zeewolde.

42


7.5

Toelichtingen

De wereldklassen mavo 2 hebben een half uur per jaar extra Engelse spreekvaardigheid. De leerlingen nemen in klas 3 (mavo) of klas 4 (havo) deel aan het Anglia-examen en ontvangen een certificaat. Docenten worden extra geschoold in Engels, er worden extra materialen aangeschaft en er zijn diverse projecten.

7.5.1 Besteding bijdrage tvwo De besteding van de extra bijdrage tvwo komt geheel ten gunste van het tweetalig vwo-onderwijs. Globaal kan de besteding van de extra bijdrage tvwo gesplitst worden in personeel, leer- en hulpmiddelen, activiteiten en het ontwikkelen van het nieuwe vak “Global Perspectives”.

Personeel

Er wordt veel geïnvesteerd in kennisontwikkeling van de docenten om zo de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Op het gebied van personeelslasten krijgt de school niet voldoende bekostigd van de overheid. Een deel van de extra personele lasten -om tvwo mogelijk te maken- wordt doorberekend in het tarief dat van de ouders gevraagd wordt.

Leer- en hulpmiddelen

Goed tvwo-onderwijs vraagt extra leer- en hulpmiddelen in de vorm van onder andere uitbreiding van de bibliotheek met Engelse naslagwerken, tijdschriften en boeken. Digitale leermaterialen maken hier uiteraard ook deel van uit.

7.5.3 Besteding bijdrage sportklassen

Activiteiten

Tal van activiteiten –welke betrekking hebben op tvwo– worden gedurende het schooljaar gehouden. Om een indruk te verschaffen welke activiteiten er georganiseerd worden, volgt hier een impressie: Junior speaking competition, High tea, Phileas Fogg, Europese en internationale oriëntatie, IB-examen, Dag van de talen, Checkpointsexamen, Highland games, bezoek Maastricht University, GPR-examen, Comenius projecten, tto-stage. Deze opsomming is niet uitputtend en kan eventueel worden aangepast. In het kader van de tvwo-opleiding vinden er buitenlandse reizen plaats. Ouderbijdragen aan deze reizen worden apart in rekening gebracht.

Buiten het lesrooster om zijn er extra activiteiten en de sportklasleerlingen ondernemen een aantal keren per jaar een activiteit. De lessen en de extra activiteiten doen we niet alleen in school, maar we gaan ook regelmatig naar bijzondere sportlocaties zoals de golfbaan, een klimhal, of een skihal. In de sportklassen ontvangen de leerlingen een kledingpakket.

7.5.4 Besteding bijdrage Technasium Technasium-leerlingen zullen regelmatig op stap moeten om bij de opdrachtgevers onderzoek te doen. Ze kunnen over uitgebreide faciliteiten en veel verschillende materialen beschikken.

7.5.2 Besteding bijdrage wereldklassen

43


7.6

Aansprakelijkheid en verzekering

Verzekeringen

De RSG sluit voor de ingeschreven leerlingen een basis scholierenongevallenverzekering af. Deze verzekering geldt tijdens het verblijf op school en gedurende activiteiten in schoolverband. Verder ook op weg van huis naar school en andersom binnen één uur of zoveel langer als nodig is om de afstand te overbruggen.

Aansprakelijkheid

De RSG is niet aansprakelijk voor schade of vermissing van eigendommen. Om waardevolle spullen veilig op te bergen huurt iedere leerling een kluisje. Bij de lessen lichamelijke opvoeding dienen kostbaarheden zoveel mogelijk vooraf in de kluisjes te worden opgeborgen. Alle fietsen staan in de fietsenstalling en op locatie Slingerbos is ook nog een aparte stalling voor brommers en scooters. Op beide locaties is er sprake van (gedeeltelijk) cameratoezicht.

N.B. De scholierenongevallenverzekering is geen verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid!

De dekkingen die de basis scholierenongevallenverzekering biedt zijn: Overzicht verzekeringen bij activiteiten Binnenlandse/

Afgesloten dekking per activiteit

buitenlandse reisverzekering

Bagage (excl. Geld): Maximum (bedragen afhankelijk van aard schadeobject) Geneeskundige kosten buitenland

kostprijs

Geneeskundige kosten binnenland

€ 1.000

Tandheelkundige kosten Aansprakelijkheid schade vakantieverblijf (alleen vergoed wanneer de schade hoger is dan €50) Ongevallenverzekering

€ 5.000

€ 350 € 500

Dekking Bij overlijden

€ 12.500

Bij blijvende invaliditeit

€ 50.000

Bij dokterskosten

€ 1.000

Eventuele annuleringsverzekeringen voor activiteiten/reizen dienen ouders desgewenst zelf af te sluiten. De opgenomen bedragen zijn indicatief en kunnen wijzigen. Derhalve kunnen hier geen rechten aan worden ontleend.

44


45


7.7

Begrote schoolkosten 2015-2016

categorie

vak /stroom

begroot bedrag

omschrijving

locatie

Klas

studie

periode

Bijdrage tvwo Bijdrage tvwo Bijdrage sportklas Bijdrage wereldklas

S/L S S/L S/L S/L

1-2-3 4-5-6 1-2 3 2-3

T T MHV HV M

150,00 150,00 150,00 150,00 75,00

Bijdrage Technasium

S/L S

2-3-4 1 tm 4

H HV

75,00 100,00

Overige bijdragen

Huur kluisje RSG Support

S/L S/L

1 t/m 6 1 t/m 6

MH(T)V MH(T)V

20,00 75,00

Kampen

Introductie Slingerbos Introductiekamp Levant

S L

1 1

MH(T)V MH(T)V

45,00 45,00

september 2015 september 2015

Excursies

Arena en Olympisch Stadion, Nemo/Scheepvaartmuseum of Kruller Müller Culturele excursie Tweede Kamer Walibi PWS/IRR excursie Culturele excursie

S/L

1

MHV

30,00

april 2016

S/L S/L S S S S

1 2 4 4 5 5

MH(T)V MHV (T)V GS HV NA (T)V (T)V

30,00 30,00 25,00 25,00 25,00 30,00

april april april juni april april

schoolkosten 2015-2016 Bijdragen richtingen

46

sportklas

2016 2016 2016 2016 2016 2016


a) Kampen

Excursies buitenland

Internationale uitwisselingen

Speciale activiteiten

Sportkamp Winterkamp QYB

S/L S/L S/L

1-2-3 3 3

Sportklas H

150,00 juni 2016 45,00 januari 2016 30,00 april 2016

Newcastle Engeland Ardennen Tsjechië York Ieper Lille Münster Rome

S/L S/L L S S/L S/L S/L S/L S

1 2 3 3 3 3 3 3 5

T T M M T V M MHV (T)V

FA DU KCV

175,00 310,00 235,00 350,00 395,00 120,00 35,00 25,00 675,00

Denemarken Londen Tsjechië/Duitsland/ Italië/Frankrijk/Londen

S/L S/L

3 3

H M

WER WER

115,00 september 2015 375,00 mei 2016

S

4

HV

Examenstunt SOK SOK BSM; clinics LO2; clinics KUNSTbreed (workshop en materiaal) a) zijn indicatieve bedragen

S/L S S/L S S/L

4+5+6 4 5 4+5 3+4

M/H/V M H/V H M

S/L

1-2

M/H/V

april 2016 april 2016 april 2016 april 2016 april 2016 april 2016 november 2015 november 2015 maart 2016

375,00 april 2016 15,00 0,00-65,00 0,00-65,00 50,00 1) 50,00 1) 60,00

april 2016 doorlopend doorlopend doorlopend doorlopend doorlopend

[Locatie: S=Slingerbos, L=Levant] [Studie: T=tvwo, V=vwo, H=havo, M=mavo, WER=wereldklas] 1) Dit bedrag wordt aan het begin van klas 3 (mavo) of aan het begin van klas 4 (havo) geïncasseerd en is bestemd voor twee leerjaren [Vak: DU=Duits, FA=Frans, GS=geschiedenis, LA=Latijn, LO=lichamelijke opvoeding, KCV=klassieke culturele vorming]

47


8 Dagelijkse gang van zaken 8.1

lesuur. Steunlessen en begeleidingsmomenten krijgen ook hun plaats in het rooster.

Schooltijden

In Zeewolde is er sprake van een gescheiden middagpauze. Die is vooral bedoeld om de brugklassen extra ruimte te bieden in de kantine.

De RSG heeft een lesrooster van 45 minuten. ‘Samenhangende leeropdrachten’, projecten etc. vinden plaats in grotere eenheden dan één

RSG Slingerbos onderbouw e 1 uur e 2 uur pauze e 3 uur e 4 uur e 5 uur e 6 uur e 7 uur e 8 uur pauze e 9 uur e 10 uur

08.25 - 09.10 09.10 - 09.55 09.55 - 10.15 10.15 - 11.00 11.00 - 11.45 pauze 11.45 - 12.30 12.30 - 13.15 13.15 - 14.00 14.00 - 14.45 14.45 - 14.55 14.55 - 15.40 15.40 - 16.25

RSG Levant bovenbouw e 1 uur 08.25 - 09.10 e 2 uur 09.10 - 09.55 pauze 09.55 - 10.15 e 3 uur 10.15 - 11.00 e 4 uur 11.00 - 11.45 e 5 uur 11.45 - 12.30 e 6 uur pauze 12.30 - 13.15 e 7 uur 13.15 - 14.00 e 8 uur 14.00 - 14.45 pauze 14.45 - 14.55 e 9 uur 14.55 - 15.40 e 10 uur 15.40 - 16.25

klas 1 e 1 uur e 2 uur pauze e 3 uur e 4 uur pauze e 6 uur e 7 uur e 8 uur pauze e 9 uur e 10 uur

48

08.25 - 09.10 09.10 - 09.55 09.55 - 10.15 10.15 - 11.00 11.00 - 11.45 11.45 - 12.15 12.15 - 13.00 13.00 - 13.45 13.45 - 14.30 14.30 - 14.40 14.40 - 15.25 15.25 - 16.10

overige klassen e 1 uur 08.25 - 09.10 e 2 uur 09.10 - 09.55 pauze 09.55 - 10.15 e 3 uur 10.15 - 11.00 e 4 uur 11.00 - 11.45 e 5 uur 11.45 - 12.30 pauze 12.30 - 13.00 e 6 uur 13.00 - 13.45 e 7 uur 13.45 - 14.30 pauze 14.30 - 14.40 e 8 uur 14.40 - 15.25 e 9 uur 15.25 - 16.10


8.2

8.2.2 Het leerlingenstatuut

Regels

8.2.1

Een belangrijk document is het leerlingenstatuut. Daarin staat bijvoorbeeld hoeveel toetsen er per week gegeven mogen worden en hoe vlot de cijfers beschikbaar dienen te zijn. Kortom een aantal rechten en plichten die voor iedereen in school gelden. Het leerlingenstatuut staat volledig op de website van de school weergegeven onder ‘downloads’.

Algemeen

Een school is gebonden aan diverse wetten en regels, en voegt daar zelf nog zaken aan toe die van belang zijn om alles in goede banen te leiden. Ons uitgangspunt is dat we in de eerste plaats een onderwijsinstelling zijn. Dat betekent ook voor alle betrokkenen rechten en plichten. Op velerlei terreinen, zoals elkaar informeren, op een behoorlijke wijze met elkaar omgaan, en verantwoordelijkheid nemen. Als basis voor ons gedrag gaan we uit van respect, dat als volgt wordt uitgewerkt:     

respecteer respecteer respecteer respecteer respecteer

8.2.3 Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting Voor de examenklassen (3 en 4 mavo, 4 en 5 havo en 4, 5, 6 vwo) gelden allerlei specifieke regelingen zoals over herkansingen, inhalen, onregelmatigheden (waaronder fraude). Deze staan vermeld in het examenreglement. In het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) staat nauwkeurig omschreven wat elk vak toetst, hoe de toets meetelt, wanneer er getoetst wordt. Beide documenten zijn op de site te raadplegen.

jezelf, elkaar, je omgeving, de werksfeer, afspraken.

Gedrag dat met bovenstaande uitgangspunten in strijd is (ook tijdens excursies en andere activiteiten) zal steeds beoordeeld worden en indien nodig volgen er sancties. Sancties worden in principe door teamleiders opgelegd. In zwaardere gevallen gebeurt dat door de locatiedirecteur. Tegen een opgelegde straf kan een leerling bezwaar maken bij de teamleider of, bij diens afwezigheid, bij zijn/haar locatiedirecteur. Wanneer de leerling het bezwaar indient voor het uitvoeren van de straf, kan de locatiedirecteur de straf uitstellen tot hij/zij een beslissing over het bezwaar genomen heeft. Hiervoor krijgt hij/zij uiterlijk 5 schooldagen de tijd. Bij minderjarige leerlingen zullen altijd ouders in kennis gesteld worden van disciplinaire maatregelen. Daarbij gaan we ervan uit, dat de ouders vervolgens hun eigen verantwoordelijkheid nemen tegenover hun kind. Bij meerderjarige leerlingen gaan we nog steeds daarvan uit, tenzij schriftelijk door de ouders is kenbaar gemaakt dat hun zoon of dochter geheel zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar handelen.

49


8.2.4 Regelingen m.b.t. aanwezigheid



Iedereen wordt geacht alle lessen te volgen, alle benodigde spullen bij zich te hebben, op tijd aanwezig te zijn, en het afgesproken werk gedaan te hebben. De school zal trachten lesuitval te minimaliseren. Wijzigingen in het rooster worden zo vroeg mogelijk bekend gemaakt via de site. Toch kunnen er altijd onverwachte redenen zijn. In school worden de wijzigingen op monitoren gepubliceerd, en iedereen kan via de site ’s ochtends de veranderingen in het rooster zien. Voor de lagere klassen worden tussenuren zoveel mogelijk vermeden door opvang door een toezichthouder of door tijdelijk anders te roosteren. We gaan ervan uit, dat als er opvang is iedereen ook de spullen van het vak dat anders uit zou vallen bij zich heeft of in ieder geval ander materiaal waarmee vrijkomende tijd zinvol besteed kan worden. Vanzelfsprekend dient een leerling op tijd in het lokaal voor de les te zijn. Bij te laat komen, moet een briefje bij de conciërge worden gehaald (RSG Levant) of bij de receptie (RSG Slingerbos). De leerlingen brengen de pauzes in de aula of op het schoolplein door.

 

Ongeoorloofde afwezigheid, inclusief hardnekkig te laat komen, maar ook zorgwekkend ziekteverzuim, kan de school altijd melden aan de leerplichtambtenaar. Indien genomen maatregelen niet het gewenste effect sorteren, kan de schoolleiding tot schorsing overgaan. (Zie hiervoor onder 8.2.5.) Voor meerderjarigen geldt dat zij zelf alle genoemde afspraken mogen afhandelen i.p.v. hun ouders/verzorgers.

Verlof

De school kan verlof toekennen voor uiteenlopende gewichtige redenen zoals verhuizing, bezoek specialist, huwelijk gezinslid, ernstige ziekte in de familie, jubilea en religieuze feestdagen. Verlof wordt alleen toegekend indien dit tijdig, doch uiterlijk een week van te voren schriftelijk is aangevraagd door een ouder/verzorger bij de teamleider (zie voor de namen van de teamleiders op de site van de RSG onder ‘organisatiestructuur’). De RSG hanteert algemeen geldende normen m.b.t. religieuze feestdagen die vallen buiten de officiële Nederlandse (vrije) feestdagen. Hierbij geldt:

Absentie De school is wettelijk verplicht alle aan- en afwezigheid nauwgezet te registreren en zorgwekkend verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. Afwezigheid zonder dat de school op de hoogte is, is altijd reden tot zorg. Daarom hanteren wij de volgende afspraken:  Ziekte- én betermelding, doktersbezoek, tandarts e.d. kunnen via de site per mail gedaan worden.  Verlof (zie hieronder) s.v.p. uiterlijk een week van te voren schriftelijk aanvragen bij de teamleider.  Toestemming voor afwezigheid wordt altijd in het leerlingvolgsysteem geregistreerd.  Indien geen toestemming blijkt, wordt afwezigheid vervolgens als ongeoorloofd beschouwd.  De school treft passende maatregelen tegen ongewenst verzuim (onder andere spijbelen, te laat komen, te gemakkelijk ziek thuisblijven). Deze maatregelen kunnen o.a. inhouden: het opleggen van extra werk, de verplichting om langer of eerder op school te komen, het opleggen van inhaalmomenten.

   

Wij erkennen het recht op het vieren van religieuze feestdagen, maar verwachten ook een verantwoordelijke houding ten aanzien van het onderwijsprogramma van alle betrokkenen, voor het Suikerfeest wordt steeds maximaal 1 dag verlof toegekend, toetsen gaan gewoon door volgens de planning van de school, uitstel wordt in principe niet verleend wegens afwezigheid in verband met genoemde religieuze feestdagen, het inhalen van een toets die meetelt voor het schoolexamen kost een herkansing.

Verlof i.v.m. vakantie buiten de reguliere schoolvakantie wordt alleen verleend indien aantoonbaar is dat dit niet anders kan vanwege bijvoorbeeld een bepaald soort eigen bedrijf. Hierbij geldt bovendien:

50


aanvragen dienen ruim van te voren, maar uiterlijk een maand voor de desbetreffende datum, schriftelijk te worden ingediend bij de teamleider die hiervoor een apart formulier verstrekt. U kunt het formulier ook van de website downloaden en na invullen indienen bij de teamleider.

bijvoorbeeld niet zomaar buiten de schoolvakantie om op vakantie gaan. Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kan wel verlof gegeven worden. Ziekte is altijd dan heb je een geldige reden voor verlof. Vaak te laat komen of veel verzuim door spijbelen heeft natuurlijk gevolgen. Voor meer informatie rond aanvraagformulieren, folders en contactgegevens: www.leerlingzaken.regionoordveluwe.nl

Afwezigheid bij toetsen   

 

8.2.5

Gemiste toetsen moeten altijd ingehaald worden. De leerling neemt daartoe het initiatief. Geplande toetsen gaan gewoonlijk door, ook al zijn niet alle leerlingen op dat moment aanwezig. Het tijdig maken van goede afspraken over het inhalen van gemiste toetsen is een verantwoordelijkheid van leerlingen zelf. Dit betekent ten eerste dat het aanvragen van verlof op toetsmomenten beperkt moet blijven, ten tweede dat leerlingen zelf moeten zorgen dat zij tijdig een inhaalafspraak maken voor gemiste toetsen. Het tijdstip van een inhaaltoets wordt door de vakdocent en/of de coördinator vastgesteld, na overleg met de betrokken leerling. De algemene regels voor aanwezigheid gelden onverkort voor afgesproken inhaaltoetsen.

8.2.6

Schorsing en verwijdering

8.2.7

(Huis)regels

Als een leerling zich schuldig maakt aan wangedrag of een nadelige invloed heeft op de medeleerlingen, kan de teamleider het volgen van de lessen voor een bepaalde tijd verbieden. Is de sanctie een schorsing dan wordt deze namens het bevoegd gezag door de locatiedirectie opgelegd. Bij een officiële langduriger schorsing wordt daarvan melding gedaan bij de onderwijsinspectie. Als zo'n situatie bij een leerling vaker voorkomt, kan zelfs de toegang tot de opleiding worden ontzegd. Bij schorsingen (of ernstiger) worden de ouders ook schriftelijk daarvan op de hoogte gesteld. Bij dergelijke zware sancties zal steeds aangegeven worden op welke wijze beroep daartegen mogelijk is.

Leerplicht

Op beide locaties zijn de nodige huisregels opgesteld die uiteen kunnen lopen omdat de situatie verschilt. De leerlingen worden daarvan apart op de hoogte gebracht. De nu genoemde regelingen gelden algemeen.

Leerlingzaken Noord-Veluwe voert de Leerplichtwet uit voor de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. Het belangrijkste doel is om schooluitval tegen te gaan, zodat geen leerachterstand ontstaat en het diploma behaalt kan worden. De Leerplichtwet bepaalt dat jongeren van hun 5e tot 18e verjaardag naar school moeten. De leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 jaar wordt. Als de jongere op 16-jarige leeftijd nog geen startkwalificatie heeft, moet zij/hij nog door leren. Een startkwalificatie is een vwo-, havo- of mbo-diploma (niveau 2 of hoger). Een vmbo-diploma is geen startkwalificatie. Wanneer een jongere nog geen startkwalificatie hebt, dan wordt dit gemeld bij Leerlingzaken. Leerlingzaken kan tot de jongere 23 jaar is, helpen bij het vervolgen van onderwijs. Leerplichtige jongeren moet elke dag naar school, de Leerplichtwet kent namelijk geen vrije snipperdagen. Zo kan een leerplichtige jongere

Aula’s

In de gezonde aula’s van RSG Slingerbos en RSG Levant zijn tijdens de (grote) pauzes consumpties verkrijgbaar. Bovendien is er een aantal automaten beschikbaar (met o.a. light producten en vruchtensappen). Vanaf het schooljaar 2015-2016 zal de RSG op beide locaties een Gezonde School zijn. In de gezonde kantine wordt dan voldaan aan de richtlijnen van het Voedingscentrum: 75% van het eten en drinken heeft een gezond keurmerk, 25% mag ietsje minder gezond zijn. Pauzeren, eten en drinken mag alleen in de aula, niet in de lokalen, op de gangen en op de leerpleinen.

51


Kostbaarheden

Gangen en lokalen

Iedereen blijft verantwoordelijk voor zijn eigendommen. Ze tijdelijk opbergen kan in de kluisjes. Bij lessen lichamelijke opvoeding is de school nooit aansprakelijk voor het eventueel zoekraken van kostbaarheden.

De lokalen mag men pas in na toestemming van het personeel. De leerlingen mogen ramen en gordijnen pas openen of sluiten en de zonwering bedienen als daarvoor toestemming is gegeven. Eten en drinken mag alleen in de aula. Ook het gebruik van kauwgum is in de lokalen niet toegestaan. Jassen, sjaals en bromfietshelmen moeten aan kapstokken of in de kluisjes achtergelaten worden.

Veiligheid en noodsituaties

In school zijn allerlei voorzieningen getroffen voor noodsituaties, zoals verlichte vluchtroutes, alarminstallaties, aanwezigheid van blusmiddelen. Voor diverse noodsituaties zijn protocollen opgesteld. Om aan de voorschriften te voldoen zijn er voldoende bedrijfshulpverleners (BHV’ers) opgeleid die bij calamiteiten in actie zullen komen. Ook is er bevoegd EHBO-personeel in school aanwezig. In geval van een calamiteit worden de instructies van het aanwezige personeel stipt opgevolgd. Het is van groot belang dat leerlingen niet zelfstandig van school weg gaan. In dat geval klopt de presentie niet en zullen onnodige en vaak riskante acties ondernomen moeten worden om er zeker van te zijn, dat er niemand wordt vermist. De school dient te voldoen aan allerlei ARBO-eisen. Voor leerlingen heeft dat o.a. praktische gevolgen bij het doen van practica. Aanwijzingen voor het omgaan met apparatuur en het dragen van beschermende kleding dienen stipt uitgevoerd te worden.

Roken/muziekspelers/telefoon

Roken is in school en op het gehele schoolterrein niet toegestaan. Op beide locaties geldt: “Dit terrein is rookvrij”. Het privé-gebruik van een mobiele telefoon, mp3-speler, I-pod etc. is in aula en kantine toegestaan, mits een ander er geen hinder van ondervindt.

Alcohol en drugs

Het is verboden om genotsmiddelen te dealen, bezitten, of te gebruiken en om onder invloed van genotsmiddelen te zijn in en rondom school. Wanneer een leerling de regels rondom genotmiddelen overtreedt of er een vermoeden bestaat van het overtreden van deze regels, worden passende maatregelen genomen. In onderstaande gevallen zullen maatregelen genomen worden:  Wanneer een leerling onder schooltijd alcohol of drugs gebruikt of onder invloed is van alcohol of drugs;  Wanneer er sterke vermoedens zijn van gebruik of onder invloed zijn van alcohol of drugs door een leerling onder schooltijd;  Wanneer een leerling alcohol of drugs bij zich heeft in school of op het schoolterrein;  Wanneer een leerling dealt in alcohol of drugs of er sterke vermoedens zijn dat de leerling dit doet

8.3

Privacy

Bij het inschrijven van een leerling bij de RSG accepteert men automatisch dat diverse gegevens die van belang zijn voor het volgen en begeleiden van de schoolcarrière worden opgeslagen in een elektronisch leerlingvolgsysteem (LVS). Dit leerlingendossier zal gaandeweg aangevuld worden. Wetgeving m.b.t. privacy is daarop van toepassing. De RSG heeft daar een protocol voor. Medewerkers hebben afgebakende lees- en schrijfrechten voor het LVS op basis van hun positie in de school. Voor promotiedoeleinden zullen er regelmatig foto’s of films gemaakt worden. Er wordt vanuit gegaan dat leerlingen op dat moment er expliciet bezwaar tegen maken als ze niet willen dat deze foto’s of films worden gebruikt. Tevens wordt er regelmatig beeldmateriaal gemaakt ten behoeve van opleiding en coaching. Deze beelden stellen de docent en de school in

Stalling/schoolterrein

Fietsen/bromfietsen moeten op de daarvoor aangegeven plaatsen neergezet worden. Op het schoolterrein wordt voorzichtig en zachtjes gereden. Daardoor voorkomt men geluidsoverlast en eventueel gevaarlijke situaties. Afval wordt in de daarvoor bestemde bakken gegooid.

52


staat de onderwijsleersituatie te bekijken en te verbeteren. De beelden zijn uitsluitend voor intern gebruik en worden niet openbaar gemaakt. Ook bij dit gebruik gaan we ervan uit dat expliciet bezwaar gemaakt indien u niet wilt dat we dit materiaal gebruiken.

een nieuw rooster gemaakt om dit soort wijzigingen mogelijk te maken. Een vak dat bijv. 1,5 uur op de tabel heeft staan, zal dan in het eerste halfjaar bijv. 1 lesuur per week invullen en het tweede halfjaar 2. Voor het evenwicht zal dat vaak bij een ander vak dan net andersom worden uitgevoerd. De volgorde van de wisseling (1-2 of 2-1 bijv.) kan uiteindelijk anders worden uitgevoerd dan in deze tabellen staat vermeld.

9 Onderwijstijd 9.1

Vooraf

Opmerkingen bij tabellen 9.2.:

Omdat voor profileringen die de school aanbiedt zoals Technasium of sportklassen ook projecttijd wordt gebruikt, of andere vakken worden geïntegreerd, zijn voor de duidelijkheid aparte lessentabellen opgenomen.

In de schoolgids hoort aangegeven te worden hoe de onderwijstijd wordt ingezet. De lessentabellen van de verschillende leerjaren geven daarover de noodzakelijke informatie. In de examenklassen ontstaan door de pakketkeuzes individuele invullingen. Er zijn vakken die niet het gehele schooljaar hetzelfde aantal uren geven. Halverwege het schooljaar (het semester) wordt er daarom

9.2

Lessentabellen

9.2.1 Lessentabellen onderbouw 2015-2016 Brugklas 2015-2016

VAKKEN aardrijkskunde kubv / te/ha Muziek 1) science 1 Engels Frans geschiedenis informatica onderbouw lichamelijke opvoeding Nederlands onderzoek&ontwerpen 1) science 2

mavo1 m/h 1 h/v 1 m/h1 sport h/v 1 sport h/v techn 1 tvwo1 sem 1 sem2 sem 1 sem2 sem 1 sem 2 sem 1 sem2 sem 1 sem2 sem 1 sem2 sem 1 sem 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 5 5 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 4 4 4 4 4 4 4 4 4 3 4 4 4 3 4 3 4 3 5 5 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2

53


wiskunde begeleiding/projecten rekenen TOTAAL

4 5 1 37

4 5 1 36

4 5 1 37

4 5 1 36

4 5 0 36

4 5 1 35

4 4 1 37

4 4 1 36

4 4 0 36

4 4 1 35

4 4 0 36

4 4 1 35

3 5 0 36

3 5 1 36

1) De vakken science 1 en science 2 worden in de bevorderingsrichtlijnen als één vak beschouwd. Het cijfer voor science is het rekenkundig gemiddeld van de cijfers voor science 1 en science 2.

54


Klas 2 2015-2016 mavo2 VAKKEN

mavo2W

mavo2sport

havo2

havo2W

havo2 techn

havo2sport

vwo2

vwo2 techn

vwo2sport

tvwo2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

sem 1

sem2

aardrijkskunde

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

kubv / te/ha

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

muziek

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

biologie

3

2

3

2

3

2

Duits

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

economie

2

2

2

2

2

2

Engels

3

3

4

4

3

3

3

3

4

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

4

4

Frans

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

geschiedenis

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

3

3

3

3

3

3

2

2

informatica onderbouw

1

1

1

1

1

Latijn 1

lichamelijke opvoeding )

2

2

2

2

5

5

natuurkunde

3

2

3

2

3

2

3

3

3

3

3

3

Nederlands

3

3

3

3

3

3

1

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

5

5

2

2

2

2

5

5

2

2

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

4

3

4

3

4

3

4

3

3

3

3

3

3

3

3

3

onderzoek & ontwerpen ) wiskunde

1

2

2

science 3)

1

begeleiding/projecten

5

5

5

5

2

2

5

5

5

5

2

2

2

2

5

5

2

2

2

2

5

5

TOTAAL

36

36

38

36

36

36

36

34

37

34

36

34

36

34

36

35

36

35

36

35

35

36

38

38

38

38

38

38

37

39

Met Latijn:

1) Leerlingen uit de sportklassen krijgen 3 uur lichamelijke opvoeding extra tijdens de projectband. 2) Leerlingen uit de Technasium-klassen krijgen 3 uur onderzoek en ontwerpen (O&O) tijdens de projectband. 3) Het vak science omvat elementen van biologie, verzorging, natuurkunde, techniek, en scheikunde.

55


Klas 3 havo/vwo 2015-2016

VAKKEN aardrijkskunde kubv / te/ha muziek biologie Duits economie Engels Frans geschiedenis Latijn 1 lichamelijke opvoeding ) natuurkunde Nederlands 2 onderzoek & ontwerpen ) scheikunde wiskunde begeleiding/projecten TOTAAL Met Latijn

havo3 sem 1 sem 2 2 2 2 2 1 1 2 2 3 3 2 2 3 3 3 3 2 3 2 2 3

2 2 3

2 4 5 38

2 3 5 39

havo3 techn sem 1 sem 2 2 2 1 2 3 2 3 3 2

1 2 3 2 3 3 3

2 2 3 5 2 4 2 38

2 2 3 5 2 3 2 39

havo3 sport sem 1 sem 2 2 2 2 2 1 1 2 2 3 3 2 2 3 3 3 3 2 3 5 2 3

5 2 3

2 4 2 38

2 3 2 39

vwo3 sem 1 sem 2 2 1 2 2 1 1 2 2 3 3 2 2 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 5 38 40

3 3 5 38 40

vwo3 techn sem 1 sem 2 2 1 1 2 3 2 3 3 2 2 2 2 3 5 3 3 2 38 40

1 2 3 2 3 3 2 2 2 2 3 5 3 3 2 38 40

1) Leerlingen uit de sportklassen krijgen 3 uur lichamelijke opvoeding extra tijdens de projectband. 2) Leerlingen uit de Technasium-klassen krijgen 3 uur onderzoek en ontwerpen (O&O) tijdens de projectband.

56

vwo3 sport sem 1 sem 2 2 1 2 2 1 1 2 2 3 3 2 2 3 3 3 3 2 2 2 2 5 5 2 2 3 3 3 3 2 38 40

3 3 2 38 40

tvwo3 sem 1 sem 2 2 2 2 2 1 1 2 2 3 3 2 2 4 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 2 4 5 38 40

2 3 5 37 39


57


9.2.2

Lessentabel 3 en 4 mavo

Lessentabel 2015-2016 mavo 3, 4 mavo3 VAKKEN sem 1 sem 2 aardrijkskunde 2 3 kubv / te/ha 2 2 muziek 1 1 biologie 3 3 Duits 3 3 economie 3 3 Engels 3 3 Frans 3 3 geschiedenis 3 3 lichamelijke opvoeding 2 2 lo2 3 3 maatschappijleer natuur- en scheikunde I 3 3 natuur- en scheikunde II 2 2 Nederlands 4 4 wiskunde 4 4 begeleiding/projecten 5 5

mavo4 sem1 4

sem2 3

4 4 4 4 4 3 2 3 2 4 4 4 4 5

4 4 4 3 4 3 2 3 2 4 4 4 4 5

58


9.2.3

Lessentabellen Tweede Fase havo

Havo bovenbouw 2015-2016

VAKKEN aardrijkskunde bewegen, sport en maatschappij biologie culturele kunstzinnige vorming Duitse taal en literatuur economie Engels taal en literatuur Franse taal en literatuur geschiedenis informatica kunst (beeldende vormgeving) kunst (muziek) lichamelijke opvoeding maatschappijleer maatschappijwetenschappen management en organisatie natuurkunde onderzoek en ontwerpen Nederlandse taal en literatuur scheikunde wiskunde A wiskunde B wiskunde D begeleiding/projecten

afkorting ak bsm biol ckv dutl econ entl fatl ges in kubv kmz lo maat maw mo nat O&O netl schk wisA wisB wisD

havo-4 havo-5 sem 1 sem 2 sem 1 sem 2 3 3 3 2 4 4 3 3 4 4 3 3 2 1 4 4 3 3 3 3 4 3 3 3 3 3 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 3 3 3 2 3 3 3 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 3 5 5 5 5 4 4 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 4 4 3 3 3 3 4 5 5 5 5

59


9.2.4 Lessentabellen Tweede Fase vwo e

Vwo 2 bovenbouw 2015-2016 VAKKEN aardrijkskunde algemene natuurwetenschappen algemene natuurwetenschappen tto biologie culturele kunstzinnige vorming culturele kunstzinnige vorming klassiek Duitse taal en literatuur economie Engels taal en literatuur Engels tto filosofie Franse taal en literatuur geschiedenis Global Perspectives and Research Informatica lichamelijke opvoeding maatschappijleer tto maatschappijleer management en organisatie natuur, leven en technologie natuurkunde Nederlandse taal en literatuur onderzoek en ontwerpen scheikunde wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D begeleiding/projecten

afkorting ak anw anw-t biol ckv ckv-k dutl econ entl ent fi fatl ges GPR in lo maat-t maat mo nlt nat netl O&O schk wisA wisB wisC wisD

vwo4 sem1 sem2 1 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 3 3 2 2 3 3 3 3 2 2 3 3 2 2 3 2 2 2 2 2 2 3 5 3 4 4 3 2 5

2 2 2 2 2 3 2 3 5 3 3 3 3 2 5

vwo5 sem1 sem2 3 2

vwo6 sem1 sem2 3 3

3 1 1 3 3 3 5 3 3 3 2 2 2

3

3

2

3 3 3 5 3 3 3 2 2 2

3 3 3 4 3 3 3

3 3 2 4 3 3 3

2 4 3 3 5 3 4 4 3 3 5

3 4 3 3 5 3 3 4 3 3 5

3 2 3 3

2 1 3 3

3 4 4 3 3 5

2 3 4 3 3 5

60

3 1


het volgende leerjaar en resultaten die uitsluitend bij de bevordering een rol spelen. Dit PTA is een aparte regeling die elk jaar vóór 1 oktober aan de leerlingen bekend gemaakt moet worden. Het PTA is via de site te raadplegen. Indien het rapport van de leerling aan de bevorderingsnormen voldoet, is de leerling bevorderd. In alle andere (bespreek)gevallen beslist de teamleider op advies van de docentenvergadering in samenspraak met de directie. Gerichte bevordering naar een andere afdeling is mogelijk aan het einde van het cursusjaar na advies van de vergadering. Als een leerling gedurende 2 opeenvolgende jaren doubleert, dan zal hij de afdeling of school moeten verlaten.

10.1.2

Bevorderingen in de onderbouw

Opmerkingen vooraf: Definities: Het puntentotaal is de som van de cijfers voor alle vakken op het eindrapport. Onvoldoendes: alle cijfers lager dan een 5,5 zijn onvoldoendes. Tekorten: voor het aantal tekorten geldt het volgende:  Van 4,5 t/m 5,4 levert 1 tekort op,  van 3,5 t/m 4,4 levert 2 tekorten op,  van 2,5 t/m 3,4 levert 3 tekorten op,  van 1,5 t/m 2,4 levert 4 tekorten op.

10 Overgangsnormen 10.1.1 Algemene opmerkingen Binnen de determinatie- en bevorderingsnormen wordt in de onderbouw gewerkt met een voortschrijdend gemiddelde, met rapportcijfers tot op 1 decimaal nauwkeurig. Om beter te kunnen voorspellen wat de kans op schoolsucces is, worden samenhangende vakken bij de bevordering vanuit de brugklassen geclusterd. Behalve naar een totaal aantal punten zal bij bevordering ook gekeken worden naar de verdeling daarvan over deze clusters. Dit geeft een zogenaamd clusteradvies.

De indeling in clusters in de brugklassen is als volgt: A = Nederlands, Frans, Engels B = aardrijkskunde, geschiedenis, science C = wiskunde D = de overige vakken

Bij de examenklassen (startend vanaf 3 mavo, 4 havo en 4 vwo) worden cijfers gegeven volgens het zogenaamde Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar beoordelingen die zowel meetellen voor het schoolexamen als voor de bevordering naar

61


De clusteradviezen komen als volgt tot stand: gemiddelde van soort advies cluster A cluster B uit 1 M/H  kaderberoeps/doubleren <5,5 <5,5  2M 5,5 t/m 7,0 5,5 t/m 7,0  2H >7,0 >7,0  2V >8,0 >8,0 uit 1 H/V  2M/doubleren *) <5,5 <5,5  2H 5,5 t/m 7,0 5,5 t/m 7,0  2V > 7,0 >7,0 *) Deze mogelijkheid betekent een bespreekgeval.

cluster C <5,5 5,5 t/m 6,5 >6,5 >7,5 <5,5 5,5 t/m 6,5 >6,5

Als een leerling één afwijkend clusteradvies heeft t.o.v. het puntentotaal, dan is hij een bespreekgeval. Bij de bespreking spelen de volgende aspecten een rol:    

motivatie/leertaakgerichtheid, zelfwerkzaamheid, planningsvaardigheid, huiswerkverzorging.

Wijken 2 clusteradviezen af, dan is de leerling niet bevorderd naar de afdeling die door het puntentotaal wordt aangegeven. Bij de brugklassen van het tvwo wordt niet met deze clusterindeling gewerkt, omdat de leerling al gedetermineerd is. Voor de bevordering van 1T naar 2T geldt dat leerlingen voor de vakken NE, EN, FA, AK, GS, WI, SC1 minimaal 42 punten moeten hebben èn voor alle 11 vakken minimaal 66 punten, terwijl er maar één tekort in de kernvakken (NE, EN, WI) mag zijn.

62


Bevorderingsnormen onderbouw soort bevordering

aantal vakken

minimaal aantal punten totaal

maximaal aantal onvoldoendes

maximaal aantal tekortpunten

1M/H  2M 1M/H sport->2M 1M/H  2H 1M/H sport->2H 1M/H  2V 1M/H sport->2V 1H/V  2H 1H/V sport->2H 1H/V tech->2H 1H/V  2V 1H/V sport->2V 1H/V tech->2V 1tvwo  2tvwo

11 10 11 10 11 10 11 10 11 11 10 11 7* 11

65,0 59,0 77,0 70,0 85,0 80,0 68,0 62,0 68,0 79,0 72,0 79,0 42,0 66,0

3 3 3 3 geen geen 3 3 3 3 3 3

4 4 4 4 Geen Geen 4 4 4 4 4 4

3

4

2M  3M

13

2H  3H

11

2V  3V

11

80,0 78,0 of 79,0 68,0 66,0 of 67,0 68,0 66,0 of 67,0

3 1 3 1 3 1

4 1 3 1 3 1

1 1 1 1 1 1

2tvwo  3tvwo

11

68,0 66,0 of 67,0

3 1

3 1

1 1

63

maximaal aantal tekorten in kernvakken (NE, EN, WI) 1 ) 1 1 1 1 geen geen 1 1 1 1 1 1 1

en bovendien…

mavo clusteradvies in A,B,C mavo clusteradvies in A,B,C havo clusteradvies in A,B,C havo clusteradvies in A,B,C vwo clusteradvies in A,B,C vwo clusteradvies in A,B,C havo clusteradvies in A,B,C havo clusteradvies in A,B,C havo clusteradvies in A,B,C vwo clusteradvies in A,B,C vwo clusteradvies in A,B,C vwo clusteradvies in A,B,C *deze vakken zijn: ne, en, fa, ak,gs, wi, sc1 Leerling wordt besproken indien aan één van de voorwaarden niet wordt voldaan. Leerling moet voldoen aan extra tvwocriteria. 7) 2 ) 2 ) 3 ) 3 ) bevordering met Latijn bij minimaal 6 punten extra. 4 ) voldoen aan extra tvwo-criteria. 7) Bevordering met Latijn bij minimaal 6 punten extra. 4 )


Bevorderingsnormen onderbouw soort bevordering

aantal vakken

minimaal aantal punten totaal

maximaal aantal onvoldoendes

maximaal aantal tekortpunten

3H  4H

14

3V  4V

14

84,0 83,0 84,0 83,0

3 1 3 1

4 2 4 1

maximaal aantal tekorten in kernvakken (NE, EN, WI) 1 ) 1 1 1 1

3tvwo  4tvwo

14

84,0 83,0

3

4

1

1

1

1

64

en bovendien…

in totale 4 havo-pakket maximaal 2 tekorten. in totale 4 vwo-pakket maximaal 2 tekorten. Bevordering met Latijn bij minimaal 6 punten extra. 5 ) in totale 4 tvwo-pakket maximaal 2 tekorten. voldoen aan extra tvwo-criteria. 6) bevordering met Latijn bij minimaal 6 punten extra. 5 )


Opmerkingen

10.1.3 Bevordering 3 mavo —> 4 mavo

Vanaf klas 3 mavo start het examentraject.

1

) Een leerling wordt automatisch besproken indien bij de kernvakken Nederlands, Engels of wiskunde meer dan één tekort voorkomt. Naar aanleiding van die bespreking wordt één van de volgende besluiten genomen:  De leerling wordt bevorderd;  De leerling doubleert;  De leerling wordt voorwaardelijk bevorderd. In deze situatie wordt de leerling bevorderd indien de opgegeven taak voldoende wordt uitgevoerd. Daarnaast zal een plan van aanpak worden opgesteld om de leerling op het gewenste niveau voor de kernvakken te krijgen. 2 ) Vanuit klas 2 mavo worden leerlingen gericht bevorderd naar hetzij 3 mavo (3 vmbo-tl) of 3 vmbo kader-beroepsgericht (vmbo-kb). Dit betekent dat doubleren in klas 2 mavo op de RSG geen optie is. Bij doubleren lopen leerlingen die moeite hebben om het tl-niveau te bereiken, het gevaar dat zij de middelbare school uiteindelijk zonder diploma verlaten. En zonder diploma maken deze jongeren dan weinig kans op de arbeidsmarkt. Al in de mavo/havo-brugklas wordt elk kind zorgvuldig gevolgd. Bij twijfel over de haalbaarheid van het mavo-niveau krijgen deze leerlingen en hun ouders/verzorgers zo vroeg mogelijk een advies over het beste vervolg. Indien een leerling vanuit 2 mavo gericht wordt bevorderd naar het derde leerjaar van de kaderberoepsgerichte leerweg, zal deze de opleiding op een andere school moeten voortzetten. De decaan begeleidt dit proces in de loop van het tweede leerjaar. 3 ) Bij de bevordering van 2 havo naar 3 havo telt informatica onderbouw niet mee. 4 ) Bij de bevordering van 2 (t)vwo naar 3 (t)vwo telt informatica onderbouw niet mee. 5 ) Voor de klassen 3 (t)vwo moet de maatschappelijke stage voldoende afgerond zijn. 6 ) Bij bevordering binnen het tvwo moet een leerling een voldoende hebben voor Engels én een positieve beoordeling krijgen van de docenten die de vakken in het Engels geven.

Voor de gekozen examenvakken geldt dat:        

Een deel van de toetsen uit klas 3 en alle toetsen uit klas 4 mee tellen voor het schoolexamen, deze noemen we SE-toetsen, 1 vijf mag, 2 vijven of 1 vier met minimaal 1 zeven gecompenseerd moet(en) worden, de niet-gekozen examenvakken gemiddeld een 5,0 of hoger zijn (een 4,9 is dus niet voldoende voor bevordering), kunstvakken 1 afgetekend is met een voldoende of goed, het vak lichamelijke opvoeding is beoordeeld met voldoende of goed, alle handelingsopdrachten uit het PTA van leerjaar 3 zijn als ‘voldoende’ afgetekend, de niet-examenvakken (kubv, muziek) minimaal een 5,5 of hoger zijn.

10.1.4 Bevorderingen in de Tweede Fase bovenbouw Uitgangspunt is een redelijke slaagkans. Dat betekent dat de slaag-/zakregeling van het eindexamen richtinggevend is en dat er bij onderdelen die in het kader van het schoolexamen niet met een cijferbeoordeling worden afgesloten geen sprake is van ernstige achterstanden of wanprestaties. De bevorderingsnormen worden opgenomen in het PTA van de desbetreffende klassen.

65


Bevorderingsrichtlijnen 4 havo

Een leerling wordt bevorderd als het overgangsrapport er als volgt uitziet:  Alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of  er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of  er 1 x 4 is behaald en overige cijfers zijn 6 of hoger en het gemiddelde cijfer is gelijk aan of hoger dan 6,  er 2 x 5 is behaald en overige cijfers zijn 6 of hoger en het gemiddelde cijfer is gelijk aan of hoger dan 6,  er 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en overige cijfers zijn 6 of hoger en het gemiddelde cijfer is gelijk aan of hoger dan 6,  voor alle leerlingen geldt tevens een voldoende voor de vakken CKV en LO als voorwaarde tot bevordering,  een leerling wordt automatisch besproken indien bij de vakken wiskunde (A/B/C), Nederlands en Engels meer dan één tekort voorkomt.

voor de leerlingen in de vierde klas van het tweetalige vwo geldt als voorwaarde voor het vervolgen van hun tweetalige opleiding in 5 vwo: minimaal een 6,0 voor het vak Engels en een positieve beoordeling door de docenten die de vakken in het Engels geven, van de Engelse taalvaardigheid en de bereidheid deze taal te spreken. *) Voor 4e klassers geldt bovendien: naar aanleiding van die bespreking wordt één van de volgende besluiten genomen:  De leerling wordt bevorderd;  De leerling doubleert;  De leerling wordt voorwaardelijk bevorderd. In deze situatie wordt de leerling bevorderd indien de opgegeven taak voldoende wordt uitgevoerd. Daarnaast zal een plan van aanpak worden opgesteld om de leerling op het gewenste niveau voor de kernvakken te krijgen.

Bevorderingsrichtlijnen 4 en 5 vwo

10.1.5 Slagen/zakken



Een leerling wordt bevorderd als het overgangsrapport er als volgt uitziet:  Alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of  er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of  er 1 x 4 is behaald en overige cijfers zijn 6 of hoger en het gemiddelde cijfer is gelijk aan of hoger dan 6,  er 2 x 5 is behaald en overige cijfers zijn 6 of hoger en het gemiddelde cijfer is gelijk aan of hoger dan 6,  er 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en overige cijfers zijn 6 of hoger en het gemiddelde cijfer is gelijk aan of hoger dan 6,  het vak Latijn maakt in 4 vwo geen deel uit van de bevorderingsrichtlijnen,  in klas 5 vwo wordt het gemiddelde van de afgeronde cijfers ANW, KCV, en maatschappijleer beschouwd als één cijfer,  voor alle leerlingen geldt tevens een voldoende voor de vakken CKV en LO als voorwaarde tot bevordering,  voor de leerlingen uit 4*) en 5 vwo geldt: een leerling wordt automatisch besproken (en kan dus ook doubleren) indien bij de vakken wiskunde (A /B/C), Nederlands en Engels meer dan één tekort voorkomt,

De regelingen voor het slagen of zakken voor het eindexamen worden in het examenreglement opgenomen (zie ook op onze site onder de knop examens). Voor de leerlingen van 4 mavo is verder het volgende nog van belang: als een leerling in het vierde jaar niet slaagt, dan doet hij alle onderdelen van het vierde leerjaar opnieuw volgens het dan geldende PTA. Een leerling mag, bij overdoen van het vierde jaar, op zijn verzoek een extra inspanning leveren waardoor de beoordeling van het sectoronderzoek kan worden verhoogd.

10.2 Doorstroming na de mavo Het mavo-diploma biedt in principe toegang tot klas 4 havo. Leerlingen die deze route willen volgen, krijgen eerst een intakegesprek waarin de kansen op een succesvolle havo-carrière worden nagegaan. Het profiel op de havo moet aansluiten bij de sectorkeus van de mavo. Het gemiddelde eindcijfer moet minimaal een 6,5 zijn. Verder is het advies van de mavoafdeling heel belangrijk. Het is verstandig om in een zo vroeg mogelijk

66


stadium aan te geven dat iemand van deze vervolgmogelijkheid gebruik wil maken. Het kan bijvoorbeeld leiden tot andere pakketkeuzes of een gerichte voorbereiding op dit traject.

Hier valt nog aan toe te voegen dat een deel van onze leerlingen ook aan IB-examens of Anglia-examens deelneemt (en daarbij tot nu toe voor 100% slaagt).

10.3 Doorstroming na de havo Na het behalen van het havo-diploma bestaat in principe de mogelijkheid door te stromen naar 5 vwo. Het is belangrijk deze wens aan het begin van 5 havo te uiten bij de teamcoördinator vwo, zodat eventuele achterstanden weggewerkt kunnen worden. De verdere voorwaarden zijn: gemiddeld SE-eindcijfer 6,5; positief advies van de havo-docenten; inhalen van gemiste vakken. De exacte regeling kan opgevraagd worden bij de teamleider vwo.

11 Schoolresultaten 11.1 Vooraf De onderwijsinspectie verwerkt de resultaten van de scholen tot overzichtelijke gehelen. Het gaat dan om de examenresultaten, de zogenaamde instroom, doorstroom en uitstroom (kortweg IDU gegevens), kwaliteitskaarten en eventuele andere rapportages. Deze zijn via de site van de onderwijsinspectie te raadplegen: www.onderwijsinspectie.nl. Tegenwoordig worden de resultaten van RSG Levant niet altijd afzonderlijk gespecificeerd. De publicaties van de inspectie komen altijd in de loop van het schooljaar beschikbaar. In deze gids voegen we de laatste versies toe die bij het ter perse gaan bekend waren. Het kan zijn dat er inmiddels nieuwe op de inspectiesite zijn verschenen. (Zie ook bij de bijlagen.)

67


11.2 Examenresultaten

totaal mavo totaal

129

havo

153

vwo

94

totaal mavo totaal

135

havo

152

vwo

110

totaal

examens Slingerbos | Levant schooljaar 2011-2012 terug getrokken gespreid examen geslaagd

2

afgewezen

geslaagd

122

7

95 %

126

22

85 %

80

14

85 %

afgewezen

geslaagd

124

10

92 %

2

123

26

83 %

1

99

10

91 %

afgewezen

geslaagd

3


1


mavo totaal

171

2

1

160

8

95 %

havo

149

4

1

128

16

89 %

vwo

92

1

1

81

9

90 %

afgewezen

geslaagd

totaal mavo totaal

171

havo

192

vwo

115

examens Slingerbos | Levant schooljaar 2014-2015 terug getrokken gespreid examen geslaagd 1

1

3

163

6

97 %

2

163

26

86%

1

104

9

92 %

68


11.3 Instroom, doorstroom, uitstroom (IDU) Voor een goed begrip dienen beide nu volgende tabellen in samenhang gezien te worden. De bevorderingsresultaten van het vorige schooljaar moeten immers gekoppeld worden aan de instroom van nieuwe leerlingen. De situatie wordt altijd weergegeven op de peildatum van 1 oktober. In-, Door- en Uitstroomgegevens totaal RSG Slingerbos | Levant 1 okt.

tustijd

2013

tustijd

instr

tustijd

doorstr

vertr.

vertr.

vertr.

met

zonder

lln. naar

eind

eind niet

dipl.

dipl.

nw

vertr.

vertr.

cursus

bevord.

bevord.

1e klas

513

3

-3

-8

-18

487

2e klas

480

2

-4

-3

-17

458

3 vmbo-tl

168

1

-2

-3

164

4 vmbo-tl

170

vavo 3/4 vmbo-tl

1

4

3 havo

153

2

4 havo

225

2

5 havo

149

vavo4/ 5 havo

-1 5

-3

-1

30

-2

-2

0 148

-19

212

27

-124

-2

21

-14

-9

4

3 vwo

158

4 vwo

133

-5

-1

5 vwo

126

-2

-1

6 vwo

92

-81

-1

10

vavo4/5/ 6 vwo

14

-9

-3

2

-19

1937

Totaal

2412

11

-2

-2

-3

-2

1

-139

-1

-15

-5

152 -1

126 123

-21

-61

69


Interne verplaatsing naar cursus 2014-2015 peildatum 1-10-2014 1e

2e

3

3/4M

4

3

4

4/5H

5

3

4

5

4/5/

6

totaal

6V klas

klas

mavo

vavo

mavo

havo

havo

vavo

havo

vwo

vwo

vwo

vavo

vwo

okt-14

1e klas 4 2e klas

483 14

3 vmbo-tl

487 161

161

10

4 vmbo-tl

122

458

154 4

164

3

17

6

30

vavo 3/4 vmbo-tl

0

3 havo

1

4 havo

11

9

1

125

1

30

1

180

11

6

5 havo vavo4/ 5 havo

1

148 212 2

2

21

4

3 vwo

1

4

11

4 vwo

11

5 vwo

2 1

2

1

4

138 5

152 107

126 1

108

123

6 vwo

5

5

10

vavo4/5/ 6 vwo

2

Totaal Netto instroom

Externe instroom

9

2

4

497

172

5

169

170

194

25

192

124

144

118

10

113

1937

4

497

172

5

169

170

194

25

192

124

144

118

10

113

1937

440

8

9

2

465

2

4

voor 1-10 vertr.

-1

-1

Totaal 1-10-2014 444

505

181

5

171

170

198

25

192

124

144

117

10

115

2401

Opmerkingen bij de tabellen:  Als een leerling vertrekt, dan kan dat ook gewoon een verhuizing betreffen,  een leerling die uit 5H vertrekt kan bijvoorbeeld ook in 5V van RSG Slingerbos terecht komen om via die route zijn vwo-diploma te behalen,  vavo zijn leerlingen die bij ons staan ingeschreven om in het kader van volwassenenonderwijs examen af te leggen.

70


14 Schoolgebouwen

12 Medewerkers en hun functies

Zowel in Harderwijk als in Zeewolde hebben we goed ingerichte schoolgebouwen. In Harderwijk werd in het afgelopen schooljaar het complete schoolgebouw vernieuwd en verbouwd.

Binnen de RSG werken we veel met afkortingen voor de medewerkers. In roosters zal bijvoorbeeld geen volledige naam staan. Informatie over medewerkers , hun afkortingen en mailadressen is te vinden op de site bij “contact” en dan naar “medewerkers”. Telefonisch contact kan via de centrale nummers gezocht worden. Vaak is mailen handiger. De e-mailadressen van de RSG-medewerkers zijn als volgt opgebouwd: eerstevoorletterroepnaam.tussenvoegselsaanelkaarachternaam@rsgsl.nl. Een fictief voorbeeld: dhr. J.C. van der Vliet wordt [email protected].

13 Vakanties en agenda Om de jaarplanning voortdurend up-to-date te houden wordt deze regelmatig bijgewerkt en op de site gepubliceerd. Voor beide locaties zijn zo steeds de laatste details ingevuld.

RSG vakanties in het schooljaar 2015/2016 Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Goede vrijdag/Pasen: Meivakantie: Tweede Pinksterdag: Zomervakantie:

19 21 22 25 25 16 11

oktober t/m 23 oktober 2015 december 2015 t/m 1 januari 2016 februari t/m 26 februari 2016 t/m 28 maart 2016 april t/m 6 mei 2016 mei 2016 juli t/m 19 augustus 2016

Het gebouw in Zeewolde.

Op de volgende pagina is een foto-impressie te zien van een aantal nieuwe ruimtes op locatie Slingerbos. Vanaf linksboven met de klok mee: Open Leer Centrum, talenplein, scienceplein, aula.

71


72


15 Bijlagen 15.1 Opbrengstenkaarten De onderwijsinspectie brengt op verschillende manieren de kwaliteit van de scholen in beeld, zoals de opbrengstenkaarten van de beide locaties. Voor meer informatie zie de site van de onderwijsinspectie www.owinsp.nl.

15.1.1 Locatie Slingerbos

Uit de cijfers op de kwaliteitskaart van de onderwijsinspectie (gebaseerd op de jaren 2012, 2013 en 2014) valt het volgende af te leiden: rendement onderbouw boven gemiddeld boven gemiddeld boven gemiddeld

mavo havo vwo

doorstroom bovenbouw boven gemiddeld gemiddeld gemiddeld

cijfer CE t.o.v. landelijk gemiddelde ruim boven gemiddeld onder gemiddeld gemiddeld

cijfer CE gemiddeld

verschil CE-SE

6,56 (boven de norm) 6,31 (boven de norm) 6,43 (boven de norm)

gering gering gering

Toelichting: - rendement onderbouw: dit gaat over het aantal leerlingen dat onvertraagd de klassen 1-3 doorloopt; - doorstroom bovenbouw: dit gaat over het aantal leerlingen dat onvertraagd de klassen 3 –examenklas doorloopt; - cijfer CE t.o.v. landelijk gemiddelde: geeft aan of het gemiddelde centraal-examencijfer onder, op of boven het landelijk gemiddelde ligt; - cijfer CE gemiddeld: geeft de absolute waarde van het gemiddelde eindcijfer op het centraal examen weer; - verschil CE-SE: geeft aan of er een groot of klein verschil bestaat tussen schoolexamencijfer en landelijk examencijfer.

15.1.2 Locatie Levant

mavo

rendement onderbouw

doorstroom bovenbouw

ruim boven gemiddeld

ruim boven gemiddeld

cijfer CE t.o.v. landelijk gemiddelde ruim boven gemiddeld

cijfer CE gemiddeld

verschil CE-SE

6,55 (boven de norm)

gering

Voor toelichting: zie hierboven bij locatie Slingerbos.

73

2016 SAMEN KOM JE VERDER!

Recommend Documents